VERTROUWEN EN H VOOR OUDEJAARSAVOND T A VERLEIDING Den wisselenden winter I 11 'I M “II 'I STELLINGEN van SIBQIAK BI Wraakneming Practische winter- gerechten Beproefde receptenl A* - Mee z’n storm en ontij 1 F' De Babywasch •t X.' 7 ■ft BRABANTSCHE BRIEVEN I BB r: Pii UIT DE LADE LEVEN IN WINKELZAKEN inj i ■i VAN ONZE ADVERTEERDERS IH tte •re11 A is Apwalboignot» (l BlllllBIIIIIII»lllllll»lfflllllMIM ‘iiiimÏ!TOnm~ Alcoholvrije punch gename wüze kunnen irrlteeren. **H .JfSKSTK KR4CHT“ zijn konst i» =3* 'iebollen Y 0 Wke bedienden een tljdelijk ondei grooter een ramp n- Haring el a M »*n 0 J i al* L L töet a voe DRB. I- kfr Ook de kleine Amerikaansche filmster S htrley Temple moet al pen „double"heb- ben. Het is Mary Islieb (rechts), die tijdens langdurige opnamen voor Shirley Temple moet stilzitten daarop. es gebeurd naar het hospitaal velden In het lijke. kt *S ■m e- ve ad Ig. 3 gemarineerde haringen, ISO gr. gekookte, koude.aardappelen, 500 gr. zure handappelen (b.v. goudreinetten), 1 kleine gekookte biet (indien gewenscht), eenige zure uitjes, of een stuk rauwe ui, peper, zout, maggiaroma, azijn, slaolie en fijn gehakte peterselie naar smaak. ▼oor de garneerlng: mayonnaise van 1 Er zijn den laatsten tijd stroomingen waar te nemen, om de maaltijden doelmatig samen te stellen en llflafjes op zü te zetten voor vol- waardigen kost. Vele vrouwen zoeken, als ant woord op de vraag: „Hoe bezuinig ik?” naar kt uv jvcu WCK 5CUVUUCU, uiuutu -w nota in een of anderen vorm 500 gr. tarwebloem, 1 ei. 5 gr. aput, 250 gr. krenten, roatfnen en gesnipperde ta- cade, geraspte gele schil van Mn citroen, een kleine halve L. mek. 30 gr. gist (voor 3 ét), ijzeren potje met frituurvet slaolie). 1: L S0 re R oi i- Dit was dan ook de voornaamste reden, dat er besloten was alle Europeanen op de Estate te vermoorden. rtt ar- kw. kw. ere 1? m, sr- per hte kte B.R rte* een vv uitwerl slang. Zonder verder oponthoud bij mijn woning mijn spijt ontwaren, dat hier een vreeselijk bloedbad was aan- doctor, 1 eetlepel aatjn, peper en zout «ruim 1 dl*. slaolie, 1 3 kropjes HoUandeohe sla, ef voor 6 etyminael, 1 hardgekookt el, eenige plakjes biet, of rood^tomaatf een paar zure augurkjes. BereidihgDoe de koude |»rdappels in een flinke slakom en snijd ae met twee messen tot kleine stukjes. Schil de appelen, ontdoe ze van het klokhuis en snijd ze eveneens tot stukjes, op een houten plank. Meng ze, om bruin worden te voorkomen, vlug onder de aard appelen. Ontdoe de haringen van kop, staart en graat en snijd ze fijn, stroop de biet (indien gebruikt) en maak ook deze klein. De uitjes en de peterselie reèt fijn hakken. Alles flink men gen, en zout, peper, azijn, maggi-aroma en sla olie naar smaak toevoegen. Laat de sla minstens twee uren staan, al vorens ze te gebruiken. Maak er dan op een Hinken glazen schotel een ronden .platten vorm van,, om tot wijzerplaat van een klok te dienen, of bedenk een anderen, op Oudejaarsavond toe- paeseljjken vorm. Versier den rand met gewas- schen slablaadjes en plakjes hardgekookt ei, bedek de harlngsla vlak vóór het opdoen met dikke mayonnaise, en breng er van stukjes biet of tomaat de uren en wijzers op aan, die twaalf uur moeten aanwijzen. BereidingKlop het et in een diepen be slagpot, brokkel hierbij de gist, en laat het samenvloeien. Wasch Intusschen de krenten en rozijnen flink en droog ae tusschen een schoo- PltehtsvervuXüng geeft geluk, Staalt de zwakke kinder handen Hoedt ae voor gevaarlijk stranden j. okhuiben. In des levens zorg en druk. Rembrandt dropenI me te groot, gec- palet te bont en geen onderwerp me te heilig zijn, om daar buiten, onder de zon en in den sneeuw, in den storm en in vriestij brokken natuur te stelen en te sleepen naar m’n huis! 