l
I
i
Centrale premiekeuring
hengsten te
Breda.
voor
DE MISDAAD IN DE GROENE HUT
333
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
z
z
f j
Plaats dan een „Omroeper”
voor 80.000 gezinnen
DONDERDAG
4 MAART 1937
•JU i
1
nni
L
I
BEROUW
om
’k""-
n X
Hoe vind je die muizenval?
Een mooie map om onze
teekeningen te bewaren
r i
r
it
Oplossing raadsels van de
vorige week
FOTOREPORTAGE
k
4
1
.-<[ 'i>-
o
I
X*
g
11
R.'
jl
ver-
1
het
concert
(Een spannende Tertellinr)
i
a
1
....onderzocht alles nauwkeurig
CEDA.
Grubu
r#
i
Vinden jullie *t niet erg prettig om zelf
een map voor je teekeningen te maken?
Het staat zoo keurig als onze teekeningen
netjes In zoo’n map gerangschikt zijn. En
niet alleen teekeningen kunnen wij er in
bewaren, neen, ook weekbladen of uitknip
sels uit onze jeugdrubrieken vinden er een
8. Die stilstaan.
7. De koe, omdat ze met vier koevoeten
opgetild wordt.
De slak.
9. Drie muzikanten.
10. Oindat hjj van achteren geen oogen
heeft.
j
i
1
1
1
Het treinongeluk nabij Langley (Eng.) eischic een doode en
‘■billende gewonden. Een foto op de plaats des onhells
voren een stukje kaas gedaan hadden.
En Ik verzeker je, bij bosjes hebben we ze
gevangen.
Zoo hebben we alle muizengaten ^fge-
vlscht” en we zijn ze fijn kwijt geraakt.
Hebben jullie ook last van muizen? Pro
beert dan ook onze muizenval eens!
*k Zal je eens even vertellen, hoe wij het
aangelegd hebben, toen we het vorig na
jaar als het ware door de muizen „opge
geten’’ werden.
Wij hebben *n oud stuk fietsband geno
men en dit met het eene einde In het mui
zengat gestopt, maar zóó, dat de opening
open bleef. Het andere eind duwden we
Jan had met zijn proppenschieter.
Vele ruiten reeds geraakt.
Deuken in de keukenpannen
En ook in 't behang gemaakt.
Jan was een heel stoute Jongen,
Plaagde dieren, lederen dag.
Tot hij op een zekeren morgen
In ’t kozijn een vogel zag.
„Pang", zei het geweer van Jantje,
En het beestje viel op straat,
't Arme dier kon niet meer vliegen
Toen kreeg Jan het toch te kwaad.
Voor het venster knielde Jantje,
Bad, al huilend, „Lieve Heer"
Geef dat arme, lieve diertje
Alstublieft zijn vleugel weer."
Zie, vlak voor ’t open venster,
Daar waar huilend Jantje stond.
Zetten twee nog zulke vogels
Zich bij ’t beestje op den grond.
Eén droeg het gewonde diertje
In zijn snavel naar de heg.
En de tweede liep als wachter
Heen en weer, steeds op den weg.
Jantje stortte dikke tranen
En hij snikte eenmaal luid
Jan stond op en in twee stukken.
Vloog ’t geweer het venster uit.
F. P. IMANDT
dat deze afhankelijk zijn van hetgeen
men er In denkt te bewaren. Hierin laat ik
jullie dus geheel vrij. De bovenzijde van
het karton wordt beplakt met het gekleur
de papier (behangselpapier is ook goed)
en moet eerst goed droog zijn voor wij
verder gaan. Dan snijden wij met een
scherp mesje in leder vel karton vier ron
de gaatjes, niet te dicht bij den kant hoor,
anders scheurt het graag In. Door deze
acht rondjes halen wij een mooi gekleurd
zijden lint op de wijze, zooals op onze tee-
kenlng Is aangegeven en onze teekenmap
is klaar. Is dat niet vlug gegaan?
goed plaatsje. Men houdt zoodoende alles
goed b(j elkaar en het opgeborgene blijft
In goeden staat. Daarom denk Ik. dat al
mijn jeugdige lezers en lezeressen vlug aan
den slag gaan om de mooie map van onze
teekening te maken. Wij hebben noodig
twee stevige vellen karton, twee vellen keu
rig bedrukt papier, twee linten en wat glu-
ton. Ik heb geen maten aangegeven, om-
„Waarom is hij niet naar
gegaan?”
„Om de hut niet onbewaakt te laten,
want er is een flinke voorraad levensmid
delen in.”
„Laten we dien eens bekijken”, zei Ne
ringa.
Allen begaven zich toen naar de voor
raadschuur, doch op den drempel gaven
zij een gil van schrik. De schuur was ge
heel leeg. Het was dus wel duidelijk, dat
de misdaad gepleegd was om te stelen.
