voor D B Iemand vol teugenstellingen l] Vakkennis den Middenstander ERTELLINGEN van SIBOTAK I i N KAASLAPJÉS Een dankbaar werkje Voeding Den Dre polst veur Willy de Wilde Van onze adverteerders I van |onge kinderen Br'; - ZATERDAG 19 DECEMBER 1936 EEN MODERN EN PRACTISCH GERECHT «m 4» dra 1 - Aan welke voorwaarden moet worden voldaan? te ssor fir- lien BRABANTSCHE BRIEVEN Een vacantie vol gevaren ■w Y adat wU bet grootste gedeelte van onzen tabaksoogst veilig en wel naar de fer- menteerschuur hadden opgezonden was de lang verbeide tUd aangebroken, om een veertiendaagsebe vacanttereis naar het Batak- sche hoogland te maken. Door een toevalligen samenloop van omstandigheden was ik tevens in de gelegenheid om het aangename met het nuttige te combineeren. daar ik een complex woeste gronden in kaart wilde brengen. en Leveraandoening - kerstversiering in huis i. Y MARYE. MARTINE WITTOP KONING *1 at niettemin Elgenlük f SAO, maar i leeft bet lend nuttig uitre de te f. iade Sta. men wit- I In den medlschen kring Berlijn sprak Dr. Stleve over zijn onderzoekingen van de achada»,^ lijke gevolgen voor de lever, door coffeïne ver oorzaakt. I W M- <n»*/ Bel- 00- ppel ette. de iter- Een onderzoek In 1931 ingesteld In de Lon- densche scholen, heeft uitgemaakt, dat van de vijfjarige kinderen er 67 A 88 pet. waren met vergroeiingen van het skelet, 67 A 82 pct. met adenoïden en andere keelgebreken, 88 A 93 pet. met slechtgevormde tandep of tand-caries. En men heeft kunnen aantoonen, dat de slechte toestand van het beenderstelsel en talrijke ge vallen van tand-caries voorkomen hadden kun nen worden door het z.g. „beschermende" voed sel, waaronder In de eerste plaats de melk en de zuivelproducten te rekenen zijn. In 1931 bleek uit een onderzoek In de Ver- eenigde Staten, dat op 6015 kinderen in den kleuterleeftijd 90 pet. gevoed werden op een wijze, die geen rekening hield met de gestelde eischen: 57 pet kregen nooit versche melk en 16 pet. nooit melk In welken vorm ook; 59,5 pet. gebruikten nooit eieren, 60 pet. geen vruchten, 50 pet. geen groente. En dat op een leeftijd, waarin niet genoeg kan worden gewerkt aan 't versterken van het weerstandsvermogen tegen allerlei beam ettelijke ziekten met hun nasleep van gevaarlijke aan doeningen. Voor kinderen onder de drie jaar is b.v. roode hond een gevaarlijke ziekte en de gevallen zijn er, die wijsen op een achteruit- dlner nam van 3.80. kas fooi! ci\stiel is ie assuradeur. En dat is lis ik “n slachtoffer aan z'nen haak •n. dan staan de cijfers van de pro- i' 1 b ank zjj den verschillenden maatregelen, die In de laatste halve eeuw meer en meer genomen zijn op het gebied van zuigeiln- rg, is de sterfte gedurende het eerste pe- vensjaar sterk gedaald. De hierbij zoo geblekfen contróle verdient te worden breid.'Na bet eerste jaar ontstaan, als van verkeerde Inzichten (vooral op ha voeding), de misvormingen van bet A* Is we zoo de Kerstversiering beschouwen ZX is het een werkelijk genot om het heele -t huls klaar te maken voor Kerstmis, Dan willen we ook overal lets van de kerststemming brengen, en niet alleen in de kamer, waar de kribbe staat. Een kerstboom is mooi maar even mooi Is de versiering met dennetajeten, waarin kleine kaarsjes zjjn gezet. U kent toch de manier om kaarsjes van een kandelaar te voorzien? Een aardappel doorsnij den in den bollen kant een gaatje maken, daar het kaarsje in, dan een vierkant stukje gekleurd crêpe papier er om heen wikkelen en b(j elkaar houden met een strookje van hetzelf- Het derde punt van beUn< te de temperatuur van de boter, waarin we bakken dese moet hoog zün dat de boter good bruin Is (natuur lijk zonder te verbranden). De hooge tempera tuur van de ruime hoeveelheid boter maakt de gewenachte vlugge bereiding mogelijk. De toebereide kaaalapjas moeten tenslotte aoo warm mogelük worden opgedaan: hiervan hangt dé goede smaak voor eenXgroot deel at. „de" rest Van z'nei ie goed Als heeft zitten, dal tule in sierlijke knak-, lever- en rookworsten veur den Willy zijnen geest. En dan dan bomt z’n prooi nie meer uit z’n handen. Hij zaagt zo nen stakker op de keurigste ma nier zóó genadeloos aan moeten terwijl te ondertusschen z’n sigaren oprookt, z’nen thee uit lurkt en zn koekskes oppeuaelt