3Cd v&fiaal
ft
Nagasaki
Het Zeemonster
van
I
uan den dag
gen, dat wat ik toen zag, mü ten zeerste be
droefde. Er werd iemand met de leiding van
de zaak belast, die er zich oogenschünlük met
hart en ziel op toelegde. Ik zeg, oogenschünlük.
Want in werkelükheid was hü erop uit, de zaak
in zijn eigen voordeel uit te bulten. Zóó gedurfd
ging hü te werk, dat hü er zich zelfs niet voor
schaamde, mün vrouw de hand van mün doch
ter te vragen. Wat elkeen als een eorrecte geste
meende te moeten
waardeeren, was
In werkelükheid
niet anders dan
-en Infame schur
kenstreek, omdat
het er enkel en
alleen om begon
nen was, mün zaak in handen te krijgen.
'ft
z
F 250.-
De zorgen van
Jimmy
Verrijzenis
u
ZATERDAG 27 MAART 1937
Verhaal uit den wereldoorlog
I.
h
5
n
we rke lijk he id?
Katholicisme in Libyë
Liturgisch Paaschfeest
-Hl
EI
1*1'
ATI
na
Mch
ten
kee
Brk
FI
DOOR P G WODEHOUSE
NE1
V
latte
Hoe een Rus zijn land
terugvond
Droom of
r
recht te pakken. Een tweede voegde zien bü del»
eersten, daarop een derde.... een vierde.... Eli
plotseling brak rondom- ons de hel los. Het veld
voor ons leek een demonisch spookwoud van
reusachtige boomen van rook en vlammen. Wü
begrepen nu. waarom deze glooiing- hier den
i>aam „Heksenketel” gekregen had. Er bleef
ons niets over dan op den bodem der holen in
elkaar gedrukt den hagel van staal en üzer
over ons heen te laten gaan, y
Even plotseling als hü oj
de orkaan weer uitgeraasd,
zwarte, geï? en donkergroei
zaam wegtrekken. Ik tuurd(^
witte kruis was verdwenen.)
massa lag daar in het trechti
avond gingen wü op zoek. f)e donkere massa
die daar lag was Andreasdoor een zware
granaat uit zün graf geschoten. En het was
mü als hoorde ik hem op zün eigenwüze manier
zeggen: „Ik zal verrUzen, verrUzen met vleesch
en been, zooals ik hier ben!”
n
I
om
Ble<
Biet
Kiev
Biedt
t Huisje zag er niet erg stevig uit. De muren waren acheef-
Maar dat was gemakkelüker gezegd dan gedaan.
Het
De Amerikaan wilde verder niets meer met ben en het zee
monster was erg sterk en toen het zün kop opstak, ging het
monster te maken hebben, en bet ergste was nog. dat niemand
beele dak van het huisje mee. ’t Leek Wel of het beest een
anders het dier wilde herbergen. Eindelijk vonden ze iemand.
„Kom Drein, help me eens het monster naar binnen rollen."
hoedje op had.
die tot een hoogen prijs een klein hutje wilde atstaan.
Becli
Ann Chester
44
Vow
Weetunog
’nstaat.
Toch
Oen
merkte Juffrouw Trimble op en
ACHTTIENDE HOOFDSTUK
hem.
(Wordt vervolgd)
-=3
gezakt en begonnèn al aardig te wankelen. Ook het rieten dak
was heelemaal doorgezakt. „Maar beter wat dan niets.” zei Piet.
Poppenmoeder met haar
kindertjes
HET EENZAME HART
door
Aan mijn besten Oom Peter
Bit liefde van de schrijfster
Ann Chester.
a J
Br. t
zü
Meneer
HU
als
bekt
Brie
Jac.
Aam
•arts
U A
meld
dlon
Wed
Wet
BK
van
WUa
Rei
reiz
l
med
letti
Werk
Huis
Gevt
Th.
Haar
by
Of
Ben
rlcT
cull
repi
Bri<
van
als
k. c
No.
Obr
by 1
nend
lette
Besc
huw
legd
Bied
net
J<
keur
ter l
MSÖÏ
sag
wie
«r
W4
Mevi
Hilvi
goed
werk
gevn
•n i
verdj
Brie’
licht
voor
ring
W53
D
Het
kun
eerd
H.
c*aal
rijke
Gees
MHIIIHIlillHllllllllllllllllllllllllltlIlllllilllllllllUlllllillllHIIIIIHIIIIIIIIII
Bied
Bü de NV. Dagblad en Drukkerij De Stan
daard verscheen: „Hoe een Rus zUn land terug-
vond”, door Boris Wartanoff, met een voor
woord van dr. F. J. Krop. Het is een door jhr.
