VERTROUWEN EN
H
VOOR OUDEJAARSAVOND
T
A
VERLEIDING
Den wisselenden winter
I
11
'I
M
“II
'I
STELLINGEN van
SIBQIAK
BI
Wraakneming
Practische winter-
gerechten
Beproefde receptenl
A* -
Mee z’n storm
en ontij
1
F'
De Babywasch
•t
X.'
7
■ft
BRABANTSCHE BRIEVEN
I
BB
r: Pii
UIT DE LADE LEVEN
IN WINKELZAKEN
inj
i
■i
VAN ONZE ADVERTEERDERS
IH
tte
•re11
A is
Apwalboignot»
(l
BlllllBIIIIIII»lllllll»lfflllllMIM ‘iiiimÏ!TOnm~
Alcoholvrije punch
gename wüze kunnen irrlteeren.
**H .JfSKSTK KR4CHT“
zijn konst
i»
=3*
'iebollen
Y
0
Wke bedienden een tljdelijk ondei
grooter
een
ramp
n-
Haring el a
M
»*n
0
J
i
al*
L
L
töet a voe
DRB.
I-
kfr
Ook de kleine Amerikaansche filmster S htrley Temple moet al pen „double"heb-
ben. Het is Mary Islieb (rechts), die tijdens langdurige opnamen voor Shirley
Temple moet stilzitten
daarop.
es gebeurd
naar het hospitaal
velden In het lijke.
kt
*S
■m
e-
ve
ad
Ig.
3 gemarineerde haringen,
ISO gr. gekookte, koude.aardappelen,
500 gr. zure handappelen (b.v. goudreinetten),
1 kleine gekookte biet (indien gewenscht),
eenige zure uitjes, of een stuk rauwe ui,
peper, zout, maggiaroma, azijn, slaolie en fijn
gehakte peterselie naar smaak.
▼oor de garneerlng: mayonnaise van 1
Er zijn den laatsten tijd stroomingen waar
te nemen, om de maaltijden doelmatig samen
te stellen en llflafjes op zü te zetten voor vol-
waardigen kost. Vele vrouwen zoeken, als ant
woord op de vraag: „Hoe bezuinig ik?” naar
kt
uv jvcu WCK 5CUVUUCU, uiuutu -w
nota in een of anderen vorm 500 gr. tarwebloem,
1 ei.
5 gr. aput,
250 gr. krenten, roatfnen en gesnipperde ta-
cade, geraspte gele schil van Mn citroen,
een kleine halve L. mek.
30 gr. gist (voor 3 ét),
ijzeren potje met frituurvet
slaolie).
1:
L
S0
re
R
oi
i-
Dit was dan ook de voornaamste reden,
dat er besloten was alle Europeanen op de
Estate te vermoorden.
rtt
ar-
kw.
kw.
ere
1?
m,
sr-
per
hte
kte
B.R
rte*
een vv
uitwerl
slang.
Zonder verder oponthoud bij mijn woning
mijn spijt ontwaren,
dat hier een vreeselijk bloedbad was aan-
doctor, 1 eetlepel aatjn, peper en zout «ruim
1 dl*. slaolie, 1
3 kropjes HoUandeohe sla, ef voor 6 etyminael,
1 hardgekookt el,
eenige plakjes biet, of rood^tomaatf
een paar zure augurkjes.
BereidihgDoe de koude |»rdappels in
een flinke slakom en snijd ae met twee messen
tot kleine stukjes. Schil de appelen, ontdoe ze
van het klokhuis en snijd ze eveneens tot
stukjes, op een houten plank. Meng ze, om bruin
worden te voorkomen, vlug onder de aard
appelen. Ontdoe de haringen van kop, staart en
graat en snijd ze fijn, stroop de biet (indien
gebruikt) en maak ook deze klein. De uitjes en
de peterselie reèt fijn hakken. Alles flink men
gen, en zout, peper, azijn, maggi-aroma en sla
olie naar smaak toevoegen.
Laat de sla minstens twee uren staan, al
vorens ze te gebruiken. Maak er dan op een
Hinken glazen schotel een ronden .platten vorm
van,, om tot wijzerplaat van een klok te dienen,
of bedenk een anderen, op Oudejaarsavond toe-
paeseljjken vorm. Versier den rand met gewas-
schen slablaadjes en plakjes hardgekookt ei,
bedek de harlngsla vlak vóór het opdoen met
dikke mayonnaise, en breng er van stukjes biet
of tomaat de uren en wijzers op aan, die twaalf
uur moeten aanwijzen.
BereidingKlop het et in een diepen be
slagpot, brokkel hierbij de gist, en laat het
samenvloeien. Wasch Intusschen de krenten en
rozijnen flink en droog ae tusschen een schoo-
PltehtsvervuXüng geeft geluk,
Staalt de zwakke kinder
handen
Hoedt ae voor gevaarlijk
stranden
j. okhuiben. In des levens zorg en druk.
