DE ESKIM0-HUIS VR O UWEN WIJ
I
Voor de keuken
Kille Maandag na de feesten
ERTELUNGEN van
SIBOTAK
Sf
Vruch ten taarten
Leert uw teenen gebruiken
Uit de maag van een
sergeant
BRABANTSCHE BRIEVEN
Met Dré UI naar een
voetbalmatch
„Huizen onder water” in
Califomië
UK
ap dezelfde manier op dan taartzchotel
Y
te gebruiken.
MARDE
ot
tot ae
net zoolang,
X is nou
toet a voe
B
Sinds drie jaren heeft men in den Berlijnschen dierentuin een zeer zeldzaam dier,
een Panda, een aan de beren verwant katachtig roófdier, dat vrijwel alleen in het
Himalaja-gebergte voorkomt. Slechts met de grootste moeite is men er in ge
slaagd het schuwe dier te fotografeeren
Z’n kopte
z’n oogskes lieten den 'bel
ten
Een
slot
En als we in de cantine zaten, aan 'n kom-
meke thee, dan vroeg ik: zeg, Dré. jammer ee?”
Watte Opa?"
„Dal ge zonen prulwedstrijd treft."
„PrulwedstrijdPréchtmets
En ge staat die voetbalden allemaal uit te
schelden?"
„Uitschelden. Opa?'
.Ja, veur knoeiers, prutsers, kevers, kaffers!”
Toen lachte-n^je me uit! Zee niks, dronk ‘ns
van z’nen thee.
„Nou?" vroeg ik.
..Neem ze thuis. Opa!"
Na de rust lette-n-lk wat scherper op.
Die tweeëntwintig jongkearels tooverden mee
dieën bal. amico da 'k mee open mond me te
verwonderen stond. Ze haalden 'm tusachen
VOOR MORGEN, MIDDAG EN AVOND. Van links naar rechts: avondjasje van
mosterdgele mattelassi; gekleede blouse van zijde, bonte kleuren op wit fond;
avondtoilet van nachtblauwe crêpe satin met casaque van wollen kant en roode
corsage; sportieve jurk van een fleurige schotsche ruit en ten slotte nog een aar
dige combinatie van doffe en glanzende zijde of velvet met wollen stof
sens
vallen.
Nu nog het afmaken. Het staat gezellig. de
vruchten te bedekken met een heldere gelei,
die we maken door 1 dX. aap van de vruchten.
ot bessen- of verdund citroensap, met 1 ons
suiker in te koken, tot het dik genoeg is. Dan
gieten we eenvoudig de stroop over de vruch
ten, na iets bekoeld te «ijn. BU een getraliede
taart komt dit glazuurtje alleen in de vakjes,
dus niet over de deegreepjea.
Als «te het nu nog heel mooi willen maken,
spuiten we er nog een versiering van geslagen
room op. z
dan voor ons. Zij hoeft zich het hoofd niet te
breken over wat ze morgen nu weer eens eten
moet. Ze bereidt eenvoudig dat, wat de Jacht
verschaft heeft. Ze weet ook wat de lekkerste
hapjes van de rendieren, van de wolven, van
de walrussen, robben en visschen zijn ze
weet hoe die dieren te bewerken ze weet wat
de menschen er van krijgen en wat voor de
honden is. Want aan het voedsel voor de hon
den besteedt ze niet minder aandacht dan aanl
dat van de menschen. Hun honden zijn hun
trouwe, onontbeerlijke vrienden, die verzorgd
en vertroeteld worden als kleine kinderen.
Zoo vergaat het leven van de Eskimo-huis
vrouw primitiever en zwaarder dan van een
huisvrouw uit de gecultiveerde wereld aan wie
al de technische resultaten van de moderne
tijden ten dienste staan.
