Nederland
Scandinavië
en
O
Het Zeemonster
Nagasaki
van
van den dag
F 250.-
Kloosters branden
Barcelona
in
1
HANDELS-ECONOMISCHE
VERHOUDINGEN
ZATERDAG 23 JANUARI 1937
I
Het teeken van
Bounderley
SLAG
>er
AD
en
af
door DON LOIS ALBARON
-=~===s
Toekomstmogelijk
heden
Denemarken neemt een geheel
eigen positie in
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK. DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
C 1
5-
ex-
ander*
naar N e-
Zweden
en ver-
voor ’n waarde van:
in
N e d e r 1 a-n d
over
naar
in
voor 'n waarde van:
1935
i'
on
ma-
*er
VIJFDE HOOFDSTUK
s
van
exporteerde
Zweden
14.140.000
12916.000
16.459.000
20.522.000
21.205 000
Nederland exporteerde naar
Denemarken
1935
1936 (11 maanden)
t een
sloten
bleef
Pond
en
Plet en Drein waren geen mannetjes, die er gras over lieten
groeien als ze een plannetje hadden. Reeds den volgenden dag
had er een afscheidsfeest plaats en werd het publiek gelegen
heid geboden hun goede reis te wenachen. Hiervan werd druk
gebruik gemaakt. Om vijf uur Het zich een deputatie van ge
leerden aanrrelden. die op bijzondere wijze hun waardeering
wilden laten blijken.
in
1932
1933
1934
1335
1936 (11 maanden)
Noorwegen exporteerde naar
Nederland
In
1932
1933
1934
't Waren allen zonder uitzondering beroemde mannen, zoodat
Plet en Drein hen met den grootsten eerbied ontvingen en een
diepe buiging maakten. De professoren op hun beurt koesterden
groote verwachtingen van de belde ondernemende reizigers. „Ge
achte heeren Piet en Drein", begon de voorzitter.
in
1932
1933
1934
1933
1936 (11 maanden)
voor ’n waarde van:
7.571.000
7 261.000
5.069.000
4.779.909
4.603.000
17.925.000
18.549.000
18-867.000
14.346.000
14.072.000
m, zal
mono-
inge-
et ln-
t>U In-
priM-
'U1 de
i zoo-
con
ti lenst
voor *n waarde van:
1 (f.062000
8.216.000
7.943.000
odat
ruim
voor *n waarde van:
8.160.000
10.063.000
6.756.000
5.698.000
6.091.000
ge-
ge-
vorige
S.. Uit
aan het
jltenge-
ite. be-
daarbU
elde de
;n veld-
scherp
:hten.
lensche
Ijg en
lag, zea
13
Ik neem de zusters vrij ruw bij de mouwen en
trek haar mee naar het karrenhuis. Z(j schijnen
mij niet te herkennen, maar laten zich gewillig
meevoeren.
De ontzetting heeft bij deze vrouwen den wil
gebroken.
En in het karrenhuis, onder de wielen van een
oude brik, kan ik haar een goede schuilplaats
geven.
„Hetds ons allen een waar genoegen te vreten, dat er in ons
land nog moedige mannen wonen." „Juist", eel Plet. „Mannen,
die voor geen kleintje vervaard zijn!" Verder kwam hij niet,
daar de menschen zoo enthousiast werden, dat men met bloemen
ging gooien, maar dat vergeten werd deze uit de potten te halen
1932
1933
1934
1935
1936 (11 maanden)
Hij zat naast Bounderley en deze waa er van
overtuigd, dat hij hem bij de geringste ver
dachte beweging sou neerschleten.
Het bieden ging geanimeerd voort, en al hon
ger en hooger. Vlvers kwam binnen en zette
port, madera en glazen op tafel, waarna Boun
derley hem beval den smaragd binnen te bren
gen. BIJ het zien der verwonderde blikken der
andere heeren, glimlachte mijnheer Bounderley
en zei eenvoudig:
„Vlvers vertrouw Ik volkomen. Ik heb de be
wijzen dat hij m n vertrouwen waardig te.”
Een oógenbllk later kwam de huisknecht met
een klein doosje terug en zette het voor z’n
meester op de tafel. Bounderley opende voor
zichtig het étui en de heeren keken met be-
geerige blikken naar den schitterenden steen.
