R L w I DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL 3 ■Cr - OU I Sïet u&Aaal uan den dag ■mi iimsiMi mu mn K H I F 250. F 750.- F 750. ■RRR StAODB 1 Wie doodde g Marco Graffi B m ALLE ABONNÉ’S gb-¥418 .éiê I* ■site. si --- - S’Fissa ÏCb.^: i«- I 1 1 ■ïl ‘I i Kerstgeschenken boekvorm ieid Verdr Een nieuw tooneelstuk Van Antoon Coolen ij*1 «I I l tot werken door beenen af belde oogen Onderzoekingen van prof. Vening Meinesz Op de bank in het park bf wBaa wn aan banfl. aan voet at aan aas cmgevaHtm verzekerd voor een der ultkeertngen F 750e- AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAR VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL M, Ml een ongeval met doodeljjken afloop DINSDAG 22 DECEMBER 1936 de n 1 I I I brandende peCroleiwnlamp omgegooid en liep builend rood. s (Wordt vervolgd) 4 Angstig snelde Plet neer de aangrenaende kamer en ja boor, die etend ta Mchter laaie, t Hondje van den baas bad een bracht en leidden daar een lekker en lui leventje. Ze werden door de bewoners van bet dorp voor hooge bezoekers aangezien en leden In geen enkel opzicht gebrek. Op een middag ontdek ten ae echter, dat er In de kamer een brandlucht hing. Toen Plet bet hotel bereikt had, vond bij daar werkelijk Drein, die in de duurste kamer op zijn gemak de krant zat te lezen. Zoo zei Drein, toen Plet binnenstapte. Ben je daar? Drein en Piet hadden ai drie dagen in het hotel doorge- Naar wü vernemen, legt Antoon Coolen op het oogenblik de laatste hand aan een nieuw tooneelstuk, dat hü als voorloopigen titel ge geven heeft „De klokkengieter". Dezer dagen hoopt hl) bet stuk geheel gereed te hebben, waarna het onmlddellUk in studie aal worden genomen door Het Nieuw Schouwtooueei onder artistieke leiding van Ko van Dük en Frits Bouwmeester. Ditzelfde gezelschap speelde ook Coolen’s „Kinderen van ons volk", „De Vier Jaargetijden** en ,X>e Vreemdeling’*. Het Nieuw Schouwtocneel zal de première van dit nieuwste werk van Antoon Coolen brengen in de tweede helft van Januari. njï idm nricht in onae hlatarie vordert dat leder katholiek zijn Unlversltelt steu- ne. Als de rijpe vrucht der katholieke middeleeuwen geboren, beboert tot onae emancipatie de volledige eigen Unlverri- telt. 11 hü en speel liefe adverteeren, maar het zou misschien wel heel nuttig kunnen zijn om eens een advertentie te zetten In de voornaamste Italiaansche kranten. „Dat zal ik vandaag nog doen," overwoog Grays, weer wat opgevroolükt bü de gedachte aan Iets definitiefs en aan eenige activiteit. ,Jk zal dadelijk die advertentie op gaan stellen, en eens een lijst van kranten zien te krijgen, als die tenminste bestaat. En...." JDsn brief voor u. mijnheer I" Graye keerde zich weer naar het loketje, waar hij zoo lang had staan wachten en nam de enveloppe aan, die de klerk van de poste restante hem overhandigde. Het was een pakje van nogal eenigen omvang, er zat iets hards vierkants in en het was met een slechte hand geadresseerd. Achterop stond in een langwerpig schild he^ wapen van het kantoor Baggs Kenrick. Graye ging naar een rustig hoekje van de hal, en sneed de enveloppe open. Hü haalde er een ge- typten brief en een foto uit. HU keek eerst naar de foto, die zooals hU aanstonds opmerkte, In Genua genomen, en ar* een beetje verbleekt was. Br stond een meisje op met een typisch Itall- aansch gezicht, met mooie trekken, glinsteren de zwarte oogen en met een rijkdom aan zwarte haren onder een geknoopten doek gewerkt, waarin kleine muntjes en kralen waren gevloch ten. Aan den onderkant van het witte passe- partoutje waren met