R
L
w
I
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
3
■Cr -
OU
I
Sïet u&Aaal uan den dag
■mi iimsiMi mu mn
K
H
I
F 250.
F 750.-
F 750.
■RRR
StAODB
1
Wie doodde g
Marco Graffi B
m
ALLE ABONNÉ’S
gb-¥418
.éiê I*
■site. si
--- - S’Fissa
ÏCb.^: i«-
I
1
1
■ïl
‘I
i
Kerstgeschenken
boekvorm
ieid
Verdr
Een nieuw tooneelstuk
Van Antoon Coolen
ij*1
«I
I
l tot werken door
beenen af belde oogen
Onderzoekingen van
prof. Vening Meinesz
Op de bank
in het park
bf wBaa wn aan banfl.
aan voet at aan aas
cmgevaHtm verzekerd voor een der ultkeertngen F 750e-
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAR VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
M,
Ml een ongeval met
doodeljjken afloop
DINSDAG 22 DECEMBER 1936
de
n
1
I
I
I
brandende peCroleiwnlamp omgegooid en liep builend rood.
s
(Wordt vervolgd)
4
Angstig snelde Plet neer de aangrenaende kamer en ja boor,
die etend ta Mchter laaie, t Hondje van den baas bad een
bracht en leidden daar een lekker en lui leventje. Ze werden
door de bewoners van bet dorp voor hooge bezoekers aangezien
en leden In geen enkel opzicht gebrek. Op een middag ontdek
ten ae echter, dat er In de kamer een brandlucht hing.
Toen Plet bet hotel bereikt had, vond bij daar werkelijk Drein,
die in de duurste kamer op zijn gemak de krant zat te lezen.
Zoo zei Drein, toen Plet binnenstapte. Ben je daar?
Drein en Piet hadden ai drie dagen in het hotel doorge-
Naar wü vernemen, legt Antoon Coolen op
het oogenblik de laatste hand aan een nieuw
tooneelstuk, dat hü als voorloopigen titel ge
geven heeft „De klokkengieter". Dezer dagen
hoopt hl) bet stuk geheel gereed te hebben,
waarna het onmlddellUk in studie aal worden
genomen door Het Nieuw Schouwtooueei onder
artistieke leiding van Ko van Dük en Frits
Bouwmeester. Ditzelfde gezelschap speelde ook
Coolen’s „Kinderen van ons volk", „De Vier
Jaargetijden** en ,X>e Vreemdeling’*.
Het Nieuw Schouwtocneel zal de première van
dit nieuwste werk van Antoon Coolen brengen in
de tweede helft van Januari.
njï
idm
nricht in onae hlatarie vordert dat
leder katholiek zijn Unlversltelt steu-
ne. Als de rijpe vrucht der katholieke
middeleeuwen geboren, beboert tot onae
emancipatie de volledige eigen Unlverri-
telt.
11
hü
en
speel
liefe
adverteeren, maar het zou misschien wel heel
nuttig kunnen zijn om eens een advertentie te
zetten In de voornaamste Italiaansche kranten.
„Dat zal ik vandaag nog doen," overwoog
Grays, weer wat opgevroolükt bü de gedachte
aan Iets definitiefs en aan eenige activiteit. ,Jk
zal dadelijk die advertentie op gaan stellen, en
eens een lijst van kranten zien te krijgen, als
die tenminste bestaat. En...."
JDsn brief voor u. mijnheer I"
Graye keerde zich weer naar het loketje, waar
hij zoo lang had staan wachten en nam de
enveloppe aan, die de klerk van de poste restante
hem overhandigde. Het was een pakje van nogal
eenigen omvang, er zat iets hards vierkants in en
het was met een slechte hand geadresseerd.
Achterop stond in een langwerpig schild he^
wapen van het kantoor Baggs Kenrick. Graye
ging naar een rustig hoekje van de hal, en
sneed de enveloppe open. Hü haalde er een ge-
typten brief en een foto uit. HU keek eerst naar
de foto, die zooals hU aanstonds opmerkte, In
Genua genomen, en ar* een beetje verbleekt was.
Br stond een meisje op met een typisch Itall-
aansch gezicht, met mooie trekken, glinsteren
de zwarte oogen en met een rijkdom aan zwarte
haren onder een geknoopten doek gewerkt,
waarin kleine muntjes en kralen waren gevloch
ten. Aan den onderkant van het witte passe-
partoutje waren met sierlijke krulletters de
woorden: „Voor Gemma, van Ottilia,’* geschre-
ven.
