TAFELMANIEREN
n
1
A
J
ERTELLINGEN van
scheepjes in den storm
Schepen
en
SIBOTAK
•EN
I
Wat we er van kunnen leereh
Bezoek bij 'n inlandsch hoofd
Een nieuw beroep
PAEDACOGISCH ONTBIJT
t
Risotto (4 personen)
R
BRABANTSCHE BRIEVEN
als ’n zee....
’t Maatschappelijk bestel is
Rechtspraak in den naam
van God
Broodjes met kaasragout
(4 personen)
„Magere maairi|aen mervc
doende voedingswaarde
Gepaneerde kaashapjes
Studie-ijver
Een pilote die ook schildert
Amerikaansche vrouwen
de gelegenheid
eten en dat
aan
ermond,
ze
iets
Y
zijn
wan-
5546
ner.
146
30
be-
5
beter
buiten
den
B
nog
DRÊ.
d
s
uur
e
ir
tiert
teren
or
sn
1
t
Detective: U hebt uw win-
terondergoed al aan, professor.
ProfessorHoe weet tt dat
in ’s hemelsnaam?
Holite Humyur
Gr»ve
zijn by
>rdt ge
opende
er
AP
AP
AP
ter
AP
AP
AP
xxn
5508
bo
■S
is voor het latere leven van de kinderen.
MARIJE.
Ochèrm. X .Achlp” van den Blaauwe. 1 Is
*n merakel, zooals hij teugen den kwaaien tijd
opbokst.
i te
poor
NIC.
Ir.
0.07
0.S2
0.41
0.29
0.00
0.21
t
t.
7
maf
miE
nio
un
lamc
■mi i
«SIIIC
HNItC
itls-
ers”
pry«
voor
üw
acht
0.56
0.29
0.27
0.16
0.21
0.00
0.17
0.00
0.00
wr.
47?
IIIIU
IIIIC
rl
ma-
ons
zoo non-
ik heb....! Als ge eikens zoo’n
maar stillekes laat betijen, dan
eigen kriekt
Mee droge gezichten ketst d'n humor over-
entweer als ping-pong!
Afijn, "k wou dan geseed hebben g’ad: *k ben
mee den Blaauwe naar BoZocm gewtest, Vaa-
telavond wezen vieren.
De leut die we daar hebben verstouwd....!
Dn stillen tijd zullen we wél doorkomen,
jonk! We kunnen er voor zes weken teugen!
Reken per persoon Lil ons kaas (vkn een
soort, die zich gemakkeijk in plakjes laat snij
den). Bepaal de dikte der plakjes op minst. S C M.
haal ze door een glad aangemengd papje van
bloem en water (ter dikte van een beignet-be
slag). wentel ze dan rondom door paneermeel
en bak ze in de koekenpan met wat boter vlug
aan weerskanten bruin. Schik ze op een ver
warmden schotel en dien ze zoo warm mogelijk
op. zoodat ze niet door afkoeling taai worden.
Gebruik deze kaaslapjes. behalve bij een
koolstamppot ook bij koolraap, schorseneeren,
lof, spruitjes, gestoofde prei, hutspot, enz.
On te beginnen heeft ie z’n boerderjjke en
z’nen verkensteelt. Daarnaast doet ie 'n han
deltje in turf, limonade en schietbogen. En dan
bezit-ie nog 'n goei recept teugen kletskoppen,
beweert-ie. „Deuzen zalf is teugen X „zeer'
verklaart ie „en deus fleschke voor den haar
groei-S
Als ge hum aan den gang' ziet teugen den
crisis, dan bedooit goew eigen. Maar X voor
naamste is, hij lépt ’t m. In November. Decem
ber gaat ie veul slachten en dan heeft ie ook
nog z’n hoenderpark «van ’n honderd kiepen en
‘n eigengemaakt broeimachlen.
Gebrek aan geldmiddelen kon Miss Fern
Carter, uit Biloxi in Missouri, niet tegenhouden
om naar een college te gaan. Van haar kleine
„kapitaaltje” van nog geen 50 dollar kocht zij
een duizend Chrysanthemumplantjes en wat
mest, m het voorjaar en den zomer verzorgde
zjj de planten, zoodat ze geschikt zouden zijn
in X begin van November naar de markt te
worden gebracht. Het college begon eerder,
zoodat zij gedwongen was, de kostbare bloemen
over te laten aan de zorgen van haar familie
leden. Maar zij bloeiden op den goeden tijd, en
de verkoop ervan bracht genoeg op om er een
jaar lang het college van te kunnen volgen.
