HET SCHIP DER EDELE HOUTSOORTEN
over
f
Metde Queen Mary
den Oceaan
SM®
H
g>'^
1
■I
1
d
©ceanical
grClaflïs
De Santa Maria van
Columbus
door Henri Hegener
r
I I
<êf
De „Normandie”
Het promenadedek
Een indrukwekkend &hip
Draadlooze dokter
De dekopbouw is conservatief
4’
De groote weelderig tngerUMe eetnasd
i
Nog altijd het roemrijkste
Oceaanschip
ten der aardige hoekjes van de
bakboord-galerU
I’ I
Waar 200.000 paardekrachten
werken
Het grootste drijvende
restaurant ter wereld
I
9
r~—
de
„Queen
«P
schepen
tb
van
natuurlijk daarge-
-
X
Het door Kenneth Shoesmith vervaardigde schilderij van O. L. Vrouw, dat boven
het altaar in de tweede klasse prijkt
king den reiziger sterk bekoren, de ..Normandie"
Is zóó poesmooi, dat haar schoonheid vermoeit.
-
et is typeerend, hoe vooral ook in den
modernen scheepsbouw in opzët en uit
voering van het product de volksaard tot
cocktailbar,
its voor een
4*3
Vangen we nu onzen trip aan door het im
mense Inwendige van den Britschen Oceaan-
goud. mltsga-’ kolos op het wandeldek. Geheel vooraan, met
uitzicht via het voorschip op den Oceaan, vin
den we de groote half-ovaalvormlge i
’t Is eigenlijk een veel te mooie pSal
bar. Op de .Normandie" bevindt zich op het
voorlljkste gedeelte van het wandeldek een
sprookjesachtig mooie bloemen- en plantentuin.
Wat ons een betere oplossing lijkt.
Loopen we het dek af. dan vinden we eerst
aan den eenen kant een kleine studio, waar een
prachtige Bechsteln-vleugei staat, een voor-
drachtzaaltje, benevens de bibliotheek, die te
midden van edele houtsoorten en kostbare ta
pijten zoo’n kleine 2000 boeken bergt. Aan stuur
boord zien we eerst de kinderkamer. We moeten
zeggen, dat de Cunard-menschen tiet probleem
om kinderen op den Oceaan zoet te houden, in
grooten stijl hebben opgelost. Of gepoogd op te
lossen. We hebben er tien minuten doorgebracht,
maar zelfs als kind van 42 behoef je je er heusch
niet te vervelen. Er is een lieve nurse, die je bij
het spelen helpt, voor het geval je aan een te
kort aan initiatief laboreert. Er zijn drie kleine
kleuters bezig, die in een .met echt" kruideniers-
winkeltje op ware kindergrootte handel
drijven. Ze maken ruzie over het gebruik van
maken zijn, evenals in de bank, ook hier
groote dikke stalen deuren, die het mechani
sche gedeelte der „Queen Mary’’ van de bui
tenwereld gescheiden houden. En dat herme
tisch. We zeggen hermetisch, omdat de „Queen
Mary” een z.g. gesloten vuurplaat-systeem met
geforceerden trek heeft. Dwz. de blazers, die
het olievuur aanwakkeren, tot het heelemaal
wit is, blazen niet direct in de vuren, doch in
de stook kamers. Met andere woorden: in de
machinekamers heerscht eên overdruk, ~fcel niet
sterk, doch net genoeg om een fllnken trek
in de vuurplaatsen en schoorsteenen te ver
oorzaken.
wel op de „Normandie" aantroffen. Deze gHj-
spanten voorkomen, dat de reddlngbooten, wan
neer het schip zware slagzij maakt, bjj het
neerlaten worden beschadigd of omslaan, zoo
als in het verleden bij vele scheepsrampen is
gebeurd. Deze uitvinding is een Hollandsche,
haar geestelijke vader is de heer Schatt De
Hollandsche afkomst is waarschijnlijk de re
den, waarom ze niet op het nieuwe Britsche
schip werd toegepast.
Heel up to date op het Cunard White Star-
schlp is de „draadlooze", die ondergebracht is
ia een mooi. ruim zartmk op het aounedek.