'k Zou verwen, verwen tot ’k er mager van wierd. "k Zou schil deren zons-op en zonsondergangen mee kleu ren, kleuren amico, die *k zou willen persen uit de blommen. Mee de fluweelen uit de dah lia's, mee X vuur uit de geraniums, mee X goud uit de zonneblommen en den gouwen*regen, mee den gloei van den herfst. Maar allez! Is dikt peinaen. Laat ik content zijn, da k 't zien kan! Allez! Zien, zien! Nie mee d'oogen alleen. Maar mee t verlangend zielement, waarmee zelfs den blinde Onzenllevenheer kan zien, in al Z’n schoone werken! 136 gr. tarwebloem. 10 gr. gist (voor 1 cent), iets zout, een theelepel slaeMe, 3 «LL. lauwe melk. 1000 gr. (3 pond) mooie, zachtxure appelen, (Bellefleurs z|jn voor dit doel zeer geschikt), een ijzeren-potje met frituurvet O Bereiding: Brokkel ^de gist in den be slagpot en laat ae met een paar "druppels lauwe melk vervloeien. Doe daarna de bloem, zout, slaolie en 1 dX. van de lauwe melk ertyj »n, sla het tot em glad htatog Bsis dan da-reet .MtMgMMr^oor en lagfeMif deegje. dlcbt- gedekt op een lauwe plaats, één uur rijzen. Maak intusschen het frituurvet flink heet, (echter niet dampend), en boor en schil de appelen. Snijd ze. vlak vóór het bakken, in plakken van ongeveer 1% cM. dikte. Doop ze met een vork flink in het beslag, laat het over tollige er even afloopen en bak de appelbeignets mooi lichtbruin en gaar. Laat ze even uitlekken op een vergiet, en presenteer ze, liefst warm, met witte basterdsuiker en gestompte kaneel. N B. Op dezelfde wijze kunnen ook zeer sma kelijk abrikosenbeigneta gebakken worden. De gedroogde abrikozen, die van goede kwaliteit moeten zijn, worden eerst 34 uur geweekt en daarna goed uitgelekt, vóór ae in het bakdeegje gedompeld worden. ten behoeve van hen, die op Oudejaars avond zelf de gebruikelijke lekkernijen willen klaar maken, geven wij hier eenige beproefde recepten. De gerechten zijn alle vrij eenvoudig wat de byeiding betreft, en met een beetje moeite en zorg zal men er zeker eer mee in leggen! Aller eerst komen onze bekende, oud-Hollandsche: Ja, X was vuil weer vandaag. Maar tijdens t ontbijt, mee de lamp op, kwam den Driek binnen. Z’n cape woog zwaar van regen, 'n RU droppen hing te yrtebelen aan de lakken klep van z’n facteurs[>et. Z'nen kop blonk rood van den storm. „We meugen t hebben vandaag, Dré,” zee den Driek, dulénde op mijnen groentenwagel. „Allee, Driek, nie klagen, jonk! Drie, drie...” en *k stak m’n vette vingers van X gebrajen sjiek omhoog: „drie kustelijke dagen staan er te wachten, man!*' „En of!” zee den Driek. En hU maakte *nen kuitenflikker, dat de regendroppen van zijnen mantel In m’nen koffie sprongen. „En hier is den brief van Ouwenbosch, Dré, oewen Kerst!” kwekte-n-le. „Sigaar, Driek?" .Mag ik 'm dan bewaren, Dré? X Is zond mee dieën regen.” MXr bssske schreef- „Lieve Opa en Opoe. Met de vacantie kom ik recht naar Ulven- hout. Met de bus. Vader en Moeder komen ook. Eerste Kerstdag. Ik breng dus Bartje mee, dat is zeker wel goed. Hjj kan best naast mij slapen in uw grote bed. Ik schiet goed op op de Mulo. En ik ben goed gezond. Bartje eet ook veel. HU van de week uitgebroken. Stie- kum over het hek geklommen en 'n glaasje limonade gaan drinken in dat café, weet U wel. V moet mij maar sUHetjee 15 centen ge- Weet fe ufel, wat helpen is? Helpen het allerfijnste. Want je bent niet meer de kleinste Tot je groote ergernis. Want, als ge deusen brief leest, alles! dan zUn ae weer allemaal hier, de klndérs! k Heb van Trui vanmorgen 'nen seel bood schappen meegekregen, waar ik m’nen wagel onderweuge mee volgelajen heb! DX1 Flelp zorgt veur den worstebrood en den krenten mik, afUn Trui heeft.de leiding en dan...., dan is alles, veur de binders en veur mU. zoo puik veur «talkaar als niemand ter weareld alles klaarmaken kón! Ja. ik heb