TAFELMANIEREN n 1 A J ERTELLINGEN van scheepjes in den storm Schepen en SIBOTAK •EN I Wat we er van kunnen leereh Bezoek bij 'n inlandsch hoofd Een nieuw beroep PAEDACOGISCH ONTBIJT t Risotto (4 personen) R BRABANTSCHE BRIEVEN als ’n zee.... ’t Maatschappelijk bestel is Rechtspraak in den naam van God Broodjes met kaasragout (4 personen) „Magere maairi|aen mervc doende voedingswaarde Gepaneerde kaashapjes Studie-ijver Een pilote die ook schildert Amerikaansche vrouwen de gelegenheid eten en dat aan ermond, ze iets Y zijn wan- 5546 ner. 146 30 be- 5 beter buiten den B nog DRÊ. d s uur e ir tiert teren or sn 1 t Detective: U hebt uw win- terondergoed al aan, professor. ProfessorHoe weet tt dat in ’s hemelsnaam? Holite Humyur Gr»ve zijn by >rdt ge opende er AP AP AP ter AP AP AP xxn 5508 bo ■S is voor het latere leven van de kinderen. MARIJE. Ochèrm. X .Achlp” van den Blaauwe. 1 Is *n merakel, zooals hij teugen den kwaaien tijd opbokst. i te poor NIC. Ir. 0.07 0.S2 0.41 0.29 0.00 0.21 t t. 7 maf miE nio un lamc ■mi i «SIIIC HNItC itls- ers” pry« voor üw acht 0.56 0.29 0.27 0.16 0.21 0.00 0.17 0.00 0.00 wr. 47? IIIIU IIIIC rl ma- ons zoo non- ik heb....! Als ge eikens zoo’n maar stillekes laat betijen, dan eigen kriekt Mee droge gezichten ketst d'n humor over- entweer als ping-pong! Afijn, "k wou dan geseed hebben g’ad: *k ben mee den Blaauwe naar BoZocm gewtest, Vaa- telavond wezen vieren. De leut die we daar hebben verstouwd....! Dn stillen tijd zullen we wél doorkomen, jonk! We kunnen er voor zes weken teugen! Reken per persoon Lil ons kaas (vkn een soort, die zich gemakkeijk in plakjes laat snij den). Bepaal de dikte der plakjes op minst. S C M. haal ze door een glad aangemengd papje van bloem en water (ter dikte van een beignet-be slag). wentel ze dan rondom door paneermeel en bak ze in de koekenpan met wat boter vlug aan weerskanten bruin. Schik ze op een ver warmden schotel en dien ze zoo warm mogelijk op. zoodat ze niet door afkoeling taai worden. Gebruik deze kaaslapjes. behalve bij een koolstamppot ook bij koolraap, schorseneeren, lof, spruitjes, gestoofde prei, hutspot, enz. On te beginnen heeft ie z’n boerderjjke en z’nen verkensteelt. Daarnaast doet ie 'n han deltje in turf, limonade en schietbogen. En dan bezit-ie nog 'n goei recept teugen kletskoppen, beweert-ie. „Deuzen zalf is teugen X „zeer' verklaart ie „en deus fleschke voor den haar groei-S Als ge hum aan den gang' ziet teugen den crisis, dan bedooit goew eigen. Maar X voor naamste is, hij lépt ’t m. In November. Decem ber gaat ie veul slachten en dan heeft ie ook nog z’n hoenderpark «van ’n honderd kiepen en ‘n eigengemaakt broeimachlen. Gebrek aan geldmiddelen kon Miss Fern Carter, uit Biloxi in Missouri, niet tegenhouden om naar een college te gaan. Van haar kleine „kapitaaltje” van nog geen 50 dollar kocht zij een duizend Chrysanthemumplantjes en wat mest, m het voorjaar en den zomer verzorgde zjj de planten, zoodat ze geschikt zouden zijn in X begin van November naar de markt te worden gebracht. Het college begon eerder, zoodat zij gedwongen was, de kostbare bloemen over te laten aan de zorgen van haar familie leden. Maar zij bloeiden op den goeden tijd, en de verkoop ervan bracht genoeg op om er een jaar lang het college van te kunnen volgen. 