voor
D
B
Iemand vol teugenstellingen
l]
Vakkennis
den Middenstander
ERTELLINGEN van
SIBOTAK
I
i
N
KAASLAPJÉS
Een dankbaar werkje
Voeding
Den Dre polst veur
Willy de Wilde
Van onze
adverteerders
I van |onge
kinderen
Br';
-
ZATERDAG 19 DECEMBER 1936
EEN MODERN EN PRACTISCH GERECHT
«m
4»
dra
1
-
Aan welke voorwaarden moet
worden voldaan?
te
ssor
fir-
lien
BRABANTSCHE BRIEVEN
Een vacantie vol gevaren
■w Y adat wU bet grootste gedeelte van onzen
tabaksoogst veilig en wel naar de fer-
menteerschuur hadden opgezonden was
de lang verbeide tUd aangebroken, om een
veertiendaagsebe vacanttereis naar het Batak-
sche hoogland te maken. Door een toevalligen
samenloop van omstandigheden was ik tevens
in de gelegenheid om het aangename met het
nuttige te combineeren. daar ik een complex
woeste gronden in kaart wilde brengen.
en Leveraandoening
-
kerstversiering in huis
i.
Y
MARYE.
MARTINE WITTOP KONING
*1
at
niettemin
Elgenlük f SAO, maar
i
leeft
bet
lend
nuttig
uitre
de
te
f.
iade
Sta.
men
wit-
I
In den medlschen kring Berlijn sprak Dr.
Stleve over zijn onderzoekingen van de achada»,^
lijke gevolgen voor de lever, door coffeïne ver
oorzaakt.
I W
M-
<n»*/
Bel-
00-
ppel
ette.
de
iter-
Een onderzoek In 1931 ingesteld In de Lon-
densche scholen, heeft uitgemaakt, dat van de
vijfjarige kinderen er 67 A 88 pet. waren met
vergroeiingen van het skelet, 67 A 82 pct. met
adenoïden en andere keelgebreken, 88 A 93 pet.
met slechtgevormde tandep of tand-caries. En
men heeft kunnen aantoonen, dat de slechte
toestand van het beenderstelsel en talrijke ge
vallen van tand-caries voorkomen hadden kun
nen worden door het z.g. „beschermende" voed
sel, waaronder In de eerste plaats de melk en
de zuivelproducten te rekenen zijn.
In 1931 bleek uit een onderzoek In de Ver-
eenigde Staten, dat op 6015 kinderen in den
kleuterleeftijd 90 pet. gevoed werden op een
wijze, die geen rekening hield met de gestelde
eischen: 57 pet kregen nooit versche melk en
16 pet. nooit melk In welken vorm ook; 59,5 pet.
gebruikten nooit eieren, 60 pet. geen vruchten,
50 pet. geen groente.
En dat op een leeftijd, waarin niet genoeg
kan worden gewerkt aan 't versterken van het
weerstandsvermogen tegen allerlei beam ettelijke
ziekten met hun nasleep van gevaarlijke aan
doeningen. Voor kinderen onder de drie jaar is
b.v. roode hond een gevaarlijke ziekte en de
gevallen zijn er, die wijsen op een achteruit-
dlner nam van 3.80.
kas fooi!
ci\stiel is ie assuradeur. En dat is
lis ik “n slachtoffer aan z'nen haak
•n. dan staan de cijfers van de pro-
i'
1
b
ank zjj den verschillenden maatregelen, die
In de laatste halve eeuw meer en meer
genomen zijn op het gebied van zuigeiln-
rg, is de sterfte gedurende het eerste pe-
vensjaar sterk gedaald. De hierbij zoo
geblekfen contróle verdient te worden
breid.'Na bet eerste jaar ontstaan, als
van verkeerde Inzichten (vooral op ha
voeding), de misvormingen van bet A*
Is we zoo de Kerstversiering beschouwen
ZX is het een werkelijk genot om het heele
-t huls klaar te maken voor Kerstmis, Dan
willen we ook overal lets van de kerststemming
brengen, en niet alleen in de kamer, waar de
kribbe staat. Een kerstboom is mooi maar
even mooi Is de versiering met dennetajeten,
waarin kleine kaarsjes zjjn gezet.
U kent toch de manier om kaarsjes van een
kandelaar te voorzien? Een aardappel doorsnij
den in den bollen kant een gaatje maken,
daar het kaarsje in, dan een vierkant stukje
gekleurd crêpe papier er om heen wikkelen en
b(j elkaar houden met een strookje van hetzelf-
Het derde punt van beUn< te de temperatuur
van de boter, waarin we bakken dese moet
hoog zün dat de boter good bruin Is (natuur
lijk zonder te verbranden). De hooge tempera
tuur van de ruime hoeveelheid boter maakt de
gewenachte vlugge bereiding mogelijk.
De toebereide kaaalapjas moeten tenslotte aoo
warm mogelük worden opgedaan: hiervan
hangt dé goede smaak voor eenXgroot deel at.
„de" rest
Van z'nei
ie goed Als
heeft zitten, dal
tule in sierlijke knak-, lever- en rookworsten
veur den Willy zijnen geest. En dan dan
bomt z’n prooi nie meer uit z’n handen.
