Nederland Scandinavië en O Het Zeemonster Nagasaki van van den dag F 250.- Kloosters branden Barcelona in 1 HANDELS-ECONOMISCHE VERHOUDINGEN ZATERDAG 23 JANUARI 1937 I Het teeken van Bounderley SLAG >er AD en af door DON LOIS ALBARON -=~===s Toekomstmogelijk heden Denemarken neemt een geheel eigen positie in AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK. DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL C 1 5- ex- ander* naar N e- Zweden en ver- voor ’n waarde van: in N e d e r 1 a-n d over naar in voor 'n waarde van: 1935 i' on ma- *er VIJFDE HOOFDSTUK s van exporteerde Zweden 14.140.000 12916.000 16.459.000 20.522.000 21.205 000 Nederland exporteerde naar Denemarken 1935 1936 (11 maanden) t een sloten bleef Pond en Plet en Drein waren geen mannetjes, die er gras over lieten groeien als ze een plannetje hadden. Reeds den volgenden dag had er een afscheidsfeest plaats en werd het publiek gelegen heid geboden hun goede reis te wenachen. Hiervan werd druk gebruik gemaakt. Om vijf uur Het zich een deputatie van ge leerden aanrrelden. die op bijzondere wijze hun waardeering wilden laten blijken. in 1932 1933 1934 1335 1936 (11 maanden) Noorwegen exporteerde naar Nederland In 1932 1933 1934 't Waren allen zonder uitzondering beroemde mannen, zoodat Plet en Drein hen met den grootsten eerbied ontvingen en een diepe buiging maakten. De professoren op hun beurt koesterden groote verwachtingen van de belde ondernemende reizigers. „Ge achte heeren Piet en Drein", begon de voorzitter. in 1932 1933 1934 1933 1936 (11 maanden) voor ’n waarde van: 7.571.000 7 261.000 5.069.000 4.779.909 4.603.000 17.925.000 18.549.000 18-867.000 14.346.000 14.072.000 m, zal mono- inge- et ln- t>U In- priM- 'U1 de i zoo- con ti lenst voor *n waarde van: 1 (f.062000 8.216.000 7.943.000 odat ruim voor *n waarde van: 8.160.000 10.063.000 6.756.000 5.698.000 6.091.000 ge- ge- vorige S.. Uit aan het jltenge- ite. be- daarbU elde de ;n veld- scherp :hten. lensche Ijg en lag, zea 13 Ik neem de zusters vrij ruw bij de mouwen en trek haar mee naar het karrenhuis. Z(j schijnen mij niet te herkennen, maar laten zich gewillig meevoeren. De ontzetting heeft bij deze vrouwen den wil gebroken. En in het karrenhuis, onder de wielen van een oude brik, kan ik haar een goede schuilplaats geven. „Hetds ons allen een waar genoegen te vreten, dat er in ons land nog moedige mannen wonen." „Juist", eel Plet. „Mannen, die voor geen kleintje vervaard zijn!" Verder kwam hij niet, daar de menschen zoo enthousiast werden, dat men met bloemen ging gooien, maar dat vergeten werd deze uit de potten te halen 1932 1933 1934 1935 1936 (11 maanden) Hij zat naast Bounderley en deze waa er van overtuigd, dat hij hem bij de geringste ver dachte beweging sou neerschleten. Het bieden ging geanimeerd voort, en al hon ger en hooger. Vlvers kwam binnen en zette port, madera en glazen op tafel, waarna Boun derley hem beval den smaragd binnen te bren gen. BIJ het zien der verwonderde blikken der andere heeren, glimlachte mijnheer Bounderley en zei eenvoudig: „Vlvers vertrouw Ik volkomen. Ik heb de be wijzen dat hij m n vertrouwen waardig te.” Een oógenbllk later kwam de huisknecht met een klein doosje terug en zette het voor z’n meester op de tafel. Bounderley opende voor zichtig het étui en de heeren keken met be- geerige blikken naar den schitterenden steen. Het opbieden tegen elkaar begon weer, steeds hooger en hooger, totdat Pavot alias Leroux bij verlies van een hand, een voet of een oog. vrijwel