Zwervende kinderen in Spanje Het Zeemonster van Nagasaki ïïldu&Aaal van den dag I I I f F 750.- F 750.- F 250.- Kloosters branden Barcelona I I I tn, BOEKENSCHATTEN in MEEN DAN 50.000 ZIJN ER DAKLOOS I Um- Tienduizenden weezen ran Zijn wraak Merkwaardige tempel In Britach-Indië s door DON LOIS ALBARON u ZATERDAG 30 JANUARI 1937 JU 1 I i i Op de weekmarkt WOU (Ned. Chr. Persbureau). blik. s (Wordt vervolgd) I hu was. Zoo kwamen Plet Prikkel en Drein Drentel In de buurt van beroemde Grieksche bouwvallen terecht. „Zeg, Plet”, zei Drein, .zouden we die afbraak saampjes eens opruimen?" .Ben je gek” antwoordde Piet, „dat zün de beroemde Grieksche tem pels. Laten we ae liever een beetje opknappen!” •rjagen, die zooveel I trachten iets van Thans was het een bedn Wat voor de meesten op Alle kleuren werden gebroken i lampen en iets grauws en 32 00 lOl o: 21 ACHTSTE HOOFDSTUK Miguel was Stalin niet. Hij was selfs niet van een ander metaal. HU was een gevoelige jongen, maar dit gevoel was stijf omvlochten met een net van gespannen zenuwen. Dr Ir. H. G. van Beusekom te Den Haag schrijft ons nadere büzonderheden over den. na- tionallstlschen tempel die te Benares in Brttsch- Indië werd opgericht, nJ. als volgt: re en dat hU zelf zou beatelguto. zich, :n. Twee pootlge rerp van behoor- llllg werd I een zaak, t be- inds- tljjke der orgd. bin- be- aak- ,rd: fel» Ulo m: m- rel en JO: 25, bad- t en tter- piur die len- en*, stlg ge na gen fa- >uw uist at- een •m- iley 2— ooi Au; ooi 7— ien 1 - KX. 15 - "boeken, .deli. Men jaagt thans ifv’rig naar de om het gebouw van het Inzicht van den grond af op te bouwen. .Die drieledige kerk is een mooie allegorie," zei hü. ..en als zoodanig voel ik er wel wat voor. Maar het is allemaal uit den tüd en te vaag. Wü met onze beweging staan met twee beenen op den grond." Ik herinnerde hem aan de binnenplaats van da kazerne. .Ja. dat heb Ik gezien.” zei Ik. „maar er zijn daar velen, die dat niet meer zeggen kunnen." Om mü een plelzier te doen deed Miguel wat water in den wijn. Het is algemeen bekend, dat Grieken niet tegen een grapje kunnen. Ze zagen van ^it optreden van Plet en Drein de aardigheid heelemaal niet In en pakten hen beet om hen er uit te gooien. Hetgeen dan ook gebeurde. Tn een minimum van tüd zaten Plet Prikkel en Drein Drentel In het gras. MJ wegflM van een hand, •en roe* et mb «os ffu komt weer vraag naar oude 5 De schrijvers worden weer geteld. Wat zal er met deze ongelukkige kleinen ge beuren? Wie zal er voor hen zorgen? Waar guii^^^^^terdakvinden? Eertijds werkte in „Protection de Menores” (Bond voor Kinderbescherming). Doch deze nuttige Instelling is door de Repee- ring opgeheven. De groote kindertehuizen zün WtvM had zien stappen met ImmnmLsM postuur? Nu, dat kwam uM, want ik 1 zelf. Ik kan je niet zeggen. hoe dankbaar ik me jegens je gestemd voelde, toen je me je wraakplannen ontvouwde. Nu konden we onze maatregelen nemen. Alle bewoners van perceel 59. zoowel als van 57 hebben we op de ko mende gebeurtenissen voorbereid, omdat we niet wisten, aan wie je de gefingeerde bestel lingen had opgegeven. Als Ik daar achter had kunnen komen, bad ik alles afbesteld, dat be loof ik!" „En die dame, die daar nog altijd voor het raam zit,” Wlm durfde het tweetal niet meer aanzien. „Die.” zoowel Willy als Leo vermaakten zich uitermate en lachten hardop, „dat is een aan gekleeds pop, meer niet. We vonden het wat aardiger voor jou. Je hebt nu tenminste enkele minuten in den waan verkeerd, dat je Willy vopr haar wangedrag naar jou opvatting althans behoorlijk hebt beetgenomen. Gezien de desillusie, die zou volgen, hebben we je dit pretje van harte gegund. Prosit. Op den ge weldigen afloop!'