f H I IJeRTELLINGEN van WEENEN UN JANUARI ,l,,,l,mw<IHIIIIIHIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII||||||||||||||||||||||||||||l||j|l|l||llllll|lllni(lltl|l|l|llll|l|1|llllllll|||||1||l||||||||n|||||||||||||||1||||||||H||||||HH I De modehuizen zijn daar niet x voor niets beroemd SIBOTAK ALLE NATIONALE COMMUNISTEN DEMONSTREEREN v< Pauwke wierd mager als talhout L O 1 I I 1 f BRABANTSCHE BRIEVEN voorspreeksters in den hemel Lenin, Liebknecht en Luxemburg herdacht Van Borneo via Singapore naar Java KW HE>$’;- n? ik heb drie goeie 1 een r slingerende en en die MARIJE te (Van een byzonderen correspondent) p' mij om doorge had Sk Pauwke wierd gekke mor- had en BW zwakke, klaar voor iedereen, dien ie docht te t t i i t edere groote stad heeft onmiskenbaar haar eigen spheer een spheer die steeds wis- die iedere maand wisselt, al jaargetijden met hun Die sigaren heb ik van Jansen gekregen. Wat heb je hem in ’s hemelsnaam gedaan? (Holite Humour) i i i i vrouwen köópjes die gen lersche wolfshond, die de grootste van Amerika zou zijn mannen, die eerst een goed hadden over de „zinc”, veel len tig. <1 <1 K T. DRE. de dt M OP OP H. I *9 vat PB» <K lu I alt dei 2 lar I spi dat lar bei v 1 4 1 1 nu het «Pi led zoc zoc 1 1 t 1 bei dei hé on do 40 1 n mee ’n et machtigste middel om Gods rijk te bevestigen en uit te brei den is het onderwijs, van boven tot beneden doordrongen van een echt katholieken geest en de onmisbare sluit steen van dezen bouw is de Katholieke Unlversltelt. Het Hoogwaardig Episcopaat tot de Katholieken van Nederland, 8 Sept. 1921. -a T a korten tijd in Borneo vertoefd te hebben, had ik besloten vla Singapore naar Java -*■ terug te keeren. Daar deze reis voor mij meer een vacantie-trlp beteekende, had ik voor de variatie nu eens niet den overtocht per K. P. M.-stoomer gemaakt, doch een Chineesch bootje genomen, hetwelk mij na eenige dagen veilig en wel aan Java’s westkust aan land zette. Eerlijk gezegd was ik toch verheugd, weder iets stevlgers onder mijne voeten te hebben dan de weelde waarvan u het bestaan niet vermoedde het is een verscheidenheid, die aan een stuk door boeit en als we dat aanzien dan kunnen we begrijpen dat de vele winkels inderdaad een bestaan vinden. Want u moet niet denken dat er op die Zaterdagavonden in Januari geen andere bals zijn dan dat eene groote dirndl- bal. Er zijn gecostumeerde bals verscheidene zelfs en gewone bals. En hoe worden al die bals in het leven geroepen? Het gaat er zoo dat de gemeente Weenen verscheidene bals In de grootste zalen van de stad uitschrijft, waar-, van de opbrengst voor liefdadige doeleinden gebruikt wordt maar het is niet alleen de gemeente die zulke bals uitschrijft groote officleele vefeéniglngen doen hetzelfde en op het groote Jaariyksche „Künstler-Bal" komen verscheidene bekende persoonlijkheden uit film en theaterwereld meestal niet den heelen avond, want er zijn altijd zooveel liefhebbers voor hun handteekeningenEn leder jaar is hét groote bal in de oj>era waar alle offi cleele regeermgspersonen met hun dames vër- schijnep waar de plaatsen verhuurd worden aan mindere góden om de élite van het land in de meest schitterende uniformen en toilet ten te zien dansen. Het is Inderdaad zóó dat héél Weenen dansï in Januari. Want niet alleen officieele vereenlgingen schrijven bals uit iedere vereeniging doet het, groot of klein. En zoo zijn ook alle mogelijke winkels Ingesteld om al die feestvierende menschen te voorzien van meer of mindere luxe-artlkelen, behoorend bjj deze feesten wtiardoor de heele stad een absoluut andere spheer heeff dan Hollands hoofdstad. Een spheer van zor geloosheid en vroolijkheid, die ons haast on bekend is, die ons tegemoet komt wanneer we door de winkelstraten loopen en die ons tege moet komt wanneer we in het café onze koffie drinken en den „Klatsch” over de bals aanhoo- ren. Hij doortintelt héél Weenen en al kan Januari dan de koudste maand zijn de Wie ner