4
Jm
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
IN HLHS EN HOF
VOOR JONGEN, LEEF-
3—4 JAAR
'OPKNOOPPAKJE
TIJD
-A
Plaats dan een „Omroeper”
gezinnen
Uit onze keuken
Een druppelvanger
tevens dekselhouder
voor
'v
Kaas-versnaperingen
GEBREIDE MOUWSJAAL
3 4
b
I
„Voor den theepot
rinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiinnnninnnnini
MAANDAG
[inunninuiE
1 MAART 1937
i
FOTOREPORTAGE
-
Illllllllllllllllllllllllllllllllll
Sangers, die in de wedstrijden om het
driebanden-kampioenschap te Amster
dam wlnnaMr werd, aan stoot in zijn
laatste partij
C. M.
I
OP VERZOEK
een opgestikt padje.
pols-
D. L.
A
A. K.-P.
■53
i
ARONSKELKEN moeten nu al flink In
blad zijn. Men moet ze in X volle licht laten
staan, tamelijk vochtig houden met lauw
warm water en nu en dan wat bloemen-
mest geven.
Het kranige Feyenoord-elftal, dat Zondag te Rotterdam door een overwinning
het afdeelingskampioenschap van de Westelijke eerste klasse
van den K.N.V.B. wist te behalen
Graaf Bernadotte (x), die als vertegenwoordiger van Prins Gustaaf Adolf het leiderschap van de Zweedsche padvinder*
bij de a-s. wereld-jamboree zal waarnemen, heeft te dien einde een bezoek aan Vogelenzang gebracht
KLEURBLADPLANTEN verteonen alleen
dan de meest sprekende kleuren, ais zij
voldoende licht ontvangen. Bloeiende plan
ten vragen meer licht dan bladplanten.
Als de WINTER-BEGONIA haar bloem
pjes ondanks een geregelde watergift sterk
laten vallen, dan is de potkluit allicht in
wendig te droog. X Gebeurt toch, dat het
water, dat men geeft, uit den pot loopt,
zonder de kluit inwendig vochtig te ma
ken. Het eenigste middel is den pot een
poosje in een bak met lauw water te zet
ten.
I
Bij een klein zoet
men hiervoor noodig:
lü ons geraspte oude vette kaas, 80 gram
boter, peper en zout.
Het roggebrood snijdt men aan dunne
plakken. De boter wordt luchtig geroerd en
vermengd met de geraspte kaas. Men
maakt de massa op smaak af met peper en
Het kranige reven
op Hermes 'D. V.S.
De bekende kunstbeschermer, de heer P. Boendermaker,
vierde Zaterdag zijn óOsten verjaardag. Tijdens de receptie
in het Stedelijk Museum te Amsterdam kwam ook minister
Slotemaker de Bruine den jubilaris zijn gelukwenschen
aanbieden
waarin de knoops
gaten gemaakt worden. Op de plaats, waar
de knoopen gezet worden, om de broek op
te knoopen, stikken we tegen den binnen
kant van de blouse een beleg van 2 cM.
breed, in model, zooals met een stippellijn
op de teekening staat aangegeven. Den kraag
en manchetten maken we van dubbele stof.
De mouw wordt met ruimte aan de man
chet gestikt. We kunnen de manchet slui
ten op den mouwnaad met drukkers en
knippen deze dan 2 cM. langer dan op de
teekening staat aangegeven. De mouwnaad
plaatsen we op den zijnaad van de blouse.
Aan den onderkant van de broek knip
pen we 4 cM. bij aan om naar binnen te
slaan. Op den bovenkant van de broek
stikken we een beleg van 3 c_M. breed,
waarin de knoopsgaten gemaakt worden.
In den achterkant van de broek maken
we twee afnaalers In model, zooals met de
heet frituurvet bakt
mooi lichtbruin.^:
Domino’s of zebra’s.
roggebroodje heeft U
stippellijn staat aangegeven. Om het split
aan den voorkant van de broek af te wer
ken, knippen we 3 stukjes voering en 2
stukjes stof in model, zooals op de teeke
ning met een stippellijn staat aangegeven.