Hij zaagt zo nen stakker op de keurigste ma
nier zóó genadeloos aan moeten terwijl te
ondertusschen z’n sigaren oprookt, z’nen thee uit
lurkt en zn koekskes oppeuaelt zaagt ie zo’nen
mensch zóo kort en klein, maakt *m zóó kapot,
werkt zóó op z’n gemoed, dat t slachtoffer ten
langen leste, slap als ’nen vaatdoek, moei als
hen hond en ziek van X hopeloos-teugenspar-
telen, z’n eigen en z’n heele gezin verzekert
veur X leven, veur de begrafenis, teugen brand
en inbraak en alle assuranties aangaat, die uit
gevonden zijn en deur de Wilde worden ver-
teugenwoordigd. om uit ’n ander z’n miserie
profijt te trekken.
En dan vaart X schip „de Wilde" weer ’rus
teugen anderen aan. want deuse schuit heeft
veul, heel veul plek noodigl
Vandaag of morgen stoot te lek. Want hü
komt handen tekort om te freten! Z’n stetn-
meke piept al als ‘n verroeste scharnier. Alles
vervet, groeit dicht.. Hij stikt tennaastenbljo
en zoekt dan nou en dan lucht In *n gedicht.
Maar nooit, nooit zal ie 'n écht gedicht maken,
’n vers waaruit z’n ziel zingt, ’n vers dat ont
roert van schoonheid. *n vers met.... plastiek,
zoolang ie geen Heldendicht schept op Boeren
kool -met-WorstOf 'n Ode aan den Snert!
'n Hymne aan den Peestamp! Als ie dAAr ooit
toe kost komen, dan werd zijnen tweeden bun
del veurgeschreven deur alle dokters ter opwek
king van appetijt! Wat ik oe smoes. En zoo
gaauw als ik *m weer *ns spreek, zal ik ha dat
gedacht heel zachtzinnig aan d' hand doen.
Zachtzinnig, ja. Want ge kunt nie gelooven
hoe gevoelig deuzen egoïst is, als.... Xz’neigen
betreft! Dan knipperen z’n oogskea als flikker
lichtjes. En schieten de prtemkee Ln oew state
ment.
Maar één dingske heb *k me veurgenotnen
mee dieén gehaktbal: .polsen” doe ’k nooit
inter veur 'm.
En nou schel Tt er af.
Veul groeten van Trui en als altjj geen
haarke minder van oewen
Het belangrijkste oogenbllk, als de nieuwe
japon gepast moet worden: .in den spiegel
zien, of ze wel goed „zit"
Het was hem opgevallen, dat vrouwen, dte In
den critischen tijd sterk overgaven, leveraan-
doenlngen hadden. Hij kwam op het idee, dat
deze aandoeningen een gevolg zouden kunnen
zün van het koffiegebruik en onderzocht de
werking van coffeïne. Terwijl de coffeïne een
vergrooting van de lever met ongeveer 50%
veroorzaakte, bleek bovendien, dat reeds 0.01
gram coffeïne op 1 kg. lichaamsgewicht grooten
invloed had. Vaak kwam ook vervetting van de
lever voor en konden door vethaarden afster
vende gedeelten in de lever geconstateerd wor
den. BIJ ophouden van het coffeïnegebrulk ver
nieuwde het leverweefsel zich echter spoedig
en toonde symptomen van gezond herstel.
Deae observaties zijn gedaan bij proefne
mingen op konijnen. Het staat nog ni,et vast,
in hoeverre dese observaties op den mensch van
toepassing zijn. Bekend is echter, dat de ge
voeligheid voor coffeïne bü den mensch, op 1 kg.
lichaamsgewicht gerekend, aeer veel grooter is
dan die van het konijn.
t en k* -zoo ln malkaar?
hü'oogenbilk?” Tjaa....! TjAh....l Ja! De weet er een. Ver-
nolle, da’s net iets veur jou!”
HU kwam naar me toegeleund. Ja?”
Ja! 'n Lieve meid! Snakt naar 'nen vent.
Voelt ook wel iets veur versjes en aoo, geloof
ik. En.... ’n gouwen hart, man. *n Ooel.dood-
goel frummes!”
„Knap?"
,Neeè, maar toch tien keer knapper dan
gtf.”
„Oow. Hm. Zoo. Enne.... eh...,”
Ja, pietermannen ook!"
Jong?"
wSjuust aoo jong as gij ongeveer!**
„Oem. AfUn Enne.... sta ae *r jong uit, Dré?”
„As gjj.*’
„Oem. AfUn. Zoo. Ja. Ochja. En sou *t tets
voor mi) zijn?’*
„Mee n acherke geknipt, Gteljom!”
Ja. Ja. Enthousiast ben ik wel niet. Niet.
Maar. Dré, sou JU ze voor mu eens polsen?"
„Polsen? Nou. veurult!"
En aoo, amico, aoo heb ik veur ‘m „gepolst”
‘en nie zoo flaauw, maar..., Willy de Wikte
heeft ’t toen nog maar *ns geprobeerd mee ‘n
MMter kosUmifb
«U had méér teugenstellingen.
Want hU hlette „de Wilde” en was zoo tam
als 'n schoothondje-mee-hartvervettlng.
