Het ezelsfeest denrdag SKdwükaal DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL aan c I F 250.- Kloosters branden Barcelona in 1 1 I Tegen GRIEP ZATERDAG 16 JANUARI 1937 Eertyde in N oord-F rankryk De skitocht door het gebergte op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngevoorwaarden tegen door DON LOIS ALBARON het Feestbrood in mid- wintertijd a i 1 i Het was de vierde week van zyn bezoek, Peter had juist een nieuw konijnenhok gereed gekregen en het tuintje achter het huis had hy omgespit toen de hardzwoegende neef, in de vroege morgenuren beneden komend, den orden Tom verdiept vond In een brief. Australië i aww r? a 90 °P dH blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p *7^0 bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p bij een ongeval met I ipi KC J Iw I w Pi O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen tJV» verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen 9 VV» doodelijken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL - I Peter uit I T 1 '1 t i dien l L Het was op een aonnigen zomerdag, dat een 3. R. ezel leeraren weerlegd <1 i Eerwaarde I 1 B r Een boekje, dat voor liefhebber» van oude ge bruiken en zeden veel wetenswaardigs bevat en dat op onderhoudende wijze is geschreven. 1 1 fr is 0 Het heele stelletje danste nu springend en zingend het deftige hotel binnen, tot groote ergernis der bezoekers, die gauw een goed heenkomen zochten. „Ik geloof, dat hy bet meteen door had." zei de peeudo-Peter tot Bill Jones een dag later, toen ze elkaar in Londen ontmoetten. „De oude schavuit heeft me laten werken als een paard en geen halve cent heb ik verdiend. Als je weer eens een prachtplan hebt om hem er te laten Inloopen, dan houd ik me aaube volen i, „dat hy meteen vertrok- da sloot moeten baggeren. De jonge booswicht moest eens weten, dat ik hooit een broer gehad heb.** Verschillende zusters waren naar de zieken zaal teruggekeerd. Ze waren zeer opgewonden en haar handen beefden De Eerwaarde Moeder had den verpleegsters opdracht gegeven, gewoon aan het werk te gaan, een opdracht, die men van Iedere goede geestelijke leidsvrouwe mocht verwachten Het leek wel of opeens alle oude mannen even lastig waren geworden. Ze zeurden om de suster waren, die het gesticht kwamen visiteeren. .Belangrijk nieuws, oom?’’, informeerde Peter. „Dat zou ik denken, jongen.antwoordde Tom en hij staarde hem raadselachtig aan. „Heel belangrijk nieuws. Nieuws uit Canberra. Deze brief is van je vader. jy zei toch, dat hij dood was, niet?" Peter werd .akelig bleek. „Toen ik wegging, was hy dood.” stotterde hij. „Dan moet de dok ter zich vergist hebben. „Dat moet hy zeker." zei Tom nadenkend. „Maar in elk geval ben ik blij, hem spoedig weer te zien. Volgende week kan hij hier al arriveeren. HU zal gelukkig zijn, je bj) mij aan te treffen." Heerlijk,’' murmelde Peter en hij sloop ntar buiten. Met een grijnslach sag Tom Keene hem in de richting van het station verdwijnen. „Jam mer.” mompelde ken is. HU had bij verlies van een hand, een voet of een oog. ,r De feestmaaltijd, dien Plet Prikkel had laten aanrichten, was nog in vollen gang, toen er een paar heeren binnenkwa men, die Plet en Drein vroegen of ze geen zin hadden om mee te spelen in het AB.C.-elftal. n de .JJbellen-serie” (uitgave: Bosch -V Keu- ning te Baarn) is als nummer 204 onlangs verschenen .Beestbrood in Midwintertyd”. van den Oqsterbeekschen folklorist D. J. van der Ven, die over folkloristische gebruiken reeds binnen. Hy wan delde naar het buffet en wUde een frisschen dronk toen de jonge- man op hem toetrad. „Goede oom Tom,” mompelde hU „Ga weg dronken Individu." zei Tom en hU duwde den vreemdeling opzij. „Maar Ik ben heelemaal niet dronken, oom," verdedigde de jongen zich. .Noem me geen oom en ga je roes uitslapen. Ik ken je niet." „Ik ben Peter, de eenige zoon van uw broer Dick uit Canberra Ik ben uit Australië geko men om u op te zoeken." oom „De zoon van Dick?” Tom bleef verbaasd staan kijken. „Wel, wel.... En Je vader?” .Dood," mompelde de jongeman. „Hu stierf twee dagen voor mUn vertrek uit Canberra. Zijn laatste woorden waren een groet voor u.” „Arme Dtck.'