Het ezelsfeest
denrdag
SKdwükaal
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
aan
c
I
F 250.-
Kloosters branden
Barcelona
in
1
1
I
Tegen GRIEP
ZATERDAG 16 JANUARI 1937
Eertyde in N oord-F rankryk
De skitocht door het gebergte
op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngevoorwaarden tegen
door DON LOIS ALBARON
het
Feestbrood in mid-
wintertijd
a
i
1
i
Het was de vierde week van zyn bezoek,
Peter had juist een nieuw konijnenhok gereed
gekregen en het tuintje achter het huis had
hy omgespit toen de hardzwoegende neef,
in de vroege morgenuren beneden komend, den
orden Tom verdiept vond In een brief.
Australië i
aww r? a 90 °P dH blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p *7^0 bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p bij een ongeval met
I ipi KC J Iw I w Pi O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen tJV» verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen 9 VV» doodelijken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
-
I Peter uit
I
T
1
'1
t
i
dien
l
L
Het was op een aonnigen zomerdag, dat een
3. R.
ezel
leeraren weerlegd
<1
i
Eerwaarde
I
1
B
r
Een boekje, dat voor liefhebber» van oude ge
bruiken en zeden veel wetenswaardigs bevat en
dat op onderhoudende wijze is geschreven.
1
1
fr
is
0
Het heele stelletje danste nu springend en zingend het deftige
hotel binnen, tot groote ergernis der bezoekers, die gauw een
goed heenkomen zochten.
„Ik geloof, dat hy bet meteen door had." zei
de peeudo-Peter tot Bill Jones een dag later,
toen ze elkaar in Londen ontmoetten. „De oude
schavuit heeft me laten werken als een paard
en geen halve cent heb ik verdiend. Als je weer
eens een prachtplan hebt om hem er te laten
Inloopen, dan houd ik me aaube volen
i, „dat hy meteen vertrok-
da sloot moeten baggeren.
De jonge booswicht moest eens weten, dat ik
hooit een broer gehad heb.**
Verschillende zusters waren naar de zieken
zaal teruggekeerd. Ze waren zeer opgewonden
en haar handen beefden De Eerwaarde Moeder
had den verpleegsters opdracht gegeven, gewoon
aan het werk te gaan, een opdracht, die men
van Iedere goede geestelijke leidsvrouwe mocht
verwachten
Het leek wel of opeens alle oude mannen even
lastig waren geworden. Ze zeurden om de suster waren, die het gesticht kwamen visiteeren.
.Belangrijk nieuws, oom?’’, informeerde Peter.
„Dat zou ik denken, jongen.antwoordde
Tom en hij staarde hem raadselachtig aan.
„Heel belangrijk nieuws. Nieuws uit Canberra.
Deze brief is van je vader. jy zei toch, dat hij
dood was, niet?"
Peter werd .akelig bleek. „Toen ik wegging,
was hy dood.” stotterde hij. „Dan moet de dok
ter zich vergist hebben.
„Dat moet hy zeker." zei Tom nadenkend.
„Maar in elk geval ben ik blij, hem spoedig
weer te zien. Volgende week kan hij hier al
arriveeren. HU zal gelukkig zijn, je bj) mij aan
te treffen."
Heerlijk,’' murmelde Peter en hij sloop ntar
buiten.
Met een grijnslach sag Tom Keene hem in
de richting van het station verdwijnen. „Jam
mer.” mompelde
ken is. HU had
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
,r
De feestmaaltijd, dien Plet Prikkel had laten aanrichten,
was nog in vollen gang, toen er een paar heeren binnenkwa
men, die Plet en Drein vroegen of ze geen zin hadden om mee
te spelen in het AB.C.-elftal.
n de .JJbellen-serie” (uitgave: Bosch -V Keu-
ning te Baarn) is als nummer 204 onlangs
verschenen .Beestbrood in Midwintertyd”.
van den Oqsterbeekschen folklorist D. J. van der
Ven, die over folkloristische gebruiken reeds
binnen. Hy wan
delde naar het
buffet en wUde
een frisschen
dronk
toen de jonge-
man op hem toetrad.
„Goede oom Tom,” mompelde hU
„Ga weg dronken Individu." zei Tom en hU
duwde den vreemdeling opzij.
„Maar Ik ben heelemaal niet dronken, oom,"
verdedigde de jongen zich.
.Noem me geen oom en ga je roes uitslapen.
Ik ken je niet."
„Ik ben Peter, de eenige zoon van uw broer
Dick uit Canberra Ik ben uit Australië geko
men om u op te zoeken." oom
„De zoon van Dick?” Tom bleef verbaasd
staan kijken.
