f
H
I
IJeRTELLINGEN van
WEENEN UN JANUARI
,l,,,l,mw<IHIIIIIHIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII||||||||||||||||||||||||||||l||j|l|l||llllll|lllni(lltl|l|l|llll|l|1|llllllll|||||1||l||||||||n|||||||||||||||1||||||||H||||||HH
I
De modehuizen zijn daar niet
x voor niets beroemd
SIBOTAK
ALLE NATIONALE COMMUNISTEN
DEMONSTREEREN
v<
Pauwke wierd mager als
talhout
L
O
1
I
I
1
f
BRABANTSCHE BRIEVEN
voorspreeksters in den hemel
Lenin, Liebknecht en
Luxemburg herdacht
Van Borneo via Singapore
naar Java
KW
HE>$’;-
n?
ik heb drie goeie
1
een
r
slingerende
en
en
die
MARIJE
te
(Van een byzonderen correspondent)
p'
mij om
doorge
had
Sk
Pauwke
wierd
gekke
mor-
had en
BW
zwakke, klaar voor iedereen, dien ie docht te
t
t
i
i
t
edere groote stad heeft onmiskenbaar haar
eigen spheer een spheer die steeds wis-
die iedere maand wisselt, al
jaargetijden met hun
Die sigaren heb ik van Jansen
gekregen.
Wat heb je hem in ’s hemelsnaam
gedaan? (Holite Humour)
i
i
i
i
vrouwen
köópjes die
gen lersche wolfshond, die de grootste
van Amerika zou zijn
mannen, die eerst een goed
hadden over de „zinc”, veel
len
tig.
<1
<1
K T.
DRE.
de
dt
M
OP
OP
H.
I
*9
vat
PB»
<K
lu
I
alt
dei
2
lar
I
spi
dat
lar
bei
v
1
4
1
1
nu
het
«Pi
led
zoc
zoc
1
1
t
1
bei
dei
hé
on
do
40
1
n
mee ’n
et machtigste middel om Gods
rijk te bevestigen en uit te brei
den is het onderwijs, van boven
tot beneden doordrongen van een echt
katholieken geest en de onmisbare sluit
steen van dezen bouw is de Katholieke
Unlversltelt.
Het Hoogwaardig Episcopaat tot de
Katholieken van Nederland, 8 Sept. 1921.
-a T a korten tijd in Borneo vertoefd te hebben,
had ik besloten vla Singapore naar Java
-*■ terug te keeren. Daar deze reis voor mij
meer een vacantie-trlp beteekende, had ik voor
de variatie nu eens niet den overtocht per
K. P. M.-stoomer gemaakt, doch een Chineesch
bootje genomen, hetwelk mij na eenige dagen
veilig en wel aan Java’s westkust aan land zette.
Eerlijk gezegd was ik toch verheugd, weder iets
stevlgers onder mijne voeten te hebben dan de
weelde waarvan u het bestaan niet vermoedde
het is een verscheidenheid, die aan een stuk
door boeit en als we dat aanzien dan kunnen
we begrijpen dat de vele winkels inderdaad een
bestaan vinden. Want u moet niet denken dat
er op die Zaterdagavonden in Januari geen
andere bals zijn dan dat eene groote dirndl-
bal. Er zijn gecostumeerde bals verscheidene
zelfs en gewone bals. En hoe worden al die
bals in het leven geroepen? Het gaat er zoo
dat de gemeente Weenen verscheidene bals In
de grootste zalen van de stad uitschrijft, waar-,
van de opbrengst voor liefdadige doeleinden
gebruikt wordt maar het is niet alleen de
gemeente die zulke bals uitschrijft groote
officleele vefeéniglngen doen hetzelfde en op
het groote Jaariyksche „Künstler-Bal" komen
verscheidene bekende persoonlijkheden uit film
en theaterwereld meestal niet den heelen
avond, want er zijn altijd zooveel liefhebbers
voor hun handteekeningenEn leder jaar
is hét groote bal in de oj>era waar alle offi
cleele regeermgspersonen met hun dames vër-
schijnep waar de plaatsen verhuurd worden
aan mindere góden om de élite van het land
in de meest schitterende uniformen en toilet
ten te zien dansen. Het is Inderdaad zóó dat
héél Weenen dansï in Januari. Want niet
alleen officieele vereenlgingen schrijven bals
uit iedere vereeniging doet het, groot of
klein. En zoo zijn ook alle mogelijke winkels
Ingesteld om al die feestvierende menschen te
voorzien van meer of mindere luxe-artlkelen,
behoorend bjj deze feesten wtiardoor de
heele stad een absoluut andere spheer heeff
dan Hollands hoofdstad. Een spheer van zor
geloosheid en vroolijkheid, die ons haast on
bekend is, die ons tegemoet komt wanneer we
door de winkelstraten loopen en die ons tege
moet komt wanneer we in het café onze koffie
drinken en den „Klatsch” over de bals aanhoo-
ren. Hij doortintelt héél Weenen en al kan
Januari dan de koudste maand zijn de Wie
ner mkakt haar tot de zonnigste!
tuigd voorstander van het Volksfront, dat deze
vrijheden heet te waarborgen. Een verklaring,
die in socialistische kringen met luid handge
klap is begroet. En Léon Blum moet zich het
hart onder den riem gestoken voelen.