mkakt haar tot de zonnigste! tuigd voorstander van het Volksfront, dat deze vrijheden heet te waarborgen. Een verklaring, die in socialistische kringen met luid handge klap is begroet. En Léon Blum moet zich het hart onder den riem gestoken voelen. Naïef stelde Thorez de vraag, waarom com munisten en katholieke arbeiders eigenlijk el kaar de hand niet zouden reiken. De communistische leider wilde ook getuigen van nationaal gevoelen en vaderlandsche gezind heid. „WM moeten,” zoo riep hij uit, „de ge schiedenis van .ons land leeren kennen; zijn schoonheden en zijn rijkdommen. Dat alles is ons erfdeel, dat wjj onder onze hoede moeten nemen”. Maar ook sloop in zijn rede het zinnetje bin nen. dat, niettegenstaande den van ganscher harte verleenden steun aan de sociale politiek van het Volksfront, het uiteindelijk doel van de communistische partij blijft: „het Frankrijk der boeren- en arbeidersraden». r-, Hy eindigde met den uitroep; Leve Lenin I Leve Stalin! Leve de communistische Interna tionale! Leve Sovjet-Frankryk!” Hier zat ’t masker hem blijkbaar op den rug! Ommen: „Pauwke Bldfrons”, a Seen naam toont duidelijk en Heer aan, dat P O. P. Pels- ner in 'nen geur van heiligheid, van bezondere vroomheid stond. Terwijl den naam van „Gek ke Pauwke”.al weinig in overeenstemming is mee zijnen faam van braafheid, mee den roep van heiligheid van dat eigenste Pauwke En toch, amico, is dat nog zoo vreemd nle! In d’oogen van ’n onheilige, „verstandige" van 'n egoïstische menschheid. mót het heilige wel „gek” zijn! En is dat ook! Pauwke is gelijk mee mU opgegroeid. En op school was er tusschen hum en ons zóó weinig verschil, dat misschien den meester ’t zelfs nle zag. Toch wis er al onderscheid! Pauw, her inner ik me, kost geen bloed van “n ander zien. Als ’nen jongen ’n gat in zijnen kop viel, dan wierd Pauwke bleek en druilde weg. En toch kwam ie ’ns ‘nen keer op school, la- chende, meer 'n kuifke als ’n speldenkussen, I atjjf als t waS van bloed. Jongens, ’n stuk of] slotte zijn de Weensche modehuizen niet voor niets beroemd. Maar niet alleen avond japon netjes zijn er uitgestald. In Januari schijnen alle provincies vertegenwoordigd te zijn door hun verschillende kleederdrachten en dat is het meest fleurige schouwspel dat men zich in kan denken. Winkel na winkel toont u de eene dimdl na de ahdere dirndls uit het Noorden en Zuiden uit het Oosten en Westen dirndls voor jonge meisjes en oudere vrouwen, kostbare en eenvoudige, ouderwetsche en mo derne en het geheel vormt een bon^e men geling van kleuren waar de bezoekers van Wee nen niet genoeg van kunnen krijgen. En dan de stoffen-magazijnen die hebben étalages vol dlrndlstof, felle kleuren naast el kander, gewone katoenen stoffen bedrukt met kleine witte bloempjes, gestreepte stoffen voor andere soorten dirndls, zij voor schortjes. Ei zijn winkels met bonte shawltjes, broches, taschjes, versieringen voor in 't haar, prach tigs gordels, speciale schoentjes, waaiertjes, illes en Mies voor de vele dirndlbals. En zoo’n bal het is een onvergefelijk feest daar i£yn honderden menschen, allen in de kleederdrach ten van het platteland en dat is een kleuren- -j—e Fransche communisten hebben pas een 1 roerig weekeinde achter zich. De massa's ■1—zijn weer eens in beweging gebracht. 'In de Parijsche wlnterwlelerbaan was een feestavond georganiseerd ter herdenking van de verjaring van Lenin’s sterfdag. Tevens diende deze avond tot herdenking von Karl Liebknecht en Rösa Luxemburg. Wintersportreis of geen wintersport reis: een witte pullover waarop een zwart pest met roode, gele en groene strepen, een aardige blazer, kan elk sportief meisje gebruiken. Maar ook 'n modieus toiletje voor de dans avonden zal niet onwelkom zijn „Jawel, Dré, zekers. Ik hoop alleen maar. Jonk, da 'k ze nooit één minuutje verdriet heb gedaan.” „Zal best losloopen!” ,4k hoop 't. Tc Heb drie dagen, dat ze boven eerde stond, bjj d’r kist zitten prakizeeren daarover.... afijn. Moeder