Rembrandt
dropenI
me te groot, gec-
palet te bont en
geen onderwerp me te heilig zijn, om daar
buiten, onder de zon en in den sneeuw, in den
storm en in vriestij brokken natuur te stelen
en te sleepen naar m’n huis! 'k Zou verwen,
verwen tot ’k er mager van wierd. "k Zou schil
deren zons-op en zonsondergangen mee kleu
ren, kleuren amico, die *k zou willen persen
uit de blommen. Mee de fluweelen uit de dah
lia's, mee X vuur uit de geraniums, mee X goud
uit de zonneblommen en den gouwen*regen,
mee den gloei van den herfst.
Maar allez!
Is dikt peinaen.
Laat ik content zijn, da k 't zien kan!
Allez! Zien, zien! Nie mee d'oogen alleen.
Maar mee t verlangend zielement, waarmee
zelfs den blinde Onzenllevenheer kan zien, in
al Z’n schoone werken!
136 gr. tarwebloem.
10 gr. gist (voor 1 cent),
iets zout, een theelepel slaeMe,
3 «LL. lauwe melk.
1000 gr. (3 pond) mooie, zachtxure appelen,
(Bellefleurs z|jn voor dit doel zeer geschikt),
een ijzeren-potje met frituurvet
O
Bereiding: Brokkel ^de gist in den be
slagpot en laat ae met een paar "druppels lauwe
melk vervloeien. Doe daarna de bloem, zout,
slaolie en 1 dX. van de lauwe melk ertyj »n,
sla het tot em glad htatog Bsis dan da-reet
.MtMgMMr^oor en lagfeMif deegje. dlcbt-
gedekt op een lauwe plaats, één uur rijzen.
Maak intusschen het frituurvet flink heet,
(echter niet dampend), en boor en schil de
appelen. Snijd ze. vlak vóór het bakken, in
plakken van ongeveer 1% cM. dikte. Doop ze
met een vork flink in het beslag, laat het over
tollige er even afloopen en bak de appelbeignets
mooi lichtbruin en gaar. Laat ze even uitlekken
op een vergiet, en presenteer ze, liefst warm,
met witte basterdsuiker en gestompte kaneel.
N B. Op dezelfde wijze kunnen ook zeer sma
kelijk abrikosenbeigneta gebakken worden. De
gedroogde abrikozen, die van goede kwaliteit
moeten zijn, worden eerst 34 uur geweekt en
daarna goed uitgelekt, vóór ae in het bakdeegje
gedompeld worden.
ten behoeve van hen, die op Oudejaars
avond zelf de gebruikelijke lekkernijen
willen klaar maken, geven wij hier eenige
beproefde recepten.
De gerechten zijn alle vrij eenvoudig wat de
byeiding betreft, en met een beetje moeite en
zorg zal men er zeker eer mee in leggen! Aller
eerst komen onze bekende, oud-Hollandsche:
Ja, X was vuil weer vandaag. Maar tijdens
t ontbijt, mee de lamp op, kwam den Driek
binnen. Z’n cape woog zwaar van regen, 'n RU
droppen hing te yrtebelen aan de lakken klep
van z’n facteurs[>et. Z'nen kop blonk rood van
den storm.
„We meugen t hebben vandaag, Dré,” zee
den Driek, dulénde op mijnen groentenwagel.
„Allee, Driek, nie klagen, jonk! Drie, drie...”
en *k stak m’n vette vingers van X gebrajen
sjiek omhoog: „drie kustelijke dagen staan er
te wachten, man!*'
„En of!” zee den Driek. En hU maakte *nen
kuitenflikker, dat de regendroppen van zijnen
mantel In m’nen koffie sprongen.
„En hier is den brief van Ouwenbosch, Dré,
oewen Kerst!” kwekte-n-le.
„Sigaar, Driek?"
.Mag ik 'm dan bewaren, Dré? X Is zond mee
dieën regen.”
MXr bssske schreef-
„Lieve Opa en Opoe.
Met de vacantie kom ik recht naar Ulven-
hout. Met de bus. Vader en Moeder komen ook.
Eerste Kerstdag. Ik breng dus Bartje mee, dat
is zeker wel goed. Hjj kan best naast mij slapen
in uw grote bed. Ik schiet goed op op de
Mulo. En ik ben goed gezond. Bartje eet
ook veel. HU van de week uitgebroken. Stie-
kum over het hek geklommen en 'n glaasje
limonade gaan drinken in dat café, weet U
wel. V moet mij maar sUHetjee 15 centen ge-
Weet fe ufel, wat helpen is?
