MOED Schaakfabriek AL VERLOREN Eigenaardige „bibliotheek 'n VERLOREN NIEUWJAARS- H E j Een bloeiende Kerstboom 1 OVERPEINZINCEN Wasschen van wollen jumper* Oranje-puddinkjes BRABANTSCHE BRIEVEN I I Een op mislukking ingestelde geestestoestand VAN ONZE ADVERTEERDERS Manjefiek begonnen, slonzig geëindigd o GOEDE OPLOSSINGEN van 67 en 68 ontvangen vanW. G. Harmse, J. 67)A. L. v. Item; j. j. PROBLEEM No. 73 A. J. Deutëkom te Schagen Eerste publicatie MARDE PARTIJ Wit geeft mat in twee zetten PROBLEEM No. 74 G. H. Drese te Slochteren Eervolle vermelding „Die Schwalbe" 1934 J. OKHUISEN. waaraan CORRESPONDENTIE a OPLOSSINGEN door ze minder erg lijken. Wl Amico, meer ZALIG NIEUWJAAR. tei DRE. de pêche, vervaardigd, in ruiten steek; dal schoenen, kleur. Rechts JAARBOEK 1936 VAN DEN NED BOND VAN PROBLEEMVRIENDEN ni re opmaken, dan vragen we ons altijd af of we datgene, wat we hadden moeten doen, wel gedaan hébben. En dan vraagt Iedere moeder zich af, of ze wel een goede moeder en een goede vrouw is geweest. En als we ons rekenschap van ons zelf n dan Is er ook nog wat anders, waar door alles in een nieuw licht komt te staan: dat is het goede voornemen. Als we de balans van het afgeloopen jaar X L. slagroom, 1 citroen; 2 eiwitten, 125 gram suiker (8 afgestreken eet lepels) 5 sinaasappelen. 12 gram gelatine (hiervan 1 blaadje roode, verder witte). bezaaid is, doet het zien ervan denken aan een heel moot ver wit: Fine Zwart: K. Nieukerke 1. e2—e4, c7c5; 2. Pgl—f3, Pb8—c6; 3. <12— d4, c5xd4; 4. Pf3xd4, P(,«— f6; 5. Pbl—c3, d7— Dl ar m nl is be dt di lil d< h ai st hi dt nl zi V G rs st VI g< ei was." weinii i weerlegd Alle correspondentie betreffende deze rubriek, gelieve men te zenden aan Joa. Duvergé. Korte Prinsengracht 55, Amsterdam. geven, dan zullen we eerlijk moeten beken nen, vaak gefaald te hebben -en we weten dat we in het nieuwe Jaar óók zullen falen dat is nu eenmaal menschelijk. We heb ben allemaal onze éigen fouten gemaakt, de eene< dit, de andere dat. Maar ondanks het weten dat we ook dit jaar vergissingen zullen begaan, waar we ons het 'vorige jaar ook aan schuldig maakten, ondanks ,T ’„Itoekhouding” anders nie veul over.I h(j dee ’t vrij beroerd, ’t „Oog” was er af, maar de kleintjes zagen ’t nie of.... wilden ’t nie zien, want ook kleintjes zijn oor dezen smakelijken pudding maken we, naast den onmisbaren room en de suiker- bestanddeelen, gebruik-van sinaasappelen, van ouds „appeltjes van oranje'’ gehbemd, die er Juist in deze nationale feestweken zoo’n toe passelijk tintje aan geven. Om den slagroom- pudding niet te „zwaar” te maken, wordt stjjf- geslagen eiwit gebruikt. Men zorge ervoor niet alle eiwit te kloppen, omdat men een weinig er van noodlg heeft om den vorm om te spoelen, teneinde aankleven van den pudding te voorko men: bij dezen schuimlgen pudding is omspoe len met water niet voldoende. Beschikt men niet over een zeer koude plaats on» den pudding stijf te laten worden, dan moet deze een dag te voren gemaakt worden. Men heeft voor dezen pudding (voor 4 perso nen) noodig: Pers de vruchten uit. Smeer den puddingvorm in met wat ongeklopt eiwit en zet hem omge keerd neer. Los in een deel van het vruchten sap, op het vuur, de suiker en de, in koud water geweekte gelatine op. Klop slagroom en eiwit afzonderlijk stijf. Vermeng alles met elkaar en voeg ook wat geraspte sinaasappelschil toe. Laat de massa in een kom staan tot ze geleiachtig wordt; roer er af en toe voorzichtig