is gelukkig en meer kan ik nle verlangen. Oudoe!” Pauwke was geblazen. In de „Gouwen” hebben we 'm nle meer ge zien. Dieën gang is ie in z’nen rouwtyd ver leerd. ’n Paar jaren later trouwde-n-ie mee z’n SJouwke endkt liep triest af. Sjouw’ stierf binnen 't jaar. Liet 'm achter mee 'n teer, teer dochterke, waarvoor ie werkt» dag en nacht. Toch kost ie t kindeke nle behouwen. Als ’t vijf jaar was en er uitzag als twee, dan he melde ook ’t kindeke. Toen wa* Pauwke veul ouwer geworden. Ruim zeuven jaren aan één stuk had ie ge vochten teugen den dood voor alles wat ’m t liefste was dit valt, om Pauwke’s woorden te gebruiken, nie mee! Mager, mager wierd ie als ’n talhout. Z’n zwarte krullen vergraauwden en stuikten tot staalgrijze pieken en mee z’n veertigste was ie wit. t Klnderiyk-trouwe kopke was weg. De don kere, matte oogen smeulden in 'n wit gezeht. Hij kwam nleverans meer dan in de kerk en en op zjjn werk, ’s Zondags zat ie heele dagen in ’t hulske van moedër-nog voor ’t raam' te lurken aan ’n pijp. *s Zomers zat lé voor de deur. „Gekke Pauwke" had ik bijna nlemeer ge hoord. Hoogstens op deze manier: „Pels, ge weet wel, Pauwke Pels, gekke Pauwke!” Want na zijnen trouw en teugenslag daarin, na t verlies van z'n Jrlndeke, was Pauw by 1 vrouwvolk In achting gestegen. Maar toen ie „op z’n eigen” bleef, naar *n tweede vrouw verder nle omzag, alleen z’n huiske bestierde, de graven op ’t kerkhof tot da schoonste van Ulvenhout maakte, veul vroom leefde, en toen uitlekte dat ie van de kamer, waar moeder, vrouw en kind gestorven waren, ’n soortement kapelleke had gemaakt, toen gingen de vingers weer naar de voorhoof den mee deus’ woorden: „zlede nou wel?” Maar Pauwke ging zijnen weg. Eenzaam. HIJ was vriendelijk voor iedereen, behulpzaam ab voor opdraaien allerlei zaken voor hem op te koopen, daar men zonder routine leeljjk beet genomen wordt. Ik was dan ook verheugd toen er plotseling een zwaar onweder kwam opdagen, vergezeld van had plaats gevonden, hevige regenvlagen, waarop de kooplieden over haast de beenen namen en wy flink vermoeid zijnde onze slaapkamers opzochten. Den volgenden mogen was 't voor vijf uur réveille. Hoe mjjn vriend den nacht bracht in een volgende schets. kunnen helpen en Pauwke droeg z’n kruis zooals O. L. Heer ’t waarschijnlijk Wel 't beste vindt. Daar waren er, die in nood naar Pauwk» gingen, mee de gedachte van: „hy Js toch nie wijzer en zal wel helpen.” Zoo wierd ie veul arm. ’t Huiske verviel. Wat versleet werd nie meer hersteld of aangevuld, alleen z’n „kapelleke” dat bleef. Pauwke had eigenlijk voor geen- mensch meer te zorgen, ook al zorgde-ie dan voor tientallen anderen, zooveul als ie kon. Maar hij wierd ouwer, zwakker, de verdiensten veul minder. En op 't end kost ie alleen nog maar helpen door gebed, moest ie vertellen. *t Was allemaal op, behalve z'n goeie hart, da alty klopte voor anderen. En toen gebeurde ’m iets wie zal zeggen of t „toeval" was....? Maar ‘n radeloos moe- derke kwam Pauwke’s hulp, z’n gebed vragen, voor haar kindeke, dat opgegeven was door den dokter. „Tc Zal doen wak kan," had Pauwke ge- zeed: „ik heb drie goeie voorspreeksters in den Hemel, dus....” ’t Kindeke werd beter! En de dokter, die *t lykske docht te komen schouwen den anderen morgen, liet zich ont vallen: ,,’t kind is behouwen, daar is hier ’n wonder gebeurd.” En zoo, amico, zoo „Pauwke Bldfrons". Want al wat in moeilijkheden zat, ging naar Pauwke, mee t verzoek „bldfrons." Komende van ’t kerkhof, is ie biddende on der ’n auto geloopen. z’n leste woord was,.