„Wel, wel.... En Je vader?”
.Dood," mompelde de jongeman. „Hu stierf
twee dagen voor mUn vertrek uit Canberra.
Zijn laatste woorden waren een groet voor u.”
„Arme Dtck.'* zet Tom en hu slikte Iets weg.
„Vertel me meer van hem."
Wel een uur lang vertelde Peter over «Un
onvergeteluken vader en de tientallen café
bezoekers luisterden met ongeveinsde belang
stelling toe.
„Het spijt me. dat jullie zooveel flnancieele
stoppen hebben gehad," sprak Tom tenslotte.
„Ik zal blu zUn. wanneer ik Iets kan doen voor
den zoon van Dick. Oa met me mee naar huis,
je zult bü mU onderdak vinden."
ZUn
aan.
„Lope is altUd zoo lastig." deelde hU mU lief
deloos mede.
Ik wilde de zaal verlaten om een zuster te
roepen, maar juist trad een van de pleegzusters
binnen door de breede boog-deur aan het einde
van de zaal.
MUn aandacht was nu verdeeld tusschen het
werk van de zuster, die met engelengeduld al
het gesar en alle grillen Van de oude zieke jan
nen verdroeg, en de gebeurtenissen op straat,
die Ik kon volgen door de kleine In lood ge
vatte ruitjes van het venster. Het vensterglas
had door den ouderdom Ven zacht-groene kleur
gekregen, zoodat het van de straaf af gezien
niet heel doorzichtig was. De drukte was toe
genomen Het plein stond vol met volk, maar
duurde geruimen tijd. voor ik door een
en de een gunde den ander blijkbaar het licht
in de oogen niet.
Hun vergeelde, gebruinde gezichten, alle op
een rUtje langs den muur, herinnerden mU aan
de haven, aan den kuil achter de dokken, waar
oude schepen worden opgelegd.
De zusters hadden haar handen vol.
De oude heeren, die Jiet er thans blijkbaar
allemaal over eens waren.” dat men hen gedu
rende het laatste uur schrpmel^k verwaarloosd
had. bedachten telkens Iets anders om hun ver
pleegsters aan den gang te houden. In mUn
onmlddeliyké nabijheid wilde ik mU verdienste
lijk maken dpor een paar gevraagde kleinig
heden aan te geven, maar ik scheen hen ón
mogelijk te kunnen voldoen.
Ze moesten de lepeltjes of schoteltjes met
alle geweld uit de handen van de zusters ont
vangen en er was een voortdurende stijging In
mijn bewondering voor den moed van deze non
netjes, die diet eindeloos geduld alle wenschen
vervulden.
Neendit was geen sinecure.
Toch ben ik er van overtuigd, dat het niet
de veelbesproken erfenissen waren, die dezen
'vrouwen den moed gaven om zoo voort te gaan.
Er was niet veel menschenkennis voor noodig.
om in te zien, dat deze erfenissen uit niet veel
meer bestonden, dan uit de blikken snuif doozen,
die op de kastjes lagen.
De kleine, oude portierster had onder den
Indruk van de gebeurtenis allen zielevrede in
het portaal gelaten en ze kwam de zaal binnen
stormen met de boodschap, dat er mannen
leverd. o.a. uit Noord-Frankryk, waar c“
jaar de ezel zjjn feest had tot vermaak
geestelijkheid en geloovigen.
Door haar ziektekiemdoodende eigenschap,
haar hoeststillende werking, haar gunstigen
invloed op borst, keel en edemhalingsor-
ganen is het beproefde middel in gnep-tijd
akker’S Abdijsiroop
Overal verkrijgbaar. In flacons vanaf f 0,75
Ook in Chester in Engeland was het een
houten ezelin, daar de spreker zich „in a-sina”,
dus in het houten gevaarte bevond.
Dit zoo geliefde tooneeltje schijnt dan de
aanleiding te zijn geweest voor de andere, lang
niet altjjd stichtende ezelsfeesten.
Het minst stichtende was wel de viering van
de vlucht der H. Familie naar Egypte op 14
Januari te Beauvais. Op een rijk opgetuigden
en versierden ezel, mogelijk ook wel weer een
houten figuur, werd een meisje met een kind
op haar schoot van de kathedraal naar de
kerk van St. Stephanus gevoerd en daar met
ezel en al aan de Evangelie-zyde van het al
taar opgesteld. Introïtus, Kyrie, Gloria en Cre
do van de mis, die nu volgde, werden besloten
met een Hlhan of Hinham, (den ezelsroep; de
h sprak men niet uitj met welk gebalk ook de
geheele plechtigheid beëindigd werd, daar
zoowel priester als volk In plaats van Ite Missa
est en Deo Gratlas „drie maal moest balken";
van weerskanten dus: Hinham, hinham, hin
ham.