nergens wel kapot getimmerd, omdat het niet meer heet te deugen, maar er is niemand, die een nieuw voor hen in elkaar zet. Wat maak ik mij eigenlijk druk cm al die oude mannetjes I De zusters zitten in doodelijke ongerustheid op mijn terugkomst te wachten. Ik moest vrouwenkleeren hebben en mijn duizelige hersens zochten naar een geschikt adres. Ik dacht aan Madame OttavloU. Daar zou ik wel op mogen rekenen. Op weg naar haar huls op de Avenido bedacht ik. dat het goede menschje mU zeker niet open sou doen, als ze mij voor haar appartement zag staan. Het was ook onwaarschijnlijk, dat haar kleeren de zusters zouden passen, want OttavloU was maar een heel klein en smal vrouwtje. Er blijven nog twee kansen over. Dat zijn Gomes en Frasqnlta. ee* zuster van Miguel, den student Zij wonen vlak bij mij. Ik heb iets tegen Miguel om het hem te- vragen De jongen ia den laatsten tijd zeer op standig geworden. Ik weet niet zeker of ik hem wel zooover vertrouwen kan. Gomez zelf kon ik niet te spreken krijgen, want hij was niet thuis. Van den concierge ech ter hoorde ik. dat Gomez nog altijd vrijgezel was en dat hij in dit huls een garconnerie bewoonde. Het was dus niet de moeite waard om nog op Gomez te wachten. Hij had mjj toch niet kun nen helpen, want hij had wel wat anders te doen, dan zijn tijd op te offeren aan de redding van een paar onbekende vrouwen. De Renova te ver- eel der '■echter ander ld over yusias-' bektj- alleen UT En aan schrü- tr toe- erant- oude- bruik- e mee g wa- n de bele- wlllen 'aren: '.ndig- chten d in En min- feugd outen aller- maar vor- „Zult u hier blijven tot ik terugkom?” vroeg ik. Eerst kwam er geen antwoord. Ik richtte mij tot de oudste van de twee, die het minste door den schok geleden had. .Hier blijven tot ik terugkom!" Zjj knikte aarzelend .Ja.” Op den tast kroop Ik onder de wagens van daan. Zij hield mij echter tegen en vroeg: „Komt u zeker terug?” „Ja. Met kleeren." „Goed." Met een diepen zucht zonk de zuster weer in de duisternis terug. Terwijl Ik mij over de bin nenplaats verwijderde, hoorde ik nog de kralen klepperen van haar roaenkrans. De dwarsstegen waren afgezet en slechts door de nauwe calleja kon ik op de voorplaats komen. Daar werden de afgeschilferde stammen van de boomen* grillig beschenen door den brand en onder de duistert kruinen lagen de zieke man netjes uit de bovenzaal op matrassen uitge spreid. De zieken op hun bedden en de drukte er omheen riepen herinneringen op aan Lourdes en Santiago. Zelfs de vuurgloed deed aan het schijnsel van duizenden kaarsen denken. Ik zag het mannetje, dat op de zaal naast Lope lag en bemerkte al aan zijn grijnzend ge zicht. dat hU mij ondanks mijn tuinmansplunje had herkend. „Lope is dood," zei hij. „Lope....?” Ik dacht, dat hij in den brand gebleven was. .Neen.” vertelde de oude. .Lope ligt dMr.’ HIJ wachtte even tot er tusschen de dringende ===============x we, natuursteen, lucifers, enz., en wfj exporteerén naar Zweden (behoudens ge heime posten voor radiotoestellen, gloei lampen, stearine, enz.) voornamelijk steen kolen, bloembollen, plantaardige oliën, tin, garens, enz. Erwten en boonen, versche vruchten en groenten, alsook zaden nemen in het Zweedsche budget tegenover ons land tot op heden een zeer bescheiden plaatsje in. Noorwegen Is voor ons van veel ge ringer belang. menlgtf een ruimte kwam en wees daarna op een bepaalde piek aan den overkant. Daar lag een geruite matras overdekt met een wit laken. Er staken een paar gele ver droogde voeten onderuit. ,De majeracha