*. „God....!" Hy is begraven, ’s morgens in de vroegte» doodarm. Voor Pauwke Bldfrons was er niks overgebleven. HU had nooit otrj z’n eigen ge docht. Maar toch had ie nog *n testament. Z’n kapelleke te verkoopen en den opbrengst te geven aan meneer Pastoor voor den armste der parochie. Kapel en trekzak (waar ie de leste jaren orgelmuziek op spuide) brochten 26.75 op. „Gekke Pauwke”. Jawel! Nog wat meer van zulke „gekken" op deuze „verstandige" weareld en de wereld is geen gekkenhuis meer! Veul groeten van Trui en als altfj geen haarke minder van oew* gebracht en nu kan hij zich, geheel ontdaan, Ma!elscli,_nog niet machtig was, moest ik er uit zijn benarde positie bevrijden. Eenigszins op adem gekomen waren zijn eer ste woorden; hoe bestaat het! Geef mij maar een potje bier. Daar het hotel in de onmiddellijke nabijheid lag, waar het ongeval hadden wjj het laatste gedeelte maar te voet afgelegd. Wij konden nu de situatie eens op nemen. Het hoofdgebouw staat midden op ’t erf, ter wijl de beide zijkanten en de achterkant door eenvoudige langwerpige gebouwen zijn ingeno- der was gezeten, had zich plotseling begeven, toch hebben een afkeer van bamboes, met zijn met het gevolg dat hij er door zakte. Tot zijn geluk kwam hy met zijn beenen het eerst op den grond terecht. Hy was nu om zich het veege lijf te redden wel genoodzaakt in vollen galop met wuivende lange haren (waar een artist die zichzelf respecteert nu eenmaal niet buiten kan), tusschen ’t chassis van den wagen mee te rennen. De paardjes worden met veel moeite tot staan 'ns los. Dan kwam ie op ’nen Zondagmiddag in de „Gouwen Koel”, wierd ’n tikske zat en spuide dan voor komiek. Boven op de blljert, op z’n kousvoeten, droeg ie dan lle-kes voor, begeleidde z'n eigen op ’nen kleinen zeskan- tlgen trekzak, gaf rondjes, die we eigens moes ten betalen en we lachten ons 'n kriek om deus ..stapelzotte Pauwke”. Pauwke....! Hy was nie groot. Maar daar om was 't nie, dat we ’m Pauwke noemden. Hy was.... hy had.... ja wat was 't nou? Hy zag er zoo.... kinderachtig uit. Neeê, da’fc ook ’t goeie woord nie! 'tWas de onbedorven heid van z’n trouwe herte-oogen, die ’m kin- deriyk deed schynen. En de kleur op z’n kleine ronde wangen. Hy was rozig, had volle rooie lippen en geen spoorke van ’nen snor, wat in die dagen'al héél „kinderachtig” stond! Daar- by zwart krulhaar, met alty ’n krulleke op z’n voorhoofd. Kortom: "nen tlep om te vernik kelen, maar.... waar j’oew eigen in vergissen kost! Want ik zag 'm er voor aan, als ie daar zoo boven op die biljert mee z'n korte, breeje iyr stopd te wiegen op den muziek van z'nen trekzak, dat ie minstens nog alty was dat Pauwke Pels van school, dat ’t mee ’n lachend gezicht opnam teugen tien man! Neeë, ’t was geen wonder, die ie, mee z’n kinderachtig gezicht, z'n onverschilligheid voor t vrouwvolk, hy die alleen werkte voor z'n moeder en nou en dan naar de kroeg kwam meer voor ons dan voor z’n eigen plazier, dat ie ,,’t gekke Pauwke van Ulvenhout” wierd. Toen z’n moeder stierf, was heel ’t dorp ge spitst op gekke Pauwke. „Hebt ge ’m al ge zien?” „Hy zal nog gekker worden!” Maar ’t gekke was, Pauwke wierd nle gek ker, maar veul seerjeuzer en dat was we) gek....! Moeder kreeg 'n eerste-klas-begrafenls van duuzend gulden, daar werd geluid, daar wierd gerouwd of ’n Barones wierd uitgedra gen en Pauwke liep achter de kist van mahonie hout en zilver in kaarsrechte houding, zonder één traan en mee veul zachtheid in z'n mat glanzende oogen. ’tWas voor ’t eerst na drie dagen, dat we •m zagen. En ,,’t" viel ’n bietje teugen. Later wierd Pauwke veul mager. Ik sprak 'm 'ns aan. „Pauw, ge zyt er nie half meer..?” ,,’t Valt nie mee, Dré, oew moeder verliezen! Maar.... één ding, man: ze is in den hemel, dat hee ze aan my verdiend!’