Bisschopswijding in Estland fKdc&Aaal aan den dag T DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL I Abdij te Dikninge I Kloosters branden Barcelona in EEN GEBEURTENIS VAN GROOTE BETEEKENIS EEN NIEUW CRYSTAL PALACE? ZATERDAG 9 JANUARI 1937 I Moeilijk arbeidsveld s door DON LOIS ALBARON (Wordt vervolgd) I n n De nieuw benoemde hoogwaardig heidebekleeder ie de eerete katholieke bieechop in Eetland einde de Hervorming Plannen van den Raad van Beheer, welke twee millioen Pond Sterling zouden koeten Ten tyde van de hervorming geeaecularieeerd I De geld belegging s Hazewindhonden mee - HIJ Londen F groot ontanaot gevaar ?n it t V t schrijver HOOFDSTUK I 4 I 1 1 Plet, die altijd veel voor hengelen gevoeld had, had nu alle tijd om zijn liefhebberij te beoefenen. Als het zonnetje scheen, trok hij er al heel vroeg op uit, maar toch kwam hij nooit met en vischje naar huia. Maar al deze eerbetuigingen begonnen op t laatst te ver velen en Piet en Drein verlangden naar hun vaderland. Ze had den alles gekreger? wat ze hebben wilden en geld genoeg voor den trein. En zoo stonden ze op zekeren morgen op *t perron jp den trein te wachten, die hun naar Holland zou brengen. 11 it is i i L 5 P. Dr. ZACHARIAS OMCap. Narva (Estland). n, ie n n Is het te danken geweest dat het zich, on sterk verminderde belangstelling, heeft ki moed als men tegen dien reus ten strijde durft trekken. 1 tl e t i en Raad uitvoeren en iet ig. en tl- iet Ier Ift pt de k- 1- or it lai gi< die lijn Je i ik ik ird! en; in gen ik ing iet. an, :ult als dat leb lan om de ie? m- len sn: sn ik sen 1O— slls oie tld. )kt an op ike leaa- vooroi) Men Dat was zijn eigen schuld, want Piet dacht, dat je kon hengelen en luieren tegelijk. Hij legde zijn hengel in t gras en ging zelf een eindje verder liggen slapen! Als de vlschjes dan beten, was Plet natuurlijk nooit bij de hand. was een glimlach, die een vriendelijken beteekende. De oude priester was echter. die nu In zijn verheffing tot aartsbisschop van het hoogste kerkelijke gezag de welverdiende erkenning mocht ontvangen. De bisschopswijding werd verricht door den vertegenwoordiger van ZH den Paus In deze gewesten. Mgr. Arata, Apostolisch Nuntius voor Letland en Estland. Medeconsecratoren waren Mgr. Rancans, suffragaanbisschop van Riga en onze landgenoot Mgr. Cobbens, Apostolisch Vi caris van Finland. Verder was nog aanwezig Mgr. Bucys, bisschop van den Byzontijnsch-Sla- vlschen ritus te Kaunas, vjiens aanwezigheid het feit accentueerde, dat de Katholieke Kerk In Estland niet enkel geloovlgen telt van den La- tijnschen, maar ook van den Ooeterschen ritus. Sinds eenlge Jaren wordt .er Immers ook ge werkt onder de orthodoxe Russische bevolkings groep, terwijl, aooals we reeds vermeldden, ook aan de Estische orthodoxen gedacht wordt. Waar de groote kerkelijke plechtigheden hier nog zoo zeldzaam zijn, is het wel te begrijpen dat de betrekkelijk kleine kerk van Tallinn tot in de uiterste hoeken bezet was met belang stellenden en nieuwsgierigen, van wie er zeer velen wellicht nog nooit een katholieken bis schop hadden gezien. Niettegenstaande ook in het priesterkoor de ruimte zeer beperkt was, had de plechtigheid toch een zeer ordelijk en stichtend verloop, dank zij niet het minst aan de zes theologanten van het Groot-Seminarte Daar dit liedje zinspeelde op de bedienaren der Kerk, kon men het jongetje niet betichten van een overdreven eerbied voor het priesterlijk gezag. Bij den tweeden regel echter had hü reeds een draal om de ooren te pakken van een der vrouwen en deze kwam voldoende hard aan. om het ventje voorgoed tot een overtuigd communist te maken. bij verlies van een hand, een voet of een oog. Met een stier was het naar hun meenlng anders gesteld. Met een algeheele negatie van de superioriteit ven den menschelüken geest, be schouwen ze een stier als hun meerdere: hjj is een geweldenaar en het getuigt van ridderlijken Don Pedro en de Zusters hadden blijkbaar alle hoop op mij gesteld, aoodat we samen op weg