4 broodjes (geraspte broodjes of ook wel ka
detjes), 260 G. pond) jonge, vette kaas,
U L. melk, 20 G. 2 afgestreken eetlepels)
bloem, 40 G. (2 afgestreken eetlepels) boter, wat
peper, nootmuskaat en zout.
Laat de broodjes liefst een dag oud worden;
snijd er het bovenste kapje af (nadat bij de
kadetjes de broodjes eerst In hun twee helf
ten vaneen zijn getrokken); hol het onderste
gedeelte uit tot een bakje met wandjes van
ongeveer 1 c.M. dikte.
Verwarm roerende de helft van de boter met
de bloem tot een gelijk papje, giet er roerende
de melk by, laat het sausje even doorkoken,
meng er de in dobbelsteentjes gesneden kaas
door en maak de ragout op smaak af met zout,
peper en nootmuskaat. Vul er de uitgeholde
broodjes mee, bestrijk die langs den buitenkant
geheel met de nog overgehouden ‘boter (ge
smolten) en laat ze op een bakblik in een vry
warmen oven knappend bakken.
„Beschouw, Tiest, X maatschappelijk bestel
als 'n zee.
„Maak X nie te nat, Dré, nle te nat.”
„Hou je kop; ‘n zee, waarop wy allegaar
varen mee ons kleine, kleinere, groote en groo-
tere schepen, je ook mee de z-g. aeekasteelen.
Daar steekt storm op, de lochten gaan betrek
ken en...."
„De Bilt veurspelt mooi weer!”
gebracht, dus den Fielp. die dat wageltje had
zien staan, kwam daar efkens op uit. En als ie
den Blaauwe daar zoo op z'n gemak by me
zag zitten, aan 'n bakske troost en ’n sigaar,
dan zee den bakker: „wa-d-'n leventje, wa-d-
'n leventje ebben sommlgte menschen toch!"
„Gin beter leven, dan ’n goei, edelachtbare,"
ketste d’n Tiest terug.
„Ik docht weL dat g’ Ier waart, 'k ad oew
gerij af zien staan,”* dn Fielp weer.
„Nou ge X daar over hebt. mot jouw vrouw
gin turf hebben, van me?”
„Die mokt de kachel aan, mee de krieken alt
njynen hoven.”
„Aan jou is ok gin Juu te verdienen; limo
nade. veur oewen winkel?”
„Van den zomer, jonk. Wie drinkt er non
limonade? Van X gedacht alleen, krijgt "nen
mensch al winterteenen!”
„Gin kletskoppen thuis, Fielp,
jouwe?”
Toen zee den Fielp iets, amico, dat voor jou
wen krant nie geschikt is. Maar gelachen als
gesprekske
Ucht g’oew
j—a en nieuw beroep voor vrouwen is gekozen
Py door de Amerikaansche Miss Velma McPeek
die eerst onderwijzeres en daarna chef
in een lunchroom was. Thans ‘n zy leidster van
den dienst, die de passagiers van den Bur
lington Spoorweg moet verzorgen. Haar betrek
king is zeer goéd te vergelyken met die van de
lucht-stewardessen aan boord van vliegtuigen,
die ook voor het gemak en de bediening van de
passagiers moeten zorgen. Scheepvaartmaat
schappijen hebben al lang de onmisbaarheid
van de vrouw in dit soort betrekking ingezien,
en thans schynen de spoorwegen er dan ook
mee te zullen beginnen.
geven,
aan te
rre van een overdreven dunk te hebben
haar eigen wijsheid en geschiktheid, de
[stukken op te lossen, die haar worden
relegd, opent de vrouwelyke rechter Ida
Adams, te Los Angeles, iedere rechtszlt-
met gebed, God vragend om een juist oor-
over de zaken van den dag, cm wijsheid
Soldaatje-spelen. Liever moest men jongelui der gelijk speeltuig maar niet geven.
Er zijn wel andere dingen, waarmee ze zich beter kunnen amuseeren en die de
aandacht niet vestigen op het oorlogsbedrijf
.Maar aan dat broeimachien hapert iets,”
zee-t-ie onderlest; „want X is verginjd, daar
broeien alty meer hanen uit, dan kiepen.”