* „Gy zyt ook alty goed voor heur geweest, alty, gereed voor den arme, bereid voor den Pauwke.” Het karretje wordt van voren bestegen en men moet bepaald lenig zyn om zonder bullen of schrammen op het harde bankje te be landen. Gedurende den geheelen rit Is men genood zaakt met opgetrokken knieën te zitten en zich krampachtig aan de stylen van de kar vast te klampen. Direct na het afryden gaan de paardjes in gaflOP qver, waarby biykt, dat zy een flink uit houdingsvermogen bezitten. Myn reisgenoot heeft zoo ver ik bemerk geen tyd om zich aan al deze ongemakken te storen. Vermoedeiyk is zyn geest geheel vervuld van al het vreemde, wat hy om zich ziet en hU staart in ex taxie naar de prachtige eeuwenoude tamerlndeboomen aan beide zyden van den weg. Nog eenlgen tyd gaat het zoo door, doch even voor wy het hotel bereikten was er haast nog een ongeluk gebeurd, wat gezien den meer dan wrakken toestand van het karretje geen ver wondering behoefde te wekken. Wat was er in- tusschen geschied? De bodem van het wagentje, waarin de schil- log eigens en van schrik liet den meester de duuzend regels „vallen”. Pauwke.... lachte. Wreef over z’nen kot», langs z'n gezicht en 't bloed liep in één oog. Pauw kneep dat oog dicht en bleef mee t an dere lachen. Toen hield d'n meester 'm onder de pomp en spoelde Pauwke proper. Maar al wie gedocht zou hebben dat Pauwke bleek zou worden en wegdruilen, die kwam fall- kant uit. Een meiske in de klas wierd mlsseiyk. Dat was SJouwke Kools. Daar is gekke Pauw twin tig jaar later mee getrouwd. SJouwke had tien Jaren gevrejen mee 'n ander en Pauwke had gewacht tot 't af was. SJouwke en dieën dere” trouwden toen binnen t Jaar ander, iets wat je wel meer ziet....! Pauwke Pels was intusschen t „gekke Pauw- geworden, als ie naar de dertig Jaren liep. harde en gladde bast, waarop him tanden en nagels zich afstampen; ook is een bamboe-kool de beste kerker voor een tyger. De luiken en grendels van deuren en ramen, de korven waarin de ryst wordt gekookt, stoe len, manden, muziekinstrumenten, huisraad en honderden andere voorwerpen meer. worden alle van bamboes vervaardigd. Daar myn vriend de voertaal in Indlë, het planken van deze puffende barkas. Ik was niet de eenige Europeaan aan boord geweest, doch had vanaf Singapore een mede reiziger gekregen eri wel iemand, die- als kunst schilder Java wilde bezoeken en waarmede ik al spoedig nader had kennis gemaakt. Daar hy rustig studies hoopte te maken, hadden wy besloten, vooraleer wy naar een der hoofdplaatsen zouden vertrekken, eerst eens naar het binnenland te gaan en zooveel moge- iyk de route te voet of te paard, dan wel met een ander voertuig af te leggen. Deze reis door West-Java belooft wel interes sant te worden, daar ik bepaald nieuwsgierig ben te ervaren, hoe voor my bekende zaken zich aan t oog van een kunstschilder zullen voor doen en hoe hy denkt over menschen en din gen in dit voor hem geheel vreemde en ge heimzinnige land. Onze bagage laat ik naar de douaneloods pikoelen, welke al spoedig na een vluchtig on derzoek wordt prysgegeven. Nu moeten wy trachten een paar karèta-pér wagen op veeren te bemachtigen, die ons naar het eenige hotel ter plaatse zullen bren gen, wat echter eerst na een half uur zoeken gelukt. Laat ik by voorbaat even zeggen dat 1 geen pretje is, om in dit soort voertuig langere toch ten te moeten afleggen. Het 1s een gammel morsig stelletje, dat van roestige spykers en touwtjes aan elkaar hangt. De assen zyn geheel uitgesleten, waardoor de wielen heen en weer slingeren en de slappe veeren onder het ryden telkens hevige schokken veroorzaken. Het karretje wordt van voren bestegen men. Hier zyn ook de keuken en de bedienden kamers gelegen. De voorkant van *t geheele erf is door een yzeren hek afgesloten, terwyi de poort bestaat uit twee zware gewitte pilaren, die van onderen geteerd zijn tegen de vochtigheid van den grond. Over t algemeen ziet alles er vervallen uit. De eigenaar, een Slngkeh-chinees, komt ons begroeten en zal ons de kamers wyzen, terwyi inlandsche bedienden de bagage binnen brengen. Onze verblyfplaats bestaat voor leder uit twee vertrekken, waarvan de wanden uit gespleten en gevlochten bamboes zyn samengesteld. De slaapkamer is erg donker, maar de voorkamer geeft een mooi uitzicht op het plein, dat geheel met heeriyke vruchtboomen beplant is. Het meubilair van de voorkamer bestaat uit een manke tafel en twee dito ligstoelen, een verweerden spiegel en een lompe ongeverfde schryftafel. De slaapkamer heeft, vooreerst, een