Zwervende kinderen in Spanje
Het Zeemonster van Nagasaki
ïïldu&Aaal van den dag
I
I
I
f
F 750.-
F 750.-
F 250.-
Kloosters branden
Barcelona
I
I
I
tn,
BOEKENSCHATTEN
in
MEEN DAN 50.000 ZIJN
ER DAKLOOS
I
Um-
Tienduizenden
weezen
ran
Zijn wraak
Merkwaardige tempel
In Britach-Indië
s
door DON LOIS ALBARON
u
ZATERDAG 30 JANUARI 1937
JU
1
I
i
i
Op de weekmarkt
WOU
(Ned. Chr. Persbureau).
blik.
s
(Wordt vervolgd)
I hu
was.
Zoo kwamen Plet Prikkel en Drein Drentel In de buurt van
beroemde Grieksche bouwvallen terecht. „Zeg, Plet”, zei Drein,
.zouden we die afbraak saampjes eens opruimen?" .Ben je
gek” antwoordde Piet, „dat zün de beroemde Grieksche tem
pels. Laten we ae liever een beetje opknappen!”
•rjagen, die zooveel
I trachten iets van
Thans was het een bedn
Wat voor de meesten op
Alle kleuren werden gebroken
i lampen en
iets grauws
en
32
00
lOl
o:
21
ACHTSTE HOOFDSTUK
Miguel was Stalin niet.
Hij was selfs niet van een ander metaal.
HU was een gevoelige jongen, maar dit gevoel
was stijf omvlochten met een net van gespannen
zenuwen.
Dr Ir. H. G. van Beusekom te Den Haag
schrijft ons nadere büzonderheden over den. na-
tionallstlschen tempel die te Benares in Brttsch-
Indië werd opgericht, nJ. als volgt:
re
en
dat hU
zelf zou
beatelguto. zich,
:n. Twee pootlge
rerp van behoor-
llllg
werd
I een
zaak,
t be-
inds-
tljjke
der
orgd.
bin-
be-
aak-
,rd:
fel»
Ulo
m:
m-
rel
en
JO:
25,
bad-
t en
tter-
piur
die
len-
en*,
stlg
ge
na
gen
fa-
>uw
uist
at-
een
•m-
iley
2—
ooi
Au;
ooi
7—
ien
1 -
KX.
15
- "boeken,
.deli.
Men jaagt thans ifv’rig naar de
om het gebouw van het Inzicht van den grond af
op te bouwen.
.Die drieledige kerk is een mooie allegorie,"
zei hü. ..en als zoodanig voel ik er wel wat voor.
Maar het is allemaal uit den tüd en te vaag.
Wü met onze beweging staan met twee beenen
op den grond."
Ik herinnerde hem aan de binnenplaats van da
kazerne.
.Ja. dat heb Ik gezien.” zei Ik. „maar er zijn
daar velen, die dat niet meer zeggen kunnen."
Om mü een plelzier te doen deed Miguel wat
water in den wijn.
Het is algemeen bekend, dat Grieken niet tegen een grapje
kunnen. Ze zagen van ^it optreden van Plet en Drein de
aardigheid heelemaal niet In en pakten hen beet om hen er uit
te gooien. Hetgeen dan ook gebeurde. Tn een minimum van tüd
zaten Plet Prikkel en Drein Drentel In het gras.
MJ wegflM van een hand,
•en roe* et mb «os
ffu komt weer vraag naar oude
5 De schrijvers worden weer geteld.
Wat zal er met deze ongelukkige kleinen ge
beuren? Wie zal er voor hen zorgen? Waar
guii^^^^^terdakvinden? Eertijds werkte in
„Protection de
Menores” (Bond voor Kinderbescherming).
Doch deze nuttige Instelling is door de Repee-
ring opgeheven. De groote kindertehuizen zün
WtvM had zien stappen met ImmnmLsM
postuur? Nu, dat kwam uM, want ik 1
zelf. Ik kan je niet zeggen. hoe dankbaar ik
me jegens je gestemd voelde, toen je me je
wraakplannen ontvouwde. Nu konden we onze
maatregelen nemen. Alle bewoners van perceel
59. zoowel als van 57 hebben we op de ko
mende gebeurtenissen voorbereid, omdat we
niet wisten, aan wie je de gefingeerde bestel
lingen had opgegeven. Als Ik daar achter had
kunnen komen, bad ik alles afbesteld, dat be
loof ik!"
