Het Zeemonster van Nagasaki H z wïAaal oan den daq DUITSCHERS OP ZOEK NAAR HUN VOOROUDERS H F 250.- F 750.- wi van Jj De zorgen Jimmy OVERAL SPEURT MEN IN DE KERKARCHIEVEN V De „Lobbes” WOENSDAG 10 FEBRUARI 1937 1 Poolsche kinderhulde De I.N.E.F. Het dialect op Rolduc 1 Om gevoeligheden te vermijden, moett men on-Germaaneche volken alt Finnen, Turken Japanner» tot ariër» proclameeren Gedicht ter eere van Prin»e» Juliana en Print Bernhard bij verlies een voet A I I 17 A D/’’! A.TMÏ7 °P dit blad zyn ^gevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 17 - blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 *7^0 bij een ongeval met I fjyJIN I Ti O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen 1 Uv«" doodelljken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Theorie en practijk Z 1 'i.'d t 1 en Bernhard. Op ondubOfelzinnire Bernhard. Prinses o 1 een sass Uil (Wordt vervolgd.) 9 j I om vast Neemt met U mede in gedachten, Deez’ liefde mooi en overgroot Wij zullen nimmer U vergeten Prinsesse, lief als in een sprookje Denk steeds aan ons. die met U zijn. Mogen deez’ uren in Krynica U daarbij als een feestdroom zijn. En als Gij voelt, een diep verlangen Of, als U moog-lUk ook iets deert Kom dan bij ons weer in Krynica Waar X Poolsche kind U diep vereert. sinds Gij or» Uwen aanblik boodt. Oh, moog’ UwTevensweg steeds wezen Zoo schoon als is een bloem-tapUt Waarover t Poolsche kind doet schallen Voor U zijn lach, ten allen tijd. of loei et Katholicisme kan zijn goddelijke zending in deze wereld niet vol ledig ontplooien zonder Unlversl- teiten. Het is daarom plicht van lederen katholiek zijn eigen Unlversitelt naar ver mogen te steunen. Nesta ons naar b E g X d v h d tl V b d di h E iland onvermoeid b^t stelt zich in :h standpunt kwestie niet b tl h d d d n tl ge- leeeeeeeeeeeeeteeeetMeveeeeM Het ziet er zelfs naar uit, dat de wet op de verleening van het Duitsche staatsburgerschap slechts een zeer voorloopig karakter heeft. De wet zegt namelijk wel. wie er in aanmerking komt voor het verkrijgen yan een „rijksburger- brief”, maar voegt hieraan tevens toe, dat die rjjksburgerbrief nog niet wordt uitgereikt. Geen Dultscher heeft er dan ook tot heden toe één ontvangen, ondanks dat de .wet al meer dan een jaar oud is. En intusschen werkt Dull aan zijn „Ahnentafel’’. De deze van natlonaal-socialistl beschouwd, hoogst belangrijke - tevreden met een voortdurende aanmoediging en een scherpe contróle, maar schrikt tevens niet terug voor de stoutmoedigste Initiatieven. Zoo werd tijdens een te Stuttgart gehouden congres besloten tot den bouw in die stad van een wetenschappelijk instituut, dat onder de talrijke „Reichforschungstellen” op het gebied van rassenonderzoek en rassenstudie, een heel aparte plaats zal Innemen. Dit instituut wil na- ti d ri NNuiiimiiiiiiiiiiiiiiiitiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiftiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiii DOOR P. C. WODEHOUSE «MMimilllllllllimililllllllllllHIHIIIHIIHlIlillllltlHHIIIIMHIUI zijn en toer^rij het Ogdeft vMu. De belde vrienden beschouwden het als hun eerste werk om een goed hotel te zoeken. X Mocht niet al te duur zijn, want dan was hun relspotje te gauw op. Zoo belandden ze eindelijk in een heel klein logement. De baas en de bazin waren Euro peanen en ze kenden een beetje Hollandsch. Wanneer de stroom der levens-stroomen U daarna meevoert, ver van hier En G’ in Uw Vaderland gekomen Uw eigen huls vindt vol vertier. Zullen U nog van ver bereiken De stemmen van ons kinderkoor De stemmen van de Poolsche Kindren Wier liefde nimmer gaat teloor. Prinsesse, Gij die als een sprookje Tot ons kwaamt met den Prins-Gemaal Thans bindt ons saam een groote liefde. Hecht als een