hebben hem van de trap laten vallen.” vertelde hij verder. „De mujeracha?De wijven.... Wat had den die daarmee te maken.” ..Het is zijn eigen schuld,” verklaarde de oude en hij heeech zich al omhoog om het verhaal te vertellen. Ik dacht echter aan de zusters en dat ik geen tijd had om de hartelooee geschiedenissen van het oudje aan te hoeren. Ik had er zelfs nog geen flauw idee van, waar Ik die kleeren voor de zusters vandaan moest halen. En daar tk in gedachten naast het bed bleef staan, verkeerde het mannetje in de veronderstelling, dat Ik nog op zijn verslag stond te wachten. „Het is zijn eigen schuld." kletste de man. ,JHj jankte maar: Ik wil er uit.... Ik wil er uit...” Het hatelijke ventje Jankte Lope zoo luid na, dat verscheidene menschen naar hem omkeken. Benieuwd naar zUn mededeelingen en in de overtuiging, dat die betrekking hadden op den brand en de zusters, kwamen verschillende leeg- loopers om ons heen staan. ,jp....”, ging de oude verder, „nu moeten Jullie hooren. Er was een mujeracha bij en die sei dat Lope geld had. En dat ze hem zouden meenemen. Zij mochten zijn geld net zoo goed inslikken als de zusters, riepen ze.” «Nou. en toen?" 3.886.000 3331.000 Sier verliep de handelsbalans voor Ne derland dus in het passieve. Aten wij teveel bevroren vleesch en visch, consumeerden wij te veel gesmolten dier lijk vet, plantaardige oliën en traan, ge bruikten wij teveel timmerhout, huiden en vellen, werktuigen en toestellen uit Dene marken? En genoten de Denen te weinig van onze bloembollen en planten, van onze bewerk te tabak, van onze Instrumenten, werktui gen en toestellen, van onze garens? ieder 8*val: de Deensche «aak klopt En wij vreezen, dat onze belde ministers daarin niet veel verbetering zullen kunnen brengen. Denemarken toch is met huid en baar verkocht aan Engeland; en In den lateren tijd gedeeltelijk ook aan Dultechland; neel de invoer in Denemarken hangt ervan af. of de Deensche importeur valuta-attesten voor den Invoer krijgen kan, en wangtwien de Deensche regeering wegens den belang rijken export naar Engeland en gedeelte lijk ook naar Dultschland allereerst de En- gelsche en Dultsche leveranciers tot vriend moet houden, blijven er voor Nederland maar heel weinig deviezen beschikbaar, zóó, dat de toestand den laatsten tijd wer kelijk hoogst onbehaaglijk Is geworden. Met Noorwegen en Zweden is de verhou ding, zooals hierboven trouwens gebleken Is, veel gunstiger; deze landen kunnen in koopen maar hier geldt de be zat scheepvaart kwam in zeer gunstige conditie. In vergelijking met 1935 lagen de prijzen van bijna alle landbouwvoortbrengselen in 1936 op een hooger niveau, hetgeen van groot belang was voor de binnenlandsche koopkracht, aangezien de landbouwende bevolking van Zweden nog steeds de grootste volksgroep vormt. De buitenlandsche handel leverde over de eerste drie kwartalen van 1936 een In- voer-overschot van 91.4 millioen kronen op; over dezelfde periode van 1935 een dito overschot van 117.2 millioen; een vermin dering van dit overschot dus met 26 mil lioen kronen. staatsschuld nze handelsbalans met Zweden heeft sinds 1932 een zeer merkwaar dig beeld vertoond, een beeld, waarop ministers van economische „ingesteldheid” wel attent moéten geworden zijn: exporteerde derland g w w rt/'MtTUT'T’ 90 °P dlt blad Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 17 m levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7*^0 bU een ongeval met I r>< J lw lw F** O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen wve verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen vVFe™ doodelijken afloop kwam over het alge meen de wereldcrisis al aardig te boven; de verhouding tusschen in- en uitvoer on derging een aanmerkelijke verbetering; tegenover een invoervermeerderlng van 31 millioen kronen stond een uitvoervermeer- dering van 52 millioen kronen in één halt 4 jaar tijds. Indien in het eerste deel van 1936 niet een groot arbeidsconflict in de industrie ware uitgebroken, waarbij één derde van alle georganiseerde arbeiders be trokken is geweest, dan zou het econo misch verloop nog belangrijk gunstiger ge weest zijn. Het voordeel van het sterk verminderde invoeroverschot werd echter weer ongun stig beïnvloed door buitenlandsche prjjzen- fluctuaties: Denemarken moest zijn invoer met een naar verhouding veel grooteren uit voer dan een jaar tevoren betalen. Doch, de industrieele bedrijvigheid nam toe, de werkloosheid verminderde, voor landbouwproducten vertoonde het index cijfer eenige stijging, de scheepvaartonder- nemingen werkten zeer bevredigend, de scheepsbouw kwam in vol bedrijf. Noorwegen kenmerkt zich door pas sieve handelsbalansen. Over de eerste ne gen maanden van 1936 steeg in vergelij king met dezelfde periode van 1935 het invoersaldo van 153.5 millioen tot 171.8 millioen kronen. Met Engeland, Duitsch- land, Zweden, de Vereenigde Staten, Dene marken, België en Luxemburg, Frankrijk in 1932 1933 s. 1934 1935 1936 (11 maanden) 1932 1933 1934 1935 1936 (11 mganden) In 1935 is onze handelsbalans ten op zichte van Zweden derhalve actief gewor den, en de welvaart van Zweden kon ons nieuwen moed geven. Wij importeeren uit Zweden werktuigen en toestellen, papier, houtwerk, ijzer en staal, chemische producten, ijzererts, tar- Nederland exporteerde nsar Noorwegen voor 'nwaarde van: 10378.ÖÖ0 11.210.000 6,756.000 7.589.000 8.442.000 Al is de exportwinst uit hoofde van den factor Noorwegen dan ook niet zoo groot er blijft in leder geval een actief overschot ieder geval vooral de vraag, of een wijziging in handelspolitiek zelfs met de beste doelingen wederzijds wel mogelijk zijn. Hebben deze* landen eigenlijk wel meer grondstoffen en producten van ons nóo- dlg? W(j hebben voor een groot deel de zelfde productie en dezelfde behoeften. En dan zijn er. toch altijd nog de groote mogendheden, die een rol gespeeld hebben In de geschiedenis van het verdrag van Ouchy Maar wie weet, wat onze ministers daar niettemin voor de toekomst hebben helpen bereikenl don Espana kan alleen mannen van staal ge bruiken....” Zoo kwam Ik dus vanzelf tóch nog bij Miguel terecht. Waarom zou tk het er niet op wagen.... Onze meenlngen en levensbeschouwingen liepen wel heel sterk uiteen. Ik had echter heel dik wijls verwarde en oppervlakkige disputen met hem gevoerd over wijsbegeerte, theologie, socio logie en ove» nog een heele hoop andere dingen, waarover een jongeman van 23 jaar weet mee te praten. Bij deze gesprekken had Miguel altijd blijk gegeven, dat h(j een zekere vriendschap voor mij gevoelde Het was in leder geval te probeeren: voorzichtig beginnen maar.... Het rumoer op de binnenplaats was grooter dan op den druksten marktdag en de trap stond zoo vol volk, dat het moeilijk was er doorheen te komen.' Ik klopte zeer bescheiden asm. Frasquita was alleen thuis. Ze opende de deur op een kier en wilde deze al weer voer me dichtslasm. Ik had deze vrien delijkheid natuurlijk weer aan zijn armelijke plunle te danken. Ik wist echter met succes den gewonen truc van de bedelaars toe