„En die dame, die daar nog altijd voor het
raam zit,” Wlm durfde het tweetal niet meer
aanzien.
„Die.” zoowel Willy als Leo vermaakten zich
uitermate en lachten hardop, „dat is een aan
gekleeds pop, meer niet. We vonden het wat
aardiger voor jou. Je hebt nu tenminste enkele
minuten in den waan verkeerd, dat je Willy
vopr haar wangedrag naar jou opvatting
althans behoorlijk hebt beetgenomen. Gezien
de desillusie, die zou volgen, hebben we je dit
pretje van harte gegund. Prosit. Op den ge
weldigen afloop!'^
Drein Drentel, die zich ook met alle geweld verdienstelijk
wilde maken, stemde hiermee In en nog denzelfden middag
waren Plet Prikkel en Drein Drentel druk aan 't werk. Alle
zullen, alle ruines en tempels kregen een verfje en weldra zag
de heele Areopagus (zoo heette dat zaakje daar) eruit als een
groote kermis.
mijnheer
bij Ba
lmeester
koningin,
neer he
pen te
nstands-
-r staan
sterdam
te zaak"
ehoeven
uffrouw
laar ge-
sn een
Is, zoo-
gemelde
ïrsllndt.
haar
hat ik
uit een
fie van
s, wat
tverga-
e bera-
it mid-
éenlg-
lidden-
vaarom
stand-
►uwens,
I en ik
lidden-
szaken
ffrouw
an om
en, en
ebben,
■achtig
■eet u,
ge-
dat
sprin-
waar-
bestij-t
n van
i onze
indste
frouw
nkljjk
u alle
land-
frouw
t het
1 den
ge-
de plaats van God ingenomen. In Indlë stelt
men het land op de plaats van de oude gó
den. Deze tempel Is een merkwaardig voorbeeld
van de tegenwoordige ontwikkeling van het na
tionaal bewustzijn. Ook In Indlë blijkt het be-
trekkelljke op de plaats van het absolute te
worden gesteld. Het nationalisme wordt zelfs
een religie. Voor de andere godsdiensten, de
oude Indische zoowel als het Christendom,
bergt deze ontwikkeling groote gevaren In zich.
Door deze verstrakking van het begrip natio
nalisme wordt het moeilljker om als Hindoe of
Christen nationaal gezind te zijn. In het bij
zonder de zending en de inheemsche kerk ko
men voor de zware taak te staan, te laten zien,
dat een Indiër tegelijk een goed Christen en
een goed vaderlander kan zjjn.
tingen en het geld zijn verdwenen. De subsi
dies werden niet meer verleend en de kleine
verpleegden, soms van vier of vijf jaar oud.
zwerven langs de straten en wegen, bibberend
van kou.
Het meest kan men nen vinden In de nabil -
heid van het front. Zij weten reeds, daar Is
de meeste kans, wat voedsel machtig te wor
den. In de door de Nationalisten bezette ge
bieden schijnt men de kleine zwervers te ver-
samelen en brengt hen onder bü burgers, ui
ziekenhuizen, In scholen en In de niet ver
woeste kloosters van de steden Burgos, Valla
dolid. Toledo. Duizenden evenwel zoeken be
scherming bij de Tertio, de Regulares en bü
de Mooren.
Ja, bU de zoo gevreesde Mooren van het
Riff gebied, die men voor barbaren houdt. Doch
menschelljker en beschaafder toonen zich deze
mohammedaansche kleurlingen dan menig
Europeaan. Men ziet de Moorsche soldaten met
de kleine havelooze schooiertjes aan de hand
langs de wegen trekken. Van hun soldij koo-
pen zjj voor hun kleine beschermelingen lek
kernijen en eten. Ze doen wat ze kunnen, om
hun leed te verzachten. Treffend ook Is het te
gen. hoe in de kampen der Regulares voor dé
kleinen gezorgd wordt. Geharde krijgers ver
plegen de ultgepptte kinderen met een Ilefd»
en zachtheid, die men aan een oorlogsfront
niet zoeken zou. Doch deze mannen denken
aan hun eigen kinderen, die zü hebben achter
gelaten en die misschien de hulp van anderen
zoo hard noodlg hebben.