band, gesmeed uit staal. Het is deez’ band, die heel Krynica Voor altijd aan U Beiden bindt Het is de band der kinderUefdé De liefde van „Het Poolsche Kind”. Gij Prinses uit het Land der bloemen Die door Uw eenvoud elk bekoort, Gij bracht ons met Uw blijde lachen Geluk in dit gezegend oord. Moog’ dus bij ons, in X land der Polen De schoonste zon steeds met U zijn En daarbij dan de lach der kindren der Poolsche kinderen bij U zijn. be- in- met het verblijf van Prinses Degenen, die ten slotte het meest ondervin den wat X eigenlijk zeggen wil, als een volk van zeventig millioen zielen plots heimwee krijgt naar zijn voorouders, zijn de geestelijken- der bejde groote confessies. Nog meer dan elders is in Duitschland de burgerlijke stand een hyper moderne instelling en de eenige betrouwbare bronnen van het verleden, waarover men be schikt, ’zijn de parochleboeken. In eerbiedige Hulde, door de Poolsche kinderen uit Krynica opgedragen aan Het Hooge Paar: Juliana en Prins Japan bereidt zich nu reeds krachtig voor op de Olympische Spelen, die in 1940 in het land van de Rijzende Zon zullen worden gehouden. Hierboven ziet men verschillende Japansche briefkaarten, die op het oogenblik voor propaganda doeleinden worden uitgegeven Maar toen Piet Prikkel zóó mooi die droevige versjes voor droeg, moest de Chinees onder het bed zóó erg huilen, dat Piet hem hoorde snikken. „Mooi zoo," dacht Piet, „daar ben ik goed afgekomen.’’ En snel ging hij de kamer uit en deed de deur op slot. mei ijk niet meer of minder dan alle passagiers lijsten van alle schepen, die den Oceaan over staken, voor zoover deze althans nog bestaan, onderzoeken op de namen van Duitsche emi granten. Van die emigranten zal in de archieven van alle landen ter wereld worden nagegaan, waar zij geleefd hebben en gestorven zijn, wie hun afstammelingen waren enzoovoorts. Verder zullen geleidelijk alle kerkhoven in landen, waar Duitsche emigranten zich bij voor keur héén begeven, bezocht worden en van de Duitschers, die daar begraven liggen, wil men trachten uit te vinden, uit welk deel van Duitschland zjj kwamen, tot welke familie zij behoorden en dergely^e. Het instituut te Stutt gart krijgt nog meer opdrachten, maar aan deze twee zal het voorloopig zijn handen wel vol heb ben. de meest verwo< ^huidige Duitschl duidelijk waarneembare latjjnsche en Slavische Inteelt ontkennen. Voorts was het practlach niet uitvoerbaar om elke vermenging van Duit sche en nlet-Dultsche elementen te voorko men. Om zekere gevoeligheden te sparen moest men er zelfs toe overgaan om volkomen on- Germaansche volken als Finnen, Turken en ook kleurlingen als Japanners uit te roepen tot ariërs I En al zal wel geen Dultsch meisje het wagen, voor den ambtenaar van den burger lijken stand te verschijnen aan den arm van een neger, toch neemt dit niet weg. dat de voor enkele jaren nop onoverbrugbare klove tusschen den ariër en den nlet-arlër, zooal niet intheorie, dan toch in de practijk geheel ge dempt Is. Zeer zeker niet in woord en geschrift, maar wél in de harde werkelijkheid bestaat er alleen nog de tegenstelling tusschen jood en niet-jood. En ook deze tegenstelling is zeker minder scherp dan het buitenland denkt en het Derde Rijk eigenlijk wenscht. Zulks zeer zeker niet manieren kon rekenen. Hij behoorde tot een oudere school en werd door de boksers van tegenwoordig als een soort anachronisme be schouwd. Hij was een stevige man met een rond hoofd, kleine oogjes en een neus, die eigenlijk, door de slechte behandeling, die in den loop der tijden zijn deel geworden was, alleen nog maar een extract van zichzelf was. Een smal streepje voorhoofd diende als scheidslijn tus schen zjjn wenkbrauwen en zijn haren en tevergeefs trachtte hij het merkteeken van