T;
Dries van den Buitendijk
9
1
5
1
De donkere dag
voor Kerstmis
ERTELLINGEN van
SIBOTAK
3Ü3C&
Hij was te sterk, om
gelukkig te zijn!
ONZE DACELIJKSCHE
VOEDING
>1
‘S
H
2t
N
BRABANTSCHE BRIEVEN
Ben-
nnin
r
-
in deze dagen voor Kerstmis moge bovenstaande afbeelding (naar het bekende schilderij van Hie
ronymus Botch) one herinneren aan het heilige gebeuren, dal ieder laar op 25 December met kerke-
lifken luister herdacht wordt
i
In verband met nieuwe v^dingtleer-
begrippen door Martine Wittop
Koning
KAASTRUFFELS
I
WO*.
voedingsstof)
de
Amico,
gewetensvoller
In
Witten
den
t
«nd
nkK
ittag
it vooruit,
dat «syn-
mist kunnen worden op die dagen, In Kilte be
nijd worden door de achterblüfstere. Voor de
patiënten geldt betaeUde, verlangen ze niet al-
K K V.
DRA
I. 5»
nde-
D’n tijd kwam, da 'k aan *t hoofd van onzen
baf kwam staan; mee m'n ïkulke.
die
groote
I tot
tte
VW-
rbro-
soou.
huk
belde
'drt
Mten
tellen
mijn
er ie
ito.
».fl.
n
«den
be
bat-
T
wm
Ptaa
«Ml
«te-
in t
out-
am-
n on
JMtn
loop
MM
brie-
tem-
i
i
i
tagt-
s»
lotaa
and.
liba-
Mow
115
in 1
een
bijna
stu
itend
lootd
naad
-
kV- I
M
-110.
U1M
poob
Mal-
ouet
■on
Brtl-
lt
-05.
kben
W
»wn
•Ua
iK
rt-
zijnen stroeven („deftlgen", vonden wij) kop
te lachen en dan kwam daar zo'n groote ver
andering op dat gezicht, dat wjj 1 nle begre
pen en 'n bietje stom en angstig er naar keken.
Pietje Buykerbuyk beweerde: „d’n Dries lijkt
sprekend op Onzenlievenheer”.
Kulleke Orijseels zee- „ge lieget, hjj trekt op
Simon den Kruisdrager I”
En Ik lachte hullle allebei uit, want
Dries was grijs! Dus! Afijn.
HU ging dan mee ons naar binnen, lee 1
voor Kerstmis gezond en wol thuis te kunnen
*Un? Het sou natuurlijk wel héél moot moeten
verloopen, dat wéten es, maar diep in hun hart
hopen ae het toch allemaal, add zijn de donkere
dagen voor Kerstmis in de Inrichtingen.
En eigenlijk is het overal zoo, btf alle mra-
schen, waar es ook sijn. Dat is het wat lang
voor Kerstmis den dagen een bijzondere betee-
kenls geeft: het verlangen.
om precies dezelfde redenen sün te Kerst
dagen voor de huisvrouw van zoo veel beteeke-
nls, want dan wordt er oneindig veel van heer
verwacht en dan heeft ze ook oneindig veel te
geven. Niet het minst op haar rusten veel zor
gen, om de dagen te doen worden, wat ervan
verwacht wordt.
En het is dan ook geen wonder, dat na de
Nachtmis, als men elkaar wederkeerlg oen op
recht „Zalig Kerstmis" toewenscht, dankbare
blikken gaan naar moeder, die nog meer dan
anders het middelpunt van het huisgezin vormt.
MARYK
„pak kinders” op de toonbank, na eerst mee zijn
tanden 'nen baalzak rijst van die toonbank te
hebben opzijgezet en dan zee-t-ie: „zoeken
jullie nou allemaal maar 'ns wat lekkers uit!"
Als we dan uitgezocht hadden, uit dc nistels
van drop, splnnekoppen van drulvensuiker,
zuurballen, tooverballekes, „onderstedoos" (al-
derhande snoepafval deur malkaar I) suikeren
brillen en „steentjes” (suikeren grint), dan
moesten we nog Iets uitzoeken veur ons broers
of zuskes en dan dan smeerden wü 'm den
weg op, zonder den Dries te bedanken. Maar
dan beurden wü ‘m uit de verte lachen en dat
klonk, zoo wijd weg, dan luk klokkend water.
Thuis wierd weinig over den Dnes gespro
ken. Dat wil zeggen, als wjj, kinders, or bü
waren, tenminste!