In. Als het sap niet meer zakt, roer dan nog eenmaal alles goed door. (Meer scheppen dan roeren eigenlijk, om het schuim niet weg te maken). Doe nu de massa in den puddingvorm en laat den pudding verder stijf worden. Stort den pudding na eenige uren (mits hU zeer koud gestaan heeft) of den volgenden dag, op een glazen schotel. Gameer hem desge- wenscht met geslagen room en presenteer er vanillewafeltjes bij. Leg aan weerskanten een J. en B. van sinaasappelschil op een onder grond van donkergroen en op den rand van den schotel kleine reepjes citroenschil en tomaat of biet. Dankend voor de vele gelukwenschen voor Kerstmis, wenschen wij onzen lezers weder- keerlg een zalig Kerstfeest toe. Door omstan digheden waaraan wij geen schuld hebben, bleef onze gelukwensch in de vorige rubriek achterwege. Mej. A. B. 8. te 8. Voor het probleem no. 64 worden de sleutelzetten Pb3 en Kb4 beide weerlegd door d7xc6. maken, dat dit of dat niet kan, doch ook het omgekeerde is waar. Wanneer er een kerktoren gebouwd moet worden geschiedt dit door menschen. die zich hebben ingedacht, dat ztf evengoed hoog in de lucht als laag bjj den grond over een plank kunnen loopen. Zjj doen het zonder te vallen. ebruik voor het wasschen van een wollen jumper nooit heet water, (joch ook geen geheel koud water. Maak een Lux-sop, door in een hoeveelheid water. Iets warmer dan zomertemperatuur, de benoodigde .hoeveelheid Lux te strooien (verhouding 1 eetlepel op 1 liter water). Klop hiervan een sop. Maak de jumper even nat in water van dezelfde temperatuur als het wasch water geven de kleuren erg af, voeg dan een scheut azijn aan het water toe (1 eierdopje op 2 liter water) en breng ze daarna in het sop. Houd de Jumper altijd zoo vast, dat deze niet kan rekken, d.wz. met belde handen; niet in ’t sop op- en neerhalen. Pers het sop er flink door; hals en manchetten extra nazien. Naspoelen in water van dezelfde, totdat alle zeepdeelen verwijderd zijn. Mochten de kleuren gedurende de waschbehandeling af geven, wasch dan zoo vlug mogeljjk en voeg aan het laatste .spoelwater azjjn toe. Leg de jumper in den oorspronkelljken vorm neer op een drogen doek, rol ze hierin en pers met de handen 'zooveel mogeljjk vocht uit het klee- dingstuk in den doek. Daarna legt men de Jumper plat te drogen. Een goede manier om snel te drogen is een doek te leggen over twee drooglatten of boven op het droogrekje en op dezen doek de jumper neer te leggen, liefst op een tochtige plaats. Lakt een wollen jumper nooit in de zon drogen; witte wol wordt geel en kleuren verschieten. Ook drogen bij de kachel is verkeerd, daar de wol dan stug en hard wordt. Aan den verkeerden kant luchtig strijken, wanneer geheel droog, met een matig warm User. UIT DE SIMULTAANSEANCE IN DEN HAAG VAN FINE Sicillaansche partij Veul groeten van Trui en als alty geen haarke minder van oewen onaardigen aanval van 'zwart. 18d6xeS; 19. Tdlxd7, Re7—b4; 20. Rclxb2, Pf6xd7; 21 Rf3—g4, Tc8—d8; 22. Del—cl, Pd7—f6; 23. Rg4—f3. Db6—c5; 24. Pc3—d5, Pf6xd5; 25 e4x d5, f7f5; 26. Rb2xe5, en zwart gaf de partij op. Voor 68 wordt 1. Dd4 en 1. Dc4 i- door Dc5t; 1. Rd 7 en 1. Kc6 door Dc3t; 1’öJj door Pxb3; 1. Pc3 door Dxc3t. Ik hoop dat we deus nieuwe jaar weer ple zierig en oprecht gemeend mee malkaar zullen „correspondeeren” En nou schei k er af. Ik mot mee den Fielp gaan praten over den worstenbrood veur Ouwejaarsavond Van probleem no. 67 (J. P. Coppens te Am sterdam) 1. Pg5 dreigt 2. Te4 mat. Zwarte in terferentie door Rf5 en zwarte blokkeering door RdS. Van probleem no. 68 (A. Ellerman) 3. Dc6 dreigt 2. Da4 mat. De thematische varianten zijn: 1. Dc5, 2. Pc4 mat Dc3. 