zaagt ie zo’nen mensch zóo kort en klein, maakt *m zóó kapot, werkt zóó op z’n gemoed, dat t slachtoffer ten langen leste, slap als ’nen vaatdoek, moei als hen hond en ziek van X hopeloos-teugenspar- telen, z’n eigen en z’n heele gezin verzekert veur X leven, veur de begrafenis, teugen brand en inbraak en alle assuranties aangaat, die uit gevonden zijn en deur de Wilde worden ver- teugenwoordigd. om uit ’n ander z’n miserie profijt te trekken. En dan vaart X schip „de Wilde" weer ’rus teugen anderen aan. want deuse schuit heeft veul, heel veul plek noodigl Vandaag of morgen stoot te lek. Want hü komt handen tekort om te freten! Z’n stetn- meke piept al als ‘n verroeste scharnier. Alles vervet, groeit dicht.. Hij stikt tennaastenbljo en zoekt dan nou en dan lucht In *n gedicht. Maar nooit, nooit zal ie 'n écht gedicht maken, ’n vers waaruit z’n ziel zingt, ’n vers dat ont roert van schoonheid. *n vers met.... plastiek, zoolang ie geen Heldendicht schept op Boeren kool -met-WorstOf 'n Ode aan den Snert! 'n Hymne aan den Peestamp! Als ie dAAr ooit toe kost komen, dan werd zijnen tweeden bun del veurgeschreven deur alle dokters ter opwek king van appetijt! Wat ik oe smoes. En zoo gaauw als ik *m weer *ns spreek, zal ik ha dat gedacht heel zachtzinnig aan d' hand doen. Zachtzinnig, ja. Want ge kunt nie gelooven hoe gevoelig deuzen egoïst is, als.... Xz’neigen betreft! Dan knipperen z’n oogskea als flikker lichtjes. En schieten de prtemkee Ln oew state ment. Maar één dingske heb *k me veurgenotnen mee dieén gehaktbal: .polsen” doe ’k nooit inter veur 'm. En nou schel Tt er af. Veul groeten van Trui en als altjj geen haarke minder van oewen Het belangrijkste oogenbllk, als de nieuwe japon gepast moet worden: .in den spiegel zien, of ze wel goed „zit" Het was hem opgevallen, dat vrouwen, dte In den critischen tijd sterk overgaven, leveraan- doenlngen hadden. Hij kwam op het idee, dat deze aandoeningen een gevolg zouden kunnen zün van het koffiegebruik en onderzocht de werking van coffeïne. Terwijl de coffeïne een vergrooting van de lever met ongeveer 50% veroorzaakte, bleek bovendien, dat reeds 0.01 gram coffeïne op 1 kg. lichaamsgewicht grooten invloed had. Vaak kwam ook vervetting van de lever voor en konden door vethaarden afster vende gedeelten in de lever geconstateerd wor den. BIJ ophouden van het coffeïnegebrulk ver nieuwde het leverweefsel zich echter spoedig en toonde symptomen van gezond herstel. Deae observaties zijn gedaan bij proefne mingen op konijnen. Het staat nog ni,et vast, in hoeverre dese observaties op den mensch van toepassing zijn. Bekend is echter, dat de ge voeligheid voor coffeïne bü den mensch, op 1 kg. lichaamsgewicht gerekend, aeer veel grooter is dan die van het konijn. t en k* -zoo ln malkaar? hü'oogenbilk?” Tjaa....! TjAh....l Ja! De weet er een. Ver- nolle, da’s net iets veur jou!” HU kwam naar me toegeleund. Ja?” Ja! 'n Lieve meid! Snakt naar 'nen vent. Voelt ook wel iets veur versjes en aoo, geloof ik. En.... ’n gouwen hart, man. *n Ooel.dood- goel frummes!” „Knap?" ,Neeè, maar toch tien keer knapper dan gtf.” „Oow. Hm. Zoo. Enne.... eh...,” Ja, pietermannen ook!" Jong?" wSjuust aoo jong as gij ongeveer!** „Oem. AfUn Enne.... sta ae *r jong uit, Dré?” „As gjj.*’ „Oem. AfUn. Zoo. Ja. Ochja. En sou *t tets voor mi) zijn?’* „Mee n acherke geknipt, Gteljom!” Ja. Ja. Enthousiast ben ik wel niet. Niet. Maar. Dré, sou JU ze voor mu eens polsen?" „Polsen? Nou. veurult!" En aoo, amico, aoo heb ik veur ‘m „gepolst” ‘en nie zoo flaauw, maar..., Willy de Wikte heeft ’t toen nog maar *ns geprobeerd mee ‘n MMter kosUmifb «U had méér teugenstellingen. Want hU hlette „de Wilde” en was zoo tam als 'n schoothondje-mee-hartvervettlng. Willy de Wilde! Nen naam om onder versjes te zetten. Wat ie ’m dan ook lapte. HU draaide 25 versjes in malkaar, over de interessantste onderwerpen! B.v. over de maan. De zon. Z’n kloppend Hart. Over mooi en slecht weer. Ja, telfs over ’n schatje dat *m den bons gegeven had. Toen nog eentje over Onsllevrouwke; een tje, getiteld: „Verlangen," waarvan ik d’n eer den regel nog ken: „Ach! keer tot mU terug, verzadig nüjn verlangen!" En dltte: Ja, ras tal d’aard mUn asch bedekken; oeen vogelUn mij tjilpend