4 broodjes (geraspte broodjes of ook wel ka detjes), 260 G. pond) jonge, vette kaas, U L. melk, 20 G. 2 afgestreken eetlepels) bloem, 40 G. (2 afgestreken eetlepels) boter, wat peper, nootmuskaat en zout. Laat de broodjes liefst een dag oud worden; snijd er het bovenste kapje af (nadat bij de kadetjes de broodjes eerst In hun twee helf ten vaneen zijn getrokken); hol het onderste gedeelte uit tot een bakje met wandjes van ongeveer 1 c.M. dikte. Verwarm roerende de helft van de boter met de bloem tot een gelijk papje, giet er roerende de melk by, laat het sausje even doorkoken, meng er de in dobbelsteentjes gesneden kaas door en maak de ragout op smaak af met zout, peper en nootmuskaat. Vul er de uitgeholde broodjes mee, bestrijk die langs den buitenkant geheel met de nog overgehouden ‘boter (ge smolten) en laat ze op een bakblik in een vry warmen oven knappend bakken. „Beschouw, Tiest, X maatschappelijk bestel als 'n zee. „Maak X nie te nat, Dré, nle te nat.” „Hou je kop; ‘n zee, waarop wy allegaar varen mee ons kleine, kleinere, groote en groo- tere schepen, je ook mee de z-g. aeekasteelen. Daar steekt storm op, de lochten gaan betrek ken en...." „De Bilt veurspelt mooi weer!” gebracht, dus den Fielp. die dat wageltje had zien staan, kwam daar efkens op uit. En als ie den Blaauwe daar zoo op z'n gemak by me zag zitten, aan 'n bakske troost en ’n sigaar, dan zee den bakker: „wa-d-'n leventje, wa-d- 'n leventje ebben sommlgte menschen toch!" „Gin beter leven, dan ’n goei, edelachtbare," ketste d’n Tiest terug. „Ik docht weL dat g’ Ier waart, 'k ad oew gerij af zien staan,”* dn Fielp weer. „Nou ge X daar over hebt. mot jouw vrouw gin turf hebben, van me?” „Die mokt de kachel aan, mee de krieken alt njynen hoven.” „Aan jou is ok gin Juu te verdienen; limo nade. veur oewen winkel?” „Van den zomer, jonk. Wie drinkt er non limonade? Van X gedacht alleen, krijgt "nen mensch al winterteenen!” „Gin kletskoppen thuis, Fielp, jouwe?” Toen zee den Fielp iets, amico, dat voor jou wen krant nie geschikt is. Maar gelachen als gesprekske Ucht g’oew j—a en nieuw beroep voor vrouwen is gekozen Py door de Amerikaansche Miss Velma McPeek die eerst onderwijzeres en daarna chef in een lunchroom was. Thans ‘n zy leidster van den dienst, die de passagiers van den Bur lington Spoorweg moet verzorgen. Haar betrek king is zeer goéd te vergelyken met die van de lucht-stewardessen aan boord van vliegtuigen, die ook voor het gemak en de bediening van de passagiers moeten zorgen. Scheepvaartmaat schappijen hebben al lang de onmisbaarheid van de vrouw in dit soort betrekking ingezien, en thans schynen de spoorwegen er dan ook mee te zullen beginnen. geven, aan te rre van een overdreven dunk te hebben haar eigen wijsheid en geschiktheid, de [stukken op te lossen, die haar worden relegd, opent de vrouwelyke rechter Ida Adams, te Los Angeles, iedere rechtszlt- met gebed, God vragend om een juist oor- over de zaken van den dag, cm wijsheid Soldaatje-spelen. Liever moest men jongelui der gelijk speeltuig maar niet geven. Er zijn wel andere dingen, waarmee ze zich beter kunnen amuseeren en die de aandacht niet vestigen op het oorlogsbedrijf .Maar aan dat broeimachien hapert iets,” zee-t-ie onderlest; „want X is verginjd, daar broeien alty meer hanen uit, dan kiepen.” Hy werkt van den vroegen morgen, tot den laten avond en z'n Aantje weegt zoetekensaan tweehonderd pond! Eigens is ie zoo mager als hen giraf. Z'nen nek steekt 10 c.M. boven z'n hemdsboordeke uit; z'nen adamsappel rolt daar sjuust doorhenen als 'nen glazen knikker door *n flesch. En z’n kinder® meugt ge allemaal zien, horre! Vyf zyn er nog thuis. Dn