gingen. Terwijl we de trappen afdaalden, zag ik door een openstaande deur Mlguel den student zitten. Hü zat gebogen over een dooa met zijderupsen en zijn hand streelde de gewe ven cocons. Zoo zou iedere Spanjaard deze cocons streelen. Ik was er van overtuigd, dat deze menschen zonder een opwindende aanlei ding nooit zouden komen tot een echten burger oorlog. of. wat erger is, tot het vermoorden van weerlooze menschen. Als ze geen Insect konden vernielen, zeker geen onschuldige menschen, zooveel hooger bewerktuigd, kinderen van God en geschapen naar Zijn beeld. Ik herinnerde mij nog steeds den ouden zee man. die zich vroeger wel eens bij mij kwam be klagen. omdat hij zoo „zwak" was. Deze man had zich nu eenmaal In zijn hoofd gezet, dat hjj een paar menschen uit den weg moest ruimen. Eén hunner had zün dochter beleedlgd en een ander had hem opzettelUk doen neertuimelen in het ruim van een schip. Toen hü het zieken huis verliet, was hü er van overtuigd dat aa ..erAAn" moesten. Er was echter één bezwaar. Telkens als hij tegenover het slachtoffer stond en hem In de oogen keek, dan zag hü daarin een zekeren glans, dien hü niet kon uitdooven. Er leefde iets in die «ogen, dat hU niet dooden wilde. En dit was het. wat die man zün „zwak heid" noemde. Als hoofdceremonlarius fungeerde de Secreta ris van den Nuntius, die door zijn zekere, niets over het hoofd ziende en toch zoo rustige en soepele leiding, voor wie ze ooit in functie zag. onmiddellijk deed denken aan de Romeinsche ceremoniemeesters. Als aardige en typeerende bijzonderheid moge tenslotte nog gememoreerd worden, dat aan het feestmaal voor de bisschoppen, priesters en enkele leekeh twintig personen aanzaten van tien verschillende nationaliteiten. En wat wel niemand zal verwachten: Nederland was vesuit in de meerderheid met niet minder dan vUf vertegenwoordigers: Mgr. Cobbens, zUn bege leider P. Hover S.C.I., pastoor te Helsingfors, P. Methodius OM.Cap. te Narva, den heer J. Dorff, Nederlandsch consul te Pamu (Est land), een half jaar geleden door Z.H. den Paus benoemd tot Ridder van den H. Gregorius en ondergeteekende. De overige aanwezigen ver deelden zich naar de nationaliteit over Estland, Letland, Lithauen, Polen. Duttschland, Frank- rUk, Italië, OostenrUk en Luxemburg. Aangemoedigd door het heuglijk gebeuren van Tl Dec. gaan we verder op den ingeslagen weg tot het geesteUJk heil van Estland! Katho lieken van Nederland vergeet ons daarbü niet! Wü kunnen uw belangstelling en enthousiasme niet gaande maken door het opsommen van daverende successen en het noemen van groote getallen, zooals dat. Goddank, In andere hemel streken wel mogeUJk ia. We zagen het: er is hier veel reden tot vreugde en oprechte dank baarheid, maar met dat al zal de arbeid in Est land voorlooplg nog pioniersarbeid blijven met al de moeilijkheden en harde kanten, met al de tegenvallers en ontgoochelingen ook. die daaraan vastzitten De jaarlUksche internatio nale Bidweek is al niet ver meer, wilt dan bij de groote intenties, die u dan weer zullen wor den voorgehouden ook eens denken aan een onderdeel daarvan: den terugkeer der Luthera nen en Orthodoxen In Estland tot de Katho lieke Kerk. taxi en gaf 0en Maar nog vóór dc tb de jongeman, die ampje en zei: „Balk maar niet, mün ezeltje. Je zult Je portie krijgen toen een maand geleden Crystal Palace af-, brandde, huilde Londen krokodillentranen. In werkelijkheid moet het maar een heel klein deel van de bevolking geweest zijn dat zich er iets van aantrok. Dit geweldige pa leis van glas en ijzer had zün bloeitijd reeds lang achter zich. Milüoenen Londenaars hadden het waarschijnlijk sinds jaren niet van nabij gezien, want 't ligt In 1 verre zuiden der hoofd stad. en de Londenaars van liet Oosten en van het Westen en van het Noorden mogen ver trouwd zijn met menige badplaats, met menige provinciestad en zelfs met menige buitenland- sche metropolls in het verre Zuiden van Londen komen zij nooit wanneer zij er niet be paald zün moeten. de proef