er wel ’n paar dagen *n zenuw achtig wijf mee in huls, van morgen. bjj-X ont waken is X al zoo’n bietje begonnen! Maar straks, na den eten, als ze daar troont op "r vaste jdekske achter de plattebuis, omgeven van al heur kroost en 'n schep klelnklnders, straks, als de lichtjes van den boom en van X stalleke in de glanzend’ oogen schijnen, als X kleine grut z’n KerstMedeke zingt, straks.. .1 41s we thuis sün uitf X Lof (twee banken heb ben we noodlg, amico, ik hegng veul klanten mee veur ons pastoorke!) als we dan thuis zijn en den avond is gevallen over den eersten Kerstdag, d'n buis staat in rossen schemer van de snorrende plattebuis, straks dan.I Als de keerskens knepperend branden, den kleinen Dré stillekes aan mUnen nek hangt en z’n stralend' donker’ oogfkes vol staan mee de beeldekes en keersen van „ons” stalleke. mee .zijnen'' ezel; als 'nen gouwen schemer deur den huls werrelt van al X dansend keersenlicht en d. rien. schoonder dan van goud nog, on zacht *e draden gespannen worden van hart tot hart, waarlangs de heimeUjke boodzehap- kens gaan van den grooten Dré naar z’n Moe der. van Trui naar mjj, straks.1 Als over die teer-gesponnen draden den mu ziek gaat tokkelen van Heiligen Nachtgeiuk, van dankbaarheid aan X klndeke, dat ons weer liet samenzijn aan Zijn kribke, dan....! Dan troont Trui, als de Koningin van al dat kostelijk feest van gouwen li<£it, van louter geluk, van onzegbaren rijkdom, dan troont Trui daar als de Koningin, over de onschatbare weelde van "n bezit, waarveur Konlngen hun Rijk verlaten! Be weelde van *n groot en ge lukkig gezin, geschaard om X Heilig Huishou wen. daar in X Stalleke van Bethlehem! Amico, ik n»ot er gaan afschelen. Maar in de stemming van zoo’n kostelijk gouwen uur, te midden van al m’n bloeien, wensch ik jou en al oew lezers en lezerMkes, ook namens Trui: ZALIG KBRMPEB8T Veul groeten van Trui en als altij haarke minder van oewen gekomen, moest Ik tót i dat hier een vreeselijk gericht. Lenig en geruischloos, als panters «ich voortbewegend, hadden de onverlaten de op twee meter hooge palen gebouwde woning beklomipen en getracht, de ijzerhouten deu ren die toegang gaven tot de vertrekken, waar uit voorzorg de kinderen en vrouwe- „Weet ik al lang.” zee Trui, „toe, ga weg mee dieën knuist, X is hoog tijd!” ,J)e Kerstweek is begonnen, ’Duikel” kwekte-n-Ik! „OJa?" zee ze chagrijnig. Ttoen sloeg de steertklok half-zeuven. „*t Is tóóch....” zee Tnn en meteen stepte zjj op den stoel, over d; beddepl „Ook ’nen goelenmorgen,” zee Maar Trui ging zitten of er was, trok X kousen aan mee *n haast of ze den eersten trein moest halen. En zweeg luldruch- U».r lamp Ter m schoof s’in X klompen en ging de msteken. J1 Trui de plattebuis aanlee, wtpte-n-lk cOk over de beddeplank, schoot X achterhuis in, maakte 'n lichtje, zwengelde de pomp los, trok m’n hemd over m’nen kop en malsch als daauw, schuimend van geweld, liet ik de pols- dlkke straal pompwater over m’nen kop, m’nen rug en langs m’nen nek klatsen. X Koele water prikte tot onder m’n vel. Ik voelde X in m’n harsena, ik proefde. Ja ik róók X water, dat in m’n zielement den dag dee aangloren mee denzelfden tors, als waarmee ik de plattebuis boorde aantrekken! En steeds kledderde den regen teugen o» raam. Voelde-n-ik den storm dom de spleten over m’nen bast trekken. En als ik gereed was, efkens de deur losgooi- dc van X achterhuis, dan gierden storm en regen binnen, da *k 'nen tel versuft stond van X lawijt. Wat Xi verschil mee veriejen week, toep den bulten bevroren teg, onder harden sneeuw! Alles X was zoo schoon. Zoo stil. Ik hóór de m’nen asem gaan. Zoo stil was X op den witten akker. De knotwilgen, langs den bevroren sloot, had den ’n witte pruik op. Stonden daar, eM ’n rij nen doek, snipper de