T; Dries van den Buitendijk 9 1 5 1 De donkere dag voor Kerstmis ERTELLINGEN van SIBOTAK 3Ü3C& Hij was te sterk, om gelukkig te zijn! ONZE DACELIJKSCHE VOEDING >1 ‘S H 2t N BRABANTSCHE BRIEVEN Ben- nnin r - in deze dagen voor Kerstmis moge bovenstaande afbeelding (naar het bekende schilderij van Hie ronymus Botch) one herinneren aan het heilige gebeuren, dal ieder laar op 25 December met kerke- lifken luister herdacht wordt i In verband met nieuwe v^dingtleer- begrippen door Martine Wittop Koning KAASTRUFFELS I WO*. voedingsstof) de Amico, gewetensvoller In Witten den t «nd nkK ittag it vooruit, dat «syn- mist kunnen worden op die dagen, In Kilte be nijd worden door de achterblüfstere. Voor de patiënten geldt betaeUde, verlangen ze niet al- K K V. DRA I. 5» nde- D’n tijd kwam, da 'k aan *t hoofd van onzen baf kwam staan; mee m'n ïkulke. die groote I tot tte VW- rbro- soou. huk belde 'drt Mten tellen mijn er ie ito. ».fl. n «den be bat- T wm Ptaa «Ml «te- in t out- am- n on JMtn loop MM brie- tem- i i i tagt- s» lotaa and. liba- Mow 115 in 1 een bijna stu itend lootd naad - kV- I M -110. U1M poob Mal- ouet ■on Brtl- lt -05. kben W »wn •Ua iK rt- zijnen stroeven („deftlgen", vonden wij) kop te lachen en dan kwam daar zo'n groote ver andering op dat gezicht, dat wjj 1 nle begre pen en 'n bietje stom en angstig er naar keken. Pietje Buykerbuyk beweerde: „d’n Dries lijkt sprekend op Onzenlievenheer”. Kulleke Orijseels zee- „ge lieget, hjj trekt op Simon den Kruisdrager I” En Ik lachte hullle allebei uit, want Dries was grijs! Dus! Afijn. HU ging dan mee ons naar binnen, lee 1 voor Kerstmis gezond en wol thuis te kunnen *Un? Het sou natuurlijk wel héél moot moeten verloopen, dat wéten es, maar diep in hun hart hopen ae het toch allemaal, add zijn de donkere dagen voor Kerstmis in de Inrichtingen. En eigenlijk is het overal zoo, btf alle mra- schen, waar es ook sijn. Dat is het wat lang voor Kerstmis den dagen een bijzondere betee- kenls geeft: het verlangen. om precies dezelfde redenen sün te Kerst dagen voor de huisvrouw van zoo veel beteeke- nls, want dan wordt er oneindig veel van heer verwacht en dan heeft ze ook oneindig veel te geven. Niet het minst op haar rusten veel zor gen, om de dagen te doen worden, wat ervan verwacht wordt. En het is dan ook geen wonder, dat na de Nachtmis, als men elkaar wederkeerlg oen op recht „Zalig Kerstmis" toewenscht, dankbare blikken gaan naar moeder, die nog meer dan anders het middelpunt van het huisgezin vormt. MARYK „pak kinders” op de toonbank, na eerst mee zijn tanden 'nen baalzak rijst van die toonbank te hebben opzijgezet en dan zee-t-ie: „zoeken jullie nou allemaal maar 'ns wat lekkers uit!" Als we dan uitgezocht hadden, uit dc nistels van drop, splnnekoppen van drulvensuiker, zuurballen, tooverballekes, „onderstedoos" (al- derhande snoepafval deur malkaar I) suikeren brillen en „steentjes” (suikeren grint), dan moesten we nog Iets uitzoeken veur ons broers of zuskes en dan dan smeerden wü 'm den weg op, zonder den Dries te bedanken. Maar dan beurden wü ‘m uit de verte lachen en dat klonk, zoo wijd weg, dan luk klokkend water. Thuis wierd weinig over den Dnes gespro ken. Dat wil zeggen, als wjj, kinders, or bü waren, tenminste! Als we dan' thuiskwamen, mee 't snoepgoed, en 't verhaal over den sterken Dries, die „zoo maar", mee z'n armen vol jong, ’nen bcal rijst opzjj "hte mee s'n tanden, dan keken vader en moeder malkaar ’ns aan. Vader schudde zijnen kop, moeder keek 'n bietje treurig, docht me en.... dat viel me veul op: nooit, wierd me gevraagd, zoo als altjj In andere soortge lijke gevallen dat ge Hs wat gekregen iiad; „ge heot dleën mensch toch netjes en vriéndelijk bedankt? Pas op, als Ik ooit hoor, dat ge nle beleefd ajjt geweest, horre!" Nooit wierd me zooiets geaeed, als ik iets van Dries van den Buitendijk had gekregen. Wat me nóg vriendelijker stemde veur den Dries.... Want meestalnouja, hoe zijn kinders? Net jonge honden! Ze slobberen den vetten hap op en huppelen weg! Als ik 'nen keer thuis kwam, mee den groen- tenwagel, zat m'n wefke in 't wee.-garen, (Ze was pas een-en-twintig, amlco, m'n toeteloe- riske!) „Zeg, Dré, dleën schrikkelijken vent is hier komen af zetten, dieën grijzen Dries! Van den middag. Hjj is ten goeie weg. Ik riljen ik beef! 'k Ben gaar van streek. Br rit Hjj kost sjuust onder de deur. En 'n oogen, ‘n oogen staan er in dieën vent s’nen kop.Tr Zie se allemaal nog veur me! t Wit is rood kassen zijn zoo groot en zoo vuist; deer! En hij ziet oe aan, 9* A By de veule zwakkelingen op deuse weareld la Dries v. d. Buitendijk wel 'n uitzondering. Maar, amdeo, daar zijn toch meer van deuae tiepen. dan ge denkt! Daar wordt weinig van gesproken. Wiedes. De zwakkelingen spreken nle geren van „den Dries", in huillen kring. Kn éls ze van 'm spreken, dan is t over dat ongeluk, dan is t dat ie „gezeten” heeft. „Heer, ik dank u, dat ik niet ben als hij.” Weet ge wel. amlco? Da's 1 verhaal van Dries van den Buitendijk, die nou. mee zijnen paternoster bü m, daar in z'n gemeniede kist ligt, in 'n graf, dat niemand weet aan te wijzen. Waar Ik *m gebracht heb op *nen vroegen, donkeren Novembermorgen, toen den hagel op de kist kletterde. Da s t ver haal van deuzen tlep dan. Veul groeten van Trui en als alt(j geen haarke minder van oewen -j-^y e maand December brengt ons weer aller. 1 lel versnaperingen. In de etalages zijn groote hoeveelheden suikergoed, choco ladewerk. marsepein, banket en speculaas uit gestald. Maar zou het niet prettig zijn om al die zoete lekkernijen sens af te wisselen met Iets hartigs? Om te beginnen kunnen we kleine beschuitjes of zoute crackertjes besmeren met een mengsel van geraspte kaas en boter, met wat peper, zout en fijngehakte peterselie of selderij erdoor. Deze zelfde „kaasboter” smaakt aeer goed tua- schen dunne sneetjes zwart roggebrood. Hiervan leggen we bijv, vjjf op elkaar met telkens een vrij dikke laag kaasboter er tusschen. Dan snij den we deze broodjes vertikaal door. Een variatie hierop vormen de kaastruffels, waarvan we bet recept laten volgen: 100 gram (1 ons) zwart roggebrood. 200 gram (2 ons) oude kaas 60 gram boter (3 af gestreken eetlepels). wat peper en wat zout Maal het roggebrood en de kaas met een vlesohmolentje of niet te kleinen aardappel- molen. Houd een paar lepels kaas apart. Ver meng de kaas, het roggebrood en de boter met elkaar en maak de massa op smaak af met peper en «out. Maak er balletjes van en rol deze door de achtergehouden geraspte kaas. komen. *k Had in die dagen meer volk noodlg dan teugenwoordlg ook in t boerenbedrijf concurreerde de machine den mensch naar den steun en in drukke tijen, allee, dan kwam 't op éénen arbeler méér nie aan. (Wel op eenen minder). D'n Dries was nou vijfenveertig jaren om trent. Als ie in t hooiland stond, ‘t boezerodh los, daarboven 'nen nek als 'nen pileer, die 'nen kop droeg, wijs als van tachtig Jaren levenservaring, scherp en bruin als gegoten uit brons, waarlangs 'nen golf van witte manen viel als den reus daar dan z'n zeis mee breeje, regelmatige, als machinale slagen