Naïef stelde Thorez de vraag, waarom com
munisten en katholieke arbeiders eigenlijk el
kaar de hand niet zouden reiken.
De communistische leider wilde ook getuigen
van nationaal gevoelen en vaderlandsche gezind
heid. „WM moeten,” zoo riep hij uit, „de ge
schiedenis van .ons land leeren kennen; zijn
schoonheden en zijn rijkdommen. Dat alles is
ons erfdeel, dat wjj onder onze hoede moeten
nemen”.
Maar ook sloop in zijn rede het zinnetje bin
nen. dat, niettegenstaande den van ganscher
harte verleenden steun aan de sociale politiek
van het Volksfront, het uiteindelijk doel van de
communistische partij blijft: „het Frankrijk der
boeren- en arbeidersraden». r-,
Hy eindigde met den uitroep; Leve Lenin I
Leve Stalin! Leve de communistische Interna
tionale! Leve Sovjet-Frankryk!”
Hier zat ’t masker hem blijkbaar op den rug!
Ommen: „Pauwke Bldfrons”, a Seen naam
toont duidelijk en Heer aan, dat P O. P. Pels-
ner in 'nen geur van heiligheid, van bezondere
vroomheid stond. Terwijl den naam van „Gek
ke Pauwke”.al weinig in overeenstemming
is mee zijnen faam van braafheid, mee den
roep van heiligheid van dat eigenste Pauwke
En toch, amico, is dat nog zoo vreemd nle!
In d’oogen van ’n onheilige, „verstandige"
van 'n egoïstische menschheid. mót het heilige
wel „gek” zijn! En is dat ook!
Pauwke is gelijk mee mU opgegroeid. En op
school was er tusschen hum en ons zóó weinig
verschil, dat misschien den meester ’t zelfs nle
zag. Toch wis er al onderscheid! Pauw, her
inner ik me, kost geen bloed van “n ander
zien. Als ’nen jongen ’n gat in zijnen kop
viel, dan wierd Pauwke bleek en druilde weg.
En toch kwam ie ’ns ‘nen keer op school, la-
chende, meer 'n kuifke als ’n speldenkussen, I
atjjf als t waS van bloed. Jongens, ’n stuk of]
slotte zijn de Weensche modehuizen niet voor
niets beroemd. Maar niet alleen avond japon
netjes zijn er uitgestald. In Januari schijnen
alle provincies vertegenwoordigd te zijn door
hun verschillende kleederdrachten en dat is
het meest fleurige schouwspel dat men zich in
kan denken. Winkel na winkel toont u de eene
dimdl na de ahdere dirndls uit het Noorden
en Zuiden uit het Oosten en Westen
dirndls voor jonge meisjes en oudere vrouwen,
kostbare en eenvoudige, ouderwetsche en mo
derne en het geheel vormt een bon^e men
geling van kleuren waar de bezoekers van Wee
nen niet genoeg van kunnen krijgen.
En dan de stoffen-magazijnen die hebben
étalages vol dlrndlstof, felle kleuren naast el
kander, gewone katoenen stoffen bedrukt met
kleine witte bloempjes, gestreepte stoffen voor
andere soorten dirndls, zij voor schortjes. Ei
zijn winkels met bonte shawltjes, broches,
taschjes, versieringen voor in 't haar, prach
tigs gordels, speciale schoentjes, waaiertjes,
illes en Mies voor de vele dirndlbals. En zoo’n
bal het is een onvergefelijk feest daar i£yn
honderden menschen, allen in de kleederdrach
ten van het platteland en dat is een kleuren-
-j—e Fransche communisten hebben pas een
1 roerig weekeinde achter zich. De massa's
■1—zijn weer eens in beweging gebracht.
'In de Parijsche wlnterwlelerbaan was een
feestavond georganiseerd ter herdenking van
de verjaring van Lenin’s sterfdag. Tevens diende
deze avond tot herdenking von Karl Liebknecht
en Rösa Luxemburg.
Wintersportreis of geen wintersport
reis: een witte pullover waarop een
zwart pest met roode, gele en groene
strepen, een aardige blazer, kan elk
sportief meisje gebruiken. Maar ook
'n modieus toiletje voor de dans
avonden zal niet onwelkom zijn
„Jawel, Dré, zekers. Ik hoop alleen maar.
Jonk, da 'k ze nooit één minuutje verdriet heb
gedaan.”
„Zal best losloopen!”