zijn laatste emplooi: een oor als een bloemkool, te verbergen. Dat nam niet weg, dat hij een achtenswaardig man was en een goed burger. Annie had van hem gehouden sinds zij hem voor den eersten keer zag. Jerry had van zijn kant een groote bewondering voor Annie en hij stond gereed, alles te doen, wat zij van hem verlangde. Hij was haar slaaf geworden vanaf het eerste oogenblik, toen hij haar liet deelen in zijn geheim verdriet ten opzichte van Celestine. Thans kwam Annie hem op daadwerkelijke wjjze te hulp. „Ogden, ga weg!" zei ze. Ogden probeerde, haar opstandig aan te kijken, maar dat mislukte hem deerlijk. Waarom hü eigenlijk bang was voor Annie, had hij nog nooit kunnen achterhalen, maar het was een feit, dat zU de eenige persoon was, voor wie hU eerbied koesterde. ZU had heldere oogen en een rustigen, gebiedenden blik, die nooit naliet Indruk op den jongen te maken. „Waarom?” mopperde hU. „Je hebt niets over mjj te zeggen.” .Annie moet eindelUk eens trouwen,” zei mevrouw Pett. JZU heeft tegenwoordig veel te veel vrijheid. Maar het is tenslotte haar zaak en wij kunnen er niets aan verandei^n.” ZU stond op. ,Jk hobp alleen maar, dat zij verstandig zal zUn.” ZU ging weg en liet meneer Pett nog droef- geestlger achter, dan zU hem had aangetrof fen. HU kon zich niet voorstellen, dat Annie met Lord Wisbeach fou trouwen, die, zelfs al had hij geen fouten, toch In ieder geval met zijn vrouw drie duizend mUlen verder, in zijn eigen land zou gaan wonen. Het vooruitzicht, dat Annie weg zou zUn, stemde mynheer Pett bitter. Intusschen was Annie maar het gymnastiek lokaal gegaan, dat meneer Pett, in het belang van zUn gezondheid, in een groot vertrek had laten inrichten: een kamer, die de oorspron- kelüke bezitter, behept met artistieke neigin gen, tot studio had laten inrichten. Het boem- boem-boem van den leeren bal was nu opge houden, maar stemmen verrieden, dat Jerry Mitchell, meneer Pett’s gymnastiekleeraar, er Piet Prikkel ging aanstonds naar zUn kamer. Daar hU niet goed zijn tooneèlspelerssuceessen kon vergeten, begon hy paar ontroerende versjes op te zeggen. Zoo bemerkte hU niet, dat er onder zUn bed een leeUJke. grijnzende Chinees lag met een dolk in z*n hand. „Smithers zou hem zeker méér mensch maken. Maar als ik het zeggen mag, is het niet erg gevaarlUk? Schaken is strafbaar.” maar, zoo’n manier van schaken toch in vele arische stellen. In de practijk gaat men dan ook in den regel heel wat verder dan de wet voorschrijft. Een officier, een partijfunctionaris, een koop man of fabrikant, die regeerlngsopdrachten uitvoert, zUn er in de verste verte niet mee klaar, dat zU aan vaders en aan moeders zijde slechts arische grootouders hebben gehad. Ze worden met alle middelen van moreelen dwanj er toe aangezet om ,.Sippenforschun$” te ple gen en een zoo volledig mogelUken ..Ahnen pass” op te stellen. op; toen zU zag. dat die leeg was, ging zjj zitten. .Jerry, ik moet eens met jou praten. Ik heb een idee. Ik zou graag hebben, dat je iets voor me opknapte." „En wat mag dat zUn, juffrouw Annie?” „WU moeten iets met Ogden doen, het gaat zoo niet langer. HU is voortdurend bezig, om oom Peter te vervelen en ik wil, dat daar een Mitchell wierp een smeekenden blik op Annie. Ogden's mededeelingen en vooral zUn lofrede op Bigg’s ulterlyke verschUnlng waren een kwelling voor hem. HU wist, dat zUn pogingen om by mevrouw Pett’s dienstbare. Celestine, in een goed blaadje te komen, geens zins door zUn uiteriyk tot resultaten zouden leiden. Van nature was hy al geen Adonis en hU had al zooveel vUanden tegenover zich in den boksring gehad, dat hU in harte-kwesties alleen op zyn zedeiyke waarde en prettige eind aan komt. Ik heb het hem al eens ver boden en gezegd, dat het wel eens leelUk