Resultaten waar we ons al zoo aan gewend
hebben dat we er nauwelijks aan denken dat ze
op vele plekken van den aardbodem als het
grootste wonder zouden gelden wat er te bele
ven valt, en zóó is onze huishouding aangeput
aan deze moderne tijden dat er ook nog huis
vrouwen zijn die niet het minste begrip heb
ben van deze moderne wereld, die sinds eeuwen
uitgestegen is boven het stadium van een strijd
met de natuur zooals de Eskimo’s dien heden ten
dage nog strijden.
van top tot
En iedere
nle gedocht had.,..!" Heeft ae in langen tijd
leenen brief ontvangen van de kinders en zegt
«e dan op 'nen avond: „Wat hebben we in lan
sen tijd niks gehoord van onzen Kees” en kómt
er dan den anderen morgen iets van den Kees.
ocherml „Wat heb ik oe gezeed. Dré? Gis
teravond? 'k Had er zoo n veurgevoel van!"
En komt dieën brief 'n week later, dan be
weert ze precies X zelfde! „Wat heb ik oe ge
zeed, Dré? Verlejen week? Tc Had er zo’n
veurgevoel van!"
Wa’k daar mee zeggen, wil, amico? Da’k
tien voeten uit soms, da *k in den lach schoot.
Ze kopten 1 ding, da’k niks begreep van dis
kearels d’r „dakpannen”. Soms kwam den bal
in geen drie minuten op den grond. Buts, klots,
blng. boeta. Utste-n-ie van kop naar kop,
van voet naar voet. En ik hoorde roepen:
prutsers. leert voetballen!” „Stommeling,
loopen!” En dan liep ie. dan liep te Hjk ’nen
haas! Naast me stond n kort dik manneke.
In 'nen loeren ju. Sportpet op éen oor. Z’nen
asem piepte zoo dik was dat propke.
t Weet zeker, dat ie z’n eigen schoenen nis
vast kost maken En toen nen voetballer als
’n slangenmensch den bal trapte mee
hak.
na
vandaag ook ’n veurgevoel heb! Een. dat vut
uitkamt! Tc Heb zo’n veurgevoel, dat deuzen
brief uitvalt aan den korten kant!
Och ja!
Dieën eersten Maandag van X jaar....!
Amico, ik wil er nle om liegen, ik ben al tij
zo’n bietje „Maandaghouwer” geweest! En ik
geneer me nle veur die bekentenis; daarveur is
me den Zondag te lief! En nou we zooveul
Zondagen gehad hebben, allee
vandaag ook zoo „erg” Maandag!
•n Zwarte locht. triestig weer, ’n stil wijf <en
ik zelf, ik ben ook nle zoo bezonder spraakzaam,
nou alle kinders Weer pas weg zijn) allee, mn
zielemept verzuipt in den killen Maandag.
Alles om me henen ziet er zoo anders uit.
Zoo eh leeg. Nuchter. Somberkes. mee
dat trieste weer ook. d’Oogen zijn aan dieën
killen duister nog nle gewend. Ze knipperen
teugen den nuchteren dag, die in mlstdropkens
van den valen hemel siepert.
d’Oogen zijn nog te veul verwend aan den
gouwen wemel van feestelijk keersenllcht, waar
oew* zielement in kroelde als poes in de zon!
Kn vochtóch heb ik vol goeien moed van
den morgen den zwanen groentenvragel bij z’n
lurven gepakt en ’m over den durpel van X
nieuwe werkjaar gedouwd, X Ging zwaar ei
kens, maar na 'n uur begoot le vanelgens weer
te rollen. En ’k heb stillekens Onzenlievenheer
gedankt veur m’nen zwaren wagel. die X weer
douwen moest* naar mn klantjes, naar den
Zaterdag, naar de Zondagen, naar de dagen
van gouwen wemel en diep geluk. En zoo geren
als ik 'm veur de feesten had gestald, zoo greet
heb ik ’n van den morgen over de zwarte stra
ten gedouwd van X verregende stadje, waar
de nevels van de gevels dropen.
Ik voelde m’nen kop blinken van X fijne nat,
dat uren en uren deur de locht poeierde.
Dat m'nen bonker zwaar maakte op X end.
dat als ’nen druivenschimmel op m'n groentes
kleefde. Vort ging 't deur de smalle straten,
die allemaal schijnen uit te loopen op den hoo-
pen toren, waarvan den piek vervaagde in de
lage lochten Vort ging X langs de langzaam-
opengaande deuren, mee de stugge klantjes, die
----nog, moesten verstou-
'frouW, vandaag?'
allemaal den Maandag
wen; deursllkken! U
„Wat zal X zijn, jftfr
„Iets da’k rap klaar heb, Dré; geef maar wat
boerenkool."