Helpen het allerfijnste.
Want je bent niet meer de
kleinste
Tot je groote ergernis.
Want, als ge deusen brief leest, alles!
dan zUn ae weer allemaal hier, de klndérs!
k Heb van Trui vanmorgen 'nen seel bood
schappen meegekregen, waar ik m’nen wagel
onderweuge mee volgelajen heb! DX1 Flelp
zorgt veur den worstebrood en den krenten
mik, afUn Trui heeft.de leiding en dan....,
dan is alles, veur de binders en veur mU. zoo
puik veur «talkaar als niemand ter weareld
alles klaarmaken kón!
Ja. ik heb er wel ’n paar dagen *n zenuw
achtig wijf mee in huls, van morgen. bjj-X ont
waken is X al zoo’n bietje begonnen! Maar
straks, na den eten, als ze daar troont op "r
vaste jdekske achter de plattebuis, omgeven
van al heur kroost en 'n schep klelnklnders,
straks, als de lichtjes van den boom en van
X stalleke in de glanzend’ oogen schijnen, als
X kleine grut z’n KerstMedeke zingt, straks.. .1
41s we thuis sün uitf X Lof (twee banken heb
ben we noodlg, amico, ik hegng veul klanten
mee veur ons pastoorke!) als we dan thuis zijn
en den avond is gevallen over den eersten
Kerstdag, d'n buis staat in rossen schemer van
de snorrende plattebuis, straks dan.I
Als de keerskens knepperend branden, den
kleinen Dré stillekes aan mUnen nek hangt en
z’n stralend' donker’ oogfkes vol staan mee de
beeldekes en keersen van „ons” stalleke. mee
.zijnen'' ezel; als 'nen gouwen schemer deur
den huls werrelt van al X dansend keersenlicht
en d. rien. schoonder dan van goud nog, on
zacht *e draden gespannen worden van hart
tot hart, waarlangs de heimeUjke boodzehap-
kens gaan van den grooten Dré naar z’n Moe
der. van Trui naar mjj, straks.1
Als over die teer-gesponnen draden den mu
ziek gaat tokkelen van Heiligen Nachtgeiuk,
van dankbaarheid aan X klndeke, dat ons weer
liet samenzijn aan Zijn kribke, dan....!
Dan troont Trui, als de Koningin van al dat
kostelijk feest van gouwen li<£it, van louter
geluk, van onzegbaren rijkdom, dan troont Trui
daar als de Koningin, over de onschatbare
weelde van "n bezit, waarveur Konlngen hun
Rijk verlaten! Be weelde van *n groot en ge
lukkig gezin, geschaard om X Heilig Huishou
wen. daar in X Stalleke van Bethlehem!
Amico, ik n»ot er gaan afschelen. Maar in de
stemming van zoo’n kostelijk gouwen uur, te
midden van al m’n bloeien, wensch ik jou en
al oew lezers en lezerMkes, ook namens Trui:
ZALIG KBRMPEB8T
Veul groeten van Trui en als altij
haarke minder van oewen
gekomen, moest Ik tót i
dat hier een vreeselijk
gericht.
Lenig en geruischloos, als panters «ich
voortbewegend, hadden de onverlaten de op
twee meter hooge palen gebouwde woning
beklomipen en getracht, de ijzerhouten deu
ren die toegang gaven tot de vertrekken,
waar uit voorzorg de kinderen en vrouwe-
„Weet ik al lang.” zee Trui, „toe, ga weg mee
dieën knuist, X is hoog tijd!”
,J)e Kerstweek is begonnen, ’Duikel”
kwekte-n-Ik!
„OJa?" zee ze chagrijnig.
Ttoen sloeg de steertklok half-zeuven.
„*t Is tóóch....” zee Tnn en meteen stepte
zjj op den stoel, over d; beddepl
„Ook ’nen goelenmorgen,” zee
Maar Trui ging zitten of er
was, trok X kousen aan mee *n haast of ze den
eersten trein moest halen. En zweeg luldruch-
U».r
lamp
Ter
m schoof s’in X klompen en ging de
msteken.
J1 Trui de plattebuis aanlee, wtpte-n-lk
cOk over de beddeplank, schoot X achterhuis
in, maakte 'n lichtje, zwengelde de pomp los,
trok m’n hemd over m’nen kop en malsch als
daauw, schuimend van geweld, liet ik de pols-
dlkke straal pompwater over m’nen kop, m’nen
rug en langs m’nen nek klatsen. X Koele water
prikte tot onder m’n vel. Ik voelde X in m’n
harsena, ik proefde. Ja ik róók X water, dat
in m’n zielement den dag dee aangloren mee
denzelfden tors, als waarmee ik de plattebuis
boorde aantrekken!