wekken!” ’n „Stilleven,” dat was fdn of meer *n ode op goudrenetten, jutte- Ptten en okkernoten lesten oogst; *n soorte ment van kleutersymphonie, waarin ie uitzong iemands blonde krullen, roede Uppekens, hagel- *üte tandjes en blauwe kUkertjes (ge ziet, a[“co, hü „verwerkte” er geniaal de nationale v*g in!) maar.... wat me 't meest verwon dde: geen enkel ver» op biefstuk, paling i.f UMrt-met-klulfOnderwerpen, dat verzeker ik dte *m dieper voerden, dan jutteperen en ««de Uppekens. AfUn. Bij dee z’n zieleroerselen in 'n ouwe dassen- schommelde mee z’n 250 pond naar *nen Mtgever en probeerde dieén mensch er van te overtuigen dat z’n fortuin gemaakt was, als ie «jwe versjes liet verechünen als „Dichtbun- oel- (In leder geval: *n fatsoenlijke vermom---- -- - - "HngD Maar den uitgever wou al die winst nie nog geen seerjeus ulterlUk, zeg nou zelf! hebben natuurlijk! Zoo zjjn ultgeversl| Nóg -n teugenatelllng. waaraan ik ineens Met een vriend, den Amboneeschen land meter en een Singkeh (iemand die pas kort voor het eerst in Indié is) had ik besloten van Medan af de hoofdplaat^ van Sumatra’s Oost kust de geheele reis te voet af te leggen. Ben balven dag na ons vertrek hadden wU reeds de hoogst gelegen tabaksondernemlngen achter ons liggen. In den namiddag bereikten we de eerote groote uitloopers van het machtige 1300 K.M. lange Barisan-gebergte, hetwelk de wa terscheiding vormt tusschen de Ooet- en West kust van Sumatra. Dit gebergte, welks toppen een hoogte van bUna 4000 meter bereiken, is nagenoeg geheel met subtropisch oerbosch bedekt. Den nacht brachten wU door in de gouver- nements-pasanggrahan. Al vroeg begaven wj ons op weg naar de terreinen, die in kaart ge bracht moesten worden. De top van den Slbajak, een krater, die steeds een rookpluim vertoont, en aan welks voet wu hadden gebivakkeerd, was nog geheel in wolken gehuld, maar de zon, die de ons nog omgevende dampen begon te verdrijven, scheur de bUwUten reeds het wolkengordUn. Terwijl onze landmeter dadelUk zUn werk zaamheden was aangevangen, zou Ik Pa Mel- ga, een voornaam Marge-hoofd, een bezoek gaan brengen. Daar het terrein hier niet zwaar geaccidenteerd was, besloot ik dit uitstapje te paard te doen. Toen ik nauwelUks een uur op weg was. berstte er een echt tropisch onweder los, van welks hevigheid men zich in Europa geen voor stelling kan vermen. De avondsthemértttg. die zieh onder cto Iner- kfingen snel voltrekt, begon te vallen en zou ofer een tiental minuten in duisternis verkeer ren. Voorafgegaan door krachtig dóórzettende stormvlagen, die half vergun hout en takken als zoovele projectielen om mu heen wierpen. terwUl ratelende bliksemschichten onafgebroken het zwerk doorkllefden en de geheele omge ving in een helblauw licht zetten wat het rUden nog gevaarlUker maakte ontlastte zich een wolkbreuk, die elke beschrUvlng tart. Tterugkeeren wilde ik niet, daar het doel van mijn tocht reeds nabU was. Ik zette dus mUn Australischen viervoeter tot meer spoed un. Plotseling echter stopte mUn paard uit een vollen draf, met het gevolg, dat ik uit den zadel geworpen werd. Tot mijn geluk en dank zU mUn tegenwoor digheid van geest kon ik mu nog aan zUn nek vastklampen en zoo hangende mijn voet, die in den zUbeugd beklemd wu geraakt, los wringen. Daar ik dacht dat mUn paard voor een tUger of voor neervallend hout geschrokken was, be steeg ik het weder en na e^n eindje terug ge reden te hebben, den teugel wendende, zette in het weer in draf. Echter ook nu weer met het gevolg, dat hU zich nagenoeg op dezelfde plaats schrap zette er. zelfs met een karwats niet tot voortgun te dwingen was. Daar ik op een en ander voorbereid was en w w y e willen eCÜk een kaasgerecht be^pireker.. Vy dat door alle kaasliefhebbers en dat zUn er vele bUzonder gewaardeerd zal worden. De bereiding ervan is niet moeilijk en kost niet veel tijd, maar vraagt wel eenlge toewijding van de huisvrouw. Om te beginnen hebben we jonge kaas noo- dlg. die echter ook weer niet Al te jong en te zacht moet zUn, willen de kaaalapjes goed uit vallen. Op het oogenbllk is stevige September- kaas wel geschikt. Dan vraagt het paneerpapje onze aandacht. Dit moet de dikte hebben van belgnet-beslag; als we er een lepel ingedoopt hebben, moet dus