De aanschouwing van de „Queen Mary”, toen
we haar naar de reede van Cherbourg zagen
opstoomen en grooter worden, totdat ze in al
haar majesteit vlak bjj de kleine Cunard-ten-
derbooten lag, maakte werkelijk grooten indruk
Tachtigduizend ton is nu eenmaal een heele
prop, zoowel in de hóogte als in de lengte. Je
moet je hoofd heelemaal achterover drukken,
om de kleine menschjes te zien, die daar hoog
boven de waterlijn vanaf het zonnedek op het
beel lage gedoe op onze tenderboot neerzien.
Nog imposanter is de indruk, als je het schip
zoo schuin in de fjpnk bekijkt. Wat een muur
van metaalplaten en wat een orgie van klink-|dc weegschaal. Ook 13 er een babywonlng, zoo’n
nagels; wat die klinknagels betreft, ze ze K - -
dat er tien mlllloen in deze symphonic
ijzer en staal zijn verwerkt.
In den bakboordmuur van het gigante zee
kasteel gaan groote deuren open, welke gaping
door een groote loopbrug met onze tenderboot
wordt verbonden. Een kwartier later heeft „het
grootste schip ter wereld" ons opgeslokt, in zich
opgenomen voor vijf dagen. Een leger van keu
rig geüniformeerde stewards en waiters wacht
de gasten op. We geneeren ons niet, om naar
een weg te vragen, want wat hier het A-dek is
en waar cabin 112 ligt, we hebben er geen flauw
vermoeden van.
Even zijn we stil, gelijk een boerenzoon van
ver-van-buiten, die voor het eerst van zijn leven
vis k vis n olifant ziet. Wat een gangen! Eigen
lijk zijn dit geen gangen meer, het zijn straten.
En wat een lengte! Het einde verliest zich in
een wijde verte, we durven niet te vragen of
er soms een trammetje naar cabin A 112 loopt,
doch gaan welgemoed op stap.
Wat op ons ticket” vermeld staat als „cabin”,
blijkt een kamer te zijn, een formeele kamer
met twee bedden. Grooter dan de slaapkamers
in menig voornaam hotel. De twee legersteden
staan een heel eind van elkaar. Er zijn tafels,
fauteuils en een keuze van lichten. We worden
ook een door den bewoner te regelen koude- en
warme-luchtventilatie gewpar, mitsgaders een
electrischen haard. Verder royale kleerkasten,
•r tusschen een kapitale spiegel en onder den
spiegel ruime, groote laden. Vlak naast de deur
bevindt zich een ruime badkamer, waarnaast
een aparte waschgelegcnheid. In de badkamer
zit een aantal kranen, die je doen vragen of
dit soms een dependance van de machinekamer
K Het blijkt niet zoo. Het zjjn baden voor warm
en koud zoet water en warm en
koud zeewater. Verder weer kra-
nen voor warm en koud douche-
jrater, naar verkiezing zee-
of zoet water.
- nu?
Kr zijn twee lange-golf zenders, de een van
groot vermogen voor de verbinding' met sche
pen en kuststations en werkende met golf
lengten tusschen 1875 en 2725 meter, de ander
voor golflengten tusschen 600 en 800 meter, en
bestemd voor de verbinding met schepen, kust
stations en voor noodsignalen. Verder zijn er
twee kortegolfzenders voor telegrafische en
telefonische communicatie over de geheele we
reld, werkende met alle golflengten tusschen
17 en 96 meter Er zjjn acht ontvangers.
De draadlooze telefoongelegenheid op dit
reusachtige schip is een sprookje. In elk der
500 staterooms kunnen de passagiers door mid
del van hun kamertelefoon uit met den wal spre
ken, of dat nu in Europa en Amerika of in
Afrika en Australië is. En je kunt door de lui
daar ook opgebeld worden. Terwijl je in je
bid ligt, met tusschen je kussen, en je oor den
telefoonhoorn luier kan het niet kun je
met den anderen kuit van den aardbol tele-
foneeren. Je stemgeluid ondergaat echter eerst
nog een technische „bewerking", om te voor
komen dat het misvormd wordt. Er is ook
radio in de reddlngbooten; verscheidene boo
ten hebben tevens radlo-telefoon en richtlng-
zoekers. Het aantal radiotelegrafisten waar
over de „Queen Mary” beschikt, bedraagt 14.