Maar ook bü de andere strijdende partij
vindt men natuurlijk Uefdevolte menschen, die
wat voor de ongelukkige stumpers doen. Lang
niet allen zijn het er mee eens. dat het goed
Is geweest „religieuzen te
voor de jeugd deden, en zij
hun werk over te nemeh. Zoo staat b.v. de
dochter van den Spaanschen minister Prieto
san het hoofd van eenige kindertehuizen.
Het aantal is echter groot, de omstandighe
den zijn moeilijk, er is aan alles behoefte en
de krijg verspreidt verschrikking. Er spelen
zich nog ontzettende tooneelen af onder die
zwervende kinderen. Volgens de getuigenissen
v»n vluchtelingen moeten er in de spelonken
van de bergketens van Guadarrama. Navace-
rada. Los Molinos en Cercedllla hoepen be
vroren lijken van deze kinderen gevonden zijn
ZU verbergen zich achter alles, wat maar
eenige beschutting bieden kan Een oorlogscor
respondent vond tusschen wat armzalig huis
raad langs den weg vijf doodgevroren kinderen.
Het was op den landweg1 tusschen Maqueda en
Santa Céuz de Retamar.
Een heldhaftig voorbeeld van moed en zelf
verloochening gaven de nonnen van het laat
ste klooster dat zich nog In het roode Madrid
bevond. Onder het dreigende doodsgevaar
werkten de kloosterlingen voort, onder leiding
van haar overste, een zuster van den beken
den Spaanschen dramaturg Pedro Munez Seca.
Enkele dagen geleden kwam er uit het
klooster een boodschap bij den „Raad van
Kinderbescherming” om Iemand te zenden, aan
wien men de driehonderd weesmeisjes kon
overgeven, die men uit de straten der hoofd-
-w j-aast de komst van onze eerste ge-
loofsverkondigers. naast het herstel
A val? MW8 godsaehstvrljh^ijMm van
- bet regelmatig Kertee^jk bestuur, aohten
WU de stichting der katholieke Unlversl-
teit eene der voornaamste gebeurtenissen
"In onze vaderlandsche kerkgeschiedenis
Het Hoogwaardig Episcopaat tot de
Katholieken van Nederland, 8 Sept. 1931.
Ik had dikwijls met Mlguel gediscussieerd.
Maar dat was In een tUd, dat Barcelona praatte.
Nu staan wü echter voor de Daad.
De gevolgen van de Daad liggen over het
binnenplein verspreid. Bulten de poort woedt
eveneens: de Daad.
Er zijn vluchtelingen, die dekking zoeken
achter palen en mantels van rolluiken.
Mlguel deed ook niet meer aan praten alleen.
Het was de Daad, die verlossing moest bren
gen.
HU nam zijn geweer en legde aan. Ik zag hem
mikken op een lantaarnpaal, waarachter een
man stond die in zün vlug genomen besluit
niet gezien had, dat men hem van terzijde be
laagde. Mlguel mikte zoo rustig, of hU een
veeje neer ging leggen. De man achter den paal
was een lange jongen met een smal, nobel ge
zicht. HU drukte de hand tegen de borst, om
zooveel mogelUk dekking te krijgen van den lan
taarnpaal
De groote, zwarte zegelring, vlak voor zjjn
hart, noodlgde tot mikken.
Ik kon niet langer aan den drang weerstaan
om den arm van Mlguel tegen te houden. Met
een hand duwde hü mU weg, maar het schot
ging af. De kogel verdwaalde schuin omhoog....
de Hemel weet waarheen
Naast den autobestuurder moet voor elke
persoon minstens O cm ruimte beschik
baar zijn (voor kinderen tot 12 Jaar:
30 cm) Óp banken, die over den rug
gemeten smaller zijn dan 140 cm, mogen
dus geen 3 volwassenen zitten.
Dit veel te teere harnas gaf geen beschutting
tegen menschelUke gevoelens als: vriendschap,
liefde, edelmoedigheid, eerlükheld, enz. enz.
