HET SCHIP DER EDELE HOUTSOORTEN over f Metde Queen Mary den Oceaan SM® H g>'^ 1 ■I 1 d ©ceanical grClaflïs De Santa Maria van Columbus door Henri Hegener r I I <êf De „Normandie” Het promenadedek Een indrukwekkend &hip Draadlooze dokter De dekopbouw is conservatief 4’ De groote weelderig tngerUMe eetnasd i Nog altijd het roemrijkste Oceaanschip ten der aardige hoekjes van de bakboord-galerU I’ I Waar 200.000 paardekrachten werken Het grootste drijvende restaurant ter wereld I 9 r~— de „Queen «P schepen tb van natuurlijk daarge- - X Het door Kenneth Shoesmith vervaardigde schilderij van O. L. Vrouw, dat boven het altaar in de tweede klasse prijkt king den reiziger sterk bekoren, de ..Normandie" Is zóó poesmooi, dat haar schoonheid vermoeit. - et is typeerend, hoe vooral ook in den modernen scheepsbouw in opzët en uit voering van het product de volksaard tot cocktailbar, its voor een 4*3 Vangen we nu onzen trip aan door het im mense Inwendige van den Britschen Oceaan- goud. mltsga-’ kolos op het wandeldek. Geheel vooraan, met uitzicht via het voorschip op den Oceaan, vin den we de groote half-ovaalvormlge i ’t Is eigenlijk een veel te mooie pSal bar. Op de .Normandie" bevindt zich op het voorlljkste gedeelte van het wandeldek een sprookjesachtig mooie bloemen- en plantentuin. Wat ons een betere oplossing lijkt. Loopen we het dek af. dan vinden we eerst aan den eenen kant een kleine studio, waar een prachtige Bechsteln-vleugei staat, een voor- drachtzaaltje, benevens de bibliotheek, die te midden van edele houtsoorten en kostbare ta pijten zoo’n kleine 2000 boeken bergt. Aan stuur boord zien we eerst de kinderkamer. We moeten zeggen, dat de Cunard-menschen tiet probleem om kinderen op den Oceaan zoet te houden, in grooten stijl hebben opgelost. Of gepoogd op te lossen. We hebben er tien minuten doorgebracht, maar zelfs als kind van 42 behoef je je er heusch niet te vervelen. Er is een lieve nurse, die je bij het spelen helpt, voor het geval je aan een te kort aan initiatief laboreert. Er zijn drie kleine kleuters bezig, die in een .met echt" kruideniers- winkeltje op ware kindergrootte handel drijven. Ze maken ruzie over het gebruik van maken zijn, evenals in de bank, ook hier groote dikke stalen deuren, die het mechani sche gedeelte der „Queen Mary’’ van de bui tenwereld gescheiden houden. En dat herme tisch. We zeggen hermetisch, omdat de „Queen Mary” een z.g. gesloten vuurplaat-systeem met geforceerden trek heeft. Dwz. de blazers, die het olievuur aanwakkeren, tot het heelemaal wit is, blazen niet direct in de vuren, doch in de stook kamers. Met andere woorden: in de machinekamers heerscht eên overdruk, ~fcel niet sterk, doch net genoeg om een fllnken trek in de vuurplaatsen en schoorsteenen te ver oorzaken. wel op de „Normandie" aantroffen. Deze gHj- spanten voorkomen, dat de reddlngbooten, wan neer het schip zware slagzij maakt, bjj het neerlaten worden beschadigd of omslaan, zoo als in het verleden bij vele scheepsrampen is gebeurd. Deze uitvinding is een Hollandsche, haar geestelijke vader is de heer Schatt De Hollandsche afkomst is waarschijnlijk de re den, waarom ze niet op het nieuwe Britsche schip werd toegepast. Heel up to date op het Cunard White Star- schlp is de „draadlooze", die ondergebracht is ia een mooi. ruim zartmk op het aounedek. De aanschouwing van de „Queen Mary”, toen we haar naar de reede van Cherbourg zagen opstoomen en grooter worden, totdat ze in al haar majesteit vlak bjj de kleine Cunard-ten- derbooten lag, maakte werkelijk grooten indruk