Na het epistel zong men de fameuze ezels-
hymne, waarin de lof des ezels gezongen werd,
herinnerend aan verschillende schriftuurplaat
sen. Na elk Latynsche couplet zong het volk
een Fransch refrein, en aan het eind een
Fransch slotcouplet.
Dit is tot nog toe steeds het enkele voor
beeld van deze buitensporige plechtigheid in
verband met een ezel.
Mogelyk speelde ook te Beauvais de
nog zijn rol bovendien In het Kerstspel.
Het ezelsfeest schijnt langzaam aan zjjn eigen
aard verloren te hebben en opgegaan te zjjn
in het buitensporige „gekkenfeest" tegen wel
ken uitwas door de kerkelijke overheid streng
werd opgetreden. Dit feest waa een der bijzon
dere dagen, welke voor de middeieeuwsche ka
thedraal- en kapittel-geesteljjkheld de jaarwis
seling kenmerkten. Hadden de diakens hun
feest op 2den Kerstdag, St. Stephanus, diaken;
de priesters op 27 December, 8t. Jan Evange
list; de koorzangertjes op 28 December, On-
noozele Kinderen, ook de subdiakens hadden
hun dag, op of na 1 Januari.
Uit een handschrift, bevattend het officie
Voor Nieuwjaar, het feest van de Besnijdenis
des Heeren, van de hand van den aartsbisschop
Petrus van Corbeil, gestorven In 1222, blijkt
dat te Sens het ezelsfeest op 1 Januari gevierd
en met nogal uitbundige vermaken besloten
werd.
Behalve de ezelshymne, twee coupletten kor
ter dan te Beauvais en zonder het Fransche
slotcouplet. Is er slechts nog één vers, dat
aan den ezel herinnert. Er blijkt dan ook niet,
dat een ezel mee naar binnen ging.
In dit verband moge eraan herinnerd wor-
deen, dat ook In de heidensche nieuwjaarsvie
ring de ezel te pas kwam. Het is echter ge-
makkeiyker gezegd dan bewezen, dat het mid
deieeuwsche ezelsfeest hiermee verband houdt
en dat de ezelshymne een vervanging en ker
stening was van oudere liederen.
Eveneens is moeilijk te bewijzen de veron
derstelling, dat met den ezel de Synagoog, het
Jodendom dus, zou zijn bedoeld in de eerste
strophen van de hymne en Christus zelf In de
laatste. Het zou het ezelsfeest tot een veel
hooger plan verheffen, indien ook hier de ezel
het symbool was van het Jodendom en zelfs
van den Zaligmaker.
Er zijn bovendien nog vele vragen te be
antwoorden betreffende dit ezelsfeest der mid
deleeuwen, dat toch eens zoo veel vat op volk
en geestelijkheid moet hebben gehad. Of nog
eens duidelijk zal worden bewezen, dat er wer
kelijk verband la tusschen de saturnalia der
Romeinen, hun buitensporigheden en de „vrij
heid van December” om bizarre dingen te doen,
moet worden afgewacht. Het ezelsfeest wacht
nog steeds op zijn beschrijver. Wel is reeds
afgerekend met de zotste veronderstellingen en
beweringen voortkomend uit pure onwetend
heid over middeieeuwsche technische termen
voor de kerkmuziek, maar de vragen en moei
lijkheden zjjn nog groot en talrijk.
banderollen geschilderd met Gothiache voluten.
Zjj bevattgki teksten en spreuken in roode en
zwarte leners, die alle aanspoorden tot geduld
en zachtmoedigheid.
Mijn patiënt ginda kon alleen de andere zijde
van deze balken zien en misschien waren er
dAAr andere teksten op aangebracht. In ieder
geval: in zyn heele optreden was niets, dat op
geduld en zachtmoedigheid leek.
Het .Boek des Gebed», dit oude Spaanschs
meesterwerk, zat al los In den band als bewjjs,
dat hij daar op zijn manier al dikwijls een nut
tig gebruik van had gemaakt.
„Kan Ik u van dienst zijn»” vroeg Ik.