Het opbieden tegen elkaar begon weer, steeds
hooger en hooger, totdat Pavot alias Leroux
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
vrijwel nergens
wel kapot getimmerd, omdat het niet meer heet
te deugen, maar er is niemand, die een nieuw
voor hen in elkaar zet.
Wat maak ik mij eigenlijk druk cm al die
oude mannetjes I
De zusters zitten in doodelijke ongerustheid
op mijn terugkomst te wachten.
Ik moest vrouwenkleeren hebben en mijn
duizelige hersens zochten naar een geschikt
adres.
Ik dacht aan Madame OttavloU. Daar zou ik
wel op mogen rekenen. Op weg naar haar huls
op de Avenido bedacht ik. dat het goede
menschje mU zeker niet open sou doen, als ze
mij voor haar appartement zag staan. Het was
ook onwaarschijnlijk, dat haar kleeren de
zusters zouden passen, want OttavloU was maar
een heel klein en smal vrouwtje.
Er blijven nog twee kansen over.
Dat zijn Gomes en Frasqnlta. ee* zuster van
Miguel, den student Zij wonen vlak bij mij.
Ik heb iets tegen Miguel om het hem te-
vragen De jongen ia den laatsten tijd zeer op
standig geworden. Ik weet niet zeker of ik hem
wel zooover vertrouwen kan.
Gomez zelf kon ik niet te spreken krijgen,
want hij was niet thuis. Van den concierge ech
ter hoorde ik. dat Gomez nog altijd vrijgezel was
en dat hij in dit huls een garconnerie bewoonde.
Het was dus niet de moeite waard om nog op
Gomez te wachten. Hij had mjj toch niet kun
nen helpen, want hij had wel wat anders te
doen, dan zijn tijd op te offeren aan de redding
van een paar onbekende vrouwen. De Renova
te ver-
eel der
'■echter
ander
ld over
yusias-'
bektj-
alleen
UT En
aan
schrü-
tr toe-
erant-
oude-
bruik-
e mee
g wa-
n de
bele-
wlllen
'aren:
'.ndig-
chten
d in
En
min-
feugd
outen
aller-
maar
vor-
„Zult u hier blijven tot ik terugkom?” vroeg
ik.
Eerst kwam er geen antwoord.
Ik richtte mij tot de oudste van de twee, die
het minste door den schok geleden had.
.Hier blijven tot ik terugkom!"
Zjj knikte aarzelend .Ja.”
Op den tast kroop Ik onder de wagens van
daan. Zij hield mij echter tegen en vroeg:
„Komt u zeker terug?”
„Ja. Met kleeren."
„Goed."
Met een diepen zucht zonk de zuster weer in
de duisternis terug. Terwijl Ik mij over de bin
nenplaats verwijderde, hoorde ik nog de kralen
klepperen van haar roaenkrans.
De dwarsstegen waren afgezet en slechts door
de nauwe calleja kon ik op de voorplaats komen.
Daar werden de afgeschilferde stammen van de
boomen* grillig beschenen door den brand en
onder de duistert kruinen lagen de zieke man
netjes uit de bovenzaal op matrassen uitge
spreid. De zieken op hun bedden en de drukte er
omheen riepen herinneringen op aan Lourdes
en Santiago. Zelfs de vuurgloed deed aan het
schijnsel van duizenden kaarsen denken.
Ik zag het mannetje, dat op de zaal naast
Lope lag en bemerkte al aan zijn grijnzend ge
zicht. dat hU mij ondanks mijn tuinmansplunje
had herkend.
„Lope is dood," zei hij.
„Lope....?”
Ik dacht, dat hij in den brand gebleven was.
.Neen.” vertelde de oude. .Lope ligt dMr.’
HIJ wachtte even tot er tusschen de dringende
===============x
we, natuursteen, lucifers, enz., en wfj
exporteerén naar Zweden (behoudens ge
heime posten voor radiotoestellen, gloei
lampen, stearine, enz.) voornamelijk steen
kolen, bloembollen, plantaardige oliën, tin,
garens, enz.
Erwten en boonen, versche vruchten en
groenten, alsook zaden nemen in het
Zweedsche budget tegenover ons land tot
op heden een zeer bescheiden plaatsje in.