* zet Tom en hu slikte Iets weg. „Vertel me meer van hem." Wel een uur lang vertelde Peter over «Un onvergeteluken vader en de tientallen café bezoekers luisterden met ongeveinsde belang stelling toe. „Het spijt me. dat jullie zooveel flnancieele stoppen hebben gehad," sprak Tom tenslotte. „Ik zal blu zUn. wanneer ik Iets kan doen voor den zoon van Dick. Oa met me mee naar huis, je zult bü mU onderdak vinden." ZUn aan. „Lope is altUd zoo lastig." deelde hU mU lief deloos mede. Ik wilde de zaal verlaten om een zuster te roepen, maar juist trad een van de pleegzusters binnen door de breede boog-deur aan het einde van de zaal. MUn aandacht was nu verdeeld tusschen het werk van de zuster, die met engelengeduld al het gesar en alle grillen Van de oude zieke jan nen verdroeg, en de gebeurtenissen op straat, die Ik kon volgen door de kleine In lood ge vatte ruitjes van het venster. Het vensterglas had door den ouderdom Ven zacht-groene kleur gekregen, zoodat het van de straaf af gezien niet heel doorzichtig was. De drukte was toe genomen Het plein stond vol met volk, maar duurde geruimen tijd. voor ik door een en de een gunde den ander blijkbaar het licht in de oogen niet. Hun vergeelde, gebruinde gezichten, alle op een rUtje langs den muur, herinnerden mU aan de haven, aan den kuil achter de dokken, waar oude schepen worden opgelegd. De zusters hadden haar handen vol. De oude heeren, die Jiet er thans blijkbaar allemaal over eens waren.” dat men hen gedu rende het laatste uur schrpmel^k verwaarloosd had. bedachten telkens Iets anders om hun ver pleegsters aan den gang te houden. In mUn onmlddeliyké nabijheid wilde ik mU verdienste lijk maken dpor een paar gevraagde kleinig heden aan te geven, maar ik scheen hen ón mogelijk te kunnen voldoen. Ze moesten de lepeltjes of schoteltjes met alle geweld uit de handen van de zusters ont vangen en er was een voortdurende stijging In mijn bewondering voor den moed van deze non netjes, die diet eindeloos geduld alle wenschen vervulden. Neendit was geen sinecure. Toch ben ik er van overtuigd, dat het niet de veelbesproken erfenissen waren, die dezen 'vrouwen den moed gaven om zoo voort te gaan. Er was niet veel menschenkennis voor noodig. om in te zien, dat deze erfenissen uit niet veel meer bestonden, dan uit de blikken snuif doozen, die op de kastjes lagen. De kleine, oude portierster had onder den Indruk van de gebeurtenis allen zielevrede in het portaal gelaten en ze kwam de zaal binnen stormen met de boodschap, dat er mannen leverd. o.a. uit Noord-Frankryk, waar c“ jaar de ezel zjjn feest had tot vermaak geestelijkheid en geloovigen. Door haar ziektekiemdoodende eigenschap, haar hoeststillende werking, haar gunstigen invloed op borst, keel en edemhalingsor- ganen is het beproefde middel in gnep-tijd akker’S Abdijsiroop Overal verkrijgbaar. In flacons vanaf f 0,75 Ook in Chester in Engeland was het een houten ezelin, daar de spreker zich „in a-sina”, dus in het houten gevaarte bevond. Dit zoo geliefde tooneeltje schijnt dan de aanleiding te zijn geweest voor de andere, lang niet altjjd stichtende ezelsfeesten. Het minst stichtende was wel de viering van de vlucht der H. Familie naar Egypte op 14 Januari te Beauvais. Op een rijk opgetuigden en versierden ezel, mogelijk ook wel weer een houten figuur, werd een meisje met een kind op haar schoot van de kathedraal naar de kerk van St. Stephanus gevoerd en daar met ezel en al aan de Evangelie-zyde van het al taar opgesteld. Introïtus, Kyrie, Gloria