Hy werkt van den vroegen morgen, tot den
laten avond en z'n Aantje weegt zoetekensaan
tweehonderd pond! Eigens is ie zoo mager als
hen giraf. Z'nen nek steekt 10 c.M. boven z'n
hemdsboordeke uit; z'nen adamsappel rolt daar
sjuust doorhenen als 'nen glazen knikker door
*n flesch. En z’n kinder® meugt ge allemaal
zien, horre! Vyf zyn er nog thuis. Dn oudste.
Gradus. (die hiet naar z'n vader. Gradus Bo
gers zaliger) is getrouwd, mee den Jaan z'n
jongste dochter. Die zitten op Notsel, achter
Ulvenhout. En ze hebben 'n klndeke. „om zoo
op te freten,” zee den Blaauwe. die trotsch is
op z'n Grootvaderschap. lederen dag freten die
twee malkaar weer overnieuw op van liefde en
wat kan ik als schoon- en grootvader méér
verlangen, Dré! En dat d*n Jaan en ik familie
van malkaar zyn geworden, kost nie uitblyven
goed beschouwd, want we hadden nnlkaar al
vijfentwintig Jaren gepest.”
Als ie me al die verhalen zoo op z'n eigen
leutige manier zat te doen, dan kwam den
Fielp ook efkens aangestoken.
Den Blaauwe had *n wageltje turf by ons
Allee, ik schei er hs af.
Veul groeten van Trui en als alty geen
haarke minder van oewen
Is in den vastentyd het vleesch tydelyk
moet worden uitgeschakeld, dan tracht
de huisvrouw de voedzaamheid van het
"dat middagmaal gewoonlyk op peil te houden door
een ruimer gebruik te maken van visch en van
eieren.
Te weinig echter denkt zy aan de hulp, die
haar in dit opzicht ook wordt gaoden door
nog een ander goed-Nederlandsch" product.de
kaas: ook daarvan staat het vast, dat het de
eiwitbehoefte voldoende dekt, terwyi de ge
rechten. waarin kaas een hoofdrol speelt, er
bovendien toe meewerken om de eentonigheid
in onze maaltyden weg te nemen.... JuHt, om
dat zulke schotels nog niet voldoende behooren
tot de dageiyks op tafel verschynende kostjes.
De vastentyd biedt een goede gelegenheid om
met het gebruik van kaas in het middagmaal
te beginnen. Mag ik u eens een paar maal
tyden noemen, waarin dit uitstekende voedings
middel de hoofdrol speelt? Ik kies er een drie
tal. waarin de kaasgerechten onderling een zeer
verschillend type dragen.
1. Aardappelsoep; stamppot van savoyekool
met gepaneerde kaaslapjes; vruchten.
X Gevulde broodjes (met kaasragout); Brus-
selsch lof, aardappelen met botersaus; rijst
met bessensap. 7
X Risotto (voedzame voorschotel); veldsla
met bieten, gebakken aardappelen; gebra
den appelen.
Ulvenhout, 12 Febr. '37
Amico,
Den Vastelavond is
weer gepasseerd, Assie-
woensdag hebben we
alweer gehad, we zit
ten in den stillen tijd
en t jaar draait z’n toeren spoelend af.
Vastelavond ....I, Mjah I
■k Ben ’m wezen vieren in Bergen op Zoom,
want hier in de contreien is van den ouwer-
wetschen vastelavond nie veul anders meer té
bespeuren, dan.... 'n bietje heimwee naar dat
ouwe nlazier.
langzamerhand wordt 't menschdom te be
schaafd, te deftig voor 'n bietje leut.
aan tafel zitten voortdurend
biedt juist om met andere menschen rekening
te houden, al is t dan nog zoo in X klein.
Maar het leven is ook een aaneenschakeling
van kleine gebeurtenissen niet alleen van
groote en als we in kleine dingen geen reke
ning kunnen houden met anderen hoe moe-
^*n we het dan kunnen in de groote dingen?
Als we het tafelen van het begin tot het
eind nagaan, zult u zien, hoe heel veel manieren
telkens weer hier op neer komen: denken om
een ander.
Als Moeder de soep heeft opgeschept, wach
ten de anderen tot Moeder zelf ook genomen
heeft ze mogen dan „rammelen van den
honger”, ze moeten leeren wachten anders
zou Moeder tenslotte alleen haar soep zitten
zou verschrikkelyk ongezellig zyn
voor haar. En zoo leeren ze niet alleen
Moeder denken maar ze leeren ook nog
lets van zelfbeheerschlng.