Den brief In zUn hand houdend, keek Gr%e
lang en aandachtig naar de foto. Dit was na-
Ze was heei
mooi, wel even mooi als Gemma zelf. Maar
waarom lag er in die uitdrukking zoo’n beklem
mende droefheid, zoo’n vreemde somberheid? HU
voelde, terwül hU er naar keek, dat hü, als hü
ergens plotseling deze foto gezien had. gezegd
zou hebben: „Dit is het portret van een vrouw,
die een groot verdriet heeft en die zelden of
nooit lacht." En hü vroeg zich af, waarom die
trekken om dien mond, en die uitdrukking van
die oogen zoo’n diepe droefheid uitdrukten.
HU stak de foto weer In de enveloppe, en nam
den brief ter hand. *n Blik werpend op de on-
derteekening, zag hU dat ze van Kenrick was.
„Zeer geachte heer," schreef de advocaat.
.Nadat u naar Napels bent afgereisd, heb Ik
mün cliënte Lady Wargrave opgezocht en haar
op de hoogte gesteld van uw bedoelingen. Lady
Wargrave heeft me verzocht u baar groote dank
baarheid te betuigen en u te verzekeren, dat ze
hoopt, u onder meer daartoe geëigende om
standigheden, dan In welke ze momenteel ver
keert, persoonlUk te kunnen bedanken.
Reeds voordat Lady Wargrave wist van uw
vertrek naar Italië, had ze de ingesloten foto
van haar vriendin al van haar woning in Park
Lane naar ons kantoor laten brengen. Het is
een portret van Ottilia Morro, dat gemaakt is
in Genua, kort nadat Lady Wargrave en «U
Engeland Aebben verlaten. Ze hoopt, dat het
u van nut aal kunnen zijn bü het instellen
van het onderzoek, dat u zoo edelmoedig op
u hebt gunnmeay
BV gelegenheid van het 25-jarig bestaan der Ambachtsschool te Maastricht went in
tegenwoordigheid van vele autoriteiten op plechtige onthuld een gebrand
schilderd raam, ontworpen en uitgevoerd door den Maastricht-schen kunstenaar
H. Schoonbrood. Het hierboven afgebeelde raam werd aangeboden door oud-leeraren
en -leerlingen, het bestuur en de thans nog op school zijnde leeraren en leerlingen.
toen hU weer In het ziekenhuis terug, al van ver
af de Zuster met het hoofd zag schudden.
,Jk ben niets over Ottilia Morro te weten
kunnen komen,” zei ze. .Niemand weet iets van
haar af. Vele Zusters herinneren zich haar nog.
Maar geen van allen kunnen zU zich herinne
ren, dat zU er ooit iets van verteld zou hebben,
waar ze van plan was naar toe te gaan. Al wat
de Moeder Overste weet, is, dat Ottilia een
groote schenking aan het klooster heeft ge
daan. Dit As alles, wat we u kunnen vertellen,
dr. Graye. Maar we kunnen nog wel eens ver
der navragen. Misschien
daar nog iets te weten,
helpen.”
Graye dankte haar en
waarin hü zich bevond. Er moest toch een mid
del zUn, om Ottilia Morro op te sporen? De
politie de pensions de hotels de perst
De pers. HU dacht plotseling kan het voorstel
van den heer Baggs over de wenschelUkheld
van in de Times te adverteeren. t Had daar in
die opgesmukte atmosfeer van het kantoor in
Bedford Road dwaas genoeg geklonken; maar
was het wel zoo dwaas als het leek? Zeker,
4
ZUn naam zal me dadelük wel te binnen schie
ten. Ja Sir Robert Wargrave, een man van
middelbaren leeftUd. ZUr* vrouw en hü kwamen
Ottilia Morro verscheidene malen opzoeken.
Maar de vrouw Lady Wargrave was een
Italiaansche.”
.Juist. Nu moet ik u in vertrouwen nemen.
Zuster. Sir Robert Wargrave is een tüd geleden
gestorven en Lady Wargrave wordt beschuldigd
van moord.”
De Zuster hief haar handen ten hemel. „Toch
niet van moord op hem?”