Heelemaal in de lijn van het gigantische en
indrukwekkende, zijn de drie machtige sirenes
van de „Queen Mary”, waarvan er twee naast
elkaar tegen den voorsten schoorsteen zitten
en één tegen den voorkant van den middelsten.
Ze produceeren een geluld twee oetaven bene
den den midden „A"-toon, welk geluld ruim
13 kilometer ver hoorbaar is. Het merkwaar
dige is, dat het geluid geweldig doordringend
is en toch geen pijn aan je ooren doet. Toen
we op een laten avond door den mist voeren,
hebben we, staande aan den voet van den
eersten schoorsteen, gepoogd het geluld te ana-
lyseeren. Onze bevinding is: je hoort het ge
ronk van een startende escadrille van vijf mo
derne jachtvliegtuigen, en daar doorheen ge
vlochten den .Jagen” A-toon. Het geluid van de
machtige „Queen Mary”-sirenes wordt als het
ware over den Oceaan geschoten.
Het is al bijna even moeilijk om tot de ma
chinekamer van de „Queen Mary” door te
dringen, als in de goudkelders van de Neder-
landsche bank. Want algezien van de heete-
maal niet grif gegeven toestemming men
ziet er nu eenmaal geen heil in de reizigers
sight-seeing trips door dat domein te laten
,t er voor dient,
Australië te
gebied
van
van
Eerlijk gezegd, valt de bovenbouw van de
„Queen Mary” heel erg tegen. Heeft de „Nor
mandie” bijv, een hoog, geheel vlak en geslo
ten voordek en aan de achterzijde de het oog
weldoende overgangen der terrasvormig over-
loopende gestroomlijnde dekken der toeristen
en derde klas, de „Queen Mary” is, in haer
bovenbouw vooral, een ouderwetsch schip, zij
bet van kolossale dimensies. Voorin vind X
nog een ,kull”, waar de derde klas passagiers
rich verpoozen, maar natuurlijk al gauw binnen
moeten Wijven, als er lichte zeetjes over het
dak plensen. De masten hebben nog zoo’n oude
drukke takelage „uit den goeden ouden tijd."
terwijl de schoorsteenen weer niet vrjjdragend
zijn, zooals op het Fransche schip, doch nog
een zware kabelverspanning toonen. De bo
vendekken zjjn „verknipt",want op een enkel
dek na, zijn het allemaal kleine lapjes, bin
nenplaatsen, om zoo te zeggen, met hier en
daar groote luchtkokers. Wijders viel ons op,
dat de reddlngbooten geen glijspanten hebber.
uiting komt, tie „Queen Mary" van de Cunard
White Star Line en de „Normandie" van de Com
pagnie Générale Transatlantique, zjjn daar sterk
sprekende voorbeelden van. Is het eerstgenoem
de schip een waardig exempel van 1 goede en
deels ook niet goede oude Britsche conserva
tisme, een stuk voorname degelijkheid, uit het
andere specimen van hedendaagschen scheeps
bouw spreekt sterk de ziel van het Fransche
volk, spreekt een gevoel voor kunst, en 't stre
ven zich heel mooi te willen maken.
De „Queen Mary" is een Statige seigneuriale
hulzinge. een oud-adellijk kasteel, rijk aan edele
houtsoorten, kortom een zeer gedlstlngueerd
schip. De „Normandie" daarentegen een soort
overdadig-mooi bioscooptheater, met veel Uer-
lantijntjes, veel koperwerk, veel
ders zwaar-vergulde, over-gedimensioneerde
naaktfiguren. In een woord gezegd: een pom
peus schip.
Met de „Queen Mary’’ zijn we naar Amerika
gevaren en de ..Normandie’’ hebben wê in de
New-Yorksche haven bezichtigd, zoodat we ver
gelijkingen tusschen de beide Oceaanreuzen kon
den maken.
I Met een der liften zakken we af naar het
C dek, om een kijkje te nemen in de eetzaal
der eerste klas. En dat is een heel ding. Zes
en dertig meter breed en bijna vijftig meter
lang. Aan de kanten is ze laag, in bet midden
I loopt ae door drie dekken. Er staan 252 tafels.