oudste. Gradus. (die hiet naar z'n vader. Gradus Bo gers zaliger) is getrouwd, mee den Jaan z'n jongste dochter. Die zitten op Notsel, achter Ulvenhout. En ze hebben 'n klndeke. „om zoo op te freten,” zee den Blaauwe. die trotsch is op z'n Grootvaderschap. lederen dag freten die twee malkaar weer overnieuw op van liefde en wat kan ik als schoon- en grootvader méér verlangen, Dré! En dat d*n Jaan en ik familie van malkaar zyn geworden, kost nie uitblyven goed beschouwd, want we hadden nnlkaar al vijfentwintig Jaren gepest.” Als ie me al die verhalen zoo op z'n eigen leutige manier zat te doen, dan kwam den Fielp ook efkens aangestoken. Den Blaauwe had *n wageltje turf by ons Allee, ik schei er hs af. Veul groeten van Trui en als alty geen haarke minder van oewen Is in den vastentyd het vleesch tydelyk moet worden uitgeschakeld, dan tracht de huisvrouw de voedzaamheid van het "dat middagmaal gewoonlyk op peil te houden door een ruimer gebruik te maken van visch en van eieren. Te weinig echter denkt zy aan de hulp, die haar in dit opzicht ook wordt gaoden door nog een ander goed-Nederlandsch" product.de kaas: ook daarvan staat het vast, dat het de eiwitbehoefte voldoende dekt, terwyi de ge rechten. waarin kaas een hoofdrol speelt, er bovendien toe meewerken om de eentonigheid in onze maaltyden weg te nemen.... JuHt, om dat zulke schotels nog niet voldoende behooren tot de dageiyks op tafel verschynende kostjes. De vastentyd biedt een goede gelegenheid om met het gebruik van kaas in het middagmaal te beginnen. Mag ik u eens een paar maal tyden noemen, waarin dit uitstekende voedings middel de hoofdrol speelt? Ik kies er een drie tal. waarin de kaasgerechten onderling een zeer verschillend type dragen. 1. Aardappelsoep; stamppot van savoyekool met gepaneerde kaaslapjes; vruchten. X Gevulde broodjes (met kaasragout); Brus- selsch lof, aardappelen met botersaus; rijst met bessensap. 7 X Risotto (voedzame voorschotel); veldsla met bieten, gebakken aardappelen; gebra den appelen. Ulvenhout, 12 Febr. '37 Amico, Den Vastelavond is weer gepasseerd, Assie- woensdag hebben we alweer gehad, we zit ten in den stillen tijd en t jaar draait z’n toeren spoelend af. Vastelavond ....I, Mjah I ■k Ben ’m wezen vieren in Bergen op Zoom, want hier in de contreien is van den ouwer- wetschen vastelavond nie veul anders meer té bespeuren, dan.... 'n bietje heimwee naar dat ouwe nlazier. langzamerhand wordt 't menschdom te be schaafd, te deftig voor 'n bietje leut. aan tafel zitten voortdurend biedt juist om met andere menschen rekening te houden, al is t dan nog zoo in X klein. Maar het leven is ook een aaneenschakeling van kleine gebeurtenissen niet alleen van groote en als we in kleine dingen geen reke ning kunnen houden met anderen hoe moe- ^*n we het dan kunnen in de groote dingen? Als we het tafelen van het begin tot het eind nagaan, zult u zien, hoe heel veel manieren telkens weer hier op neer komen: denken om een ander. Als Moeder de soep heeft opgeschept, wach ten de anderen tot Moeder zelf ook genomen heeft ze mogen dan „rammelen van den honger”, ze moeten leeren wachten anders zou Moeder tenslotte alleen haar soep zitten zou verschrikkelyk ongezellig zyn voor haar. En zoo leeren ze niet alleen Moeder denken maar ze leeren ook nog lets van zelfbeheerschlng. Als Vader Kees om het zout vraagt, zou het er nuchter beschouwd niet zoo heel veel toe doen, of Kees het met zyn linker- of rechter hand geeft en of hy er Vader al dan niet