De man wendde zich echter af als een nukkig
kind en begon wol uit zyn deken te plukken,
buurman echter keek mij glimlachend
■r y- an de benoodigdheden voor de mysterie-
V/ spelen, waarmee onze voorouders In de
middeleeuwen zich stichtten en ver
maakten, was de ezel geenszins de minste en
zeker niet de zonderlingste. Uiterst realistisch
als de middeleeuwer was, stond hy er op, dat
de uitbeelding van gebeurtenissen uit dege
wijde geschiedenis zoo goed mogelyk aan de
- werkelijkheid zou beantwoorden. Zoo ver ging
deze drang naar een getrouwe weergave der
feiten, dat men tot de naïefste middelen zyn
toevlucht nam en soms b.v. den engel Gabriel
in een stoel aan stevige touwen uit de gewel
ven liet neerdalen in het spel van de bood
schap aan Maria.
meer „Libellen" schreef, waarvan er eenlgen
tijd geleden om. nog een werd besproken in ons
blad.
„Feestbrood in Mldwlntertyd" bevat verschei
dene afbeeldingen, op het onderwerp betrekking
hebbend; afbeeldingen, zoowel uit ons land als
uit het buitenland, met name Zweden, waar In
JoeJtyd op elke Zweedsche hoeve het Joelbrood
wordt gebakken.
De schrijver vertelt uitvoerig van »yn folklo
ristische omzwervingen in het hooge Skaiidlna-
vische Noorden, doch het grootste gedeelte van
het onderwerp heeft hy gewyd aan eigen land,
en meer in het bysonder aan Twente, waar het
landvolk de mystiek van den Joeltijd dien wy
in Nederland als de twaalf nachten in het volks
geloof nog altyd zulk een groote rol zien spe
len nóg steeds onderbewust zeer sterk voelt.
Huls en haard plaatst het gedurende de jnurre-
wintertle’jd” in het centrum van zyn gedachten,
waarvan Cato Elderink om. dichtte:
In dat vuur nu (wy clteeren den schrijver),
worden met 4® „eigen Uiers" de .Jsenkoken”
gebakken. En deze gehechtheid brengt met zich
dat het voor meer dan één kunstzinnlgen smid
loonend is. deze nog te vervaardigen.
Het historisch ondersoek heeft uitgewezen,
dat er reeds voor drie eeuwen koekUzers be
stonden. Op een boerdery in Exel werd een
koekyzer gevonden, dat het jaartal 1644 voerde
en waarop behalve afbeeldingen van verschil
lende dieren als koe, varken, kip en gans en
van gereedschappen als haarhamer en zeis, een
paar harten waren ingesmeed. Dit thans in
Zutphen in het museum te bewonderen koek
yzer geeft op het Uzer In negatief en op de
nieuwjaarskoeken In positief symbolische voor
stellingen van huwelUksgeschenken. terwUl het
koekUzer zelf ook als zoodanig een groote rol in
volksleven en volksgeloof heeft gespeeld.
De harten van het Twentsche nieuwjaars-
koekyzer vonden wy tot voor weinige jaren
terug op de deuren van Brabantsche dorpjes,
als Borkel, Valkenswaard en Dommelen, een
enkelen keer versierd met Liefdessymbolen en
dikwyis fraai geverfd. De aangebeden Dulcinea
waardeerde <Jlt nachtelyk geschenk door het
schenken van een .mikje" of tarwe-broodje van
10 cent. Met het schrijven dezer figuren begon
nen de vryers voor de eene helft aan den eenen
hoek van dorp of gehucht, terwyi de tweede
party van den anderen kant naar het centrum
van het dorp werkte. Hadden zy van te voren
reeds hun broodjes ontvangen, dan aten zu
Aan het andere einde van de ziekenzaal van
het gesticht van Sint Joseph lag een kleine,
oude man. ZUn pezige polsen staken boven de
dekens uit en zyn uitgeteerde gele vingers
gleden voortdurend over »yn gezicht, alsof hu
de groeven en kullen wilde tellen.
Ik hkd Juist mUn aandacht op hem gericht,
toen ik zag, dat hy naar het Boek des Gebeds
greep, dat naast hem op tafel lag en dat hy
met dit eerbiedwaardige werk een paar flinke
meppen gaf op het rinkelend tafelblad.
Heel in de verte hoorde ik. dat de zusters
In de kapel begonnen te reciteeren.
„Is er dan niemand hier?” vroeg de oude
patiënt. „WAAr zyn de zusters?"
De ziekenzaal was bedekt met een donker
plafond, dat geschraagd werd door «ware bal
ken. Op al deze balken had een schilder fraaie
Twee „vocatoree”, herauten, vermaanden Jo
den en Heidenen tot oplettendheid, wasuma zU
Zich tot de profeten richtten, die dan na el
kaar hun profetieën naar voren brachten. De
geheele plechtigheid stond onder leiding van
den voorzanger, den precentor, die hier 8t.