Als we dan' thuiskwamen, mee 't snoepgoed,
en 't verhaal over den sterken Dries, die „zoo
maar", mee z'n armen vol jong, ’nen bcal rijst
opzjj "hte mee s'n tanden, dan keken vader
en moeder malkaar ’ns aan. Vader schudde
zijnen kop, moeder keek 'n bietje treurig, docht
me en.... dat viel me veul op: nooit, wierd
me gevraagd, zoo als altjj In andere soortge
lijke gevallen dat ge Hs wat gekregen iiad; „ge
heot dleën mensch toch netjes en vriéndelijk
bedankt? Pas op, als Ik ooit hoor, dat ge nle
beleefd ajjt geweest, horre!"
Nooit wierd me zooiets geaeed, als ik iets van
Dries van den Buitendijk had gekregen. Wat
me nóg vriendelijker stemde veur den Dries....
Want meestalnouja, hoe zijn kinders?
Net jonge honden! Ze slobberen den vetten
hap op en huppelen weg!
Als ik 'nen keer thuis kwam, mee den groen-
tenwagel, zat m'n wefke in 't wee.-garen, (Ze
was pas een-en-twintig, amlco, m'n toeteloe-
riske!)
„Zeg, Dré, dleën schrikkelijken vent is hier
komen af zetten, dieën grijzen Dries! Van den
middag. Hjj is ten goeie weg. Ik riljen ik beef!
'k Ben gaar van streek. Br rit Hjj kost sjuust
onder de deur. En 'n oogen, ‘n oogen staan er
in dieën vent s’nen kop.Tr Zie se allemaal
nog veur me! t Wit is rood
kassen zijn zoo groot en zoo
vuist; deer! En hij ziet oe aan,
9* A
By de veule zwakkelingen op deuse weareld
la Dries v. d. Buitendijk wel 'n uitzondering.
Maar, amdeo, daar zijn toch meer van deuae
tiepen. dan ge denkt! Daar wordt weinig van
gesproken. Wiedes. De zwakkelingen spreken nle
geren van „den Dries", in huillen kring. Kn éls
ze van 'm spreken, dan is t over dat ongeluk,
dan is t dat ie „gezeten” heeft. „Heer, ik dank
u, dat ik niet ben als hij.” Weet ge wel. amlco?
Da's 1 verhaal van Dries van den Buitendijk,
die nou. mee zijnen paternoster bü m, daar in
z'n gemeniede kist ligt, in 'n graf, dat niemand
weet aan te wijzen. Waar Ik *m gebracht heb
op *nen vroegen, donkeren Novembermorgen,
toen den hagel op de kist kletterde. Da s t ver
haal van deuzen tlep dan.
Veul groeten van Trui en als alt(j geen
haarke minder van oewen
-j-^y e maand December brengt ons weer aller.
1 lel versnaperingen. In de etalages zijn
groote hoeveelheden suikergoed, choco
ladewerk. marsepein, banket en speculaas uit
gestald. Maar zou het niet prettig zijn om al
die zoete lekkernijen sens af te wisselen met
Iets hartigs?
Om te beginnen kunnen we kleine beschuitjes
of zoute crackertjes besmeren met een mengsel
van geraspte kaas en boter, met wat peper,
zout en fijngehakte peterselie of selderij erdoor.
Deze zelfde „kaasboter” smaakt aeer goed tua-
schen dunne sneetjes zwart roggebrood. Hiervan
leggen we bijv, vjjf op elkaar met telkens een
vrij dikke laag kaasboter er tusschen. Dan snij
den we deze broodjes vertikaal door.
Een variatie hierop vormen de kaastruffels,
waarvan we bet recept laten volgen:
100 gram (1 ons) zwart roggebrood.
200 gram (2 ons) oude kaas
60 gram boter (3 af gestreken eetlepels).
wat peper en wat zout
Maal het roggebrood en de kaas met een
vlesohmolentje of niet te kleinen aardappel-
molen. Houd een paar lepels kaas apart. Ver
meng de kaas, het roggebrood en de boter met
elkaar en maak de massa op smaak af met
peper en «out. Maak er balletjes van en rol
deze door de achtergehouden geraspte kaas.
komen. *k Had in die dagen meer volk noodlg
dan teugenwoordlg ook in t boerenbedrijf
concurreerde de machine den mensch naar den
steun en in drukke tijen, allee, dan kwam
't op éénen arbeler méér nie aan. (Wel op
eenen minder).