R. H. G. Nahuys behoorlijk vertaald reisverslag
van den te Tiflis in 1909 geboren en in Zwit
serland opgevoeden schrüver Wartanoff, die in
1932 naar Rusland ging om zün familie te ont
moeten. Teleurgesteld door de verschrikkingen,
die hu in het Sovjet-ParadUs meemaakt, ont
vlucht hü een paar jaar later het land en
schrUft het hier aangekondigde boek over zUn
wederwaardigheden.
Wie zich op andere wUze dan door aanslui
ting bU de kudden van Intourist wil orlëntee-
ren over de antl-religieuze, sociale en economi
sche toestanden in Sovjet-Rusland, vindt hier
belangrijke gegevens. Het is een nieuw „Mos
kou zonder sluiers”, maar van ervaringen, die
zich uitstrekken van Perzlë tot TurkUe, waar de
vlucht van den schrijver eindigde.
J
ia e
oude
blad
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
intelligente figuur.
Met een handgebaar wimpelde Evans alle
plichtplegingen af en voegde er aan toe:
„Komt u binnen mr. Hogarth en luistert u
mee. Wellicht valt er ook voor u wat uit te
leeren, hoewel u wel meer te maken zult heb
ben met idealistische droomen, dan met het
genre, dat ons op het oogenblik bezig houdt. Ik
heb n.l. verschillende malen, betrekkelUk kort
achter elkaar, gedroomd, dat ik dood was. Maar
hot merkwaardige daarvan, en dat wilde ik ook
juist mr. Burton vertellen, is, dat, hoewel ik
dood was, ik toch precies wist, wat er daarna
gebeurde.
.Merkwaardig," onderbrak mr. Hogarth.
„Maar laat ik er oogenblikkelUk aan toevoe-
hoogen muur met een smalle deur er in. Daar
door kreeg men eer den indruk ergens bulten te
wonen, dan midden in de stad.
In een hoek van het vertrek was een geweldige
brandkast in den muur ingebouwd en de rest van
den muur was geheel gevuld met boekenrekken,
die ook meerendeels vol stonden Boven de boe
kenrekken liep aan den NoordelUken kant van
het lokaal een kleine gaanderU. dus Juist boven
de deur. Men kon die galerU bereiken langs een
trap, die in de bibliotheek zelf gebouwd was.
Jimmy keek naar de brandkast, waarin hü
het buisje met springstof van Willy Partridge
liggen wist en bepaalde toen zUn aandacht op
de boeken. Een vluchtige beschouwing daarvan
gaf hem weinig hoop, den tijd, gedurende wel
ken hU op Annie's terugkomst moest wachten,
aangenaam door te brengen. Jimmy's smaak
was meer georiënteerd naar het nieuwere genre
lichte ontspanningslectuur en meneer Pett scheen
geen een boek te bezitten, dat na de achttiende
eeuw was verschenen en het was bUna alle
maal poëzie. HU nam wel een kijkje bU een les
senaar. die bU het raam stond, en waarop hu
een boekenstandaard gezien had, vol werken,
die er wat nieuwer uitzagen. HU nam het eerste
het beste boek er uit en opende het.
HU wierp het echter weer opzU. Het was
poëzie. Die meneer Pett scheen volmaakt be
zeten te zUn van een HefhebberU in gedichten.
Men zou het hem heusch nooit aangezien heb
ben. Jimmy was juist van plan, ook dit rekje
maar niet verder te onderzoeken toen zün blik
viel op den naam op een boek, dat het laatst in
de ru stond. Die naam was zoon groote ver-
-r-^aschen: de triomf van Christus over
P* zonde en dood, het hoogtepunt in de Ll-
turgle, het keerpunt in onzen kerkelUken
Jaarkring.
Tot nu toe was de hoofdpersoon lp het li
turgisch spel der Kerk de sterfelUke Christus.
Er was vreugde, mag men zeggen wat gedempt:-
sterfelUke. vergankelUke en tUdelUke heeft
grens en de Jubeltoon sterft weg. Er was
De bibliotheek, waarheen Jimmy zich had be
geven, toen hU van mevrouw Pett was wegge
gaan, was een groot vertrek op de benedenver
dieping. uitziende op de straat, die langs de
Zuidzüde van het huls liep. Het lokaal had
groote glazen deur-vensters, die op een stuk tuin
uitkwamen, aan de overzijde begrensd door een
a
X--4 Aocw-»^
Naast den autobestuurder moet voor elke
persoon minstens 40 cm ruimte beschik
baar zijn (voor kinderen tot 12 jaar:
30 cm) Óp banken, die over den rug
gemeten smaller zijn dan 140 cm, mogen
dus geen 3 volwassenen zitten.
hebben, nam eer toe dan af. HU had het eerder
gelezen. HU wist het zeker. Maar wanneer? En
waar? En vooral: waarom? Het was ongetwU-
feld niet uit vrüen wil gebeurd.
De volkomen onmogelUkheid, dat hü zooiets
uit vrüen wil zou lezen was het, die hem in de
goede richting bracht. Er was maar een tijd van
een goed jaar 4n zUn leven geweest, waarin hü
verplicht werd te lezen, wat hü niet verkoos, en
dat was toen hü aan de Kroniek werkte.
