ïïCclu&fiaal van den dag
a
een
Het Zeemonster van Nagasaki
Revolverschoten op
voetbalveld
s
De Ka-Tong-Loeang’s opgespoord
F 750.-
F 750.-
F 250.-
I
Kloosters branden
Barcelona
in
INDE OERWOUDEN VAN
NOORD-SIAM
1
DONDERDAG 28 JANUARI 1937
concurrent
i
door DON LOIS ALBARON
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
bfj verte van een band,
een voet of een «on
I Een huwelijks-
Avontuurlijke reis van
Duitschen onderzoeker
,Temperamentv°l” spel
Schuilplaatsen van een byna
uitgestorven volk in een
onherbergzaam land
9
wonder der
»9
I
1
gevolg
ZEVENDE HOOFDSTUK
17
gegrepen
(Wordt vervolgd»
o
5
Het was dan ook geen wonder, dat Drein, toen h() vijf
minuten op het tooneel stond, heelemaal vergeten was wat hy
te zeggen had. Drein stond wat je noemt met z'n mond vol
tanden en zoowel hij als Plet maakten een paar benauwde
oogenblikken door. Daaraan kwam een einde, doordat ze allebei
hard van het tooneel wegliepen.
wel
deze
1
'MVÏMTT’C °P <Ht Blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen ]-f *7^(1 btj levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Le' *7^0 by een ongeval met
JI11 lil r*> a» ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen WV« verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen vU»“ doodelljken afloop
inds eenigen tijd reeds maakte de Duitsche
pers zich ongerust over den heer en me
vrouw gcrnatzlk. twee ontdekkingsreizigers,
zoo popu-
het echtpaar Visser-van
Volgens de berichten uit Schotland heeft de smidse te Gretna Green haar privilege
verloren. Sedert eeuwen kon de smid van dit gehucht, dat vlak aan de Engelsche
grens ligt, trouwlustigen in den echt verbinden- Deze praktijk gaf echter
aanleiding tot te veel misbruiken en zoo is thans de smidse van Gretna Green
teruggebracht tot het peil van een gewone dorpssmederij. Hierboven een ceremonie
in vroeger tijd
Ook al sou zijn voorraad films en foto’s be
trekkelijk gering zijn en ook al zouden zijn aan-
teekeningen over de taal, de gedachten were ld
en de gebruiken der Ka-Tong-Loeang’s niet
zeer volledig zijn, dan nög blijft zijn ontdekking
van groot gelang, dat de Ka-Tong-Loeang’s
werkelijk bestaan, dat zjj noch pygmeeën, noch
negrito’s, doch verre afstammelingen -an een
Mongoolsch ras zijn; bovendien kunnen de zui
verste tot nu toe bekende vertegenwoordigers
der bamboe-cultuur niet anders dan een zeer
waardevbl studiemateriaal zijn voor de weten
schappelijke wereld.
Buurman: Ik heb de mfyie maar
meegebracht, dan kunnen ze elkaar
gezelschap houden. (Smith s Weekly)
„Ik moet de stad nog in," zei ik opeens.
„De stad in? Nu?”
„Ik ga den Rector zoeken.”
Een van de zusters stond op.
..Bljjft u niet hier?” stamelde zy.
Ze waren bang als vogeltjes.
Sebastian vroeg echter:
..Komt er nog meer volk in huls?”
Ik haalde de schouders op.
..Ik weet het niet. Don Pedro del Torres
Misschien En als u hem hebben kunt.”
,Myn huls is al overbevolkt.” grinnikte hu,
terwijl hjj met zijn wijsvinger een kringetje
teekende rond twee platgeslagen wandluizen op
den muur. En hy ging voort:
„Als de zusters genoegen kunnen nemen met
boven-achter: dan loopen ze niemand in den
weg.”
En Chiqulta knikte:
.Ja. kindertjes, Sebastian zal je wel verwen
nen. Maar hij heeft gelijk. We zijn geen logée’s
gewend zie je.... Maar de wil is goed. De wil
is goed.”
De zusters stommelden het trapje op.
,JCn geen spektakel maken,” riep de zeeman
haar achterna.
Met een gerustgesteld gemoed daalde ik het
Ijzeren trapje af naar de straat Tot zoover was
het goed gegaan. De zusters waren onderdak
Ik weet, dat het btj Sebastian wemelt van de
wandluizen.
