Bisschopswijding in Estland
fKdc&Aaal aan den dag
T
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
I
Abdij te Dikninge
I
Kloosters branden
Barcelona
in
EEN GEBEURTENIS VAN
GROOTE BETEEKENIS
EEN NIEUW CRYSTAL
PALACE?
ZATERDAG 9 JANUARI 1937
I
Moeilijk arbeidsveld
s
door DON LOIS ALBARON
(Wordt vervolgd)
I
n
n
De nieuw benoemde hoogwaardig
heidebekleeder ie de eerete
katholieke bieechop in
Eetland einde de
Hervorming
Plannen van den Raad van Beheer,
welke twee millioen Pond
Sterling zouden koeten
Ten tyde van de hervorming
geeaecularieeerd
I De geld
belegging
s
Hazewindhonden
mee - HIJ
Londen
F
groot
ontanaot
gevaar
?n
it
t
V
t
schrijver
HOOFDSTUK I
4
I
1
1
Plet, die altijd veel voor hengelen gevoeld had, had nu alle
tijd om zijn liefhebberij te beoefenen. Als het zonnetje scheen,
trok hij er al heel vroeg op uit, maar toch kwam hij nooit met
en vischje naar huia.
Maar al deze eerbetuigingen begonnen op t laatst te ver
velen en Piet en Drein verlangden naar hun vaderland. Ze had
den alles gekreger? wat ze hebben wilden en geld genoeg voor
den trein. En zoo stonden ze op zekeren morgen op *t perron
jp den trein te wachten, die hun naar Holland zou brengen.
11
it
is
i
i
L
5
P. Dr. ZACHARIAS OMCap.
Narva (Estland).
n,
ie
n
n
Is het te danken geweest dat het zich, on
sterk verminderde belangstelling, heeft ki
moed als men tegen dien reus ten strijde durft
trekken.
1
tl
e
t
i
en
Raad
uitvoeren
en
iet
ig.
en
tl-
iet
Ier
Ift
pt
de
k-
1-
or
it
lai
gi<
die
lijn
Je
i ik
ik
ird!
en;
in
gen
ik
ing
iet.
an,
:ult
als
dat
leb
lan
om
de
ie?
m-
len
sn:
sn
ik
sen
1O—
slls
oie
tld.
)kt
an
op
ike
leaa-
vooroi)
Men
Dat was zijn eigen schuld, want Piet dacht, dat je kon
hengelen en luieren tegelijk. Hij legde zijn hengel in t gras en
ging zelf een eindje verder liggen slapen! Als de vlschjes dan
beten, was Plet natuurlijk nooit bij de hand.
was een glimlach, die een vriendelijken
beteekende. De oude priester was echter.
die nu In zijn verheffing tot aartsbisschop van
het hoogste kerkelijke gezag de welverdiende
erkenning mocht ontvangen.
De bisschopswijding werd verricht door den
vertegenwoordiger van ZH den Paus In deze
gewesten. Mgr. Arata, Apostolisch Nuntius voor
Letland en Estland. Medeconsecratoren waren
Mgr. Rancans, suffragaanbisschop van Riga en
onze landgenoot Mgr. Cobbens, Apostolisch Vi
caris van Finland. Verder was nog aanwezig
Mgr. Bucys, bisschop van den Byzontijnsch-Sla-
vlschen ritus te Kaunas, vjiens aanwezigheid het
feit accentueerde, dat de Katholieke Kerk In
Estland niet enkel geloovlgen telt van den La-
tijnschen, maar ook van den Ooeterschen ritus.
Sinds eenlge Jaren wordt .er Immers ook ge
werkt onder de orthodoxe Russische bevolkings
groep, terwijl, aooals we reeds vermeldden, ook
aan de Estische orthodoxen gedacht wordt.
Waar de groote kerkelijke plechtigheden hier
nog zoo zeldzaam zijn, is het wel te begrijpen
dat de betrekkelijk kleine kerk van Tallinn tot
in de uiterste hoeken bezet was met belang
stellenden en nieuwsgierigen, van wie er zeer
velen wellicht nog nooit een katholieken bis
schop hadden gezien. Niettegenstaande ook in
het priesterkoor de ruimte zeer beperkt was,
had de plechtigheid toch een zeer ordelijk en
stichtend verloop, dank zij niet het minst aan
de zes theologanten van het Groot-Seminarte
Daar dit liedje zinspeelde op de bedienaren
der Kerk, kon men het jongetje niet betichten
van een overdreven eerbied voor het priesterlijk
gezag. Bij den tweeden regel echter had hü
reeds een draal om de ooren te pakken van een
der vrouwen en deze kwam voldoende hard
aan. om het ventje voorgoed tot een overtuigd
communist te maken.