D'n Dries was nou vijfenveertig jaren om
trent. Als ie in t hooiland stond, ‘t boezerodh
los, daarboven 'nen nek als 'nen pileer,
die 'nen kop droeg, wijs als van tachtig Jaren
levenservaring, scherp en bruin als gegoten uit
brons, waarlangs 'nen golf van witte manen
viel als den reus daar dan z'n zeis mee
breeje, regelmatige, als machinale slagen deur
t gewas sloeg, dan stond daar *n levend ge
worden standbeeld, amlco, waar g'oew oogen
uitkeek. De mouwen omhoog gestroopt en weer
was 't gebeeldhouwd en gegoten brans wat ge
aan armen zag, die mee den regelmaat van
stalen machlnestanjen den knuppel van de zeis
deur den broeiheeten dag sloegen, van 's mor
gens vier tot avonds negen uren.
Niemand sprak teugen 'm. En hij, hjj dee
geen oogenbllk moeite om anderen te Ikten
spreken. Hjj ging zijnen eenzamen, zwanen
gang en lachte wel 'ns teugen kinderen. Ook
kost ie *n peerd staan aankijken. op den schoeft
kloppen en veurzlchtig streelen, maar verder
gingen rn vriendelijkheden nle.
t Volk haatte 'm.
Nle omdat ie 'ns gezeten” had. Ieder, den
lompsten kever zelfs, weet genoeg: 't is nie
goed te praten, maar te zwijgen, sterk te zijn
en In drift 'n ongeluk te begaan!
Neeö da was 't nle!
jet mijn wonderlijkste herinneringen be
hoort het bezoek, dat w# eens gebracht
hebben aan een „volksfeest” in de Ha
nenlanden van Borneo.
De plechtigheid vond plaats in era op patra
gebouwde woning van reusachtige afmetingen.
Een schuin geplaatste boomstam van inke
pingen voorzien, gut toegang tot het platform,
waar het kamponghoofd pangeran Alle ons
onder veel strijkages hartelijk verwelkomde.
Om nu eens recht chic en Indrukwekkend
voor den dag te komen, had onze Prins (jawel
hij was van adel), zich in sijn beste galaballen
gestoken.
HU geurde niet weinig met HJn. Jammer ge
noeg. veel te nauw, verkleurd rood Jacket met
y-K e voedingsleer, sedert zij eêh goede halve
1 eeuw geleden tot wetenschap werd, heeft
heel wat stokpaardjes bereden en....
ook weer op stal gezet.
Eigenlijk spreekt dat vanzelf.
Wanneer omtrent de een of andere voe
dingsstof de onderzoekingen wijzen op zeer be
langrijke uitkomsten, dan staat natuurlijk die
voedingsstof gedurende korteren of langeren
tijd In het brandpunt der belangstelling, en
vanuit bet laboratorium dringen spoedig de
verkregen inzichten door in leekenkringent im
mers, de voeding is een kwestie, die ons allen
persoonlijk aangaat, en we nemen dus In ons
eigen belang graag kennis van. nieuwe Ideeën
en adviezen, die de wetenschap ons In verband
met onze gezondheid meent te moeten geven.
Tot na verloop van eenigen tüd de voedings
leer, tengevolge van verdere studies en onder
zoekingen het licht laat vallen op weer een
ander punt, dat dan op zjjn beurt de aan
dacht van het publiek zal vragen.
En zóó toch steeds groetende naar meer
dere vastheid stapelen de gegevens zich op,
totdat uit de vele tijdelijk op den voorgrond
getreden Inzichten ten slotte een evenwich
tige beoordeellng van alle factoren zich begint
te vormen. Zoo ligt b.v. reeds achter ons de
tjjd van de „eiwitvergoding", waarin speciaal
het vleesch als het ééne noodlge werd aanbe
volen: dit stokpaardje berijden we niet meer,
maar.... wél blijven we binnen het kader van
dé verdere elschen der voeding de voedingsstof
eiwit als belangrijk erkennen.
Vrijwel overwonnen Is ook het standpunt, dat
op „calorieën" eigenlijk alles zou aankomen,
dat de voeding slecht zou moeten steunen op
berekeningen over de energie-waarde der voe
dingsstoffen: maar.... niemand zal Intusschen
tegenspreken, dat die „verbrandingswaarde”
naast andere belangen toch wel degelijk een
onmlsbaren factor vormt bjj de samenstelling
van een doelmatige voeding.