,4k hoop 't. Tc Heb drie dagen, dat ze boven
eerde stond, bjj d’r kist zitten prakizeeren
daarover.... afijn. Moeder is gelukkig en meer
kan ik nle verlangen. Oudoe!”
Pauwke was geblazen.
In de „Gouwen” hebben we 'm nle meer ge
zien. Dieën gang is ie in z’nen rouwtyd ver
leerd. ’n Paar jaren later trouwde-n-ie mee
z’n SJouwke endkt liep triest af.
Sjouw’ stierf binnen 't jaar. Liet 'm achter
mee 'n teer, teer dochterke, waarvoor ie werkt»
dag en nacht.
Toch kost ie t kindeke nle behouwen. Als
’t vijf jaar was en er uitzag als twee, dan he
melde ook ’t kindeke.
Toen wa* Pauwke veul ouwer geworden.
Ruim zeuven jaren aan één stuk had ie ge
vochten teugen den dood voor alles wat ’m t
liefste was dit valt, om Pauwke’s woorden
te gebruiken, nie mee!
Mager, mager wierd ie als ’n talhout. Z’n
zwarte krullen vergraauwden en stuikten tot
staalgrijze pieken en mee z’n veertigste was
ie wit.
t Klnderiyk-trouwe kopke was weg. De don
kere, matte oogen smeulden in 'n wit gezeht.
Hij kwam nleverans meer dan in de kerk en
en op zjjn werk, ’s Zondags zat ie heele dagen
in ’t hulske van moedër-nog voor ’t raam' te
lurken aan ’n pijp. *s Zomers zat lé voor de
deur.
„Gekke Pauwke" had ik bijna nlemeer ge
hoord. Hoogstens op deze manier: „Pels, ge
weet wel, Pauwke Pels, gekke Pauwke!”
Want na zijnen trouw en teugenslag daarin,
na t verlies van z'n Jrlndeke, was Pauw by 1
vrouwvolk In achting gestegen.
Maar toen ie „op z’n eigen” bleef, naar *n
tweede vrouw verder nle omzag, alleen z’n
huiske bestierde, de graven op ’t kerkhof tot
da schoonste van Ulvenhout maakte, veul
vroom leefde, en toen uitlekte dat ie van de
kamer, waar moeder, vrouw en kind gestorven
waren, ’n soortement kapelleke had gemaakt,
toen gingen de vingers weer naar de voorhoof
den mee deus’ woorden: „zlede nou wel?”
Maar Pauwke ging zijnen weg. Eenzaam. HIJ
was vriendelijk voor iedereen, behulpzaam ab
voor opdraaien allerlei zaken voor hem op te
koopen, daar men zonder routine leeljjk beet
genomen wordt.
Ik was dan ook verheugd toen er plotseling
een zwaar onweder kwam opdagen, vergezeld van
had plaats gevonden, hevige regenvlagen, waarop de kooplieden over
haast de beenen namen en wy flink vermoeid
zijnde onze slaapkamers opzochten.
Den volgenden mogen was 't voor
vijf uur réveille.
Hoe mjjn vriend den nacht
bracht in een volgende schets.
kunnen helpen en Pauwke droeg z’n kruis
zooals O. L. Heer ’t waarschijnlijk Wel 't beste
vindt.
Daar waren er, die in nood naar Pauwk»
gingen, mee de gedachte van: „hy Js toch nie
wijzer en zal wel helpen.” Zoo wierd ie veul
arm.
’t Huiske verviel. Wat versleet werd nie meer
hersteld of aangevuld, alleen z’n „kapelleke”
dat bleef. Pauwke had eigenlijk voor geen-
mensch meer te zorgen, ook al zorgde-ie dan
voor tientallen anderen, zooveul als ie kon.
Maar hij wierd ouwer, zwakker, de verdiensten
veul minder. En op 't end kost ie alleen nog
maar helpen door gebed, moest ie vertellen.
*t Was allemaal op, behalve z'n goeie hart,
da alty klopte voor anderen.
En toen gebeurde ’m iets wie zal zeggen
of t „toeval" was....? Maar ‘n radeloos moe-
derke kwam Pauwke’s hulp, z’n gebed vragen,
voor haar kindeke, dat opgegeven was door
den dokter.
„Tc Zal doen wak kan," had Pauwke ge-
zeed: „ik heb drie goeie voorspreeksters in den
Hemel, dus....”
’t Kindeke werd beter!
En de dokter, die *t lykske docht te komen
schouwen den anderen morgen, liet zich ont
vallen: ,,’t kind is behouwen, daar is hier ’n
wonder gebeurd.”
En zoo, amico, zoo
„Pauwke Bldfrons".
Want al wat in moeilijkheden zat, ging naar
Pauwke, mee t verzoek „bldfrons."
Komende van ’t kerkhof, is ie biddende on
der ’n auto geloopen. z’n leste woord was,.*.
„God....!"