.Neen, maar van moord op haar grootvader,
een ouden Itallaanschen heer, met wlen ze als
meisje in Londen woonde. Het is natuurlUk een
valsche en belachelUke beschuldiging,” vervolg
de dr. Graye verontwaardigd. .Maar ongeluk-
klgerwUze bestaan er eenige gronden voor. En
die Ottilia Morro zal nu, als ze gevonden wordt
een zeer gewichtige getuige zUn.
U weet niets van wat er met haar gebeurd is,
nadat ze het hospitaal verliet?”
.Niets. Maar Ik zal er eens naar Informeeren.
Komt u dan over een uur terug.”
Graye verliet het ziekenhuis en wandelde on-
dertusschen een beetje over de heuvelen van
Sint Elmo, peinzend over wat er gedaan moest
worden, als hU niets over Ottilia hoorde. HU
had er geen Idee van, waar het op uit zou
kunnen loopen. Ottilia kon wel dood zün, ae
kon ver weg zUn gereisd; het was, In aanmerking
genomen, dat zoo’n nauwe band haar verbon
den had, vreemd dat ae nooit meer met Gemma
gecorrespondeerd had. HU begon zich moede
loos te yoelen en die moedeloosheid werd grootse, het zou niets uithalen, dm In de Times te tuurljjk Ottilia Morre e portret.
aarotn zouden wü elkaar alleen maar
een kunstkaart sturen, met een huisje
in de sneeuw, of een andere stemmige
voorstelling? Waarom niet een gedicht, waarom
niet een klein Kerstverhaal? BU wUze van ver
rassing voor den Kerstdag, bracht de uitgeverij
H. Nellssen te Amsterdam een novelle van
Antoon Coolen in den handel, die echter niet
op de gebrulkelUke wUze werd uitgegeven. Het
is een klein boekje, dat de oppervlakte heeft
vsn een aanzichtkaart en dat men ook op de
wijze van zulk een kaart kan verzenden als druk
werk. Er Is plaats voor het adres op de ach
terzijde van den alleraardigsten tekst, dat ten
titel draagt: „De weg terug” en de geschiedenis
verhaalt van een Brabantsche gezinsmoeder In
moeilijke omstandigheden. De oneenlgheld ba
rer kinderen Is haar groote verdriet, waaraan
ze echter een einde maakt door In het huis de
plaats In te nemen van baar overleden man.
Eenvoudig, maar gespannen van verhaaltrant,
zal deze Kerstvertelling voor menigeen een aan
gename verrassing zün.
Niet minder aangenaam Is het kleine Kerst
geschenk, dat bU de N V. Bigot en Van Rossem
te Amsterdam verscheen als 25e deeltje van de
populaire Uilenreeks, een kleine precieuse boe
kerij, die eenigszins doet denken aan de leuke
Insel-boekjes uit den tijd dat de Dultsche lit
teratuur nog niet door allerlei bepalingen en
beperkingen beroofd werd van haar waarde voor
Europa. Dit Kerstboekje heet „Ons is ghebo-
ren” en brengt een kleinen schat van oude
Kerstliederen, verlucht met oude, -gekleurde
houtsneden. De verzorger van Mlt slerlUke en
aantrekkelUke kunstwerkje is Jan Poortenaar,
die de goede keuze toelicht met een korte, hel
dere uiteenzetting van de oude typografie. De
„verrukking van een onbedorven hart," zoo
noemt hU terecht de charme, die in dit weel
derige en toch zeer goedkoope boekje werd sa
mengevat.
paren keuzen verslijten. Een diep gevoel van
medelUden vervulde haar.
jk geloof, dat u niet precies weet, wat
op bet oogenblik staat te doen.” hervatte Em
my het gesprek.
„Dat weet ik maar al te goed. Daar zit bet
hem juist In. Ik kan maar niet besluiten se
heen te steppen. Ik heb bet al verschillende
malen geprobeerd, maar als ik in de straat
kom nikt me de moed in de schoenen m ben
ging heen. HU was
niettegenstaande hU nog maar pas aan zijn
taak begonnen was en wist dat ze zeer moei
lijk zou zjjn, 4e wanhoop nabU. HU liep de stad
maar in, niet wetend wat te gaan doen. Toen
bedacht hU, dat er misschien op het postkan
toor brieven voor hem zouden zUn. HU ging
er heen, en gaf aan een loket zijn kaartje af;
en terwijl hU op den klerk, die hem hielp, stond
n ons land is bet feit dat iemand Jacht
meester” wordt, geen openbaar nieuws. In
Engeland daarentegen, dat aan zijn ver
doorgevoerde democratie een onuitroeibaar in
stinct voor feodaliteit paart, stelt een ieder mln
of meer belang in de vraag wie „Master”-van
de een at andere befaamde Jacht" zal worden,
of wel, gelUk t technisch beet, .Master of the
Foxhounds”. Sir Julian Cahn is benoemd tot
.Master of the Femie (Foxhounds)”, en de
bladen wUdden aan hem bUgevolg eenige belang
stellende paragrafen.
