Het monster van Weert
ÏÏCde&fiaal aan den dag
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
D
veel van
Kloosters branden
Barcelona
in
DE HELDENSTRIJD DER
„ROGSTEKERS”
DONDERDAG 14 JANUARI 1937
De Rog stekers, gravure van P. Vogias
Zoogdieren en bloemen
Mendelssohn ver
wijderd
r
(Wordt vervolgd)
4
4
ti
Hoe de graveur Pieter Vogiae met
de dapperen een loopje nam
bij vwflzs van een band,
een voet
bevm- [je order van
-I
den bankier p
I I
door DON LOIS A(BARON
a w w w-« a n/tbrAT/Mf» 00 dtt blad zün ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f? btj levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Ï7 7^0 blJ een onKeTal met H*
HC JlN IN r*a O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen A VPvJs verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen VP\Je doodeüjken afloop «We
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Weldon,
vooral
ver
en
1S.
n
50
lie
me maar niet»
MATTH. KEMP
Dat my de saek terherten gaet.
wat
een
»r
-»b
De rund-rldders meenen:
■1
en
„Wat zie je er uit”, zei Plet nijdig tot Drein. De heeren van
de wedstrüdcommissle hebben voor ons een kamer in een groot
hotel, maar ik ga zoo niet met je mee.
Ick sal hem thart of steeken
Oft zal aen myn macht gebreeken.
Inmiddels had Drein Drentel ruzie gekregen met de leden
van het vüandelüke elftal. Deze was
spelers Drein opnamen en hem van de trappen van het sta
dion afgooiden. Plet vond hem in gehavenden toestand.
t Sa manenn wycktter syd
dat lek de plaets eerst wyd
Want nu de noot gaet aen den man
nu doet yder wat hy kan.
Al waert de duyvel uyt de bel
Of noch tléfa duysentmael soo fel
Wat brult ons twyfs gespuys
Wy raden u gaet thuya
Wilt ons hier niet beletten
Voor tlieve Vaderland!
Willen wy gelycker hant
Ons lyf en leven setten.
Ay mannen wat ghy doet
Weest niet te groot van moet
Ghy syt te fel in 't stryden
Ghy comt het dier te nae
Ick vrees ghy suit te spae
Noch droefheyt daarom lyden.
es
60
Niet minder dapper toont zich een kerel met
een kuip op zijn kop:
blijkt van zooveel roekeloosheid verbijsterd
een wijf met een pintneus jammert:
Siet hier een strytbaer helt
Leyt uytgestreckt in t velt
Soo dra hy 't moenster sach te deeg
Van angxt hy strax ter aerden seeg.
«r
1*
fo.
ld;
'10
■en
Vol verholen spot op den angstlgen helden
moed der Weertenaren klinkt deze inleiding:
gothische letteren
avonturen:
Eertyts was ick een helt
Alwaer wat was te steeken
Maer nu 1st soo gestelt
Myn macht begint tonbreken
De wil die is wel goed
Maer trietschap is te swack.
5.
>11
>ol
n
de
li.
et
te
1s
oer
I00
en
I5.
er
r0.
log
Ik-
nd.
ir-
en
Ige
ter
en
ete
m
th
te
43
Dan zou Drein maar alleen probeeren om naar het hotel te
gaan. Doch toen hij de groote hall van Hotel Royal, waar ze
zouden logeeren. binnenstapte, werd hü door een bediende weg
gejaagd, die tot hem riep, dat landloopers en bedelaars werden
geweigerd.
S SI
't Voetvolk zal in t voetsant raken
Soo wy Ruyters geen battaly maken.
Stae boeren aen een zy
Dat ick u schiet voorby
En t monster als een helt
Dootschiet op het velt.
Niettemin, de strijd ontbrandt. Een kanon
wordt op het monster afgevuurd,* iemand wil
het booze gedierte met twee kromsabels tege
lijk te lijf:
Ghy burgers en boeren aanschout hier met
verblyden
Hoe de helden van Waert een doden Roch be
strijden.