En steeds kledderde den regen teugen o»
raam. Voelde-n-ik den storm dom de spleten
over m’nen bast trekken.
En als ik gereed was, efkens de deur losgooi-
dc van X achterhuis, dan gierden storm en
regen binnen, da *k 'nen tel versuft stond van
X lawijt.
Wat Xi verschil mee veriejen week, toep den
bulten bevroren teg, onder harden sneeuw!
Alles X was zoo schoon. Zoo stil. Ik hóór
de m’nen asem gaan. Zoo stil was X op den
witten akker.
De knotwilgen, langs den bevroren sloot, had
den ’n witte pruik op. Stonden daar, eM ’n rij
nen doek, snipper de sucade en maak de melk
lauwwarm. Doe het'meel, bij het losgeklopte el
gp de gist, voeg lauwe melk, zout en geraspte
citroenschil toe en besla het deeg met den
platten kant van een houten beslaglepel, tot
het geheel glad Is en zich onder het slaan blazen
gaan vormen. Meng er dan vlug de gewaazehen
krenten en rozijnen en ook de sucade door,
leg een deksel of een schoonen natten doek
over de kom en laat het beslag één uur op een
lauwe plaat rijzen. Maak intusschen het vet
Hink heet, (echter niet zoo, dat er een blauwe
walm afslaat) doop er even twee lepels in, om ze
glad en warm te maken en vorm hiermee
kleine porties van het deeg, die tot knappende,
bruine bollen gebakken worden. (Dit duurt voor
een flinke oliebol <45 minuten). Laat ze even
uitlekken op een vergiet met een bord eronder,
en presenteer ae warm of koud met basterd
suiker of gestampte witte suiker.
Oroentenkaasknekjes
Mlsechkea heeft u een^ restje groenten. U
raspt er flink wat kaas door en bindt het met
een lepel bloem en een geklutst ei. nootmus
kaat en peper naar smaak, ook van«dit deeg
bakt u kleine koekjes in een weinig vet in de
koekenpan. Heerlijk voor broodbeleggtng
vooral nu X winter wordt, dan zijn de huisge-
nooten doi Op sen warm hapje.
Koedkoope en goede aanvullingen, die minder i
kosten dan tel van gebruikelijke toevoegingen
en hetzelfde of nog meer effect voor de voe- j
ding hebben.
In dit verband is het wel dienstig te weten,
welke goede en tevens smakelijke gerechten van
kaas en kaasresten gemaakt kunnen worden,
zonder dat dit veel werk elscht. Want niet
waar, om veel werk zijn onze huisvrouwen niet
verlegwn! Het maken van aparte kosten staat
heeletnaal niet op X, programma. Daarom is
het ook zon goed, te bedenken, dat kaas bijna
„te geef” is in verhouding tot de voedingswaar
de en dat we met weinig moeite de lekkerfte
schotelt jas klaar kunnen maken. We denken hier
b.v. aan het oudbakken brood op Maandag.
Pikant rüstschoteltje
Wordt bereid op dezelfde wijze, alleen met dit
verschil, dat men in plaats van een restje aard
appel een restje rijst neemt.
hadden gekregen, te forceeren; doch vóór
die bezweken waren, was er redding komen
opdagen.
mdien een onderzoek sou worden ingesteld
b(j verschillende winkeliers, dan zou men tot
de ontdekking komen, dat zeker niet meer dan
10* van ben alle kleine uitgaven behoorlijk
boeken. Eta toch zouden zij dit wel degelijk
moeten doen, juist in dezen tijd nu de belas-
L ting op het inkomen zoo hoog is opgevoerd. Gif-
F ten, fooitjes tramkosten van loopjongen, aller
hande pqrti, het schoonmaken van gereedschap
pen en van etalages, het aanschaffen van elec-
trische lampen eit andere kleinigheden, van al
dergelijke dingen het. aantel ervan is nog veel
grooter wqrdt geen boek gehouden, omdat
daarvoor geen r
wordt overgelegd. Telt men echter al deze
kldne bedragen eens bij elkaar op, dan komt
men tot een totaal, dat teer aanzienlijk is en
waarover dus teveel belasting moet worden be
taald door menschen, die zich meestal aller
minst de luxe van zulke achteloosheid kunnen
veroorloven.
Hiérbij voege men een belangrijk percentage
Hn uitbetalingen, welke dubbel geschieden.
Dit vindt hierin zijn oorzaak, dat er niet de
minste dwang bestaat om alle postjes te bóekefi.
Alleen door het gebrek aan overzicht over de
kleine uitbetalingen gaat per jaar een bedrag
verloren, waarvan men zou schrikken.
Hst allerergste echter van het verfoeilijke
>ns in den
kwitanties
kwaad als
- - ®n ander.