Aan den linkerkant van de broek zetten
we een stukje voering tegen. Dan stikken
we een stukje stof en voering tegen elkan
der om de knoopsgaten in te maken en
dit wordt gelijk met bovengenoemd voering-
stukje tegengestikt
Aan den rechterkant stikken we stof en
voering aan, voor onderslag, waarop de
knoopen gezet worden.
zout en smeert ze dan dik tusachen de
sneetjes roggebrood, waarvan men er 4 op
elkaar legt. Men laat ze minstens een uur
liggen op een koele plek en snijdt ze .jnet
'n zeer scherp mes in langwerpige vier
kantjes.
Deze gerechten zijn alle drie eveneens
geschikt voor hors d'oeuvre.
Een sterk groeizaam hangertje is
Tradescantla. Ze vraagt voedzame aarde,
’s zomers rijkelijk water. De groene kan
meer in het donker staan dan de bonte.
j'Q
/3
Kaas Is nu goedkoop en juist van kaas
kunnen we zulke smakelijke hapjes klaar
maken, uitermate geschikt voor „gezellige
avondjes**.
Kaasbeignets. Benoodlgd 125 gr. bloem,
1 ons boter, 1K ons geraspte vette kaas,
14 liter melk of water, 3 eieren, peper en
zout.
Men smelt de boter, roert er, boven een
klein vuurtje, de bloem door en dan, lang
zamerhand, de warme melk. Men laat alles
koken tot een gladde massa, terwijl men
voortdurend blijft roeren. Men voegt er
peper en zout bij en van het vuur, een voor
een, de heele eieren en tot slot de geraspte
kaas. In dampend heet frituurvet bakt men
van dit deeg kleine hoeveelheden mooi
lichtbruin. Men laat de beignets uitlekken
op* grauw papier en dient ze warm of
koud op.
Kaascroquetten. Benoodlgd: 30 gr. boter.
30 gr. bloem, 2 ons geraspte kaas, 2K dJL.
melk, peper en zout.
Men smelt de boter, roert er de bloem
door en langzamerhand de warme melk.
Op ’n zacht vuurtje kookt men hiervan ’n
gladde saus, roert peper en zout erdoor en
'de geraspte kaas en laat de massa goed
koud worden. Men vormt er dan croquetjes
van of ronde balletjes, wentelt die door pa
neermeel. door losgeklopt ei of eiwit en
weer door paneermeel. In ruim dampend
men deze croquetjes
Blouse: bovenwijdte 66 cM lengte mid
denvoor 30 cM. Schouderbreedte 9 C.M.;
mouwlengte met manchet 30 c.M.;
Wijdte 15 cM.
Broekje: bandwljdte 64 C.M.; zijlengte
van taille tot onderaan den zoom 25 cJd.;
pljpwijdte 40 cM.
Benoodlgd: 85 c M. blousestof van 80 cM.
breed, 10 knoopen en 70 c.M. stof voor de
broek van 70 cM. breed, 3 kleine knoopjes
voor de sluiting. De sto9- van de blouse leg
gen we dubbel en plaatsen vóór- en rug
pand naast elkander op de stof (midden
achter aan de vouw) daaronder plaatsen
we de mouwen, waarnaast de manchetten
en slultpand geknipt worden, dan hebben
we nog een hóogte voor het kraagje.
Op de stof voor de broek plaatsen - we
voor- en achterkant onder elkander, naast
den voorkant plaatsen we het beleg. De
plotting van de blouse werken we af door
Men breit eerst een manchet waarvoor
men 60 st. opzet en dan 10 c.M. 1 r. 1 aver,
breit. Dan meerdert men voor de sjaal
aldus:
Men meerdert 1 st. in elk der 3 eerste st.
en 2 st. in elk der volgende 4 st. Verder
meerdert men 2 st. in den Isten en 1 st. in
elk der volgende 3 st-, den geheelen toer
door tot men nog 7 st. op de naald heeft.
Dan 4 keer 2 st. meerderen en 3 keer 1 st.
Na al deze meerderingen moet men 134 ste
ken op de naald hebben.
Men kan nu de sjaal verder gewoon recht
breien tot aan de tweede manchet, maar
men kan ze ook breien in het een of an
dere aardige patroon. Het hieronder be
schreven patroon, dat open en dichte
strepen vormt, voldoet bijzonder goed. Het
bestaat uit 4 toeren.
