VERTROUWEN EN M VOOR OUDEJAARSAVOND ERTELLINGEN van Den wisselenden winter VERLEIDING H »s T 11 II lli SIBOTAK E E VAN ONZE ADVERTEERDERS illlHIIIIIIIH Beproefde receptenl Wraakneming 'V' Practische winter- gerechten 0IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIN I! •1 Mee z’n storm en ontij De Babywasch I 1 AppWfreiffmt* Haringela - BRABANTSCHE BRIEVEN 7 F- UJT DE LADE LEVEN 1N WINKELZAKEN nd de 244 1 5*4 F. n 4 I A r. I? i -I n el 13 •u Oliebollen Alcoholvrije punch 330 gr. geecmfljte gember met sanhangende stroop. 2 ree. MN JlUTt KRACHT-" de zwaar J. OKHUISEN. *stov< (boterohe MARYE ct. kKÉCth z’ncn geen 6*4 Weet je wel, wat helpen is? Helpen is het allerfijnste, Want Je bent niet meer de kleinste Tot je groote ergernis. 2 6 9V« '2*4 0 6*4 9V, 14» «EN et. ien behoeve van ben, die op Oudejaars avond zelf de gebruikelijke lekkernijen willen klaar maken, geven wij hier eenlge Plichtsvervulling geeft geluk, Staalt de zwakke kinder handen Hoedt ze voor gevaarlijk stranden In des levens zorg en druk. doctor, 1 eetlepel aatfn. peper en coat en ruim 1 <LL. staolie, 3 kropjes Hoüaodeebe da. of voer I ct dunsel, 1 hardgekookt eenlge plakjes Mot of roods Imut, oen paar aure augurkjes. Bereiding: Doe de koude aardappelen in een flinke riakom en snijd as met twee messen tas. ten, Ur. ent ent id. gebogen, stokouwe paterkens, stillekes te me- dlteeren, in d’r hooge schouwers. De zon zonk bloedrood achter *n peerae wolkbank. En rossen gloei smeulde over de witte weareld. *n Strakke locht puurde in groenen glans boven m'nen kop. Koperen weerschijn vloeide over de be- Pikant rijstschoteltje Wordt bereid op deaelfde wtjae, alleen met dit verschil, dat men in plaats van een restje aard appel een restje rijst neemt. Aardappeltomaatstoofpot Dit is iets om op een drukken dag gemak- irelük en goedkoop uit te zyn Uw gewone hoe veelheid aardappelen koken. U neemt een half pond tomaten en S tot y, ons kaas per per soon. De tomaten in dikke plakken snijden en braden. De kaas raspen en met het hraadsel door de gare roeren In goed ge sloten pan nog evjür^stov^ en zout, peper of dergelyke naar sm toet a voe DRB. 1% schoteltjes klaar b.v. aan het oud Warme kaasboterhammen Snijd het brood in dunne plakken, besmeer ae me* boter en leg tusschen iedere twee sneden een plak kaas. Deae kaasboterhammen in de koekepan lichtbruin bakken. De kaas smelt tus- acben het brood; t is werkelijk delicatesse. Wilt U er een „koninklijken" schotel van maken, dan een paar plakjes tomaat en gehakte peterse lie er op. tm. I re euvel, dat optreedt bij bet gebruik van scherpe Ook de kleine Amerikaansche filmster Shirley Temple moet al een „doublé heb ben. Het is Mary Islieb (rechts), die tijdens langdurige opnamen voor Shirley Temple moet stilzitten hartje, sjuust als Dré til alty was. En Trui en ik. we verlangen naar morgen, als die twee ridders komen afgezet. Dré mee de koffers, Bart mee 'nen bel, die ie veurult trapt. Als ge zoo X spanneke ziet aankomen, dan loopt ge zoo rap als ge loopen kunt, om ae efkens „op te freten". En nou van den avond de kerstspullekes op gezocht! En morgen, mee twee knechten aan X karweien! Ah! Das weer 'n plazlerig werkske! Da's al weer Xis timmeren aan éénen bonk geluk, peer- lend geluk, dat veur ons is weggeleed. ■S ,5 Oroentenkaaskoekjes Misschien beeft u een restje groenten, U raspt er flink wat kaas door en bindt het met een lepel bloem en een geklutst ei. Nootmus kaat en peper naar smaak. Ook van dit deeg bakt u kleine koekjes in een weinig vet in de koekenpan Heerlijk voor broodbelegging vooral nu *t winter wordt, dan zijn de hulsge- tot kleine stukjes. Schil de appelen, ontdoe ve~ •voeden dol op een warm hapje. beproefde recepten. De gerechten zijn alle vrjj eenvoudig wat de