Nog andere rare strijders dagen op: een bui
tenaartje met twee daggen en een spoor vóór
op den voet; een dwerg met een TuAsch
zwaard en nog iemand die een onwelvoeglijk.
onwelriekend rijm declameert. Er klinken over
moedige leuzen, doch er dauwt men wotdt
van vreeze wijs toch ook bezinning over de
dolle koppen. Men twijfelt of het leelijke beest
Er zijn echter ook mannen die sidderen voor
het ijselijke gevaar. Een vent, met pijp en bril
achter op den hoed, poogt zjjn gebrek aan moed
te vergoelijken;
De hoofdmacht der Rogstekers komt in actie.
Met riet en hak, stoelen en banken wil men
het gedrocht aantasten. Een heel heldhaftige
trekt zijn zwaard, terwijl hü bovendien een
mes tusschen de tanden houdt. Het vrouwvolk
en
Don Pedro zag mij aanstalten maken om te
vertrekken, maar hü had liever dat ik bleef. Hü
wilde iedere aanraking met de buitenwereld
vermüden totdat alles voorbü zou zün en hü
voelde zich te zwak om alleen handelend op te
treden in het belang van de communauteit. als
dit noodig zou zün.
,Je gaat er tooh niet in?” vroeg Del Torres.
„Er in?”
verre heen.
Deze gravure bevat ook een tekst 1). Met
yrükt boven het geheel der
Ik hoor, dat de 'man in het zolderraam zich
te ver in de goot heeft gewaagd en dat hü met
zün machine van boven van het dak is neerge
schoten. Achter onze barricade is een soldaat
in het hoofd getroffen. Het is niet mogelük bü
hem te komen, maar in gedachten geef ik hem
de Absolutie. Het is een vreemde gewaarwor
ding. om achter een machinegeweer te absol-
veeren. In zün konsekwentie moet dat leiden
tot een ridicuul automatisme.
Plotseling schuift Gomez langs de steenhoop
te voorschün.
Gomez is een oud vriend van mü-
We hebben elkaar al als jongens gekend.
Evenals ik heeft hü hier geschuild totdat het
schieten had opgehouden. Voor hem echter is
het de merkwaardigheid, dat hü een verwoed
aanhanger is van de Renovacion Espana en dat- v
de Voorzienigheid hem genoodzaakt heeft, om
zich te verschuilen achter een barricade van
zün vüanden.
Ronduit gezegd ben ik onder de gegeven om
standigheden op deze ontmoeting niet erg ge
steld.
Hü is van middelbaren leeftüd, maar hier op
zün knieën in het zand heeft hü iets jongens
achtigs over zich. Dat komt ook door zün
breeden glimlach en zün gave tanden. Ik be
merk. dat hü den prikkel van het gevaar geniet
en dat hü gelukkig is. als hü de kogels over
zün hoofd hoort fluiten.
Dit bekent hü zelf.
Wat mach dH volk al raasn i,
om een WeaBJtefc dMk te ftseften
Is daer eer aen te halen
mach ik mün hooft niet me breken
Sou men soo tegen alle vremde monsters
steeken dat sou altüd wel dueren
Neen lek wil myn standaert
Soo licht niet avontueren
Ick steeck liever een dier
dat al de weerelt kent
Al heeft men noyt besocht
men wordt het strackx gevent
Men blyfter niet doot af
al wort men wat amachtigh
Men is in corten tyt
haest weer even krachtigh.
zoo hoog geloopen, dat de
Zoo besluiten Voglas (of diens „inventor”)
en de anonieme rümelaar deze sottemüe.
Merkwaardig dat ze het begin en het einde niet
uitbeelden! De vlschboer. die den rog verliest
en die later wat ook een meer comlsch slot
oplevert het beest komt terughalen, blüft
onzichtbaar. De spot wordt nu wel feller en
wranger, doch den lezer en prentküker blüft
ook de beschaming der domme Weertenaren
onthouden. Was de sage, bü het graveeren van
dit dwaze epos, nog niet zoo ver ontwikkeld?
We kennen wel andere illustraties van het
volksvertelsel, waarin het overbekend begin en
het hoonende slot beter tot hun recht komen.
De prent van Pieter Voglas blüft evenwel de
geestigste en uit artistiek oogpunt ook meest
belangwekkende herschepping van het door
heel Zuid-Nederland bekende volksverhaal. Te
recht verwierf de gravure een eereplaats in
het nieuwe museum, want de Weertenaren zün
ruimhartig genoeg om den Breugheliaanschen
humor ervan te waardeeren. Ze noemen zich
zelf onvervaard „Rogstekers”, wat intusschen
niet beteekent, dat gij en ik zé ook zoo noemen
mogen.
wel kwaad wil. Waarom het ondier tergen?