sierlijke krulletters de woorden: „Voor Gemma, van Ottilia,’* geschre- ven. Den brief In zUn hand houdend, keek Gr%e lang en aandachtig naar de foto. Dit was na- Ze was heei mooi, wel even mooi als Gemma zelf. Maar waarom lag er in die uitdrukking zoo’n beklem mende droefheid, zoo’n vreemde somberheid? HU voelde, terwül hU er naar keek, dat hü, als hü ergens plotseling deze foto gezien had. gezegd zou hebben: „Dit is het portret van een vrouw, die een groot verdriet heeft en die zelden of nooit lacht." En hü vroeg zich af, waarom die trekken om dien mond, en die uitdrukking van die oogen zoo’n diepe droefheid uitdrukten. HU stak de foto weer In de enveloppe, en nam den brief ter hand. *n Blik werpend op de on- derteekening, zag hU dat ze van Kenrick was. „Zeer geachte heer," schreef de advocaat. .Nadat u naar Napels bent afgereisd, heb Ik mün cliënte Lady Wargrave opgezocht en haar op de hoogte gesteld van uw bedoelingen. Lady Wargrave heeft me verzocht u baar groote dank baarheid te betuigen en u te verzekeren, dat ze hoopt, u onder meer daartoe geëigende om standigheden, dan In welke ze momenteel ver keert, persoonlUk te kunnen bedanken. Reeds voordat Lady Wargrave wist van uw vertrek naar Italië, had ze de ingesloten foto van haar vriendin al van haar woning in Park Lane naar ons kantoor laten brengen. Het is een portret van Ottilia Morro, dat gemaakt is in Genua, kort nadat Lady Wargrave en «U Engeland Aebben verlaten. Ze hoopt, dat het u van nut aal kunnen zijn bü het instellen van het onderzoek, dat u zoo edelmoedig op u hebt gunnmeay BV gelegenheid van het 25-jarig bestaan der Ambachtsschool te Maastricht went in tegenwoordigheid van vele autoriteiten op plechtige onthuld een gebrand schilderd raam, ontworpen en uitgevoerd door den Maastricht-schen kunstenaar H. Schoonbrood. Het hierboven afgebeelde raam werd aangeboden door oud-leeraren en -leerlingen, het bestuur en de thans nog op school zijnde leeraren en leerlingen. toen hU weer In het ziekenhuis terug, al van ver af de Zuster met het hoofd zag schudden. ,Jk ben niets over Ottilia Morro te weten kunnen komen,” zei ze. .Niemand weet iets van haar af. Vele Zusters herinneren zich haar nog. Maar geen van allen kunnen zU zich herinne ren, dat zU er ooit iets van verteld zou hebben, waar ze van plan was naar toe te gaan. Al wat de Moeder Overste weet, is, dat Ottilia een groote schenking aan het klooster heeft ge daan. Dit As alles, wat we u kunnen vertellen, dr. Graye. Maar we kunnen nog wel eens ver der navragen. Misschien daar nog iets te weten, helpen.” Graye dankte haar en waarin hü zich bevond. Er moest toch een mid del zUn, om Ottilia Morro op te sporen? De politie de pensions de hotels de perst De pers. HU dacht plotseling kan het voorstel van den heer Baggs over de wenschelUkheld van in de Times te adverteeren. t Had daar in die opgesmukte atmosfeer van het kantoor in Bedford Road dwaas genoeg geklonken; maar was het wel zoo dwaas als het leek? Zeker, 4 ZUn naam zal me dadelük wel te binnen schie ten. Ja Sir Robert Wargrave, een man van middelbaren leeftUd. ZUr* vrouw en hü kwamen Ottilia Morro verscheidene malen opzoeken. Maar de vrouw Lady Wargrave was een Italiaansche.” .Juist. Nu moet ik u in vertrouwen nemen. Zuster. Sir Robert Wargrave is een tüd geleden gestorven en Lady Wargrave wordt beschuldigd van moord.” De Zuster hief haar handen ten hemel. „Toch niet van moord op hem?” .Neen, maar van moord op haar grootvader, een ouden Itallaanschen heer, met wlen ze als meisje in Londen woonde. Het is natuurlUk een valsche en