bereiding betreft, en met een beetje moeite en zorg zal men er zeker eer mee in leggen! Aller eerst komen onze bekende, oud-Hollandsche: Ah! Amico! ik mag 'm soo genen zien, dleën wisselenden winter mee s’n storm-en-onty, mee z'n stille, witte uren. Dleën wisselenden buiten in deus tij, mee de jagende wolkenflar den, mee de kleere groene vrieslochten; mee de zwarte sneeuwlochten, maar ook mee de bloedrooie avondzon! Ik mag 'm soo geren, op den akker, mee den glasharden kool, bevroren tot in de nerven, maar ook mee den lauwen eerde, die zwaar riekt van den dool. Ik mag *m zoo geren, mee s’n kale landschappen, vol teekening van t takkenrag; maar ook als se besuikerd liggen de velden mee den dunnen harden sneeuw. En als ik séhllderen kost, lijk onsen Dré, ah! Ik kroop tot m’n ellebogen in de schoone ver wen en ik klodderde en penseelde God Zijnen schoenen buiten in de gloeiendste en in de 0.05 6.25 S.10 l.»2% Vroren slooten en plassen. En dieper zonk de zon. En rosser gloeide ‘t ijs. Wolken van gesmol ten goud vloeiden uit, boven den westerkim. Gouwen passement hing in de toppen der roerlooae bootnen. Langzaam smolt den son- nevuurbol deur de peerae mistbank, tot ie nog maar 'n gloeiend streepke was. 'n Klonterke vuur, dat doofde in peersen asch. De vorst huiverde deur de witte stilte. Witte stilte, die overtogen wierd mee doffen nevel, die over X landschap zeeg, t IJs in de slooten had z’n leste rosse schamp verloren. Alle kleur doofde uit en d’n avond spreidde sachtjes ‘nen duister over 'n roerlooss weareld, roerloos als d’n dood eigens! Nog stllder wierd den akker. 'tWas of de stilte van 1 Kerkhoveke, daar bezlien de pastorie, over de weareld kroop. Vaag schemerden de witte daken van m’n dorpke teugen de graauwe avondlocht. Vaag trokken de kromme wilgen, daar by den ijs- sloot uit m’n oogen. De weareld vervaagde, ver vaagde tot in één donkere stilte, die alty val len bleef, nadat X leste van de winterzon als •n bonkske vuur was weggesmeuld daar onder aan den hemel. Dat was een schoenen Adventsdag geweest, Fenen om te droomen van den Kerststal. Te verlangen naar die uren van geluk, die straks zouwen bestrooid worden mee den gouwen poeier, die er wemelen sou van de keersenlicht- jes om t heilig stalleke. neten R.97y, 3.45 8.53 0.84 2.08 3 gemarineerde haringen, 750 gr. gekookte, koude aardappelen, 500 gr. zure handappelen <b.v. goudrelnetten), 1 kleine gekookte biet (Indien gewenscht), eenlge zure uitjes, of een stuk rauwe ui, peper, zout, maggiaroma, azijn, slaolie en ftjn» gehakte peterselie naar smaak. Voor de garneering: mayonnaise van 1 10 n 'l'ii >4 10 13 4 van het klokhuis en snijd ze eveneens tot stukjes, op een bouten plank. Meng ze, om bruin worden te 'voorkomen, vlug onder de aard appelen. Ontdoe de haringen van kop. staart en graat en snijd se ftjn, stroop de biet (indien gebruikt) en maak ook deze klein. De uitjes èn de peterselie zeer fijn hakken. Alles flink men gen, en sout, peper, azijn, maggi-aroma en sla olie naar smaak toevoegen. Laat de sla minstens twee uren staan, al vorens de te gebruiken. Maak er dan op een Hinken glazen schotel een ronden .platten vorm van, om tot wijzerplaat van een klok te dienen, of bedenk een anderen, op Oudejaarsavond toe- jtaesdijken vorm. Versier den rand met gewas- /schen slablaadjes en plakjes hardgekookt ei, bedek de harlngsla vlak vóór het opdoen met dikke mayonnaise, en breng er van stukjes biet of tomaat de uren en wijsers op aan. die' twaalf uur moeten aanwijsen. Pikant aardappelschoteltje Wellicht beeft V kaasrestjes staan en wat aardappelen van den vorlgen dag. U doet dan een paar kopjee melk in een pannetje met wat nootmuskaat. Als t kookt, set u t van t vuur af en raspt uw kaasrestjes er door, onverschil lig of