Enkelen worden j^lfg, helderziende
'0s misschien een dooden romp
óf wellicht eeh aerden klomp t
Datmen 't van na by besach
t Sou maer dienen tot belach
Doch 't zy soo 't wil
lek hou my vry
En lek leef gerust en bly
Want wie in eygen vryheyt leeft
t Is wis dat hü veel blyheyt heeft.
van z*n I
dingen officieel
rapport uitbracht.
Aan mü alleen,
beweerde hü. en
aan niemand an-
Het zullen wel geen vrienden van de Weerte
naren zün. die dit verhaal verzonnen! In ieder
geval de sage was een paar honderd jaar ge
leden al verbreid, zoodat de plaatsnüder Voglas
er een dankbaar onderwerp in vond. Zün prent
werd een der merkwaardigste het volksleven
betreffende platen, die we kennen Ze getuigt
van een fantasie die herinnert aan Pieter Breu
ghel en Jeroen Bosch-, mogelük Is Voglas cok
een gewestgenoot van deze groote Brabanders
geweest. Al kunnen we zün spot niet voornaam
heeten integendeel, hü hoont de Weertena
ren wel wat grof het groteske van zün werk
heeft toch stül. In 'technisch opzicht is de plaat
beheerscht en flink en de typen zün steeds
grappig en vlot geteekend. Een weelde van
zotte wanstaltigheden wemelt op deze compo
sitie, een waarlük drastische fantasie viert zich
hier uit, het demonische wordt wel niet be-
reikt, doch over het gemaadalüka-zün-we toch.
De fantasie van Voglas laat ons wezens aan
schouwen. die we in de, overigens nog al ont
wikkelde sage, niet kennen. Op klein gedierte
komen kleine menschen, die misschien wel on-
noózele kinderen moeten voorstellen, aanrüden
Op honden en vogels! Nog meer zonderlinge
ruiters verschünen: twee strüders op één rund.
Een veteraam, met een houten been, schiet “een-
vuurroer af en roept manhaftig:
O, domme Weertenaren, wat u brengt In zulk
benauwenis,
Is geen baarlüke duivel, maar een simpele
vlsch.
Helaas, deze wonderlüke oorlog elscht al een
offer. We zien tenminste iemand in nachtge
waad uitgestrekt op den grond liggen en een
schilderachtig duiveltje beduidt:
lementalre moeilükheden waren door zün
systeem beschouwd slechts imaginair en wel
licht had hü gelük. als men maar vooropstelde,
dat de menschen nog in een zielestaat verkeer
den, zooals die bü de schepping van Adam en
Eva bedoeld was.
Op straat wemelt het van de Grauwen.
Ik bedoel hiermee de soldaten van de regee
rlng, die zelf niet meer weten welke overtuiging
ze hebben te huldigen. Het grauwe zit voor mü
in hun stoffige verschühjng in het staatsbeeld
en In hun mentaliteit. Zü vormen de regee
ringstroepen en voeren de bevelen uit van de
wettige regeerlng. Naast hen staat de roode
militie.- Er wordt beweerd dat er onder deze
troepen veel vrouwen zün, maar ik heb er niet
gezien. Misschien zün die alleen elders te vin
den. Deze roode militie is een spontaan orgaan
van de verschillende Federaties van Anarchis
ten en worden aangevuld met alle dissidente en
oproerige elementen, die uit den grond van
deze stad te voorschün krulpen. Ik ben goed in
de sloppen thuis, maar er schünen hier en daar
toch nog onbekende riolen te zün, waar dit ge
boefte uit te voorschünokomt.
De roode militie gaat vrüwel samen met de
regeeringstroepenin veel gevallen handelt zü
echter voor eigen rekening en luistert naar de
bevelen van haar leiders, dikwüls in strüd met
de officieele orders.
