ïïCclu&fiaal van den dag a een Het Zeemonster van Nagasaki Revolverschoten op voetbalveld s De Ka-Tong-Loeang’s opgespoord F 750.- F 750.- F 250.- I Kloosters branden Barcelona in INDE OERWOUDEN VAN NOORD-SIAM 1 DONDERDAG 28 JANUARI 1937 concurrent i door DON LOIS ALBARON AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL bfj verte van een band, een voet of een «on I Een huwelijks- Avontuurlijke reis van Duitschen onderzoeker ,Temperamentv°l” spel Schuilplaatsen van een byna uitgestorven volk in een onherbergzaam land 9 wonder der »9 I 1 gevolg ZEVENDE HOOFDSTUK 17 gegrepen (Wordt vervolgd» o 5 Het was dan ook geen wonder, dat Drein, toen h() vijf minuten op het tooneel stond, heelemaal vergeten was wat hy te zeggen had. Drein stond wat je noemt met z'n mond vol tanden en zoowel hij als Plet maakten een paar benauwde oogenblikken door. Daaraan kwam een einde, doordat ze allebei hard van het tooneel wegliepen. wel deze 1 'MVÏMTT’C °P <Ht Blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen ]-f *7^(1 btj levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Le' *7^0 by een ongeval met JI11 lil r*> a» ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen WV« verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen vU»“ doodelljken afloop inds eenigen tijd reeds maakte de Duitsche pers zich ongerust over den heer en me vrouw gcrnatzlk. twee ontdekkingsreizigers, zoo popu- het echtpaar Visser-van Volgens de berichten uit Schotland heeft de smidse te Gretna Green haar privilege verloren. Sedert eeuwen kon de smid van dit gehucht, dat vlak aan de Engelsche grens ligt, trouwlustigen in den echt verbinden- Deze praktijk gaf echter aanleiding tot te veel misbruiken en zoo is thans de smidse van Gretna Green teruggebracht tot het peil van een gewone dorpssmederij. Hierboven een ceremonie in vroeger tijd Ook al sou zijn voorraad films en foto’s be trekkelijk gering zijn en ook al zouden zijn aan- teekeningen over de taal, de gedachten were ld en de gebruiken der Ka-Tong-Loeang’s niet zeer volledig zijn, dan nög blijft zijn ontdekking van groot gelang, dat de Ka-Tong-Loeang’s werkelijk bestaan, dat zjj noch pygmeeën, noch negrito’s, doch verre afstammelingen -an een Mongoolsch ras zijn; bovendien kunnen de zui verste tot nu toe bekende vertegenwoordigers der bamboe-cultuur niet anders dan een zeer waardevbl studiemateriaal zijn voor de weten schappelijke wereld. Buurman: Ik heb de mfyie maar meegebracht, dan kunnen ze elkaar gezelschap houden. (Smith s Weekly) „Ik moet de stad nog in," zei ik opeens. „De stad in? Nu?” „Ik ga den Rector zoeken.” Een van de zusters stond op. ..Bljjft u niet hier?” stamelde zy. Ze waren bang als vogeltjes. Sebastian vroeg echter: ..Komt er nog meer volk in huls?” Ik haalde de schouders op. ..Ik weet het niet. Don Pedro del Torres Misschien En als u hem hebben kunt.” ,Myn huls is al overbevolkt.” grinnikte hu, terwijl hjj met zijn wijsvinger een kringetje teekende rond twee platgeslagen wandluizen op den muur. En hy ging voort: „Als de zusters genoegen kunnen nemen met boven-achter: dan loopen ze niemand in den weg.” En Chiqulta knikte: .Ja. kindertjes, Sebastian zal je wel verwen nen. Maar hij heeft gelijk. We zijn geen logée’s gewend zie je.... Maar de wil is goed. De wil is goed.” De zusters stommelden het trapje op. ,JCn geen spektakel maken,” riep de zeeman haar achterna. Met een gerustgesteld gemoed daalde ik het Ijzeren trapje af naar de straat Tot zoover was het goed gegaan. De zusters waren onderdak Ik weet, dat het btj Sebastian wemelt van de wandluizen. Nou ja.... Men kan wel viool spelen, al is