^ Drein Drentel, die zich ook met alle geweld verdienstelijk wilde maken, stemde hiermee In en nog denzelfden middag waren Plet Prikkel en Drein Drentel druk aan 't werk. Alle zullen, alle ruines en tempels kregen een verfje en weldra zag de heele Areopagus (zoo heette dat zaakje daar) eruit als een groote kermis. mijnheer bij Ba lmeester koningin, neer he pen te nstands- -r staan sterdam te zaak" ehoeven uffrouw laar ge- sn een Is, zoo- gemelde ïrsllndt. haar hat ik uit een fie van s, wat tverga- e bera- it mid- éenlg- lidden- vaarom stand- ►uwens, I en ik lidden- szaken ffrouw an om en, en ebben, ■achtig ■eet u, ge- dat sprin- waar- bestij-t n van i onze indste frouw nkljjk u alle land- frouw t het 1 den ge- de plaats van God ingenomen. In Indlë stelt men het land op de plaats van de oude gó den. Deze tempel Is een merkwaardig voorbeeld van de tegenwoordige ontwikkeling van het na tionaal bewustzijn. Ook In Indlë blijkt het be- trekkelljke op de plaats van het absolute te worden gesteld. Het nationalisme wordt zelfs een religie. Voor de andere godsdiensten, de oude Indische zoowel als het Christendom, bergt deze ontwikkeling groote gevaren In zich. Door deze verstrakking van het begrip natio nalisme wordt het moeilljker om als Hindoe of Christen nationaal gezind te zijn. In het bij zonder de zending en de inheemsche kerk ko men voor de zware taak te staan, te laten zien, dat een Indiër tegelijk een goed Christen en een goed vaderlander kan zjjn. tingen en het geld zijn verdwenen. De subsi dies werden niet meer verleend en de kleine verpleegden, soms van vier of vijf jaar oud. zwerven langs de straten en wegen, bibberend van kou. Het meest kan men nen vinden In de nabil - heid van het front. Zij weten reeds, daar Is de meeste kans, wat voedsel machtig te wor den. In de door de Nationalisten bezette ge bieden schijnt men de kleine zwervers te ver- samelen en brengt hen onder bü burgers, ui ziekenhuizen, In scholen en In de niet ver woeste kloosters van de steden Burgos, Valla dolid. Toledo. Duizenden evenwel zoeken be scherming bij de Tertio, de Regulares en bü de Mooren. Ja, bU de zoo gevreesde Mooren van het Riff gebied, die men voor barbaren houdt. Doch menschelljker en beschaafder toonen zich deze mohammedaansche kleurlingen dan menig Europeaan. Men ziet de Moorsche soldaten met de kleine havelooze schooiertjes aan de hand langs de wegen trekken. Van hun soldij koo- pen zjj voor hun kleine beschermelingen lek kernijen en eten. Ze doen wat ze kunnen, om hun leed te verzachten. Treffend ook Is het te gen. hoe in de kampen der Regulares voor dé kleinen gezorgd wordt. Geharde krijgers ver plegen de ultgepptte kinderen met een Ilefd» en zachtheid, die men aan een oorlogsfront niet zoeken zou. Doch deze mannen denken aan hun eigen kinderen, die zü hebben achter gelaten en die misschien de hulp van anderen zoo hard noodlg hebben. Maar ook bü de andere strijdende partij vindt men natuurlijk Uefdevolte menschen, die wat voor de ongelukkige stumpers doen. Lang niet allen zijn het er mee