deur t gewas sloeg, dan stond daar *n levend ge worden standbeeld, amlco, waar g'oew oogen uitkeek. De mouwen omhoog gestroopt en weer was 't gebeeldhouwd en gegoten brans wat ge aan armen zag, die mee den regelmaat van stalen machlnestanjen den knuppel van de zeis deur den broeiheeten dag sloegen, van 's mor gens vier tot avonds negen uren. Niemand sprak teugen 'm. En hij, hjj dee geen oogenbllk moeite om anderen te Ikten spreken. Hjj ging zijnen eenzamen, zwanen gang en lachte wel 'ns teugen kinderen. Ook kost ie *n peerd staan aankijken. op den schoeft kloppen en veurzlchtig streelen, maar verder gingen rn vriendelijkheden nle. t Volk haatte 'm. Nle omdat ie 'ns gezeten” had. Ieder, den lompsten kever zelfs, weet genoeg: 't is nie goed te praten, maar te zwijgen, sterk te zijn en In drift 'n ongeluk te begaan! Neeö da was 't nle! jet mijn wonderlijkste herinneringen be hoort het bezoek, dat w# eens gebracht hebben aan een „volksfeest” in de Ha nenlanden van Borneo. De plechtigheid vond plaats in era op patra gebouwde woning van reusachtige afmetingen. Een schuin geplaatste boomstam van inke pingen voorzien, gut toegang tot het platform, waar het kamponghoofd pangeran Alle ons onder veel strijkages hartelijk verwelkomde. Om nu eens recht chic en Indrukwekkend voor den dag te komen, had onze Prins (jawel hij was van adel), zich in sijn beste galaballen gestoken. HU geurde niet weinig met HJn. Jammer ge noeg. veel te nauw, verkleurd rood Jacket met y-K e voedingsleer, sedert zij eêh goede halve 1 eeuw geleden tot wetenschap werd, heeft heel wat stokpaardjes bereden en.... ook weer op stal gezet. Eigenlijk spreekt dat vanzelf. Wanneer omtrent de een of andere voe dingsstof de onderzoekingen wijzen op zeer be langrijke uitkomsten, dan staat natuurlijk die voedingsstof gedurende korteren of langeren tijd In het brandpunt der belangstelling, en vanuit bet laboratorium dringen spoedig de verkregen inzichten door in leekenkringent im mers, de voeding is een kwestie, die ons allen persoonlijk aangaat, en we nemen dus In ons eigen belang graag kennis van. nieuwe Ideeën en adviezen, die de wetenschap ons In verband met onze gezondheid meent te moeten geven. Tot na verloop van eenigen tüd de voedings leer, tengevolge van verdere studies en onder zoekingen het licht laat vallen op weer een ander punt, dat dan op zjjn beurt de aan dacht van het publiek zal vragen. En zóó toch steeds groetende naar meer dere vastheid stapelen de gegevens zich op, totdat uit de vele tijdelijk op den voorgrond getreden Inzichten ten slotte een evenwich tige beoordeellng van alle factoren zich begint te vormen. Zoo ligt b.v. reeds achter ons de tjjd van de „eiwitvergoding", waarin speciaal het vleesch als het ééne noodlge werd aanbe volen: dit stokpaardje berijden we niet meer, maar.... wél blijven we binnen het kader van dé verdere elschen der voeding de voedingsstof eiwit als belangrijk erkennen. Vrijwel overwonnen Is ook het standpunt, dat op „calorieën" eigenlijk alles zou aankomen, dat de voeding slecht zou moeten steunen op berekeningen over de energie-waarde der voe dingsstoffen: maar.... niemand zal Intusschen tegenspreken, dat die „verbrandingswaarde” naast andere belangen toch wel degelijk een onmlsbaren factor vormt bjj de samenstelling van een doelmatige voeding. De tegenwoordige wetenschap begint te waarschuwen tegen een overdreven schermen met „vitaminenwaarde", maar..,, ae blijft er aan hechten, dat toch zeker in de voedselkeuze met deze zg. bijkomstige stoffen rekening wordt