belachelUke beschuldiging,” vervolg de dr. Graye verontwaardigd. .Maar ongeluk- klgerwUze bestaan er eenige gronden voor. En die Ottilia Morro zal nu, als ze gevonden wordt een zeer gewichtige getuige zUn. U weet niets van wat er met haar gebeurd is, nadat ze het hospitaal verliet?” .Niets. Maar Ik zal er eens naar Informeeren. Komt u dan over een uur terug.” Graye verliet het ziekenhuis en wandelde on- dertusschen een beetje over de heuvelen van Sint Elmo, peinzend over wat er gedaan moest worden, als hU niets over Ottilia hoorde. HU had er geen Idee van, waar het op uit zou kunnen loopen. Ottilia kon wel dood zün, ae kon ver weg zUn gereisd; het was, In aanmerking genomen, dat zoo’n nauwe band haar verbon den had, vreemd dat ae nooit meer met Gemma gecorrespondeerd had. HU begon zich moede loos te yoelen en die moedeloosheid werd grootse, het zou niets uithalen, dm In de Times te tuurljjk Ottilia Morre e portret. aarotn zouden wü elkaar alleen maar een kunstkaart sturen, met een huisje in de sneeuw, of een andere stemmige voorstelling? Waarom niet een gedicht, waarom niet een klein Kerstverhaal? BU wUze van ver rassing voor den Kerstdag, bracht de uitgeverij H. Nellssen te Amsterdam een novelle van Antoon Coolen in den handel, die echter niet op de gebrulkelUke wUze werd uitgegeven. Het is een klein boekje, dat de oppervlakte heeft vsn een aanzichtkaart en dat men ook op de wijze van zulk een kaart kan verzenden als druk werk. Er Is plaats voor het adres op de ach terzijde van den alleraardigsten tekst, dat ten titel draagt: „De weg terug” en de geschiedenis verhaalt van een Brabantsche gezinsmoeder In moeilijke omstandigheden. De oneenlgheld ba rer kinderen Is haar groote verdriet, waaraan ze echter een einde maakt door In het huis de plaats In te nemen van baar overleden man. Eenvoudig, maar gespannen van verhaaltrant, zal deze Kerstvertelling voor menigeen een aan gename verrassing zün. Niet minder aangenaam Is het kleine Kerst geschenk, dat bU de N V. Bigot en Van Rossem te Amsterdam verscheen als 25e deeltje van de populaire Uilenreeks, een kleine precieuse boe kerij, die eenigszins doet denken aan de leuke Insel-boekjes uit den tijd dat de Dultsche lit teratuur nog niet door allerlei bepalingen en beperkingen beroofd werd van haar waarde voor Europa. Dit Kerstboekje heet „Ons is ghebo- ren” en brengt een kleinen schat van oude Kerstliederen, verlucht met oude, -gekleurde houtsneden. De verzorger van Mlt slerlUke en aantrekkelUke kunstwerkje is Jan Poortenaar, die de goede keuze toelicht met een korte, hel dere uiteenzetting van de oude typografie. De „verrukking van een onbedorven hart," zoo noemt hU terecht de charme, die in dit weel derige en toch zeer goedkoope boekje werd sa mengevat. paren keuzen verslijten. Een diep gevoel van medelUden vervulde haar. jk geloof, dat u niet precies weet, wat op bet oogenblik staat te doen.” hervatte Em my het gesprek. „Dat weet ik maar al te goed. Daar zit bet hem juist In. Ik kan maar niet besluiten se heen te steppen. Ik heb bet al verschillende malen geprobeerd, maar als ik in de straat kom nikt me de moed in de schoenen m ben ging heen. HU was niettegenstaande hU nog maar pas aan zijn taak begonnen was en wist dat ze zeer moei lijk zou zjjn, 4e wanhoop nabU. HU liep de stad maar in, niet wetend wat te gaan doen. Toen bedacht hU, dat er misschien op het postkan toor brieven voor hem zouden zUn. HU ging er heen, en gaf aan een loket zijn kaartje af; en terwijl hU op den klerk, die hem hielp, stond n ons land is bet feit dat iemand Jacht