Nou ja....
Men kan wel viool spelen, al is het instrument
geen Stradivarius.
Was eigenlijk meer een vergissing dan boefachtigheid,
dat Piet Prikkel en Drein Drentel vergaten hup tooneelpakjes
uit te trekken. Ze hadden allebei een hoop levensmoed en
trokken dus verder. „Als 't moet, dan loopen we naar Naga
saki”. zei Piet, „dat zeemonster loopt niet weg
Dat is tamelyk dichtbij. Men went aan schie
ten als aan onweer. De strud ontwikkelt zich
over een groot terrein, van hier tot aan de
brandende kerk van O. L. V. ter Zee. De groot
ste moeilijkheid is bij zoo’n gelegenheid niet, om
weg te komen maar om te weten in welke rich
ting men zal vluchten. Het was een geheel
nieuwe combinatie die slaags was geraakt. De
troepen van de regeering vochten tegen de
Arbeiders-militie. De Inzet was het College. De
hardhandige confiscatie, waartoe men over wilde
gaan zoo hoorde ik later was In strijd met
de persoonlijke gevoelens van den President van
het Uitvoerend Comité, zoodat we hier te maken
hebben met een intieme knokpartij, om zoo te
zeggen, in den boezem van de regeering zelf.
De president heeft hier zijn opvoeding genoten.
Dit is een daad van treffende piëteit en tenge
volge hiervan ligt het heele huis in puin.
„Dit is mijn moeder, dit is mijn vader en
hier is mijn hondje," stelde Ivonne eenlge we
ken later Gaston voor, toen hjj zyn eerste be
zoek aan de familie bracht door toevallige om
standigheden. want hij had meermalen zich
zelf beloofd, niettegenstaande alles, vrijgezel te
blijven. Zoo by een kopje thee, deed zich de
uitnemende gelegenheid voor, dat Ivonne een
foto aan Gaston liet zien van een eieganten
jongeman met zwart haar en een onleesbaar
onderschrift.
„Wie is dat?” vroeg Gaston met bepaalde
vermoedens.
.Dat is nu de Italiaan, waarover ik sprak.”
aet Ivonne bekoorlijk lachend.
„O. de Italiaan, die ideale man. En in toa
st hen ben ik soon ezel geweest o«n te denken
dat je dien kerel zou vergeten, als ik met je
ging wandelen, een theater bezocht en je aan
genaam trachtte te zijn. Een Italiaan, een
buitenlander, is echter veel Interessanter, niet
waar?" En Gaston bemerkte in zijn opgewon
denheid niet eens dat Ivonne hem ditmaal
geen antwoord gaf.
Gaston had al enkele vergaderingen afgezegd,
nu verliet hy aelfs enkele vereenigingen, om
maar tyd te besteden aan Ivonne. maar hy
bleef volhouden dat hy tóch vrygezel zou blij
ven.
.Kyk eens.” juichte Ivonne op een avond.
ren.' zelde Gaston tactvol, onge
lukkig in bet spel.... Nietwaar? Nu moest u
nog alleen een Italiaan leeren kennen....”
„O. die ken ik al,” onderbrak Ivonne hem
lachend. .Dezen zomer komt hy hierheen! Er
lieb zoo’n schitterende foto van hem.'
Toen vyf minuten daarna Gaston aan Ivonne
een goede nachtrust wenschte had hy een toe
stemmend antwoord ontvangen op zijn verzoek
uit beleefdheid natuurlijk in de volgende
week naar een theater te gaan.
-pw eeds eenigen tyd waren Paul en Pauline
IV getrouwd en ze waren overgelukkig. Zoo
v zelfs dat Pauline niet anders wilde dan ook
anderen gelukkig te zien. Daarom zei ze op
een avond tegen Paul:
„Die vriend van je. Gaston bethel ik, dat is
een aardige jongen, Paul.”
..Zoo. vind je?" vroeg Paul heelemaal niet
geïnteresseerd.
•Ja, en ik weet dat Ivonne hem heel graag
mag."
„O, juist. Nou. dat is dan wel prettig voor
liaar.” vond Paul.
•Maar ik geloof ook. dat ze van hem houdt,
zie je. en ik denk dat ze bet heeriyk sou vin
den als hy haar vroeg.”
„Zeg eens" zei Paul. .Je weet toch dat Paul
een verstokte vrygezel ia en niet aan vrouwen
of trouwen denkt?"