„Niks noodig vandaag. X doei X maar mee
den snert van gisteren."
„Geef me maar ’n bus princeskes. die zijn
gnauw gereed.'
Lachende verstond ik ze. die trage wefkes.
die er vandaag geen zin in kosten krijgen!
„Geef me maar wat eiers, dan hoef ik nle
r.aar den slager, deur dat vuile weer."
„Zfjn de kinders weg, Dré? De mijn ook en
geef me maar ki savoolke, dat kan X stampen!"
Ja. gmico, X was veul „Maandag” vandaag!
Gisteren, mee den Zondag, ben X met den
kleinen Dré naar ’nen voetbalwedstrijd ge
weest!
D*n brak was nog hier, alleen, en heel XJaar
Tot de warmste streken van de Vereenlgde
Staten behooren de dalen, die zich in de ultloo-
pers van de Rocky Mountains naar Zuid-Call-
fomlë uitstrekken, bijvoorbeeld het Imperia!- en
het Coacheldal. Gedurende den zomer neemt
men daar vaak temperaturen «raar van 50 gra
den Celsius, in de schaduw gemeten, en nog wel
hooger. In een van deze dalen bouwde een boer,
die het niet betalen kon. zijn familie naar koe
lere streken te sturen, het zoogenaamde .huis
onder water", wat tegenwoordig in California en
ook in de andere staten veel nagedaan wordt.
Het gaat hier om een hoogst eenvoudige con
structie. Vlak om het huls heengebouwd bevindt
zich een keet van gegolfd plaatijzer. Daarboven
heeft men weer *n houten dak aangebracht. Tus-
schen het houten- en het plaatijzeren dak heeft
men waterbuizen met gaten er In aangelegd,
aoodat er voortdurend uit de buizen water
stroomt over het plaatijzer. Binnen de door het
plaatijzer omgeVen ruimte is een groote electri-
sche ventilator opgesteld, die de lucht in de
lyimte ververacht. De temperatuur in het huis
is ongeveer 15 tot 20 graden lager dan buiten.
boter, 300 gr. bloem. 1 ei, snufje zout. Al deze
Ingrediënten worden samengekneed tot een
stevigen bal en een paar uur koel weggezet om
wat op te stijven. Daarna wordt deze bal op de
bekende manier uitgerold tot een cirkel, die
rondom een paar cm. breeder is dan de vorm
en 1 cm. dik. Deze deegplak wordt nu in den
vorm gelegd en tegen de randen opgedrukt,
tpodat «te een bakje van deeg krijgen. Als we
nu vruchten nemen, die in den oven mee gaar
moeten worden, dan worden ze tegelijk in het
deegbakje geschikt en strooien we er wat sui
ker met bloem vermengd tusschen. Deze bloem
dient om het sap, dat bij het bakken vrijkomt
direct te binden, aoodat de bodem niet zoo
gauw doorweekt. Het bakje moet flink hoog
gevuld worden en de vruchten stevig aange
drukt, want tijdens het bakken slinken ze na-
I
tuurlljk. Taarten, waarin de vruchten meege
bakken worden, voorzien we in den regel met
tralies van wat achtergehouden deeg, dat we
dun uitrollen en in reepjes snijden of met een
taartradje vormen en vrij dicht over de vruch- J
vierduuns spijkers, 11» tweeduims idem, ettelijke
glasscherven, een paar honderd gramofoon-
naaldjes en een flinke hoeveelheid ijzervijlsel,
tot een totaal gewicht van 10 Eng. pond
ruim 4.50 K G.
De operatie, de gevaarlijkste die er ooit in
het hospitaal te verricht, slaagde en de patiënt
kon dezer dagen als volkomen genezen worden
ontslagen. Of hem voorloopig een licht dieët is
x oorgeschreven, wordt niet vermeld.
Edward Brummond is een gepenslonneerd
sergeant van het Brltsch-Indlsche leger. HU
had zijn pensioen is niet groot een bijver
dienste, heeft daarna een ongelukje gehad, is
geopereerd, en nu prijken zijn naam en zijn
wedervaren met vette letters in de Engelsche
kranten.
