I
HANDS
De overstrooming
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
HOE DIEREN ZWEMMEN
Plaats dan eej^Omroeper
voor
Een aardig proefje
h
inniiunininuiiniiiB
(-•
DE V.P.D.
ALLERLEI
I
e
van
luit
wer
mal
cm
er
regi
de
bes]
te
tair
den
Blrl
dur
dur
A
L
w
|rntnimiinmninnniiiiiiiiiiiinnii
i ill
I VERKEER
X
4
9
die bij het
(Wordt voorgezet)
verschillende zwemmende dieren. Twee
zeehonden, buffel, paard en kangeroe
De leeuw in het water
O
1
't
FOTOREPORTAGE
T
In 1
„Moeder," aegt kleine Lotte, die nog al flink
verkouden te, „deze roos ruikt ze lekker?”
„Kan je dat dan iel! niet ruiken, meisje?”
vraagt moeder.
„Neen, moeder, mijn neus te doof,” luidt het
antwoord.
D
was
stat
van
slat
kun
zich
den
aie
M
de
de
we
te<
1
trc
ke
m<
he
Uil
1
aa
me
kn
bei
18S
toe
vtx
slo
gei
Bi
B<
V<
zit
ve
de
ge
he
SU
pu
Di
trail
bruj
sten
28 o
Ri
verr
mill
geer
de
Heel
uit
nieli
In
dat
stooi
•r o
geze
Was
Tt
Mooi
I
eer
bei
rig
pel
vai
reii
doe
E
in
kre
het
te
lutl
ven
geil
ove
uit
VOO
nar
den
con
dan
t»i
deti
wac
dan
ged
E
in
«lui
pro
toei
oorl
was
wie
van
De
niz<
E
ster
Uch
droi
3-
De bouwvallige Vecht brug te Muiden te thans ook voor de Gooteche
tram gesloten. Treinreizigers moeten aan de eene zijde der brug
uitstappen, om aan de overzijde in een andere tram hun rit voort te
zattaa
k Va».m«n<a
van zijn leven In het water door en legt
daarin enorme afstanden af. Het is ver
bazend, met hoeveel gemak hij de vaak
groote afstanden tusschen het pakijs In de
Ijszee naar de kust oversteekt, verbazend
vooral, omdat zijn lichaam daarbij voort
durend in ijskoud water gedompeld is en
het een bekend feit is, dat niets zoozeer
het lange zwemmen In den weg staat als
juist dit.
ons weeginstrument niet zoo heel precies te
en ook onze manier van wegen niet onbe
rispelijk, het gewicht toch vrij goed met
dat van Ijzer overeenkomt. Ik kan dus
wel zeggen, dat de steen hoofdzakelljk uit
Ijzer bestaat.”
Allen waren het er over eens, dat het
een aardige proef was. Nadat ook van een
paar andere steenen het soortelijk gewicht
bepaald was, werd het weer tijd om uit
een te gaan. .Kees nam zich vast voor om
voor zijn verjaardag ook een zakbrievenwe-
ger te vragen.
De club was onder leiding van Henk weer
eens echt „ouderwetsch" wezen wandelen
Ditmaal was het doel een terrein met stuif-
duinen geweest, dat om meer dan een re
den beroemd was. In de eerste plaats wa
ren daar de echte stulfdulnen, waar het
telkens een verrassing was, of je een den
in zijn geheel zou te zien krijgen, of al
leen den top, terwijl de rest onder het zand
verborgen bleek te zijn. Dat was het werk
‘van den .wind. Minstens even interessant
was, wat op andere plaatsen, waar de wind
het losse zand wegblies, te voorschijn kwam.