„Morgen zal ik terugkomen en zullen wij
verder zien”, zei Neringa en ging weg.
Op den terugweg ontmoette hij Orubu;
den concertdirecteur.
„Het spijt mij reusachtig, beste Neringa",
zei deze uiterst vriendelijk. „Ik werd juist
weggeroepen om met iemand te spreken
over een concert U begrijpt ik heb
het altijd ontzettend druk. Oa met mij mee
Neringa .en laten wij een heidekruldje eten
op uw gezondheid.”
„Dank je, Orubu, ik heb nu geen tijd,
er Is een zekere Trltrl vermoord, weet jel”
„Wat u zegt, en wanneer?” vroeg Orubu.
„Vannacht, gedurende het concert.”
„Verschrikkelijk! Alweer een andere
moord, ja er zijn altijd dieven, die er ge
bruik van maken dat allen naar het con
cert zijn, om te stelen. Nu, tot ziens!” riep
Orubu en liep haastig heen.
Neringa sliep dien nacht weinig. Zou het
waar zijn, dacht hij, dat er bijna altijd tij
dens het concert een moord gepleegd wordt?
Dat moeten wij toch eens onderzoeken.
Bij het opgaan van de zon brachten twaalf
vlinders wel ’n vijftig politlemieren op hun
vleugels naar alle richtingen om óveral te
onderzoeken of het waar was, wat Orubu
beweerde.
Onderwijl kwam dokter Meikever den
rooden doorn terugbrengen. Hij zeide, dat
de plant nergens In de nabijheid te vinden
was, doch dat zoo’n soort struik groeide
aan den oever van de blauwe beek. Neringa
bedankte den Meikever voor zijn onder
zoek en gaf hem een goede belooning.
Na een paar uur kwamen de politie-agen-
ten van hun vlindervlucht terug en ver
telden, dat er in den eersten tijd geduren
de ae concerten nooit iets gebeurde, doch
dat er den laatsten tijd bijna lederen
avond een diefstal, dikwijls ook een moord,
plaats vond.
Nu wist Neringa, wat hem te doen stond.
HU ging meteep een bezoek brengen bU
Orubu en kwam te weten, dat de zanger
Draven voor de jury. Een aardig snapshot van de centrale premie
keuring voor hengsten van Noord-Brabant, welke Woensdag te
Breda plaats vond
riepen; Kom! Dadelijk verdwenen nu Gru-
bu en de anderen in de donkere hut.
Neringa bezette onmiddellUk met zUn
mannen den ingang. Toen Grubu en de
zUnen zagen, dat zij gevangen waren, be
gonnen zU geweldig te keer te gaan, doch
Neringa maakte daar gauw een eind aan
en riep:
„Wie nog een kik durft te geven, schie
ten wij meteen neer.”
De anderen hielden zich stil als muisjes,
maar Grubu 'smeekte: „Och goede Neringa,
laat ons vrU, wij zullen het nooit meer
doen.”
■•„Als het de eerste keer was, zou ik het
vergeven, sprak de inspecteur, maar Grubu,
je hebt al te veel misdaden op je geweten.
EindelUk zul je moeten boeten.”
Grubu en zUn medeplichtigen werden dus
ter dood veroordeeld en voordat de kop van
den krekel onder den scherpen kant van
een scheermesje viel, bekende hjj aan Ne
ringa, dat hij al de concerten gegeven had
met de bedoeling om in de hutten, waar
van de bewoners afwezig waren te gaan
stelen. HU vroeg hiervoor vergiffenis en
stierf in vrede.
Op zomeravonden hoort men in het gras
langs de sloten nog wel het gezang van de
krekels, maar geen enkele geeft meer een
concert en de oude krekels vertellen nog
wel eens van Grubu, den grooten zanger,
die, jammer genoeg, ook een groote boos
doener was.
zag Neringa
de muzikanten
Hat motortanksehlp Erodona ia Krimpen aan den IJssel gebouwd
voor de Kon. Shell, heeft Woensdag zijn oHicleelen proeftocht ge
maakt
De commandant van het Veld
leger, luitenant-generaal jhr. W.
Röell, die 31 Maart a.s. den
militairen dienst gaat verlaten,
heeft Woensdag afscheid ge
nomen van het garnizoen te Ede,
waarvan hierboven een foto
a lien in het krekeldorp kenSen Grubu.
Z\ den grooten ganger. Wanneer hU
een concert gaf, liep het heele dorp
uit om hem te hooren. Op zekeren dag ech
ter liep Grubu een verschrikkelUke ver
koudheid op, z*n stem werd rauw en heesch
en hU kon sedert dien dag geen fatsoen-
lUk geluid meer voortbrengen.