sucade en maak de melk lauwwarm. Doe het'meel, bij het losgeklopte el gp de gist, voeg lauwe melk, zout en geraspte citroenschil toe en besla het deeg met den platten kant van een houten beslaglepel, tot het geheel glad Is en zich onder het slaan blazen gaan vormen. Meng er dan vlug de gewaazehen krenten en rozijnen en ook de sucade door, leg een deksel of een schoonen natten doek over de kom en laat het beslag één uur op een lauwe plaat rijzen. Maak intusschen het vet Hink heet, (echter niet zoo, dat er een blauwe walm afslaat) doop er even twee lepels in, om ze glad en warm te maken en vorm hiermee kleine porties van het deeg, die tot knappende, bruine bollen gebakken worden. (Dit duurt voor een flinke oliebol <45 minuten). Laat ze even uitlekken op een vergiet met een bord eronder, en presenteer ae warm of koud met basterd suiker of gestampte witte suiker. Oroentenkaasknekjes Mlsechkea heeft u een^ restje groenten. U raspt er flink wat kaas door en bindt het met een lepel bloem en een geklutst ei. nootmus kaat en peper naar smaak, ook van«dit deeg bakt u kleine koekjes in een weinig vet in de koekenpan. Heerlijk voor broodbeleggtng vooral nu X winter wordt, dan zijn de huisge- nooten doi Op sen warm hapje. Koedkoope en goede aanvullingen, die minder i kosten dan tel van gebruikelijke toevoegingen en hetzelfde of nog meer effect voor de voe- j ding hebben. In dit verband is het wel dienstig te weten, welke goede en tevens smakelijke gerechten van kaas en kaasresten gemaakt kunnen worden, zonder dat dit veel werk elscht. Want niet waar, om veel werk zijn onze huisvrouwen niet verlegwn! Het maken van aparte kosten staat heeletnaal niet op X, programma. Daarom is het ook zon goed, te bedenken, dat kaas bijna „te geef” is in verhouding tot de voedingswaar de en dat we met weinig moeite de lekkerfte schotelt jas klaar kunnen maken. We denken hier b.v. aan het oudbakken brood op Maandag. Pikant rüstschoteltje Wordt bereid op dezelfde wijze, alleen met dit verschil, dat men in plaats van een restje aard appel een restje rijst neemt. hadden gekregen, te forceeren; doch vóór die bezweken waren, was er redding komen opdagen. mdien een onderzoek sou worden ingesteld b(j verschillende winkeliers, dan zou men tot de ontdekking komen, dat zeker niet meer dan 10* van ben alle kleine uitgaven behoorlijk boeken. Eta toch zouden zij dit wel degelijk moeten doen, juist in dezen tijd nu de belas- L ting op het inkomen zoo hoog is opgevoerd. Gif- F ten, fooitjes tramkosten van loopjongen, aller hande pqrti, het schoonmaken van gereedschap pen en van etalages, het aanschaffen van elec- trische lampen eit andere kleinigheden, van al dergelijke dingen het. aantel ervan is nog veel grooter wqrdt geen boek gehouden, omdat daarvoor geen r wordt overgelegd. Telt men echter al deze kldne bedragen eens bij elkaar op, dan komt men tot een totaal, dat teer aanzienlijk is en waarover dus teveel belasting moet worden be taald door menschen, die zich meestal aller minst de luxe van zulke achteloosheid kunnen veroorloven. Hiérbij voege men een belangrijk percentage Hn uitbetalingen, welke dubbel geschieden. Dit vindt hierin zijn oorzaak, dat er niet de minste dwang bestaat om alle postjes te bóekefi. Alleen door het gebrek aan overzicht over de kleine uitbetalingen gaat per jaar een bedrag verloren, waarvan men zou schrikken. Hst allerergste echter van het verfoeilijke >ns in den kwitanties kwaad als - - ®n ander. Oontróle op de dagelijks voorkomende trans acties is vrijwel onmogelijk. Verschillende be dragen kunnen aan de dagontvangst worden onttrokken, zonder dat het bemerkt wordt. Tekorten op het huishoud-budget worden maar al te dikwijls uit de lade aangevuld. Wat erger is, soms ook kan het personeel zUn „te- I