Noorwegen Is voor ons van veel ge
ringer belang.
menlgtf een ruimte kwam en wees daarna op
een bepaalde piek aan den overkant.
Daar lag een geruite matras overdekt met
een wit laken. Er staken een paar gele ver
droogde voeten onderuit.
,De majeracha hebben hem van de trap laten
vallen.” vertelde hij verder.
„De mujeracha?De wijven.... Wat had
den die daarmee te maken.”
..Het is zijn eigen schuld,” verklaarde de oude
en hij heeech zich al omhoog om het verhaal te
vertellen.
Ik dacht echter aan de zusters en dat ik geen
tijd had om de hartelooee geschiedenissen van
het oudje aan te hoeren. Ik had er zelfs nog
geen flauw idee van, waar Ik die kleeren voor
de zusters vandaan moest halen. En daar tk in
gedachten naast het bed bleef staan, verkeerde
het mannetje in de veronderstelling, dat Ik nog
op zijn verslag stond te wachten.
„Het is zijn eigen schuld." kletste de man.
,JHj jankte maar: Ik wil er uit.... Ik wil er
uit...”
Het hatelijke ventje Jankte Lope zoo luid na,
dat verscheidene menschen naar hem omkeken.
Benieuwd naar zUn mededeelingen en in de
overtuiging, dat die betrekking hadden op den
brand en de zusters, kwamen verschillende leeg-
loopers om ons heen staan.
,jp....”, ging de oude verder, „nu moeten
Jullie hooren. Er was een mujeracha bij en die
sei dat Lope geld had. En dat ze hem zouden
meenemen. Zij mochten zijn geld net zoo goed
inslikken als de zusters, riepen ze.”
«Nou. en toen?"
3.886.000
3331.000
Sier verliep de handelsbalans voor Ne
derland dus in het passieve.
Aten wij teveel bevroren vleesch en visch,
consumeerden wij te veel gesmolten dier
lijk vet, plantaardige oliën en traan, ge
bruikten wij teveel timmerhout, huiden en
vellen, werktuigen en toestellen uit Dene
marken?
En genoten de Denen te weinig van onze
bloembollen en planten, van onze bewerk
te tabak, van onze Instrumenten, werktui
gen en toestellen, van onze garens?
ieder 8*val: de Deensche «aak klopt
En wij vreezen, dat onze belde ministers
daarin niet veel verbetering zullen kunnen
brengen.
Denemarken toch is met huid en baar
verkocht aan Engeland; en In den lateren
tijd gedeeltelijk ook aan Dultechland; neel
de invoer in Denemarken hangt ervan af.
of de Deensche importeur valuta-attesten
voor den Invoer krijgen kan, en wangtwien
de Deensche regeering wegens den belang
rijken export naar Engeland en gedeelte
lijk ook naar Dultschland allereerst de En-
gelsche en Dultsche leveranciers tot vriend
moet houden, blijven er voor Nederland
maar heel weinig deviezen beschikbaar,
zóó, dat de toestand den laatsten tijd wer
kelijk hoogst onbehaaglijk Is geworden.
Met Noorwegen en Zweden is de verhou
ding, zooals hierboven trouwens gebleken
Is, veel gunstiger; deze landen kunnen in
koopen maar hier geldt
de
be
zat
scheepvaart kwam in zeer gunstige
conditie.
In vergelijking met 1935 lagen de prijzen
van bijna alle landbouwvoortbrengselen in
1936 op een hooger niveau, hetgeen van
groot belang was voor de binnenlandsche
koopkracht, aangezien de landbouwende
bevolking van Zweden nog steeds de
grootste volksgroep vormt.