Willy de Wilde! Nen naam om onder versjes
te zetten. Wat ie ’m dan ook lapte. HU draaide
25 versjes in malkaar, over de interessantste
onderwerpen! B.v. over de maan. De zon. Z’n
kloppend Hart. Over mooi en slecht weer. Ja,
telfs over ’n schatje dat *m den bons gegeven
had. Toen nog eentje over Onsllevrouwke; een
tje, getiteld: „Verlangen," waarvan ik d’n eer
den regel nog ken: „Ach! keer tot mU terug,
verzadig nüjn verlangen!" En dltte: Ja, ras
tal d’aard mUn asch bedekken; oeen vogelUn
mij tjilpend wekken!” ’n „Stilleven,” dat was
fdn of meer *n ode op goudrenetten, jutte-
Ptten en okkernoten lesten oogst; *n soorte
ment van kleutersymphonie, waarin ie uitzong
iemands blonde krullen, roede Uppekens, hagel-
*üte tandjes en blauwe kUkertjes (ge ziet,
a[“co, hü „verwerkte” er geniaal de nationale
v*g in!) maar.... wat me 't meest verwon
dde: geen enkel ver» op biefstuk, paling i.f
UMrt-met-klulfOnderwerpen, dat verzeker ik
dte *m dieper voerden, dan jutteperen en
««de Uppekens. AfUn.
Bij dee z’n zieleroerselen in 'n ouwe dassen-
schommelde mee z’n 250 pond naar *nen
Mtgever en probeerde dieén mensch er van te
overtuigen dat z’n fortuin gemaakt was, als ie
«jwe versjes liet verechünen als „Dichtbun-
oel- (In leder geval: *n fatsoenlijke vermom---- -- - -
"HngD Maar den uitgever wou al die winst nie nog geen seerjeus ulterlUk, zeg nou zelf!
hebben natuurlijk! Zoo zjjn ultgeversl| Nóg -n teugenatelllng. waaraan ik ineens
Met een vriend, den Amboneeschen land
meter en een Singkeh (iemand die pas kort
voor het eerst in Indié is) had ik besloten van
Medan af de hoofdplaat^ van Sumatra’s Oost
kust de geheele reis te voet af te leggen. Ben
balven dag na ons vertrek hadden wU reeds de
hoogst gelegen tabaksondernemlngen achter
ons liggen. In den namiddag bereikten we de
eerote groote uitloopers van het machtige 1300
K.M. lange Barisan-gebergte, hetwelk de wa
terscheiding vormt tusschen de Ooet- en West
kust van Sumatra.
Dit gebergte, welks toppen een hoogte van
bUna 4000 meter bereiken, is nagenoeg geheel
met subtropisch oerbosch bedekt.
Den nacht brachten wU door in de gouver-
nements-pasanggrahan. Al vroeg begaven wj
ons op weg naar de terreinen, die in kaart ge
bracht moesten worden.
De top van den Slbajak, een krater, die steeds
een rookpluim vertoont, en aan welks voet
wu hadden gebivakkeerd, was nog geheel in
wolken gehuld, maar de zon, die de ons nog
omgevende dampen begon te verdrijven, scheur
de bUwUten reeds het wolkengordUn.
Terwijl onze landmeter dadelUk zUn werk
zaamheden was aangevangen, zou Ik Pa Mel-
ga, een voornaam Marge-hoofd, een bezoek
gaan brengen. Daar het terrein hier niet zwaar
geaccidenteerd was, besloot ik dit uitstapje te
paard te doen.
Toen ik nauwelUks een uur op weg was.
berstte er een echt tropisch onweder los, van
welks hevigheid men zich in Europa geen voor
stelling kan vermen.
De avondsthemértttg. die zieh onder cto Iner-
kfingen snel voltrekt, begon te vallen en zou
ofer een tiental minuten in duisternis verkeer
ren. Voorafgegaan door krachtig dóórzettende
stormvlagen, die half vergun hout en takken
als zoovele projectielen om mu heen wierpen.
terwUl ratelende bliksemschichten onafgebroken
het zwerk doorkllefden en de geheele omge
ving in een helblauw licht zetten wat het
rUden nog gevaarlUker maakte ontlastte zich
een wolkbreuk, die elke beschrUvlng tart.
Tterugkeeren wilde ik niet, daar het doel van
mijn tocht reeds nabU was. Ik zette dus mUn
Australischen viervoeter tot meer spoed un.
Plotseling echter stopte mUn paard uit een
vollen draf, met het gevolg, dat ik uit den
zadel geworpen werd.
Tot mijn geluk en dank zU mUn tegenwoor
digheid van geest kon ik mu nog aan zUn nek
vastklampen en zoo hangende mijn voet, die
in den zUbeugd beklemd wu geraakt, los
wringen.
Daar ik dacht dat mUn paard voor een tUger
of voor neervallend hout geschrokken was, be
steeg ik het weder en na e^n eindje terug ge
reden te hebben, den teugel wendende, zette
in het weer in draf.
Echter ook nu weer met het gevolg, dat hU
zich nagenoeg op dezelfde plaats schrap zette
er. zelfs met een karwats niet tot voortgun
te dwingen was.
Daar ik op een en ander voorbereid was en
w w y e willen eCÜk een kaasgerecht be^pireker..
Vy dat door alle kaasliefhebbers en dat
zUn er vele bUzonder gewaardeerd
zal worden. De bereiding ervan is niet moeilijk
en kost niet veel tijd, maar vraagt wel eenlge
toewijding van de huisvrouw.