.Dat dacht JU vroeger immers ook niet, Paul.
Maar daarom kan hy toch Zaterdagavond wel
eens by ons komen bridgen?" meende Pauline.
..Met drie man kun je niet bridgen," zei
Paul volkomen logisch.
JMn zullen we Ivonne ook uitaoodigen.
vind je dat goed?”
Aldus ontvingen den volgenden Zaterdag
Paul en Pauline een ouden vriend en een
jeugdvriendin als bridge-gasten en ontmoetten
Ivonne en Gaston elkander voor het eerst tij
dens een langen genoeglyken avond in hulse-
lljken kring.
Pauline vond tyd om tusschen het kaarten
door een enthousiast verhaal te doen over de
schoonheid van Italië, waarheen zy met Paul
haar huwelyk-sreis had gemaakt, en Ivonne
deed de opmerking:
„Ik zou alleen van een Italiaan kunnen hou
den. Italianen lyken my Ideale menschen."
„Dat zei Pauline vroeger van de Britten ook.
en toch heeft ae my genomen,” merkte Paul
eenlgszins zegevierend op. Gaston hoorde dit
dlum. toen de ontdekking vin het D.
radio een zoo kolossale onderneming overbodig
Spanje praat: zelfs als het wordt platgebrand
en doodgemarteld. De discussie om de discussie.
„Juan," begon ik, „met hoogere geestelyke
waarden bedoel ik niet de kunst, niet de weten
schap en niet de literatuur. Ik bedoel nog heel
Iets anders. Ik wil zeggen, dat de kloosterlingen
op den hoogsten top staan van de samenleving.
Dat in hun leven In de hoogst mogelyke vol
komenheid wordt uitgedrukt, wat God met de
schepping en de verlossing van de menschen
bedoeld heeft”
„Huy." zei Juan. .Kun Je dat niet wat duide
lijker zeggen?"
„Misschien wel.”
Het was doodstil in de kamer.
.God schiep de zonnebloem....”
.God?" zei Juan. .Kou ja...”
Juan was breed van opvatting. God mocht
er dan wel by komen, om my een pleiziertje te
doen In werkeiykheid dacht Juan:
-Hy is niet wyzer.”
•Als het zaad van de zonnebloem ontkiemt.
hoopen te zien ronddolen. Maar hy was nergens
te zien. Een der muren van de kapel was inge
stort en het tongewelf hing als geblakerd spaan-
derhout omlaag Gebroken beelden lagen naast
de weggebrande voetstukken. Het was een groote
ruïne. J
Aan den kant van den geopenden muur moes
ten de zusters liggen. Er waren vermoedslyk
enkele vrouwe! yke hyena's geweest, want de
lyken waren reeds gedeeltelik beroofd van haar
poover bezit. Sluiers waren afgerukt en kleeding-
stukken weggeroofd. Thans liggen de lyken half
bedolven onder den ingestorten muur.
Uit de grotten van het puin sloop onver
wacht een donkere gedaante naar my toe. Het
spreekt vanzelf, dat ik eerst aan Don Pedro
dacht, maar ik zag den omtrek van een andere
figuur. De man strompelde gebogen door de
heete asch en porde met zyn stok in de flarden
en smeulende resten, die overal te walmen lagen.
Hy had my gehoord en zocht in de richting
van het geluid. Toen hy my zag, kwam hy
rechtstreeks naar my toe. Grinnekend wees hy
op de lyken in het puin. Ik zag opeens, dat ik
te doen had met een halven ididoot. De man
had een dringende behoefte om zyn onkiesche
praatjes te luchten. Om hem kwyt te raken,
ging ik heen, maar hy llëp broederiyk met my
mee. Aanvankelyk had hy weinig mee te deelen,
dat zich voor publicatie leent Het eras trouwens
ook niet nieuw of interessant en Zelfs op zijn
geliefdkoosd terrein toonde deze Imbeciel ontstel
lend weinig geest te bezitten.
Juan, dan dringen de worteltjes in den grond.
Het zyn sappige, sterke stengels, die in de diepte
voedsel zoeken voor de kiemende plant en zy
brengen het over naar den stengel, die krachtens
zyn instinct krachtens zyn ingeschapen ver
langen.... omhoog dringt naar het licht.”
.Met dat licht wordt natuurlyk God be
doeld viel Juan my in de rede.