gesteld. De deur van 't privé-kantoor ging open en Centia ver scheen op den drempel. Haar gezicht was vuur- In den tüd van koningin Victoria, toen dc ontspannlngsgelegenheden In en om nog zooveel minder talrijk en zooveel soberder waren, en toen bovendien een veel geringer deel der bevolking In de verafgelegen noordelUke, westelijke en oostelüke voorsteden woonde, was Crystal Palace een onvergelijkelUk empo rium van volkskunst en volksvermaak. Nu la sinds het in 1851 geopend werd, de bevolking van Londen ongeveer verviervoudigd, en hieraan IKS en handhaven. Er werden voortreffelijke concerten gegeven: in de tuinen werden nog steeds groote vuurwerken afgestoken (ofschoon niet één daar van haalde bU het laatste en grootste vuur werk van een maand geleden) en bovendien werden er alle mogelUke tentoonstellingen ge houden onder anderen van katten en pluim vee. De JaarlUksche kattententoonstelling zou Juist PP, idag ,na den brand geopend .eijn4#n.'gU kunt u de dankbaarheid voorstellen van hon- Aï I C A op blad llJn lnKevolKe de verzekerlngsvoorwaarden tegen p *7 C bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p *7 Eb O bü een ongeval met p AA I «I <r< XA ITi F1- 0 ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen VV. verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen U>VFa“ doodelijken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLÉ RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL „Wie te wiiuien. Don Pedro haalde de schouders op. ..Buen Dios... wat kun je er van zeggen," zei hU; ,Ze zien er allemaal hetzelfde uit." ZUn zakdoek, waarmee hü nog steeds voort ging zün gelaat af te wisschen, viel hem uit de hand. In den hoek stond een kleurig familie wapen geborduurd, met een markiezenkroontje: een kleine Udelheld van den ouden Rector.... Iedere Spanjaard, die zichzelf respecteert, leidt zün afkomst af van een roemrüke familie, waar toe hü behoort of waartoe hü gaarne zou willen behooren. Met een beminnelüke hardnekkigheid tracht hü deze afkomst te handhaven door een monogram of wapen in zün linnengoed of door een inscriptie In zün kerkboek. En later komt het vergroot, gebeiteld, op zün graf te staan. Dit is geen gewone bluf: want ze loopen er niet mee te koop. Het Is hun reeds voldoende als ze zelf van tüd tot tüd er aan herinnerd worden, dat hun voorvaderen ten Kruistocht trokken of streden in de legers tegen schisma- Ueken en Mooren. „Kun je niet meegaan?" Het verzoek was weinig aAntrekkelük. Het kan zün, dat heldenmoed ontwaakt op een oogenbllk, dat duidelük zichtbaar een historisch en heroïek karakter draagt. Maar midden op den nuchteren dag. als je de trams hoort rin kelen in de drukke straten en de auto's over de Rambla jagen, speelt het nuchter verstand een te groote rol, om zich hals over kop in wilde avonturen te werpen. zün dat?" vroeg ik, wellicht om tüd rood en had allen schijn dat bet huilen haar nader stond dan het lachen. „Onze zaak Is geen credlet-Instelling, me vrouw,” hoorde Lester den directeur «eggen. „Wü kunnen alleen zaken doen, als u contant betaalt. Een chèque....” „Ik «el u toch, dat Ik dat niet'kan." sprak ze verontwaardigd. „Ik vertelde u toch dat ik m'n geld verloren heb; tzat In m'n taschje en Op dit oogenbllk trad de hardnekkige Lester naar voren en sprak „Ik zal u direct naar Scotland-Yard bren gen." Nu wierp de jonge vrouw hem een dankbaren blik toe. „Vlug!" riep hü, „m'n taxi wacht bulten." .Maar Ik durf niet. M'n chauffeur wacht op betaling en ik heb niets bij me." „Dat Jromt in orde. Gaat u maar mee." Hü nam haar bü den arm en ging naar de deur, deur. Bulten keken de beide chauffeurs elkander spottend aan. Toen sprak Lester: ,Jk wist dat u uw beurs verloren had U liet haar op 't station vallen cn nu doe ik al uren lang alle mogelUke moeite ze u terug te geven, maar u verüdelde al mün pogingen daartoe. Ik geef haar u dan ook alleen terug, als u belooft nooit meer een voet in die opllchterszaak te zetten." Half verbijsterd keek Centia den jongen