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
Met een stier was het naar hun meenlng
anders gesteld. Met een algeheele negatie van de
superioriteit ven den menschelüken geest, be
schouwen ze een stier als hun meerdere: hjj is
een geweldenaar en het getuigt van ridderlijken
Don Pedro en de Zusters hadden blijkbaar
alle hoop op mij gesteld, aoodat we samen op
weg gingen. Terwijl we de trappen afdaalden,
zag ik door een openstaande deur Mlguel den
student zitten. Hü zat gebogen over een dooa
met zijderupsen en zijn hand streelde de gewe
ven cocons. Zoo zou iedere Spanjaard deze
cocons streelen. Ik was er van overtuigd, dat
deze menschen zonder een opwindende aanlei
ding nooit zouden komen tot een echten burger
oorlog. of. wat erger is, tot het vermoorden van
weerlooze menschen. Als ze geen Insect konden
vernielen, zeker geen onschuldige menschen,
zooveel hooger bewerktuigd, kinderen van God
en geschapen naar Zijn beeld.
Ik herinnerde mij nog steeds den ouden zee
man. die zich vroeger wel eens bij mij kwam be
klagen. omdat hij zoo „zwak" was. Deze man
had zich nu eenmaal In zijn hoofd gezet, dat hjj
een paar menschen uit den weg moest ruimen.
Eén hunner had zün dochter beleedlgd en een
ander had hem opzettelUk doen neertuimelen in
het ruim van een schip. Toen hü het zieken
huis verliet, was hü er van overtuigd dat aa
..erAAn" moesten. Er was echter één bezwaar.
Telkens als hij tegenover het slachtoffer stond
en hem In de oogen keek, dan zag hü daarin een
zekeren glans, dien hü niet kon uitdooven. Er
leefde iets in die «ogen, dat hU niet dooden
wilde. En dit was het. wat die man zün „zwak
heid" noemde.
Als hoofdceremonlarius fungeerde de Secreta
ris van den Nuntius, die door zijn zekere, niets
over het hoofd ziende en toch zoo rustige en
soepele leiding, voor wie ze ooit in functie zag.
onmiddellijk deed denken aan de Romeinsche
ceremoniemeesters.
Als aardige en typeerende bijzonderheid moge
tenslotte nog gememoreerd worden, dat aan het
feestmaal voor de bisschoppen, priesters en
enkele leekeh twintig personen aanzaten van
tien verschillende nationaliteiten. En wat wel
niemand zal verwachten: Nederland was vesuit
in de meerderheid met niet minder dan vUf
vertegenwoordigers: Mgr. Cobbens, zUn bege
leider P. Hover S.C.I., pastoor te Helsingfors,
P. Methodius OM.Cap. te Narva, den heer
J. Dorff, Nederlandsch consul te Pamu (Est
land), een half jaar geleden door Z.H. den Paus
benoemd tot Ridder van den H. Gregorius en
ondergeteekende. De overige aanwezigen ver
deelden zich naar de nationaliteit over Estland,
Letland, Lithauen, Polen. Duttschland, Frank-
rUk, Italië, OostenrUk en Luxemburg.
Aangemoedigd door het heuglijk gebeuren van
Tl Dec. gaan we verder op den ingeslagen
weg tot het geesteUJk heil van Estland! Katho
lieken van Nederland vergeet ons daarbü niet!
Wü kunnen uw belangstelling en enthousiasme
niet gaande maken door het opsommen van
daverende successen en het noemen van groote
getallen, zooals dat. Goddank, In andere hemel
streken wel mogeUJk ia. We zagen het: er is
hier veel reden tot vreugde en oprechte dank
baarheid, maar met dat al zal de arbeid in Est
land voorlooplg nog pioniersarbeid blijven met
al de moeilijkheden en harde kanten, met al
de tegenvallers en ontgoochelingen ook. die
daaraan vastzitten De jaarlUksche internatio
nale Bidweek is al niet ver meer, wilt dan bij
de groote intenties, die u dan weer zullen wor
den voorgehouden ook eens denken aan een
onderdeel daarvan: den terugkeer der Luthera
nen en Orthodoxen In Estland tot de Katho
lieke Kerk.
taxi en gaf 0en
Maar nog vóór dc
tb de jongeman, die
ampje en zei:
„Balk maar niet, mün ezeltje.
Je zult Je portie krijgen
toen een maand geleden Crystal Palace af-,
brandde, huilde Londen krokodillentranen.