Dit was de voornaamste reden, dat Mlguel mij,
na het falen van zUn schot, niet Het fusllleeren.
Toen het tumult als een onweer was afgetrokken,
bracht hU mU zelfs naar huls. HU kende precies
de straten die ,Jn ons bezit" waren, zoodat
Ik mü daar veilig n^pt hem kon vertoonen.
HU ging door de Avenldo, het hoofd in den
nek, alsof hU een generaal was. HU vond het
ook vanzelfsprekend, dat Ik hem rechts liet,
loopen.
In de oude wijk was de drukte zóó groot, dat
we slechts langzaam vooruit kwamen. Het was
de drukte, zooals die in den middag om twaalf
uur gewoonlljk door de nauwe straatjes perst.
Van alle zUden drongen menschen aan. soms
stille, donkere groepen, dan weer juichende en
schreeuwende horden. Daar doorheen schoven
schichtige gestalten van onrustige moeders en
ontstelde familieleden.
De luiken van de winkels waren neergeslagen
als overdag waardoor de straatjes nog nauwer
werden en de groenten lagen uitgestald bf het
ochtend was. 2.
door het doode, witte licht van de
over het heele woelige tafereel lagi
en troosteloos.
Een oude man stond een vat te kuipen.
Daarnaast was de woning van Mlguel en
achter het venster brandde nog licht
Dan was Frasqulta opgebleven.
Ik zag aan Mlguel. dat hU onrustig was en
dat hjj het vervelend vond, om binnen te gaan.
■ag in geld,
deez’ wereld
Veel meer dan geestesrijkdom telt.
Voor eeuwen was er eens een
schrijver.
Die, toen hij haast was uitgeleejd,
In 'n phüosophisch handboek heim’Hjk
Zijn testament verborgen heeft.
Hij, die door ‘t lezen van dat boekwerk
g Zijn interesse had getoond
Voor ’t geesteskind van dezen
schrijver,
HU liep mét mij mee en bonkte regelmatig met
de kolf van het geweer op den grond.
„Waarom ben je niet weggegaan?" vroeg
Mlguel met een onderzoekenden blik. Mijn
tegenwoordigheid was verdacht.
,Je had beter weg kunnen gaan,” hernam hU.
toen ik niet aanstonds antwoord had gegeven.
„Wat doe JU hier?” luidde mUn wedervraag.
Het antwoord rolde prompt uit zijn mond:
•Jk ben hier, omdat Spanje mü noodlg heeft.”
••Spanje had die menschen misschien ook nog
•el kunnen gebruiken," zei Ik. terwül ik op de
lijken wees, die over de binnenplaats lagen.
„Vóór het nieuwe geboren wordt, moet er
"°e<1 vloeien.” zei hU met saamgeknepen lippen.
•*oo is het in de natuur.... aoo is het In de
historie”
"et is een typisch verschünsel, dat men In
dezen tüd zoo gaarne met maximes werkt. Dit
t* een eenvoudige en overtuigende wijze om
*ePUek te geven. Ze gaan er in als koek, zijn
s
f HERMAN KRAMER
^lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllflIlllllH
Als na maanden de oorlog beslecht zal zün
en de heropbouw van buizen en kerken begin
nen kan, zal het rampzalige land zich geleldc-
¥an de toe*et>rachte schade kunnen her
stellen. Wat het evenwel aar. menschenbloed
en vooral aan zUn kinderen verloren heeft is
een verlies, dat in geen halve eeuw is In’ te
naten. De tienduizenden weeaen, van wie de
wereld weinig hoort en zich weinig aantrekt,
rijn de onschuldige bloedgetuigen, die met
hun Jonge leven de schuld der ouderen uit-
ooeten.
haar nu wel voldoende duldelük zijn
Op het trottoir had men ook I
dochtlg naar de schamlertjes van mijn brlL
„Ik bedoel zooals ik het zeg," verklaarde Ik,
„wie zal daar meer onder lUden, de arbeiders of
de Kerk?”
,X>e Kerk.... de Kerkzei htj, „dat woord
kun je op zooveel manieren uitleggen. Wat be
doel je eigenlük met de Kerk?”