meester” wordt, geen openbaar nieuws. In Engeland daarentegen, dat aan zijn ver doorgevoerde democratie een onuitroeibaar in stinct voor feodaliteit paart, stelt een ieder mln of meer belang in de vraag wie „Master”-van de een at andere befaamde Jacht" zal worden, of wel, gelUk t technisch beet, .Master of the Foxhounds”. Sir Julian Cahn is benoemd tot .Master of the Femie (Foxhounds)”, en de bladen wUdden aan hem bUgevolg eenige belang stellende paragrafen. Sir Julian Cahn Is, zooals ook uit zijn naam blUkt, een Jood. HU is eigenaar van een gewel dige zaak in huurkoop-meubelen, die reeds door zUn vader groot gemaakt was, maar die door hem zelf nog seer ultgebreld is. TerwUl hU den naam heeft een voortreffeUJk zakenman te zUn, vraagt men zich af, hoe hU den tijd gevonden heeft rijn eigen zaak te leiden, want al zijn aandacht is altijd op sport geconcentreerd ge weest. Hjj Is een geestdriftig cricketer, die niet alleen zjjn llchamelUke krachten aan bet spel der spelen gegeven heeft, maar ook heel wat van het geld dat de huurkoop van zjjn meubelen af werpt. Op eigen kosten heeft hU cricket-teams van den eersten rang meegenomen naar Jut land, West-Indië, Canada, Bermuda en andere verafgelegen landen. HU is nooit een groot cricketer geworden, maar hU is steeds een geest driftig cricketer geweest. Zoo is hU ook geen zeer groot jager, maar een uiterst geestdriftig jager, ofschoon cricket voor hem boven alles gaat. HU heeft de mooiste verzameling van be roemde cricket-bats ter wereld, waaronder die van Arthur Shrewsbury, Victor Trumper, en den bUna legendarisch geworden W. G. Grace. Joden hebben zeker niet den, naam bijzonder sportllevend te zUn, vooral ntet in actteven sin. Dat Engelscbe Joden hierop een uitzondering vormen, kan een bewijs zijn van de aansteke- Ujkheid der Engelscbe sportiviteit; t kan ook een bewijs zUn van den goeden invloed der En- gelsche verdraagzaamheid. Maar bet is Juist in verband met Sir Julian Cahn, dat wU een staaltje van Engelscbe ver draagzaamheid willen vermelden. WU erkennen zelfs dat wU. zonder dat, in t geheel niet van rijn voor ons land niet buitengewoon belangrijke benoeming tot .Master of the Femie” gerept zouden hebben. Sir Julian is Ingezetene van Nottingham, waar I/voorzitter is van den Conservatieven Bond ‘ook op liefdadig gebied een belangrijke rol slt. Onlangs werd te Nottingham een Katho- school geopend door Mgr. Bigland, den ad ministrator der Kathedraal. Behalve door dezen werden riog twee openingstoespraken gehouden, namelijk door den doopsgezinden burgemeester en dootf "Ben Jood Sir Julian Cahn. Beiden gaven hun bewondering te kennen voor de wijze waar op de Katholieken, ofschoon de flnancieele posi tie hunner scholen ongunstig is, vow de opvoe ding hunner kinderen zorg dragen; zU roemden de offervaardigheid der katholieken en Sir Ju lian prees ben tn het bUzonder omdat zU steeds bedacht zijn op het geesteUjk welzijn hunner kinderen. 1 Zulk een man vergeven wU zelfs zijn verza meling beroemde cricketbats I Belangwekkende mededeelingen van den hoogleeraar. Woorden van bijzonderen dank aan ome Marine voor den grooten steun. Meer dan 800 malen gedoken. gekomen. HU vroeg haar dadelUk: „Bent u een Engelsche, Zuster?” t ,Jk ben een Engelsche, dr. Graye,” ant woordde zU op het kaartje kUkend, dat hu aan den portier had afgegeven. .Maar”, voegde zU er glimlachend bU, „het is al jaren geleden, dat ik Engeland gezien heb.” „Dus u bent hier al lang?” ,Jk ben hier al vüftien Jaar." Graye voelde zich weer verlicht. Vüftien Jaarl Dan moest ze zich de gebeurtenissen van