gehouden. Ook de „zouten" worden niet beschouwd als de spil, waarom het geheele voedingsprobleem kou draaien; maar.... de wetenschap erkent daarbij zeer zeker, dat vén een Juiste voorzie ning van minerale bestanddeelen véél afhangt. En wie zal zeggen, dat hiermee het laatste woord gesproken en het laatste voedlngsleer- vóorbeeld genoemd is? Merkwaardig is het alleen, dat welke nieuwe begrippen ook voor de vroegere in de plaats Weer *ns *nen riep! Da’s lang gelejen, zult ge denken. Al lee, da’s veul waar. Maar in t leven is veul te verhapstukken, dat ge nle altu «lAt kunt doen, wat ge geren zou doen. Maar deuze week dan weer 'ns 'nen tlep toegevoegd aan den groetenden optocht van Hepen en tiepekens, die dl deur m'n brieven déflleerde. D’n Dries. Dries van den Buitendijk. HU is verlejen maand gestorven en telkens ik aan 'm denk, dan zie *k 'm daar, mee «Un lange, witte haren langs den stroeven. edelen kop. liggen in rn gemeniede doodkist, waaraan geen andere versiering was, dan *n zwart krulske op den oranjen deksel. Want hjj was arm, veul arm den Dries. Ar mer, dan ie eigens wlst....l Niks, niks heeft nagelaten, dan zUnen ijzeren bril. Z’n kleeren waren van 1 Huis, In de stad. En z’nen pater noster heeft te meegenomen in 't graf. Ik heb ‘m altjj gekend, m’n heele leven. En WM altjj ,flud”. Veul oud. Dat zat 'm in *n grijze haren! Ook was ie kolossaal groot. D’n grootste wek ••n heel ons dorp. En sterk, sterk Ujk Peerd! Misschien nog sterker. Want den wage’, te zwaar veur ’n peerd, «et d’n Dries uit den modder tillen en op **ng brengen. W|j kinders, wj, waren *n bietje bang veur van den Buitendijk. Of bang? Bang is t woord nie. Want den Dries hield van ons! Dlkwuis. ais wu op den weg aan t speulen Car*1' Hat d'n Dries ons floot! HU stond dan rA*m v«» den snoepwinkel. Rap. zoo rap kosten loopep, spoedden we dan naar 'm toe. Maar den Dries Ja hoe zal k 't zeggen? HU was te.... te sterk in eiken sin, in elke beteekenis! HU kost langer werken, dan wie ook? HU kost beter werken, dan wie ook? HU was Uveriger, dan wie ook? Punctueeler, sjecuurdéf. zUnen arbeid, allee, ge verstaat! HU dee z’nen arbeid goed, beter dan teder ander en.... hu ging sünen eigen, eenzamen gang. HU moeide zich mee 'n ander nle. Had grenen raad noodlg I Geen hulp noodlg. HU werkte en werkte veul en goed! Praat ging langs z'n kouwe kleeren. *n Opmerking van den baas nam ie ter harte. Zee: Jawel" en doe t zoo, als dra baas m vroeg. Achter z'n huiske had te nog 'n lapke bouw grond. Dat bebouwde-n-le veur z’n eigen „huis houwen.” Dus dra boer had aan hum geen bedeleer, geenen kearel, die nou eeuwig en altii van alles gebruiken kost en.... dus nie zoo sje- cuur te vertrouwen Is. deurloopen. Dc dik als m'nen z, ate. als H peerd, als 'n koel, a-a-a-als 'n beest oe aansiet. Sjuust zoo.... zoo-zoo.... seerjeus, zoo tries tig, dunkt mei" „Och, schei uit wefke, dleën mensch doet geen vlieg kwaad 1 Wat kwam le doen, daar ben 'k nieuwsgierig naar....!’’ „Geen vlieg kwaad....? Kn zoo, zoo licht- veerdig praat gU? OU, die op Ulvenhout ge boren en getogen sUt? Is jou dan nie bekend, dat....?" „Wat kwam ie doen?" „HU wilde jou spreken. Ik denk veur werk, maar ik zeg oe, Dré, ge haalt dieën vent nle in huis! Enne.... enne.... hU komt...; hU ko-ko-ko-komt trug.I" Ik zee maar niks meer, amlco, want zoo Jong ik was. 