.Duister: de stengel ontwikkelt zich, hy groeit
omhoog en er schieten bladeren uit, die hun
eigen doel nastreven voor het instandhouden
van de heele plant."
Juan luisterde opeens in ernstige aandacht.
Een der zustertjes had de oogen opgeslagen en
ving een hartelyken glimlach van Chiqulta op.
.Maar in den top van den stengel, op de
uiterste grens tusschen plant en licht, daar ont
luikt de bloem: de stille zwygende bloem. In die
bloem eindigt de hevige drang van het Instinct
van het verlangenen zy heeft niets anders
meer te doen dan het licht te vangen en Gods
schoonheid te verkondigen. En in het rykste deel
daarvan, in het hart.... daar ligt het zaad te
rijpen."
Chiqulta knikte tevreden.
Juan was er stil van geworden. Voor het eerst
zag hy het ideaal van een Christelyke samen
leving duldeiyk voor oogen staan.
„U wilt zeggen," ze hy na een poos, „de plant
is de maatschappy en de bloemen zyn de kloos
terlingen.”
..Natuurlyk." bromde Sebastian, „dat ligt er
dik genoeg op. zou ik denken.”
In de stilte zaten we te luisteren naar het
verwijderde gedonder van kanonnen.
„Nu moet ik een Alpinist van u hebben,
oom." zei Pauline tot haar oom Marcel, wien
ze glimlachend de foto teruggaf van dén Ita
liaan Benjamino Brado, zooals zy hem vroeger
de foto van den Engelschen uitvinder Walter
Statson had jeruggebracht.
Oom Marcel deed de foto in zyn verzame
ling en zocht naar de foto van een Zwitser.
Daarop reikte Pauline enkele uren later aan
haar vriendin Constance een foto over van den
Alpinist Wilhelm Stolzer en diens daarby be-
hoorend handschrift....
Wederom zou een verstokte vrygezel tegen
zyn concurrent vechten en uit een succesvollen
stryd als overwinnende held te voorachyn tre
den.
besluit voor altijd vrygezel te blyven.
„Je weet dat Ivonne maar vyf minuten van
hier woont, dus breng jy haar wel even thuis, schryft."
nietwaar Gaston?" vroeg Pauline als een vol
leerd diplomaat by het afscheid. De beleefd
heid deed Gaston aan zyn plan verzaken om.
in uiterste instantie. Ivonne slechts tot de
tramhalte te vergezellen.
De kaartavond had aan Gaston echter by-
gebracht, dat Ivonne bulten een slecht bridge-
sp» ekster. een alleraardigst, bescheiden, blond
meisje was. dat tegelijk intellectueel en vat
baar was voor humor. Tien minuten na het
vertrek by Paul en Pauline, liepen Ivonne en
Gaston nog vroolijk pratend hun „blokje rond",
om even van de frissche lucht te genieten.
„U heeft één gulden vyf twintig verlo-
Het spreekt vanzelf, dat de directeur van den schouwburg hee
lemaal niet tevreden was en tegen hen zei, dat ae maar beter
deden met onmiddeliyk te vertrekken. Dan gebeiflffln er geen
ongelukken, zei-le. Piet en Drein vonden het natuurlyk
treurig, maar niettemin gaven ze terstond gevolg aan
ultnoodlging.
maakte Paraguay het eerste doelpunt. Het ge
volg hiervan was, dat de Argentynen nerveus
werden en niet meer wisten hoe ze verder
moesten spelen, maar Paraguay was nog ner
veuser. omdat ze bang waren voor de gevolgen
van dit stoute stukje (Paraguay ligt nJ. niet
aan zee).
En jawel, nauwelyks was er weer afgetrapt
of de eerste revolverschoten knalden, alle spe
lers vielen op aanwyzlng van hun resp. trainers
plat op hun bulk om niet gewond of gedood
te worden en het publiek stroomde het veld op.
Het beweerde het niet eens te zyn met de lei
ding. De Argentynsche spelers die in deze
overstroomlng een prachtgelegenheld zagen om
de gelederen van hun tegenstanders te decl-
meeren, openden een offensief op de Para-
gueezen.
Pas uit den oorlog tegen Bolivia wisten de
laatsten echter hoe men zulke offensieven moet
opknappen, met het gevolg, dat na een veld
slag van ongeveer een kwartier de scheids
rechter den bal moest opstuiten tusschen twee
ploegen van negen spelers. Van elke party wa
ren twee spelers zwaar gewond naar het zie
kenhuis vervoerd.