Om te beginnen hebben we jonge kaas noo-
dlg. die echter ook weer niet Al te jong en te
zacht moet zUn, willen de kaaalapjes goed uit
vallen. Op het oogenbllk is stevige September-
kaas wel geschikt.
Dan vraagt het paneerpapje onze aandacht.
Dit moet de dikte hebben van belgnet-beslag;
als we er een lepel ingedoopt hebben, moet dus
het papje den bollen kant hiervan met een dun
laagje bedekken.
Een andere factor is de mogelUkheid. waar
voor meh gesteld kan worden, nJ. cm uit een
geringer wordenden omzet toch een behoor-
lüke winst te halen. Hiertoe wordt ook een spe
ciale bekwaamheid geéischt.
Hoe deskundig een patroon ook moge wezen,
welk een uitstekend voorbeeld een jonge zaken
man thuis in de zaak aan zUn vader ook heeft,
nimmer zullen zU h<em zulk een onderricht
kunnen geven als dit aan een vakschool ge
schiedt.
De aan een vakschool verbonden leeraren
zUn allen specialisten op hun terrein. Als aan
vulling van de praktUk is voor den zakenleider
in den dop' een efWsus aan een vakschool vaa
zeer groot nut.
Een te eenzijdige en zeer zéker gebrekkige
vakopleiding fs te vergelUken met een ver
ouderde strUdwU>e en bewapening in den oor
log. Een geheel legercorps van Napoleon zou
niet bestand zUn geweest tegen een escadrille
vliegtuigen, vóórzien van gasbommen.
Tegenover de zich in steeds scherper vor
men uitende' concurrentie is slechts hU opge
wassen, die óver de meeste kennis en kunde
beschikt.
Meer kennis van grondstoffen en meer kun
de om deze te verwerken.
Meer kennis van de juiste zaken-exploitatie
en meer kunde van calculatie.
Meer kennis van speciale methodes en moer
kunde om deze in praktUk toe te passen.
ZU, die te kort schieten in kennis en kunde
zUn de verliezers in den strUd om het dage-
lUksch bestaan en kunnen geen pardon ver
wachten. Hun ondergang is in de meeste ge
vallen volkomen, minachting is hun deel, want
schouderophalend worden zU beoordeeld. Cy-*
mach lacht men om het slachtoffer en.iegt
van hem JiU deugde niet voor zUn taak.%
Dit ter overdenking aan hen, die xn*(
onderstaande, welbekende en helaas véél
veel gehoorde, argumenten aankomen als:
„Vroeger ging het ook zonder cursussen
vakschool. Het is zoo bezwaarlUk.
Het kost weer geld,” enz. enz.
J, OKHUI8EN.
En gelukkig aan eenen kant, want 'n
wefke trouwt toch nie, veural nie na d’r veer
tigste, om weer rap weduwe te zUn! En mee
den Willy is X zóo gesteld: als ie ’n goed wUf
treft, dat lekker kotaen kan. dan eet ie z’n eigen
binnen X jaar dood.
Toch heeft ie mU nie netjes behandeld en
die dame ook nie. Want hü had X deur mj
al zoo wUd laten komen, dat zü z'nen „bundel
van me geleend had. Den anderen morgen, ik
kom er mee m’n groenten, dan vroeg ae, of
Willy nog iets anders dee, dan dichten. De
goeie ziel had die versjes dus gelézen ook
Ik zeg: Ja juffroiiw: dichten doet ta maar
in z’nen vrUen tijd, harre; 'nen mensch mot
wAt doen, niewaar. cm z’nen tijd te dooién!”
En zoo, amico, zoo „polste" ik maar, en stel
de alles zoo schoon meugelük veur! Maar ja
wel! Als ik uit gepolst was, zocht den makker
n ander kosthuis!
Na *n half jaar kwam ie zUnen bundel te
rughalen. Omdat tk X was, kost ik 'm houwen
veur half geld, éénvüfenzeuventlg, .snaar"....!
Ik begost te lachen. Ik kAn nie kwaad worden
op deuzen kcetelUken egoïst, mee z’n onschul
dige knip-oogen. peerse wangen en z’n hart
en nlerenvervetting.
.Nou....?” zee-t-ie: ,,’n bundel geesteHjke
oélicatessen ln ruil voor *n gewoon dineetje..?
Is dat overvraagd, Dré?”
„Neeé, Wlm, da's heel billUk! Maar de kwes
tie is: ik hou nie van delicatessen, geef mU
maar boeéenkoo*-mee-worst!’’
Toen liet» t water in z’n tanden, uit z’n oogen
en over z’n kin.
,Drta borden vol en ’n halven meter worst
en en en twee pinted schuimend pils.
Dré! Makker, je brengt me op ‘n patent idee!
Saluut!*’
En als ta al vUf minuten m’n deur was uit
gelaveerd. dan stond ik nog te scheuren van
X lachenl
Die stelde dus veur, dat ta ’n oplaag van 100
bundels sou laten verschünen, samsam! HU en
Willy allebei de helft van X fortuin. Maar.
dan moest meneer de Wilde pog ƒ900.bU de
dassendoos leggen. En dat dee Willy.
Sinds deuzen oogenbllk stelt Willy z’n eigen
altü veur als „arme dichter Wat 'm veul
gratis taskes koffie en dito sigaren oplevert. En
wat "m niet van onpas komt, want Willy de
Wilde heeft geren alles veur noppes.