zes, zeven jaar geleden nog wel herinneren. „Ik ben hier, om een onderzoek in te stellen, naar iets, dat zes jaar geleden gebeurd is,” zei hü. „De redenen, waarom dit onderzoek wordt Ingesteld, zUn, zooals ik u dadelUk zal uitleggen, van het grootste belang. Herinnert u zich in dit ziekenhuis een patiënte, iemand, die hier on geveer zes Jaar geleden was en die Ottilia Morro' heette?” De oogen van de Zuster begonnen plotseling te glinsteren. Ze knikte. „Heel goed. Ze leed aan een vreemd soort al- geheele uitputting, maar ae is hier, volkomen genezen weggegaan. Weer heelemaal de oude, dr. Graye.” „En u weet niet, waar ze naar toe is gegaan, toen ze hier wegging?" „Ik zelf niet, maar misschien een van de andere Zusters, of de Moeder Overste.” .Naar die Ottilia Morro ben ik aan het zoe ken. Herinnert u zich nog, of ze ooit bezoek kreeg van Engelsche vrienden?" komen we hier en dat u zou kunnen «“•wchUnltjk, dat de oorzaak van deze afwU- kmgen niet tri de kerst moet gezocht worden, doch in de diepere plastische lagen en een even- wlchtsverstoring aldaar moet stroomingen te weeg brengen. Deze stroomen moeten wegens de «nx*e taaiheid dezer lagen een zeer geringe snelheid hebben; een schatting wijst op snel- heden van de orde van grootte van één cni. per Jaar. Aan te nemen Is, dat zü rich tot vele hon derden kilometers diepte voortzetten, wellicht zelfs tot 1200 km at meer. De verdeeling der zwBartekrachtaRfwtJkingen op dalende stroomen onder de oceanen en rijzende onder de n stelen iten. Deze stroomlngsstelsels, zooals rij door de re sultaten van het zwaartekrachtscmderzoek waar- echünlük worden gemaakt, schijnen heveatiging te vinden in de recente ontdekking in de aard- bevlngsleer, dat er aardbevingen voorkomen, waarvan het centrum, waar de eerste schok ontstaat, op groote diepte ligt, nX op meerdere honderden kilometers. Het is nog voorbarig om een oorzaak voor desa stroomingen aan te ge ven, doch er zün aanwijzingen dat er nog onre gelmatige temperatuursverschillen in de aarde bestaan en deze zouden zeker een dergelük ver schijnsel kunnen teweegbrengen. Aan het slot züner toespraak deelde prof. Vening Meinesz nog mede, dat er in Oost- en West-Indië agerkwaardlg meer plaatselüke iwaartekrachtsafwüklngen gevonden zUn, die erop wijzen, dat aldaar de aardkorst langs een smalle strook naar de diepte inknikt, vermoe- delük door groote horizontale samendrukklng van de korst. Aan de oppervlakte Is hiervan niet veel te zien omdat de buitenste lagen van de korst niet medegenomen worden naar de diepte doch aan de oppervlakte tot ploolingsgebergten ineen schuiven; wellicht staan de dlepzeetrog- gen er in onmlddellUk verband mede. Met ëen woord van dank aan onze Marine en «ün vertegenwoordigers voor alles wat zü voor dit onderzoek hebben willen doen, besloot hoogleeraar zün causerie. HU moest weer denken aan die opmerking, die mijnheer Baggs had gemaakt over het zoe ken van een naald in *n hooiberg. En, toch, wat ril nu begonnen was, was *t eenige, wat men doen k°n en hU scheen de eenige te zün, die het °P zich kon nemen. En djt bezoek aan een Plaats, waar men wist, dat Ottilia al waren y °°k nog zooveel .Jaren qverbeen gegaan geweest, was de eerste step, dién hü nemen Graye had sinds zUn vertrek uit Londen al “n tUd, dat hü niet sliep, besteed aan het lee- van zooveel mogelUk alledaagsch Ita- ,la&nsch, uit een paar boekjes, die hü Inderhaast we< u»®1, het station had gekocht. En °U had al voldoende kennis van de teal gekre- Jten om zich verstaanbaar te maken bjj den •”rUer van het ziekenhuis. Daar had hü tot •on