eens. dat het goed Is geweest „religieuzen te voor de jeugd deden, en zij hun werk over te nemeh. Zoo staat b.v. de dochter van den Spaanschen minister Prieto san het hoofd van eenige kindertehuizen. Het aantal is echter groot, de omstandighe den zijn moeilijk, er is aan alles behoefte en de krijg verspreidt verschrikking. Er spelen zich nog ontzettende tooneelen af onder die zwervende kinderen. Volgens de getuigenissen v»n vluchtelingen moeten er in de spelonken van de bergketens van Guadarrama. Navace- rada. Los Molinos en Cercedllla hoepen be vroren lijken van deze kinderen gevonden zijn ZU verbergen zich achter alles, wat maar eenige beschutting bieden kan Een oorlogscor respondent vond tusschen wat armzalig huis raad langs den weg vijf doodgevroren kinderen. Het was op den landweg1 tusschen Maqueda en Santa Céuz de Retamar. Een heldhaftig voorbeeld van moed en zelf verloochening gaven de nonnen van het laat ste klooster dat zich nog In het roode Madrid bevond. Onder het dreigende doodsgevaar werkten de kloosterlingen voort, onder leiding van haar overste, een zuster van den beken den Spaanschen dramaturg Pedro Munez Seca. Enkele dagen geleden kwam er uit het klooster een boodschap bij den „Raad van Kinderbescherming” om Iemand te zenden, aan wien men de driehonderd weesmeisjes kon overgeven, die men uit de straten der hoofd- -w j-aast de komst van onze eerste ge- loofsverkondigers. naast het herstel A val? MW8 godsaehstvrljh^ijMm van - bet regelmatig Kertee^jk bestuur, aohten WU de stichting der katholieke Unlversl- teit eene der voornaamste gebeurtenissen "In onze vaderlandsche kerkgeschiedenis Het Hoogwaardig Episcopaat tot de Katholieken van Nederland, 8 Sept. 1931. Ik had dikwijls met Mlguel gediscussieerd. Maar dat was In een tUd, dat Barcelona praatte. Nu staan wü echter voor de Daad. De gevolgen van de Daad liggen over het binnenplein verspreid. Bulten de poort woedt eveneens: de Daad. Er zijn vluchtelingen, die dekking zoeken achter palen en mantels van rolluiken. Mlguel deed ook niet meer aan praten alleen. Het was de Daad, die verlossing moest bren gen. HU nam zijn geweer en legde aan. Ik zag hem mikken op een lantaarnpaal, waarachter een man stond die in zün vlug genomen besluit niet gezien had, dat men hem van terzijde be laagde. Mlguel mikte zoo rustig, of hU een veeje neer ging leggen. De man achter den paal was een lange jongen met een smal, nobel ge zicht. HU drukte de hand tegen de borst, om zooveel mogelUk dekking te krijgen van den lan taarnpaal De groote, zwarte zegelring, vlak voor zjjn hart, noodlgde tot mikken. Ik kon niet langer aan den drang weerstaan om den arm van Mlguel tegen te houden. Met een hand duwde hü mU weg, maar het schot ging af. De kogel verdwaalde schuin omhoog.... de Hemel weet waarheen Naast den autobestuurder moet voor elke persoon minstens O cm ruimte beschik baar zijn (voor kinderen tot 12 Jaar: 30 cm) Óp banken, die over den rug gemeten smaller zijn dan 140 cm, mogen dus geen 3 volwassenen zitten. Dit veel te teere harnas gaf geen beschutting tegen menschelUke gevoelens als: vriendschap, liefde, edelmoedigheid, eerlükheld, enz. enz. Dit was de voornaamste reden, dat Mlguel mij, na het falen van zUn schot, niet Het fusllleeren. Toen het tumult als een onweer was afgetrokken, bracht hU mU zelfs naar huls. HU kende precies de straten die ,Jn ons