De buitenlandsche handel leverde over
de eerste drie kwartalen van 1936 een In-
voer-overschot van 91.4 millioen kronen
op; over dezelfde periode van 1935 een dito
overschot van 117.2 millioen; een vermin
dering van dit overschot dus met 26 mil
lioen kronen.
staatsschuld
nze handelsbalans met Zweden
heeft sinds 1932 een zeer merkwaar
dig beeld vertoond, een beeld, waarop
ministers van economische „ingesteldheid”
wel attent moéten geworden zijn:
exporteerde
derland
g w w rt/'MtTUT'T’ 90 °P dlt blad Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 17 m levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7*^0 bU een ongeval met
I r>< J lw lw F** O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen wve verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen vVFe™ doodelijken afloop
kwam over het alge
meen de wereldcrisis al aardig te boven;
de verhouding tusschen in- en uitvoer on
derging een aanmerkelijke verbetering;
tegenover een invoervermeerderlng van 31
millioen kronen stond een uitvoervermeer-
dering van 52 millioen kronen in één halt
4 jaar tijds. Indien in het eerste deel van
1936 niet een groot arbeidsconflict in de
industrie ware uitgebroken, waarbij één
derde van alle georganiseerde arbeiders be
trokken is geweest, dan zou het econo
misch verloop nog belangrijk gunstiger ge
weest zijn.
Het voordeel van het sterk verminderde
invoeroverschot werd echter weer ongun
stig beïnvloed door buitenlandsche prjjzen-
fluctuaties: Denemarken moest zijn invoer
met een naar verhouding veel grooteren
uit voer dan een jaar tevoren betalen.
Doch, de industrieele bedrijvigheid nam
toe, de werkloosheid verminderde, voor
landbouwproducten vertoonde het index
cijfer eenige stijging, de scheepvaartonder-
nemingen werkten zeer bevredigend, de
scheepsbouw kwam in vol bedrijf.
Noorwegen kenmerkt zich door pas
sieve handelsbalansen. Over de eerste ne
gen maanden van 1936 steeg in vergelij
king met dezelfde periode van 1935 het
invoersaldo van 153.5 millioen tot 171.8
millioen kronen. Met Engeland, Duitsch-
land, Zweden, de Vereenigde Staten, Dene
marken, België en Luxemburg, Frankrijk
in
1932
1933 s.
1934
1935
1936 (11 maanden)
1932
1933
1934
1935
1936 (11 mganden)
In 1935 is onze handelsbalans ten op
zichte van Zweden derhalve actief gewor
den, en de welvaart van Zweden kon ons
nieuwen moed geven.
Wij importeeren uit Zweden werktuigen
en toestellen, papier, houtwerk, ijzer en
staal, chemische producten, ijzererts, tar-
Nederland exporteerde nsar
Noorwegen
voor 'nwaarde van:
10378.ÖÖ0
11.210.000
6,756.000
7.589.000
8.442.000
Al is de exportwinst uit hoofde van den
factor Noorwegen dan ook niet zoo groot
er blijft in leder geval een actief overschot
ieder geval
vooral de vraag, of een wijziging in
handelspolitiek zelfs met de beste
doelingen wederzijds wel mogelijk
zijn.
Hebben deze* landen eigenlijk wel meer
grondstoffen en producten van ons nóo-
dlg? W(j hebben voor een groot deel de
zelfde productie en dezelfde behoeften.
En dan zijn er. toch altijd nog de groote
mogendheden, die een rol gespeeld hebben
In de geschiedenis van het verdrag van
Ouchy
Maar wie weet, wat onze ministers
daar niettemin voor de toekomst hebben
helpen bereikenl
don Espana kan alleen mannen van staal ge
bruiken....”
Zoo kwam Ik dus vanzelf tóch nog bij Miguel
terecht.
Waarom zou tk het er niet op wagen....
Onze meenlngen en levensbeschouwingen liepen
wel heel sterk uiteen. Ik had echter heel dik
wijls verwarde en oppervlakkige disputen met
hem gevoerd over wijsbegeerte, theologie, socio
logie en ove» nog een heele hoop andere dingen,
waarover een jongeman van 23 jaar weet mee te
praten. Bij deze gesprekken had Miguel altijd
blijk gegeven, dat h(j een zekere vriendschap
voor mij gevoelde Het was in leder geval te
probeeren: voorzichtig beginnen maar....
Het rumoer op de binnenplaats was grooter
dan op den druksten marktdag en de trap stond
zoo vol volk, dat het moeilijk was er doorheen
te komen.'
Ik klopte zeer bescheiden asm.
Frasquita was alleen thuis.
Ze opende de deur op een kier en wilde deze
al weer voer me dichtslasm. Ik had deze vrien
delijkheid natuurlijk weer aan zijn armelijke
plunle te danken. Ik wist echter met succes den
gewonen truc van de bedelaars toe te passen en
zette brutsml mijn voet op den drempel.