ledikant mét een gescheurd, gelapt gazen gor- dyn tegen dé muskieten; voorts een geverfde waschtafel, een wankelenden kleerenstandaard, een stoel waarvan de matten zitting er uit ziet als een accoordciter, waarvan de snaren ge sprongen zyn en eindelyk een ouden gebarsten spiegel, waarin myn gelaat er alleraardigst ver minkt uit ziet. De witgepleisterde kamers hebben een plafond van grys geverfde matten en de steenen vloeren zyn belegd met een van rotting gevlochten ta pijt, dat zoo gescheurd 'en uitgerafeld is, dat ik telkens gevaar loop te vallen. Ik vroeg eens naar den prys en'men be richtte my dat ik tegen betaling van 5. per dag het vrye genot zou hebben van dezen augiasstal en déze invalide meubelen; verder drie maaltyden per dag en op gezette tyden een vryen borrel. Direct na aankomst bracht een inlandsche Jongen ons thee met brood, Hollandsche kaas en boter, welke laatste van wege de hitte er uitzag als olie. Onze schilder was dan ook over het geen hier werd aangeboden zeer begrypelyk slecht te spreken, doch zoo, toen hy kennis maakte met onze Indische vruchten, verander de zyn stemming geheel en hy kon geen woor den vinden om zyn enthousiasme uit te drukken. De nangka, vond hy, smaakte naar fyne room kaas, de banaan was sapryker dan die van Egypte en wat betreft de manggoestan, vond hy, dat deze wel zeker de koningin der tropische vruchten moest zyn. Over den vorm, die vol komen rond is, de schil die van 'buiten violet kleurig, van binnen bloedrood en het vleeech wit, raakte hy niet uitgepraat. De smaak was fyner dan de beste druiven en de geurigë frischheld overtrof alle vruchten, die hy tot. nu toe geproefd had. Evenals onze buren zetten wy ons op ons gemak in de voorgalery neder. We waren weldra omringd door Bantamsche en Chlneesche koop lieden, die hun waren voor ons uitstalden. Het loonde wel de moeite deze collecties eens nader te bekyken. Niet alleen wapenen, sarongs en mousselinen worden hier in deze kampongs vervaardigd, maar ook allerlei smaakvolle koperen gereed schappen, beteldoozen, watervaten enz. en voor al die verwonderiyke maaksels van goudsmeed- en juwelierskunst. Men moet zich verwonderen hoe deze werke- lyke meesterstukjes met zulke gebrekkige mid delen en gereedschap worden voortgebracht. Een hamer, een looden plaat, eenige graveer stiften, een zeer eenvoudige smeltkroes, dat Is alles wat de kunstenaar behoeft en het is dan ook geheel zyn eigen werk, door hem zelf be dacht en uitgevoerd. Myn vriend, de artist, moest wel constateeren dat deze arbeid zeer veel tyd in beslag nam, doch als het werk eenmaal voltooid is, is er ook een waar kunstwerk geschapen, waarmede geen fabrikant van de meest volmaakte machi nes kan wedyveren. Ook bamboe-doozen met sieriyke Ingebrande Hlndoe-motieven vragen uwe aandacht. Wel is 'bamboe een der 'merkwaardigste voort brengselen van dit land, waarvan de inlander op allerlei wyze profyt trekt en dat tot de meest verschillende doeleinden wordt gebruikt. Geheele huizen worden, uit- en Inwendig, van bamboes opgetrokken en deze lichte en toch stevige woningen bieden niet alleen weerstand aan de geweldige stormen en veelvuldige aard bevingen, maar zy zyn ook de beste beschutting tegen de aanvallen der tygers. Deze dieren massa gaan kyken. Inderdaad was de propa ganda er in geslaagd tusschen de tien en twin tig duizend partygangers van Thorez op de been te brengen, die de toegangen, tot de wielerbaan belegerden. Wat aan deze massa vooral opviel, was het groote aantal kleine burgers, dat er deel van uitmaakte. Het type, dat den kleinen winkelier verraadt. De campagne, die de Communistische party Frankryk op touw heeft gezet om vasten voet te krygen in dezen stand, die in Frankryk, zooals bekend, een zeer groote bevolkingslaag beslaat en die meer dan welke bevolkingsgroep ook van de door de Volksfrontregeering en dus ook door de cdhununisten doorgevoerde devalu atie te lyden heeft gehad, schynt dus wel in vruchtbare