De_ harde, grijze grond hield schatten^ver
borgen: vuursteenspllnteTs, eeuwen oud,
die zonder eenigen twijfel door menschen
waren gebruikt (Fig. 1). Waarschijnlijk wa
ren het pijlpunten geweest. Dat de steenen
werkelijk door menschen bewerkt waren,
kon je zien aan de fijne karteltjes, die er
langs liepen. Opvallend was ook het verschil
in kleur: er waren er onder de steentjes, die
'bijna melkwit en een beetje doorschlj-
i nend waren, andere waren rood of bruin,
i Met elkaar hadden ze bijna een uur met
zoeken doorgebracht en heel wat aardige
dingen gevonden. Een paar andere steenen
hadden ze ook ter bestudeering meegeno-
Hoewel zeehonden tot de zoogdieren be-
hooren, is de wijze waarop zij zich in het
water voortbewegen geheel verschillend
van die der overige zoogdieren, behalve de
walvlsschen. Onder water bewegen zij zich
voort, evenals de vlsschen, door vlugge kor
te bewegingen van het lichaam; de „vin-
nerf” worden alleen gebruikt om te sturen,
behalve wanneer het dier zich aan de op
pervlakke voortbeweegt. Uit waarnemingen
die door onderzoekers gedaan zijn is geble
ken,dat zeehonden zich kunnen voortbe
wegen met een snelheid van meer dan zes
tien kilometer per uur, wat hun zeer te
stade komt bij hun jacht op de snel weg-
De waterrat in twee houdingen: rustig
zwemmende en gevaar speurende
Z. Exc. A J. P. baron de Adlercreutz, die van zijn post van Zweedsch
gezant te den Haag afscheid nam, heeft deze week de residentie
verlaten. Het afscheid op het station
de nieuwe brug In den Bergweg te
Rotterdam nog niet geheel gereed zijn en ter plaatse slechts één-
richting-verkeer mogelijk Is, ontstaan er dikwijls opstoppingen in het
verkeer, komend van Rotterdam en van Hillegersberg
Schipper J. Molenaar, u>w dij ,™i
ongeluk met de Zandvoortsche roei-
reddingboot Woensdag om het leven
kwam
Vaak hoort men beweren, dat alle dieren
van nature zwemmen en dat alleen de
mensch die kunst moet aanleeren, maar
dit is, zooals zooveel wat er beweerd wordt,
volstrekt niet waar. Het is een bekend feit,
dat er menschen zijn, die, wanneer zij voor
de eerste maal in ’t watef komen, dadelijk
wegzwemmen, terwijl er daarentegen die
ren zijn, wier zwemkunst zelfs geringer is
dan die van den mensch. Neem bijvoor
beeld kameelen, apen, giraffen en lama’s.
Weliswaar kan een kameel het zwemmen
geleerd worden en heeft*-men apen smalle
strooken water zien oversteken, zonder dat
zij verdronken, maar het staat wel vast,
dat noch een giraffe, noch een lama het
ooit zoover zal brengen, dat hij zich in het
water zal wéten te redden.
De mensch heeft de zwemkunst afgeke
ken van den kikvorsch en gebruikt evenals
dit diertje, zijn armen als een soort boei,
waar hij op drijft en zijn beenen om zich
mee voort te stuwen. Toch zal de mensch
het nooit zoo ver brengen ais zijn leer
meester de kikvorsch, wat niet ligt aan het
feit, dat hij de noodige bewegingen niet
zoo goed zou kunnen uitvoeren, als wel
aan de omstandigheid, dat het zwaarte
punt van zijn lichaam voor het zwemmen
minder gunstig gelegen Is. In Het algemeen
zijn de bewegingen die viervoeters in het
water maken om zich boven te houden en
zich voort te bewegen vrijwel dezelfde, die
zij ook op den vasten grond maken, ten
gevolge waarvan zij het zwemman langer
kunnen ulthoudèn dan de mensch, die zich
in het water in een onnatuurlijke houding
moet voortbewegen.
Er is ter wereld geen volksstam bekend
Hoe verschalend knaagdieren zwemmen.
Boven: eekhoorntjes. Midden: haas en
konyn. Beneden: wezel en hermelijn
men. Henk stelde voor, dat ze na afloop
van de bijeenkomst nog even naar het mu
seum zouden gaan, daar lagen ook van die
vuursteenen pijlpunten. Maar voor ze dat
gingen doen, wilde hij een klein proefje
laten zien. Er was namelijk bij de gevon
den steenen een zwaar stuk, waarvan ze
graag wilden weten, wat het kon zijn.
„Zou het geen ijzer zijn?” meende Bram.
noch in de oudheid bekend geweest, die
van nature kon zwemmen; zelfs zulke „wa
terratten” als de bewoners der Zuldzee-
eilanden, die als parelvlsschers duiken en
zwemmen, alsof zij in hun leven nooit an
ders hebben gedaan, moeten de kunst aan
leeren.
Geheel anders is het evenwel met wilde
dieren. Verreweg de meeste zwemmen zeer
goed', reeds als zij voor de eerste maal in
het water komen en begeven zich dan ook,
hdtzlj er gevaar dreigt, hetzij zij den over
kant van een rivier willen bereiken, zon
der aarzelen te water.