Zou het mogelük zUn. dat hU dit boek toen
had moeten recenseeren? Of....
En toen deed de herinnering met één slag al
haar werk.
„Goeie genade! Jimmy!”
HU wist nu, hoe hü er indertijd, toen hü
Annie voor het eerst in Londen ontmoette, toe
was gekomen, om te denken, dat hü haar reeds
vaker gezien had. HU zag nu alles even helder
en duldelUk. HU wist, wat er bü die ontmoeting
tusschen haar en Jimmy Crocker, vUI jaar gele
den. was gebeurd. HU begreep nu ook, wat zü
er dien avond aan boord mee bedoeld had, toen
zü zei. dat een zekere Jimmy Crocker haar voor
altüd genezen had van sentimentaliteit. Het
koude zweet brak hem uit. HU kon zich dat
interview nu ook nog goed herinneren, alsof het
vUf minuten geleden was afgenomen.
HU zag het artikel, dat hU toen in de Kroniek
geschreven had. nog duldelUk voor zich. Met
jeugdig, ongedisciplineerd gevoel voor humor
was dit artikel IndertUd geschreven geworden.
i levende boom-skeletten
en raakte met den vinger
aan de halfgesloten knoppen. „Opstandingzet
hU bUna schuchter, maar daarmede had hU het
verlossende woord gevonden. Want thans begon
hij In moeilijk gevormde zinnen over de llcha-
melUke VerrUzenls van de dooden te spreken.
Uit zUn woorden sprak een onstuimige weer
stand tegen de gedachten aan een eeuwigen
dood. Met kleine protesten mUnerzljds gaf Ik
antwoord.
Daar hu niet met dergelUke waprfis kon strU-
den. kwam hü telkens opnieuw en voortdurend
heftiger met zün elschen terug. Tenslotte ge
raakte hU In toom en zün laatste dreigende
woorden klinken mij nog versch In de ooren.
toen hU uitriep: „Wat er met Jou gebeurt, kan
me niet schelen. Ik zal verrUzen. verrUzen met
vleesch en been zooals Ik hier sta!”
Nog denzelfden avond werden wij opgeroepen.
WU rukten via Pahure naar het gevechtsfront.
De muziek van het vUandelUk infanterie-vuur
knetterde ons om de ooren. Er vielen dooden en
gewonden. In den „Heksenketel” betrokken wU
onze reservestelling. Aan de helling van een
hoogen aarden wal waren gaten uitgegraven.
Twee aan twee kropen wü daar in. Andreas en
Ik lagen bü elkaar. De twist van den namiddag
was al lang vergeten.
In den nacht rukten de pioniers met werk
tuigen voor het graven van verschansingen
aan. WU moesten verder naar voren, aan den
arbeid. Een loopgraaf was pas tot kniehoogte
uitgegraven, wü stonden zonder dekking In het
vUandelijk vuur. VUf schreden afstand van el
kaar gingen wü aan het werk. Andreas vlak
voor mü. Een kwartier lang waren wü aan den
arbeid, toen Andreas met .een zachten kreet in
elkaar zakte. Terwijl wü ons over hém heen-
bogen. stierf hü reeds. Schot door het hoofd.
Wü droegen hem tërug en legden hem in de
schaduw van een bosschage neer. BU het grau
wen van den morgen was ons werk gedaan. WU
moesten terug naar onze holen. Van nu af aan
lag ik alleen. Andreas lag bulten, op den schre
den afstand. Overdag was er geen verbinding
met het achterfront. Een troep mannen, die
water ging halen aan de pomp in Pahure. werd
gedecimeerd. WÜ zagen twee Roodekruis-sol-
daten met een zwaar gewonde aankomen en
door de half-voltoolde loopgraaf achterwaarts
strompelen. Nog niet hadden zü den rand van
het beschermend dennenboschje bereikt, of daar
steeg van de plaats, waar zü zooeven nog lie
pen, een donkere rookfonteln omhoog. Toen wü
de plaats bereikten lagen er drie dooden.
Er eras geen denken aan om Andreas over
dag terug te halen. Ook nu werden de dooden
op de boschjes bü de loopgraven gelegd en ze
bleven daar liggen. De nacht was voor de le
venden. Gewonden moesten teruggehaald wor
den. Proviand en munitie, bouwmateriaal en
prikkeldraad werden aangesleept. En voor de rest
warden verschansingen opgeworpen, haastig,
koortsachtig, tot we er büna bü neervielen van
uitputting.
Twee dagen en twee nachten lang lag An
dreas daar zoo. Over het gezicht hadden wU
hem een zakdoek gelegd. OP den avond van
Paasch-Zaterdag begroeven wü hem in het
veld, vüftlg meter van het front af „Thans
moet hü alles weten”, flitste het mü door het
hoofd, eit Ik dacht aan ons dispuut op Witten
Donderdag. Van twee planken maakten wü een
kruis en plantten dit op den grafheuvel. Van
mün hol uit kon ik het kruis wit in de sche
mering zien glanzen.