2. Pb6 mat Zwart pent .tweemaal het mat dreigende stuk, waarop doen- een stuk dat door de parade ont- pend is, tweemaal een andere matzet volgt. Een thema dat technisch hooge eischen stelt. Series”. Het fraaie boekwerkje is ditmaal gewijd aan den bekenden Engelschen probleemcomponist C. Mansfield, van wien ruim hondeg^ tweezet- ten met korte analyses, in chronologische volg orde zijn opgenomen. De vele vrienden die White in alle wereld- deelen heeft, zullen op de volgende Kerst, feesten zeer noode de aardige attenties van den Amerikaanschen componist-publicist-classi- ficator missen. we ons niet uit het veld laten slaan door een dikke naaimand, noch door een stapel strijkgoed. Maar dat is lang niet alles, wat Moeder de vrouw allemaal voor extra’s te aoen heeft. Daar is ook nog een keuken^ waarin gebakken en gebraden werd, waar zoo hard in gewerkt is, dat ze absoluut een goede beurt moet hebben. En dan de logeerkamer, die gebruikt is och ja eigenlijk moet alles eens eventjes flink onder handen genomen worden, want goed beschouwd is er de laatste dagen maar met den Franschen slag gewerkt. Als moeder zich dat allemaal bedenkt, moet ze haast even zuchten, maar ze doet het niet, want het nieuwe jaar werpt onmiskenbaar een bemoedigend schijnsel op alle dingen, waar- Ik heb m’nen balans klaar. Ben ’m aangevangen bjj 't Kerstkribbeke, als ‘i, stalleke daar te gloren stond in ons huis en als in diep geluk de liefde veur ’t Klndeke Gods op de lichtpiekskes der keersekens ons ziele- ment binnenstraalde. ’k Heb 'm voortgezet, den balans, als ik dool de deur de bosschen, stik-alleen mee de ouwe boomen, daar in den stillen, peinzenden buiten van ’t Ouwejaar. ’k Heb er den boek loopen omblaren, omblAren en.... veul gedocht om ’t schrift van den kleinen Dorus. En ’k heb efkens weemoedig gelachen, als ik denken moest omden „kattesteert”, waar ik ook. al „calligrafeerende” dikwijls bjj was uitge komen. En ik heb geblaard, geblaard, heen en weer, en ten lange leste den boek afgesloten mee de gedachten van deuzen brief. Die ‘t leste blad is van mjjnen 1936-foliant Dieper, dieper ben ik t bosch in versukkeld, want ik had 'n lang gesprek mee den „Hoofd-Accountant”, alveur ik den boek ging afsluiten. dan kunde zo’nen kleinen kluut wel om z’n ooren slaan en nog ’n bietje ongelukkiger ma ken, 'm uitfoeteren veur knoeipot, stommerik en dierenbeul, beter is, naar mijn gedacht, om 'm de liefde veur de calligrafie te laten be houwen! Om 'm te helpen, om 't knoeiwerk te verbranden, ommild en wijs te zijn, om veur Dorus zijnen Lievenheer te speulen. Ik wil zeggen: ge kunt den mensch wel alles kwaljjk nemen, 'm ongelukkig maken, ’neu preek veur ’m houwen die meer mee de vuis ten dan mee 't hart wordt „gesproken", ’m uit foeteren veur zondaar recidivist en zoo, beter is naar mjjn gedacht, om ’m de liefde veur z’n Geloof te laten behouwen! Om ’m te helpen opstaan telkens, om mild en wjjs te zijn, lijk Onzenhevenheer dat veur Jou is! Veur ons knoeiers, die wéér mee prachtletters den nieu wen boek 1937 gaan aanvangen! Allemaal! Zonder uitzondering: steeds opnieuw, sjuust als den kleinen Dorus. Tusschen den grooten en den kleinen Dorus is zoo weinig verschil.. P. Coppens fauteur v. Lauwers, J. B. Renekens. P. Versteeg, j. R. c' Homejjer, C. Hartog, C. J. v. Amesfoort