bezit" waren, zoodat Ik mü daar veilig n^pt hem kon vertoonen. HU ging door de Avenldo, het hoofd in den nek, alsof hU een generaal was. HU vond het ook vanzelfsprekend, dat Ik hem rechts liet, loopen. In de oude wijk was de drukte zóó groot, dat we slechts langzaam vooruit kwamen. Het was de drukte, zooals die in den middag om twaalf uur gewoonlljk door de nauwe straatjes perst. Van alle zUden drongen menschen aan. soms stille, donkere groepen, dan weer juichende en schreeuwende horden. Daar doorheen schoven schichtige gestalten van onrustige moeders en ontstelde familieleden. De luiken van de winkels waren neergeslagen als overdag waardoor de straatjes nog nauwer werden en de groenten lagen uitgestald bf het ochtend was. 2. door het doode, witte licht van de over het heele woelige tafereel lagi en troosteloos. Een oude man stond een vat te kuipen. Daarnaast was de woning van Mlguel en achter het venster brandde nog licht Dan was Frasqulta opgebleven. Ik zag aan Mlguel. dat hU onrustig was en dat hjj het vervelend vond, om binnen te gaan. ■ag in geld, deez’ wereld Veel meer dan geestesrijkdom telt. Voor eeuwen was er eens een schrijver. Die, toen hij haast was uitgeleejd, In 'n phüosophisch handboek heim’Hjk Zijn testament verborgen heeft. Hij, die door ‘t lezen van dat boekwerk g Zijn interesse had getoond Voor ’t geesteskind van dezen schrijver, HU liep mét mij mee en bonkte regelmatig met de kolf van het geweer op den grond. „Waarom ben je niet weggegaan?" vroeg Mlguel met een onderzoekenden blik. Mijn tegenwoordigheid was verdacht. ,Je had beter weg kunnen gaan,” hernam hU. toen ik niet aanstonds antwoord had gegeven. „Wat doe JU hier?” luidde mUn wedervraag. Het antwoord rolde prompt uit zijn mond: •Jk ben hier, omdat Spanje mü noodlg heeft.” ••Spanje had die menschen misschien ook nog •el kunnen gebruiken," zei Ik. terwül ik op de lijken wees, die over de binnenplaats lagen. „Vóór het nieuwe geboren wordt, moet er "°e<1 vloeien.” zei hU met saamgeknepen lippen. •*oo is het in de natuur.... aoo is het In de historie” "et is een typisch verschünsel, dat men In dezen tüd zoo gaarne met maximes werkt. Dit t* een eenvoudige en overtuigende wijze om *ePUek te geven. Ze gaan er in als koek, zijn s f HERMAN KRAMER ^lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllflIlllllH Als na maanden de oorlog beslecht zal zün en de heropbouw van buizen en kerken begin nen kan, zal het rampzalige land zich geleldc- ¥an de toe*et>rachte schade kunnen her stellen. Wat het evenwel aar. menschenbloed en vooral aan zUn kinderen verloren heeft is een verlies, dat in geen halve eeuw is In’ te naten. De tienduizenden weeaen, van wie de wereld weinig hoort en zich weinig aantrekt, rijn de onschuldige bloedgetuigen, die met hun Jonge leven de schuld der ouderen uit- ooeten. haar nu wel voldoende duldelük zijn Op het trottoir had men ook I dochtlg naar de schamlertjes van mijn brlL „Ik bedoel zooals ik het zeg," verklaarde Ik, „wie zal daar meer onder lUden, de arbeiders of de Kerk?” ,X>e Kerk.... de Kerkzei htj, „dat woord kun je op zooveel manieren uitleggen. Wat be doel je eigenlük met de Kerk?” „Wat ze is natuuHUk: de Gemeenschap der HeiligenJe hebt toch wel eens gehoord van de lijdende Kerk, de strüdende Kerk en de triomfeerende Kerk? DAAr heb ik het over.” Ja, Mlguel herinnerde zich wel, dat ooit ge leerd te hebben. „Dat