Ik zag een paar booze zwarte oogen. De gron
dige minachting, die zij daarmee wist uit te
drukken, kletste als een zweepslag om mijn
ooren.
Plotseling kreeg ze een vuurroode kleur.
„Bent u het?” vroeg ze verward.
Ik ben het. Waar is Miguel?"
(Wordt vervolgd)
Wij ontvangen- uit Noorwegen traan,
houtwerk, visch, papier, salpeter en kunst
mest, huiden en vellen en wfj recipro-
ceeren met kolen, traan, oliën en vetten,
bloembollen, manufacturen, garens, suiker,
versche groenten, erwten en boonen, maar
dit alles in betrekkelijk kleine hoeveelhe
den.
D e n e m a r ke n-is een geval op zich
zelf; het land exporteerde naar
Nederland
Ik was er den Hemel dankbaar voor, dat de
beide zusters niet meer in staat waren om weer
stand te bieden aan den drang, dien ik op haar
uitoefende.
Een van haar was een Jonge vrouw met een
*eer gevoelig karakter. ZJ had een zware zenuw-
ztoomls opgedaan. Zij was zich slechts half be-
•ust van hetgeen er om haar heen gebeurde.
Haar oogen dwaalden rond of staarden in de
vlammen, maar zij hadden geen uitdrukking
meer.
en Nederland en dat zijn voorzeker d e
handelscontactlanden voor Noorwegen
wees de handelsbalans volgens de per 1
October 1936 afgesloten statistiek een pas
sief saldo aan.
Intusschen vermeerderde in Noorwegen
de Industrieele productie, het aantal opge
legde schepen verminderde aanzienlijk; de
In cultuur gebrachte gronden zijn de laat- I
«te jaren belangrijk uitgebreid, het met
tarwe beplante areaal werd zelfs meer dan
verdubbeld; de groothandelsprijzen zijn
sinds 1934 voortdurend gestegen; de
port van visch- en visscherijproducten
nam toe over 1935 en 1936, evenals trou
wens de totale export; vooral de inkomsten
uit de scheepvaart verbeterden aanzien
lijk.
Het nationaal vermogen, dat sinds 1924
steeds teruggeloopen was, steeg in de be
tere jaren met 148 millioen kronen.
Ook hier dus, na de crisis een zekere
mate van welvaart.
Zweden staat er verreweg het gunstig
ste voor in het staten-trio; het algemeene
indexcijfer voor de industrieele productie
bedroeg er (basis 1935: 100) in Juli 1936 I
107 en in Augustus ds.v. 108; het gebruik
van ijzer en staal was in, ’t laatste Jaar
hooger dan ooit te voren; de omzet op de
binnenlandsche markt was voortdurend
levendig; in vele industrietakken bereikte
de productie een record; in sommige
vallen deed zich zelfs een tekort aan
schoolde arbeiders voor!
Eerst in den laatsten tijd voltrok zich de
verbetering in den economlschen toestand
in een iets langzamer tempo.
Bijna alles floreert er In Zweden: het
bouwvak, de ijzermarkt, de scheepsbouw,
de machine-industrie, de houtmarkt, de
ijzerertsuitvoer, de krantenpapierindustrie,
enz.
De
rie heeren zaten rond een kleine tafel In
1 t huls van den Juwelier Bounderley. Be-
■1—halve Bounderley zelf, zaten er twee ver
tegenwoordigers van twee Juweliershulzen uit
Zweden en Mexico, die met hun gastheer in
or.derhandeling waren over den aankoop van
een prachtlgen «naragd. Deze kostbare steen
van t zuiverste gehalte, was afkomstig uit het
voormalige Portugeeeche koningshuis en na
meermalen van eigenaar verwisseld te zijn, in
t bezit gekomen van Bounderley. Deze wensch-
te den smaragd te verkoopen.
„We kunnen de bespreking over den verkoop
niet beginnen, vóór mijnheer Leroux hier is.
Ik verwacht hem elk oogenbllk." zei Boun
derley.