Als Vader Kees om het zout vraagt, zou het
er nuchter beschouwd niet zoo heel veel toe
doen, of Kees het met zyn linker- of rechter
hand geeft en of hy er Vader al dan niet by
aankykt maar het gaat er om, dat Kees er
zich niet een, twee, drie van afmaakt, als hem
Iets gevraagd wordt. Het is Inderdaad het mak-
keiykst, wanneer Kees met de eerste de beste
hand grypt naar het zout en het al door etend
omdat het zoo lekker smaakt en hy zoo'n
honger heeft aan Vader geeft. Maar het
is onjuist, om er ons op de makkelykste
nier van af te maken, wanneer iemand
iets vraagt en daarom mag Kees niet
chalant weg iets overreiken.
En wanneer Lieske ongeduldig over de tafel
hangt en voor een ander langs reikt, dan hin
dert ze een ander en dan moet ze maar lee
ren, een beetje minder ongeduldig te zyn en
zich de moeite te nemen, er om te vragen en
er op te wachten tot het haar wordt aange
geven.
En zoo zyn deze kleine uitingen van be
leefdheid met elkaar een belangryke factor om
den kinderen te leeren aan elkaar te denken.
En er worden gastheeren en gastvrouwen ge
kweekt, by wie een leder graag zal komen.
Want wat is de rol van een attente gastvrouw
anders dan dat ze op haar gasten let hun
in hun kleine wenschen tegemoet komt en
voorkomend en vriendelyk aanbiedt, wat zy
vragen.
En op die manier komt er een spheer aan
tafel, die een rustpunt is tusschen de drukke
Volgens de berekening van de voedingswaar
de die ik hier maar niet voor u zal neer-
schrijven voldoen al deze maaltyden,
neer er normale porties van worden gebruikt,
aan de gestelde elschen.
De menu’s zyn eenvoudig en brengen geen
groote kosten mee; grootendeels zullen de ge
rechten bekend zyn, zoodat ik alleen van de
hier aanbevolen kaasvariatles de recepten zal
laten volgen.
w w t e zullen een paar dagen onderdak vinden
yy by het inlandsche hoofd van den kam
pong Lebak. Als we er na een ver-
moeiendefl en moeliyken tocht aankomen,
wacht ons de Kapala dessa (kampong-hoofd).
met een stormlamp in de hand, by de poort op.
We betreden het erf door een deurtje in een
der groote deuren, zyn bevelen zyn stipt uit
gevoerd, alles is voor onze ontvangst gereed.
Het huis, dat hy bewoont, is ruim, gemakke-
lyk en goed ingericht.
Het voornaamste vertrek is een ruime veran
da. die uitzicht geeft op het gebergte, en met
zachte dikke matten is belegd, welke ons tot
rusten ultnoodigen.
Inwendig bestaat de woning uit vier kamers,
twee rechts en twee links; in 't midden een
ruime zaal, die tot eetkamer dient.
De woningen der bedienden, de keuken, de
badkamer, alles van hout en bamboe opgetrok
ken, omringen het geheele erf. Het meubilair
is tot het meest noodzakeiyke beperkt, doch
voldoende om het een Europeaan gemakkeiyk te
maken.
Deze Heden geven aan .matten, op balé-balé's
uitgespreid, de voorkeur boven den ryksten ge-
makkeiyken leuningstoel en met het oog op
het kUmaat kan men hun niet anders dan ge
lijk geven.
Door slecht weer hadden wy vertraging ge
kregen en waren in plaats van in den namid
dag, pas 's avonds te bestemder plaatse aange
komen.
De Kapala-dessa Had, om ons een genoegen
te doen, een ronggeng (danseres) laten komen
en alhoewel vermoeid zynde, besloten wjj toch
deze party by te'wonen.
Het groote achtererf wen^tiagenoeg ingeno-
Dn Blaauwe...., ocherm!
„Zoude denken, Dré,” vroeg ie me onderlest:
„dat handel en bedryf 'n bietje beter gaan
worden?”
„Waarom, Tiest, hoe vraagde dat zoo?”
"ornda *k *t gelezen heb, Dré en er, eerlijk
gezeed. nog niks van gemorken heb eigens.”