Hy is begraven, ’s morgens in de vroegte»
doodarm. Voor Pauwke Bldfrons was er niks
overgebleven. HU had nooit otrj z’n eigen ge
docht. Maar toch had ie nog *n testament.
Z’n kapelleke te verkoopen en den opbrengst
te geven aan meneer Pastoor voor den armste
der parochie.
Kapel en trekzak (waar ie de leste jaren
orgelmuziek op spuide) brochten 26.75 op.
„Gekke Pauwke”. Jawel! Nog wat meer van
zulke „gekken" op deuze „verstandige" weareld
en de wereld is geen gekkenhuis meer!
Veul groeten van Trui en als altfj geen
haarke minder van oew*
gebracht en nu kan hij zich, geheel ontdaan, Ma!elscli,_nog niet machtig was, moest ik er
uit zijn benarde positie bevrijden.
Eenigszins op adem gekomen waren zijn eer
ste woorden; hoe bestaat het! Geef mij maar
een potje bier.
Daar het hotel in de onmiddellijke nabijheid
lag, waar het ongeval
hadden wjj het laatste gedeelte maar te voet
afgelegd. Wij konden nu de situatie eens op
nemen.
Het hoofdgebouw staat midden op ’t erf, ter
wijl de beide zijkanten en de achterkant door
eenvoudige langwerpige gebouwen zijn ingeno-
der was gezeten, had zich plotseling begeven, toch hebben een afkeer van bamboes, met zijn
met het gevolg dat hij er door zakte.
Tot zijn geluk kwam hy met zijn beenen het
eerst op den grond terecht. Hy was nu om zich
het veege lijf te redden wel genoodzaakt in
vollen galop met wuivende lange haren (waar
een artist die zichzelf respecteert nu eenmaal
niet buiten kan), tusschen ’t chassis van den
wagen mee te rennen.
De paardjes worden met veel moeite tot staan
'ns los. Dan kwam ie op ’nen Zondagmiddag
in de „Gouwen Koel”, wierd ’n tikske zat en
spuide dan voor komiek. Boven op de blljert,
op z’n kousvoeten, droeg ie dan lle-kes voor,
begeleidde z'n eigen op ’nen kleinen zeskan-
tlgen trekzak, gaf rondjes, die we eigens moes
ten betalen en we lachten ons 'n kriek om deus
..stapelzotte Pauwke”.
Pauwke....! Hy was nie groot. Maar daar
om was 't nie, dat we ’m Pauwke noemden.
Hy was.... hy had.... ja wat was 't nou?
Hy zag er zoo.... kinderachtig uit. Neeê, da’fc
ook ’t goeie woord nie! 'tWas de onbedorven
heid van z’n trouwe herte-oogen, die ’m kin-
deriyk deed schynen. En de kleur op z’n kleine
ronde wangen. Hy was rozig, had volle rooie
lippen en geen spoorke van ’nen snor, wat in
die dagen'al héél „kinderachtig” stond! Daar-
by zwart krulhaar, met alty ’n krulleke op z’n
voorhoofd. Kortom: "nen tlep om te vernik
kelen, maar.... waar j’oew eigen in vergissen
kost! Want ik zag 'm er voor aan, als ie daar
zoo boven op die biljert mee z'n korte, breeje
iyr stopd te wiegen op den muziek van z'nen
trekzak, dat ie minstens nog alty was dat
Pauwke Pels van school, dat ’t mee ’n lachend
gezicht opnam teugen tien man!
Neeë, ’t was geen wonder, die ie, mee z’n
kinderachtig gezicht, z'n onverschilligheid voor
t vrouwvolk, hy die alleen werkte voor z'n
moeder en nou en dan naar de kroeg kwam
meer voor ons dan voor z’n eigen plazier, dat
ie ,,’t gekke Pauwke van Ulvenhout” wierd.
Toen z’n moeder stierf, was heel ’t dorp ge
spitst op gekke Pauwke. „Hebt ge ’m al ge
zien?” „Hy zal nog gekker worden!”
Maar ’t gekke was, Pauwke wierd nle gek
ker, maar veul seerjeuzer en dat was we)
gek....! Moeder kreeg 'n eerste-klas-begrafenls
van duuzend gulden, daar werd geluid, daar
wierd gerouwd of ’n Barones wierd uitgedra
gen en Pauwke liep achter de kist van mahonie
hout en zilver in kaarsrechte houding, zonder
één traan en mee veul zachtheid in z'n mat
glanzende oogen.
’tWas voor ’t eerst na drie dagen, dat we
•m zagen. En ,,’t" viel ’n bietje teugen.
Later wierd Pauwke veul mager. Ik sprak
'm 'ns aan. „Pauw, ge zyt er nie half meer..?”
,,’t Valt nie mee, Dré, oew moeder verliezen!
Maar.... één ding, man: ze is in den hemel,
dat hee ze aan my verdiend!’*
„Gy zyt ook alty goed voor heur geweest, alty, gereed voor den arme, bereid voor den
Pauwke.”