en Cre do van de mis, die nu volgde, werden besloten met een Hlhan of Hinham, (den ezelsroep; de h sprak men niet uitj met welk gebalk ook de geheele plechtigheid beëindigd werd, daar zoowel priester als volk In plaats van Ite Missa est en Deo Gratlas „drie maal moest balken"; van weerskanten dus: Hinham, hinham, hin ham. Na het epistel zong men de fameuze ezels- hymne, waarin de lof des ezels gezongen werd, herinnerend aan verschillende schriftuurplaat sen. Na elk Latynsche couplet zong het volk een Fransch refrein, en aan het eind een Fransch slotcouplet. Dit is tot nog toe steeds het enkele voor beeld van deze buitensporige plechtigheid in verband met een ezel. Mogelyk speelde ook te Beauvais de nog zijn rol bovendien In het Kerstspel. Het ezelsfeest schijnt langzaam aan zjjn eigen aard verloren te hebben en opgegaan te zjjn in het buitensporige „gekkenfeest" tegen wel ken uitwas door de kerkelijke overheid streng werd opgetreden. Dit feest waa een der bijzon dere dagen, welke voor de middeieeuwsche ka thedraal- en kapittel-geesteljjkheld de jaarwis seling kenmerkten. Hadden de diakens hun feest op 2den Kerstdag, St. Stephanus, diaken; de priesters op 27 December, 8t. Jan Evange list; de koorzangertjes op 28 December, On- noozele Kinderen, ook de subdiakens hadden hun dag, op of na 1 Januari. Uit een handschrift, bevattend het officie Voor Nieuwjaar, het feest van de Besnijdenis des Heeren, van de hand van den aartsbisschop Petrus van Corbeil, gestorven In 1222, blijkt dat te Sens het ezelsfeest op 1 Januari gevierd en met nogal uitbundige vermaken besloten werd. Behalve de ezelshymne, twee coupletten kor ter dan te Beauvais en zonder het Fransche slotcouplet. Is er slechts nog één vers, dat aan den ezel herinnert. Er blijkt dan ook niet, dat een ezel mee naar binnen ging. In dit verband moge eraan herinnerd wor- deen, dat ook In de heidensche nieuwjaarsvie ring de ezel te pas kwam. Het is echter ge- makkeiyker gezegd dan bewezen, dat het mid deieeuwsche ezelsfeest hiermee verband houdt en dat de ezelshymne een vervanging en ker stening was van oudere liederen. Eveneens is moeilijk te bewijzen de veron derstelling, dat met den ezel de Synagoog, het Jodendom dus, zou zijn bedoeld in de eerste strophen van de hymne en Christus zelf In de laatste. Het zou het ezelsfeest tot een veel hooger plan verheffen, indien ook hier de ezel het symbool was van het Jodendom en zelfs van den Zaligmaker. Er zijn bovendien nog vele vragen te be antwoorden betreffende dit ezelsfeest der mid deleeuwen, dat toch eens zoo veel vat op volk en geestelijkheid moet hebben gehad. Of nog eens duidelijk zal worden bewezen, dat er wer kelijk verband la tusschen de saturnalia der Romeinen, hun buitensporigheden en de „vrij heid van December” om bizarre dingen te doen, moet worden afgewacht. Het ezelsfeest wacht nog steeds op zijn beschrijver. Wel is reeds afgerekend met de zotste veronderstellingen en beweringen voortkomend uit pure onwetend heid over middeieeuwsche technische termen voor de kerkmuziek, maar de vragen en moei lijkheden zjjn nog groot en talrijk. banderollen geschilderd met Gothiache voluten. Zjj bevattgki teksten en spreuken in roode en zwarte leners, die alle aanspoorden tot geduld en zachtmoedigheid. Mijn patiënt ginda kon alleen de andere zijde van deze balken zien en misschien waren er dAAr andere teksten op aangebracht. In ieder geval: in zyn heele optreden was niets, dat op geduld en zachtmoedigheid leek. Het .Boek des Gebed», dit oude Spaanschs meesterwerk, zat al los In den band als bewjjs, dat hij daar op zijn manier al dikwijls een nut tig gebruik van had gemaakt. „Kan Ik u van dienst zijn»” vroeg Ik. De man wendde zich echter af als een nukkig kind en begon wol uit zyn deken te plukken, buurman echter keek mij glimlachend ■r y- an de