dit Goudsehe-, Edammer- of Leldsche kaas is of misschien alle soorten door elkaar. Nu roert u uw reetje aardappel er door en set alles op een matig vuurtje tn een goed gesloten pan te stoven. Gebruik dit warme hapje bij uw brood. Dit was dan ook de voornaamste reden, dat er besloten was alle Europeanen op de Estate te vermoorden. dat een even snelle doodelijke heeft als de beet van een bril- 500 gr. tarwebloem, 1 el, 5 gr. zout, 250 gr. krenten, rozijnen en gesnipperde cade, geraspte gele schil van één citroen, een kleine halve L. melk. 30 gr. gist (voor 3 et.), ijzeren potje- met frituurvet slaolie). Bereiding: Klop het ei In een diepen be slagpot, brokkel hierbij de gist, en laat het samenvloeien. Wasch intusschen de krenten en rozijnen flink en droog as tusschen een schoe nen doek, snipper de sucade en maak de mdk lauwwarm. Doe bet meel bij bot lofegeklopte ei en de gist, voeg lauwe melk, sout en geraspte citroenschil toe en besla het deeg met den platten kan^ van een houten beslaglepel, tot het geheel glad is en zich onder het slaan biassen gaan vormen. Meng er dan vlug de gewasschen krenten en rozijnen en ook de sucade door, leg een deksel of een schoonen natten doek over de kom en laat het beslag één uur op een lauwe plaat rijzen. Maak Intusschen Ifct vet flink heet, (echter niet soo, dat er een blauwe walm afslaat) doop er even twee lepels in, om ze glad en warm te maken en vorm hiermee kleine porties van het deeg, die tot knappende, bruine bollen gebakken wordep. (DU duurt voor een flinke oliebol 4*5 minuten). Laat ze even uitlekken op een vergiet met een bord eronder, en presenteer ze warm of koud met basterd suiker of gestampte witte suiker. ber zeer fijn gesneden), behalve het-vruchten- sap In een pannetje, dat goed afgesloten kan worden (een keteltje, waarvan de tuit wordt dichtgestopt kan ook zeer goed dienst doen). Laat het minstens twee uur heel zachtjes trek ken, b.v. op een theelichtje of éénplts petro leumstel, dat zeer laag gesteld is. Voeg dan het vruchtensap toe en zeef het geheel. Dien de punch met kokend water. 1/3 stroop en «3/3 water, of meer stroop, naar smaak. go^dkoope en goede aanvullingen, die minder kosten dan tal van gebruikelijke toevoegingen en hetzelfde of nog meer effect voor de voe ding hebben. In dit verband is het wal dienstig te weten, welke goede en tevens smakelijke gerechten van kaas en kaasresten gemaakt kunnen worden, zonder dat dit veel werk eischt. Want niet waar, om veel werk zijn onze huisvrouwen niet verlegen! Het maken van aparte kosten staat heelemaal niet op t programma. Daarom is het ook soo goed, te bedenken, dat kaas bijna „te geef" la in verhouding tot de voedingswaar de en dat we met weinig moeite,de lekkerste maken. We denken hier ebracht, en de gesneu- luis opgebaard werden. Bij de berechting dezer zaak, die eenlgen tijd na den overval plaats vond, kwam het uit. dat er een paar kamponghoofden in het complot waren betrokken, die de verzets lieden tegen ons hadden opgezet, omdat zij bij het mededingen naar plantage-leveran- ties waren'uitgesloten. Indien een onderzoek zou worden ingesteld bij verschillende winkeliers, dan zou men tot de ontdekking komen, dat zeker niet meer dan 10% van ben alle kleine uitgaven behoorlijk boeken. En toch zouden zij dit wel degelijk moeten doen. Juist in dezen tijd nu de belas ting op het Inkomen zoo hoog is opgevoerd. Gif ten, fooitjes tramkosten van loopjongen, aller hande porti, het schoonmaken van gereedschap pen en van etalages, het aanschaffen van elec- trische lampen en andere kleinigheden, van al dergelijke dingen - het aantal ervan is nog veel grooter wordt geen boek gehouden, omdat daarvoor geen 'nota in een of anderen vorm wordt overgelegd. Telt men echter al deze kleine