De tegenwoordige wetenschap begint te
waarschuwen tegen een overdreven schermen
met „vitaminenwaarde", maar..,, ae blijft er
aan hechten, dat toch zeker in de voedselkeuze
met deze zg. bijkomstige stoffen rekening
wordt gehouden.
Ook de „zouten" worden niet beschouwd als
de spil, waarom het geheele voedingsprobleem
kou draaien; maar.... de wetenschap erkent
daarbij zeer zeker, dat vén een Juiste voorzie
ning van minerale bestanddeelen véél afhangt.
En wie zal zeggen, dat hiermee het laatste
woord gesproken en het laatste voedlngsleer-
vóorbeeld genoemd is?
Merkwaardig is het alleen, dat welke nieuwe
begrippen ook voor de vroegere in de plaats
Weer *ns *nen riep!
Da’s lang gelejen,
zult ge denken. Al
lee, da’s veul waar.
Maar in t leven is
veul te verhapstukken, dat ge nle altu
«lAt kunt doen, wat ge geren zou doen.
Maar deuze week dan weer 'ns 'nen tlep
toegevoegd aan den groetenden optocht van
Hepen en tiepekens, die dl deur m'n brieven
déflleerde.
D’n Dries.
Dries van den Buitendijk.
HU is verlejen maand gestorven en telkens
ik aan 'm denk, dan zie *k 'm daar, mee
«Un lange, witte haren langs den stroeven.
edelen kop. liggen in rn gemeniede doodkist,
waaraan geen andere versiering was, dan *n
zwart krulske op den oranjen deksel.
Want hjj was arm, veul arm den Dries. Ar
mer, dan ie eigens wlst....l Niks, niks heeft
nagelaten, dan zUnen ijzeren bril. Z’n kleeren
waren van 1 Huis, In de stad. En z’nen pater
noster heeft te meegenomen in 't graf.
Ik heb ‘m altjj gekend, m’n heele leven. En
WM altjj ,flud”. Veul oud. Dat zat 'm in
*n grijze haren!
Ook was ie kolossaal groot. D’n grootste wek
••n heel ons dorp. En sterk, sterk Ujk
Peerd! Misschien nog sterker.
Want den wage’, te zwaar veur ’n peerd,
«et d’n Dries uit den modder tillen en op
**ng brengen.
W|j kinders, wj, waren *n bietje bang veur
van den Buitendijk. Of bang? Bang is t
woord nie. Want den Dries hield van ons!
Dlkwuis. ais wu op den weg aan t speulen
Car*1' Hat d'n Dries ons floot! HU stond dan
rA*m v«» den snoepwinkel. Rap. zoo rap
kosten loopep, spoedden we dan naar 'm toe.
Maar den Dries Ja hoe zal k 't zeggen?
HU was te.... te sterk in eiken sin, in elke
beteekenis!
HU kost langer werken, dan wie ook?
HU kost beter werken, dan wie ook?
HU was Uveriger, dan wie ook?
Punctueeler, sjecuurdéf.
zUnen arbeid, allee, ge verstaat!
HU dee z’nen arbeid goed, beter dan teder
ander en.... hu ging sünen eigen, eenzamen
gang. HU moeide zich mee 'n ander nle. Had
grenen raad noodlg I Geen hulp noodlg. HU
werkte en werkte veul en goed!
Praat ging langs z'n kouwe kleeren.
*n Opmerking van den baas nam ie ter harte.
Zee: Jawel" en doe t zoo, als dra baas m
vroeg.
Achter z'n huiske had te nog 'n lapke bouw
grond. Dat bebouwde-n-le veur z’n eigen „huis
houwen.” Dus dra boer had aan hum geen
bedeleer, geenen kearel, die nou eeuwig en altii
van alles gebruiken kost en.... dus nie zoo sje-
cuur te vertrouwen Is.
deurloopen. Dc
dik als m'nen
z, ate. als H
peerd, als 'n koel, a-a-a-als 'n beest oe aansiet.
Sjuust zoo.... zoo-zoo.... seerjeus, zoo tries
tig, dunkt mei"
„Och, schei uit wefke, dleën mensch doet
geen vlieg kwaad 1 Wat kwam le doen, daar
ben 'k nieuwsgierig naar....!’’
„Geen vlieg kwaad....? Kn zoo, zoo licht-
veerdig praat gU? OU, die op Ulvenhout ge
boren en getogen sUt? Is jou dan nie bekend,
dat....?"
„Wat kwam ie doen?"