aarde te zyn gevallen. Geen ongemoedeiyke massa overigens; veel glas gedronken vrouwen. Bulten het huis wordt maar weinig van de Interna tionale gezongen. Er is geen gebal van opgesto ken vuisten, dan om plezier te doen aan een of anderen persfotograaf, die magnesiumlicht- opnamen van de massa wil maken. Als een groot vangnet wordt een Spaansche, violet-geel-roode vlag uitgevouwen, om de ga- voor niets komen de meest beroemde walsen uit Weenen en niet vpor niets is de muziek van Johann Strauss een onuitputtelyke bron van inspiratie voor de vele film-scenario- schryvers. Weenen houdt er van te dansen, te lachen en te zingen het houdt er van zorge loos te zyn en het is het in Januari meer dan In eenige andere maand. Het is onbegrypeiyk hoe al die stoffen-win- kels en winkeltjes, al die kleine en groote klee- dlngmagazynen, al die snulsteryen-winkels hun bestaan vinden. Want zooals er by ons jop on geveer lederen hoek van de straat een sigaren winkel staat, zoo staat er in Weenen op lederen hoek van de straat een kleeding- of stoffen- magazijn. En wat die te zien geven in de Ja- nuarl-maand dat kan voor een Wlenerin een even groote tantaluskwelllng zyn als voor ons de geweldige koopjes. Daar staan avondjaponnetjes te kust en te keur van de mooiste en kostbaarste tot de meest eenvoudige, maar alle smaakvol ten ven op te vangen: ..Pour le peuple ESpagnol, camerades. Pour les gosses de Madrid”.* Het velodroom, dat aan 10 000 menschen plaats biedt, is tot barstens toe vol en versierd met Fransche driekleuren, Spaansch-republlkeinsche vlaggen en veel marxistisch, rood dundoek. De portretten van Lenin, Liebknecht en Luxem burg Charles en Rosa worden de twee laatsten kameraadschappelyk in den omgang genoemd pryken boven bergen roode bloemen. Het hoogtepunt is de speech van kameraad Thorez, die om zyn intieme verwantschap met Sovjet-Rusland by zyn bestryders van rechtsch de „mujik” héét: Hij verheeriykt natuuriyk Sovjet-Rusland, Lenin, niet minder Stalin, wy zyn uit nieuwsgierigheid eens naar deze wlen hy thans obediëntie verschuldigd is; hy veroordeelt de non-interventie-politiek ko- nonnen voor Spanje! roept de zaal, die al lang weet hoe het moet en hy vaart uit tegen de fascistische dictaturen en tegen de Trotskisten, die hy met de fascisten tegen Stalin ziet sa menzweren. Het effect wordt bereikt, de zaal raakt in een paroxysme van vervoering. K»et door de „Humanité” dagen achtereen aan haar 400.000 lezers aangekondigde sensatie- nummer, het optreden van de 24 dansers van Valencia, ‘is daags tevoren afgelast op aan dringen van hoogerhand, daar de regeering haar non-interventle-politiek niet gecompromitteerd wenschte te zien. Stond deze massa-meeting onverzocht in het teeken der Sovjets en der Internationale, eenigs zins anders was de sfeer op het nationaal con gres der C. P. F., waarvoor de feestzaal van het raadhuis te Montreuil ter beschikking was gesteld. Hier had de communistische party een mas ker voorgebonden, dat het zy terloops opge merkt wat nonchalant was opgezet en te veel van het ware gelaat liet zien, dan dat de maskerade geslaagd kon heeten. Thorez wierp zich op als de kampioen der democratische vryheden en als nog steeds over- I Amico, Paulus, Gerardus, Franclscus Pelsner werd kortweg ge noemd: ,J»auwke Pels” en meestal: „Gekke Pauwke". In B’n leste levensjaren hlette-n-ie: „Pauwke Bldfrons." Als ik nou en ‘étan „Gekke Pauwke” en pauwke Bldfrons” door malkander gooi, in deus vertelsel, dan weet ge dus wel, da 'k den- zelfden Paulus, perardus, Franciscus Pelsner bedoel. Ja, Ik zeg dat zoo op voorhand, want ik besef heel goed, dat t ’n bietje vreema schynt. selt a»e leaere maand wisselt, al naar mate de Jaargetijden met hun verscheidene aspecten hun invloed doen gelden. En dien in vloed merken we op velerlei gebied en op veler lei wyzen In de eene groote stad anders dan In de andere en in de stad weer anders dan op het platteland en in de dorpen afhanke- lyk