En da’s, naast S’n versjesgekeutel z’n ennigst
kwaaie eigenschap. Willy is ’nen pracht-egoïst!
Wat.... ge nie denken zou, na z’n „zaak" bü
dieén uitgever, toen ie zoo vlot s’n driehonderd
pegels neertelde. Maar hU zat vol tegenstel
ling», «tan Willy. Als ge 'm zag aanwaggelen
mee zUnen peersen kop, z'nen ronden buik,
ronde schouwers, ronde rug X is alles rond
wat er AAn is dan zoude eerder denken, dat
daar ’nen slager-rentenler aan kwam, dan 'nen
dichter. En als ge m ’n sigaar presenteert, dan
is ie zóó ln twüfel of ta ze wel nemen zal, dat
ge nie zou gelooven, dat ta ae zoo geren heeft!
En dan krügde zóóveel plulmkes over oew goeie
merk, dat ge nie nalaten kunt, hum zUnen
koker te laten vullen uit oew kistje. X Is 'nen
tiep en ik mag ’m wel! X Is den sympathlek-
sten egoïst, dien ik ken!
’Nen keer kwam ie ’ns bü me, mee *n seer
jeus gezicht. BegrUp goed, amico, hü heeft altlj
*n seerjeus gezicht, al stat nie iedereen dat.
Want zoon puddlnggeaicht van peerse wangen,
met elgenhelmer-neus, ullenbril en llppen-als-
stooflapkes en dat heele „stilleven” zoo kaal
als m’nen rug, aoo onschuldig als *nen baby en
zoo vriendeUJk als ’nen collectant-mee-knip-
pend-oogen. die „verzameling van onder-
deelen,” hoewel compleet (op X haar na) geeft
gaan van bet aantal sterfgevallen, wanneer
kinderen op dezen leeftijd beter gevoed zouden
zUn.
Om dese aanhalingen uit bet Rapport van de
Commissie uit den Volkenbond terug te brengen
op Nederlandsche toestanden welk een groot
aantal zlekelüke aandoeningen zouden kunnen
worden voorkomen, wanneer onze algemeen ba
kende zuivel- an tuinbouwproducten op hun
juiste waarde werden geschat!
Di met hoe weinig moeite en koeten behoeft
het gebruik van de genoemde levensmiddelen
gepaard te gaan hetzU ze door het gezin zelf
warden aangeschaft, hetzU ze op raad van
..Kleuterzorg" aan behoeftlgen woeden ver
strekt.
In de practük komt het neer op het tot ge
woonte maken van een paar maatregelen, dte
aan den normaal gezonden kleuter zUn gezond
heid sullen waarborgen zUn groei zulten bevor
deren en zUn weerstandsvermogen zullen ver
sterken.
Een paar van die maatregelen zün:
le. het toedienen van niet minder dan K L.
melk per dag, wat dus ongeveer wil zeggen één
beker van plm. 3 dX. bü elk van de twee
brocdmaaltüden eri één beker tusechentn.
Cs Morgens of ’s middags);
3e. het niet stilzwügend genoegen nemen met
het feit, dat een kind niet van melk*houdt,
maar in dat geval probeeren of karnemelk niet
beter in den smaak valt, om op die manier toch
te proflteeren van verschülende „beschermen
de” stoffen (kalkzouten b.v.), die ook deze soort
melk bevat;
3e. het beschouwen van kaas als een van de
beste broodbelegglngen niet enkel om de bo?
terham smakelük te maken, maar om er de voe
dingswaarde sterk van te verhoogen en het
kind te helpen aan voor hem onontbeerlijke
stoffen, die door de dlkwüls zoo gewilde zoete
boterham (jam. suiker, koek, hagelslag) in het
gedrang komen;
4e. het kiezen van zoo niet dagelijks dan
toch eenige keereh per week een eenvoudige
melkspüs als aanvullend nagerecht bü het mid
dagmaal, b.v. rUstebrU. havermout, griesmeel,
gort met karnemelk, boekweitgrutjes ln karne
melk!
Wordt naast de hulp, die we van deae
zuivelproducten kunnen verwachten ook het
doelmatige erkend van X gebruik van bruin
brood, versche (vooral niet afgekookte!) groen
te en zoo mogelük wat fruit, dan zullen de le
vensomstandigheden voor den kleuter aanmer-
kelUk verbeteren en zün krachten toereikend
zün om zonder gevaar den voor hem betrekke-
lük grooten overgang door te maken naar het
schoolleven.
Wanneer het koud is, vindt men het
dikwijls jammer, dat het zachte vel van
een bontmantel naar buiten gekeerd
gedragen moet worden. Daarom zullen
onze dames zeker bovenaf gebeeld model
waardeeren, dat sportief aandoet en
niettemin het lichaam heerlijk op
temperatuur houdt
„Voor des man’s Huys, die goedt z’n
[ambacht kan
VerschUnt de honger wel, maar blüf
[ter van.”
(HUYGENS.)
de onlangs gehouden eqfcuête, teneinde
de oorzaken van zaken-mlslukkingen na
te gaan, werd door 98 pCt. der Inzenders
„gebrek aan vaxkennis” als oorzaak aange
geven.
Mag uit de roerende eenstemmigheid hier
over geconcludeerd worden, dat de huidige
tüdsomstandigheden slechts van bUkomstlgen
invloed zün? QngetwüWd M de strijd om hat
bestaan thans moellüker dan ooit te voren.