In afwachting van diens karnat, zond hjj z*n
bediende Vlvers uit om wat port en madera te
halen, en aan den toon, waarop hij zn orders
aan Vlvers gaf, kon men opmaken, dat hjj ont
stemd was over de late komst van mijnheer
Leroux. den vertegenwoordiger der Franschc
juweiiersfirma Bodinx A Co.
Het overgaan der huisbel hrachVóp de strakke
gezichten der drie heeren ontspanning te weeg.
Vlvers was niet thuis en daarom verliet Boun
derley het vertrek, om open te doen.
Vriéndelijk glimlachend liet hij den bezoeker
binnen, maar h(j ontstelde hevig, toen hij den
man herkende, die vóór hem stond. In s*n ver
warring stamelde hij: „MAar. maar u bant
mijnheer Leroux niet! U bent....”
Grijnslachend viel de andere hem in de re
de: ,4k ben Pavot, aooals u ziet, mynheer
Bounderley; één beweging en ik schiet u neer!”
Op hetzelfde oogenbllk staarde de Juwelier
ii. den loop van een revolver, dat op hem ge
richt was.
„Ga met me naar binnen,” beval de Inter
nationale juweelendlef Pavot, ,ren stel me daar
voor als mynheer Lqpxix. dien ik by me thuis
heb opgesloten en die dus niet zal komen. Denk
er aan. dat niemand binnen me mag wantrou
wen. Wat ze ook zullen bieden' voor den sns-
ragd. ik bied meer. Voor den vorm zal Ik dan
een chëque uitschryven en den steen meene-
naen. En denk er aan, één woord, één wenk aan
de heeren, en u bent er geweest. En nu voor
uit, en doe wat ik u gezegd heb.”
Ze traden de kamer binnen. Ulteriyk kalm
stelde Bounderley de heeren aan elkaar voor,
waarop men direct overging tot de zaak waar
voor men gekomen was.
„Ik zal in ponden bieden,” begon de Zweed.
,en bied u 5000 pond, mynheer Bounderley.”
„Ik geef 30.000 dollars.” zei de Mexicaan.
„80.000 dollars, mijne heeren," bood de
Franse hm an.
„Toen hebben ze Lope opgetild met matras en
al. Maar hoe gaat dat.... Zy sleepten hem met
de matras van de trap, maar Lope viel er af,
ziet u.”
Het publiek keek vreemd op, toen ze bemerk
ten. dat de oude my met een zekere onderdanig
heid aansprak. De omstanders werden echter
weer terstond in beslag genomen door den ouden
man.
„Zyn hoofd hing er slap by.” verduldeiykte
het ventje.
De oude gaf een geslaagde uitbeelding van
iemand, die zyn nek had gebroken. Het publiek
giechelde Ik sloeg my .een weg door de drukte
heen en hieg- en daar zag Ik vrouwen wegloopen
met oude mannen, die in hun onnoozelheld
werden weggevoerd, als een soort van dwang-
kos thee ren
Er was een oude, die gekromd ging onder de
ruwe verwyten van een groote familie. HU was
een grootvader, die zich in het gesticht had
.ingekocht” om zich aan de belangstelling te
onttrekken van zUn nageslacht Voor, die familie
draaide de heele burgeroorlog om de capitulatie
van oom Pablo.
Een andere oude man met een kaal gesleten
colbertje van goede kwaliteit onderging een
kastydlng. omdat hy vier Jaar geleden een lyf-
rente had genomen.
Nu staat hy op straat
Ben paar eenzame heertjes stonden ver
dwaasd rond te kUken en op hun gezicht lag
de vraag: waar ze vannacht moesten slapen.
ondergingen de rechtstreeksche gevolgen
het revolutlonnair bedrijf: het bed wordt
100.000 dollars
bood. Toen
zuchtten de bel
de andere hee
ren en schudden
het hoofd.
De Fransch-
man schreef een
chèque en overhandigde het papier aan Boun
derley. De koop was gesloten.
De heeren namen afscheid van elkaar. Pavot
was de eerste, die vertrok. By de deur geko
men, keerde hy zich nog eens om. boog en zet
glimlachend: „Tot weermens, mijne heeren."
Nu maakte hU de deur open en..,, kwam te
recht in de armen van twee gespierde politie
agenten. die hem in een oogwenk op den grond
wierpen, stevig boeiden en hem in een auto
droegen, die voor de huisdeur tot z'n ontvangst
gereed stond.