Zeehonden behooren wel tot de beste
zwemmers ter wereld en het lijkt daarom
vreemd, dat er enkele soorten onder zijn,
die in het begin van hun leven in het wa
ter even hulpeloos zijn als een pasgeboren
kind. De jongen van den gewonen zeehond
zien er niet tegen op, al zijn ze nog niet
meer dan twee dagen oud, hun moeders in
de zwaarste branding te volgen, terwijl
daarentegen de jongen van den grooten
grijzen zeehond, die zelf beter zwemt dan
al zijn soortgenooten, gedurende de eert te
weken van hun leven volkomen hulpeloos
zijn in het water; zi. zouden eenvoudig
verdrinken, als zij zich te watdr begaven.
En mochten zij dat zelf niet weten, dan
weten hun moeders het des te beter en
angstvallig waken die dan ook over hun
jongen, opdat zij zich niet te dicht bij het
water wagen. Eerst later mogen de jongen
zich, onder leiding van de moeder, in de
zwemkunst oefenen. Een in de eerste week
van Juli geboren Jong zal niet eer dan half
September zich in de zee volkomen thuis
gevoelén.
schietende vlsschen. Qok- hun groote be
hendigheid in het snel wenden en keeren
helpt hen zeer bij het bemachtigen van
hun prooi. De snelste zwemmers onder de
zoogdieren zijn evenwel de dolfijnen, die
men meermalen althans gedurende enkele
minuten een met een snelheid van 22
mijl (bjjna dertig kilometer) varend stoom
schip heeft zien bijhouden.
Na de tot de familie der zeehonden be-
hoorende dieren zijn de zee- en rlvier-
otters wel de bekwaamste zwemmers en
duikers. Zeeotters zijn helaas door de jacht
die er, ter wille van hun bont, op wordt
gemaakt, uiterst zeldzaam geworden; de
jacht op deze dieren is zeer moeilijk en
elscht zeer veel volharding en ontbering
van den jager en een vangst van twee of
drie dieren in een seizoen wordt als een
mooi resultaat beschouwd. Prijzen Van
3600 gulden worden dan ook meermalen
voor een enkele zeeotterhuid betaald.
‘Onder de dieren, die in den regel worden
beschouwd als zuivere landdieren, is er
geen zulk een goed zwemmer als de ijs-
beer. Dit dier brengt meer dan de helft
„Ik denk het wel”, was het antwoord.
„Maar we zullen het onderzoeken.”
,^Met een magneet?” vroeg Ltentje.
„Neen, dan zou het zuiverder moeten
zijn. Wie weet wat beters?”
Allen pijnigden hun hersens, echter zon
der resultaat.
„Geef dan maar eens een wijd glas wa
ter” zei Henk toen iedereen zweeg.
„Water?” vroeg Evelien. „Heb je zoo’n
dorst?”
Henk begon onbedaarlijk te lachen. l(Neen
hoor, kijk maar, waar ik het voor noodig
heb.”
Hij haalde uit zijn zak een etui, waaruit
een zakbrievenweger te voorschijn kwam
(Fig. 2).
„Wat is dat voor een ding?” vroeg Kees,
„dat lijkt wel een weeginstrument.”
„Dat is het ook” was het antwoord, „en
wel een heel handig. Kijk aan dat haakje
hang je de brieven het wijzertje glijdt
langs een schaalverdeeling, tegengehouden
door een tegenwicht. Dat haakje, of beter
gezegd tangetje, is net wijd genoeg om
het stuk steen vast te houden. Kijk, het
weegt 22 gram. Was het meer dan 50 gram,
dan zou ik het niet meer kunnen wegen.
Nu laat ik het stuk in het glas met water
zakken, terwijl het in het tangetje blijft
hangen. Het gewicht is nu maar 19 gram.
Hoe komt dat?”
Kees wist het te vertellen. „Omdat een
in water gedompeld voorwerp schijnbaar
zooveej aan gewicht verliest, als het ge
wicht is van het verplaatste water."
„Juist, dat gewicht Is dus 3 gram. En 3
gram water nemen een plaats in van 3 ku
bieke centimeter. Dus is de inhoud van het
stuk steen 3 kubieke centimeter. Het oor
spronkelijke gewicht was 22 gtam. Als 3
kubieke centimeter 22 gram wegen, weegt
1 kubieke centimeter 7.3 gram. Als je nu
weet, dat het soortelijk gewicht van ijzer, I
dus het gewicht van 1 kubieken centimeter
heel precies gewogen 7.88 gram is, 'dan zie
je, dat we, in aanmerking genomen, datl
.Sloepenrol', de generale repe
titie in het oefenen met de red
dingboeien aan boord van de
.Dompo', die Woensdagavond
uit Rotterdam vertrok voor een
reis naar Ned. Indië
Li*
x -■
V
Het wassende water in Noord-Brabant. Een kijkje in het overstroomde
gebied bij Ulvenhout in de omgeving van Breda