A A~ RANDS Zoekt gij betrouwbaar Personeel? HOE DIEREN ZWEMMEN I Plaats dan een „Omroeper” on aaa gezinnen Een aardig proefje fr DE V.P.D. ALLERLEI I DONDERDAG 11 FEBRUARI 1937 r te VERKEER AF6E5L0TEn irnimnrnmnnnnnnnninnnnnnn^^ ■mmnnmmmiHimimuuuuiiuiuiiiuiiiuiuiiiuiiuiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiii^ (Wordt voorgezet) I Verschillende zwemmende dieren. Twee zeehonden, buffel, paard en kangeroe De leeuw in het water f T in 1 „Moeder," zegt kleine Lotte, die nog >1 flink verkouden 13, „deze roos ruikt ze lekker?” ,Xan je dat dan zelf niet ruiken, meisje?* vraagt moeder. „Neen, moeder, mijn neus is dóet,” luidt bet antwoord. uitstappen, om aan de overzijde in een andere tram hun rit voort te zetten D was stac van stac kun zich den aie M 1 eer bei ng pei var rei. doe ro B< Bc Ve zit vei de ge: he sis pu 1 de de: wi tec 1 trc kei me he UJ1 1 aai me kr; be< 18S toe voc ■lo gei Schipper J. Molenaar, die bij het ongeluk met de Zandvoortsche roei- reddingboot Woensdag om het leven kwam in kre het te luti ven geli ove uit VOO nan den con dan iwa deti wac dan ged n in ■lui pro. toei oor! was wie: van De nizc D ster lich dra D trail bru( sten 38 c R ven mui geer de sled uit nieli In dat stoo er o geze was Ti Noq van luit wei mai om er regi de bes] te talr den Sirl dur dur van zijn leven in het water door en legt daarin enorme afstanden af. Het is ver- bazend, met hoeveel gemak hij de vaak groote afstanden tusschen het pakijs in de Ijszee naar de kust oversteekt, verbazend vooral, omdat zijn lichaam daarbij voort durend in ijskoud water gedompeld is en het een bekend feit Is, dat niets zoozeer het lange zwemmen in den weg staat als juist dit. ons weeginstrument niet zoo heel precies is en ook onze manier van wegen niet onbe rispelijk, het gewicht toch vrij goed met dat van ijzer overeenkomt. Ik kan dus wel zeggen, dat de steen hoofdzakelijk uit ijzer bestaat.” Allen waren het er over eens, dat het een aardige proef was. Nadat ook van een paar andere steenen het soortelijk gewicht bepaald was, werd het weer tijd om uit een te gaan- Kees nam zich vast voor om voor zijn verjaardag ook een zakbrlevenwe- ger te vragen. De club was onder leiding van Henk weer eens echt „ouderwetsch” wezen wandelen Ditmaal was het doel een terrein met stuif - duinen geweest, dat om meer dan een re den beroemd was- In de eerste plaats wa ren daar de echte stulfduinen, waar het telkens een verrassing was, of je een den in zijn geheel zou te zien krijgen, of al leen den top, terwijl de rest onderUet zand verborgen bleek te zijn. Dat was het werk van den wind. Minstens even Interessant was, wat op andere plaatsen, waar de wind het losse zand wegblies, te voorschijn kwam. De harde, grijze grond hield schatten ver borgen: vuursteensplinters, eeuwen oud, die zonder eenigen .twijfel door menschen waren gebruikt (Fig. 1). Waarschijnlijk wa ren h«t pijlpunten geweest. Dat de steenen werkelijk door menschen bewerkt waren, kon je zien aan de fijne karteltjes, die er langs liepen. Opvallend was ook het verschil in kleur: er waren er onder de steentjes, die bijna melkwit en een beetje doorschij nend waren, andere waren rood of bruin. Met elkaar hadden ze bijna een uur met zoeken doorgebracht en heel wat aardige dingen gevonden. Een paar andere steenen hadden ze ook ter bestudeering meegeno- richting- verkeer mogelijk Is, ontslaan verkeer, komend van E_.. De waterrat in twee houdingen: rustig zwemmende en gevaar speurende i er dikwijls opstoppingen in het Rotterdam en van Hillegersberg men. Henk stelde voor, dat ze na afloop van de bijeenkomst nog even ns>r het mu seum zouden gaan, daar