Indien wy U het verloop van den wedstryd
precies zouden moeten vertellen, zou V twaalf
maal zoo’n kort intermezzo tegenkomen. Intus-
schen had Paraguay met 42 de leiding geno
men en had dezen voorsprong kort voor het
einde nóg. Enkele spelers van Argentinië gin
gen hiermee niet accoord en trachtten door
een nieuw offensief nog enkele tegenstanders
buiten gevecht te stellen.
Toen greep echter de politie in. Enkele in
specteurs kwamen het terrein op en terwyi ze
hun sabels trokken, verzochten zy twee spelers
vrlendeiyk het terrein te willen verlaten, omdat
zy voor de samenleving gevaariyk werden. De
spelers verzochten den Inspecteurs hetzelfde,
aangezien zy tot geen van de belde ploegen be
hoorden en dus niets op het terrein te mazen
hadden. Daar echter in zulk een wedstryd ge-
woonlyk het recht van den sterkste geldt, namen
de wetsdienaars de spelers onder den arm en
verdwenen er mee in een politiewagen. Ztoo had
Argentinië nog maar 7 en Paraguay nog steeds
9 spelers over. Dat Argentinië zyn achterstand
niet meer kon inloopen spreekt van zelf. Het
verloor den wedstryd, omdat het dacht stukken
sterker te zyn, maar daarby één ding vergat.
nJ. te voetballen.
Men heeft my wel eens verteld, dat een land
schep. waarover een wolk van sprinkhanen is
heen gewaaid, zóó troosteloos en leeg er uit
ziet, dat men feiteljjk niet meer van een land
schep spreken ken. Zoo was het ook met het
klooster van St Joseph. Na den aftocht van de
roode sprinkhanen, en nadat de gewone mode
haan had uitgewoed, was het moeliyk om nog
van een klooster te spreken. Er stond een puin
hoop te rooken. het had ook een fabriek kunnen
zyn. Een vleugel van het gesticht brandde nog
maar er was niemand meer in de buurt, die
zich ervoor interesseerde.
Ook Don Pedro niet.
Ik had gehoopt hem hier nog by de puin-
aan gene zyde onzer Oostergrenzen
lair als ten onzent
t Hooft.
Thans is uit Bangkok te Berlyn een. telegram
ontvangen, volgens hetwelk dr. Hugo Adoif
Bematzik en zyn vrouw, na ruim drie maan
den niets meer van zich te hebben laten hooren,
behouden zyn aangekomen te Nan, de oude
koningsstad der Lao's, in het Noorden van Siam.
Tydens een moeizame en gevaariyke expeditie*
is het hun gelukt, in de oerwouden, welke ds
woeste berghellingen van Noord-Slam bedek
ken. de Ka-Tong-Loeang's op te sporen, een
wilden volksstam, waarvan tot nu toe niet met
zekerheid viel te zeggen, of hy bestond of niet.
De bergketen, die de grens vormt tusschen
Siam en Annam, is uiterst steil en dicht begroeid
met vrywel nog onbetreden wouden. Het echt
paar Bernatzik waagde zich, slechts van een
zeer klein aantal dragers vergèzeld, in deze wil
dernis. waar het ondanks alle ontberingen, een
ondraaglyk klimaat en groote'Svederspannlgheid
van de zyde zyner bygeloovlge inheemsche reis-
genooten, een marsch van vier lange weken
wist vol te houden. Deze enorme inspanning en
dit bewonderenswaardige doorzettingsvermogen
werden rykelyk beloond.
Dr. Hugo Adolf Bematzik en zyn vrouw ont
moetten vier verspreid wonende troepen Ka-
Tong-Lheangs.
zy slaagden er in. het vertrouwen van deze
Wilden te winnen. Ze leefden eenlge maanden
met hen tezamen en waren op die wyze in
staat om diepgaande antropologische, linguïs
tische en ethnologlsche studies te maken.
Dr. Hugo Adolf Bematzik, die de onkosten
zyner expeditie voor een belangryk deel bestrydt
uit de opbrengst van de bydragen, welke hy
regelmatig aan verschillende Duitsche kranten
levert, kon in het korte telegram, waarmee hy
de redacties der bladen, wier geregelde mede
werker hy is, gerust stelde omtrent zyn lot,
mededeelen, dat de Ka-Tong-Loeang’s de uf-
stammelingen zyn van een Mongoolsch ras. die
een zeer primitieve, doch eigen en zelfstandige
taal spreken en die de zuiverste nog levende
vertegenwoordigers zyn der zoogenaamde bam
boe-cultuur.