Op Paaschmorgen den heelen nacht had
den wü hard gewerkt lagen wü In onze holen
in den grond te slapen. Een mitrailleur tastte
onze stelling aan, trommelde met tuSschenpau-
aen van enkele minuten op den dam of beneden
in het open veld. Onze helling kreeg men niet
Het had er allen schün van. dat het gesprek
De kamer draaide voor Jimmy's oogen. HU
kreeg een gevoel, alsof een vriend hem in zün
teerste gevoelens had leed gedaan. Hü voelde
zich alsof iemand, van wien hü hield, hem met
een zandzak op het hoofd had geslagen. Gedu
rende een oogenblik, waarin de tüd stilstond,
begon zün genegenheid voor Annie te wankelen.
Het was hem, alsof hü de een of andere mis
daad ontdekt had. die onverwachte gebreken in
haar karakter aantoonde.
Toen zag hü den datum op het titelblad en
dat gaf een groote opluchting. De wolken dreven
weg en hü hield nog van haar. Dit verschrik-
kelüke boek was vüf jaar geleden uitgegeven.
Jimmy voelde medelüden met haar. Hü nam
het haar nu niet meer kwalUk. VUf Jaar geleden
was zü nog maar een kind geweest, nauwelüks
oud genoeg om goed van kwaad te kunnen
onderscheiden. Mén kon haar heusch niet
kwalUk nemen, dat zü toen zulke sentimenteele
verzen had geschreven. Wel. toen hU zoo oud
was, voelde hü neiging om levensliedjes te gaan
zingen. Men moest de Jeugd dergelUke dingen
niet te zwaar aanrekenen. Zachtmoedig gestemd
begon hU de bladzijden om te slaan.
En terwUl hü dat deed gebeurde er iets zon
derlings met hem. Hü kreeg dat gevoel, dat
iedereen al wel eens ondervonden zal hebben, dat
hü dit n.l. al eens meer gedaan had, vroeger.
HU was er büna vast van overtuigd, dat dit niet
de eerste keer was, dat hij 'n gedicht op blad-
zjjde 27 zag staan, dat „Een Klacht” heette
Waarachtig, sommige regels er van kwamen hem
buitengewoon bekend voor.
Het gevoel, dit alles reeds eerder gelezen te
Een Duitsch soldaat, die den grooten Euro-
peeschen oorlog meemaakte aan het front tn
Frankrijk, vertelt een treffende gebeurtenis, die
hü daar beleefde.
Van de Craon-heuvels, verhaalt hü. waren wü
naar de Champagne verplaatst, waar destüds de
laatste naweeën van den grooten wlnterslag zich
afspeelden. In de Goede Week betrokken wü
tusschen Somme-Py en Pahure een rustkwar-
tier. waar wü vanwege de groote activiteit op
beide fronten weinig rust vonden. Daar ver
wacht werd, dat wü nog vóór Paschen naar het
front zouden moeten, hield onze divisle-aal-
moezenier de Paaschplechtigheden reeds op
Witten Donderdag. TerwUl in de verte de ka
nonnen dreunden en machinegeweren hun sal
vo's deden knetteren, sprak onze aalmoezenier
temidden van de bedreigingen des doods over
bet geloof aan de VerrUzenls. Hij deed het In
eenvoudige woorden en met sprekende beelden.
Het was op de gezichten van onze soldaten te
lezen, dat zün diepgevoelde woorden een diepen
Indruk maakten.
Dat merkte ik ook aan mün kameraad, met
wien ik den terugweg naar de etappen aan
vaardde. Hü was een reus van een kerel, een
Westfaal. een niet zeer jonge man meer, die een
vollen baard droeg. Andreas heette hü en hü
was een boerenzoon. Verder weet ik niets van
hem. Reeds van nature was hij karig in zijn
woorden en wat hu zei. ging hem moeilijk af
Dezen dag was hü echter zoo mogelük nog
zwijgzamer dan anders Maar ik wilde wel. dat
éb iets was dat hem dwong tot spreken. Onze
weg liep door de verwoeste, stukgeschoten bos-
achen. Berken en dennen lagen met vernielde
kruinen op den grond. Alleen de versplinterde
stammen schemerden met witte plekken. Maar
overal kwam toch het groen te voorschijn en
breidde een teeren sluier over ‘t landschap van
den dood.
Voor een van deze
bleef Andreas staan
e-y eg. Burton, JU bent een man van veel
levenswüsheld en ervaring. Ik zou een
persoonlyke aangelegenheid met Je willen
bespreken, overtuigd, dat je er geen ruchtbaar
heid aan zult geven."