groote vreugde gehoord, dat er zusters wa- die zün eigen taal spraken. HU stond nu Tan deze te wachten. En toen ze bln- **n kwam, een vriendelUke vrouw van mlddel- ““y1 leeftüd, aan wier nationaliteit niet te ”ufelen viel, kreeg hü een gevoel, alsof hü de wa rite, mneilükheden «1 te bavn wasj de oceanen wordt te he •ere waarde gevonden - de serie .Bekende Nederlanders voor de Phohi-microfoon” heeft Prof. Ir. F. A. Ve ning Meinesz Donderdagmiddag een en ander -- - het wetenschappelük onderzoek, ZThü riudz vele Jaren “n boord vsn Neder- 1 --en tweemaal aan boord ’«t was vandaag al de derde dag in suc cessie dat ze hem op hetzelfde tijdstip. op hetzelfde bankje in bet parit had zien ritten. Naar zag hü er uit, vond ae. Zn oogen kelten zoo dof, zün wangen waren zoo Meek en de mond stond vooreen Jongen man onnatuuriük strak. .Beker moeUUkheden,” oor deelde Bmsny en meende, dat de kwestie hier mede voor haar had afgedaan, Toen zü den volgenden middag op denzelfden tüd, denzelfden jongeman weer op dat bankje zag ritten, Het de vraag naar den aard van zün tobberijen haar niet meer ka. Zonder dat hü Mn woord tegen haar had gezegd, zou ze hem zoo wel hebben kunnen vertellen, waar over hü daar nu al dagenlang zat te piekeren, in hoofdzaak althans; elk geval heeft zün eigen aardige büaonderheden en die waren het juist, die Bnmy tot nadenken stemde. Den volgenden middag bemerkte zU van ver re reeds, dat hü weer op hetzelfde bankje zat en zonder rich een oogenblik van haar doen rekenschap te geven, richtte zü haar fiets re soluut naar den jongeman, trapte, vlak bü ge- kcenen, even haar rem In en stond toen met een handig sprongetje vlak naast hem. ,Jk weet zeker dat u het leven allesbehalve aangenaam vindt. Zou ik u misschien kunnen helpen?" Verbaasd keek de jongesgan haar aan, wat Bnmy de gedachte ëst dat hü van die eenig- blauwe oogen had, net als.... ZU had geen tüd om den naam van den anderen haar be kenden blauw-ooglge in de herinnering op te sporen, want de Jongeling was opgestaan, maakte een vrü onhandige beweging, die waar- echünlük voor zooiets als een buiging moest doorgaan en zei: „Pardon, ik weet niet met wie ik de eeg heb te spreken. MUn naam is Johny Wills." „Emmy Brender. Ja, riet u, ik heb u nu al vijf achtereenvolgende dagen op denzelfden tüd op dat bankje zien zitten en waar u steeds zoo somber voor u uit rit te staren, dacht ik dat u narigheden had. Misschien kan ik u helpen, tenminste als u me zult willen vertellen wat er aan hapert." .Neen." Stug en afgebeten kwam <Ut ant woord, dat aan duidelükheid niets te wenschen over liet. «-> .Neemt u me dan niet kwalük, dat ik zoo vrü ben geweest u aan te spreken.^ Met enkele coquette bewegingen zit zè al weer op haar flets. „Wilt u mü mta ongemanierd optreden ver geven?” Hügend stond hü naast haar, nog vóór ae een aantal meters verder was. „Ik heb het zoo niet bedoeld. Ik ben zoo uit mjjn doen, dat Ik ternauwernood weet wat ik zeg. Toe, vergeeft u het mü Vragend keek hü naar Emmy, die met haar fiets aan de hand nu voor hem. stond. .Natuuriük, hét Is toch mün eigen schuld. Ik begrüp zelf niet waarom Ik u zoo Juist die vragen gesteld heb. Dat had ik elgenlük niet moeten doen, maar ja, het is nu eenmaal ge beurd.” Van terzüde keek zü hem aan. ,Jk vind bet erg aardig, dat u zoo’n belang In me stelt maar ik geloof toch dat u me niet zult kunnen helpen. Het is Iets, wat Je alleen moet dragen." .Neen, zoo mag u niet spreken. Ik hoop dat u bet niet al te onbescheiden vind, dat ik me met uw persoonlijke aangelegenheden bemoei, maar ik sou u zoo graag