V moet er binnenkomen een paar minuten
voor bet tijdstip dat de lunch of het diner een
laanvang neemt, Dan sta je verbluft te kijken
Wat ons cg> onae rondwandeling door de
„Queen Mary” trof, was de heerlijke verschei
denheid van prachtige houtsoorten, soortnamen,
waar je weinig of nooit van hoort. Onze gelei
der heeft het over avidore, petula, peroba, bu-
binga, makOre, patapsko en praat over pomba,
zebrano, sycamore, synara en corbaril, als een
klein timmermansbaasje over vurenhout cn
eikenhout. Welgeteld blijken er 56 schoone hout
soorten in de salons, kamers en gangen van de
„Queen Mary’’ te zijn verwerkt, niet massief
natuurlijk, doch alles als fineer; caviaar pleeg
je nu eenmaal op een sneetje toast of beschuit
uit te strijken. Als de zee deint, kan al dat
hout, vooral in de gangen, erg kraken, wat na
tuurlijk wel de nieuwigheid zal zijn. Het hout
zal zich nog moeten „zetten”.
-
gebied.
Nadat de tweede deur opengaat, bevinden
we ons in een der enorme oliestookplaatsen.
Al hebben we het nu over olie, daarom moet
n>en niet denken, dat de „Queen Mary” een
motorschip zou zijn. Want dat is ze niet. Ze
is een stoomschip. Er zijn vier hoofdketelrul-
men; in elk ruim staan zes groote Yarrow-
waterpijpketels. Achter de kleine ruitjes, on
der aan de voorzijde der ketels, branden felle
vlammen. Heelemaal wit zjjn die vlammen.
Men zou denken, dat waar zóóveel hitte ge
produceerd wordt, de temperatuur wel heel
hoog moet zijn. Maar het is daar in die ketel-
rulmen net warm zomerweer. We kunnen onze
hand zelfs op de ketels leggen, zoo doeltreffend
houdt de dikke laag asbest de hitte vast. Ver
derop staan we op een plaats, waar we, door
middel van een stel spiegels, tegelijk de water-
standglazen van vier verschillende ketels kun
nen zien.
Weer passeeren we een sluis. Vijf korte bal
slagen, sissen van wegloopende lucht en we
staan weer in het gebied van normalen lucht
druk. Eerst volgt nog een waterdicht schot,
dat hevig bellende achter ons dichtzakt, dan
bevinden we ons in een ruimte waar lucht-
reguleeringsmachines staan. En waar meters
het gehalte van het water voor de condensors
aangeven. En dat zijn weer belangrijke dingen.
De waterpijpketels zjjn nJ. met betrekking tot
de qualiteit van het voedlngswater delicater
dan de menscheljjke maag. Door verkeerde be-
standdeelen in het water, zouden de ketelhui
zen kunnen verstoppen. Daarom is er een
scherpe controle op bet water. Gesteld men
zou zout in bet voedlngswater deponeeren, dan
zouden er aanstonds bellen rinkelen, lichten
opflitsen en naalden van meters wijzen op bet
dreigende gevaar.
In zekeren zin is de bezichtiging van bet
mechanische Inwendige van zoo’n modern
schip een teleurstelling. Want je ziet er geen
machtige raderen en drijfstangen. Het is alles
netjes Ingebouwd, weggewerkt. Nu zijn we b<j
de turbines, waarvan elk stel uit één hooge-
druk-, twee mlddeldruk- en een lage druk-
turUns bestaan.