De oogen van William Evans waren, toen hü
dit zei. strak op het gelaat van zün procuratie
houder gericht. Hü meende er een lichten glim
lach op te bemerken en giste, dat de vertrou-
welüke toon, waarop hü Burton had aange
sproken. deze veroorzaakt had. Op 't uitnoodi-
gend gebaar van Evans zonk de procuratie
houder weer neer in de gemakkelüke club, die
schuin naast hét monumentale schrüfbureau
stond. Enkele zware dossiers legde hü op z'n
knieën.
,De zaak is deze, Burton. Welke reëele waar
de ken JU aan droomen toe?”
Een weinig zeggend schouderophalen van den
aangesprokene was het eenlge antwoord.
Evans vervolgde: „Ik zal wat duidelUker zün.
Ik heb -altüd gedacht, dat droomen bedrog, en
niets dan bedrog is. En daar was ik zóó eer! Uk
van overtuigd, dat ik altüd den gek gestoken
heb met degenen, die met heel veel omhaal van
woorden beweerden, dat droomen de voortzet
ting is van iets, dat werkelük gebeurd is. Wat
is Jouw opinie?”
„Dat is gauw gezegd. Ook ik behoor tot de
genen. die aan droomen een zekere beteekenls
hechten. In den-regel borduren ze voort op een
thema, dat Je in de afgeloopen dagen nogal
heeft bezig gehouden. Eh X wil vaak gebeuren,
dat Je in je droom een oplossing ziet, die tot
dusver niet bü Je was opgekomen."
„Maar welke beteekenls moet ik dan hechten
aan een droom, waarin ik niets meer en niets
t minder dan mün eigen dood beleefde? En als
dat nu nog bü één keer was gebleven, dan ging
dat nog wel. Maar ik ben er zeker drie maal
mee bezig geweest!”
„Hm. vreemd!” meende'Burton. .Maar ieder
een droomt toch wel eens van zün dood en ver
heugt er zich daarna maar wat over, dat hü
nog leeft. Eerlük gezegd, zou ik het als een
wenk opvatten.”
„Zou je denken. Burton.” Evans keek wat
somber voor zich uit. blUkbaar liet hü zün ge
dachten den vrüen loop. „Zou Je denken,”
zachtjes herhaalde hü zün woorden. ,Jk ben
pas de vüftig gepasseerd, voel me nog zoo ge
zond en zoo sterk als een jonge kerel
Maar laat ik me daar nu niet al te bezorgd
over maken, er zün wel belangrüker dingen.
Wat komt er van mün zaak, mün levenswerk
terecht? Een zoon, die mü zal opvolgen, heb ik
niet. En JU weet even goed als ik. dat mün
vrouw noch mün dochter er geschikt voor zün.
Wat zou er nu gebeuren, als ik er eens onver
wachts tusschen uit trok?”
„Wat een sombere gedachten, mr. Evans. Ik
zou u er terloops even aan willen herinneren,
dat het personeel hier toch wel zóó geschoold
is, dat de reputatie van uw zaak er jjeen oogen
blik onder behoefde te lüden.”
Evans knikte.
„Volkomen waar, mün beste Burton. Wan
neer ieder op zün post de hem toebedachte taak
blüft vervullen, dan zal de firma Evans toch,
mede dank zü jouw uitnemende capaciteiten,
blüven bestaan. Maar er is...."
Een bescheiden tikje op de deur deed Evans
zwUgen. Op zün kort ,Ja” kwam een jongeman
binnen, correct van houding en kleedlng, een
In deze dagen, nu Mussolini een zoo thea-
tralen triomftocht maakt door Libyë. staat dit
land tn het middelpunt der belangstelling. Uit
Libyë was de bekende Simon afkomstig, die
het Kruis van Christus mee hielp dragen naar
den Calvarieberg. In het tijdperk der Chris
tenvervolgingen breidde het geloof zich snel uit
in Libyë en vond de katholieke godsdienst in
gang in het huisgezin van een man. die een
maal als keizer van Rome zeer vriendelük ge
zind was jegens de Christenen, zooals niemand
anders in de drie eerste eeuwen van het Chris
tendom.
Die man was Alexander Severus van Leptis
Magna. Toen de vrede eenmaal gesloten was.
breidde het Christendom zich zeer snel uit
onder de bevolking: büna alle steden aan de
kust hadden een eigen biaschop. Toen het
Romeinsche kelzerrük Ineenstortte, trokken de
onderworpen herdersvolken naar de steden aan
de kust, die verwoest werden. Nadat een tUde-
lüke verbetering was Ingetreden onder de re-
geering van keizer Justiniaan. telde het Chris
tendom in Libyë toch nog slechts enkele kleine
gemeenten, toen in de zevende eeuw de Islam
zich van Noord-Afrika meester maakte.
Eeuwenlang waren er in het land slechts en
kele Franciscaner Missionarissen die zich het
ongelukkig lot aantrokken van de Christen
slaven in Libyë. In het jaar 1630 werd een
Apostolische Prefectuur opgericht.