„Wat ze is natuuHUk: de Gemeenschap der
HeiligenJe hebt toch wel eens gehoord van
de lijdende Kerk, de strüdende Kerk en de
triomfeerende Kerk? DAAr heb ik het over.”
Ja, Mlguel herinnerde zich wel, dat ooit ge
leerd te hebben.
„Dat Is een gratis bewering." zet de student
ferm. ,Je hebt niet eens bewijzen, dat die Kerk
wel bestaat.”
Het gesprek liep weer hopeloos in het zand.
Ik kon hem toch niet van den grond af aan
hier staan te onderrichten. Dat hoefde trouwens
ook niet, want Mlguel heeft toeh niet het geduld
Werd daar dan rijk’lijk voor beloond.
De schrijver was al lang vergeten
De goede man was eeuwen dood!
Toen viel zUn rijkdom, zoo verborgen,
Een jong student plots in den
schoot.
Be groote Itindertehuiien zyn ver
woest, Zueterg verdreven
en de bezittingen
verdwenen
In Britsch-Indié la kort geleden te Benares
aan den Ganges een nieuwe tempel In gebruik
genomen, waarvan de gelüke nergens in Indlë
noch elders ter wereld te vinden is. Deze tem
pel is voor rekening van een rijteen Hindoe
gebouwd, een vurig nationalist, die daaraan *n
bedrag van meer dan 80.000 ropljen heeft ten
koste gelegd. De tempel is gebouwd van roode,
Indische zandsteen, maar het voorwerp van
aanbidding is gemaakt .van Carrariach marmer,
speciaal uit Italië aangevoerd. Dit is echter
geen godheid of een altaar. Het is een zeer
nauwkeurig afgewerkte reliëfkaart van Indlë,
die op den vloer is tahgebracht
het voorwerp, dat word!’ aanbgijpj^. De
is gewfld aan Bharatmata, Moeder India. En
duizenden komen hier tezamen om een nieuwe
godheid te aanbidden, hun land. De ontwaking
van het nationalisme heeft de oude góden In
Indlë doen wankelen. In deze technische, in-
dustrieele wereld kunnen zij het volk niet meer
redden. Voor hen is geen plaats meer. In Rus
land hebben de tractor en de landbouwmachine
Y k wü je wel rJndult verklaren, dat Ik me
I In Willy leelük vergist heb. Ik had gedacht,
dat zü zich niet tot flirten leende, maar een
eerlüke opvatting van liefde had. Gisteren
avond heb ik echter met eigen oogen gezien,
dat ze op lijn 25 stapte met een vent, die me
wel wat bekend voorkwam, zonder dat ik hem
echter kon herkennen HU was ongeveer een
type als JU. Leo.” Zenuwachtig speelde Wlm de
Jager met zün lichte eenigszlns groezelige
handschoenen.
„Tja, wat zal Ik daar van «eggen. Ze zal er
haar nu wel voldoende duldelük «Vnl
Op het trottoir had men ook bemerkt, dat er
op de derde étage Iemand thuis was. ^As ik
dat llefie nog es tege kom. is «e nog niet
jaorig.”
Ken versterkte politiemacht drong de straat
In en zuuuide tot doorloopen, een wenk, waar
aan niet dan onder luid gemopper van de vele
gedupeerden langzaam aan gevolg werd ge
geven. Na een kwartier heerschte er rust voor
perceel 59.
„Nou. wat zeg Je er van?” glimmend van
zelfgenoegzaamheid keek Wlm naar zün met
gezel.
„Eenlg, zeg. Ik had niet durven vermoeden,
dat het zóó zou gaan.”
,Jk zou het gezicht van Willy wel eens wil
len zien
„Eq Ik." In een teug ledigde Leo zün gla» en
gluurde naar de hoteldeur, als verwachtte hü
iemand.
„Laten we er nog één nemen, op deaen ge
weldigen afloop.”
.Aocoord”
„Dag. münheer de Jager, dag Leo." Met
vlugge dribbelpasjes was ae onhoorbaar nader-
bü gekomen en stond daar In volle charme:
„Willy”.
„Hoe kom Jü hier,” onthutst en met een
kleur als een blosende boerendeern was Wlm
opgesprongen en keek naar Willy als was «r
zoo uit den hemel gevallen. „Ik dacht.... ik
bedoel Ik wil....”