Augustinus, den vermeenden vervaardiger der
preek, voorstelde.
Nadat allen hun beurt hadden gehad, zong
men gezamenlyk een hymne ter eere van den
langverwachten Verlosser, waarna onmiddeliyk
de mis Puer natus est volgde.
Men zal moeten erkennen, dat de Inhoud
van dit spel inderdaad zeer leerrUk en stich
tend was. Met zulk een vertoonlng moesten de
geloovigen wel beter onderricht worden, dan
met de vertoogen der predikers, zooals de 11-
turgie-hlstoricus Marténe het eenige eeuwen ge
leden eens zei.
Ook te Rouen was, zooals gezegd, Balaam met
zUn ezelin. Men weet, dat dezen profeet, door
Balac, koulng der Moableten, werd verzocht de
Joden te vervloeken Gaarne had hy het om
de beloonlng gedaan, maar God deed hem Juist
de Joden zegenen. Op weg naar Balac wil in
een nauwe passage tusschen de muren der
wünbergen de ezelin plotseling niet verder, hoe
Balaam het dier ook afranselt. God laat nu
de ezelin spreken en den profeet vragen waar-
om hjj haar slaat. De profeet doet haar slechts
verwyten, en wenscht zelfs, dat hy ‘n zwaar< by
de hand had om haar te dooden. Dan Het ook
Balaam den engel met het getrokken zwaard,
waarop de profeet zyn schuld bekent en aan
biedt terug te keeren. Hy moet echter toch
'gaan, maar slechts Gods woorden spreken.
Dat deze gebeurtenis een dankbaar onder
werp was voor het mysteriespel is duldelyk
Twee boden van koning Balac brachten den
profeet naar voren, rydend op een opgesier
de houten ezelin, geen levend dier, daar im
mers de rubriek voorschreef, dat iemand on
der de ezelin de antwoorden moest geven. Ba
laam werd bovendien verondersteld, zyn ry-
dier flink de sporen te geven, wat vanwege
den man er onder wel eenige voorzichtige han
digheid zal hebben verelscht. Na de samen
spraak tusschen profeet, ezelin en Engel, voor
spelde dan Balaam, dat een ster zou opgaan
uit Jacob enz.
Uit een ordinarium van de kerk van Rouen,
een leidraad voor de kerkelyke plechtigheden
in den loop van het Jaar, biykt, dat ook daar
in de 14de eeuw dit spel werd opgevoerd. Dit
zeer dichterlyke en vrome Kerstspel, “Öat op
Kerstdag voor de Dageraadsmis werd vertoond,
verliep ongeveer als volgt:
Na de terts trok een stoet van 28 profeten
de kerk in onder het zingen van een hymne en
begaf zich naar de aangewezen plaatsen in het
koor; te eener zydb Mozes, Amos, Isalas, Akron
Balaam en zUn ezelin.... Zacharias en
-Elisabeth, Jan de Dooper en Simeon, te an-
derer zyde de drie heiden-profeten. Ook de
drie jongelingen waren by de profeten en met
hen waren er de vuuroven en het afgodsbeeld,
dat zy weigerden te vereeren. Midden In het
koor waren de Joden en Heidenen voorgesteld
door zes vertegenwoordigers van elke party.
Toen Plet Prikkel en Drein Drentel den volgenden morgen
het voetbalveld betraden, was het niet noodig om aan te van
gen, daar het publiek reeds zeer ontevreden was over den
scheidsrechter, tengevolge waarvan een hevige vechtpartij
ontstond.
De dieren trappelden
ontblootten hun sabels.
Geheel rechts van de plaza was een kleine
callejoncUla. een slop je. dat naar de achter
straat voerde. Hier was een schermutseling ont
staan.
Eenige soldaten wilden een man zyn geweer
ontnemen. Het publiek nam het op voor den
„arbeider-mlllclen" en het trad zóó dreigend
op. dat de soldaten het hazenpad kozen, waarby
het slopje hun goede diensten bewees. De
Guardia plvil liet het incident bedaagd passee-
ren en bezette slechts de smalle calléja om het
volk tegen te houden.