Is een gratis bewering." zet de student ferm. ,Je hebt niet eens bewijzen, dat die Kerk wel bestaat.” Het gesprek liep weer hopeloos in het zand. Ik kon hem toch niet van den grond af aan hier staan te onderrichten. Dat hoefde trouwens ook niet, want Mlguel heeft toeh niet het geduld Werd daar dan rijk’lijk voor beloond. De schrijver was al lang vergeten De goede man was eeuwen dood! Toen viel zUn rijkdom, zoo verborgen, Een jong student plots in den schoot. Be groote Itindertehuiien zyn ver woest, Zueterg verdreven en de bezittingen verdwenen In Britsch-Indié la kort geleden te Benares aan den Ganges een nieuwe tempel In gebruik genomen, waarvan de gelüke nergens in Indlë noch elders ter wereld te vinden is. Deze tem pel is voor rekening van een rijteen Hindoe gebouwd, een vurig nationalist, die daaraan *n bedrag van meer dan 80.000 ropljen heeft ten koste gelegd. De tempel is gebouwd van roode, Indische zandsteen, maar het voorwerp van aanbidding is gemaakt .van Carrariach marmer, speciaal uit Italië aangevoerd. Dit is echter geen godheid of een altaar. Het is een zeer nauwkeurig afgewerkte reliëfkaart van Indlë, die op den vloer is tahgebracht het voorwerp, dat word!’ aanbgijpj^. De is gewfld aan Bharatmata, Moeder India. En duizenden komen hier tezamen om een nieuwe godheid te aanbidden, hun land. De ontwaking van het nationalisme heeft de oude góden In Indlë doen wankelen. In deze technische, in- dustrieele wereld kunnen zij het volk niet meer redden. Voor hen is geen plaats meer. In Rus land hebben de tractor en de landbouwmachine Y k wü je wel rJndult verklaren, dat Ik me I In Willy leelük vergist heb. Ik had gedacht, dat zü zich niet tot flirten leende, maar een eerlüke opvatting van liefde had. Gisteren avond heb ik echter met eigen oogen gezien, dat ze op lijn 25 stapte met een vent, die me wel wat bekend voorkwam, zonder dat ik hem echter kon herkennen HU was ongeveer een type als JU. Leo.” Zenuwachtig speelde Wlm de Jager met zün lichte eenigszlns groezelige handschoenen. „Tja, wat zal Ik daar van «eggen. Ze zal er haar nu wel voldoende duldelük «Vnl Op het trottoir had men ook bemerkt, dat er op de derde étage Iemand thuis was. ^As ik dat llefie nog es tege kom. is «e nog niet jaorig.” Ken versterkte politiemacht drong de straat In en zuuuide tot doorloopen, een wenk, waar aan niet dan onder luid gemopper van de vele gedupeerden langzaam aan gevolg werd ge geven. Na een kwartier heerschte er rust voor perceel 59. „Nou. wat zeg Je er van?” glimmend van zelfgenoegzaamheid keek Wlm naar zün met gezel. „Eenlg, zeg. Ik had niet durven vermoeden, dat het zóó zou gaan.” ,Jk zou het gezicht van Willy wel eens wil len zien „Eq Ik." In een teug ledigde Leo zün gla» en gluurde naar de hoteldeur, als verwachtte hü iemand. „Laten we er nog één nemen, op deaen ge weldigen afloop.” .Aocoord” „Dag. münheer de Jager, dag Leo." Met vlugge dribbelpasjes was ae onhoorbaar nader- bü gekomen en stond daar In volle charme: „Willy”. „Hoe kom Jü hier,” onthutst en met een kleur als een blosende boerendeern was Wlm opgesprongen en keek naar Willy als was «r zoo uit den hemel gevallen. „Ik dacht.... ik bedoel Ik wil....” „Ga maar zitten, zeg. Je blameert je hope loos voor de andere gasten." Willy nam den stoel, dien Leo voor haar naderbü geschoven had en ging vlak naast hem zitten. Belden hadden ze moeite