het instrument geen Stradivarius. Was eigenlijk meer een vergissing dan boefachtigheid, dat Piet Prikkel en Drein Drentel vergaten hup tooneelpakjes uit te trekken. Ze hadden allebei een hoop levensmoed en trokken dus verder. „Als 't moet, dan loopen we naar Naga saki”. zei Piet, „dat zeemonster loopt niet weg Dat is tamelyk dichtbij. Men went aan schie ten als aan onweer. De strud ontwikkelt zich over een groot terrein, van hier tot aan de brandende kerk van O. L. V. ter Zee. De groot ste moeilijkheid is bij zoo’n gelegenheid niet, om weg te komen maar om te weten in welke rich ting men zal vluchten. Het was een geheel nieuwe combinatie die slaags was geraakt. De troepen van de regeering vochten tegen de Arbeiders-militie. De Inzet was het College. De hardhandige confiscatie, waartoe men over wilde gaan zoo hoorde ik later was In strijd met de persoonlijke gevoelens van den President van het Uitvoerend Comité, zoodat we hier te maken hebben met een intieme knokpartij, om zoo te zeggen, in den boezem van de regeering zelf. De president heeft hier zijn opvoeding genoten. Dit is een daad van treffende piëteit en tenge volge hiervan ligt het heele huis in puin. „Dit is mijn moeder, dit is mijn vader en hier is mijn hondje," stelde Ivonne eenlge we ken later Gaston voor, toen hjj zyn eerste be zoek aan de familie bracht door toevallige om standigheden. want hij had meermalen zich zelf beloofd, niettegenstaande alles, vrijgezel te blijven. Zoo by een kopje thee, deed zich de uitnemende gelegenheid voor, dat Ivonne een foto aan Gaston liet zien van een eieganten jongeman met zwart haar en een onleesbaar onderschrift. „Wie is dat?” vroeg Gaston met bepaalde vermoedens. .Dat is nu de Italiaan, waarover ik sprak.” aet Ivonne bekoorlijk lachend. „O. de Italiaan, die ideale man. En in toa st hen ben ik soon ezel geweest o«n te denken dat je dien kerel zou vergeten, als ik met je ging wandelen, een theater bezocht en je aan genaam trachtte te zijn. Een Italiaan, een buitenlander, is echter veel Interessanter, niet waar?" En Gaston bemerkte in zijn opgewon denheid niet eens dat Ivonne hem ditmaal geen antwoord gaf. Gaston had al enkele vergaderingen afgezegd, nu verliet hy aelfs enkele vereenigingen, om maar tyd te besteden aan Ivonne. maar hy bleef volhouden dat hy tóch vrygezel zou blij ven. .Kyk eens.” juichte Ivonne op een avond. ren.' zelde Gaston tactvol, onge lukkig in bet spel.... Nietwaar? Nu moest u nog alleen een Italiaan leeren kennen....” „O. die ken ik al,” onderbrak Ivonne hem lachend. .Dezen zomer komt hy hierheen! Er lieb zoo’n schitterende foto van hem.' Toen vyf minuten daarna Gaston aan Ivonne een goede nachtrust wenschte had hy een toe stemmend antwoord ontvangen op zijn verzoek uit beleefdheid natuurlijk in de volgende week naar een theater te gaan. -pw eeds eenigen tyd waren Paul en Pauline IV getrouwd en ze waren overgelukkig. Zoo v zelfs dat Pauline niet anders wilde dan ook anderen gelukkig te zien. Daarom zei ze op een avond tegen Paul: „Die vriend van je. Gaston bethel ik, dat is een aardige jongen, Paul.” ..Zoo. vind je?" vroeg Paul heelemaal niet geïnteresseerd. •Ja, en ik weet dat Ivonne hem heel graag mag." „O, juist. Nou. dat is dan wel prettig voor liaar.” vond Paul. •Maar ik geloof ook. dat ze van hem houdt, zie je. en ik denk dat ze bet heeriyk sou vin den als hy haar vroeg.” „Zeg eens" zei Paul. .Je weet toch dat Paul een verstokte vrygezel ia en niet aan vrouwen of trouwen denkt?" .Dat dacht JU vroeger immers ook niet, Paul. Maar daarom kan hy toch Zaterdagavond wel eens by ons komen bridgen?" meende Pauline. ..Met