„Ga maar zitten, zeg. Je blameert je hope
loos voor de andere gasten." Willy nam den
stoel, dien Leo voor haar naderbü geschoven had
en ging vlak naast hem zitten. Belden hadden
ze moeite om hun lachen te bedwingen bü het
zien van hun overrompelden dlschgenoot.
Leo was de eerste, die sprak.
„Ik behoef je seker mijn verloofde niet voor
te stellen wel, Wlm?”
^Je.... je verloofde?" stotterend kwam het
er uit, terwijl slfn hoofd van vuurrood spier
wit werd.
„Je vertelde me laatst toch, dat je Willy op
Hin 36 had zien stappen met JamanA^mn mijn
het
ATT T? A °p 014 blad veraekeringsvoorwaarden tegen Je' 7^0 levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door Je’ 7^0 b*J een onRCfttl met
I r>T, Al I w T1» O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen t CJKJe verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen «JVe doodelijken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL -VIER E^ TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
stad verzameld had -in voor wie men niets
jneCT te eten had. daar de middelen van het
KlooBter volkomen uitgeput waren. Vooral de
melkvoorzienlng ten behoeve der allerkleinsten
gaf onoverkomelüke moellükheden.
dt, afg'?z?‘nten der Re^ringsstrUdeni
het stille klooster binnentraden, konden ze hun
oogen niet gelooven Voor hen stonden veer
tien nonnen. Toen haar gevraagd werd, waar
om zü hier tusschen de puinhoopen der stad
waren achtergebleven, terwül de volkswoede
naar elk oogenbllk met den dood bedreigde
trad de overste naar voren en antwoordde met
groote kalmte en waardigheid:
„WU zün hier gebleven, zoo lang wü goed
Konden doen. Deze driehonderd weeskinderen
hadden ons noodlg. Thans, nu ons niets meer
rest, moeten wfj de kleinen aan uwe mensch-
■levendheid toevertrouwen
|lll
Veel schatten zijn in oude boeken
Verborgen, schijnbaar zonder nut
Totdat er eensklaps uit hun rijkdom
Door grage geesten wordt geput.
Dan zijn het bronnen van veel
schoonheid,
t Zijn paradijzen voor den geest.
Dan is het delven in hun rijkdom
Voor ware kenners als een feest.
Dan wordt hun lang-verzonken
inhoud
Weer blootgelegd en aangetoond,
Dan wordt de speurder der historie s
Met schatten van den geest beloond.
licht verteerbaar en hebben geen contróle noodlg
van het verstand.
.Maar wat hebben die daar dan mee te
maken?”
Ik wees op een groepje doode nonnen met af
gerukte kappen en op een pater, wiens handen
men had afgehouwen.
HU putte zün antwoord uit het Evangelie.
Precies kon hü rich den tekst niet meer herin
neren en hü stamelde:
„Er zal een tüd komen, dat gü den Vader
niet meer zult aanbidden In den Tempel
is het niet zoo?.... Maar In Geest en Waar
heid.... Zoo Is het toch, geloof ik?"
Hü glimlachte verlegen.
,Ja,” zei Ik, „zoolets Is het "wel. Maar het
klinkt hier zoo gek. Zullen we liever bulten de
poort gaan?"
,Je kunt beter hier blüven,” «el Mlguel, „het
Is overal gevaaïlük op het oogenbllk.”
Zün waarschuwing was niet overbodig: het
gevecht verplaatste zich voortdurend en In de
onmlddellüke nabüheld van de kazerne waren
juist verscheidene schoten gevallen.
„Wat zou je moeder hiervan zeggen?” vroeg Ik.
„Als ze nog leefde.”
„Spanje is mün moeder,” zei Mlguel.
Het is hopeloos met zoon jongen.En sóó’n
moeder.
HU een wonderlijk, onevenwichtig meng
sel van nationalisme, communisme en kwasl-
mystlek. een brok zenuwreactle. voortgegroeid
uit de verwarring van den tüd en een typisch
voorbeeld van de uit het lood geslagen jeugd.
Het gesprek vlotte niet meer.