Jr„ W. J. C. Schouten. P. Wartenbergh en Chr. j’ Brandjes te Amsterdam; W. J. Depla te Kort rijk (Belgtë); Theo Verheggen te Thurles (Ier land) J. Moolhuijzen, J. P. Rietbergen. T, m van Maaren, G. C. Jansen, J. B. van Dongen en P. J. Barenbrug te Arnhem; M. J. Mees te Amersfoort: F. C. Laas te Heiloo; G. F. Deu- De beide laatste Decemberdagen voleindigden de vierlingen der familie Zimmerlein uit Küps in Oberfranken hun eerste levensjaar. Twee der kinderen werden 30 December geboren, terwijl de andere twee pas den volgenden dag ter wereld kwamen. Hier zitten de vierlingen in hun stoeltjes, vervaardigd door hiPn vader. houden, en bovendien ze hebben dagen lang extra lekkere hapjes gehad, dus een beetje eenvoud is wel goed. Dan bedenkt ze, dat daar een akelig dikke ^naaimand op haar staat te wachten met verstelgoed, dat is blijven liggen en een dito hoeveelheid strijkgoed, dat ook al wachten moest. Maar het is niet zoo heel erg, want in het nieuwe jaar schijn je altijd met meer moed en opgewektheid de dingen aan te zien. Een nieuw jaar is een nieuw begin een schoon blaadje van het levensboek -I I I I A k I A dat is iets, wat een mensch hoopvol stemt. I I I I I I Je kunt immers nooit weten, wat er op I IJ I I I \l geschreven zal worden’ Het kunnen ver- velende dingen zijn, maar ook prettige Daar gaat ie weer, den lesten brief van T jaar. t Leste blad van den Grootboek 1936 wordt weer volgeschreven; den boek wordt af gesloten. En we maken balans. We blAren ’ns terug in dieën dikken bo“k. mee de 366 zware bladzijden, waarop geschre ven staat onze eigen historie 1936. En waaruit we kunnen trekken de winst- en verliesreke ning van de zaak-van-ons-zielement. Om ’m dan ’n volgnommer op zjjnen rug te geven, •t cjjfer van onzen leeftijd en 'm te plaat sen op de plank, waar al ’n heele lange rjj van soortgelijke boeken staat....I Tja! *t Is 'n eigenaardige „bibliotheek” zoo’n lange plank van zulke jaarboeken, 'n Zware bibliotheek van vergeelde en nieuwere folian ten, die er zoo kolossaal gewichtig uitzien en.. allemaal samen zoo’n klein bietje saldo aan geven. Als er.... nog van saldo te praten is..! Maar éen ding hebben ze allemaal gemeen, deus boeken. Ze zjjn allemaal zoo mooi begon- nanl Eiken nieuwen boek wierd aangevangen iehier een fout, waarin vele zakenlieden vervallen Ze zitten bjj de pakken neer. Het is te begrijpen, doch niet goed te pra ten. Meer dan ooit is thans het zakenleven moeilijk en zwaar. Vooral voor den midden stand. Alle oorzaken van mislukkingen wil men liefst aan den crisis-kapstók hangen. Dat gaat echter niet. „Moed verloren, al verloren.” De Juistheid hiervan zien we dagelijks om ons heen. Soms in eigen kring. Een moedeloos mensch gevoelt zich klein en ziet dientengevolge al zjjn moei lijkheden als bergen. Wanneer hjj wat aanpakken wil. denkt hjj tegelijkertijd aan mislukking. Hjj ziet naar an dere mislukkingen, inplaats dat hij succesvolle collega's gadeslaat. Eenigen tjjd geleden heeft een toonaangevend buitenlandse!» blad op economisch en flhancieel gebied, een Onderzoek ingesteld naar de oor zaken vap eenige honderden faillissementen. Men kwam tot de ontdekking, dat bij 21 pro cent der gevallen de oorzaken waren gelegen in toestanden, waartegen de failliet zelf mach teloos had gestaan. B.v. ziekte, achteruitgang van een woonstreek, kortom toestanden bul ten de zaak. Doch bjj 69 procent der onder zochte zaken moest men constateeren dat