Sir Julian Cahn Is, zooals ook uit zijn naam
blUkt, een Jood. HU is eigenaar van een gewel
dige zaak in huurkoop-meubelen, die reeds door
zUn vader groot gemaakt was, maar die door
hem zelf nog seer ultgebreld is. TerwUl hU den
naam heeft een voortreffeUJk zakenman te zUn,
vraagt men zich af, hoe hU den tijd gevonden
heeft rijn eigen zaak te leiden, want al zijn
aandacht is altijd op sport geconcentreerd ge
weest. Hjj Is een geestdriftig cricketer, die niet
alleen zjjn llchamelUke krachten aan bet spel
der spelen gegeven heeft, maar ook heel wat van
het geld dat de huurkoop van zjjn meubelen af
werpt. Op eigen kosten heeft hU cricket-teams
van den eersten rang meegenomen naar Jut
land, West-Indië, Canada, Bermuda en andere
verafgelegen landen. HU is nooit een groot
cricketer geworden, maar hU is steeds een geest
driftig cricketer geweest. Zoo is hU ook geen
zeer groot jager, maar een uiterst geestdriftig
jager, ofschoon cricket voor hem boven alles
gaat. HU heeft de mooiste verzameling van be
roemde cricket-bats ter wereld, waaronder die
van Arthur Shrewsbury, Victor Trumper, en den
bUna legendarisch geworden W. G. Grace.
Joden hebben zeker niet den, naam bijzonder
sportllevend te zUn, vooral ntet in actteven sin.
Dat Engelscbe Joden hierop een uitzondering
vormen, kan een bewijs zijn van de aansteke-
Ujkheid der Engelscbe sportiviteit; t kan ook
een bewijs zUn van den goeden invloed der En-
gelsche verdraagzaamheid.
Maar bet is Juist in verband met Sir Julian
Cahn, dat wU een staaltje van Engelscbe ver
draagzaamheid willen vermelden. WU erkennen
zelfs dat wU. zonder dat, in t geheel niet van
rijn voor ons land niet buitengewoon belangrijke
benoeming tot .Master of the Femie” gerept
zouden hebben.
Sir Julian is Ingezetene van Nottingham, waar
I/voorzitter is van den Conservatieven Bond
‘ook op liefdadig gebied een belangrijke rol
slt. Onlangs werd te Nottingham een Katho-
school geopend door Mgr. Bigland, den ad
ministrator der Kathedraal. Behalve door dezen
werden riog twee openingstoespraken gehouden,
namelijk door den doopsgezinden burgemeester
en dootf "Ben Jood Sir Julian Cahn. Beiden gaven
hun bewondering te kennen voor de wijze waar
op de Katholieken, ofschoon de flnancieele posi
tie hunner scholen ongunstig is, vow de opvoe
ding hunner kinderen zorg dragen; zU roemden
de offervaardigheid der katholieken en Sir Ju
lian prees ben tn het bUzonder omdat zU steeds
bedacht zijn op het geesteUjk welzijn hunner
kinderen. 1
Zulk een man vergeven wU zelfs zijn verza
meling beroemde cricketbats I
Belangwekkende mededeelingen
van den hoogleeraar. Woorden
van bijzonderen dank aan ome
Marine voor den grooten steun.
Meer dan 800 malen gedoken.
gekomen. HU vroeg haar dadelUk:
„Bent u een Engelsche, Zuster?” t
,Jk ben een Engelsche, dr. Graye,” ant
woordde zU op het kaartje kUkend, dat hu aan
den portier had afgegeven. .Maar”, voegde zU
er glimlachend bU, „het is al jaren geleden,
dat ik Engeland gezien heb.”
„Dus u bent hier al lang?”
,Jk ben hier al vüftien Jaar."
Graye voelde zich weer verlicht. Vüftien Jaarl
Dan moest ze zich de gebeurtenissen van zes,
zeven jaar geleden nog wel herinneren.