te passen en zette brutsml mijn voet op den drempel. Ik zag een paar booze zwarte oogen. De gron dige minachting, die zij daarmee wist uit te drukken, kletste als een zweepslag om mijn ooren. Plotseling kreeg ze een vuurroode kleur. „Bent u het?” vroeg ze verward. Ik ben het. Waar is Miguel?" (Wordt vervolgd) Wij ontvangen- uit Noorwegen traan, houtwerk, visch, papier, salpeter en kunst mest, huiden en vellen en wfj recipro- ceeren met kolen, traan, oliën en vetten, bloembollen, manufacturen, garens, suiker, versche groenten, erwten en boonen, maar dit alles in betrekkelijk kleine hoeveelhe den. D e n e m a r ke n-is een geval op zich zelf; het land exporteerde naar Nederland Ik was er den Hemel dankbaar voor, dat de beide zusters niet meer in staat waren om weer stand te bieden aan den drang, dien ik op haar uitoefende. Een van haar was een Jonge vrouw met een *eer gevoelig karakter. ZJ had een zware zenuw- ztoomls opgedaan. Zij was zich slechts half be- •ust van hetgeen er om haar heen gebeurde. Haar oogen dwaalden rond of staarden in de vlammen, maar zij hadden geen uitdrukking meer. en Nederland en dat zijn voorzeker d e handelscontactlanden voor Noorwegen wees de handelsbalans volgens de per 1 October 1936 afgesloten statistiek een pas sief saldo aan. Intusschen vermeerderde in Noorwegen de Industrieele productie, het aantal opge legde schepen verminderde aanzienlijk; de In cultuur gebrachte gronden zijn de laat- I «te jaren belangrijk uitgebreid, het met tarwe beplante areaal werd zelfs meer dan verdubbeld; de groothandelsprijzen zijn sinds 1934 voortdurend gestegen; de port van visch- en visscherijproducten nam toe over 1935 en 1936, evenals trou wens de totale export; vooral de inkomsten uit de scheepvaart verbeterden aanzien lijk. Het nationaal vermogen, dat sinds 1924 steeds teruggeloopen was, steeg in de be tere jaren met 148 millioen kronen. Ook hier dus, na de crisis een zekere mate van welvaart. Zweden staat er verreweg het gunstig ste voor in het staten-trio; het algemeene indexcijfer voor de industrieele productie bedroeg er (basis 1935: 100) in Juli 1936 I 107 en in Augustus ds.v. 108; het gebruik van ijzer en staal was in, ’t laatste Jaar hooger dan ooit te voren; de omzet op de binnenlandsche markt was voortdurend levendig; in vele industrietakken bereikte de productie een record; in sommige vallen deed zich zelfs een tekort aan schoolde arbeiders voor! Eerst in den laatsten tijd voltrok zich de verbetering in den economlschen toestand in een iets langzamer tempo. Bijna alles floreert er In Zweden: het bouwvak, de ijzermarkt, de scheepsbouw, de machine-industrie, de houtmarkt, de ijzerertsuitvoer, de krantenpapierindustrie, enz. De rie heeren zaten rond een kleine tafel In 1 t huls van den Juwelier Bounderley. Be- ■1—halve Bounderley zelf, zaten er twee ver tegenwoordigers van twee Juweliershulzen uit Zweden en Mexico, die met hun gastheer in or.derhandeling waren over den aankoop van een prachtlgen «naragd. Deze kostbare steen van t zuiverste gehalte, was afkomstig uit het voormalige Portugeeeche koningshuis en na meermalen van eigenaar verwisseld te zijn, in t bezit gekomen van Bounderley. Deze wensch- te den smaragd te verkoopen. „We kunnen de bespreking over den verkoop niet beginnen, vóór mijnheer Leroux hier is. Ik verwacht hem elk oogenbllk." zei Boun derley. In afwachting van diens karnat, zond hjj z*n bediende Vlvers uit om wat port en madera te halen, en aan den toon, waarop hij zn orders aan Vlvers gaf, kon men