de oorzaken, die tot mislukking hadden geleld, te vinden waren in de zaak of bjj den leider zelf. B.v. gebrek aan aanpassing aan de veranderde toestanden, verouderd zaken-systeem, onoor deelkundig beheer der zaak, gebrek aan finan cieel overzicht, enz. Het spreekt vanzelf dat zjj, die de oorzack van mislukking bjj zich zelf moeten zoeken, hiervoor meestal terugschrikken. De hand in eigen boezem steken is voor velen een onbe kende handeling. Om deze reden zoekt men de oorzaak van mislukking liever elders. Men slaagt tegen woordig vrijwel vlug bjj ’t zoeken naar zonden bokken. Heeft men zoo’n dier te pakken, dan is men klaar met een reden voor mislukken. Men heft klaagzangen aan in velerlei toon en oe litanie bestaat meesttijds uit het volgende: ^Als de tijd maar beter was.” „Als het weer maar beter was.” .Als de lasten maar niet zoo hoog waren.” ..Als we maar een andere regeering hadden." Als er maar meer geld onder de menschen -kortom allemaal oorzaken, niets te veranderen valt. en zelf zijn we zóó vol goede plannen, dat I RT nnc niet llif- Vtsxf- void dnnn V-/A X e Aan de leden van den N. B. v. P. V. is het jaarboek 1936 toej,ezonden. Wegens het eerste lustrum van den bond, is het kloeke Jaarboejc ditmaal in galatewaad gestoken. Behalve de gewone verslagen, ledenlijst enz bevat het boek van verschillende medewerkers artikelen, met veel diagrammen versierd. Het artikel van Nanning: „Wetenschap of Kunst” heeft ons zeer geboeid. ling te Zwarte meer; de Boer te Maalbroek (L.); D. de Jong te BussumC. RuëdLsruëll te Santpoort; A. Trompetter te Ter Apel; jOh. H. Heljstee te Hilversum; J. van de Rijdt té Eindhoven; J. G. H. B. te St. Nicolaasga; w. Hoekstra te Haarlem; C. E. Koopman en H. o Koopman te Den Helder; P. Andriesma te Heerlen; D. Janse te Bloemen daal; J c. No bels te Baam; Nlc. van der Poel te Li<®é; r. Wesseling te Ouderkerk a. d. A.; P. Thomas te Aalsmeer; N P. A. Velzeboer. Theologicum te Warmond; P. Weyers te Bergen, N.H.; J. Adrichem te Heemskerk. Van 67; G. Th. j' Steverink te A’dam; Pastoor Ratté te Groote- broek; A. Kuypers te Soe'terberg; Jac van Heerewaarde te Den Burg (Texel); J. W Kla- wer te Arnhem; Jeroen Warmerdam te Heem stede; mejuffrouw A. B. Spijker te Soest. dat men bestaan en mijnen. Zulk een op mislukking ingestelde geestes toestand moet wel tot mislukking leiden. Dit zijn ook meestal menschen, die roepen om een Veraart, die met papiersnippers uit een vlieg machine op „economisch” gebied mooi weer be weert te kunnen maken, z.g. met Jrunst en vliegwerk. Ford schryft zijn succes toe aan het feit, dat hjj steeds .aan de fabricage van millioenen auto’s dacht, terwyi zijn concurrenten slechts aan duizenden dachten. Toen- de gebroeders Philips met de fabricage van gloeilampen begonnen, was tegelijkertijd hun intentie, deze in alle landen der wereld te verkoopen. Stel hiertegenover eens de, in middenstands- kringen opgeld doende meening ,jk kan toch niet iedereen bedienen.? Waarom niet getracht dit doel te bereiken* Wellicht bereikt men dan driekwart. Doch de man. die zich instelt op de fielft, zal nooit en te nimmer driekwart als zjjn deel bekomen Wanneer men denkt: „och, zoo groot zal mijn zaak toch 'nooit worden," wordt deze ook nooit zoo groot. Onze Innerlijke gedachten wowlen vaak be waarheid en wat ons onderbewustzijn gelooft, volgen wij menschen maar al te vaak op De wilskracht is ondergeschikt aan dat bewustzijn. Als bewijs diene het voorbeeld met een plank Vraag iemand of hjj over een plank wil loo pen, die over de straat is gelegd. Hij bedenkt zich niet en stapt er rustig over heen. Legt men dezelfde plank tuaschen twee dakgoten. 