Tachtigduizend ton is nu eenmaal een heele prop, zoowel in de hóogte als in de lengte. Je moet je hoofd heelemaal achterover drukken, om de kleine menschjes te zien, die daar hoog boven de waterlijn vanaf het zonnedek op het beel lage gedoe op onze tenderboot neerzien. Nog imposanter is de indruk, als je het schip zoo schuin in de fjpnk bekijkt. Wat een muur van metaalplaten en wat een orgie van klink-|dc weegschaal. Ook 13 er een babywonlng, zoo’n nagels; wat die klinknagels betreft, ze ze K - - dat er tien mlllloen in deze symphonic ijzer en staal zijn verwerkt. In den bakboordmuur van het gigante zee kasteel gaan groote deuren open, welke gaping door een groote loopbrug met onze tenderboot wordt verbonden. Een kwartier later heeft „het grootste schip ter wereld" ons opgeslokt, in zich opgenomen voor vijf dagen. Een leger van keu rig geüniformeerde stewards en waiters wacht de gasten op. We geneeren ons niet, om naar een weg te vragen, want wat hier het A-dek is en waar cabin 112 ligt, we hebben er geen flauw vermoeden van. Even zijn we stil, gelijk een boerenzoon van ver-van-buiten, die voor het eerst van zijn leven vis k vis n olifant ziet. Wat een gangen! Eigen lijk zijn dit geen gangen meer, het zijn straten. En wat een lengte! Het einde verliest zich in een wijde verte, we durven niet te vragen of er soms een trammetje naar cabin A 112 loopt, doch gaan welgemoed op stap. Wat op ons ticket” vermeld staat als „cabin”, blijkt een kamer te zijn, een formeele kamer met twee bedden. Grooter dan de slaapkamers in menig voornaam hotel. De twee legersteden staan een heel eind van elkaar. Er zijn tafels, fauteuils en een keuze van lichten. We worden ook een door den bewoner te regelen koude- en warme-luchtventilatie gewpar, mitsgaders een electrischen haard. Verder royale kleerkasten, •r tusschen een kapitale spiegel en onder den spiegel ruime, groote laden. Vlak naast de deur bevindt zich een ruime badkamer, waarnaast een aparte waschgelegcnheid. In de badkamer zit een aantal kranen, die je doen vragen of dit soms een dependance van de machinekamer K Het blijkt niet zoo. Het zjjn baden voor warm en koud zoet water en warm en koud zeewater. Verder weer kra- nen voor warm en koud douche- jrater, naar verkiezing zee- of zoet water. - nu? Kr zijn twee lange-golf zenders, de een van groot vermogen voor de verbinding' met sche pen en kuststations en werkende met golf lengten tusschen 1875 en 2725 meter, de ander voor golflengten tusschen 600 en 800 meter, en bestemd voor de verbinding met schepen, kust stations en voor noodsignalen. Verder zijn er twee kortegolfzenders voor telegrafische en telefonische communicatie over de geheele we reld, werkende met alle golflengten tusschen 17 en 96 meter Er zjjn acht ontvangers. De draadlooze telefoongelegenheid op dit reusachtige schip is een sprookje. In elk der 500 staterooms kunnen de passagiers door mid del van hun kamertelefoon uit met den wal spre ken, of dat nu in Europa en Amerika of in Afrika en Australië is. En je kunt door de lui daar ook opgebeld worden. Terwijl je in je bid ligt, met tusschen je kussen, en je oor den telefoonhoorn luier kan het niet kun je met den anderen kuit van den aardbol tele- foneeren. Je stemgeluid ondergaat echter eerst nog een technische „bewerking", om te voor komen dat het misvormd wordt. Er is ook radio in de reddlngbooten; verscheidene boo ten hebben tevens radlo-telefoon en richtlng- zoekers. Het aantal radiotelegrafisten waar over de „Queen Mary” beschikt, bedraagt 14. Heelemaal in de lijn van het