benoodigdheden voor de mysterie- V/ spelen, waarmee onze voorouders In de middeleeuwen zich stichtten en ver maakten, was de ezel geenszins de minste en zeker niet de zonderlingste. Uiterst realistisch als de middeleeuwer was, stond hy er op, dat de uitbeelding van gebeurtenissen uit dege wijde geschiedenis zoo goed mogelyk aan de - werkelijkheid zou beantwoorden. Zoo ver ging deze drang naar een getrouwe weergave der feiten, dat men tot de naïefste middelen zyn toevlucht nam en soms b.v. den engel Gabriel in een stoel aan stevige touwen uit de gewel ven liet neerdalen in het spel van de bood schap aan Maria. meer „Libellen" schreef, waarvan er eenlgen tijd geleden om. nog een werd besproken in ons blad. „Feestbrood in Mldwlntertyd" bevat verschei dene afbeeldingen, op het onderwerp betrekking hebbend; afbeeldingen, zoowel uit ons land als uit het buitenland, met name Zweden, waar In JoeJtyd op elke Zweedsche hoeve het Joelbrood wordt gebakken. De schrijver vertelt uitvoerig van »yn folklo ristische omzwervingen in het hooge Skaiidlna- vische Noorden, doch het grootste gedeelte van het onderwerp heeft hy gewyd aan eigen land, en meer in het bysonder aan Twente, waar het landvolk de mystiek van den Joeltijd dien wy in Nederland als de twaalf nachten in het volks geloof nog altyd zulk een groote rol zien spe len nóg steeds onderbewust zeer sterk voelt. Huls en haard plaatst het gedurende de jnurre- wintertle’jd” in het centrum van zyn gedachten, waarvan Cato Elderink om. dichtte: In dat vuur nu (wy clteeren den schrijver), worden met 4® „eigen Uiers" de .Jsenkoken” gebakken. En deze gehechtheid brengt met zich dat het voor meer dan één kunstzinnlgen smid loonend is. deze nog te vervaardigen. Het historisch ondersoek heeft uitgewezen, dat er reeds voor drie eeuwen koekUzers be stonden. Op een boerdery in Exel werd een koekyzer gevonden, dat het jaartal 1644 voerde en waarop behalve afbeeldingen van verschil lende dieren als koe, varken, kip en gans en van gereedschappen als haarhamer en zeis, een paar harten waren ingesmeed. Dit thans in Zutphen in het museum te bewonderen koek yzer geeft op het Uzer In negatief en op de nieuwjaarskoeken In positief symbolische voor stellingen van huwelUksgeschenken. terwUl het koekUzer zelf ook als zoodanig een groote rol in volksleven en volksgeloof heeft gespeeld. De harten van het Twentsche nieuwjaars- koekyzer vonden wy tot voor weinige jaren terug op de deuren van Brabantsche dorpjes, als Borkel, Valkenswaard en Dommelen, een enkelen keer versierd met Liefdessymbolen en dikwyis fraai geverfd. De aangebeden Dulcinea waardeerde <Jlt nachtelyk geschenk door het schenken van een .mikje" of tarwe-broodje van 10 cent. Met het schrijven dezer figuren begon nen de vryers voor de eene helft aan den eenen hoek van dorp of gehucht, terwyi de tweede party van den anderen kant naar het centrum van het dorp werkte. Hadden zy van te voren reeds hun broodjes ontvangen, dan aten zu Aan het andere einde van de ziekenzaal van het gesticht van Sint Joseph lag een kleine, oude man. ZUn pezige polsen staken boven de dekens uit en zyn uitgeteerde gele vingers gleden voortdurend over »yn gezicht, alsof hu de groeven en kullen wilde tellen. Ik hkd Juist mUn aandacht op hem gericht, toen ik zag, dat hy naar het Boek des Gebeds greep, dat naast hem op tafel lag en dat hy met dit eerbiedwaardige werk een paar flinke meppen gaf op het rinkelend tafelblad. Heel in de verte hoorde ik. dat de zusters In de kapel begonnen te reciteeren. „Is er dan niemand hier?” vroeg de oude patiënt. „WAAr zyn de zusters?" De ziekenzaal was bedekt met een donker plafond, dat geschraagd werd door «ware bal ken. Op al deze balken had een schilder fraaie Twee „vocatoree”, herauten, vermaanden Jo den en Heidenen tot oplettendheid, wasuma zU Zich tot de