lagen ook van die vuursteenen pijlpunten. Maar voor ze dat gingen doen, wilde hij een klein proefje laten zien. Er was namelijk bij de gevon den steenen een zwaar stuk, waarvan ze graag wilden weten, wat het kon zijn- „Zou het geen User zijn?” meende Bram. gezant te den Haag afscheid nam, heeft deze week do residentie verlaten. Het afscheid op het station Vaak hoort men beweren, dat alle dieren van nature zwemmen en dat alleen de mensch die kunst moet aanleeren, maar dit is, zooals zooveel wat er beweerd wordt, volstrekt niet waar. Het is een bekend feit, dat er menschen zUn, die, wanneer zij voor de eerste, maal in ’t water komen, dadelijk wegzwemmen, terwijl er daarentegen die ren zijn, wier zwemkunst zelfs geringer Is dan die van den mensch. Neem bijvoor beeld kameelen, apen, giraffen en lama’s. Weliswaar kan een kameel het zwemmen geleerd worden en heeft men apen smalle strooken water zien oversteken, zonder dat zU verdronken, maar het staat wel vast, dat noch een giraffe, noch een lama het ooit zoover zal brengen, dat hij zich in het water zal weten te redden. De mensch heeft de zwemkunst afgeke ken van den kikvorsch en gebruikt evenals dit diertje, zijn armen als een soort boei, waar hij op drijft en zijn beenen om zich mee voort te stuwen. Toch zal de mensch het nooit zoo ver brengen als zijn leer meester de kikvorsch, wat niet ligt aan het feit, dat hij de noodige bewegingen niet zoo goed zou kunnen uitvoeren, als wel aan de omstandigheid, dat het zwaarte punt van zijn lichaam voor het zwemmen minder gunstig gelegen is. In het algemeen zijn de bewegingen die viervoeters in het water maken om zich boven te houden en zich voort te bewegen vrijwel dezelfde, die zij ook op <Jen vasten grond maken, ten gevolge waarvan zij het zwemmen langer kunnen uithouden dan de mensch, die zich in het water in een onnatuurUjke houding moet voortbewegen. Er is ter wereld geen volksstam bekend H Wanrwp*» Hoewel zeehonden tot de zoogdieren be- hooren, is de wijze waarop zij zich in het water voortbewegen geheel verschillend van die der overige zoogdieren, behalve de walvlsschen. Onder water bewegen zij zich voort, evenals de visschen, door vlugge kor te bewegingen van het lichaam; de „vin nen" worden alleen gebruikt om te sturen, behalve wanneer het dier zich aan de op pervlakte voortbeweegt. Uit waarnemingen die door onderzoekers gedaan zijn is geble ken,dat zeehonden zich kunnen voortbe wegen met een snelheid van meer dan zes tien kilometer per uur, wat hun zeer te stade komt bij hun jacht op de snel weg- noch in de oudheid bekend geweest, die van nature kon zwemmen; zelfs zulke „wa terratten” als de bewoners der Zuidzee- eilanden, die als parelvlsschers duiken en zwemmen, alsof zij in hiin leven nooit an ders hebben gedaan, moeten de kunst aan leeren. Geheel anders is het evenwel met wilde dieren. Verreweg de meeste zwemmen zeer goed, reeds als zij voor de eerste maal in het Water komen en begeven zich dan ook, hetzij er gevaar dreigt, hetzij zij den over kant van een rivier willen bereiken, zon der aarzelen te water. Zeehonden behooren wel tot de beste zwemmers ter wereld en het lijkt daarom vreemd, dat er enkele soorten onder zijn, die in het begin van hun leven in het wa ter even hulpeloos zijn als een pasgeboren kind. De jongen van den gewonen zeehond zien er niet tegen op, al zijn ze nog niet meer dan twee dagen oud, hun moeders in de zwaarste branding te volgen, terwijl daarentegen de jongen van den grooten grijzen ^eehond, die zelf beter zwemt dan af zijn soortgenooten, gedurende de eerste weken van hun leven volkomen hulpeloos zijn in het water; zi. zouden eenvoudig