by aankykt maar het gaat er om, dat Kees er zich niet een, twee, drie van afmaakt, als hem Iets gevraagd wordt. Het is Inderdaad het mak- keiykst, wanneer Kees met de eerste de beste hand grypt naar het zout en het al door etend omdat het zoo lekker smaakt en hy zoo'n honger heeft aan Vader geeft. Maar het is onjuist, om er ons op de makkelykste nier van af te maken, wanneer iemand iets vraagt en daarom mag Kees niet chalant weg iets overreiken. En wanneer Lieske ongeduldig over de tafel hangt en voor een ander langs reikt, dan hin dert ze een ander en dan moet ze maar lee ren, een beetje minder ongeduldig te zyn en zich de moeite te nemen, er om te vragen en er op te wachten tot het haar wordt aange geven. En zoo zyn deze kleine uitingen van be leefdheid met elkaar een belangryke factor om den kinderen te leeren aan elkaar te denken. En er worden gastheeren en gastvrouwen ge kweekt, by wie een leder graag zal komen. Want wat is de rol van een attente gastvrouw anders dan dat ze op haar gasten let hun in hun kleine wenschen tegemoet komt en voorkomend en vriendelyk aanbiedt, wat zy vragen. En op die manier komt er een spheer aan tafel, die een rustpunt is tusschen de drukke Volgens de berekening van de voedingswaar de die ik hier maar niet voor u zal neer- schrijven voldoen al deze maaltyden, neer er normale porties van worden gebruikt, aan de gestelde elschen. De menu’s zyn eenvoudig en brengen geen groote kosten mee; grootendeels zullen de ge rechten bekend zyn, zoodat ik alleen van de hier aanbevolen kaasvariatles de recepten zal laten volgen. w w t e zullen een paar dagen onderdak vinden yy by het inlandsche hoofd van den kam pong Lebak. Als we er na een ver- moeiendefl en moeliyken tocht aankomen, wacht ons de Kapala dessa (kampong-hoofd). met een stormlamp in de hand, by de poort op. We betreden het erf door een deurtje in een der groote deuren, zyn bevelen zyn stipt uit gevoerd, alles is voor onze ontvangst gereed. Het huis, dat hy bewoont, is ruim, gemakke- lyk en goed ingericht. Het voornaamste vertrek is een ruime veran da. die uitzicht geeft op het gebergte, en met zachte dikke matten is belegd, welke ons tot rusten ultnoodigen. Inwendig bestaat de woning uit vier kamers, twee rechts en twee links; in 't midden een ruime zaal, die tot eetkamer dient. De woningen der bedienden, de keuken, de badkamer, alles van hout en bamboe opgetrok ken, omringen het geheele erf. Het meubilair is tot het meest noodzakeiyke beperkt, doch voldoende om het een Europeaan gemakkeiyk te maken. Deze Heden geven aan .matten, op balé-balé's uitgespreid, de voorkeur boven den ryksten ge- makkeiyken leuningstoel en met het oog op het kUmaat kan men hun niet anders dan ge lijk geven. Door slecht weer hadden wy vertraging ge kregen en waren in plaats van in den namid dag, pas 's avonds te bestemder plaatse aange komen. De Kapala-dessa Had, om ons een genoegen te doen, een ronggeng (danseres) laten komen en alhoewel vermoeid zynde, besloten wjj toch deze party by te'wonen. Het groote achtererf wen^tiagenoeg ingeno- Dn Blaauwe...., ocherm! „Zoude denken, Dré,” vroeg ie me onderlest: „dat handel en bedryf 'n bietje beter gaan worden?” „Waarom, Tiest, hoe vraagde dat zoo?” "ornda *k *t gelezen heb, Dré en er, eerlijk gezeed. nog niks van gemorken heb eigens.” Het verdort en verschrompelt by gebrek aan "nen slok echt, schuimend plazier, lyk "nen plant verlept by gebrek aan nen slok frisch water. Dn Blaauwe en ik, we hebben