profeten richtten, die dan na el kaar hun profetieën naar voren brachten. De geheele plechtigheid stond onder leiding van den voorzanger, den precentor, die hier 8t. Augustinus, den vermeenden vervaardiger der preek, voorstelde. Nadat allen hun beurt hadden gehad, zong men gezamenlyk een hymne ter eere van den langverwachten Verlosser, waarna onmiddeliyk de mis Puer natus est volgde. Men zal moeten erkennen, dat de Inhoud van dit spel inderdaad zeer leerrUk en stich tend was. Met zulk een vertoonlng moesten de geloovigen wel beter onderricht worden, dan met de vertoogen der predikers, zooals de 11- turgie-hlstoricus Marténe het eenige eeuwen ge leden eens zei. Ook te Rouen was, zooals gezegd, Balaam met zUn ezelin. Men weet, dat dezen profeet, door Balac, koulng der Moableten, werd verzocht de Joden te vervloeken Gaarne had hy het om de beloonlng gedaan, maar God deed hem Juist de Joden zegenen. Op weg naar Balac wil in een nauwe passage tusschen de muren der wünbergen de ezelin plotseling niet verder, hoe Balaam het dier ook afranselt. God laat nu de ezelin spreken en den profeet vragen waar- om hjj haar slaat. De profeet doet haar slechts verwyten, en wenscht zelfs, dat hy ‘n zwaar< by de hand had om haar te dooden. Dan Het ook Balaam den engel met het getrokken zwaard, waarop de profeet zyn schuld bekent en aan biedt terug te keeren. Hy moet echter toch 'gaan, maar slechts Gods woorden spreken. Dat deze gebeurtenis een dankbaar onder werp was voor het mysteriespel is duldelyk Twee boden van koning Balac brachten den profeet naar voren, rydend op een opgesier de houten ezelin, geen levend dier, daar im mers de rubriek voorschreef, dat iemand on der de ezelin de antwoorden moest geven. Ba laam werd bovendien verondersteld, zyn ry- dier flink de sporen te geven, wat vanwege den man er onder wel eenige voorzichtige han digheid zal hebben verelscht. Na de samen spraak tusschen profeet, ezelin en Engel, voor spelde dan Balaam, dat een ster zou opgaan uit Jacob enz. Uit een ordinarium van de kerk van Rouen, een leidraad voor de kerkelyke plechtigheden in den loop van het Jaar, biykt, dat ook daar in de 14de eeuw dit spel werd opgevoerd. Dit zeer dichterlyke en vrome Kerstspel, “Öat op Kerstdag voor de Dageraadsmis werd vertoond, verliep ongeveer als volgt: Na de terts trok een stoet van 28 profeten de kerk in onder het zingen van een hymne en begaf zich naar de aangewezen plaatsen in het koor; te eener zydb Mozes, Amos, Isalas, Akron Balaam en zUn ezelin.... Zacharias en -Elisabeth, Jan de Dooper en Simeon, te an- derer zyde de drie heiden-profeten. Ook de drie jongelingen waren by de profeten en met hen waren er de vuuroven en het afgodsbeeld, dat zy weigerden te vereeren. Midden In het koor waren de Joden en Heidenen voorgesteld door zes vertegenwoordigers van elke party. Toen Plet Prikkel en Drein Drentel den volgenden morgen het voetbalveld betraden, was het niet noodig om aan te van gen, daar het publiek reeds zeer ontevreden was over den scheidsrechter, tengevolge waarvan een hevige vechtpartij ontstond. De dieren trappelden ontblootten hun sabels. Geheel rechts van de plaza was een kleine callejoncUla. een slop je. dat naar de achter straat voerde. Hier was een schermutseling ont staan. Eenige soldaten wilden een man zyn geweer ontnemen. Het publiek nam het op voor den „arbeider-mlllclen" en het trad zóó dreigend op. dat de soldaten het hazenpad kozen, waarby het slopje hun goede diensten bewees. De Guardia plvil liet het incident bedaagd passee- ren en bezette slechts de smalle calléja om het volk tegen te houden. De franc-tlreur. een onguur type, een rood harige Baak was nog steeds in het bezit van het wapen. troepje menachen werd opgemerkt. Plotseling echter ging er uit een kleine groep aan den overkant een luid gejoel op. Ik zag dreigende