Want de bijverdienste van sergeant Drum
mond was van zeer bijzonderen aard In den
trein maakte hu eens kennis met een yogi, een
Indiër.
Deze leerde den krijgsman, hoe men. door op
bijzondere manier adem te halen en zekere ge
heime kruiden te nuttigen, allerlei verbazing
wekkende kunststukjes kan uithalen en de dok
ters voor raadselen kan stellen.
Drummond bracht zijn nieuw verworven we
tenschap in praktijk, en Inderdaad, hl) heeft
de dokters voor raadselen gesteld. De sergeant
reisde onder den naam van Chamison heel
Indië af, gaf demonstraties, waarbij het nooit
aan belangstellenden ontbrak, en slikte met
•name allerlei onverteerbare voorwerpen in.
zooals scheertnesjes, spijkers, glasscherven en
zelfs vergif, zonder daarvan nadeelige gevolgen
te ondervinden
Dezer dagen echter schijnt er een scheer
mesje in Drummond's verkeerde keelgat te zijn
geschoten. Een operatie was noodzakelUk, en
toen deze in het hospitaal te- Calcutta was vol
bracht, waren er uit de maag van den sergeant
te voorschijn gekomen: 84 scheermesjes, 115
an verschillende dames ontving ik vragen
over het maken van vruchtentaarten. Zjj
bedoelden dharmee de platte, open taar
ten met vruchten, bij onze Oostelijke en Zui
delijke buren bekend als Obstkuchen en tortes
paysannes. Nu is het waar, dat wU het deeg
voor dergelijke taarten wat fijner maken, maar
bij ons geldt zoo’n taart ook veel meer als lek
kernij, terwijl ze in andere landen meer als
voedsel gebruikt wordt bij den tusschenmaaltUd
in den namiddag. Hoewel de zomer al voorbij
is, kan men altijd nog wel geschikte vruchten
vinden voor zoo’n smakelijk, vroolljk taartje. De
kosten zijn niet hoog, de bereiding is niet moeilijk
en de resultaten zijn altijd goed, mits men met
een beetje beleid te werk gaat. Ik zal l^er alle
punten van de bereiding samenvatten. Het is
de moeite waard, het te bewaren, want ook
’s winters kunt u er veel plezier van hebben,
door appels, gedroogde vruchten of geweekte
vruchten te gebruiken.
We beginnen dus met het uitzoeken van een
vorm, ongeveer 3 c.M. hoog. Een deksel van een
blikje, mits voldoende hoog, kan ook heel goed
dienst doen en die vierkante of rechthoekige
vormpjes zijn juist erg aardig. De vorm wordt
nu met wat boter goed Ingevet op den bodem
en langs de randen.
Een goed recept, dat voor alle vruchtentaar
ten geschikt is bestaat uit 100 gr. suiker, 150 gr.
v-x ijna alle natuurvolken kunnen bij het ver-
richten van de meest uiteenloopende werk
zaamheden hun teenen gebruiken; alleen
de beschaafde mensch heeft deze mogelijk
heid vrijwel geheel verleerd. Den laatsten tijd is
men in Amerika bezig, den kinderen te leeren
hun teenen practisch te gebruiken, doordat
men hen bewegingen met de teenen laat ma
ken, die ten doel hebben de spieren van den
grooten teen te ontwikkelen.
Ook bU het loopen is een goed gebruik van den
grooten teen zeer belangrijk, omdat men. als
men op de goede manier loopt, op iedere zes
stappen een stap kan sparen. Bovendien laat
men den kinderen zien hoe ze de teenen moeten
gebruiken, om een voorwerp van den grond op
te rapen.
op kostschool, wou le nou toch ’ns geren 'nen
„echten mets” zien, zee ie.
Nou. X was bekans "nen menschenleeftijd ge-
lejen, da’k zoolets had bijgewoond, dus ook veur
mij was X wel 'ns plazierig, om te zien, mee
eigen oogen. hoe er teugenwoordig teugen den
bai wordt aangetrapt.
XWas. kolossaal, in één woord.
Sodemearel. wat „werkten” die twee-en-t«dn-
tlg Jongkearels' Die hebben daar in anderhalf
uur ’nen vracht arbeid verzet, allee, genoeg
om heel m’n land om te spaaien! En toen was
X nulnul!