in ’t „Krab- bengat” (d'n bynaam van onze Scheldestad) veul, veul plazier g'ad en om nie té veul scheel’ oogen te maken. m *k er verders maar over zwygenl Een ontredderde ontbyttafel is Op zich zelf al een aanleiding om den dag met sombere ge dachten te beginnen, maar vandaag spant alles samen. By de troosteloosheid van het miezerige weer komen de naargeestige gedachten, die hier rondwaren sinds Jan. de lectuur van z’n och tendblad heeft onderbroken om onzen oudste, die altyd 's morgens vroeg z'n Latynsche ver talingen maakt, ,pen onbegrepen zin te verdui- delijken, waarvan de sombere strekking zyn 15-jarig begrip te boven ging. Die zin was de slotsom van een tobbende dame, Medea gehee- ten, die altijd een besluit in verkeerden zin 200 O. (2 ons of 2 kleine theekopjes) ryst, 200 G. (2 ons) geraspte kaas. 2 flinke uien, 4 d.L. (schraal L.) melk, 60 G. (3 afgestreken eetlepels) boter, wat zout, wat peper. Laat de gewasschen ryst in ruim kokend water met zout 10 minuten koken, giet dan het water er af en leg de helft van de ryst in een diepen vuurvasten schotel (van te voren met wat boter ingesmeerd). Leg daarop de fyngesnipperde (of gehakte) uien, die terwyi de ryst kookte, lichtbruin zyn gefruit met 2 lepels van de boter; strooi er de helft van de geraspte kaas op en bedek die met de rest van de voorgekookte ryst. Giet over dit alles de melk, die met wat peper en zout is vermengd; leg een deksel op het schoteltje en zet het gedurende 1 uur in een matig warmen ovén, tot n.l. de rystkdrrels mooi gaar en gezwollen zijn en de melk er ge heel is ingetrokken. Strooi er dan de nog overgebleven kaas over, leg er kleine klontjes van de nog achtergehou- den boter op en laat den bovenkant nog even lichtbruin bakken. MARTINE WITTOP KONING. men door een prachtigen waringln, waaronder reeds een flinke menschenmenigte verzameld was. Deze waringin of Indische vijgenboom is een der reuzen van het tropische plantenrijk, die hun enorme takken ver in het rond spreiden en dan weer naar de aarde buigen, waar zy wor tel schieten, om. opnieuw machtige armen naar alle zyden uitzendende, een bosch op zichzelf te vormen. Op uitgespreide matten aan den voet van den boom had het orkest (gamelang) plaats geno men, voornamelijk bestaande uit koperen cim balen-gango-tamtams, wier oorverdoovend ge raas het akelig gekras van een inlandsche viool rebab) overstemde Dit 'Soort van viool is meestal samengesteld uit een slangenhuid en een schildpadschaal of uitgeholde kokosnoot. Eenige andere half houten, half koperen in strumenten voegden hun scherpe tonen by dit helsch geraas. Eenige tinnen cimbalen gaven den toon aan. Het eindigen van een stuk wordt altyd aan gegeven door eenige geweldige slagen op de tamtam, die de lucht van verre doet weergal men. In 't midden voor de muzikanten zyn kleurde matten uitgespreid, waarop een Soen- daneesche ronggeng een Indischen dans uit voert. Deze dans bestaat onder meer uit onge- loofeiyke llchaamsverwrlngingen. De ronggeng is in een gewone sarong gekleed, die wordt opgehouden door een zilveren dan wel verguld zilveren gordel, met een grooten gesp. Een slendang (sluier) van twee ot meer meter lengte, behoort eveneens tot haar cos- tuum. Maar zy is niet alleen op X tooneel. Van tyd tot tyd verschynt er ook een man, wiens rol gedeelteHjk uit zingen dan.wel gebarenspel be staat. De danseres beantwoordt hem ook door gebaren of soms door afschuweiyke geluiden. Het is een soort drama, dat we hier zien op