„Ik ben hier, om een onderzoek in te stellen,
naar iets, dat zes jaar geleden gebeurd is,” zei
hü. „De redenen, waarom dit onderzoek wordt
Ingesteld, zUn, zooals ik u dadelUk zal uitleggen,
van het grootste belang. Herinnert u zich in dit
ziekenhuis een patiënte, iemand, die hier on
geveer zes Jaar geleden was en die Ottilia
Morro' heette?”
De oogen van de Zuster begonnen plotseling
te glinsteren. Ze knikte.
„Heel goed. Ze leed aan een vreemd soort al-
geheele uitputting, maar ae is hier, volkomen
genezen weggegaan. Weer heelemaal de oude,
dr. Graye.”
„En u weet niet, waar ze naar toe is gegaan,
toen ze hier wegging?"
„Ik zelf niet, maar misschien een van de
andere Zusters, of de Moeder Overste.”
.Naar die Ottilia Morro ben ik aan het zoe
ken. Herinnert u zich nog, of ze ooit bezoek
kreeg van Engelsche vrienden?"
komen we hier en
dat u zou kunnen
«“•wchUnltjk, dat de oorzaak van deze afwU-
kmgen niet tri de kerst moet gezocht worden,
doch in de diepere plastische lagen en een even-
wlchtsverstoring aldaar moet stroomingen te
weeg brengen. Deze stroomen moeten wegens de
«nx*e taaiheid dezer lagen een zeer geringe
snelheid hebben; een schatting wijst op snel-
heden van de orde van grootte van één cni. per
Jaar. Aan te nemen Is, dat zü rich tot vele hon
derden kilometers diepte voortzetten, wellicht
zelfs tot 1200 km at meer. De verdeeling der
zwBartekrachtaRfwtJkingen op dalende
stroomen onder de oceanen en rijzende onder de
n stelen iten.
Deze stroomlngsstelsels, zooals rij door de re
sultaten van het zwaartekrachtscmderzoek waar-
echünlük worden gemaakt, schijnen heveatiging
te vinden in de recente ontdekking in de aard-
bevlngsleer, dat er aardbevingen voorkomen,
waarvan het centrum, waar de eerste schok
ontstaat, op groote diepte ligt, nX op meerdere
honderden kilometers. Het is nog voorbarig om
een oorzaak voor desa stroomingen aan te ge
ven, doch er zün aanwijzingen dat er nog onre
gelmatige temperatuursverschillen in de aarde
bestaan en deze zouden zeker een dergelük ver
schijnsel kunnen teweegbrengen.
Aan het slot züner toespraak deelde prof.
Vening Meinesz nog mede, dat er in Oost- en
West-Indië agerkwaardlg meer plaatselüke
iwaartekrachtsafwüklngen gevonden zUn, die
erop wijzen, dat aldaar de aardkorst langs een
smalle strook naar de diepte inknikt, vermoe-
delük door groote horizontale samendrukklng
van de korst. Aan de oppervlakte Is hiervan niet
veel te zien omdat de buitenste lagen van de
korst niet medegenomen worden naar de diepte
doch aan de oppervlakte tot ploolingsgebergten
ineen schuiven; wellicht staan de dlepzeetrog-
gen er in onmlddellUk verband mede.
Met ëen woord van dank aan onze Marine en
«ün vertegenwoordigers voor alles wat zü voor
dit onderzoek hebben willen doen, besloot
hoogleeraar zün causerie.
HU moest weer denken aan die opmerking,
die mijnheer Baggs had gemaakt over het zoe
ken van een naald in *n hooiberg. En, toch, wat
ril nu begonnen was, was *t eenige, wat men doen
k°n en hU scheen de eenige te zün, die het
°P zich kon nemen. En djt bezoek aan een
Plaats, waar men wist, dat Ottilia al waren
y °°k nog zooveel .Jaren qverbeen gegaan
geweest, was de eerste step, dién hü nemen
Graye had sinds zUn vertrek uit Londen al
“n tUd, dat hü niet sliep, besteed aan het lee-
van zooveel mogelUk alledaagsch Ita-
,la&nsch, uit een paar boekjes, die hü Inderhaast
we< u»®1, het station had gekocht. En
°U had al voldoende kennis van de teal gekre-
Jten om zich verstaanbaar te maken bjj den
•”rUer van het ziekenhuis. Daar had hü tot
•on groote vreugde gehoord, dat er zusters wa-
die zün eigen taal spraken. HU stond nu
Tan deze te wachten. En toen ze bln-
**n kwam, een vriendelUke vrouw van mlddel-
““y1 leeftüd, aan wier nationaliteit niet te
”ufelen viel, kreeg hü een gevoel, alsof hü de
wa rite, mneilükheden «1 te bavn wasj
de oceanen wordt te he
•ere waarde gevonden
- de serie .Bekende Nederlanders voor de
Phohi-microfoon” heeft Prof. Ir. F. A. Ve
ning Meinesz Donderdagmiddag een en ander
-- - het wetenschappelük onderzoek,
ZThü riudz vele Jaren “n boord vsn Neder-
1 --en tweemaal aan boord
’«t was vandaag al de derde dag in suc
cessie dat ze hem op hetzelfde tijdstip.