Ze zün echter in volkomen harmonie als zü
optreden tegen den gemeenschappelüken
vüand, die eveneens zevenkoppig is en gevormd
wordt door royalisten, in alle nuances, nations-
"bestuiving zorgen. Zelfs veranderingen in het
spüsverteringskanaal, die op de eenzüdige le
vens wüze dezer dieren wüzen, heeft men aan
getoond. Behalve vleermuizen schünen ook an
dere zoogdieren, zooals eekhoorns, kleine bui
deldieren. apen en halfapen en zelfs een klein
roofdier, de Indische Charsar marter, van nec
tar te leven. Hoewel vele van deze gasten de
bloemdeelen belangrük verwoesten
overigens ook sommige Insecten doen toch
meent Prof. Porsch dat hier inderdaad
wederzüdsche nuttige betrekking tusschen dier
en plant moet worden aangaiomen. Hoe ver de
aanpassing kan gaan, toont o». het feit, dat bij
een Ipdische plant, die door een eekhoomsoort
geregeld wordt bezocht, enkele bloembladeren
sterk suikerhoudend zün, zoodat zü door de
bezoekers met graagte worden gegeten. De
Innigste levensgemeenschap bestaat er echter
tusschen een’ klein buideldier van Australië en
bepaalde bloeiende planten. Bü dit muizengroot
dier vindt men een lange dunne tong, ongeveer
als bü een kolibri, waarmede de nectar uit de
bloemkelken wordt opgezogen.
-1» m.ir.t hier letterlijk weergegeven, dus zon
der eenige punctuatie.
In de garderobe sprak de oude bankier zacht
door de telefoon:
..Pike, laat m’n broer er niets van te weten
komen, of je verlaat direct m’n dienst. Doe nu
maar meteen zooals ik je geaegd heb. Ga naar
mn studeerkamer en geef al m’n hyacinten een
scheutje afgeroomde melk.”
zoo begon hü, ..brengt me Ineens op een zeer
eigenaardige ontmoeting, die ik in den loop tan
den namiddag had en wel met een heel ander
soort bloem, met een Vlooit je”; dat was In
dertijd de bünaam van een jongeman, een
schoolkameraad van me. We noemden hem
„Vlooitje", ómdat hü zoo buitengewoon beschei
den was. Hü leek me vrü bekrompen en kwam
altüd bü me om protectie en voorspraak. In
tiem bevriend waren we eigenlük nooit, maar ik
had steeds een zwak voor hem en medelüaen
met hem. Hü is münlngenleur geworden.
Sindsdien verloor ik hem uit 1 oog, tot ik hem
vanmiddag op Belgrave-statlon ontmoette Hü
vertelde me, juist uit Afrika te komen. Waar
hü een goudmün onderzocht had. Toen h^j me
vertelde, dat het de Vlctoria-mün was. herin
nerde ik me direct, dat de aandeelen op en
neer waren gegaan. Hü deelde me het resultaat
van z'n onderzoek mede Hü was, zoo sprak hü.
cr op gesteld dit
te doen, vóór hü <5
ders. Waarschünlük, omdat ik als jongen altüd
vrlendelük tegen het „Viooltje" geweest beu."
Terwül Glossin sprak waren Morvan's oogen
strak op hem gevestigd, alsof hü op z’n ge
zicht wilde lezen wat er eigenlük in hem om
ging.
„Wil Je daarmee zeggen,” vroeg hü, ..dat deze
man je den toestand van de heele Victoria-
mün vertelde?”
Glossin knikte. „Natuurlük vertelde hü 't me
In vertrouwen. We zün onder ons, en ik zal je
daarom herhalen, wat hü zei. Het „Viooltje'
vertelde me, dat hü twee nieuwe goudaderen in
de mün ontdekt had, waardoor de mün dertig
voud in waarde gestegen is. En die belangrüke
mededeellng had ik alleen te danken aan het
feit, dat ik vroeger vrlendelük tegen 1 „Viool
tje" geweest was.”
Morvan’s oogen schitterden koortsachtig en
Margaret Bearcliff haalde zwaar adem Me
vrouw Morvan keek haar man ter sluiks aar..
Alleen de bankier Patrick Weldon ging rustig
voort met het schillen van een sinaasappel
..En wat deed u met het nieuws?" vroeg hu
rustig, eensklaps opkükend.
„Eerlük gezegd," antwoordde Glossin, „vind ik
het nog al een moeilüke aangelegenheid. Het
bericht zal eerst morgenochtend gepubliceerd
worden, en deze Vlctoria-aandeelen zullen dan
geweldig stügen. Ik heb deze informatie een
halven dag eerder gekregen dan wie ook. 1 Is
een moeilük geval.