Thans is deze kolonie verdeeld in de beide
Apostolische Vicariaten van Tripolis (opgericht
in 1913) en Syrenaika dat in 1927 van Tripoli-
tanlë werd losgemaakt en tot zelfstandig Vica
riaat verheven. Beide Vicariaten die resp. 32000
en 20.000 katholieken tellen, beschikken over
een voldoend aantal priesters, kloosterbroeders
en religieuzen. De beide kathedralen (een ge
schenk van de Italiaansche regeeiing aan de
Missie) bieden voldoende ruimte en maken een
verheven indruk. Verder telt het land talrüke
kerken met bloeiende inrichtingen voor onder
wijs en liefdadigheid. In November van - het
vorig Jaar werd bü gelegenheid van het Na-
tionaal-Eucharistisch Congres in Tripolis op
plechtige wüze een katholieke Jeugdorganisatie
voor het Vicariaat in het leven geroepen.
Het Missiewerk onder de inboorlingen maakt
slechts zeer langzame vorderingen. De 700.000
inboorlingen zün büna allen zonder uitzonde
ring Sunnletlsche Mohammedanen. Bovendien
zün de Askaris uit Erythrea die in Lybyë ge
legerd" aün. meestal Schismatiek ot Orthodox
De 50.000 Europeanen die In Libyë wonen, zün
büna allen zonder uitzondering katholiek.
Het missiewerk zal zeker geen snellere vor
deringen maken dan in het verleden, wanneer
Mussolini zoo ultdrukkelük zün steun toezegt
aan het mohammedanisme. Doch dat behoort
tot de „hooge" politiek!
Een beetje geschrokken, nam hü het boek uit
de rü- HU kon het nog steeds niet gelooven, en
nam eerder aan, dat het boekje door een naam-
genoote van Annie was geschreven. Hü kon niet
gelooven, dat Annie, een meisje met de best^
karaktereigenschappen, zich schuldig zou heb
ben kunnen maken aan het schrüven van „Het
Eenzame Hart" en andere gedichten. HU las het
eerste gedichtje door en rilde. Het was gewoon
gewauwel. Vroeger, toen hü nog aan de krant
was, gebruikten ze dergelUke stopcopy om de
pagina aan te vullen, als het detectiveverhaal
niet vrt genoeg doorliep. Het was iets, dat rpen-
schpn met lange haren voorlezen aan andere men-
schen met lange haren in Engelsche salons van
landhuizen in de omgeving van de stad. Nee,
duizendmaal nee, dat kon Annie niet geschreven
hebben.
Maar het volgende oogenblik werd de ver-
schrikkelüke waarheid duldelUk voor
Op de titelpagina stond iets geschreven:
il^token was. was
yü zagen de inkt-
fe gordünen lang-
naar Andreas. Het
Maar een donkers
kveld. In den laten
rasslng voor hem, dat hü eerst nog eens goed
moest kijken, of hü zich niet vergist had.
Maar hü had goed gezien. Het stond er in
gouden lettertjes:
P* *7 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 *7 een ongeval met
vrV/a verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen VeVFe doodehjken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
om d'noek. Ben in tien minuten terug. Zeilde
kleeren, die ik droeg bü 1 Marlingschandaal.
Kennu de Marlings? Luie rijken! 'NtuurlUk
herrie. Loste-t-op. Nu, g’ndag. Moetgaan. Geen
tijteverlieze.”
Mevrouw Pett leunde afgemat in haar stoel
achterover.
Beneden, toen zü naar de deur ging, bleef juf
frouw Trimble even staan voor een fraai afge
werkt beeld. Het scheen haar niet te bevallen.
ZU gromde:
„Luie rijkenBrrr
Meneer Crocker doemde in de verte op.
richtte haar linker oog vast op hem.
Crocker ontmoette haar blik en beefde.
zag er bepaald schuldig uit. Hoe dat kwam, wist
hü zelf niet. Die dame was hem volkomen
vreemd. Zü kon niets van hem weten,
beefde hü.
„Zeg,” zei juffrouw Trimble. „Ik kommler als
kamermeisje.”
„O, aha, zoozoo!" zei meneer Crocker, mak-
Jes.
„G-r-r-rh!”
verdween.
ATT T“» A T> K TXT T7 op dit blad zijn ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen
I ,r, /X 11 x T Bs ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeertngen
,JEr is ook nog een andere mogelükheid," zei
mevrouw Pett. ,Mün neef, meneer William
Partridge, heeft een prachtige springstof uitge
vonden, en het is best mogelük, dat die mannen
hier zün om ze te stelen.”
Juist. Mannetotalles
wat?”
„Wat zegt u?”
„Zün*r nog feitin?”
„O, Juist,” zei mevrouw Pett haastig, en ver
telde in het kort, hoe zü er toe gekomen was,
deskundige hulp in te roepen.