30 meter hoog, dan zal hjj u bedanken. Zjjn onderbetvustzyn heeft hem wijsgemaakt, dat het gevaarlijk is om zoo hoog over een plank te loopen Daarom doet hjj het niet. Wordt hy er toe gedwongen, dan valt hij er af, want zijn geestestoestand is op mislukking ingesteld. Men kan zichzelf heel gemakkeiyk wUs- dèt hopen en gelooyen we toch, met Gods hulp een beter mensch te worden. Want het nieuwe jaar heeft een nieuwe kracht Jn ons geboren doen worden, een nieuw zelfvertrouwen. En dan hebben we ook den moed 4>m tegen ons zelf te zeggen „Nu moet voortaan zóó doen en dat zou je beter kunnen laten.” Dit is het, wat het nieuwe jaar in ons oproept: een hernieuwde kracht om te strij den tegen onze fouten en gebreken. Her nieuwd, want we vonden het in het oude jaar ook niet altijd goed, wanneer we iets zus of zoo deden, of iets nalieten, wat had moeten gebeuren. Maar het is, alsof we van binnen wel eens wat minder actief en een beetje slaperig worden en dan is het alsof het nieuwe jaar ons eens even wakker schudt, zoodat we frisscher tegenover ons zelf en onze om geving staan. Dan borrelt er een nieuwe activiteit, een lust tot aanpakken in ons op, die het oude jaar niet van ons kende en die het n^uwe Jaar ja, als het nieuwe jaar zou kunnen praten een „goed zoo” zou ontlokken. Ook ik wensch U allen nog van harte een „Zalig Nieuwjaar”.. En.... hoe kwamen we mee ons goeie veur- nemens van de kouwe kermis thuis, als den meester mee zjjnen feilen, roojen inkt ’t eer ste blad al daljjk verknoeide, als ie onze fouten mee de bloedige vegen van z’n rooie pen, over de goedbedoelde oefening striemde! Ja, we zijn maar vette knoeipotten, van klein tot groot, van Jong tot oud! En we meugen wel content zyn, dat we X zoo best getroffen hebben mee onzen „Hoofd accountant”, die op ’t end meer zyn groote barmhartigheid zal laten gelden, dan de „rooie I>en”....! Want daar bleef van onze heele Want ge mot wel veul, veul oud worden, om ten langen leste nie meer zoo hartverscheurend oewen boek vol te knoeien! Veul oud! Zoo oud wel, dat geniemeer schrijven’' kunt En dan is X ook geen groote kunst meer den boek blank en smetloos te houwen. waar of nie’ Of ik daarmee zeggen wil. amlco, dat we in onzen nieuwen boek 1937 maar dapper motten gaan knoeien? Allee, welneeë, daar kent ge veur? Neeë, manl Ik ben er sterk veur, om wéér den nieuwen, glanzend-blanken boek mee z’n 365 reine blajen waarop ge elk smetje zoo rap ziet, om dieën blanco 1937-boek weer maar prontjes aan te vangen mee schoon gecalllgra- feerde, gouwen sierletters; mee de beste veur- nemens Maar achter m’n redeneering zat ’gaar iets anders Tc Was lest bjj een van ons kinders en daar kregen de kleine dreumekes van m’n zeun ’n nieuw schrift! ’n Prachtig, blank, dik schrift, mee ’nen blinkend zwarte kaft, waarop ’n smet loos etiket. Wat waren de kleine kluutmange- kes bljj, mee dieën blanken boek. Zoo blij, wil ik zeggen, waren die kluutjes mee d'ren blan ken boek als wjj mee „Nuuwjaar”. VUf minu ten van volkomen geluk en toen.... toen kwam den „preek M’n zeun calligrafeerde op de etiketten den naam van de kleine mannen en Kleinigheden zijn het vaak, die aan een toiletje cachet geven. De hier afgebeelde vesten zien er zeer verschillend uit, doch zijn van hetzelfde materiaal, n.l. peau