,4a,” zei Morvan, „de verleiding is groot. Heb
je iets met dit bericht gedaan, Gknain?**
.Neen, en dat is hard voor me. Er is natuur
lük nog tüd om vanavond instructies te geven.
Wat zal ik doen? Vraag f
want ik weet het zelf niet."
„Ik zie er niets oneerlüks in.” hernam Mor
van. .Je hebt 't münheer Weldon en mü ver
teld, in vertrouwen, dat geef Ik toe. Maar er is
niets wat me eventueel zou kunnen verhinde
ren
.Neen, natuurlük niet," viel Glossln hem U*
de rede, „alleen je eigen geweten. Het „Viool
tje” vertrouwde mü; hü meende, dat ik z'n ver
trouwen waardig was.”
Een pünlüke stilte volgde, die door Patrick
Weldon verbroken werd.
„Laat het er bü,” zei hü bedaard. „U zegt,
dat het „Viooltje”, om hem zoo óók maar te
noemen, u vertrouwde. Ik vraag me echter af
of hü te vertrouwen is, *t Is een speculatie,
een gevaarlüke speculatie, zooals dat met alle
goudmünen het geval is.”
„Ik ben er van overtuigd, dat hü te vertrou
wen is,'- antwoordde Glossin. „Maar speculee-
ren is en blüft een gevaarlüke geschiedenis,
zooals u zegt. Maar," lachte hü, -ik moet den
dames mn excuus aanbieden, al dat gepraat
over zaken moet voor haar zeer vervelend zün.”
„Volstrekt niet,” verklaarde Margaret, ,Jk
vind ‘t juist Interessant. Trouwens, we gaan
toch hiernaast koffie drinken.”
Naar wü vernemen heeft’Kr. Goerdélér, dfe
vroeger een belangrüke positie heeft bekleed als
Rükscdmmlssaris voor de Prijsregeling, zoowel
onder Dr. Brüning als onder Hitler, ontslag ge
nomen in verband met het feit, dat thans ook
ook uit het Gewandhaus zelf de beeltenis van
Felix Mendelssohn is verwüderd.
Zooals bekend is. werd eenigen tüd geleden
het standbeeld, dat, ter eere van dezen compo
nist, den stichter Van het Gewandhaus, voor
dit gebouw was opgericht, reeds verwüderd.
Verdwaasd land!
De aanpassing van de plantenwereld aan deze
gasten is niet minder veelvormig, dan die onzer
bloemen aan de insecten. Men kent vele soorten
van „vogelbloemen” en Prof. Porsch meent,
dat de levensgemeenschap van bloemen en
vogels omvangrüker en meer ontwikkeld nog is
dan die, van bloemen en insecten. Tot voor
korten tüd was hei echter nleC bekénd dat oók
de zoogdieren in betrekking tot het planten
leven staan en wel op een gelijksoortige wijze.
als de insecten en de tropische vogels. De ge
noemde onderzoeker vond reeds eenige jaren
geleden dat in Costarica sommige bloemen
door vleermuizen worden bezocht. Deze bloemen
gaan eerst tegen den avond open en de bloem
vorm en grootte is aan de lichaamsafmetlngen
der vleermuizen geheel aangepast. Deze dieren
zün geheel op den nectar van de bloemen aan
gewezen, waarin zü bü hun bezoek voor de
-j—e doelmatige aanpassing van de bloem-
I J vormen aan den lichaamsbouw en de
levenswüze der Insecten is algemeen
bekend. Ieder die in den zomer büen en hom
mels bezig ziet honing te verzamelen kan
waarnemen, hoe deze dieren zich zelf en de
planten dienen waar zü onwillekeurig het stuif
meel van bloem tot bloem overbrengen.
Talrüke inrichtingen aan de bloemen bevor
deren deze bestuiving door insecten en omge
keerd zün de meeste Insecten büna geheel op
den plantenbloel aangewezen. In den herfst, als
de bloeltüd voorbü ik gaan ook de Insecten hun
levenswüze veranderen. Zü trekken zich in hun
winterverblüven terug, terwül van vele soorten
alleen de eieren, larven of poppen het koude
jaargetüde overleven.
In de tropen, waar de wisseling der seizoenen
ontbreekt en de plantenwereld een ontwikkeling
bezit, die in de gematigde zonen ontbreekt, heeft
de wederzüdsche aanpassing van dieren en
planten geheel andere vormen aangenomen.