Het is voor den tweeden keer, dat dr. Hugo
Adolf Bematzik tydens zyn huidige expeditie
een onbekend volk ontdekt. Alvorens hy de bin
nenlanden van Siam in trok, stelde hy op den
oever van den Indischen Oceaan het bestaan
vast der Seine ng's, een volk, dat uitsluitend op
het water, niet in paalwoningen of iets derge-
lyks, doch op booten leeft. Deze ontdekking
baarde nogal eanlg opzien, daar de Seloeng’s niet
in de schier onbegaanbare en nog ondoor-
vowshte gebieden, welke in den regel 1 reisdoel
van exploratie-reizlgers zyn, ontdekt werden,
doch in tegendeel, om zoo te zeggen, aan den
rand der beschaving leven.
Het was geen bloot toeval, dat dr. Hugo Adolf
Bematzik op de grens van Siam en Annam in
contact kv^am met de Ka-Tong-Loeang's. Reeds
eerder was het bestaan dezer wilden gesigna
leerd. Intusschen wist de wetenschap echter
nog steeds niet, wat zy aan de Ka-Tong-
Loeang’s had. Waren het primitieve menschen
of een onbekend soort intelligente apen? Be
stonden zy alleen maar in de verbeelding van
bygeloovlge inboorlingen’ of dankten zy hun
ontstaan aan de grootspraak van een paar
jagers-op- grof-wild?
Het is de verdienste van het echtpaar Ber
natzik ook al kan men op het oogenblik nog
niets zeggen omtrent de waarde van het ver
zamelde wetenschappelyke materiaal dat het
bestaan, de verblyfplaats en het peil der be
schaving van de Ka-Tong-Loeang’s thans geen
raadsel meer is.
Wanneer men vanuit Bangkok de Me-nam op
vaart, komt men na een lange en vermoeiende
reis in de aloude Koningsstad Nan aan. Nan
ligt op de grens van een gebied, zoo onbekend
als de wereld er maar weinige meer telt. Vier
staten raken hier elkaar: het Achter-Indiscne
Burma, Siam, het Fransche Indo-China en de
Zuidelykste ultlooper van het Chineesche Ryk,
maar niettemin is het een niemandsland: geen
grens is er scherp getrokken, men vindt er geen
soldaten en geen politie, er bestaat geen ge
schreven wet.
De woeste, steile bergen, dse grootendeels
schuil gaan onder de woekerende wildernis van
het oerwoud en de grillige kloven, waardoor on
tembare stroomen hun weg naar de dalen zoe
ken, hebben practisch nooit de belangstelling
van de buitenwereld genoten behalve dan in de
dagen, dat men er over dacht om Indo-China
telefonisch met Siam te verbinden. Deze pio
niersarbeid was echter nog in zyn eerste sta-
en .n>m.. onwrikbaar lk brief gekregen van ndJn Italiaan!”
en zy hield hem een enveloppe onder den neus.
.Moet je eens hooren. hoe heeriyk dat klinkt,
ging Ivonne verder, terwijl
ze dep brief openvouwde. Jïler lees eens:
„Carissimaen dan aan het slot „tutto U
mlo suore." Prachtig, niet Gaston?"
„Onzinnig." zei Gaston.
„Onzinnig?” herhaalde Ivonne verbaasd.
.Katuurlyk. Ik versta heelemaal geen Ita-
liaansch, hoe zou lk 't dan kunnen lezen?”
bromde Gaston.
„Och ja! Nu er staat in dat hy beslist hier
heen komt. En dan wil hy ook myn hand
vragen en....”
„En dan ge je hier weg. uit je land vandaan,
om naar zoon stelletje bergen en wat blauwe
lucht te kyken. Zoolets noem ik ongehoord,
zoolets....”
.Met schelden zul Je t niet erger maken,”
meende Ivonne, en Gaston zweeg.
Des avonds be
sloot hy eerst met
Paul te gaan pra
ten.
„Hoe heb jy
eigenlyk je vrouw
leeren kennen?'
begon Gaston het
Interview.