X Veld was zw aar en zacht van X water.
Heele graszooien vlogen nou en dan mee den
bal de locht in. Den bal wier zoo zwaar, of ie
van beton was! Den scheidsrechter floot als
‘nen kanarie. Nle zoo schoon, maar even hard
nekkig. XWas ’n lust zooals dieën kearel floot.
Vast 'nen zeun van ’nen ouwen stationschef,
cle zijnen spruit veul op de fluit had laten
toeteren. Nou en dan floten de gasten langs
dc lijn mee, maar dat kon ie goed hebben, den
scheidsrechter.
Dré in. die veul vlugger mee z’n oogskes
U dan ik, vertelde me dan waar die fluitjes
veur dienden. „Maar die fent ken nle fluiten.
zee Dré III.
„Dat ben ik nle mee oew eens. Dré. hij fluit
als ‘nen schorren ekster, alleen nle zoo mooi.”
Maar hij gaf me geen antwoord, den lekkeren
brak. Z’n kopke draalde met den bal mee als
•n windhaantje. z’n zwarte glanzend’ oogskes
zaten vast aan den bal.
Geen oogenbllk stond z’n moeleke stil!
„Naar den vleugel, kaffer!" „Hier die bal!"
„Weg die bal!" ..Let op je center-voor.' „Nle
alleen, nle alleen, kever!” „Daar gaat le....
pang! Is dit schieten!’’ „Mooi geplaatst! Oow!"
„Hé. wal ’u ^noeiers!; „Te lui, te lui!" „Nou!
Schiet dan. stommeling! De kans van je le
ven!” JSodejuu!"
Toen schoot ik In den lach.
Maar h(j had geen erg in met
draaide, draaide;
nie los.
Toen floot den scheidsrechter weer ’n deuntje
of den tram moest stoppen. Dré III zette z’n
vingers in den mond en floot den echo. Ik zag
dal le kwaad was! „Waarom laat die fent niet
doorspelen?" foeterde-n-le! „Die bal had moe
ten Zitten!” Maar n secondeke later was ie
dat weer vergeten en voetbalde weer dapper
mee! ..Naar je mldvoor. prul!” .Kuk uit. auf-
fert!" „Zie je wel; kwijt die bal!'
Toen duikelde er ’nen voetbalder drie keer
over X veld. Hoe ie X m lapte is me 'n raad
sel! En mee verwondering keek ik naar dieën
acrobaat. Maar toen sprong den Dré omhoog
en kwam boven op m’n teenen. Den bal zit!
Maar den scheidsrechter floot, zwaaide met z’n
hand, 't punt telde nie! 'k Had spijt veur m’n
baaske, dat al zoo blü was geweest mee dat
„kooltje”. „Docht ik wel.” zee ie: „X was Xi
achttienkaraats afzijt-bal”.
Toen was X rus^.
TXT anneer de drukste tijd, het binnenhalen
yy van den oogst, achter den rug ia en bet
weer er zich toe leent, dan gaan we op
jacht. Vlak achter mijn woning «trekt rich mij
len ver het oerboech uit, waarin men veelvuldig
open plekken aantreft, die slechts enkele tien
tallen hectaren oppervlakte hebben en begroeid
rijn met alang-alang, een grassoort en jong
boechhout.
Deze open vlakten zijn verlaten ladangz:
droge rijstvelden, door inlanders aangelegd en
die ze, na er een paar oogsten van gewonnen
te hebben, gewoonweg laten liggen. Deze gras
velden Si worden geregeld door de Kampong-
bevolking in brand gestoken, met het doel her
ten te lokken, die zich dan ook gretig aan het
zout, dat zich op de gedeeltelijk verbrande
boozratammen en takken heeft gevormd, te
goed komen doen.
De verdekt opgestelde Jagers hebben zoodoen
de weinig moeite om hun prooi te overmeeste
ren. door die met oude Beaumont-geweren neer
te paffen.
Ook wij waren weer eens op weg naar een
vmi deze jachtterreinen, toen we een minder
prettig avontuur beleefden.
Plotseling stak een reuzen-slang ons pad over,
die ik door den opslag van X Jonge bosch pas
in de gaten kreeg, toen ik haar reeds tot op
ten nieter genaderd was.