Daar bestaat ook de mogelükheld, dat hoogere
dieren zich met-den nectar voeden, die in groote
hoeveelheid gedurende het geheele jaar beschik
baar is. Reeds lang was hej bekend, dat vogels,
büv. de kleine kolibrt’s, geregelde bloemengasten
zijn en voor de bestuiving der tropische planten^
helpen zorgen. Prof. Porsch schat het aantal
hoogere dieren, die geregeld de tropische bloe
men bezoeken op ongeveer 2000 soorten.
Als het volk hier ontevreden is. dan ligt de
schuld aan verschillende züden en voor een
groot gedeelte bü het volk zelf. Het is de schuld
ook van zün nationalen aafd, die te traag is en
er altüd op uit is om een ander de kastanjes
uit het vuur te laten halen. Dat is al geweest
sinds de dagen van Castillë. Maar het heeft
niets met Moskou te maken.”,
..De propaganda dan?" vroeg Don Pedro.
Hü zinspeelde op de propaganda, die al jaren
op het volk heeft ingevreten en geleld heeft tot
het Volksfront."
,X)le propaganda heeft hetzelfde succes als
alles wat in Catalonië succes heeft,” zei ik
scherp. „De Catalanen zün groote kinderen,
hun overtuigingen draaien met den wind en
wie het meeste belooft, mag een potje breken.
Maar een Catalaan is geen Tartaar."
Inmiddels ratelden de machinegeweren. Hier
eg daar klonk een eenzame, scherpe knal
Ik begreep, dat mün hulp noodig kon zün en
ik wilde naar huls.
Toen de twee dames het vertrek verlaten
hadden, haalde Glossin een kistje sigaren
voor den dag.
„Dank u," zei Patrick Weldon. „Als u *t goed
vindt, rook ik liever m*n eigen sigaretten. Ze
worden me direct uit Alexandrlë gezonden.
Probeert u er ook eens een van. O, pardon, ik
heb ze in m'n overjas laten zitten. Neen, doet
u geen moeite. Ik weet de garderobe wel," en
de bankier ging de kamer uit.
Glossin liep zacht naar de deur en maakte
haar voorzichtig op een kier open. Even later
deed hü haar weer dicht. Hü glimlachte.
„Prachtig. Er is een telefoon in m’n garde
robe. Die oude vos Patrick Weldon belt z’n
broer op om vanavond nog aandeelen machtig
te worden. Zoodra het bekend wordt, dat de
Weldons ze opkoopen, gaan ze de hoogte in als
vliegmachines."
.Je bent een uitgeslapen kerel. Glossin, met*
je verhaal over dat „Viooltje". Gelukkig, dat
we beiden zooveel aandeelen hebben van de
Victorta-mün. Als Weldon nu de' rest opkoopt,
boeken we een prachtige winst inplaats van
een groot verlies.”
Zulke lafhartige taal is niet naar den zin der
onversaagde helden en ze antwoorden koen
doch onhoffelük:
Ik doe een beroep op den commandant, maar
deze weigert beslist.
Het is onmogeluk om bü het havenkwartier
te komen, zegt hü. En gekkenwerk ook. Hü
laat zün oogen langs mün kleeding glüden en
geeft mü vrlendelük den raad om naar huls te
gaan.
In de leegte achter de barricaden zie ik plot
seling uit de züstraat zeven of acht mannen
vluchten en het schieten komt naderbü. Onder
het geratel van een machinegeweer valt er één
voorover op den rand van het trottoir.
Hü is in den rug geschoten en er loopt bloed
uit zün mond. Hü ligt daar als een beschonkene
en beweegt armen en beenen alsof hu zwem
men gaat
Op den hoek komt beweging en Ik zie ieder
een wegduiken onder onze barricade. Uit een
zolderraam rikketikt een machinegeweer.
Allen liggen diep gebukt achter den beveili
genden steenhoop, enkele menschen loopen nog
toe om ook een schuilplaats te vinden. Achter
mü hoor ik het ratelen van rolluiken voor de
bovenhuizen.
Er Is niemand, die naar boven kükt Vlak
vóór mü zie ik de gespükerde zolen van een
milicien die plat op zün buik tegen de barricade
ligt. Nu begint er vlak boven ons een mitrail
leur te ratelen en aan het trillen van de zolen
bemerk ik, dat het wapen bediend wordt door
den man vóór mü
In de verte hoor ik gejoel, büna onmlddellük
gevolgd door het kletteren van vallend Uur
werk. Onze mitrailleur zwügt en de plotselinge
stilte geeft een vreemde leegte.