drie man kun je niet bridgen," zei Paul volkomen logisch. JMn zullen we Ivonne ook uitaoodigen. vind je dat goed?” Aldus ontvingen den volgenden Zaterdag Paul en Pauline een ouden vriend en een jeugdvriendin als bridge-gasten en ontmoetten Ivonne en Gaston elkander voor het eerst tij dens een langen genoeglyken avond in hulse- lljken kring. Pauline vond tyd om tusschen het kaarten door een enthousiast verhaal te doen over de schoonheid van Italië, waarheen zy met Paul haar huwelyk-sreis had gemaakt, en Ivonne deed de opmerking: „Ik zou alleen van een Italiaan kunnen hou den. Italianen lyken my Ideale menschen." „Dat zei Pauline vroeger van de Britten ook. en toch heeft ae my genomen,” merkte Paul eenlgszins zegevierend op. Gaston hoorde dit dlum. toen de ontdekking vin het D. radio een zoo kolossale onderneming overbodig Spanje praat: zelfs als het wordt platgebrand en doodgemarteld. De discussie om de discussie. „Juan," begon ik, „met hoogere geestelyke waarden bedoel ik niet de kunst, niet de weten schap en niet de literatuur. Ik bedoel nog heel Iets anders. Ik wil zeggen, dat de kloosterlingen op den hoogsten top staan van de samenleving. Dat in hun leven In de hoogst mogelyke vol komenheid wordt uitgedrukt, wat God met de schepping en de verlossing van de menschen bedoeld heeft” „Huy." zei Juan. .Kun Je dat niet wat duide lijker zeggen?" „Misschien wel.” Het was doodstil in de kamer. .God schiep de zonnebloem....” .God?" zei Juan. .Kou ja...” Juan was breed van opvatting. God mocht er dan wel by komen, om my een pleiziertje te doen In werkeiykheid dacht Juan: -Hy is niet wyzer.” •Als het zaad van de zonnebloem ontkiemt. hoopen te zien ronddolen. Maar hy was nergens te zien. Een der muren van de kapel was inge stort en het tongewelf hing als geblakerd spaan- derhout omlaag Gebroken beelden lagen naast de weggebrande voetstukken. Het was een groote ruïne. J Aan den kant van den geopenden muur moes ten de zusters liggen. Er waren vermoedslyk enkele vrouwe! yke hyena's geweest, want de lyken waren reeds gedeeltelik beroofd van haar poover bezit. Sluiers waren afgerukt en kleeding- stukken weggeroofd. Thans liggen de lyken half bedolven onder den ingestorten muur. Uit de grotten van het puin sloop onver wacht een donkere gedaante naar my toe. Het spreekt vanzelf, dat ik eerst aan Don Pedro dacht, maar ik zag den omtrek van een andere figuur. De man strompelde gebogen door de heete asch en porde met zyn stok in de flarden en smeulende resten, die overal te walmen lagen. Hy had my gehoord en zocht in de richting van het geluid. Toen hy my zag, kwam hy rechtstreeks naar my toe. Grinnekend wees hy op de lyken in het puin. Ik zag opeens, dat ik te doen had met een halven ididoot. De man had een dringende behoefte om zyn onkiesche praatjes te luchten. Om hem kwyt te raken, ging ik heen, maar hy llëp broederiyk met my mee. Aanvankelyk had hy weinig mee te deelen, dat zich voor publicatie leent Het eras trouwens ook niet nieuw of interessant en Zelfs op zijn geliefdkoosd terrein toonde deze Imbeciel ontstel lend weinig geest te bezitten. Juan, dan dringen de worteltjes in den grond. Het zyn sappige, sterke stengels, die in de diepte voedsel zoeken voor de kiemende plant en zy brengen het over naar den stengel, die krachtens zyn instinct krachtens zyn ingeschapen ver langen.... omhoog dringt naar het licht.” .Met dat licht wordt natuurlyk God be doeld viel Juan my in de rede. .Duister: de stengel ontwikkelt zich, hy groeit omhoog en er schieten bladeren uit, die hun eigen doel nastreven voor het instandhouden van de heele plant." Juan luisterde