„HU wilde jou spreken. Ik denk veur werk,
maar ik zeg oe, Dré, ge haalt dieën vent nle
in huis! Enne.... enne.... hU komt...; hU
ko-ko-ko-komt trug.I"
Ik zee maar niks meer, amlco, want zoo Jong
ik was. 'k begreep al lang: teugen zo'n vrouw
zoo vol angst en afkeer viel nie te praten.
Maar 's avonds, als den Dries verom kwam,
dan heb ik 't toch zoo aangekleed, dat Trui er
bu was. bU 't gesprek.
Ik begost maar dalUk mee 'm te praten over
zooveul jaren (tien, ocherme.!l) gelejen,
dat le me, mee de andere jongens oppakte,
naar den snoepwinkel droeg en 'n rondje
tooverballen weggaf. We lachten "ns, rookte 'n
sigaar en.... verduuveldi Trui schonk 'm
'nen bak koffie in!
Dn kearel genoot.
.Bedankt, Trulke,” aee-t-le: ,4at zal amaken!
t U lang gelejen dat 'n vrouw veur mU 'n tas
koffie gereed maakte.'* En z'n groote koelcn-
oogen staarden wUd, wijd weg, "nen weg' van
dertig jaren op. Ja, ‘t was over werk, dat le
praten kwam. Ik zee: „volgende w»ek gaan we
hooien. Kunt ge Maandag komen. Dries?”
„Bedankt. Dré. Ja.”
..Dn Dries komt morgen,” zee Trui: „dan kan
1e den hooizolder alvast ruimen en zoo.”
„Ja, Dries?" vroeg ik.
„Geren, menschen!”
Ja, amlco, zoo zUn die wefkes. Als se een
maal omslaan, dan afUn!
Tot.... op vUt meters afstand ongeveer. HU
was zoo schrikkelUk groot, ziet ge! En als ge
dan zoo heel dicht bjj "m stond, moest g'oewen
kop zoo érg in oewen nek gooien, om den Dries
te kunnen aanzien I
En dan gebeurde *t wel, dat le mee twee
zeuvenmUlssprongen op ons afkwam, en dat le
mee éenen greep van z’n armen-als-meulen-
wieken zoo kolessaal. vijf, zee Jongens tegelijk
„opraapte" en ons dan twee meter van den
grond lichtte.
Ja, dan waren we tóch wel 'n bietje bang
als we zoo dicht, zoo van vlakbij in zUn groote,
glanzend’ oogen keken, diep genoeg om in te
kunnen verdrinken. In die matelooee. blaauwe
oogen, onder de zware, harde wenkoraauwen,
die alle kanten uit plekten. Als we zoo van
vlakkebU de boskes grüze haren uit s'n ooren
zagen groeien. En als we zoo, teugen z'n peer-
denlUf aangeklemd, zUnen lach voelde dreunen
en knoenen deur ons zlelement, Ja dan. dan
hadden we veur hum alleen meer, veul meer
respect, dan veur meneer pastoor, den boven
meester en den veldwachter bu malkaar!
Wat ons veural zoo stil maakte dan: dieën
tnensch lachte nooit. Nooit! Altu ging le even
stroef zUnen weg. 'n Bietje gebogen. lUk lange
tiepen dat veul doen, z’n „meulenwteken” op
den rug, beende-n-U meestetijen, mee z’n zeu-
venmUlspassen veurbU. Maar zoo gaauw als ie
treden, er steeds een ononderbroken groei valt
waar te nemen naar grootere vastheid en zui
verder weten waarmee Ik maar zeggen wil,
dat niet 1a goed te praten de houding van hen,
die zich van het nieuwe afzUdlg houden, omdat
het straks tech wel wéér verouderd zal zUn!
Zóó is het niet: de wetenschap gaai
Getuigt daarvan os. niet het feit, t
these” de plaats komt Innemen van „analyse",
ma.w. dat na de bestudeering der voedingsstof
fen afzonderUjk, de werkeluke voeding aan de
beurt komt, het complex van de voedingsstof
fen, die in een bepaalde onderlinge verhouding
mét elkaar het beste effect waarborgen?
*t Is zeker geen wonder, dat In verband met
dit gewenschte evenwicht In de voeding, van
verschillende zUden de aandacht wordt geves
tigd op melk en enkele van haar bUproducten.
Melk levert ons een eiwitsoort, die in kwali
teit 1- want er zUn nu eenmaal „kwaliteiten"
van eiwit moeiiuk kan worden overtroffen.