willen helpen.” Een korte pause trad in. „Het gaat absoluut niet. Als ik u precies sou vertellen wat er haperde, zoudt u een oordeel over me vellen, dat alles behalve vleiend voor me was, en dan zou bet gelük nog aan uw kant zün bovendien.” „Als u me bet liever niet vertelt, dan Jk zou het wel willen, maar ik ben bang. Düidelüker kan Ik het niet zeggen.” Tferwül Emmy zün strakke trekken sterk Observeerde, prees zü zich zelf, dat haar voor gevoel maar al te juist was geweest: een on gelukkige liefde, niets meer en niets minder. Hü «ze het slachtoffer van een van die licht zinnige wezens, die evenveel mannenharten als kom zakt me de moed In de schoenen ik weer gauwer terug dan ik er voor had om er te komen.” Dezelfde enen hen» uitdrukking, die reeds eerder was opgevallen, kwam weer over zün gelaat eq zü bemerkte tot haar schrik, dat het büna kan- toortüd was en met een vluchtl- gen groet en ’n welgemeende vermaning om niet langer te blijven tobben, ging ze heen. Morgenmiddag zouden ze elkadb bier weer ontmoeten, op hetzelfde uur. Het was een heel andere Johny Wills, dien Emmy den volgenden dag trof. Als Mj toover- slag was al het naargeestige uit zün gezicht en houding verdwenen; hü had een metamor phose ondergaan, waardoor er nog maar weinig was overgebleven, dat in zün nadeel sou kun nen pleiten. ,JSn....” vragend keek Emmy hem aan, een cnbehaaglük gevoel bekroop haar. Zou die an dere zich bedacht hebben en hem met een paar lieve woordjes weer voor rich hebben Inge palmd? Had ae daarvoor gisteren al haar over redingskracht aangewend? Maar wat had zs dan verwacht? ,js het me niet aan te sten, dat ik me stuk ken beter voel dan gisteren? Ik ben de geluk kigste mensch, die cg> de wereld loopt. Alles is voor elkaar.” Het was Ekimv het haar duizelde voor de oogen. wrteld over ^Snen uitvoeren. De hoogleeraar deelde hlerbü T—-hlllenda bijzonderheden, welke hü in zün tmlangs aan de pers verstrekte gegeven niet -yuan heeft, mede. Hü begon met op te mer- Jen dat hü dat onderzoek, dat hü voor de tdjtscominissie voor Graadmetlng uitvoerde, aan vjl^iiondere medewerking van de Nederland- Kbe Marine dankt. Ook in de komende maan den (gelük wü reeds meldden) wil de Marine veer een groote expeditie mogelUk maken. Hr. Ma O M zal van 11 Januari tot 20 Maart een iels over den Noord-Atlantischen Oceaan doen en de route kon zóó vastgesteld 4Rden, dat letogrijke wetenschappelijke resultaten te ver- «aebten zün; de boot zal Horta op de Azoren, de Oostkust van N.-Amerika, de Bermuda’s en Uwabon aandoen. Zoodoende zal een dubbele overkruising van den Oceaan verkregen worden. De spreker bracht dank aan onze Marine en hü vees waartoe haar mooie voorbeeld geleid.heeft: ook in vele andere landen zün onderzeebooten voor dit onderzoek beschikbaar gesteld. (Ver. Staten, Frankrijk, Italië, Rusland, Japan en kortgeleden Engeland). Het onderzoek op de verschillende waarne- min^punten zoo vervolgde de hoogleeraar betreft de nauwkeurige meting van de zwaarte kracht, d.wz. van de aantrekkingskracht, die door de aarde op voorwerpen aan haar opper- viakte wordt uitgeoefend, van de kracht dus, die zü ta het dagerijksch leven gewicht noemen. Die kracht vertoont op tal van punten kleine af- rijklngen van haar normale waarde en het zün dte afwükingen waar het om te doen is. ZU verraden n.l. afwükingen in den normalen op bouw van de aarde, of liever, in de'normale ver deeling der massa’s; heeft men immers zwaar dere gesteenten onder zich, dan oefenen die extra massa’s een extra aantrekking aan de oppervlakte uit, die zich bü de normale