man aan, die haar het verloren taschje overhandig de, na een beleefden groet in s’n taxi stapte en wegreed. n de laatst verschenen aflevering van de be langrijke uitgave .Nederlandsche Kloostcr- zegels.vóór 1800" treffen we 'n beschrüvmg aan overt'JXJhorst. Abdü 8. Maria Y. te Dik- S nlnge" (vMr 1325 te Ruinen). Hierover wordt het volgende medegedeeld: Te Ruinen schünt reeds In de eerste helft der 12de eeuw een klooeter te hebben bestaan; blü- kens den Inhoud eener acte van het jaar 1141, waarbü de kerk van Steenwük c.a. werxf ge schonken aan de „ecclesia beate Marie Runa", werd deze bewoond door Benedictijner monni ken. Het feit, dat In 1169 aan dit klooster een abt verbonden was. bewijst, dat, althans sedert dat jaar. van een abdü kan worden gesproken. Uit stukken van lateren datum blükt, dat ook nonnen de abdü bewoonden, uit welke omstan digheid nog niet mag worden opgemaakt, dat 't oorspronkelüke mannenklooster in een vrou wenklooster was veranderd. Veeleer moet wor den gedacht aan een dubbelklooster; een «egel geeft in deaen een aanwüzing. De bewoordingen van het statuut van bisschop Frederik van Blankenheim van het Jaar 1414 bevestigen deze veronderstelling. Te vermelden valt nog. dat naast den abt ook een priorin wordt genoemd; sedert 1563 zien wU gelüktüdig een abt en een „vrouwe" van Dikninge optreden, terwül na het overlüden van den laatsten abt Herman van der Burcht, tegen.het einde der 16de eeuw, van een abdis sprake is. In 1335 gaf de bisschop van Utrecht toestem ming tot verplaatsing van de abdü van Ruinen naar Dikninge in het kerspel IJhorst; een tien tal jaren later bepaalde, deaelfde bisschop, dat de abdü voortaan bü haar ouden naam ?.öetcn- dale zou worden genoemd: dit bevel schünt ech ter niet het gewenschte effect te hebben gesor teerd. Uit de vermelding van den titel van abt van Dikninge en Ruinen, voorkomende zoowel In een acte van 1360 als In het randschrift van een der zegels, behoeft nog niet te worden af geleid. dat ook nA de verplaatsing In 1325 de abdü te Ruinen nog een aantal Jaren was blü- ven bestaan. Ten tüde van de Hervorming In Drente werd de abdü gesaeculariseerdde laatste klooster lingen bleveti nog tot In het begin der 17de eeuw in de gebouwen wonen. dit groet zóó opgewonden, dat hü onwillekeurig snel uit-* week, zooals een Jong meisje opzü springt voor een kikker. Een kleine Jongen, met een bruin gezicht en een zwarten kroeskop een ventje dat zoo weggeloopen kon zün uit een der schllderüen van Murillo begon een liedje te zingen, dat in de sloppen opgang had gemaakt. Ik maakte Don Pedro er opmerkzaam op, dat het niet verstandig was om naast zün priesterkleed nog andere kenteekenen te dra gen, die de ontevredenen nog meer konden ontstemmen. Bü het woord „ontstemmen" keek hü mü een beetje vreemd aan Ik had dit woord gebruikt, omdat ik op dat oogenbllk nog niet besefte waartoe „ontevrede nen" in staat konden zün. Ik dacht Immers het volk te kennen. Reeds jaren nam Ik de ziel zorg waar in de armste wuken van Barcelona Ik kende de meeste zeelui bü hun naam en ik wist ook, dat ze voortdurend heen en weer dob berden tusschen de kerk en de matrozéhkroeg. En wat de gewone families aanging, deze be stonden uit goedige menschen. een beetje fana tiek waar het een gevestigde overtuiging betrof, overigens nobel en goedhartig. Als ik in mün gedachten het rütje afging, was er dien Ik Natuurlük r stierengevecht, maar ze hadden een natuurlüke neiging om op te komen voor alles wat kleiner en zwakker is dan zü. a Ik had ze gezien, die een Insect bevrüdden, dat In het water lag en die er niet toe konden besluiten een splnneweb te verbreken, dat met zooveel zorg gespannen was. een stier was het naar hun meenlng 1 In dit hevig bewogen verhaal uit de eerste dagen der verwoesting te Barcelona vertelt Lots Albaron zün ervaringen van een enkelen onheil^nacht. De realiteit jan deae vertelling Js voldoende om aan te toonen hoeveel ellende er geleden wordt, wanneer een stad ten prooi vs^t aan wanorde