Ik verkeerde in de méening. dat dit angst
aanjagend reptiel zich zachtjes voortschuivend,
wilde verwijderen, doch Inplaats hiervan wierp
het in een ondeelbaar oogenbllk zijn romp in
mijn richting Nu hief het zich zoo hoog moge
lijk op. om de situatie beter te kunnen over
zien en bleef in deze houding geheel roerloos
mij met zijn faaclneerenden blik aanstaren, den
muil zoo wijd mogelijk open gooiend. Op dit
kritieke moment was het de my vergezellende
koelie, die Ingreep, door met zijn vlijmscherp
kapmes het monster eenige welgemikte slagen
toe te brengen die haar daadwerkelijk ver
wondden.
Voor mij liep deze onvrijwillige ontmoeting
toed af. want aoo X ondier mij had kunnen
on strengelen, zou zij even gemakkelijk al mijn
betten gekraakt hebben als een kok een bun
del macaroni fjjnknijpt.
De lengte van deze slang was ruim 10 me
ter. terwijl de omvang van den romp op X dikste
gedeelte gemeten 45 cM. bedroeg.
Veel gevaarlijker echter zijn een klein soort
giftslangen, welke door het gebladerte aan het
.->g onttrokken, aan takken hangende, zich op
lun prooi laten vallen.
Grof wild is hier overvloedig te vinden. Het
volgend voorval, dat in het Sumatraasch oer-
wcud gebeurde, dlene hier ter illustratie.
Onder een open afdakje van mijn hut, was
ik doende met administratie bij te werken, ter
wijl mün terrier vlak in mijn nabijheid een
uiltje knapte en alles in de omgeving schijn
baar in rust verzonken scheen.
Opeens echter werd ik opgeschrikt door een
hevigen plof en schellen kreet in de onmlddel-
lijke nabijheid, terwijl ik van ontsteltenis van
de kist tuimelde, waarop ik gezeten was. Direct
besefte ik dat een tijger mijn hond had mee-
grsleurd. Een en ander was soo bliksemsnel in
zijn werk gegaan, dat ik slechts een schim van
den mover had kunnen waarnemen.
In de Gajoe en Alaslanden trof ik soms oli
fanten in troepen van meer dan veertig stuks
aan.
Interessant is het te zien, wanneer ik ’s mor
gens vroeg de houten luikjes van het slaapver
trek van mijn seml-permanente woning open
klap. hoe aan den overkant der rivier, die
slechts veertig meter breed is. een troepje oli
fanten aan het baden en spelen is, geheel on
bewust van het gevaar, dat hen sou kunnen
bedreigen.
X Is hier in de omstreken een Ideaal jacht
terrein voor jagers op grof wild.
leggen, waardoor deze minder uitdrogen,
reep wordt wat breeder gemaakt en tot
langs den geheelen omtrek gelegd. De
reepjes Worden nu nog bestreken met wat ge
klopt ei (dat men van het ei uit het recept te
rug kan houden) waardoor ze glanzend wor
den.
Willen we zachte vruchten gebruiken, zooals
aardbeien, framboeen o.l.d„ dan wordt het
bakje voorloopig gevuld met propjes papier of
erwten of boonen, die daarna echter niet meer
te gebruiken zijn. De vruchten worden er rauw
in gedaan en dik met poedersuiker bestrooid.
Nu maakt de wijze van vullen ook verschil in
den baktijd, want een leeg deegbakje is na
tuurlijk vlugger gaar dan een gevuld, maar om
de Ueur toch goed te krijgen mag de warmte -
dan een ietsje hooger zijn. De gevulde taart
moet dus langer bakken, maar met wat mln-
der warmte. De gevulde zal een uur de onge- l
vulde maar een K uur noodig hebben om gaar
te worden. We laten onze taart in den oven i
afkoelen, daardoor wordt ze steviger. Om ze uit i
den vorm te krijgen (als dit tenminste geen
springvorm is) keert u dezen eenvoudig om op I
een platte schaal en laat de taart daarna nog i
mannen" in hun leven waren gekomen, ge
bruikten ze naalden, die stug waren, die van
been waren gemaakt en gauw braken. Maar
sinds zij handel drijven met de blanken, bezit
ten vele huisvrouwen metalen naalden, een
bezit, waar menige vrouw, die haar niet heeft,
verschrikkelijk Jaloersch op is. Want het zijn
niet alleen de tenten en hun kajaks, die leer
behoeven, hun heele kleeding
teen, bestaat immers uit huiden?