Als we nu nog even heel beknopt van onze
indrukken vertellen, die wjj opdeden bij een
bezichtiging van drie uren duur van derf
Franschen Oceaanreus, de „Normandie” in de
haven van New York, dan moeten we in de
eerste plaats constateeren, dat men zich op
bet laatstgenoemde schip ineens in een
nieuwe wereld op het gebied van den scheeps
bouw verplaatst riet. Dat valt niet alleen den
vakman op, dat zien ook wij als leek. De heele
opzet is hyper-modern. Op de .Normandie" is
bij den bovenbouw het aërodynamische raffi
nement sterk doorgevoerd. Hier geen bakken
van luchtvangers op het zonnedek, geen kuilen
en inhammen en geen verknipte dekken De
heele bovenbouw is mooi vlak, met prachtige,
groote stukken dek. Als je vanaf de commando
brug een blik op het voorschip werpt, kijk je
niet in een kuil, en op een hooger voordek met
allerlei lieren en boomen en luchtkokers, bet
is een mooi, vlak, dicht voorschip. Tusschen
den eersten en tweeden schoorsteen vooral, is
het zonnedek heel royaal, met boven de kiel-
Hjn ruime overdekte zitjes. Op het achterschip
loopen de dekken terrasgewijze af, met afge
ronde kanten. De drie groote schoorsteenen
zijn vrijdagend, dus niet door middel van
kabels met het dek verspannen en hebben een
mooie stroomlijn.
De tweede klas van de „Queen Mary”, de
toeristenklas, is heel voornaam, maar die van
de .Normandie” doet er zeker niet' voor onder,
en geeft in verscheidene opzichten méér. En
zeker wat de dekaccommodatle betreft. De zich
eveneens op het achterschip bevindende derde
klas op de .Normandie”, is o.L aanmerkelijk
beter dan die van de „Queen Mary". Als we
ooit derde klas over den grooten plas moeten,
zouden we die van het Fransche schip zeker
prefereenen boven de derde klas op de „Queen
Mary”.
Voor reizen „eerste klas”, geven we echter
de voorkeur aan den trots van de Cunard White
Star rijn. De overdaad van goud en koper van-
ornamenteering. van indirecte verlichting op
het Fransche schip. zijn O. W.-achtige aan-
kleeding, om dit veelzeggende begrip nog eens
of minder geslaagde wandschilderingen aan
boord van ons zeekasteel, maken het doen van
een keus al even moeilijk. Ook daar een over
daad van verscheidenheden.
Over de narigheid van betalen ben je, tenzij
je naar de wijnkaart vraagt, vrijwel heen na
het oogenblik, dat je op het reisbureau je
rond 380 dollar passagegeld hebt uitgeteld. Wat
op den dag van vandaag zoo’n goeie 680 gul
den is. Dat geeft je verder carte blanche voor
wat den Inhoud der menu’s betreft. Je behoeft
voor je vervoer- en pensionprijs van 136 gul
den per dag geen honger te lijden.
Op dezelfde verdieping als het restaurant
vinden we de zwemzaal der eerste klas, die
opgebouwd is uit stevig metselwerk, zwaar
geglazuurd en geel-grijs van kleur, afgezet met
groene banden. Deze zwembassins ook de
tweede klas heeft haar eigen zwembad zijn
een prachtig bedenksel, maar bet water is er
soms veel te koud; op de „Qeen Mary’’ kwa
men de zwemmers soms Nauw van de koude
uit het water. Natuurlijk zijn ae niet te ge
bruiken, als het schip bij zware zee aan net
rollen en stampen slaat, want dan maakt het
zwemwater „loopings” tot tegen het plafond,
zoodat mten het water moest laten wegloopen.
Wij nemen nu weer een der 21 liften, die
in bet verticale cross-townverkeer dezen
Oceaan-reus met recht „doorboren” en neuzen
eens rond op het zonnedek. Daar rijen, ver
deeld over de beide zijden, 24 onzinkbare stalen
motor-reddingsbooten, elk plaats biedend aan
145 personen en elk uitgerust met een 18 p.k.
Dieselmotor. Op t nog hooger gelegen zonnedek,
waar de drie machtige schoorsteenen, waar
van de achterste lager is dan de voorste, op
rusten, of juister gezegd: ze rusten er niet
op, want ze gaan er dwars doorheen, bevinden
zich de ruimten voor de tennis- en andere
dekspelen.
met M
voor de
Door onzen geleider worden we tusschen
twee hermetisch te sluiten deuren geloodst, een
echte sluis. Het feit dat we de machinekamer
onder mistcondities bezochten, maakte, dat we
op onzen rondgarig ook een stel waterdichte
deuren moesten passeeren. Eerst gaan we door
de holte van zoo’n waterdicht schot, dat in
30 teconden opengaat, zenuwachtig bellend.