en willekeur. De schrüver plaatst ons de gebeurtenissen rauw voor oogen met een typisch Spaansch realisme en de vrees, te vervallen in een te groote gevoeligheid, doet hem hier en daar zelfs cynisch schünen. Een opmerkzaam lezer zal echter spoedig doorzien, dat dit cynisme veel smartelük gevoel verbergt, waarvoor de schrüver zich schünt te schamen. Het boek is in één adem geschreven, onder den onmiddellüken Indruk van de gebeurtenis sen. Het draagt dan ook de sterke sporen van een groote emotie, die ruimschoots vergoedt, wat het relaas aan overwogenheld heeft Inge boet, yr-y p 27 December 1936 heeft er in de hoofd- I I stad van Estland, in Tallinn, een gebeur- tenls plaats gehad, die wellicht ontsnap pen zal aan de aandacht der chronlsten, nu zü hun balans opmaken van de voornaamst^ fei ten uit het kerkelük leven van het afgeloopen Jaar, maar die later, wanneer we óp 1936 in zün geheel en op grooter afstand kunnen te rugzien, ongetwüfeld op haar Juiste waarde 8*6®, die ter assistentie waren overgekomen geschat zal worden. We bedoelen de wüding van Mgr. K Profit*- llch, Apostolisch Administrator van Estland, tot titulair Aartsbisschop van Adrianopolls En de groote beteekenls van dit feit zal voor ieder-, een duidelük zün, wanneer men weet, dat hü* weer de eerste katholieke bisschop in Estland is sinds de Hervorming. Voor ons Nederlandsche katholieken, die ons nog geen eeuw geleden mochten verheugen in het herstel van onze bisscboppelüke hiërarchie, is het al zeer gemakkelük de diepe historische beteekenls van zulk een feit aan te voelen. En wanneer men bovendien eenigszins op de hoogte is van den grooten geestelüken nood, waarin dit land sinds de 16e eeuw verkeerd heeft en waar- nu wc mogen gerust zeggen: meer dan wordt men vooral ge troffen door de bovermatuurlüke beteekenls van deze wüding. Dan wordt zij een plechtige, tastbare bevestiging van het goddelüke woord „de poorten der hel zullen haar niet overweldi gen”. Het ligt niet in onze bedoeling hier een historisch overzicht te geven van de lotgevallen der Katholieke Kerk in Estland sinds de Her vorming. In de tweede helft van de 16e eeuw behoorde Lijfland en daarmee Zuid-Estland aan Polen, dat er de contra-Reformatie orga niseerde, maar vanaf de 17e eeuw is Zweden en daarna Rusland meester in Estland en heeft de Katholieke Kerk officieel opgehouden te bestaan. Dat intusschen ook hier de nieuwe leer de geesten en harten niet zoo stormender hand veroverd heeft als wel ooit beweerd en ge loofd wordt, blVkt uit verschillende historisch vaststaande feiten en moge ook hierdoor ge ïllustreerd worden, dat-zelfs nu op het platte land bü de „Luthersche” bevolking de katho lieke gebruiken nog niet geheel zün uitgestor ven Zün. Een nader onderzoek zou hier wellicht nog zeer interessante gegevens aan het licht kunnen brengen, maar zou van den anderen kant toch ook niets veranderen kunnen aan het feit, dat het Estische volk in zün geheel op hield katholiek te zün. Op het laatst van de vorige eeuw werd de katholieke kerk hier vooral vertegenwoordigd door de Poolsche en Lithau- sche arbeiders en soldaten, wier geestelüke ver zorging door de weinige priesters slechts op ge brekkige wüze kon worden waargenomen. Deze toestand duurde voort tot na den wereldoorGè. Estland herwon na eeuwen zün onafhankelük- held, sloot vrede met Rusland en begon zün cultureelen en materieelen opbouw. Ook de Ka tholieke Kerk kon hier nu een breetjeren en in- tenseren arbeid gun ontwikkelen. Er kwamen meer priesters, heAaantal posten kon worden uitgebreid, de zielzorg beter georganiseerd en regelmatiger uitgeoefend worden. Natuurlük wilde de Kerk zich daarbü niet beperken tot de katholiek geboren en gedoopte, maar in na tionaliteit niet Estische bevolkinggroepen. haar verlangen ging ook uit naar een hereeniglng der Esten zelf met de oude Moederkerk. In de kerken wordt geregeld Estisch gepreekt, een Estlsch gebedenboek en een catechismus wer- den samengesteld. Om de noodzakelüke voor lichting te