gigantische en indrukwekkende, zijn de drie machtige sirenes van de „Queen Mary”, waarvan er twee naast elkaar tegen den voorsten schoorsteen zitten en één tegen den voorkant van den middelsten. Ze produceeren een geluld twee oetaven bene den den midden „A"-toon, welk geluld ruim 13 kilometer ver hoorbaar is. Het merkwaar dige is, dat het geluid geweldig doordringend is en toch geen pijn aan je ooren doet. Toen we op een laten avond door den mist voeren, hebben we, staande aan den voet van den eersten schoorsteen, gepoogd het geluld te ana- lyseeren. Onze bevinding is: je hoort het ge ronk van een startende escadrille van vijf mo derne jachtvliegtuigen, en daar doorheen ge vlochten den .Jagen” A-toon. Het geluid van de machtige „Queen Mary”-sirenes wordt als het ware over den Oceaan geschoten. Het is al bijna even moeilijk om tot de ma chinekamer van de „Queen Mary” door te dringen, als in de goudkelders van de Neder- landsche bank. Want algezien van de heete- maal niet grif gegeven toestemming men ziet er nu eenmaal geen heil in de reizigers sight-seeing trips door dat domein te laten ,t er voor dient, Australië te gebied van van Eerlijk gezegd, valt de bovenbouw van de „Queen Mary” heel erg tegen. Heeft de „Nor mandie” bijv, een hoog, geheel vlak en geslo ten voordek en aan de achterzijde de het oog weldoende overgangen der terrasvormig over- loopende gestroomlijnde dekken der toeristen en derde klas, de „Queen Mary” is, in haer bovenbouw vooral, een ouderwetsch schip, zij bet van kolossale dimensies. Voorin vind X nog een ,kull”, waar de derde klas passagiers rich verpoozen, maar natuurlijk al gauw binnen moeten Wijven, als er lichte zeetjes over het dak plensen. De masten hebben nog zoo’n oude drukke takelage „uit den goeden ouden tijd." terwijl de schoorsteenen weer niet vrjjdragend zijn, zooals op het Fransche schip, doch nog een zware kabelverspanning toonen. De bo vendekken zjjn „verknipt",want op een enkel dek na, zijn het allemaal kleine lapjes, bin nenplaatsen, om zoo te zeggen, met hier en daar groote luchtkokers. Wijders viel ons op, dat de reddlngbooten geen glijspanten hebber. uiting komt, tie „Queen Mary" van de Cunard White Star Line en de „Normandie" van de Com pagnie Générale Transatlantique, zjjn daar sterk sprekende voorbeelden van. Is het eerstgenoem de schip een waardig exempel van 1 goede en deels ook niet goede oude Britsche conserva tisme, een stuk voorname degelijkheid, uit het andere specimen van hedendaagschen scheeps bouw spreekt sterk de ziel van het Fransche volk, spreekt een gevoel voor kunst, en 't stre ven zich heel mooi te willen maken. De „Queen Mary" is een Statige seigneuriale hulzinge. een oud-adellijk kasteel, rijk aan edele houtsoorten, kortom een zeer gedlstlngueerd schip. De „Normandie" daarentegen een soort overdadig-mooi bioscooptheater, met veel Uer- lantijntjes, veel koperwerk, veel ders zwaar-vergulde, over-gedimensioneerde naaktfiguren. In een woord gezegd: een pom peus schip. Met de „Queen Mary’’ zijn we naar Amerika gevaren en de ..Normandie’’ hebben wê in de New-Yorksche haven bezichtigd, zoodat we ver gelijkingen tusschen de beide Oceaanreuzen kon den maken. I Met een der liften zakken we af naar het C dek, om een kijkje te nemen in de eetzaal der eerste klas. En dat is een heel ding. Zes en dertig meter breed en bijna vijftig meter lang. Aan de kanten is ze laag, in bet midden I loopt ae door drie dekken. Er staan 252 tafels. V moet er binnenkomen een paar minuten voor bet tijdstip dat de lunch of het diner een laanvang