„By haar vriendin Marianne op een bridge
avond," zei Paul.
.Kou ja, dat is vriendschappelyk. Je kent
elkaar, leert elkaar beter kennen en wordt
vrienden. Ik bedoel, wanneer kreeg je idee,
dat ae wel eens Je vrouw kon worden?'
„O. eenige weken later.” geloofde Paul.
„En wanneer heb je haar gevraagd?” Met
Gaston meedoogenloos het verhoor voortgaan.
.Ja. eigenlyk hol over bol! Dat kon niet
ar.ders, zie je. Ze had namelijk kennis aan een
Engelschman. die haar uitstekend scheen te be
vallen Ze had me zün foto laten zien en 't was
«erkeiyk een patente kerel. En ze vertelde
me dat hy haar geschreven had. dat hy over
kwam om haar te vragen Toen heb ik afge
zworen vrygezel te zyn. omdat lk het hopeloos
jammer zou vinden, als zoo'n aardig vrouwtje
hier werd weggehaald, om altyd in een dikken
mist te wonen. Je begrypt. dat lk anders nog
wel eenigen tyd noodig zou hebben gehad om
alle nadeelen rustig te overwegen, maar by too
groote concurrentie moet je niet lang talmen,
nietwaar? Overigens, beste kerel, heb lk er
niets, niets geen spyt van, hoor!"
Gaston sprong overeind en holde tiaar de
telefoon en even later het huls uit. Paul was
verbluft over een dergelyk optreden, doch toen
hy den volgenden dag vernam dat Ivonne en
Gaston zich dienzelfden avond met toestem
ming van haar ouders hadden verloofd, be
greep hy de situatie eenlgszins.
Over de geheele stad ligt een rose gloed ver
spreid.
Het Carnaval van Satan dreunt nog door de
straten.
By de havens is het een drukte als by een
nationaal feest. Het brandt overal, aan alle
zyden en langs het donkere water staat een
zwarte zoom van menschen met een oneindigheid
als achtergrond. De gezichten staren als gloeien
de maskers naar de vlammende stad. Ik zie de
koppen naast en boven elkaar als de noten en
accoorden op een muziekbalk staan.
Anders kalme geesten zyn door de sensatie
het besef een dag te beleven, die
eeuwig in de Historie zal blyven. heeft velen al
verzoend met de vernietiging van zooveel
grootsch en zooveel schoons.
Vrouwen staan in troepen by elkaar tegen
de hekken aan. zy stellen zich het meest aan.
Ze gillen en kryschen en joelen lachend wilde
grappen in het rond.
In de duistere diepte daarachter, op het em
placement, glijden verliefde paren rond, en
dwepen met de sterren die hier nog zichtbaar
zyn. Van de oude, strenge Spaansche opvatting
dat vrouwen zich na den ondergang van de zon
niet meer op straat zullen begeven, is niet veel
meer over hier: in deze stad is zy reeds lang
weggesleten onder de zolen van de slenteraars
die met de nieuwe tyden nieuwe zeden brachten.
Een eind verderop is het preludium van een
nieuw gevecht. Het begint als een veelbelovend
▼uurwerk met den knal van een granaat»
n Zuld-Amerika gaat het by voetbalwed-
stryden niet zoo behooriyk toe als by ons.
waar de Engelsche sportg»wooQten. het
falr-play en het respect voor den tegenstander,
vry algemeen ingeburgerd zyn. Er zit daar zoo
veel heet bloed, dat de wedstryden er uiterst
temperamentvol zyn, zullen we maar zeggen.
Wie meespeelt mag zich en de zynen wel erg
goed verzekesen, alvorens binnen de krytiynen
te treden. Ook schynt het meedragen vSh een
machinegeweer geen overbodige luxe.
Dit alles bleek ons by de lectuur van het
relaas, dat .De Maandagmorgen" geeft van de
wedstryden om het kampioenschap van Zuid-
Amerika.
Argentinië en Paraguay pleegden het fraaiste
stuk.
Reeds weken van te voren was deze wedstryd
op groote affiches geafficheerd en zooals het
goeden vaderlanders betaamt, voorspelden alle
heeren sportredacteuren van de Argentynsche
bladen een groote overwinning voor Argentinië,
terwyi hun Paragueesche collega's niet anders
schreven dan: „You never can tell”, maar dan
in het Portugeesch of Spaansch.