van dan aard en het werk van de menschen. En zoo staat de Januari-maand van Hollands hoofdstad in een heel ander licht dan de Ja nuari-maand van Oostenryks hoofdstad. Wee nen. In Amsterdam staat zy in het teeken van den uitverkoop alle winkels hebben in die maand deze overeenkomst, dat ze hun winter voorraad opruimen en van al hetgeen je zou kunnen en willen koopen, daar loop je gewoon van te watertanden. In Weenen is het gansch anders gesteld in de Januari-maand. Daar loopen de meisjes de vrouwen niet te watertanden van al de de winkeliers hun aanbieden maar van heel Vf*at anders. Weeaen kent massale ultverkoop-periode In Januari niet alleen misschien uit dien hoofde dat de Wie- nerinnen het veel te druk hebben met andere zaken met hun bals! In Januari dknst heel Weenen. Niet tien, hadden ’m onderwegen opgewacht, om te „vechten”. Ik denk om ’ns uit te zoeken w*t ze eigeniyk aan Pauwke Pels hadden. Eenen was begonnen. Al rap had die bystand noodlg gehad van twee en drie en ten leste vocht Pauw teugen de heele bende. Resultaat: 'n gat in z’nen kop, dat er zyn mocht en.... ■nen „goeden” naam! Pauwke kwam lachende In de klas, ’n kwartier te laat. Hjj zag er uit, of le alleen, in z'n dooie eentje, den tachtlg- Jarigen oorlog uitgevochten had, dien we sjuust aan ’t leeren waren. Hy kreeg straf voor ’t te-laat-korr.en en Pauwke keek tevrejen, op t kantje-van-lachen af. Toen moest ie ,jnanr daiyk” de les uit den tachtlgjarigen oorlog opzeggen en Pauwke was te veul by zyner. eigen pas-geleverden oorlog, dan dat ’m den peestamp-van Lelën, Ja zelfs t Bredasche turf schip ook maarziedatte kon beroeren! Ik herinner me zelfs, dat ie ’t Bredasche turf schip rustig, mee ’nen handveger in den mast, door Piet Hein de Berezina by Londen op Het varen. „Dwars door de kettlngs," zee Pauwke. Vóór deus historische prestatie kreeg le 'nen tweeden douw en hy „Incasseerde 'm elegant”, zouwen vandaag de kranten schryven. _’t Staat zoo in ’t boekske, meester,” zee Pauw: „maar ik zal de strafregels wel maken.” 1 Leek er veul op, of ir.ee dieën baksteen, dien ze op z'n hoofd hadden gegooid, heel de vaderlandsche geschiedenis geschift was! „Voor deze opmerking,” zee den meester: „zullen we de duuzend strafregels maar vol maken” en toen kreeg P. G. F. Pelsner ’n lel om z’n ooren, dat zynen kop weei bloeien ging. (In die dagen spuiden de meesters er nie mee!). Nou zag Pauw er uit als den 80-jarigen oor-] ke” geworden, als ie naar de dertig Jaren liep. En daar waren veul reden voor...’.! Ten eerste keek le nie naar de wvfkes. Zoo- iets laten „kearels” van achttien nie óp zich zitten en die van vytentwintig tellen ’m nle meer mee. Ten tweede bleef Pauwke by zyn moeder vader was dood en schaamde z'n eigen niet er rond voor uit te komen, dat ie heel veul van z’n moeder hield. Dkirom verklaarde t ’t vróuwvolk ’m tot „gekke Pauwke”. Want zoo fier en zoo gelukkig de moeders zyn op zonen, die haar op de handen dragen zoo slecht kan ’t vrouwvolk dat van de mannen velen! Vreemde, maar trieste waarheid, amico; te verklaren mee dat eene woordeke: „jalou- zie”. Gekke Pauwke werkte van den vroegen gen tot den laten avond, of le voor 'n huis houwen van tien klnders te zorgen mee dat verdiende geld „lee le zyn moeder in de watjes," dfe ’t mooiste leven van Ulven hout had! Wat Pauwke’s streven was, „want zooals hy 'n moeder had, zoo was er maar één,” vertelde-n-ie geren. Ge kost ’t huiske van uit de verte kennen, zoo prontjes zat t in den verf; zoo mooi pronkten de kanteu gordynen achter 't blinkende glas; zoo ryk bloeide langs de deur de klimroos in ’t schoon ste voortuintje van heel 1 dorp. En met moe der in glanzend zwarte zware zy, ging Pauwke trotsch ’s Zondags naar de Hoogmis, brocht haar op haar „eigen plaats", dicht by den preekstoel, voor welke plaats Pauwke leder jaar 'n groot bedrag neertelde by den koster. Derdens brak gekke Pauwke nou en dan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 20