neemt, Dan sta je verbluft te kijken Wat ons cg> onae rondwandeling door de „Queen Mary” trof, was de heerlijke verschei denheid van prachtige houtsoorten, soortnamen, waar je weinig of nooit van hoort. Onze gelei der heeft het over avidore, petula, peroba, bu- binga, makOre, patapsko en praat over pomba, zebrano, sycamore, synara en corbaril, als een klein timmermansbaasje over vurenhout cn eikenhout. Welgeteld blijken er 56 schoone hout soorten in de salons, kamers en gangen van de „Queen Mary’’ te zijn verwerkt, niet massief natuurlijk, doch alles als fineer; caviaar pleeg je nu eenmaal op een sneetje toast of beschuit uit te strijken. Als de zee deint, kan al dat hout, vooral in de gangen, erg kraken, wat na tuurlijk wel de nieuwigheid zal zijn. Het hout zal zich nog moeten „zetten”. - gebied. Nadat de tweede deur opengaat, bevinden we ons in een der enorme oliestookplaatsen. Al hebben we het nu over olie, daarom moet n>en niet denken, dat de „Queen Mary” een motorschip zou zijn. Want dat is ze niet. Ze is een stoomschip. Er zijn vier hoofdketelrul- men; in elk ruim staan zes groote Yarrow- waterpijpketels. Achter de kleine ruitjes, on der aan de voorzijde der ketels, branden felle vlammen. Heelemaal wit zjjn die vlammen. Men zou denken, dat waar zóóveel hitte ge produceerd wordt, de temperatuur wel heel hoog moet zijn. Maar het is daar in die ketel- rulmen net warm zomerweer. We kunnen onze hand zelfs op de ketels leggen, zoo doeltreffend houdt de dikke laag asbest de hitte vast. Ver derop staan we op een plaats, waar we, door middel van een stel spiegels, tegelijk de water- standglazen van vier verschillende ketels kun nen zien. Weer passeeren we een sluis. Vijf korte bal slagen, sissen van wegloopende lucht en we staan weer in het gebied van normalen lucht druk. Eerst volgt nog een waterdicht schot, dat hevig bellende achter ons dichtzakt, dan bevinden we ons in een ruimte waar lucht- reguleeringsmachines staan. En waar meters het gehalte van het water voor de condensors aangeven. En dat zijn weer belangrijke dingen. De waterpijpketels zjjn nJ. met betrekking tot de qualiteit van het voedlngswater delicater dan de menscheljjke maag. Door verkeerde be- standdeelen in het water, zouden de ketelhui zen kunnen verstoppen. Daarom is er een scherpe controle op bet water. Gesteld men zou zout in bet voedlngswater deponeeren, dan zouden er aanstonds bellen rinkelen, lichten opflitsen en naalden van meters wijzen op bet dreigende gevaar. In zekeren zin is de bezichtiging van bet mechanische Inwendige van zoo’n modern schip een teleurstelling. Want je ziet er geen machtige raderen en drijfstangen. Het is alles netjes Ingebouwd, weggewerkt. Nu zijn we b<j de turbines, waarvan elk stel uit één hooge- druk-, twee mlddeldruk- en een lage druk- turUns bestaan. Als we nu nog even heel beknopt van onze indrukken vertellen, die wjj opdeden bij een bezichtiging van drie uren duur van derf Franschen Oceaanreus, de „Normandie” in de haven van New York, dan moeten we in de eerste plaats constateeren, dat men zich op bet laatstgenoemde schip ineens in een nieuwe wereld op het gebied van den scheeps bouw verplaatst riet. Dat valt niet alleen den vakman op, dat zien ook wij als leek. De heele opzet is hyper-modern. Op de .Normandie" is bij den bovenbouw het aërodynamische raffi nement sterk doorgevoerd. Hier geen bakken van luchtvangers op het zonnedek, geen kuilen en inhammen en geen verknipte dekken De heele bovenbouw is mooi vlak, met prachtige, groote stukken dek. Als je vanaf de commando