Het verdort en verschrompelt by gebrek aan
"nen slok echt, schuimend plazier, lyk "nen
plant verlept by gebrek aan nen slok frisch
water.
Dn Blaauwe en ik, we hebben in ’t „Krab-
bengat” (d'n bynaam van onze Scheldestad)
veul, veul plazier g'ad en om nie té veul
scheel’ oogen te maken. m *k er verders
maar over zwygenl
Een ontredderde ontbyttafel is Op zich zelf
al een aanleiding om den dag met sombere ge
dachten te beginnen, maar vandaag spant alles
samen. By de troosteloosheid van het miezerige
weer komen de naargeestige gedachten, die hier
rondwaren sinds Jan. de lectuur van z’n och
tendblad heeft onderbroken om onzen oudste,
die altyd 's morgens vroeg z'n Latynsche ver
talingen maakt, ,pen onbegrepen zin te verdui-
delijken, waarvan de sombere strekking zyn
15-jarig begrip te boven ging. Die zin was de
slotsom van een tobbende dame, Medea gehee-
ten, die altijd een besluit in verkeerden zin
200 O. (2 ons of 2 kleine theekopjes) ryst,
200 G. (2 ons) geraspte kaas. 2 flinke uien, 4
d.L. (schraal L.) melk, 60 G. (3 afgestreken
eetlepels) boter, wat zout, wat peper.
Laat de gewasschen ryst in ruim kokend
water met zout 10 minuten koken, giet dan het
water er af en leg de helft van de ryst in een
diepen vuurvasten schotel (van te voren met
wat boter ingesmeerd).
Leg daarop de fyngesnipperde (of gehakte)
uien, die terwyi de ryst kookte, lichtbruin zyn
gefruit met 2 lepels van de boter; strooi er de
helft van de geraspte kaas op en bedek die met
de rest van de voorgekookte ryst.
Giet over dit alles de melk, die met wat peper
en zout is vermengd; leg een deksel op het
schoteltje en zet het gedurende 1 uur in een
matig warmen ovén, tot n.l. de rystkdrrels
mooi gaar en gezwollen zijn en de melk er ge
heel is ingetrokken.
Strooi er dan de nog overgebleven kaas over,
leg er kleine klontjes van de nog achtergehou-
den boter op en laat den bovenkant nog even
lichtbruin bakken.
MARTINE WITTOP KONING.
men door een prachtigen waringln, waaronder
reeds een flinke menschenmenigte verzameld
was.
Deze waringin of Indische vijgenboom is een
der reuzen van het tropische plantenrijk, die
hun enorme takken ver in het rond spreiden en
dan weer naar de aarde buigen, waar zy wor
tel schieten, om. opnieuw machtige armen naar
alle zyden uitzendende, een bosch op zichzelf te
vormen.
Op uitgespreide matten aan den voet van den
boom had het orkest (gamelang) plaats geno
men, voornamelijk bestaande uit koperen cim
balen-gango-tamtams, wier oorverdoovend ge
raas het akelig gekras van een inlandsche viool
rebab) overstemde
Dit 'Soort van viool is meestal samengesteld
uit een slangenhuid en een schildpadschaal of
uitgeholde kokosnoot.
Eenige andere half houten, half koperen in
strumenten voegden hun scherpe tonen by dit
helsch geraas. Eenige tinnen cimbalen gaven
den toon aan.
Het eindigen van een stuk wordt altyd aan
gegeven door eenige geweldige slagen op de
tamtam, die de lucht van verre doet weergal
men.
In 't midden voor de muzikanten zyn
kleurde matten uitgespreid, waarop een Soen-
daneesche ronggeng een Indischen dans uit
voert. Deze dans bestaat onder meer uit onge-
loofeiyke llchaamsverwrlngingen.
De ronggeng is in een gewone sarong gekleed,
die wordt opgehouden door een zilveren dan
wel verguld zilveren gordel, met een grooten
gesp. Een slendang (sluier) van twee ot meer
meter lengte, behoort eveneens tot haar cos-
tuum.
Maar zy is niet alleen op X tooneel. Van tyd
tot tyd verschynt er ook een man, wiens rol
gedeelteHjk uit zingen dan.wel gebarenspel be
staat. De danseres beantwoordt hem ook door
gebaren of soms door afschuweiyke geluiden.