met hem zou kunnen afloopen, wanneer hU het nog eens waagde. Maar ik denk, dat hU mU niet heeft willen gelooven. Nu Jerry, die vriend van jou, mijnheer Smethurst wat is dat voor iemand?” „Bedoelt u Smithers, Jbffrouw Annie?" „Ja, ik dacht wel, dat het Smlthen Smethurst was. De man van de honden bed< ik. Kun Je hem vertrouwen?” „Als me zelf. Ik heb hem gekend van toen we zulke jongetjes waren.” „Kijk eens, ik wou Ogden ter behandeling naar hem toe sturen, en ik zou graag zekerheid willen hebben, dat ik op zUn steun kan rekenen." .Alle dui...." Jerry Mitchell stond een oogenblik perplex en keek Annie toen bewonderend aan. HU had altUd wel geweten, dat juffrouw Annie buiten gewone geestesgaven bezat. Maar dit, dat voelde hU heel goed, dit was geniaal. Het schitterende idee benam hem voor een oogenblik den adem. „Bedoelt u, dat u hem wilt ontvoeren. Juf frouw Annie?” ,Ja. Dat wil zeggen, JU zult het doen —'Ten minste als Je er voor te vinden bent.” „Hem schaken en naar Smithers brengen in het honden-hospitaai?” „Om behandeld te worden, juist. Die methode van mynheer Smithers staat me wel aan. Ik geloof, dat ze Ogden een heeleboel goed zou doen.” Jerry was enthousiast. uit overwegingen, voortvloeiende uit de zoo hoog bezongen deugd der „daadwerkelUke naastenliefde, welk hol woord pas beteekenis heeft gekregen, toen Adolf Hitler er den zin van natlonaal-socialisme aan gaf", maar nood gedwongen. daar het alles behalve eenvoudig is met absolute zekerheid vast te stellen, wie van zuiver joodsche afstamming is. Met de geloovlge joden heeft men geen moeite. ZU betitelen zich als zoodanig wanneer ze de vragenlijst eener volkstelling invullen „Talmudjuden”, zooals* de door Julius Strei cher voor hen uitgevonden naam luidt, zUn nlet-arièrs, daar de wet op de verleening van het Duitsche staatsburgerschap deze eigen schap weigert aan een leder, die ooit deel uit maakte van een joodsche kerkgemeenschap. Eveneens met de „Vollblutjuden" ook van dezen titel is Streicher de geestelUke vader heeft men niet veel last. Orthodox of liberaal, dat doet er niet toe, wie vier Joodsche groot ouders had, is onherroepelUk bulten de Duit sche volksgemeenschap gebannen. Maar veel minder makkeluk beeft men het needs met de „Mischllnge", de bastaarden, die nooit den joodschen godsdienst beleden, geen „Vollblutjuden” zUn, het Duitsche staatsbur gerschap begeeren en X’ler bloed toch niet zui ver arisch is. TerwUl de grootste narigheid ver oorzaakt wordt door de afstammelingen van Joden, die uit pure perfiditeit, dat spreekt van zelf als schadelijke bacillen doordron gen in het gezonde Duitsche volkslichaam en zich deze manoeuvre vergemakkelijkten door zich te doen opnemen in hoegenaamd niet rassebewuste Instellingen als de katholieke en de evangelische kerk. Is dit nop niet zoo heel lang geleden, dan achterhaalt men deze „Tauf- juden” nog wel, die dan lid kunnen worden van den „Paulusbund für nlchtarlschen Chris ten". Is er sedertdien echter een eeuw of nog meer verloopen, dan wordt de zaak gecompli ceerd. De wet op de toekenning van het Duitsche staatsburgerschap, waarin de eerste reeks van bepalingen ter doorvoering van de Jodenwetten van Neurenberg was opgenomen, verraste alge meen door haar groote soepelheid. Deze soepel heid was echter geenszins te beschouwen als een soort toegeeflUkheld, doch werd voorge schreven door de omstandigheden, welke het gevallen onmogelUk maken om de of niet-arlsche afstamming vast te Q nog was. ZU vroeg zich af, wie bU hem mocht de deur opendeed zag zU. dat De jongen leunde tegen den muur en stond Jerry aan te kUken met matten, hooghartlgen blik, wat Jerry blUkbaar moeliyk kon uitstaan. .Jawel, meneer!” zei Ogden, toen Annie binnentrad. „Ik hoorde Biggs vragea, of