het papje den bollen kant hiervan met een dun laagje bedekken. Een andere factor is de mogelUkheid. waar voor meh gesteld kan worden, nJ. cm uit een geringer wordenden omzet toch een behoor- lüke winst te halen. Hiertoe wordt ook een spe ciale bekwaamheid geéischt. Hoe deskundig een patroon ook moge wezen, welk een uitstekend voorbeeld een jonge zaken man thuis in de zaak aan zUn vader ook heeft, nimmer zullen zU h<em zulk een onderricht kunnen geven als dit aan een vakschool ge schiedt. De aan een vakschool verbonden leeraren zUn allen specialisten op hun terrein. Als aan vulling van de praktUk is voor den zakenleider in den dop' een efWsus aan een vakschool vaa zeer groot nut. Een te eenzijdige en zeer zéker gebrekkige vakopleiding fs te vergelUken met een ver ouderde strUdwU>e en bewapening in den oor log. Een geheel legercorps van Napoleon zou niet bestand zUn geweest tegen een escadrille vliegtuigen, vóórzien van gasbommen. Tegenover de zich in steeds scherper vor men uitende' concurrentie is slechts hU opge wassen, die óver de meeste kennis en kunde beschikt. Meer kennis van grondstoffen en meer kun de om deze te verwerken. Meer kennis van de juiste zaken-exploitatie en meer kunde van calculatie. Meer kennis van speciale methodes en moer kunde om deze in praktUk toe te passen. ZU, die te kort schieten in kennis en kunde zUn de verliezers in den strUd om het dage- lUksch bestaan en kunnen geen pardon ver wachten. Hun ondergang is in de meeste ge vallen volkomen, minachting is hun deel, want schouderophalend worden zU beoordeeld. Cy-* mach lacht men om het slachtoffer en.iegt van hem JiU deugde niet voor zUn taak.% Dit ter overdenking aan hen, die xn*( onderstaande, welbekende en helaas véél veel gehoorde, argumenten aankomen als: „Vroeger ging het ook zonder cursussen vakschool. Het is zoo bezwaarlUk. Het kost weer geld,” enz. enz. J, OKHUI8EN. En gelukkig aan eenen kant, want 'n wefke trouwt toch nie, veural nie na d’r veer tigste, om weer rap weduwe te zUn! En mee den Willy is X zóo gesteld: als ie ’n goed wUf treft, dat lekker kotaen kan. dan eet ie z’n eigen binnen X jaar dood. Toch heeft ie mU nie netjes behandeld en die dame ook nie. Want hü had X deur mj al zoo wUd laten komen, dat zü z'nen „bundel van me geleend had. Den anderen morgen, ik kom er mee m’n groenten, dan vroeg ae, of Willy nog iets anders dee, dan dichten. De goeie ziel had die versjes dus gelézen ook Ik zeg: Ja juffroiiw: dichten doet ta maar in z’nen vrUen tijd, harre; 'nen mensch mot wAt doen, niewaar. cm z’nen tijd te dooién!” En zoo, amico, zoo „polste" ik maar, en stel de alles zoo schoon meugelük veur! Maar ja wel! Als ik uit gepolst was, zocht den makker n ander kosthuis! Na *n half jaar kwam ie zUnen bundel te rughalen. Omdat tk X was, kost ik 'm houwen veur half geld, éénvüfenzeuventlg, .snaar"....! Ik begost te lachen. Ik kAn nie kwaad worden op deuzen kcetelUken egoïst, mee z’n onschul dige knip-oogen. peerse wangen en z’n hart en nlerenvervetting. .Nou....?” zee-t-ie: ,,’n bundel geesteHjke oélicatessen ln ruil voor *n gewoon dineetje..? Is dat overvraagd, Dré?” „Neeé, Wlm, da's heel billUk! Maar de kwes tie is: ik hou nie van delicatessen, geef mU maar boeéenkoo*-mee-worst!’’ Toen liet» t water in z’n tanden, uit z’n oogen en over z’n kin. ,Drta borden vol en ’n halven meter worst en en en twee pinted schuimend pils. Dré! Makker, je brengt me op ‘n patent idee! Saluut!*’ En als ta al vUf minuten m’n deur was uit gelaveerd. dan stond ik nog te scheuren van X lachenl Die stelde dus veur, dat ta ’n oplaag van 100 bundels sou laten verschünen, samsam! HU en Willy allebei de helft van X fortuin. Maar. dan moest meneer de Wilde pog ƒ900.bU de dassendoos leggen. En dat dee Willy. Sinds deuzen oogenbllk stelt Willy z’n eigen altü veur als „arme dichter Wat 'm veul gratis taskes koffie en dito sigaren oplevert. En wat "m niet van onpas komt, want Willy de Wilde heeft geren alles veur noppes. En da’s, naast S’n versjesgekeutel z’n ennigst kwaaie eigenschap. Willy is ’nen pracht-egoïst! Wat.... ge nie denken zou, na z’n „zaak" bü dieén uitgever, toen ie zoo vlot s’n driehonderd pegels neertelde. Maar hU zat vol tegenstel ling», «tan Willy. Als ge 'm zag aanwaggelen