bedragen eens by elkaar op, dan komt men tot een totaal, dat zeer aanzieniyk is en waarover dus teveel belasting moet worden be taald door menschen, die zich meestal aller minst de luxe van zulke achteloosheid kunnen veroorloven. Hlerby voege men een belangrijk percentage van uitbetalingen, welke dubbel geschieden. Dit vindt hierin zijn oorzaak, dat er niet de minste dwang bestaat om alle postjes te bOeken. Alleen door het gebrek aan overzicht over de kleine uitbetalingen gaat per jaar een bedrag verloren, waarvan men zou schrikken. Het allerergste echter van het verfoeiiyke iwonden door de vlucht in het bosch redden. Deze gebeurtenis was intusschen een der oorzaken geworden om wraak te nemen en zoo mogelijk alle Europeanen op de plan tage te vermoorden. Een paar dagen later hoorden wij dan ook vroeg In den morgen in de omliggende dor pen bet oorlogssignaal op de tqp-tong slaan. Dit sein was een wenk voor ons om waak zaam te blijven en eenlge Ambonneesche vechtjassen uit onze koeliebevolking te re cruteeren, die met de oppassers een te ver wachten aanval moesten afslaan. Na drie dagen kwam de kampongbevol- klng opdagen om met ons af te rekenen. Inderhaast verwisselde ik mijn wit pak voor een khakl-costuum, om niet zoo spoe dig herkend te worden. Gewapend met een revolver en verge zeld door mijn bediende, snelde ik bet pad op, dat naar de onderneming leidde. weg. zijnde, weerklonk vlak de schreeuw van een hert, ir mij bezwoer, een ander daar deze kreet het meest voorteeken was: de 300 gram suiker, sap van 3 sinaasappelen en 3 citroenen, dunne, gekleurde schil van sinaasappel en citroen. <LL. water. Op het slaan der ton-tong was een ge wapende ronde toegesneld en kon nog juist bijtijds een grooter ramp voorkomen worden. Terwijl mijn staljongen het ton-tong- signaal sloeg, werd hij neergeveld; ik vond hem bewusteloos uitgestrekt op’ den grond liggen. De Bengaalsche nachtwaker, die een paar inlanders had neergeschoten, was er helaas erger aan toe. Na hem naar het kantoor te hebben ver voerd. waar zich de apotheek en de ver- bandkamer bevonden, trof ik een tiental kamponglieden aan, die door onze koelies, onder aanvoering der Europeesche em- plcyé^s, overmeesterd waren en in boelen ge- Na verbonden te zijn, werden alle licht gewonden in de gevangenis .onder mijn huls opgesloten, terwijl de meer ernstige gevallen naar het hospitaal - --*■* velden in het Uj’ Als ik van den mor sen wakker wierd, l*n spookte storm deur de bosschen. Dan loeiden de windvlagen om ons huiake. dat de blinden veur 't raam er van rammelden. Klos ten de regens teugen de deur mee geweld of er hsndenvol erwten teugen aam kitsten. t Was nog veul donker. ’t Water uit de goten ruischfe in de regen ten. De hoorde in de bedstee, dat m’n ton overliep, ’t Overdadige water kliederde langs de duigen en acherlde over de klinkers van m’n •teepke achter t huis. Geen pieseltje dag was nog te bekennen. En efkens gingen m’n slaperige gedachten ■tear den groentenwagel, die "k straks deur deu- ten zwaren dag moest douwen. Efkens denken..., wat was t vandaag.... t geen.... Ahja! Maandag! De Kerat- •tek vu begonnen! Rap zocht ik m’n electriek dievenlanteerntje onder m’n kussel uit. knipte t aan, richtte t °P m'nen horloge, die k alty aan ’nen spyker ln de bedstee hang.... bU-half-zeuven -Hoe laat is ’t?” vroeg Trui, terwyi ik «1- tes soo stillekes meugeiyk dee, denkende dat se c°g sliep. -Kwart-over-sessen-deur, Toeteloerts." Dat klonk beter dan „by-half-aeuven," want i win- als t de onlangs gehouden enquete betreffen- kkde de oorzaken van mislukkingen in zaken, -L"werd door ruim 60% der inzenders het „Uit de lade leven in winkelzaken” als reden aange geven, waardoor zaken ten gronde gaan. Men zou kunnen zeggen dat dit tegelykertyd