opeens in ernstige aandacht. Een der zustertjes had de oogen opgeslagen en ving een hartelyken glimlach van Chiqulta op. .Maar in den top van den stengel, op de uiterste grens tusschen plant en licht, daar ont luikt de bloem: de stille zwygende bloem. In die bloem eindigt de hevige drang van het Instinct van het verlangenen zy heeft niets anders meer te doen dan het licht te vangen en Gods schoonheid te verkondigen. En in het rykste deel daarvan, in het hart.... daar ligt het zaad te rijpen." Chiqulta knikte tevreden. Juan was er stil van geworden. Voor het eerst zag hy het ideaal van een Christelyke samen leving duldeiyk voor oogen staan. „U wilt zeggen," ze hy na een poos, „de plant is de maatschappy en de bloemen zyn de kloos terlingen.” ..Natuurlyk." bromde Sebastian, „dat ligt er dik genoeg op. zou ik denken.” In de stilte zaten we te luisteren naar het verwijderde gedonder van kanonnen. „Nu moet ik een Alpinist van u hebben, oom." zei Pauline tot haar oom Marcel, wien ze glimlachend de foto teruggaf van dén Ita liaan Benjamino Brado, zooals zy hem vroeger de foto van den Engelschen uitvinder Walter Statson had jeruggebracht. Oom Marcel deed de foto in zyn verzame ling en zocht naar de foto van een Zwitser. Daarop reikte Pauline enkele uren later aan haar vriendin Constance een foto over van den Alpinist Wilhelm Stolzer en diens daarby be- hoorend handschrift.... Wederom zou een verstokte vrygezel tegen zyn concurrent vechten en uit een succesvollen stryd als overwinnende held te voorachyn tre den. besluit voor altijd vrygezel te blyven. „Je weet dat Ivonne maar vyf minuten van hier woont, dus breng jy haar wel even thuis, schryft." nietwaar Gaston?" vroeg Pauline als een vol leerd diplomaat by het afscheid. De beleefd heid deed Gaston aan zyn plan verzaken om. in uiterste instantie. Ivonne slechts tot de tramhalte te vergezellen. De kaartavond had aan Gaston echter by- gebracht, dat Ivonne bulten een slecht bridge- sp» ekster. een alleraardigst, bescheiden, blond meisje was. dat tegelijk intellectueel en vat baar was voor humor. Tien minuten na het vertrek by Paul en Pauline, liepen Ivonne en Gaston nog vroolijk pratend hun „blokje rond", om even van de frissche lucht te genieten. „U heeft één gulden vyf twintig verlo- Het spreekt vanzelf, dat de directeur van den schouwburg hee lemaal niet tevreden was en tegen hen zei, dat ae maar beter deden met onmiddeliyk te vertrekken. Dan gebeiflffln er geen ongelukken, zei-le. Piet en Drein vonden het natuurlyk treurig, maar niettemin gaven ze terstond gevolg aan ultnoodlging. maakte Paraguay het eerste doelpunt. Het ge volg hiervan was, dat de Argentynen nerveus werden en niet meer wisten hoe ze verder moesten spelen, maar Paraguay was nog ner veuser. omdat ze bang waren voor de gevolgen van dit stoute stukje (Paraguay ligt nJ. niet aan zee). En jawel, nauwelyks was er weer afgetrapt of de eerste revolverschoten knalden, alle spe lers vielen op aanwyzlng van hun resp. trainers plat op hun bulk om niet gewond of gedood te worden en het publiek stroomde het veld op. Het beweerde het niet eens te zyn met de lei ding. De Argentynsche spelers die in deze overstroomlng een prachtgelegenheld zagen om de gelederen van hun tegenstanders te decl- meeren, openden een offensief op de Para- gueezen. Pas uit den oorlog tegen Bolivia wisten de laatsten echter hoe men zulke offensieven moet opknappen, met het gevolg, dat na een veld slag van ongeveer een kwartier de scheids rechter den bal moest opstuiten tusschen twee ploegen van negen spelers. Van elke party wa ren twee spelers zwaar gewond naar het zie