Het karretje wordt van voren bestegen en
men moet bepaald lenig zyn om zonder bullen
of schrammen op het harde bankje te be
landen.
Gedurende den geheelen rit Is men genood
zaakt met opgetrokken knieën te zitten en zich
krampachtig aan de stylen van de kar vast te
klampen.
Direct na het afryden gaan de paardjes in
gaflOP qver, waarby biykt, dat zy een flink uit
houdingsvermogen bezitten.
Myn reisgenoot heeft zoo ver ik bemerk geen
tyd om zich aan al deze ongemakken te storen.
Vermoedeiyk is zyn geest geheel vervuld van
al het vreemde, wat hy om zich ziet en hU
staart in ex taxie naar de prachtige eeuwenoude
tamerlndeboomen aan beide zyden van den
weg.
Nog eenlgen tyd gaat het zoo door, doch even
voor wy het hotel bereikten was er haast nog
een ongeluk gebeurd, wat gezien den meer dan
wrakken toestand van het karretje geen ver
wondering behoefde te wekken. Wat was er in-
tusschen geschied?
De bodem van het wagentje, waarin de schil-
log eigens en van schrik liet den meester de
duuzend regels „vallen”.
Pauwke.... lachte. Wreef over z’nen kot»,
langs z'n gezicht en 't bloed liep in één oog.
Pauw kneep dat oog dicht en bleef mee t an
dere lachen. Toen hield d'n meester 'm onder
de pomp en spoelde Pauwke proper. Maar al
wie gedocht zou hebben dat Pauwke bleek
zou worden en wegdruilen, die kwam fall-
kant uit.
Een meiske in de klas wierd mlsseiyk. Dat
was SJouwke Kools. Daar is gekke Pauw twin
tig jaar later mee getrouwd. SJouwke had tien
Jaren gevrejen mee 'n ander en Pauwke had
gewacht tot 't af was. SJouwke en dieën
dere” trouwden toen binnen t Jaar
ander, iets wat je wel meer ziet....!
Pauwke Pels was intusschen t „gekke Pauw-
geworden, als ie naar de dertig Jaren liep.
harde en gladde bast, waarop him tanden en
nagels zich afstampen; ook is een bamboe-kool
de beste kerker voor een tyger.
De luiken en grendels van deuren en ramen,
de korven waarin de ryst wordt gekookt, stoe
len, manden, muziekinstrumenten, huisraad en
honderden andere voorwerpen meer. worden
alle van bamboes vervaardigd.
Daar myn vriend de voertaal in Indlë, het
planken van deze puffende
barkas.
Ik was niet de eenige Europeaan aan boord
geweest, doch had vanaf Singapore een mede
reiziger gekregen eri wel iemand, die- als kunst
schilder Java wilde bezoeken en waarmede ik
al spoedig nader had kennis gemaakt.
Daar hy rustig studies hoopte te maken,
hadden wy besloten, vooraleer wy naar een der
hoofdplaatsen zouden vertrekken, eerst eens
naar het binnenland te gaan en zooveel moge-
iyk de route te voet of te paard, dan wel met
een ander voertuig af te leggen.
Deze reis door West-Java belooft wel interes
sant te worden, daar ik bepaald nieuwsgierig
ben te ervaren, hoe voor my bekende zaken zich
aan t oog van een kunstschilder zullen voor
doen en hoe hy denkt over menschen en din
gen in dit voor hem geheel vreemde en ge
heimzinnige land.
Onze bagage laat ik naar de douaneloods
pikoelen, welke al spoedig na een vluchtig on
derzoek wordt prysgegeven.
Nu moeten wy trachten een paar karèta-pér
wagen op veeren te bemachtigen, die ons
naar het eenige hotel ter plaatse zullen bren
gen, wat echter eerst na een half uur zoeken
gelukt.
Laat ik by voorbaat even zeggen dat 1 geen
pretje is, om in dit soort voertuig langere toch
ten te moeten afleggen. Het 1s een gammel
morsig stelletje, dat van roestige spykers en
touwtjes aan elkaar hangt.
De assen zyn geheel uitgesleten, waardoor
de wielen heen en weer slingeren en de slappe
veeren onder het ryden telkens hevige schokken
veroorzaken.
Het karretje wordt van voren bestegen
men. Hier zyn ook de keuken en de bedienden
kamers gelegen.
De voorkant van *t geheele erf is door een
yzeren hek afgesloten, terwyi de poort bestaat
uit twee zware gewitte pilaren, die van onderen
geteerd zijn tegen de vochtigheid van den grond.
Over t algemeen ziet alles er vervallen uit.
De eigenaar, een Slngkeh-chinees, komt ons
begroeten en zal ons de kamers wyzen, terwyi
inlandsche bedienden de bagage binnen brengen.