Het is een soort drama, dat we hier zien op
voeren. De handeling is ontleend aan het over
oude thema voor elk tooneelspel, de Hefde.
By voorbeeld: De danseres drukt door allerlei
kwynende houdingen haar verveling uit.
Zy gaat heen en weder op de mat, buigt zich
achterover en neuriet zacht een weemoedigen
klaagzang.
Gedurende dit eerste gedeelte, dat zeer lang
duurt, biyft de danser, haar partner, rustig op
den grond uitgestrekt Uggen.
Maar nu staat hy op, gaat naar de danseres
toe en betuigt haar met gebaren zyn liefde,
welke met een strenge weigering wordt beant
woord. Maar hy verdubbelt zyn pogingen cm
haar te verteederen et) bindt zich een masker
voor het gelaat, hetgeen een allerzotste uitdruk
king van droefheid geeft. Al zyn moeite blyft
echter vruchteloos,.en. terwijl hy nu zyn groote
liefde uitdrukt, geeft de danseres hem een ge-
duchten tik op den neus. Hy is nu woedend en
doet oen masker voor met vreeseiyk rollende
oogen: het masker van den toom. Dreigend na
dert hy zyn aangebedene, en maakt geweldige
sprongen en wendingen. De vrouw is hevig ge
schrokken en het spyt haar, zoo ruw te zijn
opgetreden. Maar de eigenliefde kan haar niet
doen besluiten naar hem toe te komen en as
blyft treurig in egn hoekje zitten. Thans gaat
zyn masker af en komt hy in smeekende hou
ding pp haar af. met gevolg, dat zy ^Jn liefde
beantwoordt. Een gezamenlyke dans is het be
sluit.
antje is vyf. Lies is acht en Kees is tien
jaar en we doen ons best, hun tafel
manieren by te brengen. Het is niet mak-
^iyk en zuchtend vragen we ons wel eeris af.
Waarom we ons eigeniyk zooveel moeite
hun het ceremonieel van het eten
leeren.
„Jantje gebruik Je schuivertje”, kan een
waarschuwende stem klinken, wanneer Jantje
gemakkeiykheidshalve en in allen vrede zyn
achuivertje naast zyn bord legt en zyn vork
gebruikt om zyn eten op zyn vorkje te brengen.
.Jjeske, waarom reik je toch altijd van links
naar rechts over de tafel, als je iets hebt^n
wilt vraag er toch beleefd om zooals het
hoort.” Lies kykt sip, ajs ze dien strengen toon
hoort, want ze begrypt heelemaal niet, waar
om je per sé vragen moet, wanneer je er zelf
by kunt, tenminste als Je je een beetje
Ultrekt.
Jieen, Kees niet met je; linker hand
aanreiken, Je bent oud genoeg om te weten,
dat Je dat altyd met je rechter doet en kyk
me er by aan alsjeblieft, zoo hóórt het." Kees
kykt Vader aan met een gezicht, waarop duide
lijk te lezen staat, dat hy het gewoonweg idioot
vindt. „Als je het toch maar krygt,” is
meening.
En zoo klinken de vermaningen over tafel
an de kinderen moeten, ondanks hun tegen
stribbelen, zich er aan gewennen, deze kleine
dingen in acht te nemen. En al zuchten we
self wel eens by deze taak tenslotte zyn we
er van overtuigd, dat het moet. „Waarom?”
7 vragen de kinderen, die het aUeen maar als
een. onbelangryke utterlykheid aanvoelen. Ja,
als het dat inderdaad was, dan zouden we ons
die moeite niet geven maar het is niet waar
het is heelemaal niet zoo onbelangryk en
zoo uiteriyk.
We hebben ook twee honden en een kat
die moeten alle drie uit een aparten schotel
eten, anders vermoorden ze elkaar zoo onge
veer zóó zyn de dieren. Ze moeten afge
past ieder hun eigen portie hebben en als ze
eten, willen ze niets met elkaar te maken heb
ben en ze gunnen elkaar niet den kleinsten hap
dat is hun instinct tot zelfbehoud.