Nummer 1 is donker blauw met rood bandfluweel er op gewerkt; daaronder: voorpanden geheel geborduurd met 'n platten Urnaast korte bolero met galon of soutache bestikt, bijpassende hand- D^ceintuur is van wildleder, bestikt met band in een contrasteerende >en: garnituur van grijs persianer of Indisch lam, waarvan de mof tevens als tasch gebruikt kan worden Want diep, diep in de bosschen. alleen mee de boomen, alleen op de wegels, die altjj weg schemeren in den onendigen Milten, alleen, in den vollen vrede van de mijmerende natuur, waar nog ’n dood eikenblad neersmakt op den boschbojem mee hoorbaren tik, waar ’nen drup van de nevels op oew pet smakt, waar de roerlooze stilte stAAt tusschen da boomen. op zulke plekken, waar de weareld sereen, en sul ver is van alle menschelijk lawjjt en geknoei, daar komt ge altjj Onzenlievenheer teugen...! Daar kunt g’ oewen boek openleggen en vra gen of Hjj de verknoeide blajen er wil uittrek ken asteblief en smijten in-de vlammen van d’Hel. ja, dan wordt den boek veul dun.... maar ge draagt ’m licht en gelukkig naar huis en ge zet ’m op de plank mee ’t nommer van oew jaren. En ge ziet naar ’t glorend stalleke, naar X rooie Godsiampke. dat z’n zachte licht all dahliafluweel in oew oogen schijnt. En ge zjjt gereed veur ’n Zalig Ouwe Jaars feest mee vrouw en kinders en kleinkinders! Ge gaat bljj worden mee den nieuwen, blan ken. smetteloozen boek-1937 dien Onzenlieven heer oe schenkt en ge.... bent gelukkig, diep- gelukkig mee oew heilige veumemens van "n Jaar vol schoone calligrafie! En zoo, amico, mee deus warm geluk in de borst, zoo wensch ik jou en al oew lezers en lezereskes ’n, ook namens Trui: mee schoon gecalligrafeerde sierletters, lijk 1 Januari veul gebruikt worden. HU wierd tel kens geopend, den blanken, den smetloozen boek mee 'n paar regels gouwéh calligrafie, vastgeleed uit "hen schoonen nieuwjaarspreek, uit ’n subliem verhaal of uit hooge gedachten! En* telkens weer, wierd dieën boek, zoo be kwaam begonnen, on ’t end weer volgeknoeid. Volgeknoeid mee de zenuwachtige hane- pooten van den slonzigen „boekhouwer”. Volgekrabbeld en -gekriebeld in grooten haast, want daar was nog zooveul meer te doen, dan den boek netjes-houwen. Volgepeuterd mee de kleine, beverige letter- kens van den neergeslagen mensch, die zo’n moeite had weer óp te komen. Ja, dat hebben al.die gewichtig-uitziende fo lianten mee malkander gemeen: manjefiek be gonnen, slonzig geëindigd. 8juust als op school we dat al dejen mee *n nieuw schrift Waarop we Vader onzen naam lieten calligrafeeren, zooveul als den „preek” hierboven. (En dan spreek ik nog maar nie van de keeren. dat Vader zjjnen calligrafie grandioos mislukte....!) Hoe kosten we, als kind, blU mee *t nieuwe, blanke, smetlooze schrift ons veurnemen om ’t nou ’ns tot X end prachtig vol te schrUven, mee de oefeningen van school. Zonder fouten! Een variant op bovenstaand recept krijgt men door Ue slnaasappelhelften, nadat met een mesje zooveel mogelijk de velletjes zjjn verwUderd, te vullen met de puddingmassa. Indien dan boven op een schijfje ananas en een kers of geconfUt rood vruchtje wordt gelegd, heeft men meteen de kleuren van Llppe-Detmold toegepast. soms al veul slim....! Eenen liet al z’n speulgoed staan, gmg op z’n buikske op den grond liggen en begost ’t eerste blad te beschrijven, z’n tongske uit den zenuwachtigen mond, vol van span ning sopte-n-ie z’n pen in den Inktpot, die veur m op ’t vloerkleed