om hun lachen te bedwingen bü het zien van hun overrompelden dlschgenoot. Leo was de eerste, die sprak. „Ik behoef je seker mijn verloofde niet voor te stellen wel, Wlm?” ^Je.... je verloofde?" stotterend kwam het er uit, terwijl slfn hoofd van vuurrood spier wit werd. „Je vertelde me laatst toch, dat je Willy op Hin 36 had zien stappen met JamanA^mn mijn het ATT T? A °p 014 blad veraekeringsvoorwaarden tegen Je' 7^0 levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door Je’ 7^0 b*J een onRCfttl met I r>T, Al I w T1» O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen t CJKJe verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen «JVe doodelijken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL -VIER E^ TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL stad verzameld had -in voor wie men niets jneCT te eten had. daar de middelen van het KlooBter volkomen uitgeput waren. Vooral de melkvoorzienlng ten behoeve der allerkleinsten gaf onoverkomelüke moellükheden. dt, afg'?z?‘nten der Re^ringsstrUdeni het stille klooster binnentraden, konden ze hun oogen niet gelooven Voor hen stonden veer tien nonnen. Toen haar gevraagd werd, waar om zü hier tusschen de puinhoopen der stad waren achtergebleven, terwül de volkswoede naar elk oogenbllk met den dood bedreigde trad de overste naar voren en antwoordde met groote kalmte en waardigheid: „WU zün hier gebleven, zoo lang wü goed Konden doen. Deze driehonderd weeskinderen hadden ons noodlg. Thans, nu ons niets meer rest, moeten wfj de kleinen aan uwe mensch- ■levendheid toevertrouwen |lll Veel schatten zijn in oude boeken Verborgen, schijnbaar zonder nut Totdat er eensklaps uit hun rijkdom Door grage geesten wordt geput. Dan zijn het bronnen van veel schoonheid, t Zijn paradijzen voor den geest. Dan is het delven in hun rijkdom Voor ware kenners als een feest. Dan wordt hun lang-verzonken inhoud Weer blootgelegd en aangetoond, Dan wordt de speurder der historie s Met schatten van den geest beloond. licht verteerbaar en hebben geen contróle noodlg van het verstand. .Maar wat hebben die daar dan mee te maken?” Ik wees op een groepje doode nonnen met af gerukte kappen en op een pater, wiens handen men had afgehouwen. HU putte zün antwoord uit het Evangelie. Precies kon hü rich den tekst niet meer herin neren en hü stamelde: „Er zal een tüd komen, dat gü den Vader niet meer zult aanbidden In den Tempel is het niet zoo?.... Maar In Geest en Waar heid.... Zoo Is het toch, geloof ik?" Hü glimlachte verlegen. ,Ja,” zei Ik, „zoolets Is het "wel. Maar het klinkt hier zoo gek. Zullen we liever bulten de poort gaan?" ,Je kunt beter hier blüven,” «el Mlguel, „het Is overal gevaaïlük op het oogenbllk.” Zün waarschuwing was niet overbodig: het gevecht verplaatste zich voortdurend en In de onmlddellüke nabüheld van de kazerne waren juist verscheidene schoten gevallen. „Wat zou je moeder hiervan zeggen?” vroeg Ik. „Als ze nog leefde.” „Spanje is mün moeder,” zei Mlguel. Het is hopeloos met zoon jongen.En sóó’n moeder. HU een wonderlijk, onevenwichtig meng sel van nationalisme, communisme en kwasl- mystlek. een brok zenuwreactle. voortgegroeid uit de verwarring van den tüd en een typisch voorbeeld van de uit het lood geslagen jeugd. Het gesprek vlotte niet meer. Frasqulta zou wel verstoord zün, dat zü zoo lang had moeten waken. Ze zou tegen hem uitvaren