forten” uit de lade aanvullen. Dit alles ge- achiedt zonder dat er een haan naar kraait. Des avonds bergt de patroon het „groote geld” op, noteert dit bedrag, gaat zich in zijn krant verdiepen, zonder een flauw vermoeden te heb ben van de verliezen, welke dien dag zijn gele den. Daarnaast zijn de vergeten uitbetalingen ver- Uesposten, die over een zeker tijdsverloop een voornaam bedrag vormen. Aardappeltomaatstoofpot Dit is iets cm op een drukken dag gemak- kelijk en goedkoop uit te zijn. Uw gewonef hoe veelheid aardappelen koken. U neemt een half pond tomaten en H tot ons kaas per per soon. De tomaten in dikke plakken snijden en braden. De kaas raspen en met het braadsel door de gq|e aardappelen roeren. In goed ge sloten pan nog even stoven en zout, peper of dergelijke mter smaak toevoegen. 8n|jd bet brood in dunne plakken, besmeer ae met boter en leg tusschen iedere twee sneden een plak kaas. Deze kaasboterhammen in de koekepan lichtbruin bakken. De kaas smelt tus- 'zeepeoocten de zoo gevoelige babyhuid op onaan- schen het brood; X is wesbelljk delicatesse. Wilt U er een „koninklijken” schotel van maken, dan een paar plakjes tomaat en gehakte peterse lie er op. Pikaht aardappelschoteltje Wellicht beeft U kaasrestjes staan en wat aardappelen van den vorigen dag. U„doet dan een paar kopjes melk in sen pannetje met wat nootmuskaat. Als X kookt, ret u X van X vuur af en raspt uw kaasrestjes er door, onverschil lig of dit Goudsche-, Edammer- of Leidschë kaas is of misschien alle soorten door elkaar. Nu roert u uw restje aardappel er door en zet alles op een matig vuurtje in een goed gesloten pan te stoven. Gebruik dit warme hapje bij U w brood. j de onlangs gehouden enquête betreffen- Lf de de oorzaken van mislukkingen in zaken, XArerd door ruim é0% der inzenders het „Uit de lade leven in winkelzaken” al» reden aange geven, waardoor zaken ten gronde gaan. Men zou kunnen zeggen dat dit tegelijkertijd oorzaak en gevolg is van een onjuiste boekhou ding Het verschijnsel doet zich nl. ook voor U die gUzn, waar oen boekhouder periodiek de boe- ten filjh^udt. Hem worden vorm van kattebeltjes, factui ter band gesteld en zoo goed bet hem mogelijk is, sorteert gebogen, stokouwe jpaterkens, stillekes te me diteren, in dX hooge schouwers. De zon zonk bloedrood achter *n peerse wolkbank. En rossen gloei smeulde over de witte weareld. ’n Strakke locht puurde in groenen glans boven m’nen kop. Koperen weerschijn vloeide over de be vroren slooten en plassen. En dieper zonk de zon. En rosser gloeide X tjs. Wolken van gesmol ten goud vloeiden uit, boven den westerkim. Gouwen psntement hing in de toppen der roerlooee boomen. Langzaam smolt dab zon- nevuurbol deur de peerse mistbank, tot ie nog maar ‘n gloeiend Streepke was. ‘n Klonterke vuur, dat doofde in peersen asch. De vorst huiverde deur de witte stilte. Witte stilte, die overtogen wierd mee doffen nevel, die over X landschep zeeg. X Lis ia de slooten had Z’n leste rosse schaipp verloren. Alle kleur doofde uit en d’n avond spreidde zachtjes ‘nen duister over *n roerlooze weareld, roerloos als d’n dood eigens! Nog stilder wierd den akker. XWas at de stilte van X Kerkhoveke, daar bezijen de pastorie, over de weareld kroop. Vaag schemerden de witte daken van m’n dorpke teugen de graauwe avondlocht. Vaag trokken de kromme wilgen, daar bij den ijs- sloot uit m’n oogen. De weareld vervaagde, ver vaagde tot in één donkere stilte, die altij val len bleef, nadat X leste van de winterzon als ’n bonkske vuur was weggesmeuld daar onder aan den hemel. Dat was een schoonen Adventsdag geweest, Eenqp om te droomen van den Kerststal. Te verlangen naar die uren van geluk, die straks zouwen bestrooid worden mee den gouwen poeier, die er wemelen zou van de