Eskimo-hulsvrouw is haar eigen kleermaker,
haar eigen naaister en haar eigen schoen-
maakster. Het is een grappige bijzonderheid,
dat het leer wat onder de schoenen komt, zóó
hard en taai is, dat het niet gebruikt kan wor
den voor bet soepel gekauwd is. een werkje,
dat vaak door de kinderen, maar even vaak
door de huisvrouw zelf bedreven wordt.
Maar er zijn nog oneindig veel meer dingen,
die bij de dagtaak van een Eskimo-vrouw be
hooren: ze moet 's winters de lampen verzor
gen, die tegelijk voor verwarming en verlich
ting dienen. En die verzorging is niet zoo een
voudig. Er komt geen olle-man aan de deur,
die haar vraagt hoeveel olie ze noodig heeft.
Neen, ze moet haar zelf bereiden. Het spek van
de op de jacht bult gemaakte zeedieren moet
en
nog eens geklopt, totdat de traan vloeibaar ge
noeg is om in de lampen te branden. Htet kan
gebeuren, dat er zooveel warmte In de sneeuw
hui. komt, dat het „dak” begint te druppelen,
dan moet ze naar buiten en op de warme plek
ken, nieuwe, koude sneeuw plakken. Ook kan
het gebeuren, dat het zóó warm wordt, dat er
een gat in het dak of in den wand komt en
dan moet ze gewapend met het z.g. sneeuwmes
opnieuw naar buiten krulpen, een „sneeuwblok”
snijden en daarmede het gat dichten.
Onbegrijpelijke gewaarwording voor ons, dat
er plotseling een gat in ons dak zou smelten,
omdat we de kachel eens lekker opstoken....
Het zijn wel heel andere plichten die de
Eskimo-huisvrouw ten opzichte van haar huis
heeft, dan die wij hebben. .Want het schoon
houden zooals wij dat kennen is voor haar een
even vreemd begrip, als het voor ons is om in
een huis van sneeuw te wonen. Stel u voor dat
de vloer sneeuw is, de wanden, de banken
waarop gezeten en geslapen wordt banken
die wel deze benaming dragen, maar in werke
lijkheid niets anders beteekenen dan een vloer
die hooger ligt dan het kleine gedeelte waar op
geloopen wordt. En op die banken liggen pel
sen, warme, dikke pelsen, tot slaapzakken ge
naaid, waar ze in kruipen als ze bij elkaar op
bezoek of in den hulselijken kring z|jn. Waar ze
ook in slapen.....en dat is alles, wat we in een
Eskimo-hut behalve het héél eenvoudige „keu
kengerei”, aan kunnen treffen.
Dan moet de huisvrouw ook altijd zorgen wa
ter in huis te hebben ook dat gaat niet zoo
eenvoudig als bij ons. Ze heeft er groote water
emmers voor die met sneeuw gevuld In huis
worden gehaald opdat het tot water kan smel
ten en daar de Eskimo’s uitsluitend van
vleesch leven zijn ze dofstlg en drinken graag
en veel. De maaltijden dat beteekent voor
de Eskimo-huisvrouw dan ook heel wat anders
men ze nie uit, dan
plooit en dan draalt zij
wél uitkomen.
Komt er Iemand binnen, dan zegt ze ijskoud:
-Neemaar! Da’s sterk! X Zat sjuust aan oe
w denken....!’
Mot ik ’ns weg, dan beweert ze: „Als ik X
de wekker al te ratelen en als ze er niet
uitwipt voor hü met zijn dwingenden roep ge
ëindigd is, maar nog tien minuutjes de lekker
warme dekens over zich héten trekt, dan moet
ze straks haast ja rep Je voort maken. Want al
beeft ze het dan om zeven uur met den tijd op
ëën accoordje gegooid om kwart voor acht
móét het ontbijt klaar zijn en dan kan ze het
niet op een accoordje gooien, want dan zou er
veel te veel in de war loopen. Vader moet im
mers weg. de kinderen -naar school en om
half 9 komt het dienstmeisje en dan moet het
ontbijt afgeloopen zijn, anders komt het werk
voor twaalf uur niet klaar. En zoo zjjn er vaste
uren waarin de werkzaamheden van het huis
houden moeten gebeuren.