ze een ritje wou maken.” „Ik wil wedden, dat ze het afsloeg,” zei Jerry Mitchell gemelUk. „Ik wed van niet. Waarom zou ze. Blggs is een heel aardige Jongen.” „Waar heb JU het over, Ogden?” vroeg Annie, jk vertelde hem, dat Blggs aan Celestine voorstelde, een ritje met hem te maken in den wagen." ,Jk zal hem een pak rammel geven!” mop- perede Jerry toornig. Ogden lachte hatelUk. „Nou, dat zult u wel laten! Moeder zou op u schieten, als u een hand naar hem uitstak. ZU wenscht niet, dat haar chauffeur geslagen wordt.” Jerry .Haast Je een beetje, Ogden.” „Wat ’n Idee, iemand als mU te bevelen alsof....” „En doe de deur netjes achter je dicht,” zei Annie. Toen dat gebeurd was, wendde zy zich tot Jerry. „Was hü je weer aan het plagen, Jerry?” Jerry Mitchell veegde zUn voorhoofd af. ,,’t Is of de drommel er mee speelt, dat die jongen hier altUd moet binnenkomen als ik hier bezig ben. Hebt u gehoord wat hU zei van Maggie, juffrouw Annie?” Celestine heette elgenlUk Maggie OToloe, een naam, Pett’s verbod et is al meermalen gemeld, dat de volking van Krynica hoogUjk was genomen Juliana en Prins en charmante wijze is dit nu gebleken by het vertrek van de vorstelUke personen. Aan de PrlÊses en den Prins is een album aangebo den, dat de hafidteekeningen bevat van alle kinderen uit Krynica De opdracht Is in den vorm gevat van een gedicht in de Poolsche taal, dat door een te Krynica vertoevend landgenoot In het Neder landsen is vertaald, welke vertaling eveneens in het album Is opgenomen. Dit gedicht luidt als volgt: heette dien een dienstbare op mevrouw in geen geval mocht handhaven „Ach, Jerry, Je let toch zeker niet op wat die jongen zegt? Je ziet toch wel, dat hU je op stang wil jagen. HU lummelt hier rond, net zoo lang, totdat hU iemand gevonden heeft, dien hU kan plagen. Dan leeft-ie pas. Maggie zou er natuurlUk geen moment aan denken om met Blggs een toertje te gaan maken.” Jerry Mitchell zuchtte van verlichting. „Het Is werkelUk een geluk, wanneer men u aan zUn kant heeft. Juffrouw Annie." Annie deed de deur open en keek de gang toen zU zag. dat die leeg was, ging zij Zooals bekend, werd eenlgen tUd geleden door het bestuur dezer stichting een beroep ge daan op de amateur-filmers In Nederland en Nederlandsch-Indlë om Indisch smalfilm- materlaal, dat zich in hun bezit bevindt, het zij als schenking dan wel om te kopieeren aan Inef af te willen staan. Het bestuur der stichting verheugt zich een zeer belangrijke zending te hebben ontvangen van freule A. J. C. de Jonge (ge4eeltelUk als schenking), welke o.m. de volgende smalfilms omvat: Het Jang Plateau. Een reis door de Molukken. In en om den kraton van Solo. Land- voogdelUk bezoek aan het gouvernement Oost kust van Sumatra in April 1936. Een reis naar Oost Java, Ball en Madoera. Een bezoek aan den Mankoenegoro. Een oefening te Tjlmahi. Dierenbescherming op Java. Het A. 3. I. B. te Cheribon. Inef hoopt, dat velen, zoowel hier te lande als in Oost- en West-Indlë, dit lofwaardige voorbeeld zullen volgen. Het adres van het secretariaat der stichting luidt: Goudenregenstraat 266, 'sGravenhage. rickshaw had een groot aantal buitenge- woon goede eigenschappen. ZUn vrienden, en hU had ef zeer vele, vereerden hem. Brickshaw had een bUnaam in den loop der jaren gekregen, die niet al te zuiver zUn karak ter teekende, maar met „lobbes” werd wel aan gegeven zUn soms verregaande toegevendheid en berusting In de plagerijen van anderen. BU al die kwaliteiten had Brickshaw één en kel hoedanlgheidje, dat de vrienden gaarne op den koop toe namen. Brickshaw kon namelUk geweldig snoeven op zUn buitengewone kracht. Dat was te meer verwonderlUk, daar Brickshaw' behalve klein, ook tenger van gestalte was. HU beweerde, dat hU een ongekende