'k begreep al lang: teugen zo'n vrouw zoo vol angst en afkeer viel nie te praten. Maar 's avonds, als den Dries verom kwam, dan heb ik 't toch zoo aangekleed, dat Trui er bu was. bU 't gesprek. Ik begost maar dalUk mee 'm te praten over zooveul jaren (tien, ocherme.!l) gelejen, dat le me, mee de andere jongens oppakte, naar den snoepwinkel droeg en 'n rondje tooverballen weggaf. We lachten "ns, rookte 'n sigaar en.... verduuveldi Trui schonk 'm 'nen bak koffie in! Dn kearel genoot. .Bedankt, Trulke,” aee-t-le: ,4at zal amaken! t U lang gelejen dat 'n vrouw veur mU 'n tas koffie gereed maakte.'* En z'n groote koelcn- oogen staarden wUd, wijd weg, "nen weg' van dertig jaren op. Ja, ‘t was over werk, dat le praten kwam. Ik zee: „volgende w»ek gaan we hooien. Kunt ge Maandag komen. Dries?” „Bedankt. Dré. Ja.” ..Dn Dries komt morgen,” zee Trui: „dan kan 1e den hooizolder alvast ruimen en zoo.” „Ja, Dries?" vroeg ik. „Geren, menschen!” Ja, amlco, zoo zUn die wefkes. Als se een maal omslaan, dan afUn! Tot.... op vUt meters afstand ongeveer. HU was zoo schrikkelUk groot, ziet ge! En als ge dan zoo heel dicht bjj "m stond, moest g'oewen kop zoo érg in oewen nek gooien, om den Dries te kunnen aanzien I En dan gebeurde *t wel, dat le mee twee zeuvenmUlssprongen op ons afkwam, en dat le mee éenen greep van z’n armen-als-meulen- wieken zoo kolessaal. vijf, zee Jongens tegelijk „opraapte" en ons dan twee meter van den grond lichtte. Ja, dan waren we tóch wel 'n bietje bang als we zoo dicht, zoo van vlakbij in zUn groote, glanzend’ oogen keken, diep genoeg om in te kunnen verdrinken. In die matelooee. blaauwe oogen, onder de zware, harde wenkoraauwen, die alle kanten uit plekten. Als we zoo van vlakkebU de boskes grüze haren uit s'n ooren zagen groeien. En als we zoo, teugen z'n peer- denlUf aangeklemd, zUnen lach voelde dreunen en knoenen deur ons zlelement, Ja dan. dan hadden we veur hum alleen meer, veul meer respect, dan veur meneer pastoor, den boven meester en den veldwachter bu malkaar! Wat ons veural zoo stil maakte dan: dieën tnensch lachte nooit. Nooit! Altu ging le even stroef zUnen weg. 'n Bietje gebogen. lUk lange tiepen dat veul doen, z’n „meulenwteken” op den rug, beende-n-U meestetijen, mee z’n zeu- venmUlspassen veurbU. Maar zoo gaauw als ie treden, er steeds een ononderbroken groei valt waar te nemen naar grootere vastheid en zui verder weten waarmee Ik maar zeggen wil, dat niet 1a goed te praten de houding van hen, die zich van het nieuwe afzUdlg houden, omdat het straks tech wel wéér verouderd zal zUn! Zóó is het niet: de wetenschap gaai Getuigt daarvan os. niet het feit, t these” de plaats komt Innemen van „analyse", ma.w. dat na de bestudeering der voedingsstof fen afzonderUjk, de werkeluke voeding aan de beurt komt, het complex van de voedingsstof fen, die in een bepaalde onderlinge verhouding mét elkaar het beste effect waarborgen? *t Is zeker geen wonder, dat In verband met dit gewenschte evenwicht In de voeding, van verschillende zUden de aandacht wordt geves tigd op melk en enkele van haar bUproducten. Melk levert ons een eiwitsoort, die in kwali teit 1- want er zUn nu eenmaal „kwaliteiten" van eiwit moeiiuk kan worden overtroffen. ZU levert ons dat eiwit voor lagep prijs, en ze laat ons bovendien een ruime keus om het bU verschillende maaltUden en In verschil lende gerechten smakelUk en zonder moeite te pas te brengen, hetzij als drank, hetzU als hulpmiddel bU de bereiding van pap. stamppot, soep, enz. enz. Op deze wijze kan in een voe ding, die anders zou „overslaan” naar een te groote hoeveelheid koolhydraten (zuiver calorieën-aanbrengende schaal eenvoudig weer in evenwicht worden gebracht en de hoeveelheid eiwit (weefselvor- mend stof) tot het