De franc-tlreur. een onguur type, een rood
harige Baak was nog steeds in het bezit van het
wapen.
troepje menachen werd opgemerkt. Plotseling
echter ging er uit een kleine groep aan den
overkant een luid gejoel op. Ik zag dreigende
vuisten en handen, die wenkten om naar bene
den te komen. Er waren enkele gendarmes van.
de Guardia Civil, die de opdringende men-
schen met hun paarden achteruit duwden. Maar
de belhamels grepen de paarden by hun staart
wild en de gendarmes
Et heerdvuur, dat van oolds In onze
kleenheid scheen met glood en heldere
vlammen.
Het meest bekende en door den spotlust van
andersdenkenden ook meest beruchte van deze
zonderlinge ezelsfeesten Is wel de uiterst bi
zarre en In haar byzonderheden zeer oneerbie
dige vertoonlng, welke In de 13de eeuw op 14
Januari te Beauvais ter herdenking van de
vlucht van het H. Huisgezin naar Egypte plaats
vond.
Wanneer wy in de katholieke encyclopedie
vermeld vinden dat men het ezelsfeest op
Palm-Zondag vierde, dan meenen wy dat onz-
encyclopedie hier In haar taak te kort schiet.
De palmezel immers heeft met het ezelsfeest
niets uit te staan, wy hadden een Juistere
voorlichting verwacht, daar het gevaar toch
altyd nog biyft bestaan, dat kwaadwilligen den
ezel van Beauvais weer van stal halen om hem
te laten paradeeren als een der uitingen van
een „verworden” katholicisme; aan de vruch
ten Immers, wordt dan gedacht, kent men den
boom.
deze by kofle of bier gezamenlijk op in de her
berg.
Wat wy in dit uitermate Interessante Noord-
Brabantsche nieuwjaarsgebmik nog gescheiden
zien, is In den Twentschen Uzerkoek reeds ver-
eenlgd. De nleuwjaarsUzers, de veel weg hebben
van een lange schaar met troote cirkelronde of
langwerpige Uzeren bladen, «Un dan ook voor
werpen van groote folkloristische en cultuur
historische beteekenis.
Meen niet, zoo merkt de schryver op, dat
men thans de koekyzers alleen maar in Musea
of Oudheidkamers aantreft. Nog altyd wordt
er in de Achterhoeken van Overljsel en Gel
derland druk aan nleuwjaars-koeken gedaan,
zóó druk zelfs, dat men er toe is overgegaan,
electrische wafeiyzers aan te schaffen, om aan
de behdefte van veel koek op Nieuwjaarsdag te
kunnen voldoen. Immers, volgens de oude tra
dities hebben in menig dorp van het Bentheim-
sche alle kinderen, knechts en meiden (en ook
de pastoor) elk recht op 100 stuks, zoodat er
wel een voorraad van 1200 A 1500 koeken per
dag gemaakt moet worden, waarby het moderne
electrische waleiyzer thans goede diensten be-
wyst.
De schryver herinnert dan aan het feit, dat
In het jaar 1770 het vredige nleuwjaars-koeken-
bakken aanleiding heeft gegeven tot heftige
tooneelen. die te Coevorden de bevolking in vol
slagen opstand hebben gebracht.
De heer van der Ven besluit zUn mededeelln-
gen als volgt:
ZWeedsche en Twentsche beelden hebben zich
innig verweven in mUn herinneringen aan mUn
omzwervingen door het mistige land van Da-
lame (Zweden) en Tubantla De nieuwe tyd
met zyn machines en fabrieken had ik In Fa
lun en Hengelo ver achter my gelaten. En Ik
heb in Twente zoo goed als in Zweden getoefd
in het zuiverst denkbare boerenland met zyn
verspreide hoeven, zyn boomryke wallen en zijn
boschpaden, die my in den Decembemevel al
verder en verder lokten, het geheimzinnige
sagenland In.
En hy herinnert aan het in Twente veel-ge
hoorde: .Jenneken, woor zeens west? Hen
kauken, hen kauken
De zusters kropen verslagen in een hoek en
een oogenbllk Scheen de ontevredenheid van
alle patiënten geluwd.
Ik ging naar beneden in de hoop daar ergens
Don Pedro te vinden. Ik verwachtte, dat hy
nog in de kapel sou zijn. In het portaal vond
ik echter de portierster met de Eerwaarde
Moeder, die zeer boos was, dat de arme werk
zuster het nieuwtje al overal had rondgebracht.
Ergens achter een van da deuren, die In de
gang uitkwamen, hoorde ik den kolonel razen.
Hy ging te keer als een duivel en «ei, dat ze
maar komen moesten
De Eerwaarde Moeder, die een nieuwen
zenuwaanval vreesde, ging naar hem toe. om
hem te kalmeeren. Zy had veel achting voor
den kolonel, omdat hy een ridder van den ouden
stempel waa
Ik hoorde de stem van den ouden man over
gaan in een dof en ontevreden gemompel Toen
de deur openging, zag ik hem staan en by het
ontwaren van den langen, mageren en machte-
loozen ridder had ik opeens een visie van den
puren Don Quyote.