In werkelijkheid moet het maar een
heel klein deel van de bevolking geweest zijn
dat zich er iets van aantrok. Dit geweldige pa
leis van glas en ijzer had zün bloeitijd reeds
lang achter zich. Milüoenen Londenaars hadden
het waarschijnlijk sinds jaren niet van nabij
gezien, want 't ligt In 1 verre zuiden der hoofd
stad. en de Londenaars van liet Oosten en van
het Westen en van het Noorden mogen ver
trouwd zijn met menige badplaats, met menige
provinciestad en zelfs met menige buitenland-
sche metropolls in het verre Zuiden van
Londen komen zij nooit wanneer zij er niet be
paald zün moeten.
de proef gesteld. De deur
van 't privé-kantoor ging open en Centia ver
scheen op den drempel. Haar gezicht was vuur-
In den tüd van koningin Victoria, toen dc
ontspannlngsgelegenheden In en om
nog zooveel minder talrijk en zooveel soberder
waren, en toen bovendien een veel geringer deel
der bevolking In de verafgelegen noordelUke,
westelijke en oostelüke voorsteden woonde,
was Crystal Palace een onvergelijkelUk empo
rium van volkskunst en volksvermaak. Nu la
sinds het in 1851 geopend werd, de bevolking
van Londen ongeveer verviervoudigd, en hieraan
IKS
en
handhaven. Er werden voortreffelijke concerten
gegeven: in de tuinen werden nog steeds groote
vuurwerken afgestoken (ofschoon niet één daar
van haalde bU het laatste en grootste vuur
werk van een maand geleden) en bovendien
werden er alle mogelUke tentoonstellingen ge
houden onder anderen van katten en pluim
vee.
De JaarlUksche kattententoonstelling zou Juist
PP, idag ,na den brand geopend .eijn4#n.'gU
kunt u de dankbaarheid voorstellen van hon-
Aï I C A op blad llJn lnKevolKe de verzekerlngsvoorwaarden tegen p *7 C bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p *7 Eb O bü een ongeval met p
AA I «I <r< XA ITi F1- 0 ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen VV. verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen U>VFa“ doodelijken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLÉ RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
„Wie
te wiiuien.
Don Pedro haalde de schouders op.
..Buen Dios... wat kun je er van zeggen,"
zei hU; ,Ze zien er allemaal hetzelfde uit."
ZUn zakdoek, waarmee hü nog steeds voort
ging zün gelaat af te wisschen, viel hem uit de
hand. In den hoek stond een kleurig familie
wapen geborduurd, met een markiezenkroontje:
een kleine Udelheld van den ouden Rector....
Iedere Spanjaard, die zichzelf respecteert, leidt
zün afkomst af van een roemrüke familie, waar
toe hü behoort of waartoe hü gaarne zou willen
behooren. Met een beminnelüke hardnekkigheid
tracht hü deze afkomst te handhaven door een
monogram of wapen in zün linnengoed of door
een inscriptie In zün kerkboek.
En later komt het vergroot, gebeiteld, op zün
graf te staan.
Dit is geen gewone bluf: want ze loopen er
niet mee te koop. Het Is hun reeds voldoende
als ze zelf van tüd tot tüd er aan herinnerd
worden, dat hun voorvaderen ten Kruistocht
trokken of streden in de legers tegen schisma-
Ueken en Mooren.
„Kun je niet meegaan?"
Het verzoek was weinig aAntrekkelük. Het
kan zün, dat heldenmoed ontwaakt op een
oogenbllk, dat duidelük zichtbaar een historisch
en heroïek karakter draagt. Maar midden op
den nuchteren dag. als je de trams hoort rin
kelen in de drukke straten en de auto's over
de Rambla jagen, speelt het nuchter verstand
een te groote rol, om zich hals over kop in wilde
avonturen te werpen.
zün dat?" vroeg ik, wellicht om tüd
rood en had allen schijn dat bet huilen haar
nader stond dan het lachen.
„Onze zaak Is geen credlet-Instelling, me
vrouw,” hoorde Lester den directeur «eggen.
„Wü kunnen alleen zaken doen, als u contant
betaalt. Een chèque....”
„Ik «el u toch, dat Ik dat niet'kan." sprak
ze verontwaardigd. „Ik vertelde u toch dat ik
m'n geld verloren heb; tzat In m'n taschje
en
Op dit oogenbllk trad de hardnekkige Lester
naar voren en sprak
„Ik zal u direct naar Scotland-Yard bren
gen."
Nu wierp de jonge vrouw hem een dankbaren
blik toe.
„Vlug!" riep hü, „m'n taxi wacht bulten."
.Maar Ik durf niet. M'n chauffeur wacht op
betaling en ik heb niets bij me."
„Dat Jromt in orde. Gaat u maar mee." Hü
nam haar bü den arm en ging naar de deur,
deur.
Bulten keken de beide chauffeurs elkander
spottend aan.
Toen sprak Lester: ,Jk wist dat u uw beurs
verloren had U liet haar op 't station vallen
cn nu doe ik al uren lang alle mogelUke moeite
ze u terug te geven, maar u verüdelde al mün
pogingen daartoe. Ik geef haar u dan ook alleen
terug, als u belooft nooit meer een voet in die
opllchterszaak te zetten."