en dat vond de anarchist zeer vervelend. Ik had nog niets van de geleende kleeren tegen Mlguel verteld en ik wist ook niet, of het wel verstandig was, om daar nu mee te beginnen. Toen Ik trouwens bü Frasqulta aanklopte, had Ik niet gedacht, dat haar broer al zoozeer over tuigd was van de waarde van de Daad. We stonden onder aan de stoep en de student plaatste zün geweer tegen het pleister aan. „We zullen het toch nooit eens kunnen wor den,” zei hü. ,JÜ gaat nu eenmaal van heel andere principles uit, die op zichzelf heel mooi en aanfrekkelük zün. Ik kan mü voorstellen, dat die aangename zekerheid, die Jü er op na houdt prettig Is. Maar Je houdt geen rekening met de werkelükheld.” Ik keek Mlguel eens aan, in de hoop, de enormiteit van zün dwaasheid voelen. Hü deed dit echter niet en ging zelfs nog verder. „De wereld Is aan de Kerk ontgroeid. De Kerk is een machtsorgaan uit den tüd van het feoda lisme. Maar de arbeider Is zich bewust geworden Dat verliepen se bü jullie uit het oog. De Kerk heeft haar greep op de arbeiders verloren." ^a,” «el ik. „en het spüt me werkelük, dat je daarin gedeeltelijk gelük hebt" „O.... zie je wel,” zei hü- .Ja,” hernam ik. ,jiu Is het alleen de vraag voor wie dat erger ia.... voor de Kerk®of voor de arbeiders.” ..Hoe bedoel Je?” vroeg Mlguel. Om ilch een houding te geven keek hll achtar- probeerden de deur van perceel 50 te bereiken. Maar iedere poging daartoe was tevergeefsch. Behalve de deur was het heele trottoir ge blokkeerd door zweetende, zuchtende en luidop kankerende loopjongens en expediteurs, die elk op zün manier leder vogeltje zingt nu een maal zooals het gebekt is en vogelsoorten zün er vele zün oprechte meenlng over zoo’n Jan Steenschen rommel overluid te kennen gaf. Een survellleerende agent stapte kordaat na derbü. maar was even spoedig weer verdwe nen. Zonder assistentie was hier niets te be reiken. Wlm verkneukelde zich en keek af en toe eens naar zün vriend, die ook veel plezier in het geval scheen te hebben. Hü durfde echter niets te zeggen, want het geheele hotelperso neel, de buffetchef Incluis, verdrong zich rond om- hen om met volle teugen te genieten van deze dolle situatie. „Als Willy nu maar thuis is.” Ternauwernood had Wlm deze gedachte behoorlük verwerkt of een vrouwenfiguur werd zichtbaar in de matlg- verllchte kamer. Als gefascineerd bleef hü om hoog zien. Het jubelde en juichte in hem: nu was zün wraak volkomen. Nu rou se aan den lüve ondervinden. bj waartoe hü ,n staat was. HU liet niet met zich sollen, dat zou at de burgeroorlog In Spanje een vreese- I J lüke ramp is voor het land der trotsche hidalgo's, dat hü misschien ook een In ternationale ramp kan worden, daarvan zullen onze lezers wel overtuigd zün. Wel groot Is de verantwoordelükheld van hen, die deze moord- pertij onder broecters ontketend hebben! Büzonder tragisch is bü dezen strüd het lot der ouderloos geworden kinderen, wier vader en moeder gevallen zün onder den kogelregen oi de scherven van bommen en granaten. Meer dan 50.000 kinderen moeten dakloos en onverzorgd rondzwerven. Men herinnert zich, dat ook in Rusland, In de eerste jaren na de revolutie, zulk een leger van kinderen van stad tot stad en van dorp tot dorp trok, verwilderd en hongerig. Zoo Is bet nu ook in Spanje. De honger drüft de Ueinen voort. Een sombere kinderkruistocht Daar eeuwenlang verborgen bleef. Thans