keeraenlicht- jes om X heilig stalleke. Ah! Amico! Ik mag ’m zoo geren zien, dieén wisselenden winter mee z’n stonn-en-onttj, mee z’n stille, witte uren. Dieën wisselenden buiten in deus tij, mee de jagende wolkenflar den, mee de kleere groehe vrieslochten; mee de zwarte sneeuwlochten, maar ook mee de bloedrooie avondzon! ik mag *m zoo gmn, op den akker, mee den glasbarden kool, bevroren toe in de nerven, maar ook mee den lauwen eerde, die zwaar riekt van den dooi. Ik mag •m zoo geren, mee z’n kale landschappen, vol teekenlng van X takkenrag; maar ook als ae besuikerd liggen de velden mee den dunnen harden sneeuw. En als ik schilderen kost, lijk onzen Dré, ah! Ik kroop tot m’n ellebogen in de schoone ver wen en ik klodderde en penseelde God Zijnen schoeien igiiten lp de boeiendste en in ds bijtijds worden. «Terwijl signaal sloeg, werd hij neergeveld* Ik vond hem bewusteloos uitgestrekt op den grond liggen. De Bengaalsche nachtwaker, die een paar inlanders had neergesehoten, was er helaas erger aan toe. Na hem naar het kantoor te hebben ver voerd, waar zich de- apotheek en de ver- bandkamer bevonden, trof ik een tiental kamponglieden aan, die door onze koelies, ónder aanvoering der Europeesche em ploye’s, overmeesterd waren en In boelen ge sloten. - Na verbonden te zijn, werden alle licht gewonden In de gevangenis onder mijn huls opgesloten, terwijl de meer ernstige gevallen naar het hospitaal gebracht, en de gesneu velden In het lijkenhuis opgebaard werden. Bij berechting dezer zaak, die eenlgen tijefna den overval plaats vond, kwam het uit. dat er een paar kamponghoofden in het complot waren betrokken, die de verzets lieden tegen ons hadden opgezet, omdat zij bij het mededingen naar plantage-leveran- ties waren uitgesloten. a 360 gr. geoonfljte gember met aanhangende stroop, 300 gram suiker, sap van 3 sinaasappelen en 3 citroenen, dunne, gekleurde schil van sinaasappel en citroen. 8 dl«.water. Bereiding Doe alle ingredlëni ber zeer fijn gesneden), behalve h sap in een pannetje, dat goed aft worden (een keteltje, waarvan de tuit wordt dichtgestopt kan ook zeer goed dienst doen). Laat het minstens twee uur heel zachtjes trek ken, b.v. op een theelichtje of éénplts petro leumstel, dat zeer laag gesteld is. Voeg dan het vruchtensap toe en zeef het geheel. Dien de punch met kokend water, 1/3 stroop en 3/3 water, of meer stroop, naar smaak. MARYE et gebeurt dikwijls dat de bebywasch, meer speciaal da luiers, een rose tint krijgt na bet wasschen. Een dergelljk euvel, dat optreedt bij bet. gebruik van scherpe waschmiddelen kan worden voorkomen door een zuivere zeepsoort te gebruiken, b.v. Sunlight of Lux. Bovendien is het van groot belang de luiers enz. eerst terdege te spoelen, alvorens ze in het ^sop te doen zoodat geen Urinezuren meer aan- W«rme kaasboterhammen a»k voor de teere Daoynuld is net van Deiang dat de luiers steeds in Koadwater Lux of in Sunlight seep worden gewasschen, daar in het goed achtergebleven zeepdeeltjes van schérpe kwaad van tilt de lade leven” is de hierdoor ontstane verleiding. Het is onbegrijpelijk hoe sommige ouder* hun kinderen een slecht voorbeeld kunnen geven, door soms alle, voor het huishouden benoodigde gelden, zonder meer uit de lade te nemen. Welk een situatie ontstaat hierdoor? Ihplaats van hun kinderen te leeren accuraat met het geld om te gaan, stellen sij een bak met onge teld geld bereikbaar voor kinderen en perzo- neel. „Maari1, hoor ik een lezer opmerken, „mag ik dan mijn eigen kinderen niet vertrouwen”? Zeker, ik zou hiertegen willen stellen de vraag: »»Mag men ze in verleiding brengen?” „T< bet niet beter de verleiding weg te nemen?” Hoe zou U oordeelen, Indien een ander Uw eigen kind aan verleiding blootstelde? Zou het een waardeerend oordeel