Half verbijsterd keek Centia den jongen man
aan, die haar het verloren taschje overhandig
de, na een beleefden groet in s’n taxi stapte en
wegreed.
n de laatst verschenen aflevering van de be
langrijke uitgave .Nederlandsche Kloostcr-
zegels.vóór 1800" treffen we 'n beschrüvmg
aan overt'JXJhorst. Abdü 8. Maria Y. te Dik- S
nlnge" (vMr 1325 te Ruinen). Hierover wordt
het volgende medegedeeld:
Te Ruinen schünt reeds In de eerste helft der
12de eeuw een klooeter te hebben bestaan; blü-
kens den Inhoud eener acte van het jaar 1141,
waarbü de kerk van Steenwük c.a. werxf ge
schonken aan de „ecclesia beate Marie Runa",
werd deze bewoond door Benedictijner monni
ken. Het feit, dat In 1169 aan dit klooster een
abt verbonden was. bewijst, dat, althans sedert
dat jaar. van een abdü kan worden gesproken.
Uit stukken van lateren datum blükt, dat ook
nonnen de abdü bewoonden, uit welke omstan
digheid nog niet mag worden opgemaakt, dat
't oorspronkelüke mannenklooster in een vrou
wenklooster was veranderd. Veeleer moet wor
den gedacht aan een dubbelklooster; een «egel
geeft in deaen een aanwüzing. De bewoordingen
van het statuut van bisschop Frederik van
Blankenheim van het Jaar 1414 bevestigen deze
veronderstelling. Te vermelden valt nog. dat
naast den abt ook een priorin wordt genoemd;
sedert 1563 zien wU gelüktüdig een abt en een
„vrouwe" van Dikninge optreden, terwül na het
overlüden van den laatsten abt Herman van
der Burcht, tegen.het einde der 16de eeuw, van
een abdis sprake is.
In 1335 gaf de bisschop van Utrecht toestem
ming tot verplaatsing van de abdü van Ruinen
naar Dikninge in het kerspel IJhorst; een tien
tal jaren later bepaalde, deaelfde bisschop, dat
de abdü voortaan bü haar ouden naam ?.öetcn-
dale zou worden genoemd: dit bevel schünt ech
ter niet het gewenschte effect te hebben gesor
teerd.
Uit de vermelding van den titel van abt van
Dikninge en Ruinen, voorkomende zoowel In
een acte van 1360 als In het randschrift van
een der zegels, behoeft nog niet te worden af
geleid. dat ook nA de verplaatsing In 1325 de
abdü te Ruinen nog een aantal Jaren was blü-
ven bestaan.
Ten tüde van de Hervorming In Drente werd
de abdü gesaeculariseerdde laatste klooster
lingen bleveti nog tot In het begin der 17de
eeuw in de gebouwen wonen.
dit
groet
zóó opgewonden, dat hü onwillekeurig snel uit-*
week, zooals een Jong meisje opzü springt voor
een kikker.
Een kleine Jongen, met een bruin gezicht en
een zwarten kroeskop een ventje dat zoo
weggeloopen kon zün uit een der schllderüen
van Murillo begon een liedje te zingen, dat
in de sloppen opgang had gemaakt.
Ik maakte Don Pedro er opmerkzaam op,
dat het niet verstandig was om naast zün
priesterkleed nog andere kenteekenen te dra
gen, die de ontevredenen nog meer konden
ontstemmen.
Bü het woord „ontstemmen" keek hü mü een
beetje vreemd aan
Ik had dit woord gebruikt, omdat ik op dat
oogenbllk nog niet besefte waartoe „ontevrede
nen" in staat konden zün. Ik dacht Immers
het volk te kennen. Reeds jaren nam Ik de ziel
zorg waar in de armste wuken van Barcelona
Ik kende de meeste zeelui bü hun naam en ik
wist ook, dat ze voortdurend heen en weer dob
berden tusschen de kerk en de matrozéhkroeg.
En wat de gewone families aanging, deze be
stonden uit goedige menschen. een beetje fana
tiek waar het een gevestigde overtuiging betrof,
overigens nobel en goedhartig.
Als ik in mün gedachten het rütje afging,
was er
dien Ik
Natuurlük r
stierengevecht, maar ze hadden een natuurlüke
neiging om op te komen voor alles wat kleiner
en zwakker is dan zü. a
Ik had ze gezien, die een Insect bevrüdden,
dat In het water lag en die er niet toe konden
besluiten een splnneweb te verbreken, dat met
zooveel zorg gespannen was.
een stier was het naar hun meenlng
1
In dit hevig bewogen verhaal uit de eerste
dagen der verwoesting te Barcelona vertelt
Lots Albaron zün ervaringen van een enkelen
onheil^nacht.
De realiteit jan deae vertelling Js voldoende
om aan te toonen hoeveel ellende er geleden
wordt, wanneer een stad ten prooi vs^t aan
wanorde en willekeur.