mee zUnen peersen kop, z'nen ronden buik, ronde schouwers, ronde rug X is alles rond wat er AAn is dan zoude eerder denken, dat daar ’nen slager-rentenler aan kwam, dan 'nen dichter. En als ge m ’n sigaar presenteert, dan is ie zóó ln twüfel of ta ze wel nemen zal, dat ge nie zou gelooven, dat ta ae zoo geren heeft! En dan krügde zóóveel plulmkes over oew goeie merk, dat ge nie nalaten kunt, hum zUnen koker te laten vullen uit oew kistje. X Is 'nen tiep en ik mag ’m wel! X Is den sympathlek- sten egoïst, dien ik ken! ’Nen keer kwam ie ’ns bü me, mee *n seer jeus gezicht. BegrUp goed, amico, hü heeft altlj *n seerjeus gezicht, al stat nie iedereen dat. Want zoon puddlnggeaicht van peerse wangen, met elgenhelmer-neus, ullenbril en llppen-als- stooflapkes en dat heele „stilleven” zoo kaal als m’nen rug, aoo onschuldig als *nen baby en zoo vriendeUJk als ’nen collectant-mee-knip- pend-oogen. die „verzameling van onder- deelen,” hoewel compleet (op X haar na) geeft gaan van bet aantal sterfgevallen, wanneer kinderen op dezen leeftijd beter gevoed zouden zUn. Om dese aanhalingen uit bet Rapport van de Commissie uit den Volkenbond terug te brengen op Nederlandsche toestanden welk een groot aantal zlekelüke aandoeningen zouden kunnen worden voorkomen, wanneer onze algemeen ba kende zuivel- an tuinbouwproducten op hun juiste waarde werden geschat! Di met hoe weinig moeite en koeten behoeft het gebruik van de genoemde levensmiddelen gepaard te gaan hetzU ze door het gezin zelf warden aangeschaft, hetzU ze op raad van ..Kleuterzorg" aan behoeftlgen woeden ver strekt. In de practük komt het neer op het tot ge woonte maken van een paar maatregelen, dte aan den normaal gezonden kleuter zUn gezond heid sullen waarborgen zUn groei zulten bevor deren en zUn weerstandsvermogen zullen ver sterken. Een paar van die maatregelen zün: le. het toedienen van niet minder dan K L. melk per dag, wat dus ongeveer wil zeggen één beker van plm. 3 dX. bü elk van de twee brocdmaaltüden eri één beker tusechentn. Cs Morgens of ’s middags); 3e. het niet stilzwügend genoegen nemen met het feit, dat een kind niet van melk*houdt, maar in dat geval probeeren of karnemelk niet beter in den smaak valt, om op die manier toch te proflteeren van verschülende „beschermen de” stoffen (kalkzouten b.v.), die ook deze soort melk bevat; 3e. het beschouwen van kaas als een van de beste broodbelegglngen niet enkel om de bo? terham smakelük te maken, maar om er de voe dingswaarde sterk van te verhoogen en het kind te helpen aan voor hem onontbeerlijke stoffen, die door de dlkwüls zoo gewilde zoete boterham (jam. suiker, koek, hagelslag) in het gedrang komen; 4e. het kiezen van zoo niet dagelijks dan toch eenige keereh per week een eenvoudige melkspüs als aanvullend nagerecht bü het mid dagmaal, b.v. rUstebrU. havermout, griesmeel, gort met karnemelk, boekweitgrutjes ln karne melk! Wordt naast de hulp, die we van deae zuivelproducten kunnen verwachten ook het doelmatige erkend van X gebruik van bruin brood, versche (vooral niet afgekookte!) groen te en zoo mogelük wat fruit, dan zullen de le vensomstandigheden voor den kleuter aanmer- kelUk verbeteren en zün krachten toereikend zün om zonder gevaar den voor hem betrekke- lük grooten overgang door te maken naar het schoolleven. Wanneer het koud is, vindt men het dikwijls jammer, dat het zachte vel van een bontmantel naar buiten gekeerd gedragen moet worden. Daarom zullen onze dames zeker bovenaf gebeeld model waardeeren, dat sportief aandoet en niettemin het lichaam heerlijk op temperatuur houdt „Voor des man’s Huys, die goedt z’n [ambacht kan VerschUnt de honger wel, maar blüf [ter van.” (HUYGENS.) de onlangs gehouden eqfcuête, teneinde de oorzaken van zaken-mlslukkingen na te gaan, werd door 98 pCt. der Inzenders „gebrek aan vaxkennis” als oorzaak aange geven. Mag uit de roerende eenstemmigheid hier over geconcludeerd worden, dat de huidige tüdsomstandigheden slechts van bUkomstlgen invloed zün? QngetwüWd M de strijd om hat bestaan thans moellüker dan ooit te voren. Vanzelfsprekend zullen alleen zü. die met de allermeeste vakkennis zün toegerust, den strijd slechts kunnen winnen. Nooit te voren be hoorde er zooveel stuurmanskunst toe om z’n