Vanzelfsprekend zullen alleen zü. die met de
allermeeste vakkennis zün toegerust, den strijd
slechts kunnen winnen. Nooit te voren be
hoorde er zooveel stuurmanskunst toe om z’n
zaak voor schipbreuk te behoeden als thans.
Ervaring in gunstige tüden opgedaan is
thans als voorlichting van minder waarde.
Welk een waardevolle factor ervaring ook moge
wezen, men moet ze vaak beschouwen als het
licht aan den achtersteven van een schip: „het
verlicht slechts den afgelegden weg.”
30 jaar geleden kon de jonge zakenman, die
zün vader in de zaak opvolgde, zonder gevaar
in de voetsporen van zün vader of patroon
treden.
De tüden wisselen snel en het afzetgebied is
zoo oneindig veel moellüker te bewerken dan
vroeger. De jonge zakenman (evenals z’n
oudere collega) is dan ook vaak genoodzaakt
andere wegen te zoeken, b.v. de zaak in een
kleinere plaats is gedwongen door het moderne,
snelle em^erieflüke, verkeer, steeds meer te
concurreeren met de zaken in de nabügelegen
grootere stad.
Hierdoor worden aan vakkennis hoogere
eischen gesteld. Het is dan ook niet ondenk
baar, dat een z.g. ,Jiuls-of-tuln”-oplelding hier
toe onvoldoende kan zün.
De voorlichting van een in het vak vergrijs
den vader of eenlge patroons aou voor de hui
dige tüden wel eens te kort kunnen schieten.
mu vast ln den zadel had gerot, voorkwam ik
een tweeden val.
Ik steeg af en terwül ik mün paard aan den
teugel leidde, trachtte ik de oorzaak van dit
oponthoud uit te vorschen. Na een vüftal me
ters voorzichtig voortgegaan te zün. mün
1 browning voor een eventueele ontmoeting met
een tüger of ander ongedierte gereedhoudende,
kwam ik tot de ontdekking, dat een planken
brug, welke een ravün van een vüftien meter
overspande, door de hevige slagregens ln de
diepte gestort was. De wandem die de brug
hadden gedragen en die met varens begroeid
waren, gingen nagenoeg steil naar beneden,
doch dank zü de oplettendheid en bet scherpe
cezicht van het beest, was ik voor een büna
zekeren doodelüken val op de rotsblokken be
hoed gebleven.
Toen ik na dezen mislukten tocht in bet
kamp terugkeerde, vond ik allee in rep en roer.
Op mUn vraag wat toch wej de reden van dit
tumult was, kreeg ik bü stukken en brokken
van onzen Amboneeschen landmeter (die nog
geheel overstuur scheen) bet volgende relaas
te hooren:
Om negen uur na een stevige brandy-soda,
had onze vriend zich ter ruste begeven en was
direct daarop ingeslapen.
Echter kort nadat hü onder zeil was gegaan,
en zooals gewoonlük schandelük lag te ronken,
was hu plotseling wakker geschrikt. Een ste
kelvarken, door een reuzenslang nagezeten,
trachtte zich aan de vervolging te onttrekken,
door op bet bed van den landmeter een schuil
plaats te zoeken en was na eenige malen over
den dikzak heen en weer gerend te hebben,
door Sldin met een leege blerflesch neergeveld.
De slang had kans gezien in de consternatie
op de vlucht te gaan.
De volgende étape, waar wU ba een flinken
dagmarsch aankwamen, was de onderneming
.Netanl”, een sedert gerulmen tüd gesloten en
1 geheel verlaten tabaksplantage, waarvan de
beheerderswoning aan den rand van het boecb
-gelegen, en nagenoeg, geheel doer weetaerplan-
ten aan het oog onttrokken was. Naar wü
i meenden. e£h geschikte pleisterplaats. Om den
volgenden morgen voor dag en dauw op te
kunnen breken, was de bagage ingepakt ge
bleven.
Met een matje en een rolkussen was one
bedje gauw gespreid.
Een flesch gevuld met petroleum, een stuk
katoenen lap, dat bü gebrek aan beter als pit
moest dienen, verlichtte spaarzaam en zwaar
walmend de tggpie blnnengaleri). Om wat
koelte te hebben, hadden wü de deur open ge
laten. Al gauw, nadat we ons ter ruste hadden
begeven.-sliepen we als marmotten.
Het zal ongeveer middernacht geweest zün.
toen ik wakker werd. Het viel mü op, dat de
planken vloer hier en daar vochtig was. BÜ
scherper toezien ontwaarde ik tot mün schrik,
oat er bezoek van een tüger was geweest en
nóg wel van een reuzen-exemptaar. Ik volgde
zün enorme sporen, die zich zeer duldelük op
dep vloer afteekenden en constateerde dat het
ondier, de trap der galerü opkomend, rakelings
langs mü heen en.weer was geloopen, dat het
mu vervolgens besnuffeld bad en toen door
een sprong van de zügalerü in de ruimte ver
dwenen was.
Dank zü mün gelukkig gesternte, was ik ook
ditmaal door het oog vkn een naald gekropen.
Het vermoeden ligt voor de hand, dat een
of ander geluld het beest beeft doen schrikken
en afdeinzen.