De schrüver plaatst ons de gebeurtenissen
rauw voor oogen met een typisch Spaansch
realisme en de vrees, te vervallen in een te
groote gevoeligheid, doet hem hier en daar zelfs
cynisch schünen.
Een opmerkzaam lezer zal echter spoedig
doorzien, dat dit cynisme veel smartelük gevoel
verbergt, waarvoor de schrüver zich schünt te
schamen.
Het boek is in één adem geschreven, onder
den onmiddellüken Indruk van de gebeurtenis
sen. Het draagt dan ook de sterke sporen van
een groote emotie, die ruimschoots vergoedt,
wat het relaas aan overwogenheld heeft Inge
boet,
yr-y p 27 December 1936 heeft er in de hoofd-
I I stad van Estland, in Tallinn, een gebeur-
tenls plaats gehad, die wellicht ontsnap
pen zal aan de aandacht der chronlsten, nu zü
hun balans opmaken van de voornaamst^ fei
ten uit het kerkelük leven van het afgeloopen
Jaar, maar die later, wanneer we óp 1936 in
zün geheel en op grooter afstand kunnen te
rugzien, ongetwüfeld op haar Juiste waarde 8*6®, die ter assistentie waren overgekomen
geschat zal worden.
We bedoelen de wüding van Mgr. K Profit*-
llch, Apostolisch Administrator van Estland,
tot titulair Aartsbisschop van Adrianopolls En
de groote beteekenls van dit feit zal voor ieder-,
een duidelük zün, wanneer men weet, dat hü*
weer de eerste katholieke bisschop in Estland
is sinds de Hervorming.
Voor ons Nederlandsche katholieken, die ons
nog geen eeuw geleden mochten verheugen in
het herstel van onze bisscboppelüke hiërarchie,
is het al zeer gemakkelük de diepe historische
beteekenls van zulk een feit aan te voelen. En
wanneer men bovendien eenigszins op de hoogte
is van den grooten geestelüken nood, waarin dit
land sinds de 16e eeuw verkeerd heeft en waar-
nu wc mogen gerust zeggen: meer
dan wordt men vooral ge
troffen door de bovermatuurlüke beteekenls
van deze wüding. Dan wordt zij een plechtige,
tastbare bevestiging van het goddelüke woord
„de poorten der hel zullen haar niet overweldi
gen”.
Het ligt niet in onze bedoeling hier een
historisch overzicht te geven van de lotgevallen
der Katholieke Kerk in Estland sinds de Her
vorming. In de tweede helft van de 16e eeuw
behoorde Lijfland en daarmee Zuid-Estland
aan Polen, dat er de contra-Reformatie orga
niseerde, maar vanaf de 17e eeuw is Zweden
en daarna Rusland meester in Estland en heeft
de Katholieke Kerk officieel opgehouden te
bestaan. Dat intusschen ook hier de nieuwe
leer de geesten en harten niet zoo stormender
hand veroverd heeft als wel ooit beweerd en ge
loofd wordt, blVkt uit verschillende historisch
vaststaande feiten en moge ook hierdoor ge
ïllustreerd worden, dat-zelfs nu op het platte
land bü de „Luthersche” bevolking de katho
lieke gebruiken nog niet geheel zün uitgestor
ven Zün. Een nader onderzoek zou hier wellicht
nog zeer interessante gegevens aan het licht
kunnen brengen, maar zou van den anderen
kant toch ook niets veranderen kunnen aan
het feit, dat het Estische volk in zün geheel op
hield katholiek te zün. Op het laatst van de
vorige eeuw werd de katholieke kerk hier vooral
vertegenwoordigd door de Poolsche en Lithau-
sche arbeiders en soldaten, wier geestelüke ver
zorging door de weinige priesters slechts op ge
brekkige wüze kon worden waargenomen. Deze
toestand duurde voort tot na den wereldoorGè.
Estland herwon na eeuwen zün onafhankelük-
held, sloot vrede met Rusland en begon zün
cultureelen en materieelen opbouw. Ook de Ka
tholieke Kerk kon hier nu een breetjeren en in-
tenseren arbeid gun ontwikkelen. Er kwamen
meer priesters, heAaantal posten kon worden
uitgebreid, de zielzorg beter georganiseerd en
regelmatiger uitgeoefend worden. Natuurlük
wilde de Kerk zich daarbü niet beperken tot
de katholiek geboren en gedoopte, maar in na
tionaliteit niet Estische bevolkinggroepen. haar
verlangen ging ook uit naar een hereeniglng
der Esten zelf met de oude Moederkerk. In de
kerken wordt geregeld Estisch gepreekt, een
Estlsch gebedenboek en een catechismus wer-
den samengesteld. Om de noodzakelüke voor
lichting te geven betreffende de katholieke leer,
om vooroordeelen weg te nemen en bezwaren
op te lossen werd een apologetisch maand
schrift „Kiriku Elu" (Het leven der Kerk) uit
gegeven, dat zich speciaal tot de Luthersche
Estischte bevolking richt en een t wee maande -
lij ksch blad „Uhine Kirik"1 (De eenheid der
Kerk), dat meer bestemd is voor dat gedeelte
der Esten, dat in de veertiger jaren der vorige
eeuw tot de Russisch-<x*thodoxe kerk overging,
echter met behoud van eigen taal in de litur
gie enz.