vuisten en handen, die wenkten om naar bene den te komen. Er waren enkele gendarmes van. de Guardia Civil, die de opdringende men- schen met hun paarden achteruit duwden. Maar de belhamels grepen de paarden by hun staart wild en de gendarmes Et heerdvuur, dat van oolds In onze kleenheid scheen met glood en heldere vlammen. Het meest bekende en door den spotlust van andersdenkenden ook meest beruchte van deze zonderlinge ezelsfeesten Is wel de uiterst bi zarre en In haar byzonderheden zeer oneerbie dige vertoonlng, welke In de 13de eeuw op 14 Januari te Beauvais ter herdenking van de vlucht van het H. Huisgezin naar Egypte plaats vond. Wanneer wy in de katholieke encyclopedie vermeld vinden dat men het ezelsfeest op Palm-Zondag vierde, dan meenen wy dat onz- encyclopedie hier In haar taak te kort schiet. De palmezel immers heeft met het ezelsfeest niets uit te staan, wy hadden een Juistere voorlichting verwacht, daar het gevaar toch altyd nog biyft bestaan, dat kwaadwilligen den ezel van Beauvais weer van stal halen om hem te laten paradeeren als een der uitingen van een „verworden” katholicisme; aan de vruch ten Immers, wordt dan gedacht, kent men den boom. deze by kofle of bier gezamenlijk op in de her berg. Wat wy in dit uitermate Interessante Noord- Brabantsche nieuwjaarsgebmik nog gescheiden zien, is In den Twentschen Uzerkoek reeds ver- eenlgd. De nleuwjaarsUzers, de veel weg hebben van een lange schaar met troote cirkelronde of langwerpige Uzeren bladen, «Un dan ook voor werpen van groote folkloristische en cultuur historische beteekenis. Meen niet, zoo merkt de schryver op, dat men thans de koekyzers alleen maar in Musea of Oudheidkamers aantreft. Nog altyd wordt er in de Achterhoeken van Overljsel en Gel derland druk aan nleuwjaars-koeken gedaan, zóó druk zelfs, dat men er toe is overgegaan, electrische wafeiyzers aan te schaffen, om aan de behdefte van veel koek op Nieuwjaarsdag te kunnen voldoen. Immers, volgens de oude tra dities hebben in menig dorp van het Bentheim- sche alle kinderen, knechts en meiden (en ook de pastoor) elk recht op 100 stuks, zoodat er wel een voorraad van 1200 A 1500 koeken per dag gemaakt moet worden, waarby het moderne electrische waleiyzer thans goede diensten be- wyst. De schryver herinnert dan aan het feit, dat In het jaar 1770 het vredige nleuwjaars-koeken- bakken aanleiding heeft gegeven tot heftige tooneelen. die te Coevorden de bevolking in vol slagen opstand hebben gebracht. De heer van der Ven besluit zUn mededeelln- gen als volgt: ZWeedsche en Twentsche beelden hebben zich innig verweven in mUn herinneringen aan mUn omzwervingen door het mistige land van Da- lame (Zweden) en Tubantla De nieuwe tyd met zyn machines en fabrieken had ik In Fa lun en Hengelo ver achter my gelaten. En Ik heb in Twente zoo goed als in Zweden getoefd in het zuiverst denkbare boerenland met zyn verspreide hoeven, zyn boomryke wallen en zijn boschpaden, die my in den Decembemevel al verder en verder lokten, het geheimzinnige sagenland In. En hy herinnert aan het in Twente veel-ge hoorde: .Jenneken, woor zeens west? Hen kauken, hen kauken De zusters kropen verslagen in een hoek en een oogenbllk Scheen de ontevredenheid van alle patiënten geluwd. Ik ging naar beneden in de hoop daar ergens Don Pedro te vinden. Ik verwachtte, dat hy nog in de kapel sou zijn. In het portaal vond ik echter de portierster met de Eerwaarde Moeder, die zeer boos was, dat de arme werk zuster het nieuwtje al overal had rondgebracht. Ergens achter een van da deuren, die In de gang uitkwamen, hoorde ik den kolonel razen. Hy ging te keer als een duivel en «ei, dat ze maar komen moesten De Eerwaarde Moeder, die een nieuwen zenuwaanval vreesde, ging naar hem toe. om hem te kalmeeren. Zy had veel achting voor den kolonel, omdat hy een ridder van den ouden