voeren. De handeling is ontleend aan het over oude thema voor elk tooneelspel, de Hefde. By voorbeeld: De danseres drukt door allerlei kwynende houdingen haar verveling uit. Zy gaat heen en weder op de mat, buigt zich achterover en neuriet zacht een weemoedigen klaagzang. Gedurende dit eerste gedeelte, dat zeer lang duurt, biyft de danser, haar partner, rustig op den grond uitgestrekt Uggen. Maar nu staat hy op, gaat naar de danseres toe en betuigt haar met gebaren zyn liefde, welke met een strenge weigering wordt beant woord. Maar hy verdubbelt zyn pogingen cm haar te verteederen et) bindt zich een masker voor het gelaat, hetgeen een allerzotste uitdruk king van droefheid geeft. Al zyn moeite blyft echter vruchteloos,.en. terwijl hy nu zyn groote liefde uitdrukt, geeft de danseres hem een ge- duchten tik op den neus. Hy is nu woedend en doet oen masker voor met vreeseiyk rollende oogen: het masker van den toom. Dreigend na dert hy zyn aangebedene, en maakt geweldige sprongen en wendingen. De vrouw is hevig ge schrokken en het spyt haar, zoo ruw te zijn opgetreden. Maar de eigenliefde kan haar niet doen besluiten naar hem toe te komen en as blyft treurig in egn hoekje zitten. Thans gaat zyn masker af en komt hy in smeekende hou ding pp haar af. met gevolg, dat zy ^Jn liefde beantwoordt. Een gezamenlyke dans is het be sluit. antje is vyf. Lies is acht en Kees is tien jaar en we doen ons best, hun tafel manieren by te brengen. Het is niet mak- ^iyk en zuchtend vragen we ons wel eeris af. Waarom we ons eigeniyk zooveel moeite hun het ceremonieel van het eten leeren. „Jantje gebruik Je schuivertje”, kan een waarschuwende stem klinken, wanneer Jantje gemakkeiykheidshalve en in allen vrede zyn achuivertje naast zyn bord legt en zyn vork gebruikt om zyn eten op zyn vorkje te brengen. .Jjeske, waarom reik je toch altijd van links naar rechts over de tafel, als je iets hebt^n wilt vraag er toch beleefd om zooals het hoort.” Lies kykt sip, ajs ze dien strengen toon hoort, want ze begrypt heelemaal niet, waar om je per sé vragen moet, wanneer je er zelf by kunt, tenminste als Je je een beetje Ultrekt. Jieen, Kees niet met je; linker hand aanreiken, Je bent oud genoeg om te weten, dat Je dat altyd met je rechter doet en kyk me er by aan alsjeblieft, zoo hóórt het." Kees kykt Vader aan met een gezicht, waarop duide lijk te lezen staat, dat hy het gewoonweg idioot vindt. „Als je het toch maar krygt,” is meening. En zoo klinken de vermaningen over tafel an de kinderen moeten, ondanks hun tegen stribbelen, zich er aan gewennen, deze kleine dingen in acht te nemen. En al zuchten we self wel eens by deze taak tenslotte zyn we er van overtuigd, dat het moet. „Waarom?” 7 vragen de kinderen, die het aUeen maar als een. onbelangryke utterlykheid aanvoelen. Ja, als het dat inderdaad was, dan zouden we ons die moeite niet geven maar het is niet waar het is heelemaal niet zoo onbelangryk en zoo uiteriyk. We hebben ook twee honden en een kat die moeten alle drie uit een aparten schotel eten, anders vermoorden ze elkaar zoo onge veer zóó zyn de dieren. Ze moeten afge past ieder hun eigen portie hebben en als ze eten, willen ze niets met elkaar te maken heb ben en ze gunnen elkaar niet den kleinsten hap dat is hun instinct tot zelfbehoud. Voor ons beteekenen de maaltyden wat an ders we zitten niet aan tafel uitsluitend om te eten, zooals de dieren voor hun etensbak alleen maar staan om hun eten naar binnen te werken. De maaltyden