Met groote dankbaarheid mogen we vast
stellen, dat al die arbeid natuurlük bevatte
t onze opsomming enkel de meer opvallende,
meer in t oog springende feiten niet te ver-
p geefsch is geweest. Het katholiek leven ver
toont vooral daar, waar voortdurend een
priester woont, een onmlskenbaren opbloei, de
I vooroordeelen en misvattingen zün zeker niet
I overal verdwenen, maar het is ook zeker, dat
I de Kerk de achting en sympathie van zeer
velen gewonnen heeft en het meest verblüdendc
I is wel, dat reeds verschillende Esten weer tot
I de Moederkerk zün teruggekeerd.
I Een zeer groot gedeelte van dien arbeid is ge-
I dragen, geleid en bezield door Mgr. Profittllch,
zou het
wenk, door zulk een brand gegeven, ter harte
nog juist aan zoo n
waren.
Maar a! deze feesten, vermaken en bezli
waardigheden gingen toch ongemerkt
aan het overgroote deel der bevolking,
maakt niets van een bezoek aan een tentoon
stelling in Brussel of Parüs; deze hoofdsteden
liggen zoo vlak bü. Maar Sydenham ligt zoo
eindeloos ver af.
schreeuwde: .Möord'" en een politle-agent
baande zich een weg door de auto's en de men
schen en Informeerde wat er te doen was. Ver
schrikt trok Lester zich in z’n taxi terug en op
hetzelfde oogenbllk nette het verkeer zich weer
in beweging.
De taxi van Centia spoedde voort met die
van Lester achter zich. Ze stopte voor een ge
bouw, waarvan de Jongeman wist dat er een
opllchterszaak in gevestigd was. Centia meende
echter dat ze daar d'r geld kon beleggen tegen
zeer hooge rente. Ze beval den chauffeur te
wachten, sprong vroolük uit den wagen en liep
naar binnen, eenlge oogenblikken later door
Lester gevolgd.
Een klerk kwam hem tegemoet, maar de be
zoeker tegen wil en dw*1*, schudde bet hoofd
en «ei:
„Ik wacht even op de dame, die daar juist
naar binnen gegaan i«.”
„Die is op 't
oogenbllk op 1
kantoor bü de
directie,” lichtte
ie klerk in.
Lester keek op
i'n horloge. Z’n
geduld werd ech
ter niet lang op
onder de fabrieksarbeiders niemand,
in staat achtte een dier te kwellen.
konden ze warm loopen voor een
HUgend en hevig zweetend kwam Don Pedro
del Torree, de oude Rector van de Zustertjes
van St. Joseph over de binnenplaats: hü zocht
de schaduw onder de arcaden en passeerde de
pomp
Een .paar vrouwen, die daar stonden met
liaar kruiken, lieten hem haar tanden zien:
Voor vele mlllloenen Londenaars moet Crystal
Palace het gebouw geweest zün waarvan men
op *n helderen dag het glasen dak zag schit
teren wanneer men stond op Hampstead Heath
in het noorden van Londen, twintig of vüf-en-
twlntlg kilometers van Sydenham verwüderd.
oekers uit de provincie en uit het buiten-
ondernamep meestal den door hun reis-
j voorgeschreven pelgrlmstdbht naar
Chryslal Palace, dat indrukwekkend bleef we
gens «ün geweldige afmetingen, en dat boven
dien curieus was omdat het zooveel bevatte
dat onze voorouders tachtig jaren geleden soo
vurig bewonderden, en dat wü, twintigste-
eeuwers, leelük of erger dan dat belache-
lük vinden.
Was er niets büsonden aan de hand, dan was
het paleis op eenigszins naargeestige manier
indrukwekkend door de verlatenheid van zün
onmetelüke ruimte: dan ook kreeg men een in
druk van algemeen verval meer psychisch
dan physiek, alsof het üseren-en-glazen lichaam
nog wel onverwoestbaar sterk, maar de geest
aftandsch en klndsch was.