/r ünheer Glossln gaf een diner in z'n koet-
baar ingerlchtc flat. Aan z’n rechterhand
AvA za[ mevrouw Morvan, een bleeke dame
van een jaar of 50. Als ze dronk, brachten dr
beringde vingers een fortuin aan haar lippen.
Aan Glossln s Hnkerzü zat haar echtgenoot en
naast hem een knappe, jonge vrouw, juffrouw
Margaret Bearcliff, Glossln’s verloofde. Links
van het meisje was gezeten de oude Patrick
een ernstig, ongeveer 70-jarlg man,
een der knapste financiers van Birmingham.
Met z’n broer Robbert was hu eigenaar van het
groote bankiershuis P R. Weldon Ltd. Beide
broers waren algemeen bekend als buitenge
woon pientere zakenlui.
TUdens een pauze in 't gesprek keek de oude
bankier even vluchtig de eetzaal rond en vroeg
aan den gastheer, terwül hü op een vaas prach
tige hyacinten wees: „Hou je zooveel van hya
cinten, Glossln
..Margaret houdt er van Ze heeft ze voor mij
mcegebracht.” antwoordde de aangesprokene.
Patrick Weldon knikte, glimlachte en her
nam: „M’n broer en ik zün ook bizondet op
deze bloem gesteld. Ze speelt zelfs een rol, een
eigenaardige rol in ons beider leven.”
Het geheele gezelschap keek den ouden ban
kier nieuwsgierig aan. en maakte zich gereed
belangstellend toe te luisteren.
,JCn münheer Weldon." sprak Margaret
Bearcliff, „als ik vragen mag wat voor rol kan
zoo’n eenvoudige bloem in uw leven spelen?"
„Dat zal ik u vertellen. M’n broer Robbert er.
ik nemen onze vacanties heel vroeg In 't voor
jaar. Zoodra de lente begint vertrekken we
naar Italië. Nu kunnen we natuurlük niet bei
den tegelük weg De moeilijkheid echter is. wie
van ons beiden het eerst gaat.”
„Daarom loot u zeker?" merkte Glossln’s ver
loofde op.
.Neen, dat niet. M’n broer en ik hguden veel
van hyacinten. Op ons landhuis hebben we
een aantal in onze eigen studeerkamer. Dan
houden we een soort wedstrüd. Zooals u allen
weet, bloeien^ hyacinten vroeg in 't voorjaar,
vooral in verwarmde vertrekken. Welnu, hü die
't eerst een hyacint in bloei heeft, gaat ook het
eerst op vacantie.”
„Een grappig idee," meende mevrouw Mor
van; „en wie wint het gewoonlük?”
„Robbert." en Patrick Weldon schudde het
hoofd „Die geluksvogel heeft het de drie laat
ste jaren altüd gewonnen. Gisteren keek ik even
in z'n kamer en ik zag, dat ik vermoedelük
weer zal verliezen. Een van z’n bollen schiet al
aardig op.'”
„Waarom doet u dan niet wat afgeroomde
melk bü uw hyacinten?” vroeg Margaret Bear
cliff. „Ik geef u die tip voor wat ze waard is
Een oude tuinman heeft me dat eens verteld.”
De oude bankier "keek Margaret even aan en
knikte hadenkend. „Ja. ik zal er iets op moeten
vinden. Het gaat toch niet aan, dat Robbert liet
elk Jaar van me wint."
Op dit oogenbllk mengde de gastheer, mün-
heer Glossin, zich in t gesprek!
„Het noemen van den naam van een bloem,"
ezer dagen opende Weert, in bet Raad
huis. zün stedelük museum. Een merk
waardige oudheidkamer, die ons
folkloristlscüen aard te zien geeft.
Een der aardigste nummers van de nieuwe
xamellng is wel de groote prent van Pieter Vo-
gias. Omtrent dezen snaakschen graveur vinden
we weinig gegevens; hü moet omstreeks 1700
geleefd hebben, het kaartje bü de plaat ver
meldt tenminste dat Jaartal.