geven betreffende de katholieke leer, om vooroordeelen weg te nemen en bezwaren op te lossen werd een apologetisch maand schrift „Kiriku Elu" (Het leven der Kerk) uit gegeven, dat zich speciaal tot de Luthersche Estischte bevolking richt en een t wee maande - lij ksch blad „Uhine Kirik"1 (De eenheid der Kerk), dat meer bestemd is voor dat gedeelte der Esten, dat in de veertiger jaren der vorige eeuw tot de Russisch-<x*thodoxe kerk overging, echter met behoud van eigen taal in de litur gie enz. Met groote dankbaarheid mogen we vast stellen, dat al die arbeid natuurlük bevatte t onze opsomming enkel de meer opvallende, meer in t oog springende feiten niet te ver- p geefsch is geweest. Het katholiek leven ver toont vooral daar, waar voortdurend een priester woont, een onmlskenbaren opbloei, de I vooroordeelen en misvattingen zün zeker niet I overal verdwenen, maar het is ook zeker, dat I de Kerk de achting en sympathie van zeer velen gewonnen heeft en het meest verblüdendc I is wel, dat reeds verschillende Esten weer tot I de Moederkerk zün teruggekeerd. I Een zeer groot gedeelte van dien arbeid is ge- I dragen, geleid en bezield door Mgr. Profittllch, zou het wenk, door zulk een brand gegeven, ter harte nog juist aan zoo n waren. Maar a! deze feesten, vermaken en bezli waardigheden gingen toch ongemerkt aan het overgroote deel der bevolking, maakt niets van een bezoek aan een tentoon stelling in Brussel of Parüs; deze hoofdsteden liggen zoo vlak bü. Maar Sydenham ligt zoo eindeloos ver af. schreeuwde: .Möord'" en een politle-agent baande zich een weg door de auto's en de men schen en Informeerde wat er te doen was. Ver schrikt trok Lester zich in z’n taxi terug en op hetzelfde oogenbllk nette het verkeer zich weer in beweging. De taxi van Centia spoedde voort met die van Lester achter zich. Ze stopte voor een ge bouw, waarvan de Jongeman wist dat er een opllchterszaak in gevestigd was. Centia meende echter dat ze daar d'r geld kon beleggen tegen zeer hooge rente. Ze beval den chauffeur te wachten, sprong vroolük uit den wagen en liep naar binnen, eenlge oogenblikken later door Lester gevolgd. Een klerk kwam hem tegemoet, maar de be zoeker tegen wil en dw*1*, schudde bet hoofd en «ei: „Ik wacht even op de dame, die daar juist naar binnen gegaan i«.” „Die is op 't oogenbllk op 1 kantoor bü de directie,” lichtte ie klerk in. Lester keek op i'n horloge. Z’n geduld werd ech ter niet lang op onder de fabrieksarbeiders niemand, in staat achtte een dier te kwellen. konden ze warm loopen voor een HUgend en hevig zweetend kwam Don Pedro del Torree, de oude Rector van de Zustertjes van St. Joseph over de binnenplaats: hü zocht de schaduw onder de arcaden en passeerde de pomp Een .paar vrouwen, die daar stonden met liaar kruiken, lieten hem haar tanden zien: Voor vele mlllloenen Londenaars moet Crystal Palace het gebouw geweest zün waarvan men op *n helderen dag het glasen dak zag schit teren wanneer men stond op Hampstead Heath in het noorden van Londen, twintig of vüf-en- twlntlg kilometers van Sydenham verwüderd. oekers uit de provincie en uit het buiten- ondernamep meestal den door hun reis- j voorgeschreven pelgrlmstdbht naar Chryslal Palace, dat indrukwekkend bleef we gens «ün geweldige afmetingen, en dat boven dien curieus was omdat het zooveel bevatte dat onze voorouders tachtig jaren geleden soo vurig bewonderden, en dat wü, twintigste- eeuwers, leelük of erger dan dat belache- lük vinden. Was er niets büsonden aan de hand, dan was het paleis op eenigszins naargeestige manier indrukwekkend door de verlatenheid van zün onmetelüke ruimte: dan ook kreeg men een in druk van algemeen verval meer psychisch dan physiek, alsof het üseren-en-glazen lichaam nog wel onverwoestbaar sterk, maar de geest aftandsch en klndsch was. Er werden dus veel krokodillentranen ver goten om het droeve uiteinde van het Crystal Palace, en er moeten vele Londenaars geweest zün die 'n helmelüke vreugde smaakten bü het vooruitzicht dat op de