op hetzelfde bankje in bet parit had
zien ritten. Naar zag hü er uit, vond ae. Zn
oogen kelten zoo dof, zün wangen waren zoo
Meek en de mond stond vooreen Jongen man
onnatuuriük strak. .Beker moeUUkheden,” oor
deelde Bmsny en meende, dat de kwestie hier
mede voor haar had afgedaan,
Toen zü den volgenden middag op denzelfden
tüd, denzelfden jongeman weer op dat bankje
zag ritten, Het de vraag naar den aard van
zün tobberijen haar niet meer ka. Zonder dat
hü Mn woord tegen haar had gezegd, zou ze
hem zoo wel hebben kunnen vertellen, waar
over hü daar nu al dagenlang zat te piekeren,
in hoofdzaak althans; elk geval heeft zün eigen
aardige büaonderheden en die waren het juist,
die Bnmy tot nadenken stemde.
Den volgenden middag bemerkte zU van ver
re reeds, dat hü weer op hetzelfde bankje zat
en zonder rich een oogenblik van haar doen
rekenschap te geven, richtte zü haar fiets re
soluut naar den jongeman, trapte, vlak bü ge-
kcenen, even haar rem In en stond toen met
een handig sprongetje vlak naast hem.
,Jk weet zeker dat u het leven allesbehalve
aangenaam vindt. Zou ik u misschien kunnen
helpen?"
Verbaasd keek de jongesgan haar aan, wat
Bnmy de gedachte ëst dat hü van die eenig-
blauwe oogen had, net als.... ZU had geen
tüd om den naam van den anderen haar be
kenden blauw-ooglge in de herinnering op te
sporen, want de Jongeling was opgestaan,
maakte een vrü onhandige beweging, die waar-
echünlük voor zooiets als een buiging moest
doorgaan en zei: „Pardon, ik weet niet met
wie ik de eeg heb te spreken. MUn naam is
Johny Wills."
„Emmy Brender. Ja, riet u, ik heb u nu al
vijf achtereenvolgende dagen op denzelfden tüd
op dat bankje zien zitten en waar u steeds zoo
somber voor u uit rit te staren, dacht ik dat
u narigheden had. Misschien kan ik u helpen,
tenminste als u me zult willen vertellen wat
er aan hapert."
.Neen." Stug en afgebeten kwam <Ut ant
woord, dat aan duidelükheid niets te wenschen
over liet. «->
.Neemt u me dan niet kwalük, dat ik zoo vrü
ben geweest u aan te spreken.^ Met enkele
coquette bewegingen zit zè al weer op haar
flets.
„Wilt u mü mta ongemanierd optreden ver
geven?” Hügend stond hü naast haar, nog
vóór ae een aantal meters verder was.
„Ik heb het zoo niet bedoeld. Ik ben zoo uit
mjjn doen, dat Ik ternauwernood weet wat ik
zeg. Toe, vergeeft u het mü Vragend keek hü
naar Emmy, die met haar fiets aan de hand
nu voor hem. stond.
.Natuuriük, hét Is toch mün eigen schuld.
Ik begrüp zelf niet waarom Ik u zoo Juist die
vragen gesteld heb. Dat had ik elgenlük niet
moeten doen, maar ja, het is nu eenmaal ge
beurd.” Van terzüde keek zü hem aan.
,Jk vind bet erg aardig, dat u zoo’n belang
In me stelt maar ik geloof toch dat u me niet
zult kunnen helpen. Het is Iets, wat Je alleen
moet dragen."