Oontróle op de dagelijks voorkomende trans
acties is vrijwel onmogelijk. Verschillende be
dragen kunnen aan de dagontvangst worden
onttrokken, zonder dat het bemerkt wordt.
Tekorten op het huishoud-budget worden
maar al te dikwijls uit de lade aangevuld. Wat
erger is, soms ook kan het personeel zUn „te-
I forten” uit de lade aanvullen. Dit alles ge-
achiedt zonder dat er een haan naar kraait.
Des avonds bergt de patroon het „groote geld”
op, noteert dit bedrag, gaat zich in zijn krant
verdiepen, zonder een flauw vermoeden te heb
ben van de verliezen, welke dien dag zijn gele
den.
Daarnaast zijn de vergeten uitbetalingen ver-
Uesposten, die over een zeker tijdsverloop een
voornaam bedrag vormen.
Aardappeltomaatstoofpot
Dit is iets cm op een drukken dag gemak-
kelijk en goedkoop uit te zijn. Uw gewonef hoe
veelheid aardappelen koken. U neemt een half
pond tomaten en H tot ons kaas per per
soon. De tomaten in dikke plakken snijden en
braden. De kaas raspen en met het braadsel
door de gq|e aardappelen roeren. In goed ge
sloten pan nog even stoven en zout, peper of
dergelijke mter smaak toevoegen.
8n|jd bet brood in dunne plakken, besmeer
ae met boter en leg tusschen iedere twee sneden
een plak kaas. Deze kaasboterhammen in de
koekepan lichtbruin bakken. De kaas smelt tus- 'zeepeoocten de zoo gevoelige babyhuid op onaan-
schen het brood; X is wesbelljk delicatesse. Wilt
U er een „koninklijken” schotel van maken, dan
een paar plakjes tomaat en gehakte peterse
lie er op.
Pikaht aardappelschoteltje
Wellicht beeft U kaasrestjes staan en wat
aardappelen van den vorigen dag. U„doet dan
een paar kopjes melk in sen pannetje met wat
nootmuskaat. Als X kookt, ret u X van X vuur
af en raspt uw kaasrestjes er door, onverschil
lig of dit Goudsche-, Edammer- of Leidschë
kaas is of misschien alle soorten door elkaar.
Nu roert u uw restje aardappel er door en zet
alles op een matig vuurtje in een goed gesloten
pan te stoven. Gebruik dit warme hapje bij
U w brood.
j de onlangs gehouden enquête betreffen-
Lf de de oorzaken van mislukkingen in zaken,
XArerd door ruim é0% der inzenders het „Uit
de lade leven in winkelzaken” al» reden aange
geven, waardoor zaken ten gronde gaan.
Men zou kunnen zeggen dat dit tegelijkertijd
oorzaak en gevolg is van een onjuiste boekhou
ding
Het verschijnsel doet zich nl. ook voor U die
gUzn, waar oen boekhouder periodiek de boe-
ten filjh^udt.
Hem worden
vorm van kattebeltjes, factui
ter band gesteld en zoo goed
bet hem mogelijk is, sorteert
gebogen, stokouwe jpaterkens, stillekes te me
diteren, in dX hooge schouwers. De zon zonk
bloedrood achter *n peerse wolkbank. En rossen
gloei smeulde over de witte weareld. ’n Strakke
locht puurde in groenen glans boven m’nen
kop. Koperen weerschijn vloeide over de be
vroren slooten en plassen. En dieper zonk de
zon. En rosser gloeide X tjs. Wolken van gesmol
ten goud vloeiden uit, boven den westerkim.
Gouwen psntement hing in de toppen der
roerlooee boomen. Langzaam smolt dab zon-
nevuurbol deur de peerse mistbank, tot ie nog
maar ‘n gloeiend Streepke was. ‘n Klonterke
vuur, dat doofde in peersen asch.
De vorst huiverde deur de witte stilte. Witte
stilte, die overtogen wierd mee doffen nevel,
die over X landschep zeeg. X Lis ia de slooten
had Z’n leste rosse schaipp verloren. Alle kleur
doofde uit en d’n avond spreidde zachtjes ‘nen
duister over *n roerlooze weareld, roerloos als
d’n dood eigens!
Nog stilder wierd den akker.
XWas at de stilte van X Kerkhoveke, daar
bezijen de pastorie, over de weareld kroop.
Vaag schemerden de witte daken van m’n
dorpke teugen de graauwe avondlocht. Vaag
trokken de kromme wilgen, daar bij den ijs-
sloot uit m’n oogen. De weareld vervaagde, ver
vaagde tot in één donkere stilte, die altij val
len bleef, nadat X leste van de winterzon als
’n bonkske vuur was weggesmeuld daar onder
aan den hemel.