opmaken, dat hjj ont stemd was over de late komst van mijnheer Leroux. den vertegenwoordiger der Franschc juweiiersfirma Bodinx A Co. Het overgaan der huisbel hrachVóp de strakke gezichten der drie heeren ontspanning te weeg. Vlvers was niet thuis en daarom verliet Boun derley het vertrek, om open te doen. Vriéndelijk glimlachend liet hij den bezoeker binnen, maar h(j ontstelde hevig, toen hij den man herkende, die vóór hem stond. In s*n ver warring stamelde hij: „MAar. maar u bant mijnheer Leroux niet! U bent....” Grijnslachend viel de andere hem in de re de: ,4k ben Pavot, aooals u ziet, mynheer Bounderley; één beweging en ik schiet u neer!” Op hetzelfde oogenbllk staarde de Juwelier ii. den loop van een revolver, dat op hem ge richt was. „Ga met me naar binnen,” beval de Inter nationale juweelendlef Pavot, ,ren stel me daar voor als mynheer Lqpxix. dien ik by me thuis heb opgesloten en die dus niet zal komen. Denk er aan. dat niemand binnen me mag wantrou wen. Wat ze ook zullen bieden' voor den sns- ragd. ik bied meer. Voor den vorm zal Ik dan een chëque uitschryven en den steen meene- naen. En denk er aan, één woord, één wenk aan de heeren, en u bent er geweest. En nu voor uit, en doe wat ik u gezegd heb.” Ze traden de kamer binnen. Ulteriyk kalm stelde Bounderley de heeren aan elkaar voor, waarop men direct overging tot de zaak waar voor men gekomen was. „Ik zal in ponden bieden,” begon de Zweed. ,en bied u 5000 pond, mynheer Bounderley.” „Ik geef 30.000 dollars.” zei de Mexicaan. „80.000 dollars, mijne heeren," bood de Franse hm an. „Toen hebben ze Lope opgetild met matras en al. Maar hoe gaat dat.... Zy sleepten hem met de matras van de trap, maar Lope viel er af, ziet u.” Het publiek keek vreemd op, toen ze bemerk ten. dat de oude my met een zekere onderdanig heid aansprak. De omstanders werden echter weer terstond in beslag genomen door den ouden man. „Zyn hoofd hing er slap by.” verduldeiykte het ventje. De oude gaf een geslaagde uitbeelding van iemand, die zyn nek had gebroken. Het publiek giechelde Ik sloeg my .een weg door de drukte heen en hieg- en daar zag Ik vrouwen wegloopen met oude mannen, die in hun onnoozelheld werden weggevoerd, als een soort van dwang- kos thee ren Er was een oude, die gekromd ging onder de ruwe verwyten van een groote familie. HU was een grootvader, die zich in het gesticht had .ingekocht” om zich aan de belangstelling te onttrekken van zUn nageslacht Voor, die familie draaide de heele burgeroorlog om de capitulatie van oom Pablo. Een andere oude man met een kaal gesleten colbertje van goede kwaliteit onderging een kastydlng. omdat hy vier Jaar geleden een lyf- rente had genomen. Nu staat hy op straat Ben paar eenzame heertjes stonden ver dwaasd rond te kUken en op hun gezicht lag de vraag: waar ze vannacht moesten slapen. ondergingen de rechtstreeksche gevolgen het revolutlonnair bedrijf: het bed wordt 100.000 dollars bood. Toen zuchtten de bel de andere hee ren en schudden het hoofd. De Fransch- man schreef een chèque en overhandigde het papier aan Boun derley. De koop was gesloten. De heeren namen afscheid van elkaar. Pavot was de eerste, die vertrok. By de deur geko men, keerde hy zich nog eens om. boog en zet glimlachend: „Tot weermens, mijne heeren." Nu maakte hU de deur open en..,, kwam te recht in de armen van twee gespierde politie agenten. die hem in een oogwenk op den grond wierpen, stevig boeiden en hem in een auto droegen, die voor de huisdeur tot z'n ontvangst gereed stond. Vyf minuten