behooren tot de wei- uren van den dag en die een kleine leerschool nlge, dageiyks terugkeerende uurtjes, dat het gezin als één geheel by elkaar zit. Vader is overdag op zyn werk, Kees ep Lies zyn op school na het eten moet Jantje weer gauw naar zyn bed en zoo zyn ze op gewone dagen eigeniyk nooit allemaal by elkaar als juist by de maaltyden. Dan hebben ze het meeste met elkaar te maken en zoodra menschen iets met ^gjkaar te maken hebben, zyn ze in staat elkaar op te voeden. En tenslotte willen we de kin deren toch opvoeden tot menschen die zich in de maatschappy behooriyk weten te ge dragen behooriyk niet alleen wat betreft hun ulteriyke manieren maar ook wat betreft hun houding als mensch tegenover mensch, d.wz. dat zy met him medemensch rekening houden, hun medemensch eerbiedigen. U zult geneigd zyn te zeggen: „Wat heeft dat nu met tafelmanieren te maken?” Dit: dat het „Zwijg nou toch, Tiest, en X weer wordt slechter en slechter! Wat sten we nou gebeu ren....? De zee gaat „rollen", lyk ae X noe men, gaat deinen en golven. X Zeekasteel on dervindt geenen last nog. X Vaart kalm en vast door X weer, over de woelige see De klei nere schepen beginnen te.... te...." „Zeg maar wiemelen, Dré.” „Sjuust! En de notedopkes dansen als zeten over X zeeschuim.” „Ge wilt zeggen, Dré: d'n sturm mot -„o heel wat erger worden, veur X zeekasteel gaat wiemelen, en ten leste dansen!" .BJuust, Tiest! By X kwaaie weer, by de ma- aan, zijn X de gevaren nam en klaagde: ,Jk zie wel wat ik zou moe ten doen en ik zou het ook wel willen, maar ik doe het toch verkeerd." En al kopjes wasschende overpeins ik deze van menschenkennls getuigende opvatting. In het algemeen zyn we Inderdaad geneigd om dat gene, wat voor de hand ligt, over het hoofd te zien en ten koste van veel moeite allerlei werk te doen, dat minder practlsch nut op levert. Ineens moet ik denken aan Mevrouw Stok, van den overkant, die me vertelde, ze haar huishouden wat zuiniger moest Inrich ten en daarvoor de meest vérgaande plannen maakte om een extraatje te verdienen. Een pér- keerinrichtlng voor honden als de baas en vrouw naar de bioscoop gaan en soortgeiyke uitvindingen. Eiken dag stuurt ze antwoorden In op prysvragen en gisteren heeft ze den hee- len dag met een naamlyst van de winkeliers in de Voorstraat geloopen, omdat die een win kelweek houden, waarby in elke etalage een verkeerde letter voorkomt. Wie al die fouten vindt, heeft kans op een prys en daarom liepen mevrouw Stok en ik weet niet hoeveel anderen van de eene etalage naar de andere. Op vele plaatsen moest je bepaald dringen om wat te zien, zóó veel deelnemers waren er. Zoo gaat het daar al vier dagen; by de tramhalte staan Jongens, die letters rullen als vreemde nost- zegels. Kostom, er Is een belangstelling van Je welste. En toen ik mevrouw Stok doodmoe zag thuis komen, heb ik gepoogd, haar aandacht op een voor de hand liggende bezuiniging te vestigen, waardoor ze*niet behoeft te volstaan met een kkns op 'n prys, maar tastbare voordeelen zal genieten, doordat ze op haar huishoudgeld be zuinigt en dus overhoudt. Ik heb haar gevraagd of ze ook de etalage had gezien van haar leve rancier van melk en zuivelproducten. „Natuur- iyk”, zei ze dadeiyk, „daar staat de A van Kaasgerechten op z’n kop”. ,Xyk daar nu niet naar, maar vraag eens binnen naar een receptenboekje van die kaas gerechten", heb ik haar toen geraden. ,,En als je die toepast zul Je zien wat een groot voor deel het Je geregeld