Onze verblyfplaats bestaat voor leder uit twee
vertrekken, waarvan de wanden uit gespleten
en gevlochten bamboes zyn samengesteld. De
slaapkamer is erg donker, maar de voorkamer
geeft een mooi uitzicht op het plein, dat geheel
met heeriyke vruchtboomen beplant is.
Het meubilair van de voorkamer bestaat uit
een manke tafel en twee dito ligstoelen, een
verweerden spiegel en een lompe ongeverfde
schryftafel. De slaapkamer heeft, vooreerst, een
ledikant mét een gescheurd, gelapt gazen gor-
dyn tegen dé muskieten; voorts een geverfde
waschtafel, een wankelenden kleerenstandaard,
een stoel waarvan de matten zitting er uit ziet
als een accoordciter, waarvan de snaren ge
sprongen zyn en eindelyk een ouden gebarsten
spiegel, waarin myn gelaat er alleraardigst ver
minkt uit ziet.
De witgepleisterde kamers hebben een plafond
van grys geverfde matten en de steenen vloeren
zyn belegd met een van rotting gevlochten ta
pijt, dat zoo gescheurd 'en uitgerafeld is, dat
ik telkens gevaar loop te vallen.
Ik vroeg eens naar den prys en'men be
richtte my dat ik tegen betaling van 5.
per dag het vrye genot zou hebben van dezen
augiasstal en déze invalide meubelen; verder
drie maaltyden per dag en op gezette tyden
een vryen borrel.
Direct na aankomst bracht een inlandsche
Jongen ons thee met brood, Hollandsche kaas en
boter, welke laatste van wege de hitte er uitzag
als olie. Onze schilder was dan ook over het
geen hier werd aangeboden zeer begrypelyk
slecht te spreken, doch zoo, toen hy kennis
maakte met onze Indische vruchten, verander
de zyn stemming geheel en hy kon geen woor
den vinden om zyn enthousiasme uit te drukken.
De nangka, vond hy, smaakte naar fyne room
kaas, de banaan was sapryker dan die van
Egypte en wat betreft de manggoestan, vond hy,
dat deze wel zeker de koningin der tropische
vruchten moest zyn. Over den vorm, die vol
komen rond is, de schil die van 'buiten violet
kleurig, van binnen bloedrood en het vleeech
wit, raakte hy niet uitgepraat.
De smaak was fyner dan de beste druiven en
de geurigë frischheld overtrof alle vruchten,
die hy tot. nu toe geproefd had.
Evenals onze buren zetten wy ons op ons
gemak in de voorgalery neder. We waren weldra
omringd door Bantamsche en Chlneesche koop
lieden, die hun waren voor ons uitstalden.
Het loonde wel de moeite deze collecties eens
nader te bekyken.
Niet alleen wapenen, sarongs en mousselinen
worden hier in deze kampongs vervaardigd,
maar ook allerlei smaakvolle koperen gereed
schappen, beteldoozen, watervaten enz. en voor
al die verwonderiyke maaksels van goudsmeed-
en juwelierskunst.
Men moet zich verwonderen hoe deze werke-
lyke meesterstukjes met zulke gebrekkige mid
delen en gereedschap worden voortgebracht.
Een hamer, een looden plaat, eenige graveer
stiften, een zeer eenvoudige smeltkroes, dat Is
alles wat de kunstenaar behoeft en het is dan
ook geheel zyn eigen werk, door hem zelf be
dacht en uitgevoerd.
Myn vriend, de artist, moest wel constateeren
dat deze arbeid zeer veel tyd in beslag nam,
doch als het werk eenmaal voltooid is, is er
ook een waar kunstwerk geschapen, waarmede
geen fabrikant van de meest volmaakte machi
nes kan wedyveren. Ook bamboe-doozen met
sieriyke Ingebrande Hlndoe-motieven vragen
uwe aandacht.
Wel is 'bamboe een der 'merkwaardigste voort
brengselen van dit land, waarvan de inlander
op allerlei wyze profyt trekt en dat tot de meest
verschillende doeleinden wordt gebruikt.
Geheele huizen worden, uit- en Inwendig, van
bamboes opgetrokken en deze lichte en toch
stevige woningen bieden niet alleen weerstand
aan de geweldige stormen en veelvuldige aard
bevingen, maar zy zyn ook de beste beschutting
tegen de aanvallen der tygers. Deze dieren
massa gaan kyken. Inderdaad was de propa
ganda er in geslaagd tusschen de tien en twin
tig duizend partygangers van Thorez op de been
te brengen, die de toegangen, tot de wielerbaan
belegerden.
Wat aan deze massa vooral opviel, was het
groote aantal kleine burgers, dat er deel van
uitmaakte. Het type, dat den kleinen winkelier
verraadt. De campagne, die de Communistische
party Frankryk op touw heeft gezet om vasten
voet te krygen in dezen stand, die in Frankryk,
zooals bekend, een zeer groote bevolkingslaag
beslaat en die meer dan welke bevolkingsgroep
ook van de door de Volksfrontregeering en dus
ook door de cdhununisten doorgevoerde devalu
atie te lyden heeft gehad, schynt dus wel in
vruchtbare aarde te zyn gevallen.