verdrinken, als zij zich te water begaven. En mochten zij dat zelf niet weten, dan weten hun moeders het des te beter en angstvallig waken die dan ook over hun jongen, opdat zij zich niet te dicht bij het water wagen. Eerst later mogen de jongen zich, onder leiding van de moeder, in de zwemkunst oefenen. Een in de eerste week van Juli geboren jong zal niet eer dan half September zich in de zee volkomen thuis gevoelen Hoe verschillend knaagdieren zwemmen. Boven: eekhoorntjes. Midden: haas en konijn. Beneden: wezel en hermelijn „Ik denk het wel”, was het antwoord. „Maar we zullen het onderzoeken.” „Met een magneet?” vroeg Lientje. „Neen, dan zou het zuiverder moeten zijn. Wie weet wat beters?” Allen pijnigden hun hersens, echter zon der resultaat. „Geef dan maar eens een wijd glas wa ter” zei Henk toen iedereen zweeg. „Water?” vroeg Evelien. „Heb je zoo’n dorst?” Henk begon ónbedaarlljk te lachen. „Neen hoor, kijk maar, waar ik het voor noodlg heb.” Hij haalde uit zijn zak een etui, waaruit een zakbrievenweger te voorschijn kwam (Flg. 2). „Wat Is dat voor een ding?” vroeg Kees, „dat lijkt wel een weeginstrument.” „Dat is het ook” was het antwoord, „en wel een heel handig. Kijk aan dat haakje hang je de brieven het wijzertje glijdt langs een schaalverdeellng, tegengehouden door een tegenwicht. Dat haakje, of beter gezegd tangetje, is net wijd genoeg om het stuk steen vast te houden. Kijk, het weegt 22 gram. Was het meer dan 50 gram, dan zou ik het niet meer kunnen wegen. Nu laat ik het stuk in het glas met water zakken, terwijl het In het tangetje blijft hangen. Het gewicht is nu maar 19 gram. Hoe komt dat?” Kees wist het te vertellen. „Omdat een In water gedompeld voorwerp schijnbaar zooveel aan gewicht verliest, als het ge wicht is van het verplaatste water.” „Juist, dat gewicht Is dus 3 gram. En 3 gram water nemen een plaats in van 3 ku bieke centimeter. Dus is de Inhoud van het stuk steen 3 kubieke centimeter. Het oor spronkelijke gewicht was 22 gram. Als 3 kubieke centimeter 22 gram wegen, weegt 1 kubieke centimeter 7.3 gram. Als je nu weet, dat het soortelijk gewicht van ijzer,! dus het gewicht van 1 kubleken centimeter I heel precies gewogen 7.88 gram is, dan zie I je, dat we, in aanmerking genomen, datl schietende visschen. Ook hun groote be hendigheid in het snel wenden en keeren helpt hen zeer bij het bemachtigen van hun prooi. De snelste zwemmers onder de zoogdieren zijn evenwel de dolfijnen, die men meermalen althans gedurende enkele minuten een met een snelheid van 22 mijl (bijna dertig kilometer) varend stoom schip heeft zien bijhouden. Na de tot de familie der zeehonden be boerende dieren zijn de zee- en rivier- otters wel de bekwaamste zwemmers eu duikers. Zeeotters zijn helaas door de jacht die er, ter wille van hun bont, op wordt gemaakt, uiterst zeldzaam geworden; de jacht op deze dieren Is zeer moeilijk en eischt zeer veel volharding en ontbering van den jager en een vangst van twee of drie dieren in een seizoen wordt als een ipooi resultaat beschouwd. Prijzen van 3600 gulden worden dan ook meermalen voor een enkele zeeotterhuid betaald. Onder de dieren, die in den regel worden beschouwd als zuivere landdieren, is er geen zulk een goed zwemmer als de ijs beer. Dit dier4 brengt meer dan de helft FOTOREPORTAGE KM .Sloepenrol*. de generale repe titie in het oefenen met de red- dingbooten aan boord van de .Dempo die Woensdagavond uit Rotterdam vertrok voor een reis naar Ned. Indië Het wassende water In Noord-Brabant Een kijkje in het overstroomde gebied bij Ulvenhout in de omgeving van Breda jas V:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 4