Voor ons beteekenen de maaltyden wat an
ders we zitten niet aan tafel uitsluitend om
te eten, zooals de dieren voor hun etensbak
alleen maar staan om hun eten naar binnen
te werken. De maaltyden behooren tot de wei- uren van den dag en die een kleine leerschool
nlge, dageiyks terugkeerende uurtjes, dat het
gezin als één geheel by elkaar zit. Vader is
overdag op zyn werk, Kees ep Lies zyn op
school na het eten moet Jantje weer gauw
naar zyn bed en zoo zyn ze op gewone dagen
eigeniyk nooit allemaal by elkaar als juist by
de maaltyden. Dan hebben ze het meeste met
elkaar te maken en zoodra menschen iets met
^gjkaar te maken hebben, zyn ze in staat elkaar
op te voeden. En tenslotte willen we de kin
deren toch opvoeden tot menschen die zich
in de maatschappy behooriyk weten te ge
dragen behooriyk niet alleen wat betreft hun
ulteriyke manieren maar ook wat betreft
hun houding als mensch tegenover mensch,
d.wz. dat zy met him medemensch rekening
houden, hun medemensch eerbiedigen.
U zult geneigd zyn te zeggen: „Wat heeft dat
nu met tafelmanieren te maken?” Dit: dat het
„Zwijg nou toch, Tiest, en X weer wordt
slechter en slechter! Wat sten we nou gebeu
ren....? De zee gaat „rollen", lyk ae X noe
men, gaat deinen en golven. X Zeekasteel on
dervindt geenen last nog. X Vaart kalm en
vast door X weer, over de woelige see De klei
nere schepen beginnen te.... te...."
„Zeg maar wiemelen, Dré.”
„Sjuust! En de notedopkes dansen als
zeten over X zeeschuim.”
„Ge wilt zeggen, Dré: d'n sturm mot -„o
heel wat erger worden, veur X zeekasteel gaat
wiemelen, en ten leste dansen!"
.BJuust, Tiest! By X kwaaie weer, by de ma-
aan, zijn X
de gevaren
nam en klaagde: ,Jk zie wel wat ik zou moe
ten doen en ik zou het ook wel willen, maar
ik doe het toch verkeerd."
En al kopjes wasschende overpeins ik deze van
menschenkennls getuigende opvatting. In het
algemeen zyn we Inderdaad geneigd om dat
gene, wat voor de hand ligt, over het hoofd
te zien en ten koste van veel moeite allerlei
werk te doen, dat minder practlsch nut op
levert.
Ineens moet ik denken aan Mevrouw Stok,
van den overkant, die me vertelde,
ze haar huishouden wat zuiniger moest Inrich
ten en daarvoor de meest vérgaande plannen
maakte om een extraatje te verdienen. Een pér-
keerinrichtlng voor honden als de baas en
vrouw naar de bioscoop gaan en soortgeiyke
uitvindingen. Eiken dag stuurt ze antwoorden
In op prysvragen en gisteren heeft ze den hee-
len dag met een naamlyst van de winkeliers
in de Voorstraat geloopen, omdat die een win
kelweek houden, waarby in elke etalage een
verkeerde letter voorkomt. Wie al die fouten
vindt, heeft kans op een prys en daarom liepen
mevrouw Stok en ik weet niet hoeveel anderen
van de eene etalage naar de andere. Op vele
plaatsen moest je bepaald dringen om wat te
zien, zóó veel deelnemers waren er. Zoo gaat
het daar al vier dagen; by de tramhalte staan
Jongens, die letters rullen als vreemde nost-
zegels. Kostom, er Is een belangstelling van Je
welste.
En toen ik mevrouw Stok doodmoe zag thuis
komen, heb ik gepoogd, haar aandacht op een
voor de hand liggende bezuiniging te vestigen,
waardoor ze*niet behoeft te volstaan met een
kkns op 'n prys, maar tastbare voordeelen zal
genieten, doordat ze op haar huishoudgeld be
zuinigt en dus overhoudt. Ik heb haar gevraagd
of ze ook de etalage had gezien van haar leve
rancier van melk en zuivelproducten. „Natuur-
iyk”, zei ze dadeiyk, „daar staat de A van
Kaasgerechten op z’n kop”.
,Xyk daar nu niet naar, maar vraag eens
binnen naar een receptenboekje van die kaas
gerechten", heb ik haar toen geraden. ,,En als
je die toepast zul Je zien wat een groot voor
deel het Je geregeld oplevert, terwyi Je boven
dien je man en Je jongens steeds wat nieuws
kunt voorzetten, waar ze van zullen smullen.”