handigheid had in jiu-Jitsu en alle grepen van die vecht kunst door en door kende. Niemand geloofde hem en het lag voor de hand, dat zelfs Brick shaw op eenige wUze poogde zUn lobbes-achtig- heid op den achtergrond te werken. Toen het tegen de zomervacantles ging, be sloten Brickshaw en enkele vrienden een bui- tenlandsche reis te maken. Op den avond van den derden vacantledag zat het viertal Vrienden na een voortreffe- lUke schouwburgvoorstelling, nog een poosje genoeglUk pratend bUeen in een kleine bar in de nabUheid van hun hotel. Daar kwam, zin gend en dansend, een troepje studenten bin nen, die meteen het gemoedelUk zaaltje vol ge rucht en drukte brachten. Geamuseerd zagen Brickshaw en zijn vrien den toe, zU waren niet ongevoelig voor studen ten Jool en gunden Hen gasten hun luidruch tigheid. De aanvoerder van het troepje scheen voor nemens ook Brickshaw en zUn vrienden in de vreugde te laten deelnemen, waarop Brickshaw een goedgehumeurd antwoord niet meende te moeten schuldig bhjven. Die goed-bedoelde scherts bleek echter volkomen verkeerd te wor den opgevat. De jongeman kwam verstoord op Brickshaw toe en voegde hem kort en snau wend toe: „Naar ik hoor, bent u buitenlander. Is dat zoo?” „Als u er geen bezwaar tegen heeft....” be gon Brickshaw goedig. „Daar heb ik alle bezwaren tegen.” onder brak de student. „Ik kan geen buitenlanders uitstaan.” Eenigszins geraakt wendde Brickshaw zich af, hu wilde de opmerking als niet gemaakt be schouwen. ZUn vrienden voelden de onprettige situatie, doch wisten blUkbaar ook geen betere oplossing en zwegen eveneens. Den student be viel dit zichtbaar weinig en hU schreeuwde zUn makkers toe: „Moeten wy onze lokalen laten ontsieren door de aanwezigheid van zoo’n stel buitenlanders?” Daarop wendde hU zich noj eens tot Brickshaw: „Jouw vooral kan ik niet uitstaan; zoo’n akelig, miezerig kereltje!” Het was duidelUk, dat er ruzie dreigde. Brickshaw bleef echter volkomen kalm, zoo niet zelfs een weinig al te bedeesd. HU zei iets als: „Dat spUt me heel erg, daar ik u niets ge daan heb." De belhamel ging daar echter onmiddellijk op in: „Jouw grappen bevallen me bovendien nóg veel minder, onuitstaanbaar product!” Een van de vrienden meende Brickshaw te moeten bjjstaan en merkte op: „Trek je er niets van atjn. kerel, ze zUn dronken!” Doch de bom barstte verkeerd. De bedreiger snfbwde opnieuw Brickshaw toe: „Met Je TI T anneer men een Duitsche pastorie be- yy treedt, dan zal men daar tegenwoordig, veelal reeds in de vestibule, een bordje vinden, waarop staat aangegeven, op welke da gen van de week en gedurende welke uren het kerk-archief geopend is voor het doen v^n onderzoekingen op het gebied der „SlppenfoP4' •chung”. Men ziet in het Derde RUk vrijwel geen pa pierhandel. welke niet in zUn étalage een groote verscheidenheid ten toon stelt van kleine boekjes, die voor het meerendeel een eenvoudig cartonnen omslag hebben, maar die dikwijls ook de luxe vertoonen van In leder gebonden of verguld op snee te zUn. en die het opschrift dragen van „Ahnenpass” of „Ahnentafel”. Qnder de duizenden kleine advertenties, welke de populaire Duitsche kranten, gewoon- lUk in een afzonderlUke, twaalf tot twintig pa gina's tellende bUlage van haar Zondagsuit gaven, aan haar lezers voorzetten, zUn er enkele dozUnen verzameld onder het kopje .JBippenforschung” of „Ahnenforschung". In deze advertenties bevelen particuliere speur ders en ook wel voor dit doel in het leven ge roepen bureaux hun beproefde en uit honder den attesten eventueel te bewijzen scherpzin nigheid aan voor onderzoekingen in een be paalde stad, een streek, heel Duitschland, ja, zelfs voor bet buitenland aan deze en aan gene züde van den Oceaan. De gemiddelde Nederlander weet heel dik wijls