oplevert, terwyi Je boven dien je man en Je jongens steeds wat nieuws kunt voorzetten, waar ze van zullen smullen.” Als ze nu maar meer energie heeft dan Medea, komt het best in orde! Dat weet ik uit ervaring Mater famllias. laise op den maatschappelyken i eerst de kleintjes, die de lasten van X stormweer gaan ervaren." „Da's 'n goei veurbeeld,” zee d'n Tiest: „X laat z'n eigen goed verstaan. Maar nou gaat d’n storm Uggen....! Hoe dan?” „Luister.” „Ja, pa.” „X Sturmweer le deuzen keer nog nie van dieën aard geweest, dat de aeekasteelen, de weareldzaken. er van vergingen. Ze hebben ei kens meegedeind, 'n schouwpyp verloren mis schien, njaar X had voor kaptein, officieren en scheepsvolk vrywel geen beteekenls. En nóg is den storm nie heele gaar uitgewoeld, de locli- ten kleeren wel, maar de zee rolt nog na.... «u X zeekasteel klieft rtatig de golven.” groote muurschildering, 110 voet lang en et hoog, wordt thans gemaakt door een elyk piloot, mrs. R. L. Brooks, voor het eld Roosevelt Field, op Long Island De chlldering stelt de geheele ontwikkeling chtvaart voor, van 1906 tot 1936, en toont rtretten van verscheidene pioniers der 'aart, evenals afbeeldingen van gebouwen twerpen uit de vroegste jaren daarvan. Roosevelt Field een der eerst ingerichte iavens was, is het niet meer dan blliyk ae wandschildering ook daar wordt aan- .*k Zou er haast 'n gedichtje op maken, Dré: woorden van den Blaauwe, muziek van van Gend en Loos.” „De middelgroote en kleinere vaartuigen, voor aoowyd ze nle gekelderd zyn, kunnen d’r eigen alweer klaar gaan maken voor 'n vlot tere reis, maar de notedopkes, die kluutschip- kes van jou en my, die hebben nog genogt te tobben, mee X ultwoeiende water. Pas als. de lochten prachtlg-blaauw en de zee spiegelglad is weer, dan kunnen wy weer vortkomen! Zoo zyn wy de lesten, die op stoonr.' komen....!" _'k Mot zeggen. Dré, ge hebt T 'nen ordente- lUken pin aan gedraaid!” „X Voorbeeld gaat nog wyer op. Blaauwe!" Hij^ette z’n pruim weer naar den anderen kant van z’n gezicht; 'k had dus aandacht! „X Komieke is: heel kleine schipkes, lyk X jouwe b.v„ tobben veul mee X zware weer, maar.... ze vergaan nie licht. Die zyn aoo locht. die kunnen nie zinken. Die bUjven alty óp X water, dikkels mee den bojem naar bo venmaar verzuipen doen ze nie! X Mid delsoort, den middelstand, die maakt alty de kwaaiste kans....!” Dn Blaauwe knikte. Toen: „dus, al die berichten over betere tijsn betreffen nog pas de zeekasteel-affaires. Ik heb dus nog wel efkes d’n tyd veur ik myn vlotte weer sturen kan?” „X> Borreltje, omdat ge zoo goed geluisterd hebt. Blaauwe!" We klonken. ,Jk docht wel, da*k by Jou m'n licht kost opsteken, Dré!" „Waarorr.?” „Gy kunt aoo lekker ouwevrouwen „Neeë, Tiest. das aan te nemen, jonk. X Is den groot- en geldhandel, grootindustrie en bedryf, die daar eerst iets van merken, ee? Wy komen 'n Jaarke later pas aan trek.” „Kemiek.” zee-t-ie: ,,'k zou X zoo best kun nen gebruiken, 'n bietje meer florisantlgheid. We zwegen. Toen d'n Tiest: ,^eg, Dri, hoe zou X toch komen, dat wy. kleine keutelmannekes X lang ste motten wachten op 'n snufke veurspoed?" ,Ja, Tiest, oe X precies op m'n vingers voor rekenen, kan "k nie. Maar ik kan oe wel mee 'n verhaaltje duideiyk maken, hoe ik X be- grUp" „Lot 's beuren,” zee d'n Blaauwe gedwee, zet te z’n tabakspruim wat makkeiyker en ging er eigens ook Xls voor zitten. Gewichtige conferentie bij een dorpsautoriteit

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 17