Dan komt de luchtsluls. Er springen lichten
aan, het teeken dat aan de zijde waar wij
staan, de zaak onveilig is en aan de andere
zjjde niemand van de sluis gebruik mag ma
ken. Als de sluisdeur achter ons dicht slaat,
begint het te sissen, voelen we Ineens lucht in
grappig kinderhuisje van twee verdiepingen en
voorzien van een huistelefoon, die natuurlijk
„niet stil staat.” Voor wie sullen wil. is er een
glijbaan. En voor de kindertjes met muzi-
kalen aanleg een heusche piano, een kleintje
natuurlijk. Ook is er een aquarium met tropi
sche vischjes.
In tegenstelling met de .Normandie”, aan
boord waarvan rich een mooie kapel bevindt,
plaatsen, worden op de „Queen Mary”
eerste klas de godsdienstoefeningen ge
houden in de drawing room. Door het open
slaan van een stel paneelen, die den voorwand
vormen, komt een altaar te voorschijn, waar
boven een inderdaad heel mooi schilderij prijkt,
voorstellende de „Madonna of the Atlantic".
Rechts van het altaar is de sacristie. We had
den het voorrecht op enkele dagen de Mis te
mogen dienen in dit kerkje op 's werelds grootste
schip, maar helaas was het aantal kerkgangers
zeer miniem.
De winkelwijk is grootsch, want die maakt
deel uit van de zeer royaal gedimensioneerde
hall op het promenadedek. Je waant je hier
aan den wal. Aan stuurboord heeft de Lon-
densche firma W. H. Smith Bon een gezel-
ligen boekhandel, waar zelfs schrijfmachines
te knop staan. Aan de overzijde is een win
keltje. waar je snuisterijen, relssouvenirs en
rookwaar kunt krijgen. In het midden een ma
gazijn van Austin Reeds Ltd. uit de Londensche
Regent Street. Hier en in de galerijen bevin
den zich verder toonkasten van Londensche
juweliers, porceleinwaarzaken, enz.
Vla de schrijfzalen. zien we ons in de main
lounge verplaatst. Een der passagiers zei maar
aldoor, dat die van de „Normandie" veel mooier
was, maar toen we in de New Yocksche haven
den Fransdhen Oceaanreus bekeken, vonden
we de „Queen Mary*’ lounge met rijn aristo
cratisch, voorname aankleeding, zjjn gouden
herfsttinten, weelderige houtsoorten en z’n
groote marmeren haarden, geflankeerd door
hooge in metaal gevatte vazen, véél mooier. Voor
al des avonds, wanneer het rijkelijk toegepaste
indirecte licht (waarom is de main lounge van
onze maoie ^Statendam” toch zoo armoedig
verlicht?) de schoonheid van deze zaal zoo
goed doet uitkomen en de passagiers in avond
toilet rich cm den dansvloer scharen of over 1
parket „zweven", dan is bet aanzien van dit
geheele milieu waarlijk imponeerend.
Echt Britsch degelijk is ook de rookzaal. Ook
hier een imposante ruimte, weelderige hout
soorten en loodzware, massieve meubelen met
zwaar leer overtrokken. Helaas hangen hier
twee fel-leeljjke schilderijen, die met hun har
de, lichte kleuren en over-moderne voorstel
lingen, werkelijk vloeken in dit milieu. Over
het geheel genomen is, wat er in de „Queen,
Mary" aan schilderijen is opgehangen, geen
reclame voor de hedendaagsche Britsche schil
derkunst Uitzonderingen natuurlijk daarge-
een onontbeerlijke veiligheidsinrichting, die wij
De Australische minister-president heeft een
dezer dagen het nieuwe zendstation Wyndham
in West-Australië geopend,
medische uiteendingen <4
de sluis loopen. We ritten nu in het overdrukr l houden. In een ano geweldig en leeg i
zijn natuurlijk de radio en het vliegtuig
de allergrootste beteekenls. De doktoren
den gezondheidsdienst zijn met ambulances en
vliegtuigen uitgerust^en kunnen den bewoners
van de afgelegen nederzettingen in West-
Australië, in het Noordelijk territorium, in
West-Queensland en in Midden-Australië spoe
dig hulp brengen. Dertig stations zullen op
Wyndham aangesloten worden, van waar
draadlooze boodschappen en inlichtingen uitge
zonden kunnen worden. Dergelijke stations zul
len ook in Cloneburry (Queensland) en Port
Hadland aangelegd worden.