kenhuis vervoerd. Indien wy U het verloop van den wedstryd precies zouden moeten vertellen, zou V twaalf maal zoo’n kort intermezzo tegenkomen. Intus- schen had Paraguay met 42 de leiding geno men en had dezen voorsprong kort voor het einde nóg. Enkele spelers van Argentinië gin gen hiermee niet accoord en trachtten door een nieuw offensief nog enkele tegenstanders buiten gevecht te stellen. Toen greep echter de politie in. Enkele in specteurs kwamen het terrein op en terwyi ze hun sabels trokken, verzochten zy twee spelers vrlendeiyk het terrein te willen verlaten, omdat zy voor de samenleving gevaariyk werden. De spelers verzochten den Inspecteurs hetzelfde, aangezien zy tot geen van de belde ploegen be hoorden en dus niets op het terrein te mazen hadden. Daar echter in zulk een wedstryd ge- woonlyk het recht van den sterkste geldt, namen de wetsdienaars de spelers onder den arm en verdwenen er mee in een politiewagen. Ztoo had Argentinië nog maar 7 en Paraguay nog steeds 9 spelers over. Dat Argentinië zyn achterstand niet meer kon inloopen spreekt van zelf. Het verloor den wedstryd, omdat het dacht stukken sterker te zyn, maar daarby één ding vergat. nJ. te voetballen. Men heeft my wel eens verteld, dat een land schep. waarover een wolk van sprinkhanen is heen gewaaid, zóó troosteloos en leeg er uit ziet, dat men feiteljjk niet meer van een land schep spreken ken. Zoo was het ook met het klooster van St Joseph. Na den aftocht van de roode sprinkhanen, en nadat de gewone mode haan had uitgewoed, was het moeliyk om nog van een klooster te spreken. Er stond een puin hoop te rooken. het had ook een fabriek kunnen zyn. Een vleugel van het gesticht brandde nog maar er was niemand meer in de buurt, die zich ervoor interesseerde. Ook Don Pedro niet. Ik had gehoopt hem hier nog by de puin- aan gene zyde onzer Oostergrenzen lair als ten onzent t Hooft. Thans is uit Bangkok te Berlyn een. telegram ontvangen, volgens hetwelk dr. Hugo Adoif Bematzik en zyn vrouw, na ruim drie maan den niets meer van zich te hebben laten hooren, behouden zyn aangekomen te Nan, de oude koningsstad der Lao's, in het Noorden van Siam. Tydens een moeizame en gevaariyke expeditie* is het hun gelukt, in de oerwouden, welke ds woeste berghellingen van Noord-Slam bedek ken. de Ka-Tong-Loeang's op te sporen, een wilden volksstam, waarvan tot nu toe niet met zekerheid viel te zeggen, of hy bestond of niet. De bergketen, die de grens vormt tusschen Siam en Annam, is uiterst steil en dicht begroeid met vrywel nog onbetreden wouden. Het echt paar Bernatzik waagde zich, slechts van een zeer klein aantal dragers vergèzeld, in deze wil dernis. waar het ondanks alle ontberingen, een ondraaglyk klimaat en groote'Svederspannlgheid van de zyde zyner bygeloovlge inheemsche reis- genooten, een marsch van vier lange weken wist vol te houden. Deze enorme inspanning en dit bewonderenswaardige doorzettingsvermogen werden rykelyk beloond. Dr. Hugo Adolf Bematzik en zyn vrouw ont moetten vier verspreid wonende troepen Ka- Tong-Lheangs. zy slaagden er in. het vertrouwen van deze Wilden te winnen. Ze leefden eenlge maanden met hen tezamen en waren op die wyze in staat om diepgaande antropologische, linguïs tische en ethnologlsche studies te maken. Dr. Hugo Adolf Bematzik, die de onkosten zyner expeditie voor een belangryk deel bestrydt uit de opbrengst van de bydragen, welke hy regelmatig aan verschillende Duitsche kranten levert, kon in het korte telegram, waarmee hy de redacties der bladen, wier geregelde mede werker hy is, gerust stelde omtrent zyn lot, mededeelen, dat de Ka-Tong-Loeang’s de