Frasqulta zou wel verstoord zün, dat zü zoo lang
had moeten waken. Ze zou tegen hem uitvaren
en dat vond de anarchist zeer vervelend. Ik
had nog niets van de geleende kleeren tegen
Mlguel verteld en ik wist ook niet, of het wel
verstandig was, om daar nu mee te beginnen.
Toen Ik trouwens bü Frasqulta aanklopte, had
Ik niet gedacht, dat haar broer al zoozeer over
tuigd was van de waarde van de Daad.
We stonden onder aan de stoep en de student
plaatste zün geweer tegen het pleister aan.
„We zullen het toch nooit eens kunnen wor
den,” zei hü. ,JÜ gaat nu eenmaal van heel
andere principles uit, die op zichzelf heel mooi
en aanfrekkelük zün. Ik kan mü voorstellen, dat
die aangename zekerheid, die Jü er op na houdt
prettig Is. Maar Je houdt geen rekening met de
werkelükheld.”
Ik keek Mlguel eens aan, in de hoop,
de enormiteit van zün dwaasheid
voelen. Hü deed dit echter niet en ging zelfs
nog verder.
„De wereld Is aan de Kerk ontgroeid. De Kerk
is een machtsorgaan uit den tüd van het feoda
lisme. Maar de arbeider Is zich bewust geworden
Dat verliepen se bü jullie uit het oog. De Kerk
heeft haar greep op de arbeiders verloren."
^a,” «el ik. „en het spüt me werkelük, dat je
daarin gedeeltelijk gelük hebt"
„O.... zie je wel,” zei hü-
.Ja,” hernam ik. ,jiu Is het alleen de vraag
voor wie dat erger ia.... voor de Kerk®of voor
de arbeiders.”
..Hoe bedoel Je?” vroeg Mlguel.
Om ilch een houding te geven keek hll achtar-
probeerden de deur van perceel 50 te bereiken.
Maar iedere poging daartoe was tevergeefsch.
Behalve de deur was het heele trottoir ge
blokkeerd door zweetende, zuchtende en luidop
kankerende loopjongens en expediteurs, die elk
op zün manier leder vogeltje zingt nu een
maal zooals het gebekt is en vogelsoorten zün
er vele zün oprechte meenlng over zoo’n
Jan Steenschen rommel overluid te kennen gaf.
Een survellleerende agent stapte kordaat na
derbü. maar was even spoedig weer verdwe
nen. Zonder assistentie was hier niets te be
reiken.
Wlm verkneukelde zich en keek af en toe
eens naar zün vriend, die ook veel plezier in
het geval scheen te hebben. Hü durfde echter
niets te zeggen, want het geheele hotelperso
neel, de buffetchef Incluis, verdrong zich rond
om- hen om met volle teugen te genieten van
deze dolle situatie.
„Als Willy nu maar thuis is.” Ternauwernood
had Wlm deze gedachte behoorlük verwerkt of
een vrouwenfiguur werd zichtbaar in de matlg-
verllchte kamer. Als gefascineerd bleef hü om
hoog zien. Het jubelde en juichte in hem: nu
was zün wraak
volkomen. Nu rou
se aan den lüve
ondervinden.
bj waartoe hü ,n
staat was. HU
liet niet met zich
sollen, dat zou
at de burgeroorlog In Spanje een vreese-
I J lüke ramp is voor het land der trotsche
hidalgo's, dat hü misschien ook een In
ternationale ramp kan worden, daarvan zullen
onze lezers wel overtuigd zün. Wel groot Is de
verantwoordelükheld van hen, die deze moord-
pertij onder broecters ontketend hebben!
Büzonder tragisch is bü dezen strüd het lot
der ouderloos geworden kinderen, wier vader
en moeder gevallen zün onder den kogelregen
oi de scherven van bommen en granaten.
Meer dan 50.000 kinderen moeten dakloos en
onverzorgd rondzwerven.
Men herinnert zich, dat ook in Rusland, In
de eerste jaren na de revolutie, zulk een leger
van kinderen van stad tot stad en van dorp
tot dorp trok, verwilderd en hongerig. Zoo Is
bet nu ook in Spanje. De honger drüft de
Ueinen voort. Een sombere kinderkruistocht
Daar eeuwenlang verborgen bleef.