stempel waa Ik hoorde de stem van den ouden man over gaan in een dof en ontevreden gemompel Toen de deur openging, zag ik hem staan en by het ontwaren van den langen, mageren en machte- loozen ridder had ik opeens een visie van den puren Don Quyote. En plotseling zie Ik in myn verbeelding de magere gestalte vgn Don Quyote door het heele land. Don Quyote staat bulten op de straat te dreigen, hy beukt op de deuren, hy gooit de ruiten in en gaat in zyn ridlculen hoogmoed door de vestibule, om de zalen te visiteeren. Don Quyote heeft een nieuw Ideaal ontdekt. HU heeft een ander harnas aangetrokken en gaat ten stride tegen den windmolen, die niets anders is dan het eigen spiegelbeeld. (Wordt vervolgd) stevige Jongeman het café van Jim Allen bin nenstapte. Het gebeurde niet dtkwyis. dat een vreemdeling het dorp bezocht en de belang stelling voor den jongeling was dan ook alge meen. Maar hu trok zich van de nieuwsgierige blikken niets aan en nadat Jtm hem ‘een glas bier had gebracht, vroeg de bezoeker; .Kent u soms den braven ouden Tom Keene?" „Natuurlek,” lachte Jim, „Wie zou braven ouden Toen niet kennen.” „Ik wil hem opeoeken. Ik ben Peter Keene. zUn neef uit Australië." „ZUn neef uit Australië?” Jim Allen weid bleek. „Dus dan bent u een zoon van zyn broer Dtck. Goede hemel, wat zal die arme Tom schrikken, wanneer hU u daar Ineens voor zich ziet. Ik zou maar hier wachten, want Tom kan elk oogenbllk binnen komen.” En vyf minuten later kwam Tom s bestellen, de elke gewelddaad streng zou gestraft worden. Maar men was niet in staat het gezag te hand haven. De Anarchlsten-federaties hadden de elgen- lyke macht in handen en het leger, dat de wei felende houding van de regeering terugvond In zyn elgey commandanten, had geen lust zyn vingers te branden aan het onderdrukken van de zoogenaamde .incidenten”, die Spanje eenige duizenden mensdienlevens en nenorme ryk- dommen aan kunstschatten zullen kosten. Het lUkt my bovendien zeer begrUpelUk. dat de regeering er wel mee was ingenomen, dat de volkswoede zich voornameiyk tegen de kerk richtte, zy voerde de politiek, die vanaf Nero steeds met succes is toegepast. y-, r was maar één ding, dat de dorpelingen H Tom Keene kwalyk namen en dat was het voortdurende gebluf over zyn broer Dtck uit Australië. "Als Tom maar even in het café van Jim Allen was en dat gebeurde nogal eens dan zag hy kans dien voortreffe- lUken Dick ter sprake te brengen. Alles kon Dick en alles wist Dick en wanneer de ver halen van Tom voor een tiende waarheid «ou den hebben bevat, dan nog zou Dick Keene het meest volmaakte schepsel kunnen worden ge noemd, dat ooit op dit ondermaansche beeft rondgewandeld. De dorpelingen zouden graag den wonder- broer eens van dlchtbU hebben willen aanschou wen. maar dat was niet mogeiyk. Want de groote man was op achttien-jarigen leeftyd naar Australië vertrokken en sinds dertig jaren had hy niets meer van zich laten hooren. Maar des te meer liet Tom van hem hooren en zoo werd Dick's roem toch wijd en zijd verbreid. Eén was er die minder dan de anderen waarde hechtte aan de verhalen van Tom Keene en die zelfs twyfelde aan het bestaan van een broer en die ééne was Bill Jones. HU twyfelde soms openlyk en dat had wrevel bU Tom en ongerustheid by de verdere café-be zoekers opgewekt. Want al namen zy Tom het bezit van een volmaakten broer kwaiuk, zu wisten tevens, dat het gelaten aanvaarden van het feit en het publiekeiyk erkennen van de heerlykheid ervan dlkwyls met een glas bier beloond werd. En daarom wilden zy gelooven. 