ZU levert ons dat eiwit voor lagep prijs, en
ze laat ons bovendien een ruime keus om het
bU verschillende maaltUden en In verschil
lende gerechten smakelUk en zonder moeite te
pas te brengen, hetzij als drank, hetzU als
hulpmiddel bU de bereiding van pap. stamppot,
soep, enz. enz. Op deze wijze kan in een voe
ding, die anders zou „overslaan” naar een
te groote hoeveelheid koolhydraten (zuiver
calorieën-aanbrengende
schaal eenvoudig weer in evenwicht worden
gebracht en de hoeveelheid eiwit (weefselvor-
mend stof) tot het gewenschte peil worden op
gevoerd.
Melk helpt ons verder aan vitaminen, spe
ciaal van de „groel-bevorderende" soorten A
en D. die voor kinderen zoo onmisbaar zUn.
Melk is ten slotte rUk aan minerale bestand
deelen, o.a. aan kalk, die weer voor het
groeiende individu van zooveel belang blUkt
te zUn.
In melk vinden we dus era levensmiddel,
dat voor een evenwichtige voeding niet genoog
te waardeeron valt en dat proeven hebben
dit bewezen als dagelUksche aanvulling van
het verder genoten voedsel een prachtige kans
biedt voor groei en „weerstandsvermogen.'
Laat ik hieraan nog toevoegen, dat van kaas
hetzelfde kan worden gezégd: wie dus mis
schien uit een oogpunt van smaak kaas pre
fereert boven melk, die richte eenvoudig zUn
voeding zóó in, dat dagelUks een klein kwan
tum kaas (X ons) onder de levensmidde
len wordt opgenomen.
Het bedrag, dat dagelijks voor deze maat
regelen moet worden uitgetrokken (2*4 «Se.
per persoon) zal In de meeste gevallen het
budget niet Al te zwaar drukken; doet het dit
helaas wél, dan zal vooral ten bate van de
kinderen gestreefd moeten worden naar een
ander - middel; een middel, dat waarschUnlUk
best kan worden gevonden In den vorm van
melkverstrekking op school
Maar.... daar waren ooit boeren, waar den
Drtek evenmin voldoen kost, als bU t perso
neel!
Want, amlco, *t klinkt gek, maar.... daar
lijn „bazen", die nie houwen van 'nen knecht,
waarop nooit iets te aeggen valt!
Daar zUn zeuns van bazsrr ook. die nie geren
veurbeeld nemen aan 'nen knecht!
Daar «Un. kortom, van die „meerderen”, die
dikwUls de minderen zUn, van hullle minderen!
En den mindere dat kwalUk duiën. En zo*nen
mindere, onder zo'nen .jneerdere” is dan wei
nig te benijen.
Dat alles wierd den groeten strijd van dMta
monumentalen Dries, die nou eenmaal nle an
ders werken kost, dén le werkte: puik, Uverig,
onvermoeid en vol plichtsgevoel!
Als den Dries bU mU werkte, had tk meer
dan anders last mee m'n volk. Ik spreek dus
uit ervaring.
Zoo heeft deuzen mensch gewerkt en geleefd
tot s'n tachtigste Jaarl Eenzaam, vlUtlg, ver
beten.
Toen ging ie. mee *a paar overgeepaarde cen
ten naar t ..Huis”.
Waar le vUf Jaren later, verlejen metend,
stierf. Stillekes, in den slaap. Geen poeierke,
geen pllleke hoefde aan hum gespendeerd te
worden.
Achter den wugel ging één gerij. Maar éénen
mensch, die 'm eer bewees op eUnra lesten
gang. Eenen ouwen „baas", die den Dries waar
deerde boven al z’n andere personeel en tóch
den Dries in lossen dienst moest houwen. Dries
van den BultendUk. die te sterk was. om ge
lukkig te zUn!
i kan het dan wel eens zoo zUn, dat het
een etmaal heelemaal niet Ujkt op een
donkeren dag voor Kerstmis, doordat de
Mn een poosje koesterend haar stralen door de
kamers laat glijden, den volgenden dag
komen er, in ons „heerlUke" verander-
kumaat, dikke wollige vlokken uit een oer-
greuwen hemel vallen en dan Mn het
gebeuren, dat het licht al héél vroeg op moet.