Nog altüd heeten de Weertenaren de ,.Rog-
stekers", gelük die van Mechelen de „Maan-
blusschers” en die van Venlo de „Wannevle-
gers”. De Weertenaren hebben tenslotte dien
scheldnaam maar voor Hef genomen; er be
staat in onze Peelstad zelfs een vereenlglng. die
^le Rogstekers” heet, natuurlük een narren
gilde ofwel Camavalssoclëtelt. De Inhoud van
de Weerter spotsage is tamelük bekend, doch ze
kan hier nog wel even herhaald worden: een
vischboer verliest een rog van zün kar en de
domme Weertenaren, den vlsch ziende, meenen
met een monster uit de bel te doen te hebben.
De noodklok wordt geluld, de burgers grüpen
de wapenen en de pastoor komt het terrein van
den strüd zegenen. Nog voor de aanval onder
nomen kan warden, heeft de vischboer, het
verlies bemerkend, aan de stadspoort den af
gevallen rog komen oprapen en hübüt den ver
dwaasden Weertenaren toe;
Vreeselük gaat de strijd tegen net gedrocht
worden. Angstig staan vrouwen en kinderen toe
te zien en een monnik luidt In een boom ge
hangen klokken. Weert, eenmaal gelegen in bet
land van Horn, dat tot het prinsbisdom Luie
behoorde, was overwegend katholiek en niet
van purltelnsche stijfheid geraakt. Men durfde
daar een grapje met het gewijde wel aan, even
als in Vlaanderen. Dus bétrok men den „paro-
chlepaap" ook maar in de dwaze historie De
pastoor, vergezeld van een in b kuinje gekleed
mlsdlenaartje, wil het strüdtooneel zegenen:
Neen, er in ging ik niet. Maar ik wilde thuis
zün of in de buurt als er om hulp werd ge
vraagd.
Don Pedro wilde mü aflelden door terug te
keeren naar het onderwerp van ons gesprek.
„Als de Sovjet de kinderlükheid van het volk
misbruikt dan moeten de raddraaiers worden
uitgeroeid. En het volk moet bedwongen wor
den."
Deze woorden klonken kranig genoeg, maar
ik was er heilig van overtuigd, dat Don Pedro
dat uitroeien gaarne aan adderen overllet.
Maar de royalist en aristocraat was in hem
ontwaakt.
.Bedwongen?" antwoorde ik. .Het volk moet
geleid worden."
Don Pedro achtte het oogenbllk gekomen om
met een weidsche uiteenzetting te beginnen,
maar bulten ratelden machinegeweren en wer
den er menschen gedood.
Ik trof het dus. dat ik mü kon onttrekken
aan de scherpzinnigheid van Don Pedro del
Torres, die verreweg mün meerdere is in de be
handeling van theologische en politieke vraag
stukken. Het was feitelük jammer, dat Don
Pedro den Cortes had mlsgeloopen; alle par-
listen in hun uiteenloopende aspiraties en door
de Renovacion Espana.
De houding van de regeeringstroepen wordt
er niet eenvoudiger op, nu er hardnekkige ge
ruchten gaan, dat er geen regeerlng meer is.
Volgens sommigen is zü gevlucht, maar nie
mand weet waarheen. Voor de legerleiding
wordt het moeilük om een gezag te handhaven,
dat zü aan een dergelüke zeer vage regeerlng
moet ontleenen.
Eén ding is duldelük.
De heele kwestie is een Don Quüoterie
zal gesmoord worden in het grüze stof van een
schünbare oplossing, die het begin zal woeden
van een nieuwe verwikkelingen.
De luiken zün overal neergelaten, er zijn twee
stroomingen, zü. die den strüd en het rumoer
zoeken en zij. die zoo spoedig mogelük naar, huls
Zien te komen.
Er kruisen elkaar twee agenten van de Guar
dia Civil en ik voorzie de mogelükheld. dat ze
elkaar aanstonds nog aan zullen vliegen. De
gemoederen zün zóó verdeeld, dat de uniform
geen enkelen waarborg meer biedt voor den in
houd van hun streven.
Het is geen burgeroorlog, het is hier op het
oogenbllk slechts algeheele anarchie in een
allerdwaasten vorm.
Maar er wordt fel geschoten en nu tamelük
dicht bü- De menschen hollen of glüden langs
de gevels van de huizen en bü de barricade
wordt zonder barmhartigheid een leder terug
gewezen.
26.