7 Het zal my echter benieuwen, hoe ze daar be handeld worden. De ziekenhuizen raken door den strijd overvol De hoofdoorzaak van deze moordparty schynt gezocht te moeten worden in de opvallende wreedheid der volksvrouwen, die steeds aan den dag treedt zoodra er een burgerstrljd ontbrandt. De geschiedenis van de Fransche revolutie maakt volop melding van het optreden van deze furies en Ik herinner my ook, dat het voornameiyk de vrouwen waren, die zich In Italië aan excessen over gaven, toen het staatsbestuur begon te wan kelen. Het wordt mU voortdurend duideiyker, dat de regeering de macht heeft laten glippen en dat de laatste beslissing op de straat «al vallen. Ik zag nu ook, dat we reeds verscheidene dagen geleefd hadden in den waan, dat we een regeering hadden en dat deze de teugels In handen hield. Dt radio had niet opgehouden te berichten, dat de regeering den toestand mees ter was. Er waren communiqué’» verspreid, dat Had de ezel by verschillende voorvallen in het leven van den Zaligmaker zyn deel ge had, dan was het niet meer dan blliyk, dat hy ook in de nabootsing der geschiedenis zUn rol zou spelen. Zoo trok men op Palm-Zondag den palm-ezel In optocht door de stad rond, een houten beeldengroep op rollen, ^koestellend den Christus rijdend op den ezel by zyn glorleuzen Intocht In Jeruzalem; zoo voerde men ook met Maria-Llchtmis b.v. te Amsterdam een meisje met een kind in haar arm rond op „een ezel of een klein paardje”, aan den teugel geleld door een jongeman met een mandje vol tim mergereedschap in de hand. Behalve deze voorbeelden van het betrekken van den ezel in de godsdienstige volksgebruiken, zyn er nog andere, waarvan eenige gegevens zyn overge- van Dat men ook hier te recht kan tegenover stellen, dat uit één feit men het geheel niet kan beoordeelen, zal blUken uit eenige notities over het ezelsfeest, zyn geschiedenis en «Un gebruiken. Den oorsprong van het latere ezelsfeest meent men te moeten zoeken in een preek, welke waarschynlyk. in de zesde eeuw reeds is samengesteld. Ten onrechte heeft men deae graag gelezen en gehoorde verhandeling tegen Joden, Heidenen en Arianen over het geloof en de geloofsbeiydenis op naam gezet van 8t. Augustinus. De preek zelf Is reeds tooneel- matig: de prediker stelt de Joodsche prophe- ten voor, wier Messiaansche voorspellingen hij samenweeft tot een bewys voor de godheid van Christus. Na de Joden met de woorden hunner eigen leeraren weerlegd te hebben, wendt hy zich tot de heidenen en haalt met groote welspre kendheid het getuigen aan van VlrgUlus. Nabu- chodonosor en de Sibylle ten gunste van zyn stelling. Reeds In de elfde eeuw, zooals biykt uit een handschrift van de 8t. Martialls te Limoges, was deze preek omgewerkt tot ëen dialoog, een spel, waarin de prediker den verschillenden profeten gebiedt hun voorspellingen uit te spreken. BU de profeten nu Is ook Balaam met zyn ezelin, welk gedeelte wel het meest in den smaak viel. En zoo nam Peter zUn intrek by oom Tom. De eerste dagen brachten zy samen door In het stamlokaal van Jim Allen en Jim Allen maak te geen slechte zaken, want Peter was een boeiend verteller en er scheen sinds zyn ge boorte heel wat gebeurd té zyn In Australjé. Maar op den vyfden dag na zUn komst vond Peter den ouden Tom des morgens vroeg reeds teneden met een stapel planken en timmer mansgereedschappen. „Die drie schuurtjes moeten noodzakeiyk eens gerepareerd worden.” begon hy. „Ik blyf er vandaag maar aan werken. En, o ja, hoe zyn Je voornamen voluit? Ik wil mUn testament veranderen, zie je, nu JU hier gekomen bent.' „Peter. "Thomas, Richard, oom." antwoordde de jongeling, .en die schuurtjes knap ik na- tuuriyk op. Dat is geen werk voer u. Ze moe ten grootendeels afgebroken worden. Gaat u maar alleen naar Jim Allen. Ik maak het wel in orde.” „Precies Dick," mompelde Tom en hü ging. BUna veertien dagen lang werkte Peter aan de schuurtjes en Tom zat voor het huls en rookte a’n pUpje. De schuurtjes werden prach tig en ook het hek om het welland, dat Peter op verzoek van Tom had getimmerd, mocht gezien worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 11