Iedereen zou in zUn plaats heelemaal
uit het veld geslagen zUn, maar Grubu
niet. HU riep *n dertigtal krekels bU elkaar,
noodigde eenige bUen, wespen, muggen en
vliegen uit en vormde zoo een modern or
kest. Grubu had een heel leger hommels
tot zUn dienst, die het vliegende orkest
bracht, 'vaar hU het maar hebben wilde.
Op een avond daalde het gezelschap neer
in de nabUheid van een mierenhoop. Zoo
gauw het nieuws zich verspreidde begaven
zich alle mieren naar de plaats, waar de
muzikanten reeds bezig waren hun instru
menten te stemmen. Ook de Inspecteur van
politie, Neringa, een echte slimme mier,
was tegenwoordig. Het begon met een fluit
concert van muggen, begeleid door een
laag gegons van bromvliegen. Dan vielen
de bUen in met zacht getril van hun gou
den vleugels, dat werd afgewisseld door
het zoemen van de wespen en het zachte
snorren van de vliegen. Tenslotte vielen
de krekels in met mandolinen, guitaren
en violen. En het mooiste kwam nog, toen
ze allen gezamenlUk een prachtigen dans
uitvoerden. Toen dit nummer nog niet ten
einde was, drong een kleine mier tusschen
het publiek door en fluisterde den inspec
teur iets in het oor.
,Jk kom dadelijk", zet Neringa.
HU wilde echter eerst even Grubu goe-
In tegenwoordigheid ven minister Slotemaker de Bruine en burgemee
ster De Monchy had Woensdag te den Haag de onthulling en over
dracht, aan het gemeentebestuur van «-Gravenhage, plaats van het
Jan Toorop-monument
aan den oever van de blauwe beek woonde.
„Daar je zoo afgelegen woont, zul je
toch wel wapens dragen”, zei Neringa heel
gewoon.
„NatuurlUk”, antwoordde Grubu, maar
hU liet de wapens niet zien, zooals Neringa
gehoopt had.
Toen de inspecteur van politie weer
thuis was, bracht men de boodschap, dat
er dien avond weer een concert zou plaats
vinden in de groene wei.
„Goed”, sprak Neringa, „laten vUftien
vlinders 180 gewapende mannen naar de
wei brengen.”
Toen deze er aankwamen, beval Neringa 111 een gebarsten weckflesch, waarin we te-
den mieren zich op de bladeren der hoo
rnen te zetteta en goed te letten op wat er
zooal tijdens het concert gebeurde.
Het concert had plaats bU maanlicht en
tUdens het laatste nummer
eenige beweging onder
komen. Terwijl de dans van de vlinders,
wespen en muggen aan den gang was, ver
wijderde Grubu zich met eenige andere
krekels.
OnmiddellUk beval Neringa aan een paar
vlinders om Grubu te volgen, want het
was nu wel haast zeker, dat deze niet al
leen de leider was van de muzikanten,
maar ook van de dieven. Even later zagen
zU hem voor een leege hut stilstaan en
eenige krekels naar binnen sturen. Een
oogenbllk daarna kwamen deze terug en
De Engelsche gezant, »ir Hubert Mont
gomery, heeft Woensdag aan H. M. de
Koningin zijn geloofsbrieven overhan
digd in verband mot de troonswisseling
in zijn land
dennacht zeggen en hem gelukwenschen
met het succes van dien avond. Doch de
directeur van het orkest was nergens te
vinden. Neringa ging dus gauw met de
kleine mier mee.
„En”, vroeg hU onderweg, „wie is er ver
moord?"
,J)e krekel Trltrl, die in de groene hut
woont; hU heeft een dolksteek in de borst.”
Niemand kon precies vertellen, wat er
in de groene hut had plaats gehad. De po
litie was gewaarschuwd door het zoontje
van de arme Tritri, die met zijn vader thuis
was gebleven, terwUl de anderen naar het
concert waren. Toen hU even een boodschap
was gaan doen en terug kwam, vond hU
zUn vader dood op den grond liggen. Wie
de misdadiger was, kod hU dus onmogelUk
zeggen.
Neringa onderzocht alles nauwkeurig bU
het licht van een lantaarn. De dolk stak
nog in de borst van Tritri. HU trok hem
er uit en bekeek hem aanüachtlg. Het was
een doorn van een roodachtlge kleur, zoo
als hU er nog nooit een gezien had. Breng
dezen doorn onmiddellUk aan dokter
Meikever en zeg, dat hU onderzoekt tot
welk soort planten hU behoort, zei de in
specteur tot een agent.
Vervolgens richtte de Inspecteur van po
litie zich tot de familieleden:
„Had Tritri geen vUanden?” vroeg hU-
„Geen enkele”, was het antwoord, „hU
stond bU iedereen in de gunst."