niet waar en wanneer zijn grootouders precies geboren zijn, en van zUn overgroot ouders heeft hU in den regel heelemaal niet meer notie dan de vage herinnering aan een paar vergeelde portretten In het familie-album. Stamboeken worden er ten onzent uitsluitend op na gehouden door de bezitters van ras zuivere honden, katten, konUnen, paarden en koelen In het Derde RUk is dat anders. De Dult- •chër, die er zich niets van aantrekt, wat pre cies het wedervaren was van zUn .Hippe”, den stam, waarvan hU een loot is. en die onver schillig staat tegenover zijn t/Ahnen”, de voor vaderen, wier naam hU heeft geërfd, is niet al leen door dit gebrek aan rassebewustziin een zeer slechte Dultscher, doch zelfs formeel heelemaal geen Dultscher! Immers, wil hU lid worden van de partU of één barer formaties, of wil hU alleen maar aanspraak maken op zijn burgerrecht van den «staat te dienen als sol daat. politieman of ambtenaar, dan moet hU eerst bewUzen, dat, zooals de volksmond dit uitdrukt, „met zUn grootmoeder alles in orde Is”, en slechts een consciëntieus doorgevoerde ..Slppenforechung”, waarvan de resultaten, be- hoorlUk geverifieerd, zUn neergelegd in een „Ahnenpass”, is in staat, de arische afstam ming van den betreffende „einwandfrei” vast te stellen. Het nationaal-sociallsme, dat het rassebe- wustzijn tot een politiek dogma heeft verhe ven, werd door de omstandigheden gedwongen, water en zelfs veel water in den wijn te doen. Daar er geen zuiver Dultsch ras begtaat of ooit bestaan heeft, moest het begrip „Dultsch” reeds dadelUk uitgebreid worden tot ,.Ger- maansch”, een praedicaat, waarop niet veel minder dan de helft der volken van Europa even veel aanspraak kunnen maken als het Duitsche. Daar kwam nog bU, dat het Ger- maansche ras zich in den loop van twintig eeuwen af heel onvoldoende voor vermenging met andere rassen heeft weten te bewaren. Ook rassebewusteling kan in het I onmogelUk de sporen van vrienden heb ik niets te maken: JU bent een kerel van niks, een sufferd dat ben je! Zoo’n prul wil ik niet langer in mUn tegenwoordig heid zien!” Brickshaw stond op, langzaam en onrustig van gebaren: „Dan.... eh.... dan zal ik dit huis verlaten," en daarop vroeg hU de reka- nlng. Dé overmoedigen schenen tevreden ge steld. Doch de vrienden waren nauwelUks de straat uit, of één van hen riep: „Ze komen achter ons aan! Dat wordt al heel onprettig!” Een ander zeide tot Brickshaw: „’t Is niet leuk om met buitenlanders te vechten, kerel, maar wees niet bang, we zullen alle vier onze eer trachten op te houden.” Briëkshaw haalde slechts de schouders op, hU nam zelfs het air aan alsof de achtervol gers van hem afhankelUk waren en hu zUn houding in den bar totaal was vergeten. Toch liepen ze alle vier iets sneller verder. De joe lende studenten liepen harder. De grootste schreeuwer had ’t weer op Brickshaw gemunt: „KUk eens, wat een lafaard, hu durft me niet eens aan te zien!” riep hu zUn kameraden toe aan ’t oor van Brickshaw. „Zullen we hem eens een behoorlUke afstraffing bezorgen?” Met juich werd het voorstel ontvan gen en de aan voerder ondernam de onmlddellUke voorbereidingen tot een vechtpar- tü van behoorlUk formaat. Brickshaw trok plotseling zUn jasje uit, ang stig zagen de vrienden een oogenblik toe, wat hiervan het gevolg zou zUn. Brickshaw ging niet in de gevechtspositie van een bokser staan of nam hU de houding van een kampioen-wor- stelaar aan; hu bleef, als was hU zelf wat ge schrokken, afwachtend staan. Plotseling sprong de aanvoerder op hem toe, maar even plotseling bukte zich Brickshaw. Hu ving zUn aanvaller op in diens sprong en greep diens hand. TegelUk boog hU die aóó krachtig om, dat in de stilte, welke op dit vol komen onverwacht verweer volgde, de toeschou wers de