gewenschte peil worden op gevoerd. Melk helpt ons verder aan vitaminen, spe ciaal van de „groel-bevorderende" soorten A en D. die voor kinderen zoo onmisbaar zUn. Melk is ten slotte rUk aan minerale bestand deelen, o.a. aan kalk, die weer voor het groeiende individu van zooveel belang blUkt te zUn. In melk vinden we dus era levensmiddel, dat voor een evenwichtige voeding niet genoog te waardeeron valt en dat proeven hebben dit bewezen als dagelUksche aanvulling van het verder genoten voedsel een prachtige kans biedt voor groei en „weerstandsvermogen.' Laat ik hieraan nog toevoegen, dat van kaas hetzelfde kan worden gezégd: wie dus mis schien uit een oogpunt van smaak kaas pre fereert boven melk, die richte eenvoudig zUn voeding zóó in, dat dagelUks een klein kwan tum kaas (X ons) onder de levensmidde len wordt opgenomen. Het bedrag, dat dagelijks voor deze maat regelen moet worden uitgetrokken (2*4 «Se. per persoon) zal In de meeste gevallen het budget niet Al te zwaar drukken; doet het dit helaas wél, dan zal vooral ten bate van de kinderen gestreefd moeten worden naar een ander - middel; een middel, dat waarschUnlUk best kan worden gevonden In den vorm van melkverstrekking op school Maar.... daar waren ooit boeren, waar den Drtek evenmin voldoen kost, als bU t perso neel! Want, amlco, *t klinkt gek, maar.... daar lijn „bazen", die nie houwen van 'nen knecht, waarop nooit iets te aeggen valt! Daar zUn zeuns van bazsrr ook. die nie geren veurbeeld nemen aan 'nen knecht! Daar «Un. kortom, van die „meerderen”, die dikwUls de minderen zUn, van hullle minderen! En den mindere dat kwalUk duiën. En zo*nen mindere, onder zo'nen .jneerdere” is dan wei nig te benijen. Dat alles wierd den groeten strijd van dMta monumentalen Dries, die nou eenmaal nle an ders werken kost, dén le werkte: puik, Uverig, onvermoeid en vol plichtsgevoel! Als den Dries bU mU werkte, had tk meer dan anders last mee m'n volk. Ik spreek dus uit ervaring. Zoo heeft deuzen mensch gewerkt en geleefd tot s'n tachtigste Jaarl Eenzaam, vlUtlg, ver beten. Toen ging ie. mee *a paar overgeepaarde cen ten naar t ..Huis”. Waar le vUf Jaren later, verlejen metend, stierf. Stillekes, in den slaap. Geen poeierke, geen pllleke hoefde aan hum gespendeerd te worden. Achter den wugel ging één gerij. Maar éénen mensch, die 'm eer bewees op eUnra lesten gang. Eenen ouwen „baas", die den Dries waar deerde boven al z’n andere personeel en tóch den Dries in lossen dienst moest houwen. Dries van den BultendUk. die te sterk was. om ge lukkig te zUn! i kan het dan wel eens zoo zUn, dat het een etmaal heelemaal niet Ujkt op een donkeren dag voor Kerstmis, doordat de Mn een poosje koesterend haar stralen door de kamers laat glijden, den volgenden dag komen er, in ons „heerlUke" verander- kumaat, dikke wollige vlokken uit een oer- greuwen hemel vallen en dan Mn het gebeuren, dat het licht al héél vroeg op moet. Dan is er maar één plekje, waar het veilig en goed is, dat te vlak bU de kachel met een warm kopje thee en een brok speculaas en tetwül het bulten koud en nat en vies te, voel Je je in-be- hazglUk en alle koesterende zonnestraaltjes van den vorlgen dag ten spUt, ben Je er van over tuigd, tot diep in je hart, dat dit een van de - donkere dagen voor Kerstmis te. Toch houdt dit niet alleen een gevoel van tevredenheid In, bet te ook een verwachtingsvol blU gevoel. Al zouden de (Sagen voor 8t. Nlcolaas veel don kerder zUn, dan zouden ze nóg niet <ke stem ming kunnen opwekken, die de dagen voor Kerstmis bU oos te weeg brengen. Voor