zaak voor schipbreuk te behoeden als thans. Ervaring in gunstige tüden opgedaan is thans als voorlichting van minder waarde. Welk een waardevolle factor ervaring ook moge wezen, men moet ze vaak beschouwen als het licht aan den achtersteven van een schip: „het verlicht slechts den afgelegden weg.” 30 jaar geleden kon de jonge zakenman, die zün vader in de zaak opvolgde, zonder gevaar in de voetsporen van zün vader of patroon treden. De tüden wisselen snel en het afzetgebied is zoo oneindig veel moellüker te bewerken dan vroeger. De jonge zakenman (evenals z’n oudere collega) is dan ook vaak genoodzaakt andere wegen te zoeken, b.v. de zaak in een kleinere plaats is gedwongen door het moderne, snelle em^erieflüke, verkeer, steeds meer te concurreeren met de zaken in de nabügelegen grootere stad. Hierdoor worden aan vakkennis hoogere eischen gesteld. Het is dan ook niet ondenk baar, dat een z.g. ,Jiuls-of-tuln”-oplelding hier toe onvoldoende kan zün. De voorlichting van een in het vak vergrijs den vader of eenlge patroons aou voor de hui dige tüden wel eens te kort kunnen schieten. mu vast ln den zadel had gerot, voorkwam ik een tweeden val. Ik steeg af en terwül ik mün paard aan den teugel leidde, trachtte ik de oorzaak van dit oponthoud uit te vorschen. Na een vüftal me ters voorzichtig voortgegaan te zün. mün 1 browning voor een eventueele ontmoeting met een tüger of ander ongedierte gereedhoudende, kwam ik tot de ontdekking, dat een planken brug, welke een ravün van een vüftien meter overspande, door de hevige slagregens ln de diepte gestort was. De wandem die de brug hadden gedragen en die met varens begroeid waren, gingen nagenoeg steil naar beneden, doch dank zü de oplettendheid en bet scherpe cezicht van het beest, was ik voor een büna zekeren doodelüken val op de rotsblokken be hoed gebleven. Toen ik na dezen mislukten tocht in bet kamp terugkeerde, vond ik allee in rep en roer. Op mUn vraag wat toch wej de reden van dit tumult was, kreeg ik bü stukken en brokken van onzen Amboneeschen landmeter (die nog geheel overstuur scheen) bet volgende relaas te hooren: Om negen uur na een stevige brandy-soda, had onze vriend zich ter ruste begeven en was direct daarop ingeslapen. Echter kort nadat hü onder zeil was gegaan, en zooals gewoonlük schandelük lag te ronken, was hu plotseling wakker geschrikt. Een ste kelvarken, door een reuzenslang nagezeten, trachtte zich aan de vervolging te onttrekken, door op bet bed van den landmeter een schuil plaats te zoeken en was na eenige malen over den dikzak heen en weer gerend te hebben, door Sldin met een leege blerflesch neergeveld. De slang had kans gezien in de consternatie op de vlucht te gaan. De volgende étape, waar wU ba een flinken dagmarsch aankwamen, was de onderneming .Netanl”, een sedert gerulmen tüd gesloten en 1 geheel verlaten tabaksplantage, waarvan de beheerderswoning aan den rand van het boecb -gelegen, en nagenoeg, geheel doer weetaerplan- ten aan het oog onttrokken was. Naar wü i meenden. e£h geschikte pleisterplaats. Om den volgenden morgen voor dag en dauw op te kunnen breken, was de bagage ingepakt ge bleven. Met een matje en een rolkussen was one bedje gauw gespreid. Een flesch gevuld met petroleum, een stuk katoenen lap, dat bü gebrek aan beter als pit moest dienen, verlichtte spaarzaam en zwaar walmend de tggpie blnnengaleri). Om wat koelte te hebben, hadden wü de deur open ge laten. Al gauw, nadat we ons ter ruste hadden begeven.-sliepen we als marmotten. Het zal ongeveer middernacht geweest zün. toen ik wakker werd. Het viel mü op, dat de planken vloer hier en daar vochtig was. BÜ scherper toezien ontwaarde ik tot mün schrik, oat er bezoek van een tüger was geweest en nóg wel van een reuzen-exemptaar. Ik volgde zün enorme sporen, die zich zeer duldelük op dep vloer afteekenden en constateerde dat het ondier, de trap der galerü opkomend, rakelings langs mü heen en.weer was geloopen, dat het mu vervolgens besnuffeld bad en toen door een sprong van de zügalerü in de ruimte ver dwenen was. Dank zü mün gelukkig gesternte, was ik ook ditmaal door het oog vkn een naald gekropen. Het vermoeden ligt voor de hand, dat een of ander geluld het beest beeft doen schrikken en afdeinzen. X Is ’nen tlepl HU doet niemand opzettelük kwaad Alleen vaart ie, als 'n groot, onbehouwen schip an deren wel *ns aan. HU heeft te veul plek noo- dlg, deuzen onschuldlgen egoist, mee zUnen eeuwigen bundel in z’nen Jaszak. Lest had ie er eenen verkocht. Aan z’nen kleermaker. Dte zou ln rail z’n pak uit den soep halen en opstrüken. Ze haalden allebei strop! D’n kleermaker vaneigens! En den Will, omdat ta W piaster *n extra i nolg punt ider- stelsel, de defecten ln het gebit, de adenoïden, enz., enz.; de schoolarts zal de gevolgen daar van, later ontdekken,,., maar dan is het te laat, om ae te voorkomen m dlkwüls zelfs om ae te genezen. -- erstmls dat is het feest van de ge- LZ boorte van den Heiland dat te een feest IV van toewüdlng en geloof, een feest ook van diepe vreugde. Een feest van büzondere beteekente en aan vèlerlel beteekenis, rijker dan elk ander, dat vooral in den hulselüken kring gevierd wordt. Kerststemming dat is een kribbe in den hoek van de kamer dat is de zuiverende lucht van geurig dennengroen ln huis dat is op een niet vermoed plekje de mistletoe en □et Is overal het glanzende groen van hulst- takjes met felle roods besjes. Keratatem- ming dat zün de kaarsjes ln een hoek, op den schoorsteen, flikkerende lichtjes, die de techniek uitschakelen en daarmee even den roes van cle moderne wereld schünen op te heffen, om de rust en de stilte er voor in de plaats te brengen. Dennengroen, hulst, kaarsjes, deze vormen too de aloude, tradltloneele kerstversiering, leder jaar wéér en het zou ook niet anders kunnen zün, want er schuilt een diepe symbo liek in deze trouw terugkeerende trawanten van den Kerstman. Groen Is de kleur van den denneboom, de dennentakken, het hulst. Groen, de kleur, die eeuwen lang als de kleur heeft gegolden die *s menschen wezenlükste gevoel vertolkt: de hoop. En Is niet een van de vele züden tan het Kerstfeest de hoop? Het nieuwe Leven, dat geboren werd wekte Dat niet nieuwe hoop in dc harten van menschen. die twüfeldén? Ook de lichtjes hebbe^hun eigen beteekenis, hun eigen doel. Ze worden ontstoken t.e.v. de geboorte van het Christuskind en ze worden ook ontsto ken dén, wanheer de donkere dagen vóór Kerst mis zün geëindigd wanneer een tüd van duisternis achter ons ligt en er een diepe vreug de ln ons is gedaald, om het nieuwe Licht dat gekomen is. overal en in alles dAn worden de kaarsjes ontstoken en het licht in ons eigen hart geboren uit eerbied voor het Wonder uit vreugdé voor het nieuwe Leven. We kunnen ze op tafel brengen met groenten en aardappelen; willen we deze laatste gekookt '-OÏIPinP opdienen, dan kunnen we een bruine boterjus maken. De aardappelen kunnen evenwel ook geb&kkcn worden. Vormen de kaaslapjes bet voorgerecht (met geroosterd brood of kleine beschuitjes)dan is de helft van <fe, in onderstaand recept (voor 4 personen) genoemde, ingrediënten voldoende. 800 gram (1 pond) jonge kaas; 1 kopje bloem en 1 kopje water; pAnwnned; 100 rram (1 ons) boter Bnüd de kaas ln plakten van X tot 1 cM. dikte. MCng de bloem met het water tot een papje wentel de’plakken kaas hier doorheen en daarna door paneelmeel. Bak de gepaneerde plakken In goed warme boter aan beide kanten vlug bruin en doe ze op een warmen schotel. Dien ae zoo vlug mogelük op. de papier en dan moet u er een beeleboel van maken en die tusschen het dennengroen zetten, dat u op den schoorsteen, op het dres soir of op de boekenkast legt groen moet er ln uw huis komen, het zoo’n heeriüke, pHtlge°lucto^Achte" de* scM- deruen vandaan moeten ook kleine takjes glu ren, op de lamp en de schemerlamp, en dan waar het kan de Uchtjes er tusschen laten twin kelen. ln kandelaartjes of ln houdertjes, zoo maar op de liggende takken bevestigd oh. net zal één feeststemming in de kamer worden. Maar dan mag u ook de gang en de hal niet vergeten. Is het niet leuk de visite meteen ■1 te ontvangen in het geheimzinnige geflikker van kaarsjes, die tusschen dennengroen staan te pronken, dennengroen, dat zich langs de spülen van de trapleuning omhoog werkt dat op bet gangtafeltje ligt en over den spiegel hangt dennengroen, dat aan de gang die sfeer van feestelükheld geeft, die er ln het heele huis moet hangen. Op de logeerkamer, de ka mertjes van de kinderen, in de