1ste toer: 8 st. r- 2 st r. samenbreien,
den draad naar voren halen, 2 st. r. sa-
menbr., draad naar voren, 2 st. r. samenbr.,
draad naar voren, 2 st. r. samenbr., draad
naar voren, 2 st. r. samenbr., draad naar
voren. (Dus 5 keer: 2 st. r. samenbreien en
daarna den draad naar voren halen zoodat
hij over de naald komt te liggen). Deze st.
den geheelen toer herhalen. De laatste 8
st. worden r. gebreid.
2de toer: alle steken en lusjes r. breien.
3de toer: 8 st. r. en 5 keer: den draad
naar voren halen en daarna 2 st. r. samen
breien. Deze steken den geheelen toer her
halen. Op het einde van de naald 8 st. r.
breien.
4de toer: alle steken en lusjes r. breien.
Deze 4 toeren herhaalt men tot het ge-
heele werk 1.40 M. lang is. Dan mindert
men voor de tweede manchet zooals men
na de eerste manchet heeft gemeerderd.
Dus:
3 keer: 2 st. samenbr., 4 keer 3 st. samen
breien. Verder telkens: 1 keer 3 st. samen
breien en 8 keer 2 st. samenbr. tot er nog
18 st. op de naald staan. Dan breit men: 4
keer 3 steken samen en 3 keer 2 st.
Op de overgebleven 60 st. worden 10 cM.
1 r. 1 aver, gebreid voor de tweede manchet.
Het breiwerk wordt dan zorgvuldig ge
streken onder ’n vochtigen doek en daar
na naait men de manchetten dicht en nog
ongeveer 10 cM. van de sjaal boven de
manchetten.
In het midden, tegen den hals kan men
de sjaal omslaan voor 'n kraagje en dat
even vasthechten. DORA.
Hoe vaak gebeurt het niet dat bij het uit
schenken van het laatste kopje thee het
deksel van den theepot valt! Meer dan eens
en de mogelijkheid van het breken van
een kopje of het deksel zelf ligt voor de
hand.
De theepot-strekker op onze teekening
voorkomt dat euvel. Eenvoudig doch prac-
tisch is deze dekselhouder, daar hij tevens
een druppelvanger heeft om onder de tuit
te plaatsen. U heeft noodig dun rond elas
tiek en X aardigst is wel zooveel mogelijk
in de kleur van den theepot. Heeft u dus
een bruinen theepot, dan neemt u bruin
elastiek, bij een witte of crème theepot wit
elastiek enz. U heeft noodig een dubbele
lengte, loopende om de tuit over het deksel
tot over het oor. Dit wordt gemeten en men
koopt een rond stukje elastiek; twee mooie
gekleurde kralen heeft u verder noodig,
zoo groot dat het elastiek er dubbel door
kan, een stukje van een gummi spons en
een klein stukje nieuw zeemleer.
knipt twee figuurtjes van het zeem
leer zooals (a) aangeeft en dan twee ronde
stukjes van de spons met een middellijn
van 3 cM. De stukjes spons komen ieder
op een figuur, geknipt uit het zeemleer, u
hecht dit met een paar steken vast. De twee
bloemen worden vervolgens op de zeem-
leerkanten tegen elkaar gestikt op de ma
chine, een klein stukje van den kant, de
sponsenkanten naar buiten, waarbij tevens
de einden van het elastiek worden tusschen-
genaaid.
Het elastiek is nu precies op de helft
dubbel en de twee kralen worden aange
regen, de dekselbeveiliging-druppelvanger
is reeds klaar. Het voorbeeld toont hoe d»
strip eerst aan het oor vastgemaakt wordt
en vervolgens over het deksel naar de tuit
loopt, waarbij de knop tusschen de twee
kralen komt.
Het stukje elastiek moet zoo lang geno
men worden, dat het, even uitgerekt, en
aldus gestrekt komt te zitten.
in'iHiiiii iiiiiiiintiii jiiüii
De jamboree-
week in Am
sterdam is Za
terdag Tteslo-
ten met een
taptoe en
défilé op den
Dam
1
«i.
NI
L—J
6