Eeriyk gezegd hadden de Argentynen het
meeste gelyk, want nog nooit was het in de
geschiedenis van de Zuid-Amerikaansche voet
balwereld voorgekomen, dat Paraguay van
Argentinië gewonnen had. Paraguay was in
deze competitie veruit de zwakste en Argen
tinië zou hoogstwaarschyniyk wel kampioen
worden. Het zou dus idioot geweest zyn om,
vooral nu, nu de Argentynen voor eigen publiek
(dus voor eigen revolvers) speelden, een over
winning van Paraguay te voorspellen.
Enfin, te midden van een intlemen en gezel-
ligen toe.schou werskrmg van 50 000 bezoekers
begonnen de beide landen te voetballen, althans
zy trachtten dit te doen, maar het lukte niet.
Want nauwelyks een minuut na het begin
maakte.
In dit onherbergzame land zochten en vonden
de laatste resten van overwonnen en schier uit
geroeide volken in lang vervlogen tyden een
toevluchtsoord. Het leven was daar hard en
onverblddeiyk, maar het lot, dat hen onder de
slagen van öpdringende. krachtiger rassen uit
de vruchtbare dalen van Burma. Siam en China
verdrejen had. liet hun geen andere keuze.
De wetenschap legt voor deze schamele over
schotten van wat eens groote en machtige vol
ken ^aren, een levendige belangstelling aan den
dag Die wilde bergbewoners immers bewyzen
zonneklaar, door wie de aangrenzende landen
oorspronkeiyk werden bewoond.
Wat Achter-Indië betreft is men er nog
steeds niet in geslaagd een afdoend antwoord
te geven op de vraag, hoe ver de met de Mon
golen verwante oerbewoners naar het Zuiden
zyn doorgedrongen. Het is niet onwaarschyn-
lyk. dat de Maleiers, die de eilanden van Ach-
ter-Indlë bevolken, een sterken Mongoolschen
inslag hebben Is dit inderdaad het geval, dan
moeten er ook Mongoolsche volksstammen tot
hier toe doorgedrongen zyn en kan het niet an
ders. of in de eenzaamheid van het oerwoud
moeten er nog late afstammelingen opgespoord
kunnen worden van die Mongoolsche oerbevol
king.
Het succes der expeditie van het echtpaar
Bematzik ligt nu daarin dat de aanwezigheid
der oorspronkeiyk Mongoolsche Ka-Tong-Loe-
ang’s in het uiterste Noorden van Stam kon
worden vastgesteld.
Het zal wel niet zoo heel eenvoudig geweest
zyn om met deze wilden in contact te komen.
Van vader op zoon hebben zy geleerd, dat heel
de buitenwereld hun vyandig gezind is. Daar
komt nog by. dat zy ook heden ten dage niet
beschermd worden en iedere inboorling, die
toevallig een Ka-Tong-Loeang aantreft, dezen
als een schadeiyk dier zonder meer vermoordt.
De Ka-Tong-Loeang's, die niet over wapenen
van eenige betcekenis beschikken en die weer
loos zyn overgeleverd aan de wreedheid der
vele tygers, welke hun wouden onveilig maken,
kennen dan ook geen andere methode om het
veege lyf te redden, dan altyd maar te vluch
ten en zich zooveel mogeiyk onzichtbaar te hou
den.- zy zyn zoo schuw als geen der dieren van
het oerwoud.
Hun zonderling gedrag en vooral de manier,
waarop zy zich in geval van ontdekking als het
ware op slag onzichtbaar maken, heeft er toe
geleld dat de Inboorlingen een soort bygeloovlge
vrees voor hen koesteren, zy noemen hen de
.geesten der gele bladenomdat vrywel het
eenlge bewys van hun bestaan dat zy ooit in
handen kregen windschermen zyn van ver
droogde bladen die ruw gevlochten zyn rondom
stukken bamboe.
Dr. Hugo Adolf Bematzik. die niet alleen
over veel ervaring, doch ook over een voldoende
technische uitrusting voor zyn werk beschikt,
zal. nadat hy den lichaamsbouw, de taal, het
peil van beschaving, de gedachtenwereld en de
gebruiken der Ka-Tong-Loeang’s. zy het mis
schien ook eenlgszins voorloopig bestudeerde,
met de resultaten vui zyn arbeid ongetwyfeld
ook bulten den kring van het krantenlezend
publiek de aandacht trekken.