Er werden dus veel krokodillentranen ver
goten om het droeve uiteinde van het Crystal
Palace, en er moeten vele Londenaars geweest
zün die 'n helmelüke vreugde smaakten bü het
vooruitzicht dat op de plaats van t glazen
monster iets mooiers zou verrüzen, of beter
nog: dat er in het geheel niets zou verrüzen.
maar dat ook de fonteinen met de steenen
beelden van gruwelüke amphlbleën gesloopt zou
den worden, en dat de terreinen aangelegd
zeuden worden als een modem park'
Maar men had weinig tüd hierover bespiege
lingen te houden. Want ternauwernood begon
de sensatie, door den grooten brand veroor
zaakt te luwen, of men vergat het verbrande
Crystal Palace daar aller aandacht in beslag
genomen werd door de geweldige crisis, waarbü
de kroon en de persoon des konings betrokken
waren.
In de daarop volgende weken werd het dul-
delük dat zoo de natie zich al troosten kon
over het verlies van Crystal Palace, zü toch mei
bereid was ook andere conventies uit den tijd
van koningin Victoria prüs te geven.
Nu het leven weer in normale banen vloeit
herinnert men zich den grooten brand, en men
begint belang te stellen in de vraag „wat er nu
gebeuren zal.”
Nog geen week na den brand was den Raad
van Beheer t 120.000 verzekeringsgeld uitbe
taald iets waarop, wegens de crisis, niemand
(behalve de Raad en de Verzekerlngsmaat-
schappü) gelet had. Zü bezit bovendien nog
50 000 In beleggingen. De vorige week is de
verkoop van het wel zeer kromgetrokken maar
toch nog bruikbare ijzerwerk aanbesteed,
wanneer dit 30.000 opbrengt, zal de
Over 200.000 beschikken voor het
van nieuwe plannen.
Dit bedrag is zeer geruststellend. Het is na
me lük ongeveer voldoende om een mooi park
met vüvers aan te leggen, maar ongeveer tien
maal te klein om een nieuw Crystal Palace te
bouwen. Voor zulk een ramp zal Londen dus
gespaard blüven.
Tenminste dat dacht en hoopte men. Maar
nu blükt dat in 1913 de terreinen bü nationale
inschrüving aangekocht waren „ten‘behoeve van
de natie", onder nadrukkelüke voorwaarde dat
er nooit een gebouw zou mogen verrüzen met
een ander oogmerk dan het openbaar vermaak
te dienen.
Maar ook sinds 1913 is er veel veranderd
Vooral het openbaar vermaak Is veranderd. En
behalve de bewoners van de naburige wüken
en voorsteden van Zuid-Londen is er büna nie
mand die er aan denkt voor zün vermaak juist
naar Sydenham te trekken.
Men kon Londen zulk een dienst bewüzen
door géén nieuw Crystal Palace te bouwen. Het
zou bovendien weinig geld kosten ook.
Maar de Raad van Beheer heeft al zijn zln-
^eestelüke meerwaardigheid .^„tey-,^,
f -■ slotte de sterkste burcht voor een
houding bü de Nederlandsche Katholieken
tusschen hun getal en hun aandeel in
de wetenschap. Geen krachtiger middel
om spoedig onzen volledigen uitgroei te
bereiken, dan mede te werken tot Instand
houding en voltooiing onzer Unlversltelt.
-w y-oor den eersten keer sinds haar huwelük
\J van twee maanden voelde Centia zich tot
letterlük alles In staat. D’r man Max was
een schat, maar had één gebrek. Natuurlük.
Hü verkeerde in .de meenlng alles te weten
omtrent geldbelegging. Daarom verlangde hü
dat Centia haar weinig overgespaarde contan
ten In solide papieren zou beleggen. Maar de
y*nge vrouw wilde dat niet. Van de rente zou
ze nog geen japon per jaar kunnen koopen.
Neen, dan wist zü iets beters. Ze had een
prospectus ontvangen van rubber-aandeelen.
die jaarlüks 5 pet. en meer zouden ultkeeren.
Centia zat in den locaaltreln naar de City en
toen de trein het station was binnengereden
en ze naar een taxi uitkeek, zag ze een jongen
man, die haar met alle geweld wilde aanspre
ken. Hü scheen een weinig opgewonden.
De jonge vrouw, die daar niets van hebben
moest, sprong vlug in een
chauffeur eer. adres op.
chauffeur kon starten, stor
Lester heette, al voor t ra
„Nbem me niet kwalük.
Met heftig gebaar legde Centia hem het zwü-
gen op en riep: „Vooruit, chauffeur!"
„Maar.- haastte Lester zich te zeggen, „u moet
dat niet zoo opnemen, want.
„Vooruit, chauffeur vlug!" riep Centia.
Verbluft keek de jongeman op en liet net op
tüd het voertuig los. Hü staarde de verdwynen-
cc taxi na en keek op s’n horloge. Daarna liep
hü op een andere taxi toe en «el: „Volg dien
wagen en verlies de dame daarin niet uit bet
oog, wat er ook gebeurt."