zijn? Sommige zakenmenschen denken vaak zoo on logisch, haast naïef; sü, weten dat aan hun oontróle veel ontbreekt. Zjj weten dat er veel aan hapert. Het eenige dat zjj hiertegenover stellen is de vaak vrome wensch: dat hun te kort aan oontróle zal worden aangevuld door een surplus aan eerlijkheid bij hun perso neel. Elk patroon heeft het volste recht te ei« seben, dat zijn menschen strikt eerlijk zijn, doch hij heeft niet het minste recht te vergen dat zij op den duur bestand zijn tegen de verleiding, waaraan hij ben willens en wetens blootstelt. a de zwaar gewonden door de vlucht in het bosch redden. Deze gebeurtenis was intusschen een der oorzaken geworden om wraak te nemen en zoo mogelijk alle Europeanen op de plan tage te vermoorden. Een paar dagen later hoorden wij dan ook vroeg in den morgen in de omliggende dor pen het oorlogssignaal op de ton-tong slaan. Dit sein was een wenk vóór ons om ^aak- dham te blijven en eenige Ambonneesche vechtjassen uit onze koeliebevolking te re- cruteeren, die met de oppassers een te very wachten aanval moesten afslaan. Na drie dagen kwam de kampongbevol- klng opdagen om met ons af te rekenen.- Inderhaast verwisselde ik mijn wit pak voor een khakl-costuum, om niet zoo spoe- dig herkend te worden. Gewapend met een revolver en verge zeld^door mijn bediende, snelde ik hét pad op, dat naar de onderneming leidde. JlauweIjlks op weg zijnde, weerklonk vlak in de nabijheid de schreeuw van een hert, waarop mijn geleider mij bezwoer, een ander pad te volgen, daar deze kreet het meest Onheilaanbrengend voorteeken was: de Voorbode van„ een naderend ongeluk. Aarzelend voldeed ik aan zjjn verzoek waar ik later geen spijt van had, daar het bleek, dat zich eenige gewapende inlanders bij bedoeld pad in hinderlaag hadden ge legd, om op verraderlijke wijze met mij af te rekenen. Door dus den raad van mijn inlandschen bediende op te volgen, ontkwam ik onge twijfeld aan een ontzettenden dood, want de pijlen met een blaasroer, geruischloos, uit een hfcderlaag geblazen, zijn gedrenkt in Ift, dat een .even snelle dóodelijke ig heeft als de beet van eenbril- reinete kleuren die ik mengen koet! XZou willen* bidden dan mee vette verfstreken uit malsche kwasten, waarvan goud, Van Gogh z’n peersen Vernolle! Geenen doek zou nen kwast te strulsch, geen ven, Opa, dan hoeft Vader X niet te weten, want Bart heeft eerst de limonade ultgedron- ken en toen pas tegen de kasteljjn gezegd dat ie geen centen had. En riet u, Bart heeft al straf gekregen van Broeder Overste. Hü dacht dat ie van de maand een (joude kaart zou krij gen en dan krijgt hjj van Vader en Moeder altijd 1 gulden. En daar zou hij dan van be talen, maar zijn gouden kaart is nu naar de maan. Dure limonade Opa! Gulden per glas. Ik heb me naar gelachen. Toen wou Bart vech ten. flout Zo’n aap! Maar tochds hij al sterk, hoor. Opa, heb U de dingen voor het stalletje al opgezocht? Niet afmaken hoor! Ik wil zoo graag meehelpen. 'kHeb een ezel uitgezaagd. Breng ik mee voor het stalletje. Hjj is goed uitgevallen. Bart zaagt ook al. Maar dat zult U wel zien. Hij heeft lapjes aan zijn vingers. Vind hü fün. Als je aan hem vraagt wat heb Je daar aan je vingers dan zegt hü o, niks, da’s van X givuurzagen. Ik zeg het Is figuur. Ik zég toch glvuur zegt hü dan. Koppig Opa. koppig! Maar de Broeders houden veel van hem, omdat hü zoo goed bid. hü word pastoor zegt hü- Misdienaar Is hü al in onze kapel. En hjj. kan de heele Mis al zingen, dus hü schiet al goed op. En op‘z’n kamertje heeft ie een H. Antoniua een Llefvrouwebeeld met een bos nagemaakte bloemen, een groot en een klein Kruuzieviks, een heilig schilderü van de H. Teresla maar een rood lampje mag hü niet branden voor brand. En vechten opa, vechten! Hü moet maar aalmoezenier