Dan is er maar één plekje, waar het veilig en
goed is, dat te vlak bU de kachel met een warm
kopje thee en een brok speculaas en tetwül het
bulten koud en nat en vies te, voel Je je in-be-
hazglUk en alle koesterende zonnestraaltjes van
den vorlgen dag ten spUt, ben Je er van over
tuigd, tot diep in je hart, dat dit een van de
- donkere dagen voor Kerstmis te. Toch houdt
dit niet alleen een gevoel van tevredenheid In,
bet te ook een verwachtingsvol blU gevoel.
Al zouden de (Sagen voor 8t. Nlcolaas veel don
kerder zUn, dan zouden ze nóg niet <ke stem
ming kunnen opwekken, die de dagen voor
Kerstmis bU oos te weeg brengen.
Voor St. Nlcolaas leven we in een zekere span
ning, voor Kerstmis bénnen we, onbewust, alle
spanning. De Kerstdagen zUn dagen van ba
mming en rust, daar hangt een stille, heilige
gloed om heen, die lang voor het groote Kerst
gebeuren iets bü de menschen wakker roept, en
dst is het verlangen naar het ondergaan van
bet eeuwige wonder, het verlangen naar den
Kerstnacht.
Het gaat nu eenmaal zoo, dat het leven van
"Sten dag druk Is en ons opeischt en we zullen
om er niet altUd van bewust aUn, maar het ver
langen te er en bü velen esi overal, In oe dorpen o
en m de steden en niet alleen in ons land, maar
in de meeste landen.
En dan te er nog Iets, wat bü Kerstmis hoort,
even vanzelfsprekend als de kribbe en de Kerst
boom er bü hooren, dat Is een „Thuis". Geluk
kige menschen zün zU, die dat bezitten en even
gelukkige menschen zün zü, die een tehuis aan
kunnjg bieden In die dagen. r
Wat al niet een gedachten koeren zich nu
naar het ouderlUk huis, naar familie, naar
vrienden, waar het Kerstfeest gevierd wordt.
Daar zün de pensionaten, de kostscholen, daar
wordt geblokt op t oogenbllk, repetities en nog
eer» repetities, er vallen onvoldoenden, óie soms
geïncsMeerd worden met onverschilligheid, maar
meestal met een beklemd gemoed bü de ge
dachte aan het aanstaand rapport en ze zuch
ten diep over het zware lot van een scholier.
Maar er vallen ook voldoenden en dat geeft den
burger weer moed en dan rüst het peil van zün
stemming naar meer hoopvolle regionen, tot
het weer eens een beetje zakt en wéér eens
stijgt, zoo is het leven van den scholier In de
donkere dagen voor Kerstmis. En toen als het
werk *s avonds te afgeloopen en ze praten sa-
men nog wat na In de recreatie-zaal. dan zün
site voldoenden en onvoldoenden op een gegeven
moment uit hun gedachten gebannen, want dan
is het onderwerp: Kerstvacantie aan de beurt
gekomen. Kerstmis, dan gaan ze naar huls,
naar familie, met schoolvrienden meeaten ko
men ze weer terug In de intimiteit van WR huis
gezin, om het Heilig Kerstfeest te vlererf En ze
komen tot rust, even tot inkeer in defc kleinen
kring van goede bekenden..,, en als ze terug
gaan naar school en het leven met zijn dagelijks
terugkeerende plichten weer begonnen te, weten
ze, dat ze niet voor niets naar huls en naar
Kerstmis hebben verlangd.
Zoo gaat het ook met de verpleegsters in de
ziekenhuizen, in sanatoria, in klnderinrichUn-
gen. Daar worden heele berekeningen op touw
gezet om „thuis" te zün met Kerstmis. Er zün
dagen voor opgespaard, speciale diensten voor
aangevraagd, er zün dagen omgeruild, alles om
het Kerstfeest te kunnen vieren op de plaats,
die het dierbaarste le: In een kleinen, huwelijken
kring. En het te soo, dat de gelukkigen, die ge-
Als ik ouwer werd, dan Is me era en ander
iets duidelüker geworden. Dan hoorde-n-lk
dat ie nle altu alleen was geweest, In z’n huis
ke. Maar dat s’n vrouw was weggeloopra. na
dat den Dries, die zoo angstig sterk was, 'nen
kearel in z'n huiske had neergeslagen en toen
óen weg opgegooid als 'nen vod.
D'n vent was er nie meer bovenop gekomen,
den Dries was gehaald en enkele jaren had z'n
huiska leeggestaan.
zich mei ons. kinder., bemoeide, dra begoot
- - - vinunera en na ane jaren Kwam den Dries
verom. Grijs ai stroef.- -
„De rechters waren veul mee 'm begaan,"
wierd me verteld en zoodoende was le zoo
.Jicht" gestraft.