Vyf minuten later, toen Bounderley een paar
glazen port gedronken had. om z'n zenuwen toe
bedaren te brengen, was hy in staat op de
verwonderde vragen van z’n Zweedsche en
Mexlcaanschc zakenvrienden te antwoorden.
.Het was me onmogeiyk. mijne heeren. het
optreden van dien kerel te verhinderen. HU ia
een voor niets terugdeinzende schurk en had
me In z'n macht. Het is echter niet de eerste
maal dat ik met dat soort menschen te doen
heb en daarom ben ik gewoon, by transact lew
als deze, m'n voorzorgsmaatregelen te nemen.”
Hy lachte vergenoegd en ging voort:
„Toen u allen den smaragd zoo aan *t be
wonderen waart, zag u niet dat tk een paar
maal m’n linker ooglid bewoog. Dat was een
teeken voor Vlvers. HU weet, dat als Ik met
m'n linkeroog knip, de zaak dan niet in orde
is. OnnUddeliyk waarschuwde hy de politie en
u hebt gezien met welk gevolg.”
wee ministers van Nederland toerden
door Scandinavië, op zoek naar méér
welvaart voor Nederland.
Want, hoe voorzichtig en gereserveerd in
min of meer officieele mededeelingen het
doel der ministerleeie reis ook moge zijn
aangeduid, verbetering van de Nederland-
sche handelspositie ten opzichte van de
Scandinavische landen moét wel het oog
merk geweest zijn.
Wij laten voor het oogenbllk bulten be
schouwing, of de In het Voórjoopig Verslag
van de Begrooting voor Handel, Nijverheid
en Scheepvaart 1937 tegen dergelijke ml-
nisterieele reizen geopperde bezwaren ook
thans zouden moeten gelden, noch ook
wagen wij ons aan eenige voorspel
ling ten aanzien van het resultaat, vooral
nu wij geheel In het onzekere of in het
zekere? verkeeren, in hoeverre tijdens
de huidige minlsterieele levens in de ko
mende maanden onze handelspolitiek nog
geactiveerd zal (kunnen) worden, en hoé
de mede- of tegenwerking van het buiten
land zich zal openbaren.
De ontvangst, welke men onzen minis
ters in het Noorden bereid heeft, schijnt
zeer gastvrij en hartelijk geweest te zijn;
hooge decoraties zijn er alweer verleend
en op vrij positieve wijze heeft men zijn
bereidheid tot een nauwere economische
samenwerking uitgesproken.
En dat onmiddellijk na net toevallig
coïncideerende? feit, dat minister-pre
sident Colijn in een interview met een ver
tegenwoordiger der Scandinavische pers
aangedrongen heeft op een voorloopige
gedachtenwisseling tusschen de z.g. Oslo-
verdrag-staten, ten einde te komen tot op
heffing van de drukkende handelsrestric-
ties en tolmuren.
Een nieuwe handelsgeest schijnt
Nederland vaardig geworden te zUn. en
vanzelf dringt zich de vraag op, of het ob
ject, waarop de handelspolitieke aandacht
zich thans in eerste instantie concentreer
de, die aandacht verdient hoe m.a.w. de
handelsrelaties tusschen Nederland eener-
rijds en Denemarken, Noorwegen en Zwe
den anderzijds getaxeerd moeten worden.
-Vooraf -een énkel woord over de econo
mische positie der drie Scandinavische
Staten elk op zich.
Denemarken
Tokio, een tafereel zooals men
ter wereld aantreft
De staatsschuld liep er terug van b.v.
2372 millioen kronen op 31 Juli 1936 tot
2.344 millioen op 30 September d.a.v.; de
inkomsten van het budgetjaar 19351936
beliepen 994 millioen kronen, zijnde 67
millioen boven de raming!
Dé betalingsbalans rleverde in 1935 een
overschot aan inkomsten op van naar ra
ming 63 millioen kronen; voor 1936 is ge
rekend op een stijging van het overschot
der inkomsten tot 100 millioen.
Gelukkig land!
Is het een wonder, dat het niet onmo
gelijk geacht wordt, hier een graantje te
pikken? 4
De touwmarkt