En plotseling zie Ik in myn verbeelding de
magere gestalte vgn Don Quyote door het heele
land. Don Quyote staat bulten op de straat te
dreigen, hy beukt op de deuren, hy gooit de
ruiten in en gaat in zyn ridlculen hoogmoed
door de vestibule, om de zalen te visiteeren.
Don Quyote heeft een nieuw Ideaal ontdekt.
HU heeft een ander harnas aangetrokken en
gaat ten stride tegen den windmolen, die niets
anders is dan het eigen spiegelbeeld.
(Wordt vervolgd)
stevige Jongeman het café van Jim Allen bin
nenstapte. Het gebeurde niet dtkwyis. dat een
vreemdeling het dorp bezocht en de belang
stelling voor den jongeling was dan ook alge
meen. Maar hu trok zich van de nieuwsgierige
blikken niets aan en nadat Jtm hem ‘een glas
bier had gebracht, vroeg de bezoeker; .Kent u
soms den braven ouden Tom Keene?"
„Natuurlek,” lachte Jim, „Wie zou
braven ouden Toen niet kennen.”
„Ik wil hem opeoeken. Ik ben Peter Keene.
zUn neef uit Australië."
„ZUn neef uit Australië?” Jim Allen weid
bleek. „Dus dan bent u een zoon van zyn
broer Dtck. Goede hemel, wat zal die arme Tom
schrikken, wanneer hU u daar Ineens voor zich
ziet. Ik zou maar hier wachten, want Tom
kan elk oogenbllk binnen komen.”
En vyf minuten
later kwam Tom s
bestellen,
de
elke gewelddaad streng zou gestraft worden.
Maar men was niet in staat het gezag te hand
haven.
De Anarchlsten-federaties hadden de elgen-
lyke macht in handen en het leger, dat de wei
felende houding van de regeering terugvond In
zyn elgey commandanten, had geen lust zyn
vingers te branden aan het onderdrukken van
de zoogenaamde .incidenten”, die Spanje eenige
duizenden mensdienlevens en nenorme ryk-
dommen aan kunstschatten zullen kosten.
Het lUkt my bovendien zeer begrUpelUk. dat
de regeering er wel mee was ingenomen, dat de
volkswoede zich voornameiyk tegen de kerk
richtte, zy voerde de politiek, die vanaf Nero
steeds met succes is toegepast.
y-, r was maar één ding, dat de dorpelingen
H Tom Keene kwalyk namen en dat was
het voortdurende gebluf over zyn broer
Dtck uit Australië. "Als Tom maar even in het
café van Jim Allen was en dat gebeurde
nogal eens dan zag hy kans dien voortreffe-
lUken Dick ter sprake te brengen. Alles kon
Dick en alles wist Dick en wanneer de ver
halen van Tom voor een tiende waarheid «ou
den hebben bevat, dan nog zou Dick Keene het
meest volmaakte schepsel kunnen worden ge
noemd, dat ooit op dit ondermaansche beeft
rondgewandeld.
De dorpelingen zouden graag den wonder-
broer eens van dlchtbU hebben willen aanschou
wen. maar dat was niet mogeiyk. Want de
groote man was op achttien-jarigen leeftyd
naar Australië vertrokken en sinds dertig jaren
had hy niets meer van zich laten hooren. Maar
des te meer liet Tom van hem hooren en zoo
werd Dick's roem toch wijd en zijd verbreid.
Eén was er die minder dan de anderen
waarde hechtte aan de verhalen van Tom
Keene en die zelfs twyfelde aan het bestaan
van een broer en die ééne was Bill Jones. HU
twyfelde soms openlyk en dat had wrevel bU
Tom en ongerustheid by de verdere café-be
zoekers opgewekt. Want al namen zy Tom het
bezit van een volmaakten broer kwaiuk, zu
wisten tevens, dat het gelaten aanvaarden van
het feit en het publiekeiyk erkennen van de
heerlykheid ervan dlkwyls met een glas bier
beloond werd. En daarom wilden zy gelooven.