uf- stammelingen zyn van een Mongoolsch ras. die een zeer primitieve, doch eigen en zelfstandige taal spreken en die de zuiverste nog levende vertegenwoordigers zyn der zoogenaamde bam boe-cultuur. Het is voor den tweeden keer, dat dr. Hugo Adolf Bematzik tydens zyn huidige expeditie een onbekend volk ontdekt. Alvorens hy de bin nenlanden van Siam in trok, stelde hy op den oever van den Indischen Oceaan het bestaan vast der Seine ng's, een volk, dat uitsluitend op het water, niet in paalwoningen of iets derge- lyks, doch op booten leeft. Deze ontdekking baarde nogal eanlg opzien, daar de Seloeng’s niet in de schier onbegaanbare en nog ondoor- vowshte gebieden, welke in den regel 1 reisdoel van exploratie-reizlgers zyn, ontdekt werden, doch in tegendeel, om zoo te zeggen, aan den rand der beschaving leven. Het was geen bloot toeval, dat dr. Hugo Adolf Bematzik op de grens van Siam en Annam in contact kv^am met de Ka-Tong-Loeang's. Reeds eerder was het bestaan dezer wilden gesigna leerd. Intusschen wist de wetenschap echter nog steeds niet, wat zy aan de Ka-Tong- Loeang’s had. Waren het primitieve menschen of een onbekend soort intelligente apen? Be stonden zy alleen maar in de verbeelding van bygeloovlge inboorlingen’ of dankten zy hun ontstaan aan de grootspraak van een paar jagers-op- grof-wild? Het is de verdienste van het echtpaar Ber natzik ook al kan men op het oogenblik nog niets zeggen omtrent de waarde van het ver zamelde wetenschappelyke materiaal dat het bestaan, de verblyfplaats en het peil der be schaving van de Ka-Tong-Loeang’s thans geen raadsel meer is. Wanneer men vanuit Bangkok de Me-nam op vaart, komt men na een lange en vermoeiende reis in de aloude Koningsstad Nan aan. Nan ligt op de grens van een gebied, zoo onbekend als de wereld er maar weinige meer telt. Vier staten raken hier elkaar: het Achter-Indiscne Burma, Siam, het Fransche Indo-China en de Zuidelykste ultlooper van het Chineesche Ryk, maar niettemin is het een niemandsland: geen grens is er scherp getrokken, men vindt er geen soldaten en geen politie, er bestaat geen ge schreven wet. De woeste, steile bergen, dse grootendeels schuil gaan onder de woekerende wildernis van het oerwoud en de grillige kloven, waardoor on tembare stroomen hun weg naar de dalen zoe ken, hebben practisch nooit de belangstelling van de buitenwereld genoten behalve dan in de dagen, dat men er over dacht om Indo-China telefonisch met Siam te verbinden. Deze pio niersarbeid was echter nog in zyn eerste sta- en .n>m.. onwrikbaar lk brief gekregen van ndJn Italiaan!” en zy hield hem een enveloppe onder den neus. .Moet je eens hooren. hoe heeriyk dat klinkt, ging Ivonne verder, terwijl ze dep brief openvouwde. Jïler lees eens: „Carissimaen dan aan het slot „tutto U mlo suore." Prachtig, niet Gaston?" „Onzinnig." zei Gaston. „Onzinnig?” herhaalde Ivonne verbaasd. .Katuurlyk. Ik versta heelemaal geen Ita- liaansch, hoe zou lk 't dan kunnen lezen?” bromde Gaston. „Och ja! Nu er staat in dat hy beslist hier heen komt. En dan wil hy ook myn hand vragen en....” „En dan ge je hier weg. uit je land vandaan, om naar zoon stelletje bergen en wat blauwe lucht te kyken. Zoolets noem ik ongehoord, zoolets....” .Met schelden zul Je t niet erger maken,” meende Ivonne, en Gaston zweeg. Des avonds be sloot hy eerst met Paul te gaan pra ten. „Hoe heb jy eigenlyk je vrouw leeren kennen?' begon Gaston het Interview. „By haar vriendin Marianne op een bridge avond," zei Paul. .Kou ja, dat is vriendschappelyk. Je kent elkaar, leert elkaar beter kennen en wordt vrienden. Ik bedoel, wanneer kreeg je idee, dat