oorzaak en gevolg is van een.onjulste boekhou ding. Het verschynsel doet zich nl. ook voor M die „ren, waar een boekhouder periodiek de boe ken byhoudt. Hem worden by zyn komst gegevens in den vorm van kattebeltjes, facturen en kwitanties ter band gesteld en zoo goed en zoo kwaad als bet hem mogeHjk is, sorteert hy een en ander. Contröle op de dageiyks voorkomende trans acties is vrijwel onmogelijk. Verschillende be dragen kunnen aan de dagontvangst worden onttrokken, zonder dat het bemerkt wordt. Tekorten op het huishoud-budget worden Biaar al te dikwyls uit de lade aangevuld. Wat erger is, soms ook kan het personeel zyn „te korten” uit de lade aanvullen. Dit alles ge schiedt zonder dat er een haan naar kraait. Des avonds bergt de patroon het „groote geld" op, noteert dit bedrag, gaat zich in zijn krant verdiepen, zonder een flauw vermoeden te heb ben van de verliezen, welke dien dag zyn gele- den. Daarnaast zyn de vergeten uitbetalingen ver liesposten, die over een zeker tydsverloop een vosnmam bsétoac vormen. Nauwelijks op in de nabijheid waarop mijn gelelde: pad te volgen, dasu onheilaanbrengend voorteeken was: voorbode van een naderend ongeluk. Aarzelend voldeed ik aan zijn verzpek; waar ik later geen spijt van had, daar het bleek, dat zich eenlge gewapende inlanders bjj bedoeld pad in hinderlaag hadden ge legd. om op verraderlijke wijze met mjj af te rekenen. Door dus den raad van mijn inlandschen bediende op te volgen, ontkwam ik onge twijfeld aan een ontzettenden dood, want de Pijlen met een blaasroer, geruischloos. uit een hinderlaag geblazen, zijn gedrenkt in een ve- uitwerl slang. Zonder verder oponthoud bij mijn woning gekomen, moest ik tot mijn spijt ontwaren, dat hier een vreeselijk bloedbad was aan gericht. Lenig en geruischloos, als panters zich voortbewegend, hadden sde onverlaten de op twee meter hooge palen gebouwde woning beklommen en getracht, de Ijzerhouten deu ren die toegang gaven tot de vertrekken, waar uit voorzorg de kinderen en vrouwe lijke bedienden een tijdelijk onderkomen hadden gekregen, te forceeren; doch vóór die bezweken waren, was er redding komen opdagen. -Er zijn den laatsten tyd stroomlngen waar te nemen, osn de masütyden doelmatig samen te stellen en llflaf jes op zij te zetten voor voi- waardigen koet. Vele vrouwen zoeken, als ant woord op de vrastg: jaoe bezuinig ik?” naar is beheerder van een rubberplantage had Ik vage berichten ontvangen, dat de inlandsche bevolking kwade plan nen koesterde en voornemens was de plan tage af te loopen. Bereidlng j Doe aUe isyiadiéaten (de gem- Wat kon toch de reden gijn dat ze hler- ,4*W?Tkon<tan slaahte gissen en wek te .ver band met het volgende. Het was mij namelijk opgevallen, dat de rtjstvoorraden abnormaal sterk verminder den, waardoor ik de overtuiging kreeg, dat er gestolen werd. Onzen Afghaanschen oppassers gaf ik daarom order des nachts de rijstschuur goed te bewaken. Ongeveer twaalf uur ’s nachts zag een onzer wakers eenlge gedaanten uit het gras opduiken en de schuur beklimmen, ter wijl een paar handlangers beneden blijk baar de wacht hielden om bij onraad tijdig hun metgezellen te kunnen waarschuwen. De kans om de dieven op heeterdaad te betrappen was inderdaad schoon en onze Aghanen, voor geen klein gerucht ver vaard, gingen direct er toe over, ben te arresteeren. Bij een hierna ontstane worsteling met blanke wapens werden een'paar inlanders, die moedig weerstand boden ernstig door onze geduchte klewangs gewond. Ook» aan onzen kant werden eenlge man nen buiten gevecht gesteld. De bende kon zich met medevoering van „Weet ik *l lang,” zee Trui, „toe, ga weg mee dieën knuist, *t is hoog tijd!” „De Kerstweek is begonnen, Truike!” kwekte-n-ik! „OJa?” zee ae chagrijnig. Toen sloeg de steertklok half-zeuven. ,,’t Is tóóch....’’ zee Trui en meteen stapte zy op den stoel, over de beddeplank. „Ook ’nen goeienmorgen," zee ik daarop. Maar Trui ging zitten of er niks gebeurd was, trok t kousen aan mee *n haast of ae den eersten trein moest halen. En zweeg luidruch tig. Toen schoof z’ln ’r klompen en ging de lamp aansteken. Terwyi Trui de plattebuis aanlee, wipte-n-lk cok over de beddeplank, schoot ’t achterhuis in. maakte ’n lichtje, zwengelde de pomp los, trok m’n hemd over m’nen kop en malse h als daauw, schuimend van geweld, liet ik de pols- dlkke straal pompwater over m’nen kop, m’nen rug en langs m’nen nek klatsen. ’t Koele water prikte tot onder m’n vel. Ik voelde t in m’n harsens, llr proefde, ja ik róók *t water, dat in m’n zlelement den dag dee aangieren mee denzeUden fors, als waarmee ik de plattebuis hoorde aantrekken! En steeds kledderde den regen teugen oe raam. Voelde-n-lk den storm deur de spleten over m’nen bast trekken. En als ik gereed was. efkens de deur losgooi de van t achterhuis, dan gierden storm en regen binnen, da ’k 'nen tel versuft stond van 't lawyt. Wat ‘n verschil mee verlejen week, toen den buiten bevroren lag, onder harden sneeuw! Alles 't was soo schoon. Zoo stil. Ik hóór de m'nen asem gaan. Zoo stil was 't op den witten akker. —De knotwilgen, langs den bevroren sloot, had den 'n witte pruik op. Stonden daar, als ’n rij kwaad van „uit de lade leven” is de hierdoor ontstane verleiding. Het is onbegrijpelyig hoe sommige ouders hun kinderen een slecht voorbeeld kunnen geven, door soms alle, voor het huishouden benoodigde kalden, sonder meer uit de lade te nemen. Welk een situatie ontstaat hierdoor? inplaats van hun kinderen te leeren accuraat met .het geld om te gaan, stellen zy een bak met onge teld geld bereikbaar voor kinderen en pereo- neel. .Mewt"hoor ik een leser opmerken, ,jnag ik dan myn eigen kinderen niet vertrouwen”? Zeker, ik sou hiertegen willen stellen de vraag: Juzg men se ln verleiding brengen?” ,Js het niet beter de verleiding weg te nemen?” Hoe zou U oordeelen, indien een gnder Uw eigen kind aan verleiding blootstelde? Zou het een waardeerend oordeel zyn? Sommige zakenmenschen denken vaak soo on logisch, haast naïef; zy weten dat aan hun contróle veel ontbreekt, zy weten dat er veel aan hapert. Het eenlge dat» zy hiertegenover stellen is de vaak vrome wensch: dat hun te kort aan contróle zal worden aangevuld door een surplus aan eeriykheid by hun perso neel. Elk patroon heeft het volste reght te el- schen, dat zyn menschen strikt eeriyk zyn, doch hy heeft niet het minste recht te vergen dat zy op den duur bestand zyn tegen de verleiding, waaraan hy hen willens en wetens blootstelt. uur is onzen tyd van opstaan in en Ttul Is altjj zoo „erg” wakl rijd Jsl Meteen zette Trui de vuisten ln ’t middel van peuren rug, om d’r eigen oo te richten, maar *k drukte se mee m’n rechterhand plat neer •n zee: „Kalmkes-aan. van Peuteren, boor eerst »»t ’n weer daarbuiten!” 136 gr. tarwebloem, 10 gr. gist (voor 1 cent), iets sout, een theelepel slaoMe, 2 d.L. lauwe melk, 1000 gr. (3 pond) mooie, sachtsure appelen, (Bellefleurs sjjn voor dit doel seer geschikt), een yzeren potje met frituurvet. Bereiding: Brokkel de gist in den be slagpot en laat se met een paar druppels lauwe melk vervloeien. Doe daarna de bloem, sout, slaolie en 1 dX. van de lauwe melk erbij en sla het tot een glad beslag. Roer dan de rest van de melk erdoor en laat het deeg je^ dicht- gedekt op een lauwe plaats, één uur rjjzen. Maak Intusschen het frituurvet flink heet, (echter niet dampend), en boor en schil de appelen. Snyd ze, vlak vóór het bakken, ln plakken van ongeveer 1% cM. dikte. Doop ze met een vork flink in het beslag, laat het over tollige er even