was het rijkdom in contanten, Th.an.lt MOM Mitsn hodrnn I schatten Niet van hun geest, maar van hun geld! g verwoest. De zusters zün verdreven, de bezit- Ook onlangs is het weer bewezen S Dat rijkdom, in zoo’n boek te geef, S Doordat geen mensch het in wou kijken, Daar eeuwenlang verborgen bleef. wel een reden voor hebben gehad. Nico, wees eens eerlük, neg: jü He o Zaterdagavond toen ook met een ander, toen Ik je in de Kalver- straat tegen kwam.” „Nou Ja...." „Nou ja, nou ja. Ik wil je geen verwütea maken. Je bent oud genoeg om op je eigen te passen, maar een herinnering aan den legenda- rlschen pot en dito ketel zal je wellicht Je ge moedsrust weer teroggeven Een Ironiscn lachje speelde om Leo's mond. „JU hebt gemakkelük praten,” en «onder eenige nadere verklaring volgde: „Maar dat zal haar bezuren, dat beloof Ik je.” „Zoo?l En wat dacht Je dan te doen?” Vrik gend keek Leo naar zün opgewonden metgeze-. „Zou je dat zoo graag willen weten?” „Houd t voor je, man. Ik wensch je voorbaat veel succes!" was het afgemeten ant woord. „Nou. nou. wind Je niet zoo op. Je lü*t mün hospita wel, die is ook zoo gauw aangebrand. Ga je mee een glaasje bier drinken, dan zal ik het Je vertellen.'' In een stil hoekje van het roezemoezige staurant wenschten ze elkaar „prosit" ,3antjaajl^rookten een sigaret en hervatten de gestokte conversatie, die nu fluisterend werd gevoerd en gerulmen tüd >uurde. „Ik beloof je, dat «e op die manier behoor- lük haar trekken thuis krijgt. Maar aster heelt ze het dan ook naar gemaakt. Vind je zelf niet?” j „Tja, Wlm. wat moet ik daarvan zeggën? Mü lijken zulke grappen nu eenmaal niet. Daar ben Ik veel te ernstig voor. Maar als Jü vindt, "dat je op die manier je gram kunt halen, nu wat let je?" „Spreken we dan af, dat we elkaar a>. Za terdagavond om 9 uur treffen In het hotel aan den overkant van haar pension?” .Mt, je daar nu persé op staat, vooruit dan maar. Ik zal op tüd aanwezig zün. Houd je taal en tot ziens, Jó." Hierna scheidden dc beide vrienden. Vóór de groote hotelklok op 9 uur stond, za ten de beide jongemannen Zaterdagsavonds in een gemakkelUken stoel voor het raam van hotel ..L Etranger”. Gespannen tuurden ze naar het drukke gedoe op den weg. Af en toe gingen hun blikken naar omhoog, naar de derde étage van het moderne flatgebouw, dat duidelüz zichtbaar het getal 59 droeg, waar Wltly haar kamer had. De gordünen waren gesloten, niets duidde erop, dat er iemand thuis was. Een slagersjongen kronkelde n.et een behoor lük vaartje door het haastige rijverkeez zwenkte eensklaps naar het trottoir, waar hü met een onmiskenbare handigheid zün flets tegen aan zette en was met enkele vlugge stappen voor perceel 50. Op zün schouder torste hü een groot pak. stevig met touw bij eengebonden. Nog voor hü de bel voor oe tweede maal Het overgaan, stonden een drie tal collega's naast of achter hem, die minstens even groote pakketten droegen. Met veel claxon- misbaar veroverde een «Ware ee» plaats naast de beeteiftsei kerels Sjouwden er een lüke afmetingen uit, klaarbiükelük een tvee- persoons-opklapbed. Meerdere auto's volgden en ontlaadden een grooter of kleiner aantal pakjes van de meest uiteenloopende vormen. Taxi's snorden aan en brachten allerlei men schen. dikke en dunne, voorname en gewone, lange en magere, die haastig afrekenden en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 37