Maar ’t heele dorp trok s’n eigen ’n bietje
angstig terug, van deuzen witten reus, die
olerker was, dan 'n peerd.
HU droeg dat jacket op sijn naakte body
het was met touwtjes dlchtgesnoerd. wat ifem
bepaald flatteerde.
Verder bestond sün kleedlng uit era smalle
strook Inlandsch weefsel, die om sün lendenen
gegord, tusschen da beenen doorgehaald en van
achteren bevestigd, als pantalon dienst deed,
aoodat zün magere beenen zielig en als een
paar steltéh te voonchün kwamen.
Als hoofddeksel droeg onze gastheer een af
gedragen controleurspet met een goudgalonnen
band, waarop era rond scheerspiegeltje was
bevestigd en waaronder sün ongekamde haren
in bosjes te voorsehün kwamen.
Direct na de offlcteele begroeting werden wü
ultgenoodlgd ara het welzijn der bevolking een
drenk te wijden.
Voor dit doel was era flink aantal groote
aarden vaten, gevuld met toewak dndlschen
palmwijn) langs de wanden van het hute neer
gezet.
Deae geliefde drank, die een kleur bad als
verdunde melk en dien wü door middel van era
rietje opeggen, smaakte ongeveer als era meng
sel van rlnsch klapperwater, waarin opgeloet
Zwitserache kaas en bruine suiker, aoodat de
drank bü ons al direct na t gebruik, t gevoel
van era hevlgen aanval vra zeesiekte ver
wekte.
Om ons een genoegen te doen, werden er
eenlge oorlogsdansen ten beste gegeven, welke
door helsch lawaai van gongs en tamtams en
snerpend. oorverscheurend geschetter der
trompetten werden behield.
Dit alles w«M nog overstemd door bot ge
schreeuw der opgewonden menigte.
Kort na aankomst van een paar opperhoof
den uit de naburige kampongs wak de waan
zin op zün hevigst los.
De dansers met hun bloedroods monden
veroorzaakt door bet kauwen van de bételnoot
stootten verwoede kreten uit, terwül hun
oogen met ongewonen glans schitterden en het
zweet hun langs bet lichaam gutste.
De bewegingen ra kroten werden steeds he
viger. Als wervelwinden stoven zü. al schermen
de met de blanke vlümscherpe wapens door el
kaar. tot er, op era toeken vra bet kampong
hoofd, door alle verzamelden een afschuwelüke
én fel doordringende oorlogskreet werd ultge-
stootéh, waarop het tumult oogenblikkelük ver
stomde.
Een doodache stilte trad in.
Enkele lieden die door overspanning in el
kaar waren gezakt, werden weggedragen en
die naar adem snakten, waren denkbaar
er een eind aan dit spel was gekomen.
Intusschen waren de gerechten voor het
feestmaal reeds opgedragen en op langwerpige
rotanmatten op den grond gep^atst.
Hieraan zetten zich de deelnemers, waarvan
het grootste deel zün eigen zitmatje had mee'
gebracht.
Ook wü namen plaats, ofschoon de büge^
rechten ons. al op het oog, niet erg konden be-’
koren. Onverdeeld genieten deden wü nu be
slist niet, daar visch en vleesch door deae
stammen bü voorkeur in half bedorven toe
stand worden verorberd ra de eieren swart
van ouderdom zUn.
Gebraden vogels, half geplukt met de dar
men erbü) en malache vette ratten werden
eenvoudig In stukken gescheurd en gulzig naar
binnen gewerkt.
BU al dit heerlUks kwam tenslotte de doe
rian. een vrucht welker geur een onlngewüde
overhaast de vlucht dost nemen, In de ver
beelding dat er ergens In de buurt een beerput
gebarsten la e
En toch, als men zijn tegenzin heeft over
wonnen en men deze vrucht eenmaal geproefd
heeft, wordt men meestal van dat oogenbllk
af aan hartetochteiljk doerian-eter.
Toen wü dien avond huiswaarts keerden,
hadden wü het vreemde gevoel alsof alles, wat
wü In de afgeloopen uren hadden aanschouwd,
niet werkelük was geschied.
Kn nu nog, als Ik er weer aan donk, komt
het mU alles aser onweaenlük voor.
En toch weet ik zeker, dat ik dit alles me»
eigen oogen heb aanschouwd. r
Ml zoo la den Dries veul op onzen hot go»
If*
r;..