.Neen, zoo mag u niet spreken. Ik hoop dat
u bet niet al te onbescheiden vind, dat ik me
met uw persoonlijke aangelegenheden bemoei,
maar ik sou u zoo graag willen helpen.” Een
korte pause trad in.
„Het gaat absoluut niet. Als ik u precies sou
vertellen wat er haperde, zoudt u een oordeel
over me vellen, dat alles behalve vleiend voor
me was, en dan zou bet gelük nog aan uw
kant zün bovendien.”
„Als u me bet liever niet vertelt, dan
Jk zou het wel willen, maar ik ben bang.
Düidelüker kan Ik het niet zeggen.”
Tferwül Emmy zün strakke trekken sterk
Observeerde, prees zü zich zelf, dat haar voor
gevoel maar al te juist was geweest: een on
gelukkige liefde, niets meer en niets minder.
Hü «ze het slachtoffer van een van die licht
zinnige wezens, die evenveel mannenharten als
kom zakt me de moed In de schoenen
ik weer gauwer terug dan ik er voor
had om er te komen.”
Dezelfde enen hen» uitdrukking, die
reeds eerder was opgevallen, kwam weer over
zün gelaat eq
zü bemerkte tot
haar schrik, dat
het büna kan-
toortüd was en
met een vluchtl-
gen groet en ’n
welgemeende
vermaning om niet langer te blijven tobben,
ging ze heen. Morgenmiddag zouden ze elkadb
bier weer ontmoeten, op hetzelfde uur.
Het was een heel andere Johny Wills, dien
Emmy den volgenden dag trof. Als Mj toover-
slag was al het naargeestige uit zün gezicht
en houding verdwenen; hü had een metamor
phose ondergaan, waardoor er nog maar weinig
was overgebleven, dat in zün nadeel sou kun
nen pleiten.
,JSn....” vragend keek Emmy hem aan, een
cnbehaaglük gevoel bekroop haar. Zou die an
dere zich bedacht hebben en hem met een paar
lieve woordjes weer voor rich hebben Inge
palmd? Had ae daarvoor gisteren al haar over
redingskracht aangewend? Maar wat had zs
dan verwacht?
,js het me niet aan te sten, dat ik me stuk
ken beter voel dan gisteren? Ik ben de geluk
kigste mensch, die cg> de wereld loopt. Alles
is voor elkaar.”
Het was Ekimv het haar duizelde voor de
oogen.
wrteld over
^Snen uitvoeren. De hoogleeraar deelde hlerbü
T—-hlllenda bijzonderheden, welke hü in zün
tmlangs aan de pers verstrekte gegeven niet
-yuan heeft, mede. Hü begon met op te mer-
Jen dat hü dat onderzoek, dat hü voor de
tdjtscominissie voor Graadmetlng uitvoerde, aan
vjl^iiondere medewerking van de Nederland-
Kbe Marine dankt. Ook in de komende maan
den (gelük wü reeds meldden) wil de Marine
veer een groote expeditie mogelUk maken. Hr.
Ma O M zal van 11 Januari tot 20 Maart een
iels over den Noord-Atlantischen Oceaan doen
en de route kon zóó vastgesteld 4Rden, dat
letogrijke wetenschappelijke resultaten te ver-
«aebten zün; de boot zal Horta op de Azoren,
de Oostkust van N.-Amerika, de Bermuda’s en
Uwabon aandoen. Zoodoende zal een dubbele
overkruising van den Oceaan verkregen worden.
De spreker bracht dank aan onze Marine en hü
vees waartoe haar mooie voorbeeld geleid.heeft:
ook in vele andere landen zün onderzeebooten
voor dit onderzoek beschikbaar gesteld. (Ver.
Staten, Frankrijk, Italië, Rusland, Japan en
kortgeleden Engeland).
Het onderzoek op de verschillende waarne-
min^punten zoo vervolgde de hoogleeraar
betreft de nauwkeurige meting van de zwaarte
kracht, d.wz. van de aantrekkingskracht, die
door de aarde op voorwerpen aan haar opper-
viakte wordt uitgeoefend, van de kracht dus, die
zü ta het dagerijksch leven gewicht noemen.