vingerleden van zUn slachtoffer hoor den kraken. Kermend en kreunend viel de aanvaller op den grond, als «en^elndelUk les gebroken leeuw viel Brickshaw 'op hem aan en sloeg en stompte en hamerde op het hoofd, de armen en de borst van zUn prooi, dat men het ergste vreesde. De medestudenten stonden verslagen, de vrienden van Brickshaw sprongen toe. Thans om den aanvaller bU te staan en hem te be schermen. Doch Brickshaw zette rijn werk door met de kalmte van een specialist. Iedere slag was berekend en kwam op het vinnlgst aan. ZUn slachtoffer brulde van pijn, en de vrienden deden alle moeite Brickshaw van zUn prooi af te rukken. EindelUk slaagden zU. Brickshaw kwam overeind, zocht zUn jaaje, keek angstig naar zijn verslagen vijand en ver ontschuldigde zich: ,,’t Is beroerd, hoor, om te moeten vechten tegen iemand, die geen partU is. Ik hoop, dat ie het me niet kwalUk neemt.” Vanaf dat moment werd de bescheidenheid en toegevendheid van Brickshaw tot zUn aller beste hoedanigheden gerekend. ,Ja niet!” .Het lUkt er toch wel erg op." ,Jk geloof niet, dat je bang behoeft te zUn voor straf. Ik kan me niet voorstellen, dat tante Nesta ’n proces zou gaan beginnen. waarbU ons ten laste gelegd werd, dat we Ogden naar een honden-hospitaai gebracht hadden. ZU houdt wel van publiciteit, maar toch niet in dien zin. Ja, natuurlUk riskeeren we wel wat. JU kunt je baantje hier verliezen en ik zou ongetwUfeld voor onbepaalden tUd naar mUn grootmoeder gestuurd worden. Je hebt mUn grootmoeder zeker nog nooit gezien, wel? ZU is de eenige persoon ter wereld, waar ik bang van ben! ZU woont mUlen van iedereen vandaan. Welnu, dat wil ik er op wagen, als JU Je baantje wilt riskeeren voor zoo’n goed doel. Je weet wel, dat JU oom Peter net zoo graag mag als ik. en Otfden plaagt hem gewoonweg dood. Je zult toch niet weigeren, Jerry?” Jeq? stond op en strekte een vereelte hand uit Wanneer zal het gebeuren?” Annie drukte zUn hand hartelUk. „Dank je wel, Jerry, Je bent een juweel! ft benUd Maggie. Wel, ik denk niet, dat we iets kunnen doen, voor ze uit Engeland terug zün, want tante Nesta zal Ogden zeker mee nemen.” Met het feest van Maria Lichtmis werd door het „Zuld-Llmburgsch Tooneel” voor de leera ren en studenten van Rolduc opgevoerd „X Pleegkind" door Jac. Ballings, vrU bewerkt door Jef Schillings. Hoe verdienetelUk het stuk en hoe goed de spelers ook waren, op zichzelf zou de beteekenls van zoo’n uitvoering rog niet groot zUn. In één opzicht echter was deze avond zeer merkwaardig en beteekemsvol. Het spel was in het dialect. Den eersten keer dialect op Rolduc! Vüf en twintig jaar geleden was alles Fransch op Rolduc. De cultuur, dat was Frankrijk. De studenten kregen op Rolduc een fUn Fransch jasje aangemeten. Men moet toegeven, het was chique, maar bleef toch altUd een beetje vreemd en onwennig. Daarna kwam de „Hollandsche* tijd. Ofschoon de Fransche resten bleven, en nog altUd gezongen wordt: Adieu Rolduc, séjour de mon enfance werden het licht en de warmte van de cultuur noordelUker gezocht, in eigen volk. Maar, het „plat” bleef nog verbannen, voor het spreken van „plat" koo men straf oploopen. zooals in de burgerlUke maatschappij voor het maken van burengerucht. Nu gaat men zich dan eindelUk ook wgrmen aan den gloed van den haard in eigen huis. Ons eigen dialect heeft op Rolduc nog lets van .X Pleeg kind”, het i< er nog een beetje vreemd en on» wennig in de grootsch uitgebouwde Nederland- sche cultuur. Het vertrouwen is er dat het Liml urgsche dialect weldra heelemaal thuis zal zijn op Rolduc en met zUn gemoedeiUke en warme sfeer Rolduc nog meer tot Rolduc zal maken: een van de brandende cultuurhaarden van het zuiden van ons land.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 10