En nu is het wel eens leuk om onze gedach
ten te laten gaan naar indere huisvrouwen
niet naar hen die In Holland wonen, zelfs niet
naar hen die in West-Europa wonen, maar naar
de huisvrouwen in de buurt van de poolstreken
naar Groenland, Noordelijk Canada, Alaska,
Noordelijk Siberië landen waar het kouder
kan zijn dan wij ons In de verste verte voor
kunnen stellen, streken van de aarde die on
herbergzamer en verlatener zijn dan waar ook
en waar toch menschen wonen. Wriar huisge
zinnen leven en waar huisvrouwen hun dag
taak hebben zoo goed als de huisvrouwen hier, eers^ bevroren zijn en dan moet het geklopt
maar alleen een zóó volkomen andere dat het
wel eens de moeite waard is om na te gaan
«rat die vrouwen, de Esklmo'-vrouwen, In hun
huishouden te verrichten hebben.
Het is zoo vreemd ons In te denken dat ze
geen klokken hebben en dat er dus nooit om
7 uur een ratelende wekker hun rust kan ver
storen Het Is ook niet noodig hun leven is
geen wedloop met de klok het is veeleer een
wedloop met de natuur, een strijd met de na
tuur voor hun leven en in dezen strijd heeft de
huisvrouw een everf groote taakSe very uilen als
de man.
Ze gaat wel is waar niet mee op de jacht,
maar de sleden, onontbeerlijke vervoermiddelen,
die bij sommige Eskimo-stammen uit bevroren
leer worden gemaakt, kunnen door de vrouwen
vervaardigd worden. En de kajaks, de ranke
kano’s, waar de mannen en jongens mee op open
zee gaan om robben en zeehonden te vangen,
warden altijd met behulp van de vrouwen ge
maakt. die ware vaklieden op het gebied van
huiden- en leerbewerklng «ijn. Want zoo’n ka
jak is eigenlijk niets anders dan een geraamte
van stangen, omgeven door hulden, die er zoo
kunstig om héén worden genaaid dat er een
prachtig waterdicht geheel ontstaat.
Maar het zijn niet alleen de kajaks en sleden
waan oor de vrouwen de hulden gebruiken
ik zou bijna zeggen dat ze ze voor Mies benut
ten.
In den zomer, zoo wordt ten minste die
warmere tijd van ongeveer twee maanden ge
noemd, ondanks het feit dat het dan kan
stormen en sneeuwen, zooals wij het ’s win
ters nauwelijks beleven, maar In hun zomer
dan, leven ze In tenten, die door de nijvere
handen van de huisvrouw ook van hulden zijn
gemaakt, en dan niet op een naaimachine,
maar steek voor steek uit de hand. Het is
aXien
in ’nen boog over z’n eigen kop en daar-
den bal n „lel” gaf (da’z ’nen voetbalterm!)
.Jal” gaf. dat X bonsde, toen kwekte dat
dikke, leeren rolpenske: „Zoo kan m’n groot
moeder X ook. Koel!”
Afijn!
Ik heb wel gemorken, amico. de beate voet
ballers stonden allemaal aan den buitenkant
van de lijnen
’k Heb me bedoeld!
X Is daar al net mee, als met alles In de
we» re ld crlUek. critlek, critiek! Ze gev«n d’r
geld uit. de menschen, niet om te genieten,
maar om te critiseeren, naar ’t schijnt.
”k Heb er veul plarier om g’ad. En als gij ook
ns gaat kijken naar nen voetbalwedstrijd, doe
dan als ik neem nen expert mee en luistert
naar X publiek! Ge lacht oew gezicht moei!
En non schel ik er af.
Ge ziet: m’n veurgevoel komt uit....!
Veul groeten van Trui «n ala alt|j geen
haorke minder van oewen
begrijpelijk, dat naalden, goeie, sterke naalden
-U
Trui „werkt” X
heele ja«r met „veur-
gevoelena”, die altij
uitkomen! Want ko-