keuken, óveral. En de maaltüden hoe kunnen we die niet in een feeststemming laten verloopen door een mooi gedekte tafel! Natuurlük mogen de kaars jes niet ontbreken en om nu eens af te wüken van de vple aardappelkandelaartjes die u al hebt, gaan we* hu andere maken van ster- appeltjes. Het principe is hetzelfde, want nu we weer bovenin, waar het steeltje zit, een holletje voor het kaarsje maken, maar we snü- den ze niet door midden, want na tafel moeten ze weer opgegeten worden. Om den voet van het kaarsje doen we voor de mooie afwerking een klein stukje gekleurd crêpe papier, dat als een kraagje om de kaars slul^ Als we de appeltjes eerst glimmend rood oppoetsen is dit een leuke en fleurige tafelversiering en verlichting tege- lUkertüd. „Het is een heel werk”, zult u zeggen, maar het is een prettig werk en een werk dat vol doening geeft en waaraan iedere gast, die bü u komt in de Kerstdagen, een mooie herinne ring meeneemt, en is Al de moeite dan niet dubbel en dwars beloond! JDan wordt X tüd. kearel 1” Ja, ’k heb nou lang genoeg schralen kamer- kost gehad. Dré!” „Zoude anders nie aan oe zeggen. Wilhelm!” ,Nee, Dré, maar Ik houd er goed de hand aan, jö. Ik ga eiken avond, na m’n diner nog even dlneeren in de .Naive Maan.” Maar dat wordt een kostbare geschiedenis, makker! Daar kan ik beet.... eh....” „"n Wefke veur houwen, wilt ge zeggen, Wil helmus!’’ ,Net zoo je zegt,” piepte-n-le. „En nou ko«n ik eens praten met jou! JU raadt het me niet at, denk ik?” „’t Huwelük, Wullem?” Ja?” „Afraaien....? Jou X huwelüksgeluk af raaien....! Oe plonst er maar ln. horre! Ge züt geen haarke beter, dan Ik!«Neeé ik raai X ejuust jou steik AAn!” JU bent ’n oolükerd, Dré," lachte-n-le. „Wie is X, Will, zonder nieuwsgierig te zün?” „Wie? Wie, wie!” ,,’t Melske. sakkerjuu!" „Oo, da's *n malapperpo makker! Ik kwam jou juist vragen, Jü spreekt veel menschen, of Je niet ’n geschikt vrouwtje voor me weet zit ten, hier of daar!” „O-ö-ó-oow! Zit X kot denk. Ge snapt, zo’nen kearel van 250 pond is geen „kind” om te zien. Maar z’n stem, Is die van ’n bakvlschke! Münen Dré in heeft meer „baard" in de keel, dan Willy de Wilde. MAar, zooals ik dan zee, op 'nen keer kwam le bü me thuis. De deur ging open en X eerste wa ’k zag, was ’nen ronden elleboog in 'nen ko- lossalen mouw. Nog 'n rukske en 'k zag 'nen vent op' zünen kant; nog 'nen zwaai en hü stond binnen. Toen ’nen langzamen draal en daar keek Ik den Willy ln z'nen vriendelüken pudding. Als n schip onder n nauwe brug, zoo was le door 't deurgat gelaveerd van den erf in m’n huis, mee z’n handen ln z’n zakken. En zóó smal is onze deur nie! Maar toch, hü mot er op zünen kant deurhenen. „Goedendag, Dré," zee-t-ie hügend, mee z’n piepstemmeke„hoe staat het leven, makker?” „Allee kits, Wlm.” („WUly” kan k nooit goed zeggen, teugen deuze 250 pond vleesch) „mee Jou ook?” „Dank je, Dré, voor de vriendelüke belang stelling." plephügde-n-ie: „ja, alles kits, net zoo je zegt." „Sigaar, Willem?" „Zóu Ik het doen, Dré....? Nou, vooruit, jü rookt zulke beste....! "k Zal me maar eens laten verleiden voor een keertje." En na de verleiding: „Dré, kan ik je even ln vertrouwen en onder vier oogen spreken, of.... eh.... leg ik te veel beslag op je tijd, op L__ 1 Z’n gezicht blonk van Inspanning. Z'nen kop wasemde. HU stonk n bietje, eerlük geaeed. Vettig, olieachüg docht me! Jawel, Wullem. dat kan." Toen wierd te verlegen en formeerde ’n rook gordijn mee mün sigaar. Dn pudding ging bloten, pruttelen bekans, want zweetkralen braken deur, over „al” z’n wangen. .Net Is niet goed, dat de mensch alleen zU," zoo klonk Ineens van achter X rookscherm. Ik schrik nie gaauw, maar deuzen ultva!, lecht op den man af, moest ik toch even ver werken. „We....we..,, wabllef, Gieljom?” Net Is niet goed, dat de mensch alleen zü- Dré!” 1 Ge verstaat, amico, als 'nen rechtgeaarden egoïst, was Willy de Wilde vrijgezel gebleven. „*n Andermans kind den kost geven,” lUk sotn- ndgen X huwelük definteeren, had ook den dichter overdrijving der naastenliefde toege schenen tot nou toe. „Hoe oud züt ge. William?” „Drieënveertig, Dré, volgende week vieren veertig." Amico, Hü noemde z’n eigen „WiDy”. Was k«zl en woog 250 Vj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 3