St. Nlcolaas leven we in een zekere span ning, voor Kerstmis bénnen we, onbewust, alle spanning. De Kerstdagen zUn dagen van ba mming en rust, daar hangt een stille, heilige gloed om heen, die lang voor het groote Kerst gebeuren iets bü de menschen wakker roept, en dst is het verlangen naar het ondergaan van bet eeuwige wonder, het verlangen naar den Kerstnacht. Het gaat nu eenmaal zoo, dat het leven van "Sten dag druk Is en ons opeischt en we zullen om er niet altUd van bewust aUn, maar het ver langen te er en bü velen esi overal, In oe dorpen o en m de steden en niet alleen in ons land, maar in de meeste landen. En dan te er nog Iets, wat bü Kerstmis hoort, even vanzelfsprekend als de kribbe en de Kerst boom er bü hooren, dat Is een „Thuis". Geluk kige menschen zün zU, die dat bezitten en even gelukkige menschen zün zü, die een tehuis aan kunnjg bieden In die dagen. r Wat al niet een gedachten koeren zich nu naar het ouderlUk huis, naar familie, naar vrienden, waar het Kerstfeest gevierd wordt. Daar zün de pensionaten, de kostscholen, daar wordt geblokt op t oogenbllk, repetities en nog eer» repetities, er vallen onvoldoenden, óie soms geïncsMeerd worden met onverschilligheid, maar meestal met een beklemd gemoed bü de ge dachte aan het aanstaand rapport en ze zuch ten diep over het zware lot van een scholier. Maar er vallen ook voldoenden en dat geeft den burger weer moed en dan rüst het peil van zün stemming naar meer hoopvolle regionen, tot het weer eens een beetje zakt en wéér eens stijgt, zoo is het leven van den scholier In de donkere dagen voor Kerstmis. En toen als het werk *s avonds te afgeloopen en ze praten sa- men nog wat na In de recreatie-zaal. dan zün site voldoenden en onvoldoenden op een gegeven moment uit hun gedachten gebannen, want dan is het onderwerp: Kerstvacantie aan de beurt gekomen. Kerstmis, dan gaan ze naar huls, naar familie, met schoolvrienden meeaten ko men ze weer terug In de intimiteit van WR huis gezin, om het Heilig Kerstfeest te vlererf En ze komen tot rust, even tot inkeer in defc kleinen kring van goede bekenden..,, en als ze terug gaan naar school en het leven met zijn dagelijks terugkeerende plichten weer begonnen te, weten ze, dat ze niet voor niets naar huls en naar Kerstmis hebben verlangd. Zoo gaat het ook met de verpleegsters in de ziekenhuizen, in sanatoria, in klnderinrichUn- gen. Daar worden heele berekeningen op touw gezet om „thuis" te zün met Kerstmis. Er zün dagen voor opgespaard, speciale diensten voor aangevraagd, er zün dagen omgeruild, alles om het Kerstfeest te kunnen vieren op de plaats, die het dierbaarste le: In een kleinen, huwelijken kring. En het te soo, dat de gelukkigen, die ge- Als ik ouwer werd, dan Is me era en ander iets duidelüker geworden. Dan hoorde-n-lk dat ie nle altu alleen was geweest, In z’n huis ke. Maar dat s’n vrouw was weggeloopra. na dat den Dries, die zoo angstig sterk was, 'nen kearel in z'n huiske had neergeslagen en toen óen weg opgegooid als 'nen vod. D'n vent was er nie meer bovenop gekomen, den Dries was gehaald en enkele jaren had z'n huiska leeggestaan. zich mei ons. kinder., bemoeide, dra begoot - - - vinunera en na ane jaren Kwam den Dries verom. Grijs ai stroef.