brug een blik op het voorschip werpt, kijk je niet in een kuil, en op een hooger voordek met allerlei lieren en boomen en luchtkokers, bet is een mooi, vlak, dicht voorschip. Tusschen den eersten en tweeden schoorsteen vooral, is het zonnedek heel royaal, met boven de kiel- Hjn ruime overdekte zitjes. Op het achterschip loopen de dekken terrasgewijze af, met afge ronde kanten. De drie groote schoorsteenen zijn vrijdagend, dus niet door middel van kabels met het dek verspannen en hebben een mooie stroomlijn. De tweede klas van de „Queen Mary”, de toeristenklas, is heel voornaam, maar die van de .Normandie” doet er zeker niet' voor onder, en geeft in verscheidene opzichten méér. En zeker wat de dekaccommodatle betreft. De zich eveneens op het achterschip bevindende derde klas op de .Normandie”, is o.L aanmerkelijk beter dan die van de „Queen Mary". Als we ooit derde klas over den grooten plas moeten, zouden we die van het Fransche schip zeker prefereenen boven de derde klas op de „Queen Mary”. Voor reizen „eerste klas”, geven we echter de voorkeur aan den trots van de Cunard White Star rijn. De overdaad van goud en koper van- ornamenteering. van indirecte verlichting op het Fransche schip. zijn O. W.-achtige aan- kleeding, om dit veelzeggende begrip nog eens of minder geslaagde wandschilderingen aan boord van ons zeekasteel, maken het doen van een keus al even moeilijk. Ook daar een over daad van verscheidenheden. Over de narigheid van betalen ben je, tenzij je naar de wijnkaart vraagt, vrijwel heen na het oogenblik, dat je op het reisbureau je rond 380 dollar passagegeld hebt uitgeteld. Wat op den dag van vandaag zoo’n goeie 680 gul den is. Dat geeft je verder carte blanche voor wat den Inhoud der menu’s betreft. Je behoeft voor je vervoer- en pensionprijs van 136 gul den per dag geen honger te lijden. Op dezelfde verdieping als het restaurant vinden we de zwemzaal der eerste klas, die opgebouwd is uit stevig metselwerk, zwaar geglazuurd en geel-grijs van kleur, afgezet met groene banden. Deze zwembassins ook de tweede klas heeft haar eigen zwembad zijn een prachtig bedenksel, maar bet water is er soms veel te koud; op de „Qeen Mary’’ kwa men de zwemmers soms Nauw van de koude uit het water. Natuurlijk zijn ae niet te ge bruiken, als het schip bij zware zee aan net rollen en stampen slaat, want dan maakt het zwemwater „loopings” tot tegen het plafond, zoodat mten het water moest laten wegloopen. Wij nemen nu weer een der 21 liften, die in bet verticale cross-townverkeer dezen Oceaan-reus met recht „doorboren” en neuzen eens rond op het zonnedek. Daar rijen, ver deeld over de beide zijden, 24 onzinkbare stalen motor-reddingsbooten, elk plaats biedend aan 145 personen en elk uitgerust met een 18 p.k. Dieselmotor. Op t nog hooger gelegen zonnedek, waar de drie machtige schoorsteenen, waar van de achterste lager is dan de voorste, op rusten, of juister gezegd: ze rusten er niet op, want ze gaan er dwars doorheen, bevinden zich de ruimten voor de tennis- en andere dekspelen. met M voor de Door onzen geleider worden we tusschen twee hermetisch te sluiten deuren geloodst, een echte sluis. Het feit dat we de machinekamer onder mistcondities bezochten, maakte, dat we op onzen rondgarig ook een stel waterdichte deuren moesten passeeren. Eerst gaan we door de holte van zoo’n waterdicht schot, dat in 30 teconden opengaat, zenuwachtig bellend. Dan komt de luchtsluls. Er springen lichten aan, het teeken dat aan de zijde waar wij staan, de zaak onveilig is en aan de andere zjjde niemand van