worden, dan kan hü later mee naar den oorlog als pastoor. Opa. ik schel er af zou u zeggen. Veel groeten van het aalmoezenier! je ook voor Opa en geen haarke minder van uwen toet a voe (dat is fout, Opa!) Dré UI.” Ge ziet amico, m’n baaske wordt groot! HU „vadert” al over den kleinen Bart en z’nen brief staat er zelfs vol van! En als ge X mü vraagt, dan heeft ie X jong gewoonweg ultge- schllderd. Ge riet zóó, wat Bart veur *n tiepke is! ’Nen lekkeren kwajongen mee ’n gouwen hartje, sjuust als Dré III altü was. En Trui en ik, we verlangen naar morgen, als die twee ridders komen afgezet. Dré mee de koffers, Bart mee “nen bal, die ie veuruit trapt. Als ge zoo X spanneke riet aankomen, dan loopt ge zoo rap als ge loopen kunt, om ze efkens jjp te freten”. En nou van den avond de kerstspullekes op gezocht! En. morgen, mee twee knechten aan X karweien! Ah! Da's weer ’n plarierig werkske! DaX al weer Xis timmeren aan éénen bonk geluk, peer- lend geluk, dat veur ons is weggeleed. Op het slaan der ton-tong was een ge- n nog juist voorkomen mijn staljongen het torf-tong- érekri. Als X van den moe ien wakker wierd, ian spookte storm deur de hoMchen Dan loeiden de windvlagen om ons huiske, dat dUbllnden veur X raam er van rammelden. Klos- ten de regens teugen de deur mee geweld of er handenvol erwten teugen aan kitsten. X Was nog veul donker. X Water uit de goten ruischte in de regen- ‘on. Ik hoorde in de bedstee, dat m’n ton overliep. X Overdadige water kliederde langs de duigen en scherlde over de klinkers van m’n •toepke achter X huls. Geen piezeltje dag was nog te bekennen. En efkens gingen m’n slaperige gedachten htar den groentenwagel, die ’k straks deur deu- «waren dag moest douwen. I Efkens denken.... wat was X vandaag.... »’as X geen.... Ahja! Maandag! De Kerst- •wk was begonnen! Rap zocht ik m’n electriek dievenlanteerntje «der m’n kussel uit, knipte X aan, richtte X °P m’nen horloge, die *k altü aan ’nen spüker In de bedstee hang.... bü-h*lf-aeuvenl -Hoe laat is X?” vroeg Trill, terwül ik al- zoo stillekes meugelük dee, denkende dat se nog sliep. -Kwart-over-zessen-deur, Toeteloeris.” Dat klonk beter dan „bü-half-zeuven,” want uur is onzen tüd van opstaan in den win ter en Trui is altü voo „erg" wakker als X tüd is! Meteen zette Trui de vuisten in X middel van fcuren rug, om d’r eigen oo te richten, maar tl drukte ze mee m’n rechterhand plat neer .JKalmkes-aan, van Peuteren, hoor eerst wat "n weer daarbuiten!” Is beheerder van een rubberplantage. J had Ik vage berichten ontvangen, dat' wapende ronde toegesneld en kon n< de Inlandsche bevolking kwade plan- >- nen koesterde en voornemens waadde plan- ■- tage af te loopen. wat kon toch de reden zün dat ze hier toe besloten had? Wij konden slechts gissen en wel in ver band met het volgende. Het was mij namelijk opgevallen, dat de rijstvoorraden abnormaal sterk verminder den, waardoor ik de overtuiging,kreeg, dat er gestolen werd. Onzen Afghaanschen oppassers gaf ik daarom order des nachts de rijstschuur goed te bewaken. Ongeveer twaalf uur ’s nachts zag een onzer wakers eenige gedaanten uit het gras opduiken en de schuur beklimmen, ter-* wijl een paar handlangers beneden blijk baar de wacht hielden oni- bij onraad tijdig hun metgezellen te kunnen waarschuwen. Dé kans om de dieven op heeterdaad te betrappen was inderdaad schoon en onze Aghanen, voor geen klein gerucht ver vaard, gingen direct er toe over, hen te arrestee ren. Bij een hierna ontstane worsteling met blanke wapens werden een paar Inlanders, die moedig weerstand boden ernstig door onze geduchte klewangs gewond. Ook aan onzen kant werden eenige man nen buiten gevecht gesteld. De bende kon zich met medevoering van f.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 3