van het leger waiters, bet groote aantal kell-
ners, dat strijdvaardig de klanten, die komen
zullen, opwacht Er zjjn precies 160 waiters,
allen keurig gekleed. Ze dragen een zwarte
pantalon, wit stijf overhemd, witten stijven boord,
zwart dasje, khaki jasje met breede, knal-
roode revers en kraag en breede, ook weer
knalroode manchetten. Ze doen keurig hun
werk, die Jongens. En doen het zwijgzaam.
Sommigen buigen bij elk gerecht elk schoor
bordje, dat ze voor je op het maagdelijk blank
damast depèneeren.
Het eten op die beel groote schepen is een
diepe zorg; een diner in een volksgaarkeuken
geeft je minder hoofdbrekens. Als je aan het
ontbijt verschijnt, schuift een 'der drie, vier
waiters, die op je afschieten, je op z’n Engelsch
„goeie morgen’’ zeggen en je je stoel toeschui
ven, een menu onder je neus, waarop rond
15e verscheidenheden in spijs en drank staan
vermeld, wat 145 verscheidenheden méér is
dan we thuis gemeenlijk plegen te verwerken.
De keurig gedrukte menu’s voor lunch en di
ner, die op de voorpagina eiken dag weer een
andere reproductie geven van een der vele meer
Weer passeeren we een rinkelende deur en
staan nu in een goed gesorteerden manometer-
en rllo-ampëremeter-wlnkel. Dan in een ruim
waar toerentellers staan, toerentellers die het
totale aantal toeren der schroefassen per reis
aangeven en toerentellers die ons vertellen
hoeveel omwentelingen de schroefassen op dat
oogenblik maken. Van de 16 turbines werken
erwier op één schroefas, terwijl elke schroef
as 3600 toeren per minuut maakt. De schroe
ven geven echter hun beste rendement bij 240
toeren per minuut. Er is dus een vertragings-
mechanisme. Dat zien we hier. Of eigenlijk
zien we het niét, want ’t is natuurlijk alleen
maar weer de buitenkant dien we te aan
schouwen krijgen. Het is hier snikheet en glad
van de olie en de eenige plaats in bet enorme
schip, waar we hevige trilling voelen.
Onze zeer vriéndelijke geleider loodst ons
verder. Het wordt hoe langer hoe lawaaieriger,
zoodat de goede man ons in het oor moet
schreeuwen. .Nier wordt door Nokken de
stuwdrukgVan de schroeven op het schip op
genomen." roept hij in het Engelsch. We knik
ken. Achter ons gaat Ineens weer, tingelend,
een waterdichte deur open. Het lijkt wel een
spookhuis. Het spook blijkt een eerzaam lid
van het machlnekamerpersoneel te zijn, die
zwijgzaam langs ons heenloopt,
We bevinden ons nu in een groote, onder-
aardsche gang, een lange tunnel, waar een
mooi glimmende schroefas tolt. Het is hier
heel koel. En. zooals overal
Mary”, erg ruim. Dan volgt een compartiment
waar een donderend lawaai het spreken schier
onmogelijk maakt. Hier wordt groot werk ge
daan. Daar vlak naast ons maar aan de an
dere, de natte zijde van den scheepswand,
melen, dicht bjj elkaar, twéé der machtige,
elk 35 ton zware schroeven door het water van
den Oceaan. Aan de bakboordzijde stuwen
twee andere schroeven, onder werking van de
tweemaal honderdduizend paardekrachten, het
machtige 80.000 ton groote gevaarte, waarin
een kleine wereld leeft, met een snelheid van
30 knoopen in de richting van de Nieu<e
Wereld. Zeven meter doorsnee beeft elk van
die vier schroeven.