Die kracht vertoont op tal van punten kleine af-
rijklngen van haar normale waarde en het zün
dte afwükingen waar het om te doen is. ZU
verraden n.l. afwükingen in den normalen op
bouw van de aarde, of liever, in de'normale ver
deeling der massa’s; heeft men immers zwaar
dere gesteenten onder zich, dan oefenen die
extra massa’s een extra aantrekking aan de
oppervlakte uit, die zich bü de normale aan
trekkingskracht voegt. Heeft men daarentegen
lichtere gesteenten, dan vindt men dien tenge
volge een tekort aan zwaartekracht. Zoo kan
nen uit de afwükingen van de zwaartekracht
gevolgtrekkingen maken over de samenstelling
van de bovenste laag van de aarde tot een paar
honderd kilometer toe.
Daar intusschen de zwaartekrachtsafwükingen
gering zün (zü bedragen in uitzonderingsgeval
len yt 0/00 en gewoonlük veel mindér) is het.
em se te vinden, noodig groote nauwkeurigheid
te betrachten; de waarnemingen zün nutteloos
te achten als niet een nauwkeurigheid van 1 op
lil honderdduizend bereikt wordt. Dit geeft
op zee groote moeilükheden. Op land is reeds
lang de methode van de slingerwaarnemingen
bekend. Op zee komt een groote storingsinvloed
erbij. nX het effect van scheepsbeweglngen,
waardoor de slingertüd sterke afwükingen on
dergaat.
Deze moeilükheden blükt met een speciale
methode te overwinnen, waarbü men in een
daarvoor Ingericht toestel meerdere slingers te-
gelük laat slingeren en de resultaten zóó com
bineert, datide storingen geëlimineerd worden.
Met groote scheepsbeweglngen loopt men echter
toch vast op practische bezwaren. Met een on
derzeeboot is -dit te vermUden, omdat men op
een zekere diepte onder water büna geen golf
bewegingen meer aantreft en het schip dus rus
tig ligt. Op de groote oceanen, waar de golven
diep doorslaan, is voor de waarnemingen ge.
woonlük een diepte van 30 meter noodig; in
meer ingesloten zeeën kan men met een gerin
gere dulkdiepte volstaan, zelfs met ruwe zee aan
de oppervlakte.
Hiermede, aldus prof. Vening Meinesz, is dus
de reden gegeven, waarom dit onderzoek verre
weg het beste met onderzeebooten kan uitge
voerd worden, en tevens is ermee aangegeven,
dat voor elke waarneming een duikoefenlng
noodig is. BU de latere reizen der Marine is büna
geregeld tweemaal per etmaal gedoken en dlk-
wüls meer.
Tezamen heeft prof. Vening Meinesz reeds
meer dan achthonderd malen gedoken.
Met de onderzoekingen zün merkwaardige
resultaten voor den dag gekomen. Het blükt, dat
er nog over groote uitgestrektheid evenwichts-
verstoringen in de aarde bestaan. Als er even
wicht zou heerschen, zou de korst van de aar
de van een dikte van tusschen de 40 en 60 KM.
b de vastelanden en van enkele tientallen kilo
meters of minder onder de oceanen in drijvend
evenwicht verkeeren op de plastische lagen, die
daaronder vermoeden en wü zouden de daar
bij behoorende massaverdeeling ten naastenbü
kunnen berekenen en dus ook het zwaarte-
bachtsveld dat wü aan het aardoppervlak zou
den moeten waarnemen. De waarnemingen ton
nen afwükingen hiervan aan en het maakt den
indnik dat die afwükingen samenhangen met de
verdeeling van de oceanen en vastelanden; op
het algemeen een iets groo-
i dan in de continenten,
«n deze grootere waarde komt sprongsgewüze
*an de randen der continenten, daar, waar de
diepzee begint, voor den dag.
Theoretische overwegingen maken het in ver
band met de uitgestrektheid der afwükingen
,Fün voor je," hoorde ze zichzelf zeggen.
,Jk zag er eerst nog wel erg tegen op om
er heen te gaan. Maar toen ik eenmaal binnen
was en in de kamer zat, voelde ik me watmeer
op mün gemak. Ik kreeg nog wel even zoo’n
naar gevoel In mün kaak, maar dat was meteen
ook het einde van de narigheid. Met één flln-
ken ruk trok hü hem er uit.”
„Wat bedoel Je?” Ontsteld keek Bnmy hem
aan. Wat ter wereld bezielde dien jongen?
,MUn kies, natuurrijk. Hier heb Je hem.” en
uit een krakend papiertje hulde Johny Wills de
oorzaak van al rijn ellende.
F
v