Als ze nu maar meer energie heeft dan Medea,
komt het best in orde! Dat weet ik uit ervaring
Mater famllias.
laise op den maatschappelyken i
eerst de kleintjes, die de lasten
van X stormweer gaan ervaren."
„Da's 'n goei veurbeeld,” zee d'n Tiest: „X
laat z'n eigen goed verstaan. Maar nou gaat
d’n storm Uggen....! Hoe dan?”
„Luister.”
„Ja, pa.”
„X Sturmweer le deuzen keer nog nie van
dieën aard geweest, dat de aeekasteelen, de
weareldzaken. er van vergingen. Ze hebben ei
kens meegedeind, 'n schouwpyp verloren mis
schien, njaar X had voor kaptein, officieren en
scheepsvolk vrywel geen beteekenls. En nóg is
den storm nie heele gaar uitgewoeld, de locli-
ten kleeren wel, maar de zee rolt nog na....
«u X zeekasteel klieft rtatig de golven.”
groote muurschildering, 110 voet lang en
et hoog, wordt thans gemaakt door een
elyk piloot, mrs. R. L. Brooks, voor het
eld Roosevelt Field, op Long Island De
chlldering stelt de geheele ontwikkeling
chtvaart voor, van 1906 tot 1936, en toont
rtretten van verscheidene pioniers der
'aart, evenals afbeeldingen van gebouwen
twerpen uit de vroegste jaren daarvan.
Roosevelt Field een der eerst ingerichte
iavens was, is het niet meer dan blliyk
ae wandschildering ook daar wordt aan-
.*k Zou er haast 'n gedichtje op maken, Dré:
woorden van den Blaauwe, muziek van van
Gend en Loos.”
„De middelgroote en kleinere vaartuigen,
voor aoowyd ze nle gekelderd zyn, kunnen d’r
eigen alweer klaar gaan maken voor 'n vlot
tere reis, maar de notedopkes, die kluutschip-
kes van jou en my, die hebben nog genogt te
tobben, mee X ultwoeiende water. Pas als. de
lochten prachtlg-blaauw en de zee spiegelglad
is weer, dan kunnen wy weer vortkomen! Zoo
zyn wy de lesten, die op stoonr.' komen....!"
_'k Mot zeggen. Dré, ge hebt T 'nen ordente-
lUken pin aan gedraaid!”
„X Voorbeeld gaat nog wyer op. Blaauwe!"
Hij^ette z’n pruim weer naar den anderen
kant van z’n gezicht; 'k had dus aandacht!
„X Komieke is: heel kleine schipkes, lyk X
jouwe b.v„ tobben veul mee X zware weer,
maar.... ze vergaan nie licht. Die zyn aoo
locht. die kunnen nie zinken. Die bUjven alty
óp X water, dikkels mee den bojem naar bo
venmaar verzuipen doen ze nie! X Mid
delsoort, den middelstand, die maakt alty de
kwaaiste kans....!”
Dn Blaauwe knikte.
Toen: „dus, al die berichten over betere tijsn
betreffen nog pas de zeekasteel-affaires. Ik heb
dus nog wel efkes d’n tyd veur ik myn vlotte
weer sturen kan?”
„X> Borreltje, omdat ge zoo goed geluisterd
hebt. Blaauwe!"
We klonken. ,Jk docht wel, da*k by Jou m'n
licht kost opsteken, Dré!"
„Waarorr.?”
„Gy kunt aoo lekker ouwevrouwen
„Neeë, Tiest. das aan te nemen, jonk. X Is
den groot- en geldhandel, grootindustrie en
bedryf, die daar eerst iets van merken, ee? Wy
komen 'n Jaarke later pas aan trek.”
„Kemiek.” zee-t-ie: ,,'k zou X zoo best kun
nen gebruiken, 'n bietje meer florisantlgheid.
We zwegen.
Toen d'n Tiest: ,^eg, Dri, hoe zou X toch
komen, dat wy. kleine keutelmannekes X lang
ste motten wachten op 'n snufke veurspoed?"
,Ja, Tiest, oe X precies op m'n vingers voor
rekenen, kan "k nie. Maar ik kan oe wel mee
'n verhaaltje duideiyk maken, hoe ik X be-
grUp"
„Lot 's beuren,” zee d'n Blaauwe gedwee, zet
te z’n tabakspruim wat makkeiyker en ging er
eigens ook Xls voor zitten.
Gewichtige conferentie bij een dorpsautoriteit