Vóór we weer .naar huls” gingen, hebben
we nog het inwendige van een der machtige
schoorsteenen bezichtigd. Natuurlijk niet bet
gedeelte waar de rook doorgaat....
de inboorlingen handelsbetrekkingen
knoopen xnlet meer, niets minder. De stad
Palos moet op eigen kosten voor de
zorgen. Maar de zeelui van Palos hebben geen
vertrouwen in Columbus. Zijn hoofsche ma
nieren, fraaie woorden én klinkende beloften
hebben op hen geen vat Voor hen is hij een
vreemdeling, die, zonder zeevaarder van beroep
te zijn, onverdiend tot de hoogste eer is opge
klommen. Palos staakt met gekruiste armen.
Columbus is radeloos, onmachtig. Voor de smee-
klngen der Franciscanen laat Martin Alonso
Pinzon, wiens naam in de overeenkomst niet
eens genoemd is, zich overhalen om mee te
gaan. Alle verzet lijkt opeens stil. De drie beste
schepen der heele kuststreek Santé Maria,
Pinta en Nina eigendom der familie Pinzon
en van hun vrienden. Worden ter beschikking
gesteld. Martin Alonso werft zelf de manschap
pen aan: kloeke, vastberaden en bedreven zee
vaarders, waarvan er later verschillende be
roemd worden.
3 Augustus 1492 worden in de haven van Pa
los de ankers gelicht. Columbus is op de Santa
Maria. Martin Alonso op de Plnta, jongere
broer Vincente Yanez op de Nina; zijn vriend,
de geleerde cosmograaf Juan de la Cosa is ook
onder de opvarenden. Er is echter geen enkele
priester aan boord, wel een geneesheer, een
chirurg, een notaris en een tolk. Het scheeps
journaal van Columbus is een hoogdravend, ly
risch gedicht over de schoonheden der tropische
zee en over de goddelijke voorteek enen zijner
uitverkiezing. De admiraal verstaat wel de
kunst van schrijven, maar niet van besturen.
Zijn houding tegenover het scheepsvolk is ruw,
aanmatigend, uit de hoogte. Dit verliest zijn ge
duld en elscht het onmiddellijk aanvaarden der
terugreis. Columbus ziet geen anderen uitweg
dan Martin Alonso om hulp te vragen, want op
de Plnta en de Nina is aUes in de beste orde,
te gebruiken moge bij de eerste kennisma- Martin Alonso, de groote stuwer en voortrekker
Vinr» zU>r> walfrimc»* ciorir zia» - jra..
der expeditie, UI wien alle opvarenden een on
beperkt vertrouwen stellen, weet met een paar
korte ironische en Inslaande woorden de ver
bittering te breken. Kort daarop komt Colum
bus weer bij Martin Alonso om raad aan. De
admiraal weet niet meer welke richting te vol
gen, omdat zijn berekeningen schipbreuk heb
ben geleden. Martin Alonso laat de schepen
Zuid-West koersen. Landvogels komen den ont
dekkers reeds tegemoet. Op Vrijdag 12 October
1402 landden* zjj op het eiland Guanahani, door
Columbus San Salvador genoemd.
De terugtocht werd aanvaard op 16 Januari
1493 door Nina en Plnta; de JSanta Maria" is
gestrand. Columbus brengt mee: een handje
vol rivlergoud. de huid van een grooten hage
dis, gezouten visch, gedroogde vruchten, plan
ten, die hjj voor specerijen houdt en het niet
zijn, 100 papegaaien, 10 Inboorlingen en de
heilige overtuiging, dat hij Indlë langs hot
Westen heeft bereikt De aardappel en de ta
baksplant, waarover hij in zjjn journaal schrijft,
heeft hjj heel wijselijk niet meegenomen.
15 Maart komt de ,Nina" In de haven van Pa
los aan; de „Plnta", welke de storm van bet ad
miraalschip gescheiden heeft, enkele uren later
- -
w -r ergeleken bij de Oceaanreuzen, welke
y thans de verbinding tusschen Europa en
de nieuwe wereld onderhouden, was de
Santa Maria, het admiraalsschip van Colum
bus, niets meer dan een armzalig notedopje.
Toch zal de roem van dit onaanzienlijk scheepje
door geen zijner opvolgers ooit worden over
troffen.
WU geven nog enkele merkwaardige herinn-
ringen aan Columbus’ tocht
Het doel van Columbus’ tocht is niet: langs
het westen den weg naar Indlë te vinden, meer
eilanden te ontdekken in het VJesten en met
aan te