De chauffeur knikte, reed snel de taxi vóór
hem achterna en hield die goed ini 't oog. Eens
klaps stond de eerste taxi voor een groot ge
bouw stiL Vlug wipte Centia er uit en beklom
de groote steefcen trap.
„Dames-dub, mijnheer." sprak de chauffeur
tot Lester. „Ze Is naar binnen gegaan; zal ik
wachten?"
De aangesprokene sprong de taxi uit.
„Wacht maar even, 't zal zoo lang niet
duren."
De chauffeur grinnikte, nam een krant en
begon te lezen. Eenigszins zenuwachtig ging -Je
jongeman de Uyppen op van 't gebouw. Aan
den Ingang stond een portier in livrei.
„Ik zou graag de dame willen spreken, die
zoo Juist hier binnen Is gegaan,” begon Lester.
„Welke dame, mUnheer?"
„Ik ken haar naam niet, maar ze had eén
donkergrüze bontjas aan en....”
„Het ;püt me. münheer. maar dan kan ik u
niet helpen...."
„Toe," hernam de jongeman, ,Jk moet haar
dringend spreken, zeg mü haar naam....”
„We geven nooit den naam of adres op van
clubleden." hernam de portier, „maar als u een
briefje wilt schrüven, dan zal ik zien, dat de
door u bedoelde dame dat krijgt."
„Ik kan niet aan een dame schrüven. als ik
haasniet ken," riep Lester ongeduldig, ,Jk moet
haar zien en spreken."
In zün verwarrlhg struikelde Rector del
Torree eerst over de onderste trede van de trap,
die naar de gaanderü liep en trok mü vervol
gens aan de mouw mün kamer binnen.
.Pistolero’s hebben het portaal bezet,” ver
telde hü. terwül hü zich op een stoel liet neer
vallen. „en ze willen het huls vlsiteeren.”
Met dit „huls” bedoelde hü het klooster en de
inrichting, waar ouden van dagen verpleegd
werden.
Er was even een korte stilte en toen vroeg
h(j:
Bü de beschrüvlng van het optreden der
Spaansche geestelükheid dient de Nederland
sche lezer in het oog te houden, dat een gees
telijke in de Zuldelüke landen nauwer meeleeft
met de openbare volksgemeenschap, dan dit in
NoordelUke streken mogelük is. Dit voor oogen
hebbende zal men zich minder verwonderen
over de vrümoedlgheid, waarmee de hoofdper
soon zich in verschillende kringen beweegt. Ook
geeft het milieu, waarin de hoofdfiguur ar
beidt, voldoende verklaring voor het feit, dat
hü zich büna nergens overgeeft aan vrome over
peinzingen. Wie hem hierover een verwüt zou
willen maken, leze de samenvatting ,J)e Profun-
dis" aan het slot
De lichte, vrlendelüke spot met de hartelüke
vroomheid van enkele eenvoudige zielen zal
deh lezer niet kwetsen, daar deze humor van
den schrüver wordt geboren uit een innige
liefde voor zün volk.
Tot zoover het voorwoord bü de Nederland
sche bewerking door de vertaalster, mej.
C. Jacobs.
krijgen. Büvoorbeeld door middel
ojwnbare inschrijving.
Wat Lord Nuffield doen wil, moet hü zelf
weten. Maar wat ons betreft wü denken er
niet aan.
„Dan zal *t niet gaan, mijnheer,” besliste de
portier.
De Jongeman snelde de trappen af.
„Waar nu naar toe, münheer?" vroeg de
chauffeur.
„Nog even hier wachten, want ik denk dat
dc dame in kwestie wel weer gauw beneden zal
komen. Houdt haar dus in 't oog, hoor!"
„Uitstekend, münheer,” en de man verdiepte
zich weer in z’n krant.
Eensklaps kwam Centia weer de trappen af.
wierp een haastigen blik om zich heen en sprong
vlug weer in de taxi, die snel weg reed.
Maar Lester's chauffeur had haar het ge
bouw zien uitkomen en reed haar onmiddel-
lük na.
Op een gegeven oogenbllk reden de belde wa
gens zü aan zü’ Lester stak direct z*h hoofd
door het raampje naar buiten en riep:
„Wat een geluk! Eindelük heb Ik u! U moet
uu even naar me luisteren Bü 't station...."
Centia keek hem doodelük verschrikt aan.
Daarna slaakte ze een luiden, doordringenden
gil. Mannen en vrouwen op dat drukke punt
rekten hun halzen en bleven staan. Iemand
hén gezet op een nieuw paleis al daa met
béSWM-nog geen |W»«' »n«inm rtgs»««t« omdat hun Bedingen kristal. Hoeveel wü«er >ou het zün den
te nemen.
X)e Raad beschikt over 200.000. Hü hoopt
df nog benoodigde 1.800 000 wel erbü te zullen
van een