afloopen en bak de appelbeignets mooi lichtbruin en gaar. Laat ze even uitlekken op een vergiet, en presenteer ze, liefst warm, met witte basterdsuiker en gestompte kaneel. N.B. Op dezelfde wyze kunnen ook zeer sma kelijk abrikosenbeignets gebakken worden. De gedroogde abrikozen, die van goede kwaliteit moeten zyn, worden eerst 34 uur geweekt en daarna goed uitgelekt, vóór se in het bakdeegje gedompeld worden. Want, als ge deusen brief leest, alles! dan zyn se weer allemaal hier, de binders! "k Heb van Trui vanmorgen ’nen seel bood schappen meegekregen, waar ik m'nen wage! onderweuge mee volgelajen heb! D’n Fielp zorgt veur den wontebrood en den krenten mik, afyn Trui heeft de leiding en dan dan is allee, veur de kinders en veur my. soo pulk veur malkaar als niemand ter weareld alles klaarmaken k*n! Ja. ik heb er wel *n paar dagen 'n zenuw achtig wyf mee ln huls, van morgen, by X ont waken is 't al aoo’n bietje begonnen! Maar straks, na den eten, als ze daar troont op ’r vaste -plekske achter de plattebuis, ontgeven van al heur kroost en 'n schep kleinklnders. straks, als de lichtjes van den boom en van X stalleke ln de glanzend’ oogen achynen. als X kleine grut s’n Keretliedeke zingt, straks.. 1 Als we thuis stjn uit X Lof (twee banken heb ben we noodig, amico. Ik breng veul klanten mee veur ons pastoorke!) als we dan thuis zyn en den avond is gevallen over den eersten Kerstdag, d’n buis staat in rossen schemer van de snorrende plattebuis, straks dan....! Als de keerskens knepperend branden, den kleinen Dré stillekes aan mjjnen nek hangt en z’n stralend' donker’ oogskes vol staan mee de beeldekes en keersen van „ons” stall^re, mee .zynen" ezel; als 'nen gouwen schenB? deur den huis werrelt van al X dansend keersenlicht en draden, schoonder dan van goud nog, on zichtbare draden gespannen worden van hart tot hart, waarlangs de heimeiyke boodschap- kens gaan van den grooten Dré naar z’n Moe der, van Trui naar my. straks....! Als over die teer-gesponnen draden den mu ziek gaat tokkelen van Heiligen Nachtgeluk, van dankbaarheid aan X kindeke. dat ons weer liet samenzijn aan zyn kribke, danI Dan troont Trui, als de Koningin van al da* kostelyk feest van gouwen licht, van louter geluk, van onzegbaren rijkdom, dan troont Trui daar als de Koningin, over de onschatbare «eelde van *n bezit, waarveur Koningen hun Ryk verlaten! Be weelde van Xi groot en ge lukkig gezin, geschaard om X Heilig Huishou wen. daar in X Stalleke van Bethlehem! Amico, ik mot er gaan afschelen. Maar in de stemming van aoo’n kosteiyk gouwen uur. te midden van al m’n bloeien, wensch ik jou en al oew lezers en lezereakes, ook namens Trui: ZALIG KERSTFEEST Veul groeten van Trui en als alty haarke minder van oewen reinste kleuren die ik mengen koet! *k Zou willen bidden dan mee vette verfstreken uit malsche kwasten, waarvan Rembrandt z’n goud. Van Gogh z’n peersen dropen! Vernolle! Geenen doek zou me te groot, gee nen kwast te struisch, geen palet te bont en geen onderwerp me te heilig zyn, om daar bulten, onder de zon en in den sneeuw, in den storm en ln vriesty brokken natuur te stelen en te sleepen naar m’n huls! 'k Zou verwen, verwen tot ’k er mager van wierd. "k Zou schil deren zons-op en zonsondergangen mee kleu ren, kleuren amico, die "k zou willen persen uit de blommen. Mee de fluweelen uit de dah lia's, mee X vuur uit de geraniums, mee 'tgoud uit de zonneblommen en den gouwen-regen, mee den gloei van den herfst. Maar allez! Is dè-t pMn^n. Laat ik content zijn, da *k X zien kan! Alles! Zien, zien! Nie mee d’oogen alleen Maar mee X verlangend zlelement, waarmee zelfs den blinde Onzenlievenheer kan zien, ln al Z’n schoone werken! Ja, X was vuil weer vandaag. Maar tijdens X ontbyt, mee de lamp op, kwam den