Thans was het rijkdom in contanten,
Th.an.lt MOM Mitsn hodrnn
I
schatten
Niet van hun geest, maar van hun
geld! g
verwoest. De zusters zün verdreven, de bezit-
Ook onlangs is het weer bewezen S
Dat rijkdom, in zoo’n boek te geef, S
Doordat geen mensch het in wou
kijken,
Daar eeuwenlang verborgen bleef.
wel een reden voor hebben gehad. Nico, wees
eens eerlük, neg: jü He o Zaterdagavond toen
ook met een ander, toen Ik je in de Kalver-
straat tegen kwam.”
„Nou Ja...."
„Nou ja, nou ja. Ik wil je geen verwütea
maken. Je bent oud genoeg om op je eigen te
passen, maar een herinnering aan den legenda-
rlschen pot en dito ketel zal je wellicht Je ge
moedsrust weer teroggeven Een Ironiscn
lachje speelde om Leo's mond.
„JU hebt gemakkelük praten,” en «onder
eenige nadere verklaring volgde: „Maar dat
zal haar bezuren, dat beloof Ik je.”
„Zoo?l En wat dacht Je dan te doen?” Vrik
gend keek Leo naar zün opgewonden metgeze-.
„Zou je dat zoo graag willen weten?”
„Houd t voor je, man. Ik wensch je
voorbaat veel succes!" was het afgemeten ant
woord.
„Nou. nou. wind Je niet zoo op. Je lü*t mün
hospita wel, die is ook zoo gauw aangebrand.
Ga je mee een glaasje bier drinken, dan zal
ik het Je vertellen.''
In een stil hoekje van het roezemoezige
staurant wenschten ze elkaar „prosit"
,3antjaajl^rookten een sigaret en hervatten de
gestokte conversatie, die nu fluisterend werd
gevoerd en gerulmen tüd >uurde.
„Ik beloof je, dat «e op die manier behoor-
lük haar trekken thuis krijgt. Maar aster heelt
ze het dan ook naar gemaakt. Vind je zelf
niet?” j
„Tja, Wlm. wat moet ik daarvan zeggën?
Mü lijken zulke grappen nu eenmaal niet. Daar
ben Ik veel te ernstig voor. Maar als Jü vindt,
"dat je op die manier je gram kunt halen, nu
wat let je?"
„Spreken we dan af, dat we elkaar a>. Za
terdagavond om 9 uur treffen In het hotel
aan den overkant van haar pension?”
.Mt, je daar nu persé op staat, vooruit dan
maar. Ik zal op tüd aanwezig zün. Houd je
taal en tot ziens, Jó." Hierna scheidden dc
beide vrienden.
Vóór de groote hotelklok op 9 uur stond, za
ten de beide jongemannen Zaterdagsavonds in
een gemakkelUken stoel voor het raam van hotel
..L Etranger”. Gespannen tuurden ze naar het
drukke gedoe op den weg. Af en toe gingen
hun blikken naar omhoog, naar de derde étage
van het moderne flatgebouw, dat duidelüz
zichtbaar het getal 59 droeg, waar Wltly haar
kamer had. De gordünen waren gesloten, niets
duidde erop, dat er iemand thuis was.
Een slagersjongen kronkelde n.et een behoor
lük vaartje door het haastige rijverkeez
zwenkte eensklaps naar het trottoir, waar
hü met een onmiskenbare handigheid zün flets
tegen aan zette en was met enkele vlugge
stappen voor perceel 50. Op zün schouder
torste hü een groot pak. stevig met touw bij
eengebonden. Nog voor hü de bel voor oe
tweede maal Het overgaan, stonden een drie
tal collega's naast of achter hem, die minstens
even groote pakketten droegen. Met veel claxon-
misbaar veroverde een «Ware
ee» plaats naast de beeteiftsei
kerels Sjouwden er een
lüke afmetingen uit, klaarbiükelük een tvee-
persoons-opklapbed. Meerdere auto's volgden
en ontlaadden een grooter of kleiner aantal
pakjes van de meest uiteenloopende vormen.
Taxi's snorden aan en brachten allerlei men
schen. dikke en dunne, voorname en gewone,
lange en magere, die haastig afrekenden en