Dat was een schoonen Adventsdag geweest,
Eenqp om te droomen van den Kerststal. Te
verlangen naar die uren van geluk, die straks
zouwen bestrooid worden mee den gouwen
poeier, die er wemelen zou van de keeraenlicht-
jes om X heilig stalleke.
Ah! Amico! Ik mag ’m zoo geren zien, dieén
wisselenden winter mee z’n stonn-en-onttj,
mee z’n stille, witte uren. Dieën wisselenden
buiten in deus tij, mee de jagende wolkenflar
den, mee de kleere groehe vrieslochten; mee
de zwarte sneeuwlochten, maar ook mee de
bloedrooie avondzon! ik mag *m zoo gmn, op
den akker, mee den glasbarden kool, bevroren
toe in de nerven, maar ook mee den lauwen
eerde, die zwaar riekt van den dooi. Ik mag
•m zoo geren, mee z’n kale landschappen, vol
teekenlng van X takkenrag; maar ook als ae
besuikerd liggen de velden mee den dunnen
harden sneeuw.
En als ik schilderen kost, lijk onzen Dré, ah!
Ik kroop tot m’n ellebogen in de schoone ver
wen en ik klodderde en penseelde God Zijnen
schoeien igiiten lp de boeiendste en in ds
bijtijds
worden.
«Terwijl
signaal sloeg, werd hij neergeveld* Ik vond
hem bewusteloos uitgestrekt op den grond
liggen.
De Bengaalsche nachtwaker, die een paar
inlanders had neergesehoten, was er helaas
erger aan toe.
Na hem naar het kantoor te hebben ver
voerd, waar zich de- apotheek en de ver-
bandkamer bevonden, trof ik een tiental
kamponglieden aan, die door onze koelies,
ónder aanvoering der Europeesche em
ploye’s, overmeesterd waren en In boelen ge
sloten. -
Na verbonden te zijn, werden alle licht
gewonden In de gevangenis onder mijn huls
opgesloten, terwijl de meer ernstige gevallen
naar het hospitaal gebracht, en de gesneu
velden In het lijkenhuis opgebaard werden.
Bij berechting dezer zaak, die eenlgen
tijefna den overval plaats vond, kwam het
uit. dat er een paar kamponghoofden in het
complot waren betrokken, die de verzets
lieden tegen ons hadden opgezet, omdat zij
bij het mededingen naar plantage-leveran-
ties waren uitgesloten.
a
360 gr. geoonfljte gember met aanhangende
stroop,
300 gram suiker,
sap van 3 sinaasappelen en 3 citroenen,
dunne, gekleurde schil van sinaasappel en
citroen.
8 dl«.water.
Bereiding Doe alle ingredlëni
ber zeer fijn gesneden), behalve h
sap in een pannetje, dat goed aft
worden (een keteltje, waarvan de tuit wordt
dichtgestopt kan ook zeer goed dienst doen).
Laat het minstens twee uur heel zachtjes trek
ken, b.v. op een theelichtje of éénplts petro
leumstel, dat zeer laag gesteld is. Voeg dan het
vruchtensap toe en zeef het geheel.
Dien de punch met kokend water, 1/3 stroop
en 3/3 water, of meer stroop, naar smaak.
MARYE
et gebeurt dikwijls dat de bebywasch,
meer speciaal da luiers, een rose tint
krijgt na bet wasschen. Een dergelljk
euvel, dat optreedt bij bet. gebruik van scherpe
waschmiddelen kan worden voorkomen door een
zuivere zeepsoort te gebruiken, b.v. Sunlight of
Lux. Bovendien is het van groot belang de luiers
enz. eerst terdege te spoelen, alvorens ze in het
^sop te doen zoodat geen Urinezuren meer aan-
W«rme kaasboterhammen
a»k voor de teere Daoynuld is net van Deiang
dat de luiers steeds in Koadwater Lux of in
Sunlight seep worden gewasschen, daar in het
goed achtergebleven zeepdeeltjes van schérpe
kwaad van tilt de lade leven” is de hierdoor
ontstane verleiding.
Het is onbegrijpelijk hoe sommige ouder* hun
kinderen een slecht voorbeeld kunnen geven,
door soms alle, voor het huishouden benoodigde
gelden, zonder meer uit de lade te nemen.
Welk een situatie ontstaat hierdoor? Ihplaats
van hun kinderen te leeren accuraat met het
geld om te gaan, stellen sij een bak met onge
teld geld bereikbaar voor kinderen en perzo-
neel.
„Maari1, hoor ik een lezer opmerken, „mag ik
dan mijn eigen kinderen niet vertrouwen”?
Zeker, ik zou hiertegen willen stellen de vraag:
»»Mag men ze in verleiding brengen?” „T< bet
niet beter de verleiding weg te nemen?”