de sluis gebruik mag ma ken. Als de sluisdeur achter ons dicht slaat, begint het te sissen, voelen we Ineens lucht in grappig kinderhuisje van twee verdiepingen en voorzien van een huistelefoon, die natuurlijk „niet stil staat.” Voor wie sullen wil. is er een glijbaan. En voor de kindertjes met muzi- kalen aanleg een heusche piano, een kleintje natuurlijk. Ook is er een aquarium met tropi sche vischjes. In tegenstelling met de .Normandie”, aan boord waarvan rich een mooie kapel bevindt, plaatsen, worden op de „Queen Mary” eerste klas de godsdienstoefeningen ge houden in de drawing room. Door het open slaan van een stel paneelen, die den voorwand vormen, komt een altaar te voorschijn, waar boven een inderdaad heel mooi schilderij prijkt, voorstellende de „Madonna of the Atlantic". Rechts van het altaar is de sacristie. We had den het voorrecht op enkele dagen de Mis te mogen dienen in dit kerkje op 's werelds grootste schip, maar helaas was het aantal kerkgangers zeer miniem. De winkelwijk is grootsch, want die maakt deel uit van de zeer royaal gedimensioneerde hall op het promenadedek. Je waant je hier aan den wal. Aan stuurboord heeft de Lon- densche firma W. H. Smith Bon een gezel- ligen boekhandel, waar zelfs schrijfmachines te knop staan. Aan de overzijde is een win keltje. waar je snuisterijen, relssouvenirs en rookwaar kunt krijgen. In het midden een ma gazijn van Austin Reeds Ltd. uit de Londensche Regent Street. Hier en in de galerijen bevin den zich verder toonkasten van Londensche juweliers, porceleinwaarzaken, enz. Vla de schrijfzalen. zien we ons in de main lounge verplaatst. Een der passagiers zei maar aldoor, dat die van de „Normandie" veel mooier was, maar toen we in de New Yocksche haven den Fransdhen Oceaanreus bekeken, vonden we de „Queen Mary*’ lounge met rijn aristo cratisch, voorname aankleeding, zjjn gouden herfsttinten, weelderige houtsoorten en z’n groote marmeren haarden, geflankeerd door hooge in metaal gevatte vazen, véél mooier. Voor al des avonds, wanneer het rijkelijk toegepaste indirecte licht (waarom is de main lounge van onze maoie ^Statendam” toch zoo armoedig verlicht?) de schoonheid van deze zaal zoo goed doet uitkomen en de passagiers in avond toilet rich cm den dansvloer scharen of over 1 parket „zweven", dan is bet aanzien van dit geheele milieu waarlijk imponeerend. Echt Britsch degelijk is ook de rookzaal. Ook hier een imposante ruimte, weelderige hout soorten en loodzware, massieve meubelen met zwaar leer overtrokken. Helaas hangen hier twee fel-leeljjke schilderijen, die met hun har de, lichte kleuren en over-moderne voorstel lingen, werkelijk vloeken in dit milieu. Over het geheel genomen is, wat er in de „Queen, Mary" aan schilderijen is opgehangen, geen reclame voor de hedendaagsche Britsche schil derkunst Uitzonderingen natuurlijk daarge- een onontbeerlijke veiligheidsinrichting, die wij De Australische minister-president heeft een dezer dagen het nieuwe zendstation Wyndham in West-Australië geopend, medische uiteendingen <4 de sluis loopen. We ritten nu in het overdrukr l houden. In een ano geweldig en leeg i zijn natuurlijk de radio en het vliegtuig de allergrootste beteekenls. De doktoren den gezondheidsdienst zijn met ambulances en vliegtuigen uitgerust^en kunnen den bewoners van de afgelegen nederzettingen in West- Australië, in het Noordelijk territorium, in West-Queensland en in Midden-Australië spoe dig hulp brengen. Dertig stations zullen op Wyndham aangesloten worden, van waar draadlooze boodschappen en inlichtingen