ae wel eens Je vrouw kon worden?' „O. eenige weken later.” geloofde Paul. „En wanneer heb je haar gevraagd?” Met Gaston meedoogenloos het verhoor voortgaan. .Ja. eigenlyk hol over bol! Dat kon niet ar.ders, zie je. Ze had namelijk kennis aan een Engelschman. die haar uitstekend scheen te be vallen Ze had me zün foto laten zien en 't was «erkeiyk een patente kerel. En ze vertelde me dat hy haar geschreven had. dat hy over kwam om haar te vragen Toen heb ik afge zworen vrygezel te zyn. omdat lk het hopeloos jammer zou vinden, als zoo'n aardig vrouwtje hier werd weggehaald, om altyd in een dikken mist te wonen. Je begrypt. dat lk anders nog wel eenigen tyd noodig zou hebben gehad om alle nadeelen rustig te overwegen, maar by too groote concurrentie moet je niet lang talmen, nietwaar? Overigens, beste kerel, heb lk er niets, niets geen spyt van, hoor!" Gaston sprong overeind en holde tiaar de telefoon en even later het huls uit. Paul was verbluft over een dergelyk optreden, doch toen hy den volgenden dag vernam dat Ivonne en Gaston zich dienzelfden avond met toestem ming van haar ouders hadden verloofd, be greep hy de situatie eenlgszins. Over de geheele stad ligt een rose gloed ver spreid. Het Carnaval van Satan dreunt nog door de straten. By de havens is het een drukte als by een nationaal feest. Het brandt overal, aan alle zyden en langs het donkere water staat een zwarte zoom van menschen met een oneindigheid als achtergrond. De gezichten staren als gloeien de maskers naar de vlammende stad. Ik zie de koppen naast en boven elkaar als de noten en accoorden op een muziekbalk staan. Anders kalme geesten zyn door de sensatie het besef een dag te beleven, die eeuwig in de Historie zal blyven. heeft velen al verzoend met de vernietiging van zooveel grootsch en zooveel schoons. Vrouwen staan in troepen by elkaar tegen de hekken aan. zy stellen zich het meest aan. Ze gillen en kryschen en joelen lachend wilde grappen in het rond. In de duistere diepte daarachter, op het em placement, glijden verliefde paren rond, en dwepen met de sterren die hier nog zichtbaar zyn. Van de oude, strenge Spaansche opvatting dat vrouwen zich na den ondergang van de zon niet meer op straat zullen begeven, is niet veel meer over hier: in deze stad is zy reeds lang weggesleten onder de zolen van de slenteraars die met de nieuwe tyden nieuwe zeden brachten. Een eind verderop is het preludium van een nieuw gevecht. Het begint als een veelbelovend ▼uurwerk met den knal van een granaat» n Zuld-Amerika gaat het by voetbalwed- stryden niet zoo behooriyk toe als by ons. waar de Engelsche sportg»wooQten. het falr-play en het respect voor den tegenstander, vry algemeen ingeburgerd zyn. Er zit daar zoo veel heet bloed, dat de wedstryden er uiterst temperamentvol zyn, zullen we maar zeggen. Wie meespeelt mag zich en de zynen wel erg goed verzekesen, alvorens binnen de krytiynen te treden. Ook schynt het meedragen vSh een machinegeweer geen overbodige luxe. Dit alles bleek ons by de lectuur van het relaas, dat .De Maandagmorgen" geeft van de wedstryden om het kampioenschap van Zuid- Amerika. Argentinië en Paraguay pleegden het fraaiste stuk. Reeds weken van te voren was deze wedstryd op groote affiches geafficheerd en zooals het goeden vaderlanders betaamt, voorspelden alle heeren sportredacteuren van de Argentynsche bladen een groote overwinning voor Argentinië, terwyi hun Paragueesche collega's niet anders schreven dan: „You never can tell”, maar dan in het Portugeesch of Spaansch. Eeriyk gezegd hadden de Argentynen het meeste gelyk, want nog nooit was het in de geschiedenis van