,JLord Wisbeach?" zei Juffrouw Trimble haar
onderbrekend, '„wie's dat?”
„Een goed vriend van ons.”
.jBtaat u p"rsoonlük voor’m in? Istgeen boef?
Hu?”
„Natuurlük niet,” zei mevrouw Pett, veront
waardigd. „Hü i» een heel goede kennis van
me.”
,Best. Dasseker alles, hu? "k Ga naar beneden
en begin."
„Kunt u onmlddellük hier komen?”
.Zeker. Oamen kleeren'alen in m*n kosthuis.
de zuiverste weergave der gedachte. Zoo hoort
men het Alleluja. Letterlük beteekent het He-
breeuwsche woord „Prüst GodOns geeft het
de Paaschstcmming weer. Plechtig geïntoneerd
in den Paaschnacht, blüft het de omlüsting der
liturgische gebeden gedurende de navlering
van Paschen.
Kalmer en rustiger wordt de vreugde
Christus' verrüzenis vertolkt in de overige ge
beden der Mis. rUk aan gedachte, en tintelend
van warmte en leven. lees aandachtig de eigen
Praefatie van dezen tüd. Zü is zeer karakteris
tiek. In sobere bewoordingen zegt ze of liever
zingt ze ons onnavolgbaar schoon. heel het
glorieuze mysterie van Jezus’ verrijzenis; de
blUdschap,"" waartoe het rechtmatig aanleiding
geeft, zün waarde voor onze zielen.
Nu naar de voorafbeelding en tevens gevolg
trekking in de practük van het leven, het
nieuwe leven in Christus.
Zoodra in het voorhof des tempels het Paasch-
lam was geslacht, mochten de Joden geen ge-
deesemd brood meer eten. Telken Jare werd
het Paaschïam geslacht en één week onder
hielden de Paaschvlerders dit voorschrift.
Christus, ons Paaschïam is voor eens en altüd
geslachtofferd. En hen. die het Paschen vieren
waarschuwt St. Paulus in het Epistel. GU zult
u moeten zuiveren, en dit dus ook voor eens en
altüd, van den puden zuurdeesem. d. 1. van de
zonde, om te kunnen deelen in het leven, dat
Christus is. Paschen beteekent dus onze red
ding uit den dood der zonde en onze aanne
ming tot het leven met Christus.
Gelukkig, ons Paschen behoeft niet te ein
digen. lederen dag wordt "ons Paaschïam op
nieuw geslacht en worden wü genoodigd aan
den Goddelüken offerdisch. Hier op aarde ech
ter is onze vereenlging met Christus een voor-
bügaande. Ons leven moet zijn een opgang
naar het leven der eeuwige vereenlging met
Hem in de Zaligheid des hemejs. zóó zal ook
ons leven zün, wanneer wü ernstig acht geven
op het woord van St. Paulus: Zuivert u van
den ouden zuurdeesem der zonde en viert
Paschen met de ongezuurde brooden van ge
rechtigheid en waarheid.
het
een
ook droefheid, omdat, gelük bij een leder, zoo
ook bü Christus Zün menschelüke natuur het
lüden met zich bracht. Geleideiük zwol die
droefheid i«n tot wü op den Goeden Vrüdag
treurden bü den dood van den Meester en 't al
in rouwwaad was gehuld.
„Dit is de dag. dien de Heer gemaakt heeft:
laten wü daarop jubelen en ons verbidden
(Graduale) Zoo schiet op Paaschmorgen de
feestvreugde door. Thans onvermengd, want
het lüden heeft uit; zonder einde, want de dood
is overwonnen en dus uitgejubeld In het eeuwi
ge glorielied. Christus is zün glorievolle, ver-
heerlükte. onsterfelüke leven ingegaan. Resur-
rexl: Ik ben verrezen, zoo treedt hü ons tegen
in het Introitusgezang der Mis; dat is het zege
lied des levens, zoo betreedt hü als overwinnaar
de aarde. Et adhuc sum tecum, vervolgt Hü; en
nog bü U (God den VadertZün eerste gedachte
gaat naar den Vader, met Wien Hü onafschei-
delük vereenlgd blüft; dat is Zün morgengebed
op den verrüzenismorgen.
Omtrent het feit der verrüzenis worden wü
onderricht in het Evangelie door dep engel, die
aan de vrome vrouwen de blüde Boodschap
brengt. Wat in de liturgie de Bisschep, priester
of diaken moge zün, die den geloovigen de
verryzenis des Heeren verkondigt.
De Sequentia is een samenspraak tusschen
de Kerk en Maria Magdalena, de eerste, die
naar het Evangelie, de vreugde der verrüzenis
genoot en met eigen oogen den verrezen Zalig
maker aanschouwde.
„Zeg ons Maria, wat zaagt gü onderweg?"
De verrüzenis van (Aristus vervult *ons met
vreugde. Het is de vreugde van Mana, vertolkt
in het eene, alles zeggende, Rabboni, Goede
Meester.