uitge zonden kunnen worden. Dergelijke stations zul len ook in Cloneburry (Queensland) en Port Hadland aangelegd worden. van het leger waiters, bet groote aantal kell- ners, dat strijdvaardig de klanten, die komen zullen, opwacht Er zjjn precies 160 waiters, allen keurig gekleed. Ze dragen een zwarte pantalon, wit stijf overhemd, witten stijven boord, zwart dasje, khaki jasje met breede, knal- roode revers en kraag en breede, ook weer knalroode manchetten. Ze doen keurig hun werk, die Jongens. En doen het zwijgzaam. Sommigen buigen bij elk gerecht elk schoor bordje, dat ze voor je op het maagdelijk blank damast depèneeren. Het eten op die beel groote schepen is een diepe zorg; een diner in een volksgaarkeuken geeft je minder hoofdbrekens. Als je aan het ontbijt verschijnt, schuift een 'der drie, vier waiters, die op je afschieten, je op z’n Engelsch „goeie morgen’’ zeggen en je je stoel toeschui ven, een menu onder je neus, waarop rond 15e verscheidenheden in spijs en drank staan vermeld, wat 145 verscheidenheden méér is dan we thuis gemeenlijk plegen te verwerken. De keurig gedrukte menu’s voor lunch en di ner, die op de voorpagina eiken dag weer een andere reproductie geven van een der vele meer Weer passeeren we een rinkelende deur en staan nu in een goed gesorteerden manometer- en rllo-ampëremeter-wlnkel. Dan in een ruim waar toerentellers staan, toerentellers die het totale aantal toeren der schroefassen per reis aangeven en toerentellers die ons vertellen hoeveel omwentelingen de schroefassen op dat oogenblik maken. Van de 16 turbines werken erwier op één schroefas, terwijl elke schroef as 3600 toeren per minuut maakt. De schroe ven geven echter hun beste rendement bij 240 toeren per minuut. Er is dus een vertragings- mechanisme. Dat zien we hier. Of eigenlijk zien we het niét, want ’t is natuurlijk alleen maar weer de buitenkant dien we te aan schouwen krijgen. Het is hier snikheet en glad van de olie en de eenige plaats in bet enorme schip, waar we hevige trilling voelen. Onze zeer vriéndelijke geleider loodst ons verder. Het wordt hoe langer hoe lawaaieriger, zoodat de goede man ons in het oor moet schreeuwen. .Nier wordt door Nokken de stuwdrukgVan de schroeven op het schip op genomen." roept hij in het Engelsch. We knik ken. Achter ons gaat Ineens weer, tingelend, een waterdichte deur open. Het lijkt wel een spookhuis. Het spook blijkt een eerzaam lid van het machlnekamerpersoneel te zijn, die zwijgzaam langs ons heenloopt, We bevinden ons nu in een groote, onder- aardsche gang, een lange tunnel, waar een mooi glimmende schroefas tolt. Het is hier heel koel. En. zooals overal Mary”, erg ruim. Dan volgt een compartiment waar een donderend lawaai het spreken schier onmogelijk maakt. Hier wordt groot werk ge daan. Daar vlak naast ons maar aan de an dere, de natte zijde van den scheepswand, melen, dicht bjj elkaar, twéé der machtige, elk 35 ton zware schroeven door het water van den Oceaan. Aan de bakboordzijde stuwen twee andere schroeven, onder werking van de tweemaal honderdduizend paardekrachten, het machtige 80.000 ton groote gevaarte, waarin een kleine wereld leeft, met een snelheid van 30 knoopen in de richting van de Nieu<e Wereld. Zeven meter doorsnee beeft elk van die vier schroeven. Vóór we weer .naar huls” gingen, hebben we nog het inwendige van een der machtige schoorsteenen bezichtigd. Natuurlijk niet bet gedeelte waar de rook doorgaat.... de inboorlingen handelsbetrekkingen knoopen xnlet meer, niets minder. De stad Palos moet op eigen kosten voor de