plaats van t glazen monster iets mooiers zou verrüzen, of beter nog: dat er in het geheel niets zou verrüzen. maar dat ook de fonteinen met de steenen beelden van gruwelüke amphlbleën gesloopt zou den worden, en dat de terreinen aangelegd zeuden worden als een modem park' Maar men had weinig tüd hierover bespiege lingen te houden. Want ternauwernood begon de sensatie, door den grooten brand veroor zaakt te luwen, of men vergat het verbrande Crystal Palace daar aller aandacht in beslag genomen werd door de geweldige crisis, waarbü de kroon en de persoon des konings betrokken waren. In de daarop volgende weken werd het dul- delük dat zoo de natie zich al troosten kon over het verlies van Crystal Palace, zü toch mei bereid was ook andere conventies uit den tijd van koningin Victoria prüs te geven. Nu het leven weer in normale banen vloeit herinnert men zich den grooten brand, en men begint belang te stellen in de vraag „wat er nu gebeuren zal.” Nog geen week na den brand was den Raad van Beheer t 120.000 verzekeringsgeld uitbe taald iets waarop, wegens de crisis, niemand (behalve de Raad en de Verzekerlngsmaat- schappü) gelet had. Zü bezit bovendien nog 50 000 In beleggingen. De vorige week is de verkoop van het wel zeer kromgetrokken maar toch nog bruikbare ijzerwerk aanbesteed, wanneer dit 30.000 opbrengt, zal de Over 200.000 beschikken voor het van nieuwe plannen. Dit bedrag is zeer geruststellend. Het is na me lük ongeveer voldoende om een mooi park met vüvers aan te leggen, maar ongeveer tien maal te klein om een nieuw Crystal Palace te bouwen. Voor zulk een ramp zal Londen dus gespaard blüven. Tenminste dat dacht en hoopte men. Maar nu blükt dat in 1913 de terreinen bü nationale inschrüving aangekocht waren „ten‘behoeve van de natie", onder nadrukkelüke voorwaarde dat er nooit een gebouw zou mogen verrüzen met een ander oogmerk dan het openbaar vermaak te dienen. Maar ook sinds 1913 is er veel veranderd Vooral het openbaar vermaak Is veranderd. En behalve de bewoners van de naburige wüken en voorsteden van Zuid-Londen is er büna nie mand die er aan denkt voor zün vermaak juist naar Sydenham te trekken. Men kon Londen zulk een dienst bewüzen door géén nieuw Crystal Palace te bouwen. Het zou bovendien weinig geld kosten ook. Maar de Raad van Beheer heeft al zijn zln- ^eestelüke meerwaardigheid .^„tey-,^, f -■ slotte de sterkste burcht voor een houding bü de Nederlandsche Katholieken tusschen hun getal en hun aandeel in de wetenschap. Geen krachtiger middel om spoedig onzen volledigen uitgroei te bereiken, dan mede te werken tot Instand houding en voltooiing onzer Unlversltelt. -w y-oor den eersten keer sinds haar huwelük \J van twee maanden voelde Centia zich tot letterlük alles In staat. D’r man Max was een schat, maar had één gebrek. Natuurlük. Hü verkeerde in .de meenlng alles te weten omtrent geldbelegging. Daarom verlangde hü dat Centia haar weinig overgespaarde contan ten In solide papieren zou beleggen. Maar de y*nge vrouw wilde dat niet. Van de rente zou ze nog geen japon per jaar kunnen koopen. Neen, dan wist zü iets beters. Ze had een prospectus ontvangen van rubber-aandeelen. die jaarlüks 5 pet. en meer zouden ultkeeren. Centia zat in den locaaltreln naar de City en toen de trein het station was binnengereden en ze naar een taxi uitkeek, zag ze een jongen man, die haar met alle geweld wilde aanspre ken. Hü scheen een weinig opgewonden. De jonge vrouw, die daar niets van hebben moest, sprong vlug in een chauffeur eer. adres op. chauffeur kon starten, stor Lester heette, al voor t ra „Nbem me niet kwalük. Met heftig gebaar legde Centia hem het zwü- gen op en riep: „Vooruit, chauffeur!" „Maar.