Geen ongemoedeiyke massa overigens; veel
glas gedronken
vrouwen. Bulten
het huis wordt maar weinig van de Interna
tionale gezongen. Er is geen gebal van opgesto
ken vuisten, dan om plezier te doen aan een
of anderen persfotograaf, die magnesiumlicht-
opnamen van de massa wil maken.
Als een groot vangnet wordt een Spaansche,
violet-geel-roode vlag uitgevouwen, om de ga-
voor niets komen de meest beroemde
walsen uit Weenen en niet vpor niets is de
muziek van Johann Strauss een onuitputtelyke
bron van inspiratie voor de vele film-scenario-
schryvers. Weenen houdt er van te dansen, te
lachen en te zingen het houdt er van zorge
loos te zyn en het is het in Januari meer dan
In eenige andere maand.
Het is onbegrypeiyk hoe al die stoffen-win-
kels en winkeltjes, al die kleine en groote klee-
dlngmagazynen, al die snulsteryen-winkels hun
bestaan vinden. Want zooals er by ons jop on
geveer lederen hoek van de straat een sigaren
winkel staat, zoo staat er in Weenen op lederen
hoek van de straat een kleeding- of stoffen-
magazijn. En wat die te zien geven in de Ja-
nuarl-maand dat kan voor een Wlenerin een
even groote tantaluskwelllng zyn als voor ons
de geweldige koopjes.
Daar staan avondjaponnetjes te kust en te
keur van de mooiste en kostbaarste tot de
meest eenvoudige, maar alle smaakvol ten
ven op te vangen: ..Pour le peuple ESpagnol,
camerades. Pour les gosses de Madrid”.*
Het velodroom, dat aan 10 000 menschen plaats
biedt, is tot barstens toe vol en versierd met
Fransche driekleuren, Spaansch-republlkeinsche
vlaggen en veel marxistisch, rood dundoek. De
portretten van Lenin, Liebknecht en Luxem
burg Charles en Rosa worden de twee laatsten
kameraadschappelyk in den omgang genoemd
pryken boven bergen roode bloemen.
Het hoogtepunt is de speech van kameraad
Thorez, die om zyn intieme verwantschap met
Sovjet-Rusland by zyn bestryders van rechtsch
de „mujik” héét: Hij verheeriykt natuuriyk
Sovjet-Rusland, Lenin, niet minder Stalin,
wy zyn uit nieuwsgierigheid eens naar deze wlen hy thans obediëntie verschuldigd is; hy
veroordeelt de non-interventie-politiek ko-
nonnen voor Spanje! roept de zaal, die al lang
weet hoe het moet en hy vaart uit tegen de
fascistische dictaturen en tegen de Trotskisten,
die hy met de fascisten tegen Stalin ziet sa
menzweren. Het effect wordt bereikt, de zaal
raakt in een paroxysme van vervoering.
K»et door de „Humanité” dagen achtereen aan
haar 400.000 lezers aangekondigde sensatie-
nummer, het optreden van de 24 dansers van
Valencia, ‘is daags tevoren afgelast op aan
dringen van hoogerhand, daar de regeering haar
non-interventle-politiek niet gecompromitteerd
wenschte te zien.
Stond deze massa-meeting onverzocht in het
teeken der Sovjets en der Internationale, eenigs
zins anders was de sfeer op het nationaal con
gres der C. P. F., waarvoor de feestzaal van het
raadhuis te Montreuil ter beschikking was
gesteld.
Hier had de communistische party een mas
ker voorgebonden, dat het zy terloops opge
merkt wat nonchalant was opgezet en te
veel van het ware gelaat liet zien, dan dat de
maskerade geslaagd kon heeten.
Thorez wierp zich op als de kampioen der
democratische vryheden en als nog steeds over- I
Amico,
Paulus, Gerardus,
Franclscus Pelsner
werd kortweg ge
noemd: ,J»auwke
Pels” en meestal:
„Gekke Pauwke".
In B’n leste levensjaren hlette-n-ie: „Pauwke
Bldfrons."
Als ik nou en ‘étan „Gekke Pauwke” en
pauwke Bldfrons” door malkander gooi, in
deus vertelsel, dan weet ge dus wel, da 'k den-
zelfden Paulus, perardus, Franciscus Pelsner
bedoel. Ja, Ik zeg dat zoo op voorhand, want
ik besef heel goed, dat t ’n bietje vreema
schynt.
selt a»e leaere maand wisselt, al naar
mate de Jaargetijden met hun verscheidene
aspecten hun invloed doen gelden. En dien in
vloed merken we op velerlei gebied en op veler
lei wyzen In de eene groote stad anders dan
In de andere en in de stad weer anders dan
op het platteland en in de dorpen afhanke-
lyk van dan aard en het werk van de menschen.