X Is ’nen tlepl
HU doet niemand opzettelük kwaad Alleen
vaart ie, als 'n groot, onbehouwen schip an
deren wel *ns aan. HU heeft te veul plek noo-
dlg, deuzen onschuldlgen egoist, mee zUnen
eeuwigen bundel in z’nen Jaszak.
Lest had ie er eenen verkocht. Aan z’nen
kleermaker. Dte zou ln rail z’n pak uit den
soep halen en opstrüken.
Ze haalden allebei strop!
D’n kleermaker vaneigens!
En den Will, omdat ta W piaster *n extra i
nolg
punt
ider-
stelsel, de defecten ln het gebit, de adenoïden,
enz., enz.; de schoolarts zal de gevolgen daar
van, later ontdekken,,., maar dan is het te
laat, om ae te voorkomen m dlkwüls zelfs om
ae te genezen.
-- erstmls dat is het feest van de ge-
LZ boorte van den Heiland dat te een feest
IV van toewüdlng en geloof, een feest ook
van diepe vreugde.
Een feest van büzondere beteekente en aan
vèlerlel beteekenis, rijker dan elk ander, dat
vooral in den hulselüken kring gevierd wordt.
Kerststemming dat is een kribbe in den
hoek van de kamer dat is de zuiverende
lucht van geurig dennengroen ln huis dat is
op een niet vermoed plekje de mistletoe en
□et Is overal het glanzende groen van hulst-
takjes met felle roods besjes. Keratatem-
ming dat zün de kaarsjes ln een hoek, op
den schoorsteen, flikkerende lichtjes, die de
techniek uitschakelen en daarmee even den roes
van cle moderne wereld schünen op te heffen,
om de rust en de stilte er voor in de plaats te
brengen.
Dennengroen, hulst, kaarsjes, deze vormen
too de aloude, tradltloneele kerstversiering,
leder jaar wéér en het zou ook niet anders
kunnen zün, want er schuilt een diepe symbo
liek in deze trouw terugkeerende trawanten van
den Kerstman.
Groen Is de kleur van den denneboom,
de dennentakken, het hulst. Groen, de kleur,
die eeuwen lang als de kleur heeft gegolden die
*s menschen wezenlükste gevoel vertolkt: de
hoop. En Is niet een van de vele züden tan het
Kerstfeest de hoop? Het nieuwe Leven, dat
geboren werd wekte Dat niet nieuwe hoop
in dc harten van menschen. die twüfeldén? Ook
de lichtjes hebbe^hun eigen beteekenis, hun eigen
doel. Ze worden ontstoken t.e.v. de geboorte van
het Christuskind en ze worden ook ontsto
ken dén, wanheer de donkere dagen vóór Kerst
mis zün geëindigd wanneer een tüd van
duisternis achter ons ligt en er een diepe vreug
de ln ons is gedaald, om het nieuwe Licht dat
gekomen is. overal en in alles dAn worden
de kaarsjes ontstoken en het licht in ons eigen
hart geboren uit eerbied voor het Wonder
uit vreugdé voor het nieuwe Leven.
We kunnen ze op tafel brengen met groenten
en aardappelen; willen we deze laatste gekookt '-OÏIPinP
opdienen, dan kunnen we een bruine boterjus
maken. De aardappelen kunnen evenwel ook
geb&kkcn worden.
Vormen de kaaslapjes bet voorgerecht (met
geroosterd brood of kleine beschuitjes)dan is
de helft van <fe, in onderstaand recept (voor 4
personen) genoemde, ingrediënten voldoende.
800 gram (1 pond) jonge kaas;
1 kopje bloem en 1 kopje water;
pAnwnned;
100 rram (1 ons) boter
Bnüd de kaas ln plakten van X tot 1 cM.
dikte. MCng de bloem met het water tot een
papje wentel de’plakken kaas hier doorheen en
daarna door paneelmeel. Bak de gepaneerde
plakken In goed warme boter aan beide kanten
vlug bruin en doe ze op een warmen schotel.
Dien ae zoo vlug mogelük op.
de papier en dan moet u er een beeleboel
van maken en die tusschen het dennengroen
zetten, dat u op den schoorsteen, op het dres
soir of op de boekenkast legt
groen moet er ln uw huis komen, het
zoo’n heeriüke, pHtlge°lucto^Achte" de* scM-
deruen vandaan moeten ook kleine takjes glu
ren, op de lamp en de schemerlamp, en dan
waar het kan de Uchtjes er tusschen laten twin
kelen. ln kandelaartjes of ln houdertjes, zoo
maar op de liggende takken bevestigd oh.
net zal één feeststemming in de kamer worden.
Maar dan mag u ook de gang en de hal
niet vergeten. Is het niet leuk de visite meteen
■1 te ontvangen in het geheimzinnige geflikker
van kaarsjes, die tusschen dennengroen staan
te pronken, dennengroen, dat zich langs de
spülen van de trapleuning omhoog werkt
dat op bet gangtafeltje ligt en over den spiegel
hangt dennengroen, dat aan de gang die
sfeer van feestelükheld geeft, die er ln het heele
huis moet hangen. Op de logeerkamer, de ka
mertjes van de kinderen, in de keuken, óveral.