Hoe zou U oordeelen, Indien een ander Uw
eigen kind aan verleiding blootstelde? Zou het
een waardeerend oordeel zijn?
Sommige zakenmenschen denken vaak zoo on
logisch, haast naïef; sü, weten dat aan hun
oontróle veel ontbreekt. Zjj weten dat er veel
aan hapert. Het eenige dat zjj hiertegenover
stellen is de vaak vrome wensch: dat hun te
kort aan oontróle zal worden aangevuld door
een surplus aan eerlijkheid bij hun perso
neel.
Elk patroon heeft het volste recht te ei«
seben, dat zijn menschen strikt eerlijk zijn,
doch hij heeft niet het minste recht te
vergen dat zij op den duur bestand zijn tegen
de verleiding, waaraan hij ben willens en
wetens blootstelt.
a
de zwaar gewonden door de vlucht in het
bosch redden.
Deze gebeurtenis was intusschen een der
oorzaken geworden om wraak te nemen en
zoo mogelijk alle Europeanen op de plan
tage te vermoorden.
Een paar dagen later hoorden wij dan ook
vroeg in den morgen in de omliggende dor
pen het oorlogssignaal op de ton-tong slaan.
Dit sein was een wenk vóór ons om ^aak-
dham te blijven en eenige Ambonneesche
vechtjassen uit onze koeliebevolking te re-
cruteeren, die met de oppassers een te very
wachten aanval moesten afslaan.
Na drie dagen kwam de kampongbevol-
klng opdagen om met ons af te rekenen.-
Inderhaast verwisselde ik mijn wit pak
voor een khakl-costuum, om niet zoo spoe-
dig herkend te worden.
Gewapend met een revolver en verge
zeld^door mijn bediende, snelde ik hét pad
op, dat naar de onderneming leidde.
JlauweIjlks op weg zijnde, weerklonk vlak
in de nabijheid de schreeuw van een hert,
waarop mijn geleider mij bezwoer, een ander
pad te volgen, daar deze kreet het meest
Onheilaanbrengend voorteeken was: de
Voorbode van„ een naderend ongeluk.
Aarzelend voldeed ik aan zjjn verzoek
waar ik later geen spijt van had, daar het
bleek, dat zich eenige gewapende inlanders
bij bedoeld pad in hinderlaag hadden ge
legd, om op verraderlijke wijze met mij af
te rekenen.
Door dus den raad van mijn inlandschen
bediende op te volgen, ontkwam ik onge
twijfeld aan een ontzettenden dood, want de
pijlen met een blaasroer, geruischloos, uit
een hfcderlaag geblazen, zijn gedrenkt in
Ift, dat een .even snelle dóodelijke
ig heeft als de beet van eenbril-
reinete kleuren die ik mengen koet! XZou
willen* bidden dan mee vette verfstreken uit
malsche kwasten, waarvan
goud, Van Gogh z’n peersen
Vernolle! Geenen doek zou
nen kwast te strulsch, geen
ven, Opa, dan hoeft Vader X niet te weten,
want Bart heeft eerst de limonade ultgedron-
ken en toen pas tegen de kasteljjn gezegd dat
ie geen centen had. En riet u, Bart heeft al
straf gekregen van Broeder Overste. Hü dacht
dat ie van de maand een (joude kaart zou krij
gen en dan krijgt hjj van Vader en Moeder
altijd 1 gulden. En daar zou hij dan van be
talen, maar zijn gouden kaart is nu naar de
maan. Dure limonade Opa! Gulden per glas.
Ik heb me naar gelachen. Toen wou Bart vech
ten. flout Zo’n aap! Maar tochds hij al sterk,
hoor. Opa, heb U de dingen voor het stalletje
al opgezocht? Niet afmaken hoor! Ik wil zoo
graag meehelpen. 'kHeb een ezel uitgezaagd.
Breng ik mee voor het stalletje. Hjj is goed
uitgevallen. Bart zaagt ook al. Maar dat zult U
wel zien. Hij heeft lapjes aan zijn vingers.
Vind hü fün. Als je aan hem vraagt wat heb
Je daar aan je vingers dan zegt hü o, niks,
da’s van X givuurzagen. Ik zeg het Is figuur.
Ik zég toch glvuur zegt hü dan. Koppig Opa.
koppig! Maar de Broeders houden veel van
hem, omdat hü zoo goed bid. hü word pastoor
zegt hü- Misdienaar Is hü al in onze kapel. En
hjj. kan de heele Mis al zingen, dus hü schiet
al goed op. En op‘z’n kamertje heeft ie een
H. Antoniua een Llefvrouwebeeld met een bos
nagemaakte bloemen, een groot en een klein
Kruuzieviks, een heilig schilderü van de H.