later, toen Bounderley een paar glazen port gedronken had. om z'n zenuwen toe bedaren te brengen, was hy in staat op de verwonderde vragen van z’n Zweedsche en Mexlcaanschc zakenvrienden te antwoorden. .Het was me onmogeiyk. mijne heeren. het optreden van dien kerel te verhinderen. HU ia een voor niets terugdeinzende schurk en had me In z'n macht. Het is echter niet de eerste maal dat ik met dat soort menschen te doen heb en daarom ben ik gewoon, by transact lew als deze, m'n voorzorgsmaatregelen te nemen.” Hy lachte vergenoegd en ging voort: „Toen u allen den smaragd zoo aan *t be wonderen waart, zag u niet dat tk een paar maal m’n linker ooglid bewoog. Dat was een teeken voor Vlvers. HU weet, dat als Ik met m'n linkeroog knip, de zaak dan niet in orde is. OnnUddeliyk waarschuwde hy de politie en u hebt gezien met welk gevolg.” wee ministers van Nederland toerden door Scandinavië, op zoek naar méér welvaart voor Nederland. Want, hoe voorzichtig en gereserveerd in min of meer officieele mededeelingen het doel der ministerleeie reis ook moge zijn aangeduid, verbetering van de Nederland- sche handelspositie ten opzichte van de Scandinavische landen moét wel het oog merk geweest zijn. Wij laten voor het oogenbllk bulten be schouwing, of de In het Voórjoopig Verslag van de Begrooting voor Handel, Nijverheid en Scheepvaart 1937 tegen dergelijke ml- nisterieele reizen geopperde bezwaren ook thans zouden moeten gelden, noch ook wagen wij ons aan eenige voorspel ling ten aanzien van het resultaat, vooral nu wij geheel In het onzekere of in het zekere? verkeeren, in hoeverre tijdens de huidige minlsterieele levens in de ko mende maanden onze handelspolitiek nog geactiveerd zal (kunnen) worden, en hoé de mede- of tegenwerking van het buiten land zich zal openbaren. De ontvangst, welke men onzen minis ters in het Noorden bereid heeft, schijnt zeer gastvrij en hartelijk geweest te zijn; hooge decoraties zijn er alweer verleend en op vrij positieve wijze heeft men zijn bereidheid tot een nauwere economische samenwerking uitgesproken. En dat onmiddellijk na net toevallig coïncideerende? feit, dat minister-pre sident Colijn in een interview met een ver tegenwoordiger der Scandinavische pers aangedrongen heeft op een voorloopige gedachtenwisseling tusschen de z.g. Oslo- verdrag-staten, ten einde te komen tot op heffing van de drukkende handelsrestric- ties en tolmuren. Een nieuwe handelsgeest schijnt Nederland vaardig geworden te zUn. en vanzelf dringt zich de vraag op, of het ob ject, waarop de handelspolitieke aandacht zich thans in eerste instantie concentreer de, die aandacht verdient hoe m.a.w. de handelsrelaties tusschen Nederland eener- rijds en Denemarken, Noorwegen en Zwe den anderzijds getaxeerd moeten worden. -Vooraf -een énkel woord over de econo mische positie der drie Scandinavische Staten elk op zich. Denemarken Tokio, een tafereel zooals men ter wereld aantreft De staatsschuld liep er terug van b.v. 2372 millioen kronen op 31 Juli 1936 tot 2.344 millioen op 30 September d.a.v.; de inkomsten van het budgetjaar 19351936 beliepen 994 millioen kronen, zijnde 67 millioen boven de raming! Dé betalingsbalans rleverde in 1935 een overschot aan inkomsten op van naar ra ming 63 millioen kronen; voor 1936 is ge rekend op een stijging van het overschot der inkomsten tot 100 millioen. Gelukkig land! Is het een wonder, dat het niet onmo gelijk geacht wordt, hier een graantje te pikken? 4 De touwmarkt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 7