En zoo staat de Januari-maand van Hollands
hoofdstad in een heel ander licht dan de Ja
nuari-maand van Oostenryks hoofdstad. Wee
nen. In Amsterdam staat zy in het teeken van
den uitverkoop alle winkels hebben in die
maand deze overeenkomst, dat ze hun winter
voorraad opruimen en van al hetgeen je zou
kunnen en willen koopen, daar loop je gewoon
van te watertanden.
In Weenen is het gansch anders gesteld in
de Januari-maand. Daar loopen de meisjes
de vrouwen niet te watertanden van al de
de winkeliers hun aanbieden
maar van heel Vf*at anders. Weeaen kent
massale ultverkoop-periode In Januari niet
alleen misschien uit dien hoofde dat de Wie-
nerinnen het veel te druk hebben met andere
zaken met hun bals! In Januari dknst heel
Weenen.
Niet
tien, hadden ’m onderwegen opgewacht, om
te „vechten”. Ik denk om ’ns uit te zoeken
w*t ze eigeniyk aan Pauwke Pels hadden.
Eenen was begonnen. Al rap had die bystand
noodlg gehad van twee en drie en ten leste
vocht Pauw teugen de heele bende. Resultaat:
'n gat in z’nen kop, dat er zyn mocht en....
■nen „goeden” naam! Pauwke kwam lachende
In de klas, ’n kwartier te laat. Hjj zag er uit,
of le alleen, in z'n dooie eentje, den tachtlg-
Jarigen oorlog uitgevochten had, dien we sjuust
aan ’t leeren waren. Hy kreeg straf voor ’t
te-laat-korr.en en Pauwke keek tevrejen, op t
kantje-van-lachen af. Toen moest ie ,jnanr
daiyk” de les uit den tachtlgjarigen oorlog
opzeggen en Pauwke was te veul by zyner.
eigen pas-geleverden oorlog, dan dat ’m den
peestamp-van Lelën, Ja zelfs t Bredasche turf
schip ook maarziedatte kon beroeren! Ik
herinner me zelfs, dat ie ’t Bredasche turf
schip rustig, mee ’nen handveger in den mast,
door Piet Hein de Berezina by Londen op Het
varen. „Dwars door de kettlngs," zee Pauwke.
Vóór deus historische prestatie kreeg le 'nen
tweeden douw en hy „Incasseerde 'm elegant”,
zouwen vandaag de kranten schryven.
_’t Staat zoo in ’t boekske, meester,” zee
Pauw: „maar ik zal de strafregels wel maken.”
1 Leek er veul op, of ir.ee dieën baksteen,
dien ze op z'n hoofd hadden gegooid, heel de
vaderlandsche geschiedenis geschift was!
„Voor deze opmerking,” zee den meester:
„zullen we de duuzend strafregels maar vol
maken” en toen kreeg P. G. F. Pelsner ’n lel
om z’n ooren, dat zynen kop weei bloeien ging.
(In die dagen spuiden de meesters er nie
mee!).
Nou zag Pauw er uit als den 80-jarigen oor-]
ke” geworden, als ie naar de dertig Jaren liep.
En daar waren veul reden voor...’.!
Ten eerste keek le nie naar de wvfkes. Zoo-
iets laten „kearels” van achttien nie óp zich
zitten en die van vytentwintig tellen ’m nle
meer mee.
Ten tweede bleef Pauwke by zyn moeder
vader was dood en schaamde z'n eigen niet
er rond voor uit te komen, dat ie heel veul
van z’n moeder hield. Dkirom verklaarde t
’t vróuwvolk ’m tot „gekke Pauwke”. Want
zoo fier en zoo gelukkig de moeders zyn op
zonen, die haar op de handen dragen zoo
slecht kan ’t vrouwvolk dat van de mannen
velen! Vreemde, maar trieste waarheid, amico;
te verklaren mee dat eene woordeke: „jalou-
zie”.
Gekke Pauwke werkte van den vroegen
gen tot den laten avond, of le voor 'n huis
houwen van tien klnders te zorgen
mee dat verdiende geld „lee le zyn moeder in
de watjes," dfe ’t mooiste leven van Ulven
hout had! Wat Pauwke’s streven was, „want
zooals hy 'n moeder had, zoo was er maar
één,” vertelde-n-ie geren. Ge kost ’t huiske
van uit de verte kennen, zoo prontjes zat t
in den verf; zoo mooi pronkten de kanteu
gordynen achter 't blinkende glas; zoo ryk
bloeide langs de deur de klimroos in ’t schoon
ste voortuintje van heel 1 dorp. En met moe
der in glanzend zwarte zware zy, ging Pauwke
trotsch ’s Zondags naar de Hoogmis, brocht
haar op haar „eigen plaats", dicht by den
preekstoel, voor welke plaats Pauwke leder jaar
'n groot bedrag neertelde by den koster.
Derdens brak gekke Pauwke nou en dan