Teresla maar een rood lampje mag hü niet
branden voor brand. En vechten opa, vechten!
Hü moet maar aalmoezenier worden, dan kan
hü later mee naar den oorlog als pastoor. Opa.
ik schel er af zou u zeggen.
Veel groeten van het aalmoezenier! je ook
voor Opa en geen haarke minder van uwen
toet a voe (dat is fout, Opa!) Dré UI.”
Ge ziet amico, m’n baaske wordt groot! HU
„vadert” al over den kleinen Bart en z’nen
brief staat er zelfs vol van! En als ge X mü
vraagt, dan heeft ie X jong gewoonweg ultge-
schllderd. Ge riet zóó, wat Bart veur *n tiepke
is! ’Nen lekkeren kwajongen mee ’n gouwen
hartje, sjuust als Dré III altü was.
En Trui en ik, we verlangen naar morgen,
als die twee ridders komen afgezet. Dré mee
de koffers, Bart mee “nen bal, die ie veuruit
trapt. Als ge zoo X spanneke riet aankomen,
dan loopt ge zoo rap als ge loopen kunt, om
ze efkens jjp te freten”.
En nou van den avond de kerstspullekes op
gezocht! En. morgen, mee twee knechten aan
X karweien!
Ah! Da's weer ’n plarierig werkske! DaX al
weer Xis timmeren aan éénen bonk geluk, peer-
lend geluk, dat veur ons is weggeleed.
Op het slaan der ton-tong was een ge-
n nog juist
voorkomen
mijn staljongen het torf-tong-
érekri.
Als X van den moe
ien wakker wierd,
ian spookte storm
deur de hoMchen
Dan loeiden de windvlagen om ons huiske, dat
dUbllnden veur X raam er van rammelden. Klos-
ten de regens teugen de deur mee geweld of er
handenvol erwten teugen aan kitsten.
X Was nog veul donker.
X Water uit de goten ruischte in de regen-
‘on. Ik hoorde in de bedstee, dat m’n ton
overliep. X Overdadige water kliederde langs
de duigen en scherlde over de klinkers van m’n
•toepke achter X huls.
Geen piezeltje dag was nog te bekennen.
En efkens gingen m’n slaperige gedachten
htar den groentenwagel, die ’k straks deur deu-
«waren dag moest douwen.
I Efkens denken.... wat was X vandaag....
»’as X geen.... Ahja! Maandag! De Kerst-
•wk was begonnen!
Rap zocht ik m’n electriek dievenlanteerntje
«der m’n kussel uit, knipte X aan, richtte X
°P m’nen horloge, die *k altü aan ’nen spüker
In de bedstee hang.... bü-h*lf-aeuvenl
-Hoe laat is X?” vroeg Trill, terwül ik al-
zoo stillekes meugelük dee, denkende dat se
nog sliep.
-Kwart-over-zessen-deur, Toeteloeris.”
Dat klonk beter dan „bü-half-zeuven,” want
uur is onzen tüd van opstaan in den win
ter en Trui is altü voo „erg" wakker als X
tüd is!
Meteen zette Trui de vuisten in X middel van
fcuren rug, om d’r eigen oo te richten, maar
tl drukte ze mee m’n rechterhand plat neer
.JKalmkes-aan, van Peuteren, hoor eerst
wat "n weer daarbuiten!”
Is beheerder van een rubberplantage. J
had Ik vage berichten ontvangen, dat' wapende ronde toegesneld en kon n<
de Inlandsche bevolking kwade plan-
>- nen koesterde en voornemens waadde plan-
■- tage af te loopen.
wat kon toch de reden zün dat ze hier
toe besloten had?
Wij konden slechts gissen en wel in ver
band met het volgende.
Het was mij namelijk opgevallen, dat de
rijstvoorraden abnormaal sterk verminder
den, waardoor ik de overtuiging,kreeg, dat
er gestolen werd.
Onzen Afghaanschen oppassers gaf ik
daarom order des nachts de rijstschuur
goed te bewaken.
Ongeveer twaalf uur ’s nachts zag een
onzer wakers eenige gedaanten uit het
gras opduiken en de schuur beklimmen, ter-*
wijl een paar handlangers beneden blijk
baar de wacht hielden oni- bij onraad tijdig
hun metgezellen te kunnen waarschuwen.
Dé kans om de dieven op heeterdaad te
betrappen was inderdaad schoon en onze
Aghanen, voor geen klein gerucht ver
vaard, gingen direct er toe over, hen te
arrestee ren.
Bij een hierna ontstane worsteling met
blanke wapens werden een paar Inlanders,
die moedig weerstand boden ernstig door
onze geduchte klewangs gewond.
Ook aan onzen kant werden eenige man
nen buiten gevecht gesteld.
De bende kon zich met medevoering van
f.