- - „De rechters waren veul mee 'm begaan," wierd me verteld en zoodoende was le zoo .Jicht" gestraft. Maar ’t heele dorp trok s’n eigen ’n bietje angstig terug, van deuzen witten reus, die olerker was, dan 'n peerd. HU droeg dat jacket op sijn naakte body het was met touwtjes dlchtgesnoerd. wat ifem bepaald flatteerde. Verder bestond sün kleedlng uit era smalle strook Inlandsch weefsel, die om sün lendenen gegord, tusschen da beenen doorgehaald en van achteren bevestigd, als pantalon dienst deed, aoodat zün magere beenen zielig en als een paar steltéh te voonchün kwamen. Als hoofddeksel droeg onze gastheer een af gedragen controleurspet met een goudgalonnen band, waarop era rond scheerspiegeltje was bevestigd en waaronder sün ongekamde haren in bosjes te voorsehün kwamen. Direct na de offlcteele begroeting werden wü ultgenoodlgd ara het welzijn der bevolking een drenk te wijden. Voor dit doel was era flink aantal groote aarden vaten, gevuld met toewak dndlschen palmwijn) langs de wanden van het hute neer gezet. Deae geliefde drank, die een kleur bad als verdunde melk en dien wü door middel van era rietje opeggen, smaakte ongeveer als era meng sel van rlnsch klapperwater, waarin opgeloet Zwitserache kaas en bruine suiker, aoodat de drank bü ons al direct na t gebruik, t gevoel van era hevlgen aanval vra zeesiekte ver wekte. Om ons een genoegen te doen, werden er eenlge oorlogsdansen ten beste gegeven, welke door helsch lawaai van gongs en tamtams en snerpend. oorverscheurend geschetter der trompetten werden behield. Dit alles w«M nog overstemd door bot ge schreeuw der opgewonden menigte. Kort na aankomst van een paar opperhoof den uit de naburige kampongs wak de waan zin op zün hevigst los. De dansers met hun bloedroods monden veroorzaakt door bet kauwen van de bételnoot stootten verwoede kreten uit, terwül hun oogen met ongewonen glans schitterden en het zweet hun langs bet lichaam gutste. De bewegingen ra kroten werden steeds he viger. Als wervelwinden stoven zü. al schermen de met de blanke vlümscherpe wapens door el kaar. tot er, op era toeken vra bet kampong hoofd, door alle verzamelden een afschuwelüke én fel doordringende oorlogskreet werd ultge- stootéh, waarop het tumult oogenblikkelük ver stomde. Een doodache stilte trad in. Enkele lieden die door overspanning in el kaar waren gezakt, werden weggedragen en die naar adem snakten, waren denkbaar er een eind aan dit spel was gekomen. Intusschen waren de gerechten voor het feestmaal reeds opgedragen en op langwerpige rotanmatten op den grond gep^atst. Hieraan zetten zich de deelnemers, waarvan het grootste deel zün eigen zitmatje had mee' gebracht. Ook wü namen plaats, ofschoon de büge^ rechten ons. al op het oog, niet erg konden be-’ koren. Onverdeeld genieten deden wü nu be slist niet, daar visch en vleesch door deae stammen bü voorkeur in half bedorven toe stand worden verorberd ra de eieren swart van ouderdom zUn. Gebraden vogels, half geplukt met de dar men erbü) en malache vette ratten werden eenvoudig In stukken gescheurd en gulzig naar binnen gewerkt. BU al dit heerlUks kwam tenslotte de doe rian. een vrucht welker geur een onlngewüde overhaast de vlucht dost nemen, In de ver beelding dat er ergens In de buurt een beerput gebarsten la e En toch, als men zijn tegenzin heeft over wonnen en men deze vrucht eenmaal geproefd heeft, wordt men meestal van dat oogenbllk af aan hartetochteiljk doerian-eter. Toen wü dien avond huiswaarts keerden, hadden wü het vreemde gevoel alsof alles, wat wü In de afgeloopen uren hadden aanschouwd, niet werkelük was geschied. Kn nu nog, als Ik er weer aan donk, komt het mU alles aser onweaenlük voor. En toch weet ik zeker, dat ik dit alles me» eigen oogen heb aanschouwd. r Ml zoo la den Dries veul op onzen hot go» If* r;..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 21