zorgen. Maar de zeelui van Palos hebben geen vertrouwen in Columbus. Zijn hoofsche ma nieren, fraaie woorden én klinkende beloften hebben op hen geen vat Voor hen is hij een vreemdeling, die, zonder zeevaarder van beroep te zijn, onverdiend tot de hoogste eer is opge klommen. Palos staakt met gekruiste armen. Columbus is radeloos, onmachtig. Voor de smee- klngen der Franciscanen laat Martin Alonso Pinzon, wiens naam in de overeenkomst niet eens genoemd is, zich overhalen om mee te gaan. Alle verzet lijkt opeens stil. De drie beste schepen der heele kuststreek Santé Maria, Pinta en Nina eigendom der familie Pinzon en van hun vrienden. Worden ter beschikking gesteld. Martin Alonso werft zelf de manschap pen aan: kloeke, vastberaden en bedreven zee vaarders, waarvan er later verschillende be roemd worden. 3 Augustus 1492 worden in de haven van Pa los de ankers gelicht. Columbus is op de Santa Maria. Martin Alonso op de Plnta, jongere broer Vincente Yanez op de Nina; zijn vriend, de geleerde cosmograaf Juan de la Cosa is ook onder de opvarenden. Er is echter geen enkele priester aan boord, wel een geneesheer, een chirurg, een notaris en een tolk. Het scheeps journaal van Columbus is een hoogdravend, ly risch gedicht over de schoonheden der tropische zee en over de goddelijke voorteek enen zijner uitverkiezing. De admiraal verstaat wel de kunst van schrijven, maar niet van besturen. Zijn houding tegenover het scheepsvolk is ruw, aanmatigend, uit de hoogte. Dit verliest zijn ge duld en elscht het onmiddellijk aanvaarden der terugreis. Columbus ziet geen anderen uitweg dan Martin Alonso om hulp te vragen, want op de Plnta en de Nina is aUes in de beste orde, te gebruiken moge bij de eerste kennisma- Martin Alonso, de groote stuwer en voortrekker Vinr» zU>r> walfrimc»* ciorir zia» - jra.. der expeditie, UI wien alle opvarenden een on beperkt vertrouwen stellen, weet met een paar korte ironische en Inslaande woorden de ver bittering te breken. Kort daarop komt Colum bus weer bij Martin Alonso om raad aan. De admiraal weet niet meer welke richting te vol gen, omdat zijn berekeningen schipbreuk heb ben geleden. Martin Alonso laat de schepen Zuid-West koersen. Landvogels komen den ont dekkers reeds tegemoet. Op Vrijdag 12 October 1402 landden* zjj op het eiland Guanahani, door Columbus San Salvador genoemd. De terugtocht werd aanvaard op 16 Januari 1493 door Nina en Plnta; de JSanta Maria" is gestrand. Columbus brengt mee: een handje vol rivlergoud. de huid van een grooten hage dis, gezouten visch, gedroogde vruchten, plan ten, die hjj voor specerijen houdt en het niet zijn, 100 papegaaien, 10 Inboorlingen en de heilige overtuiging, dat hij Indlë langs hot Westen heeft bereikt De aardappel en de ta baksplant, waarover hij in zjjn journaal schrijft, heeft hjj heel wijselijk niet meegenomen. 15 Maart komt de ,Nina" In de haven van Pa los aan; de „Plnta", welke de storm van bet ad miraalschip gescheiden heeft, enkele uren later - - w -r ergeleken bij de Oceaanreuzen, welke y thans de verbinding tusschen Europa en de nieuwe wereld onderhouden, was de Santa Maria, het admiraalsschip van Colum bus, niets meer dan een armzalig notedopje. Toch zal de roem van dit onaanzienlijk scheepje door geen zijner opvolgers ooit worden over troffen. WU geven nog enkele merkwaardige herinn- ringen aan Columbus’ tocht Het doel van Columbus’ tocht is niet: langs het westen den weg naar Indlë te vinden, meer eilanden te ontdekken in het VJesten en met aan te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 17