Maar in de glorie der verrüzenis staat HU
niet alleen. HU is het hoofd van het mystieke
Lichaam en Zün heerlükheld deelen wü allen.
Dit laatste staat in de Mis van Paschen meer
op den achtergrond, omdat het llturgle-
■gezang der Kerk een vertolking Is van het eene
Rabboni. s
Herinnert nog slechts aan het ontvangen le
ven in Christus het „Vidi aquam”, dat wij het
Paaschlied kunnen noemen der pasgedoopten,
die het zaligende water over zich zagen neer
komen.
De bovenmatige vreugde vindt niet haar ver
tolking in kalme, vloeiende bewoordingen; het
gemoed uit zich in geroep, plotseling, ’n inval
Burton nog maar matig interesseerde. Hü nam
althans de dossiers van zün knie en hield ze
onder zün linkerarm, elk oogenblik gereed om
weg te gaan. Ook mr. Hogarth schenen de uit
eenzettingen van zün principaal maar weinig
te kunnen bekoren; achteloos slenterde hü door
de kamer, in de richting van zün bureau,
schuins waarvoor mr. Burton zat. Maar mr.
Evans praatte onvervaard voort.
„Ik heb me zelf ingespannen, om de gelaat
strekken van dien man te onthouden. Ik beloof
je, Burton, dat dat haast een ondoenlük karwei
is. Want je moet niet vergeten, dat de droom
een voortzetting kan zyn van iets, dat werke
lijk gebeurd is. En als dit inderdaad zoo is, dan
was ik op het spoor gekomen van iemand, die
al Jarenlang er op uit was mü in mün zaak te
bestelen. Je begrüpt. dat er mü veel aan ge
legen was. om nauwkeurig te kunnen vaststel
len. wie die man müner droomen was.”
„Enongewoon bleek was het gelaat van
Burton, die er zich bovendien nog over scheen
te ergeren, dat hü zün patroon in de rede ge
vallen had.
.Je moet een geboren detective zün. Burton,
om zoo iets uit te zoeken. En Je weet wel, dat
tk daartoe allerminst de capaciteiten bezit.
Maar ja, wat den een ontbreekt, bezit een an
der vaak in overvloed. Die ander nu is mr.
Hogarth. Ik zal Je ronduit verklaren. Burton,
dat ik mün eigen oogen niet kon gelooven, toen
hü mü na een minutieus onderzoek zün resul
taten voorlegde. Burton. Burton, wat heb ik me
tn Jou vergist!” Strak keek mr. Evans zün
procuratiehouder aan. Maar als hü al verwacht
mocht hebben, eenig teeken van berouw te be
speuren, dan kwam hü nog meer bedrogen uit.
Kaarsrecht zat Burton in zün stoel, zün licht-
grljze oogen onafgebroken op mr. Evans ge
richt.
„Zoo. heeft u zich vergist. Dat kan den beste
gebeuren. Ik heb tenminste dezelfde ervaring
opgedaan. Ik dacht, dat Hogarth zoo'n onbe
duidend kwezeltje zou zün. als zoovele andere
directie-secretarissen. die wü hier in den loop
der Jaren hebben versleten. En daarifi heb ik
me vergist, maar daar zal hü dan ook....”
Met een ruk was hü uit den stoel gekomen en
had zich in de richting van Hogarth gekeerd.
In zün vrüe rechterhand klemde hü een
browning. In een oogwenk had Evans de pre
caire situatie overzien. Met een voor zün leef-
tüd onverwachte lenigheid wierp hü zich in
zün volle lengte op Burton, die languit voor
over smakte. De revolver kletterde op den par
ketvloer. Verbeten vochten drie mannen om dat
kleine moordtuig, dat schitterde in het zonlicht.
Om en om woelden zü zich over den grond, die
bezaaid lag met bladeren uit de tot flarden ge
scheurde cahiers. Vooral Burton vocht als een
baarlüke duivel. Wat lette hem ook. Zün spel
was toch uitgespeeld, alleen de wraak restte
hem nog. Ijlings toegeschoten klerkew/ die
eerst wat zenuwachtig, dan wat meer geïntel
resseerd toezagen, beslisten tenslotte--den stryc£
in het begrüpelüke nadeel van Burton.
Gehavend als een landlooper. moreel ge
schandvlekt voor zün geheele leven, vérllet hü
eenlgen tüd later tusschen twee rechercheur»
het gebouw, waar hü zich aanvankelük door
noeste vlüt een levenspositie had verworven,
maar deze door eigen schuld weer te grabbel
had gegooid.
Driemaal hebbén wü Andreas in die Paasch-
dagen moeten begraven. Driemaal stond An
dreas weer op Toen kregen wü van onzen
commandant verlof, hem In den nacht naar
Pahure te dragen. Daar rust hü thans ergens
en wacht op zün werkelijke Verrüzenis.