Drlek binnen. Z'n cape woog zwaar van regen, 'n RU droppen hing te wiebelen aan de lakken klep van z’n facteurspet. Z'nen kop blonk rood van den storm. „We meugen X hebbeA vandaag. Dré,” zee den Drlek, duiénde op mijnen groen ten wage). AUez, Drlek, nie klagen. Jonk! Drie, drie...” en "k stak m’n vette vingers van X gebrajen spek omhoog: „drie kusteiyke dagen staan er te wachten, man!” „En of!” zee den Drlek. En hy maakte 'nen kuitenflikker, dat de regendroppen van zijnen mantel ln m'nen koffie sprongen. „En 'hier is den brief van Ouwenbosch, Dré, oewen Kerst!” kwekte-n-ie. „Sigaar, Drlek?*’ ik 'm dan bewaren, Dré? X Is zond mee dleën regen.” M’n baaske schreef: .Xieve Opa «n-Opoe. Met de vacantie kom ik rectit naar Ulven- liout. Met de bus. Vader en Moeder komen odR Eerste Kerstdag. Ik breng dus Bartje mee, dat is zeker wel goed. Hy kan best naast my slapen in uw grote bed. Ik schiet goed op op de Mulo. En ik ben goed gezond. Bartje eet ook veel. Hy is van de week uitgebroken. 8tie- kum over het hek geklommen en 'n gtaasje limonade gasui drinken in dat café, weet U wel. U moet my mnar stilletjes 15 centen ge ven, Opa. dan hoeft Vader X niet te weten, want Bart beeft eerst de limonade uitgedron ken en toen pas tegen de kastelyn gezegd dat ie geen centen had. En riet u, Bart heeft ai straf gekregen van Broeder Overste. Hy dacht dat ie van de maand een goude kaart zou krij gen en dan krijgt hy van Vader en Moeder altijd 1 gulden. En daar zou hy dan van be talen. maqr zyn gouden kaart is nu naar de maan. Dure limonade Opa! Gulden per glas. Ik heb me naar gelachen. Toen wou Bart vech ten. Nou! Zo’n aap! Maar toch is hy aï sterk hoor. Opa, heb U de dingen voor het stalletje al opgezocht? Niet af maken hoor! Ik wil zoo graag meehelpen. 'kHeb een ezel uitgezaagd. Breng ik mee voor het stalletje. Hij is goed uitgevallen. Bart zaagt ook al. Maar dat zult U wel zien. Hy heeft lapjes aan zyn vingers. Vind hy fyn. Als je aan hem vraagt wat heb je daar aan je vingers dan zegt hy o. niks, da’s van X glvuurzagen. Ik zeg het is figuur. Ik zég toch givuur zegt hy dan Koppig Opa, koppig! Maar de Broeders houden veel van hem, omdat hy zoo goed bid. Hy word pastoor zegt hy. Misdienaar is hy al ln onze kapel. En hy kan de heele Mis al ringen, dus hy schiet al goed op. En op z’n kamertje heef^ ie een H Antonlus. een Llefvrouwebeeld met een bos nagemaakte bloemen, een groot en een klein Kruurieviks. een heilig schlldery van de H. 'Teresia maar een rood lampje mag hy niet branden voor brand. En vechten opa, vechten! Hy moet maar aalmoezenier worden, dan kan hy later mee naar den oorlog als pswtoor. Opm ik schei er af zou u zeggen. Veel groeten van het aalmoezenier! Je ook voor Opa en geen haarke minder van uwen toet a voe (dat is fout. Opa!) Dré ITI.” Ge riet amico, m'n baaske wordt groot! HV „vadert" al over den kleinen Bart en brief staat er zelfs vol van! En als ge X my vraagt, dan heeft ie X jong gewoonweg ultge- Schilderd. Ge riet zóó, wat Bart veur *n tiepke Is! ’Nen pekkeren kwajongen mee *n gouwen et.gebeurt dikwyls dat de babywasch, meer speciaal de luiers, een roee tint krijgt na het wasechen Een dergeiyk waachmiddelen kan worden voorkomen door een zuivere zeepeoort te gebruiken, b.v. Sunlight at Lux. Bovendien is bet van groot belang de luiers enz. ee?st terdege te spoelen alvorens ze in het sop te doen zoodot geen urinezuren meer aan wezig zyn. Behandel ae dan op de gewone wyze. Ook voor de teere bebyhuid is bet van belang dat de luiers steeds in Koudwater Lux of m Sunlight igep worden gewasschen, daar in bet goed achtergebleven zeepdeeltjes van scherpe zeepeoorten de zoo gevoelige babyhuid op onaan gename wyse kunnen irriteeren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 13