En de maaltüden hoe kunnen we die niet
in een feeststemming laten verloopen door een
mooi gedekte tafel! Natuurlük mogen de kaars
jes niet ontbreken en om nu eens af te wüken
van de vple aardappelkandelaartjes die u al
hebt, gaan we* hu andere maken van ster-
appeltjes. Het principe is hetzelfde, want nu
we weer bovenin, waar het steeltje zit, een
holletje voor het kaarsje maken, maar we snü-
den ze niet door midden, want na tafel moeten
ze weer opgegeten worden. Om den voet van het
kaarsje doen we voor de mooie afwerking een
klein stukje gekleurd crêpe papier, dat als een
kraagje om de kaars slul^ Als we de appeltjes
eerst glimmend rood oppoetsen is dit een leuke
en fleurige tafelversiering en verlichting tege-
lUkertüd.
„Het is een heel werk”, zult u zeggen, maar
het is een prettig werk en een werk dat vol
doening geeft en waaraan iedere gast, die bü
u komt in de Kerstdagen, een mooie herinne
ring meeneemt, en is Al de moeite dan niet
dubbel en dwars beloond!
JDan wordt X tüd. kearel 1”
Ja, ’k heb nou lang genoeg schralen kamer-
kost gehad. Dré!”
„Zoude anders nie aan oe zeggen. Wilhelm!”
,Nee, Dré, maar Ik houd er goed de hand
aan, jö. Ik ga eiken avond, na m’n diner nog
even dlneeren in de .Naive Maan.” Maar dat
wordt een kostbare geschiedenis, makker! Daar
kan ik beet.... eh....”
„"n Wefke veur houwen, wilt ge zeggen, Wil
helmus!’’
,Net zoo je zegt,” piepte-n-le. „En nou ko«n
ik eens praten met jou! JU raadt het me niet
at, denk ik?”
„’t Huwelük, Wullem?”
Ja?”
„Afraaien....? Jou X huwelüksgeluk af
raaien....! Oe plonst er maar ln. horre! Ge
züt geen haarke beter, dan Ik!«Neeé ik raai X
ejuust jou steik AAn!”
JU bent ’n oolükerd, Dré," lachte-n-le.
„Wie is X, Will, zonder nieuwsgierig te zün?”
„Wie? Wie, wie!”
,,’t Melske. sakkerjuu!"
„Oo, da's *n malapperpo makker! Ik kwam
jou juist vragen, Jü spreekt veel menschen, of
Je niet ’n geschikt vrouwtje voor me weet zit
ten, hier of daar!”
„O-ö-ó-oow! Zit X kot
denk. Ge snapt, zo’nen kearel van 250 pond
is geen „kind” om te zien. Maar z’n stem,
Is die van ’n bakvlschke! Münen Dré in heeft
meer „baard" in de keel, dan Willy de Wilde.
MAar, zooals ik dan zee, op 'nen keer kwam
le bü me thuis. De deur ging open en X eerste
wa ’k zag, was ’nen ronden elleboog in 'nen ko-
lossalen mouw. Nog 'n rukske en 'k zag 'nen
vent op' zünen kant; nog 'nen zwaai en hü
stond binnen. Toen ’nen langzamen draal en
daar keek Ik den Willy ln z'nen vriendelüken
pudding. Als n schip onder n nauwe brug, zoo
was le door 't deurgat gelaveerd van den erf
in m’n huis, mee z’n handen ln z’n zakken.
En zóó smal is onze deur nie! Maar toch,
hü mot er op zünen kant deurhenen.
„Goedendag, Dré," zee-t-ie hügend, mee z’n
piepstemmeke„hoe staat het leven, makker?”
„Allee kits, Wlm.” („WUly” kan k nooit goed
zeggen, teugen deuze 250 pond vleesch) „mee
Jou ook?”
„Dank je, Dré, voor de vriendelüke belang
stelling." plephügde-n-ie: „ja, alles kits, net
zoo je zegt."
„Sigaar, Willem?"
„Zóu Ik het doen, Dré....? Nou, vooruit, jü
rookt zulke beste....! "k Zal me maar eens
laten verleiden voor een keertje." En na de
verleiding: „Dré, kan ik je even ln vertrouwen
en onder vier oogen spreken, of.... eh.... leg
ik te veel beslag op je tijd, op L__ 1
Z’n gezicht blonk van Inspanning. Z'nen kop
wasemde. HU stonk n bietje, eerlük geaeed.
Vettig, olieachüg docht me!
Jawel, Wullem. dat kan."
Toen wierd te verlegen en formeerde ’n rook
gordijn mee mün sigaar. Dn pudding ging
bloten, pruttelen bekans, want zweetkralen
braken deur, over „al” z’n wangen.
.Net Is niet goed, dat de mensch alleen zU,"
zoo klonk Ineens van achter X rookscherm.
Ik schrik nie gaauw, maar deuzen ultva!,
lecht op den man af, moest ik toch even ver
werken.
„We....we..,, wabllef, Gieljom?”
Net Is niet goed, dat de mensch alleen zü-
Dré!” 1
Ge verstaat, amico, als 'nen rechtgeaarden
egoïst, was Willy de Wilde vrijgezel gebleven.
„*n Andermans kind den kost geven,” lUk sotn-
ndgen X huwelük definteeren, had ook den
dichter overdrijving der naastenliefde toege
schenen tot nou toe.
„Hoe oud züt ge. William?”
„Drieënveertig, Dré, volgende week vieren
veertig."
Amico,
Hü noemde z’n
eigen „WiDy”. Was
k«zl en woog 250
Vj