7
Het zal my echter benieuwen, hoe ze daar be
handeld worden. De ziekenhuizen raken door
den strijd overvol De hoofdoorzaak van deze
moordparty schynt gezocht te moeten worden
in de opvallende wreedheid der volksvrouwen,
die steeds aan den dag treedt zoodra er een
burgerstrljd ontbrandt. De geschiedenis van de
Fransche revolutie maakt volop melding van
het optreden van deze furies en Ik herinner
my ook, dat het voornameiyk de vrouwen
waren, die zich In Italië aan excessen over
gaven, toen het staatsbestuur begon te wan
kelen. Het wordt mU voortdurend duideiyker,
dat de regeering de macht heeft laten glippen
en dat de laatste beslissing op de straat «al
vallen.
Ik zag nu ook, dat we reeds verscheidene
dagen geleefd hadden in den waan, dat we een
regeering hadden en dat deze de teugels In
handen hield. Dt radio had niet opgehouden te
berichten, dat de regeering den toestand mees
ter was. Er waren communiqué’» verspreid, dat
Had de ezel by verschillende voorvallen in
het leven van den Zaligmaker zyn deel ge
had, dan was het niet meer dan blliyk, dat hy
ook in de nabootsing der geschiedenis zUn rol
zou spelen. Zoo trok men op Palm-Zondag den
palm-ezel In optocht door de stad rond, een
houten beeldengroep op rollen, ^koestellend den
Christus rijdend op den ezel by zyn glorleuzen
Intocht In Jeruzalem; zoo voerde men ook met
Maria-Llchtmis b.v. te Amsterdam een meisje
met een kind in haar arm rond op „een ezel
of een klein paardje”, aan den teugel geleld
door een jongeman met een mandje vol tim
mergereedschap in de hand. Behalve deze
voorbeelden van het betrekken van den ezel
in de godsdienstige volksgebruiken, zyn er nog
andere, waarvan eenige gegevens zyn overge-
van
Dat men ook hier te recht kan tegenover
stellen, dat uit één feit men het geheel niet
kan beoordeelen, zal blUken uit eenige notities
over het ezelsfeest, zyn geschiedenis en «Un
gebruiken.
Den oorsprong van het latere ezelsfeest
meent men te moeten zoeken in een preek,
welke waarschynlyk. in de zesde eeuw reeds is
samengesteld. Ten onrechte heeft men deae
graag gelezen en gehoorde verhandeling tegen
Joden, Heidenen en Arianen over het geloof en
de geloofsbeiydenis op naam gezet van 8t.
Augustinus. De preek zelf Is reeds tooneel-
matig: de prediker stelt de Joodsche prophe-
ten voor, wier Messiaansche voorspellingen hij
samenweeft tot een bewys voor de godheid
van Christus.
Na de Joden met de woorden hunner eigen
leeraren weerlegd te hebben, wendt hy zich
tot de heidenen en haalt met groote welspre
kendheid het getuigen aan van VlrgUlus. Nabu-
chodonosor en de Sibylle ten gunste van zyn
stelling.
Reeds In de elfde eeuw, zooals biykt uit een
handschrift van de 8t. Martialls te Limoges,
was deze preek omgewerkt tot ëen dialoog, een
spel, waarin de prediker den verschillenden
profeten gebiedt hun voorspellingen uit te
spreken. BU de profeten nu Is ook Balaam met
zyn ezelin, welk gedeelte wel het meest in den
smaak viel.
En zoo nam Peter zUn intrek by oom Tom.
De eerste dagen brachten zy samen door In het
stamlokaal van Jim Allen en Jim Allen maak
te geen slechte zaken, want Peter was een
boeiend verteller en er scheen sinds zyn ge
boorte heel wat gebeurd té zyn In Australjé.
Maar op den vyfden dag na zUn komst vond
Peter den ouden Tom des morgens vroeg reeds
teneden met een stapel planken en timmer
mansgereedschappen.
„Die drie schuurtjes moeten noodzakeiyk
eens gerepareerd worden.” begon hy. „Ik blyf
er vandaag maar aan werken. En, o ja, hoe zyn
Je voornamen voluit? Ik wil mUn testament
veranderen, zie je, nu JU hier gekomen bent.'
„Peter. "Thomas, Richard, oom." antwoordde
de jongeling, .en die schuurtjes knap ik na-
tuuriyk op. Dat is geen werk voer u. Ze moe
ten grootendeels afgebroken worden. Gaat u
maar alleen naar Jim Allen. Ik maak het wel
in orde.”
„Precies Dick," mompelde Tom en hü ging.
BUna veertien dagen lang werkte Peter aan
de schuurtjes en Tom zat voor het huls en
rookte a’n pUpje. De schuurtjes werden prach
tig en ook het hek om het welland, dat Peter
op verzoek van Tom had getimmerd, mocht
gezien worden.