de Zuid-Amerikaansche voet balwereld voorgekomen, dat Paraguay van Argentinië gewonnen had. Paraguay was in deze competitie veruit de zwakste en Argen tinië zou hoogstwaarschyniyk wel kampioen worden. Het zou dus idioot geweest zyn om, vooral nu, nu de Argentynen voor eigen publiek (dus voor eigen revolvers) speelden, een over winning van Paraguay te voorspellen. Enfin, te midden van een intlemen en gezel- ligen toe.schou werskrmg van 50 000 bezoekers begonnen de beide landen te voetballen, althans zy trachtten dit te doen, maar het lukte niet. Want nauwelyks een minuut na het begin maakte. In dit onherbergzame land zochten en vonden de laatste resten van overwonnen en schier uit geroeide volken in lang vervlogen tyden een toevluchtsoord. Het leven was daar hard en onverblddeiyk, maar het lot, dat hen onder de slagen van öpdringende. krachtiger rassen uit de vruchtbare dalen van Burma. Siam en China verdrejen had. liet hun geen andere keuze. De wetenschap legt voor deze schamele over schotten van wat eens groote en machtige vol ken ^aren, een levendige belangstelling aan den dag Die wilde bergbewoners immers bewyzen zonneklaar, door wie de aangrenzende landen oorspronkeiyk werden bewoond. Wat Achter-Indië betreft is men er nog steeds niet in geslaagd een afdoend antwoord te geven op de vraag, hoe ver de met de Mon golen verwante oerbewoners naar het Zuiden zyn doorgedrongen. Het is niet onwaarschyn- lyk. dat de Maleiers, die de eilanden van Ach- ter-Indlë bevolken, een sterken Mongoolschen inslag hebben Is dit inderdaad het geval, dan moeten er ook Mongoolsche volksstammen tot hier toe doorgedrongen zyn en kan het niet an ders. of in de eenzaamheid van het oerwoud moeten er nog late afstammelingen opgespoord kunnen worden van die Mongoolsche oerbevol king. Het succes der expeditie van het echtpaar Bematzik ligt nu daarin dat de aanwezigheid der oorspronkeiyk Mongoolsche Ka-Tong-Loe- ang’s in het uiterste Noorden van Stam kon worden vastgesteld. Het zal wel niet zoo heel eenvoudig geweest zyn om met deze wilden in contact te komen. Van vader op zoon hebben zy geleerd, dat heel de buitenwereld hun vyandig gezind is. Daar komt nog by. dat zy ook heden ten dage niet beschermd worden en iedere inboorling, die toevallig een Ka-Tong-Loeang aantreft, dezen als een schadeiyk dier zonder meer vermoordt. De Ka-Tong-Loeang's, die niet over wapenen van eenige betcekenis beschikken en die weer loos zyn overgeleverd aan de wreedheid der vele tygers, welke hun wouden onveilig maken, kennen dan ook geen andere methode om het veege lyf te redden, dan altyd maar te vluch ten en zich zooveel mogeiyk onzichtbaar te hou den.- zy zyn zoo schuw als geen der dieren van het oerwoud. Hun zonderling gedrag en vooral de manier, waarop zy zich in geval van ontdekking als het ware op slag onzichtbaar maken, heeft er toe geleld dat de Inboorlingen een soort bygeloovlge vrees voor hen koesteren, zy noemen hen de .geesten der gele bladenomdat vrywel het eenlge bewys van hun bestaan dat zy ooit in handen kregen windschermen zyn van ver droogde bladen die ruw gevlochten zyn rondom stukken bamboe. Dr. Hugo Adolf Bematzik. die niet alleen over veel ervaring, doch ook over een voldoende technische uitrusting voor zyn werk beschikt, zal. nadat hy den lichaamsbouw, de taal, het peil van beschaving, de gedachtenwereld en de gebruiken der Ka-Tong-Loeang’s. zy het mis schien ook eenlgszins voorloopig bestudeerde, met de resultaten vui zyn arbeid ongetwyfeld ook bulten den kring van het krantenlezend publiek de aandacht trekken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 17