- haastte Lester zich te zeggen, „u moet dat niet zoo opnemen, want. „Vooruit, chauffeur vlug!" riep Centia. Verbluft keek de jongeman op en liet net op tüd het voertuig los. Hü staarde de verdwynen- cc taxi na en keek op s’n horloge. Daarna liep hü op een andere taxi toe en «el: „Volg dien wagen en verlies de dame daarin niet uit bet oog, wat er ook gebeurt." De chauffeur knikte, reed snel de taxi vóór hem achterna en hield die goed ini 't oog. Eens klaps stond de eerste taxi voor een groot ge bouw stiL Vlug wipte Centia er uit en beklom de groote steefcen trap. „Dames-dub, mijnheer." sprak de chauffeur tot Lester. „Ze Is naar binnen gegaan; zal ik wachten?" De aangesprokene sprong de taxi uit. „Wacht maar even, 't zal zoo lang niet duren." De chauffeur grinnikte, nam een krant en begon te lezen. Eenigszins zenuwachtig ging -Je jongeman de Uyppen op van 't gebouw. Aan den Ingang stond een portier in livrei. „Ik zou graag de dame willen spreken, die zoo Juist hier binnen Is gegaan,” begon Lester. „Welke dame, mUnheer?" „Ik ken haar naam niet, maar ze had eén donkergrüze bontjas aan en....” „Het ;püt me. münheer. maar dan kan ik u niet helpen...." „Toe," hernam de jongeman, ,Jk moet haar dringend spreken, zeg mü haar naam....” „We geven nooit den naam of adres op van clubleden." hernam de portier, „maar als u een briefje wilt schrüven, dan zal ik zien, dat de door u bedoelde dame dat krijgt." „Ik kan niet aan een dame schrüven. als ik haasniet ken," riep Lester ongeduldig, ,Jk moet haar zien en spreken." In zün verwarrlhg struikelde Rector del Torree eerst over de onderste trede van de trap, die naar de gaanderü liep en trok mü vervol gens aan de mouw mün kamer binnen. .Pistolero’s hebben het portaal bezet,” ver telde hü. terwül hü zich op een stoel liet neer vallen. „en ze willen het huls vlsiteeren.” Met dit „huls” bedoelde hü het klooster en de inrichting, waar ouden van dagen verpleegd werden. Er was even een korte stilte en toen vroeg h(j: Bü de beschrüvlng van het optreden der Spaansche geestelükheid dient de Nederland sche lezer in het oog te houden, dat een gees telijke in de Zuldelüke landen nauwer meeleeft met de openbare volksgemeenschap, dan dit in NoordelUke streken mogelük is. Dit voor oogen hebbende zal men zich minder verwonderen over de vrümoedlgheid, waarmee de hoofdper soon zich in verschillende kringen beweegt. Ook geeft het milieu, waarin de hoofdfiguur ar beidt, voldoende verklaring voor het feit, dat hü zich büna nergens overgeeft aan vrome over peinzingen. Wie hem hierover een verwüt zou willen maken, leze de samenvatting ,J)e Profun- dis" aan het slot De lichte, vrlendelüke spot met de hartelüke vroomheid van enkele eenvoudige zielen zal deh lezer niet kwetsen, daar deze humor van den schrüver wordt geboren uit een innige liefde voor zün volk. Tot zoover het voorwoord bü de Nederland sche bewerking door de vertaalster, mej. C. Jacobs. krijgen. Büvoorbeeld door middel ojwnbare inschrijving. Wat Lord Nuffield doen wil, moet hü zelf weten. Maar wat ons betreft wü denken er niet aan. „Dan zal *t niet gaan, mijnheer,” besliste de portier. De Jongeman snelde de trappen af. „Waar nu naar toe, münheer?" vroeg de chauffeur. „Nog even hier wachten, want ik denk dat dc dame in kwestie wel weer gauw beneden zal komen. Houdt haar dus in 't oog, hoor!" „Uitstekend, münheer,” en de man verdiepte zich weer in z’n krant. Eensklaps kwam Centia weer de trappen af. wierp een haastigen blik om zich heen en sprong vlug weer in de taxi, die snel weg reed. Maar Lester's chauffeur had haar het ge bouw zien uitkomen en reed haar onmiddel- lük na. Op een gegeven oogenbllk reden de belde wa gens zü aan zü’ Lester stak direct z*h hoofd door het raampje naar buiten en riep: „Wat een geluk! Eindelük heb Ik u! U moet uu even naar me luisteren Bü 't station...." Centia keek hem doodelük verschrikt aan. Daarna slaakte ze een luiden, doordringenden gil. Mannen en vrouwen op dat drukke punt rekten hun halzen en bleven staan. Iemand hén gezet op een nieuw paleis al daa met béSWM-nog geen |W»«' »n«inm rtgs»««t« omdat hun Bedingen kristal. Hoeveel wü«er >ou het zün den te nemen. X)e Raad beschikt over 200.000. Hü hoopt df nog benoodigde 1.800 000 wel erbü te zullen van een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 13