stond, begost te schrU ven, en zorgzaam, veurzichtlg, nauwlettend en mee de beste bedoelingen ver.... knoeide-n-ie den mooien boek van louter blank papier, •n Fout, ’n vlek, de leut was er af. Weg t schrift en van Peuteren begost z’n moeder te plagen, want hu had niks beters te doen. In 't spullegoed geen zin meer, en ’t schrift.... was nergens meer te zien! Moeder had geenen tjjd om „geplaagd” te worden ze moest koken en zoo, dus den kleinen calligraaf kreeg ’n kwats om z’n ooren en toen ging ie *ns pro- bëeren hoe stevig den steert aan de kat vast zat! Waarop ie 'n tweede mep kreeg van den Opper-calllgraaf. van pa. Ik zee toen tegen den onder-calligraaf„kom ’ns hier. Dorus! Geef oew schrift ’ns!" „Tc Weet nie waar 't is. Opa!” En de .zonde” van de leugen trok als ’n bel- lefleyr-kleurke over ’t frissche toetje, ’n Rim peltje !n z’n neus, de schouwerkes in ontken nende beweging omhoog, ik frat 'm op, den kleinen ongeluksveugel! Toen heb ik veur zU- nen Lievenheer gespuid, z’n schrift gezocht er. er de verknoeide bladzyden uitgescheurd, en ook de andere, die loskwamen, weggenomen en kordaat in de hel, in de kachel gestopt. „Nou i» ’t weer splinternieuw, Dorus!” En wéér vierde-n-ie „nieuwjaar" mee zUnen vernieuwden boek! In Noord-Brazilië groeit een boom, dien de Duitschers, die daar wonen, den levenden Kerst boom genoemd hebben, omdat hU Juist om streeks Kerstmis ieder Jaar in bloei staat en er uitziet, alsof hU volzit met schitterende roode kaarsen. De boom, die oorspronkeiyk uit Madagascar komt, een vlamaccacia, ziet er nu echter niet erg uit als 'n kerstboom, omdat de stand van zUn takken hem het uiteriyk van een uitgespannen scherm geeft. Toch, wanneer hy begint te bloeien, en de boom als het ware met roode kaarsep onwillekeurig sierden kerstboom. me toch wel et nieuwe Jaar Is pas begonnen en dat begin is voor alle mensdhen anders hoewel het één groote overeenkomst heeft voor iedereen, n.l. dat het, gelijk de hoorn des overvloeds, gevuld is met goede voornemens. We hebben feestdagen en Zondagen als heele series ernstige en vroolijke dagen doorleefd, druk en roezig, maar verster kend en verfrisschend, omdat net den ge wonen gang van zaken eens zoo radicaal onderbreekt. We hebben het druk gehad met het ont vangen van logé’s, vrienden en kennissen, we zijn zelf uit geweest_en er scheen geen einde, aan al die fégsteUjke dagen te komen maar nu is het ér toch en Moeder overpeinst, dat ze het nu wel eens met het - - eten héél makkelijk zal nemen, want er is staart men zich blind. Het gevolg ta, zoo verschrikkelijk veel te doen in het huis- toestanden in de zaak, waarover' k-uu— „heeft deze te verbeteren, blUven Voortgaan met de zaak te onder- En wéér ging ie op den grond liggen en wéér.“. zie boven, van af „prachtig, blanco schrift’’ tot en met den „kattesteert”. Dt heb me bedooid mee dieën kleinen Dorus, die tel kens, mee de beste veumemens bezield, al cal- ligrafeerend by den kattesteert uitkwam. Zoo ^calligrafeeren'’ wU allemaal, amico! En 5 3 2 S 2 g' h ai Oplossingen gelieve Januari in te zenden. e3. 0—0; 9. f2—f3. a7—a6; 10. a2—a4, Rc8— d7; 11. Ddld2, Dd8—c7; 13. Tal—dl, Rc6— a5; 13. Dd2el. Ta8c8; 14. Re2f3, Pa5— c4; 15. Re3cl, eö—e5; 16. Pd4e3, Dc7—b6t 17. Kglhl, Pc4xb2. Zie diagram. Onder bovenstaanden titel zond Alain C. White aan zUn talrijke vrienden zyn 32ste en a b o d j Wit geeft mat in twee zetten M ee dr 5 3 2

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 36