aan trekkingskracht voegt. Heeft men daarentegen lichtere gesteenten, dan vindt men dien tenge volge een tekort aan zwaartekracht. Zoo kan nen uit de afwükingen van de zwaartekracht gevolgtrekkingen maken over de samenstelling van de bovenste laag van de aarde tot een paar honderd kilometer toe. Daar intusschen de zwaartekrachtsafwükingen gering zün (zü bedragen in uitzonderingsgeval len yt 0/00 en gewoonlük veel mindér) is het. em se te vinden, noodig groote nauwkeurigheid te betrachten; de waarnemingen zün nutteloos te achten als niet een nauwkeurigheid van 1 op lil honderdduizend bereikt wordt. Dit geeft op zee groote moeilükheden. Op land is reeds lang de methode van de slingerwaarnemingen bekend. Op zee komt een groote storingsinvloed erbij. nX het effect van scheepsbeweglngen, waardoor de slingertüd sterke afwükingen on dergaat. Deze moeilükheden blükt met een speciale methode te overwinnen, waarbü men in een daarvoor Ingericht toestel meerdere slingers te- gelük laat slingeren en de resultaten zóó com bineert, datide storingen geëlimineerd worden. Met groote scheepsbeweglngen loopt men echter toch vast op practische bezwaren. Met een on derzeeboot is -dit te vermUden, omdat men op een zekere diepte onder water büna geen golf bewegingen meer aantreft en het schip dus rus tig ligt. Op de groote oceanen, waar de golven diep doorslaan, is voor de waarnemingen ge. woonlük een diepte van 30 meter noodig; in meer ingesloten zeeën kan men met een gerin gere dulkdiepte volstaan, zelfs met ruwe zee aan de oppervlakte. Hiermede, aldus prof. Vening Meinesz, is dus de reden gegeven, waarom dit onderzoek verre weg het beste met onderzeebooten kan uitge voerd worden, en tevens is ermee aangegeven, dat voor elke waarneming een duikoefenlng noodig is. BU de latere reizen der Marine is büna geregeld tweemaal per etmaal gedoken en dlk- wüls meer. Tezamen heeft prof. Vening Meinesz reeds meer dan achthonderd malen gedoken. Met de onderzoekingen zün merkwaardige resultaten voor den dag gekomen. Het blükt, dat er nog over groote uitgestrektheid evenwichts- verstoringen in de aarde bestaan. Als er even wicht zou heerschen, zou de korst van de aar de van een dikte van tusschen de 40 en 60 KM. b de vastelanden en van enkele tientallen kilo meters of minder onder de oceanen in drijvend evenwicht verkeeren op de plastische lagen, die daaronder vermoeden en wü zouden de daar bij behoorende massaverdeeling ten naastenbü kunnen berekenen en dus ook het zwaarte- bachtsveld dat wü aan het aardoppervlak zou den moeten waarnemen. De waarnemingen ton nen afwükingen hiervan aan en het maakt den indnik dat die afwükingen samenhangen met de verdeeling van de oceanen en vastelanden; op het algemeen een iets groo- i dan in de continenten, «n deze grootere waarde komt sprongsgewüze *an de randen der continenten, daar, waar de diepzee begint, voor den dag. Theoretische overwegingen maken het in ver band met de uitgestrektheid der afwükingen ,Fün voor je," hoorde ze zichzelf zeggen. ,Jk zag er eerst nog wel erg tegen op om er heen te gaan. Maar toen ik eenmaal binnen was en in de kamer zat, voelde ik me watmeer op mün gemak. Ik kreeg nog wel even zoo’n naar gevoel In mün kaak, maar dat was meteen ook het einde van de narigheid. Met één flln- ken ruk trok hü hem er uit.” „Wat bedoel Je?” Ontsteld keek Bnmy hem aan. Wat ter wereld bezielde dien jongen? ,MUn kies, natuurrijk. Hier heb Je hem.” en uit een krakend papiertje hulde Johny Wills de oorzaak van al rijn ellende. F v

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 17