EEN ONTZETTEND TAFEREEL
<Kctwrfiaal
van den dag
Het Zeemonster van Nagasaki
I
f
F 750.-
F 250.-
van
De zorgen
Jimmy
13
lem
EN
DE ONTPLOFFINGSRAMP
TE NEW-L0ND0N
■a
WOENSDAG 31 MAART 1937
es
Invloed van. rumoer
De kastijding
Tweelingen
Merkwaardige ontdekkingen
Een Frans Hals ontdekt
Oorzaak gelegen in het
reuklooze nat-gas
De werkkracht kan door méér
stilte worden opgevoerd
Beschrijving door een ooggetuige,
den Franschen journalist
Jacques Transalès
Aï I? A D/^NTA.TU’ *CJ °P blad xljn ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen p 7^0 - blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7CCO bjj een ongeval met
rA I ,1 <r< ZA HUI X| I W I, O onKevallen verzekerd voor een der volgende uiEceeringen WWe verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen «2VFe“ doode lijken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Dr"
stst
Af
1
PTT
‘P
iet
60,
ng.
In het naastbyzijnde dorp stuurde de treinconducteur een
telegram naar den stationschef van
station:
het
volgende
den
trein
„Groote vertraging.... zeemonster sleept
achter
aan.... gaat zoo niet!"
mee," zei de stationschef.
,Oa maar loepen met dat beest.**
len
Hlllllllllll
b
een
(Wordt vervolgd)
b
t
aan een touwtje meevoerde. Ze gingen maar loopen. Maar hoe
zouden ze de Gele Zee over moeten komen?
*t Was dus begrijpelijk, dat btf bet volgende station Piet en
Drein uit den trein werden gezet en de*wagen me> het zee
monster weer werd afgehaakt. ,Jk bemoei me er niet langer
auto in een vtfver
verdiept in m’n
n
»t
ikool
Hnet
iter-
2000
20—
Lsche
uien
sem
ieten
tot
ibo-
prijs
iart.
elen
3.80,
1.90,
Itlof
20—
1
en
-150.
elen
I 80
kg.
per
1 fr
is: I
per
18P
L. 13
17:
ren
10:
300,
245,
iöö,
160,
60.
per
MtmilIlllllliiiuiuilllllllHllllllllllllllllllllllllllllllllllllfilllll'flflIllllllH
DOOR P G WODEHOUSE
kg.
kg.
Tien
ct.
cool
>900
cool
S 1,
866,
tere
nig-
51A
een
ettci,
38
50,
lar-
per
7.30
:ool
k ie
z 14
La
>1 12
1’Or
Mu-
RTiS-
Nar-
Ex-
2.00
-—25
tiet roepen van de bestellingen naar de keuken
een ^rumoerigheid ontstaat, die iL—
kweekt en heel wat scherven maakt. Men gaat
in het laatste geval dan ook, zeer tot voordeel
van hst bedrijf, over tot lichtsignalen.
Ook een typiste is nu eenmaal geen levend
geheet met haar schrijfmachine; en haar ar
beid, waarvan een vlot tempo verlangd wordt,
stelt hooge eischerr aan het concentratievermo-
Bjmiettw de errarlng opgedaan, dat *»rf*M*zestleaée., eeuw, «ehleedUa eergroen
Er zat niets anders op. Hand In hand zetten Drein Drentel
en Plet Prikkel hun tocht voort, terwijl Drein het zeemonster
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
om nog bulten al die nonsens te kunnen. Nu, hoe
staat het er mee? Spreek duidelijk. Als ik me
Iaat ontvoeren door je, deelen we dan of niet?
Meer hoef je niet te zeggen."
.„Dat Is gemakkeljjk genoeg. Ik zal je zeker
de helft geven, van al wat het mjj oplevert."
Ogden keek beteekenisvol naar de schrijftafel.
„Ik wou, dat Ik dat eigenlijk op schrift kon
hebben. Maar ik geloof, dat het stuk toch geen
wettelijke waarde zou hebben. Dus ik zal je
HUis” een aardige klant Sam Fisher ging er de moeten vertrouwen op je woord."
„Eergevoel onder dieven.”
„Niks te dieven. Dit Is zuiver een handelszaak.
Ik kan ergens iets mee verdienen en'ik zou dus
wel gek moeten-wezen, als Ik het niet deed. Dat
is dus afgesproken. De rest laat ik aan jou over
Zoek zelf maar uit. hoe je het aanlegt!"
HU werkte zich uit de diepte van den stoel en
verliet X vertrek. Annie kwam de trap af en
vond Jimmy in diep nadenken verzonken. Hjj
keek op. toen hjj haar tred hoorde. zy ontstelde
toen Jimmy zijn gesprek met Ogden weergaf.
„Nu, dat schijnt het al erg gemakkelijk voor
ons te maken, niet waar?” zei hij. „Het lost ons
probleem op over de manier, waarop wy het
zouden aanleggen.”
„Maar dat is Immers verschrikkelijk. Dat ver
andert alles. Het Is beslist niet veilig voor je,
hier te blijven. Ze zijn er achter gekomen, dat
je niet echt bent Je kunt ieder oogenbllk ge
arresteerd worden.”
..Dat is een bijzaak. De hoofdzaak is, dat we
nu eerst dit varkentje wasschen. Dan kunnen
we naderhand nog overwegen, wat er met mij
zal gebeuren.”
.Maar maar, wanneer?”
..Daarnet.... een paar minuten geleden, toen
ik hem naar zijn hotel heb gereden. HU had me
gevraagd, met hem te trouwen, voordat ik naar
welke de hoofd
windstreken «ijn.
Zoon van den sta
tionchef: Eh
NoordWest
'Zeid... en Centraal.
(Marius).
kg.
in-
2e
gende generaties met minder gelui)
held zullen zUn uitgerust. Doch daar
leven in vele opzichten sloopend is
biykens de statistieken, de bevolking -
provincie is. welke met versch en gezonc
punsge wicht
de omstan
digheden die bulten de erfelykheld gelegen
rjjn. Uit het psychologisch onderzoek bleek dat
het oriënteeringsvermogen voor een groot ge
deelte als erfeiyk moet worden beschouwd.
Bovendien kwam men tot de ontdekking dat
de meeste tweelingen linksch zijn.
Als een zeer opzienbarend verschijnsel werd
verder geconstateerd, dat tweelingen het spie
gelbeeld van elkaar zijn. Wanneer bjj dein) een
een lichamelijke afwijking aan den rechter
kant wordt geconstateerd, dan is het zoo goed
als zeker dat de ander dezelfde afwijking aan
den linkerkant bezit. Verder kwam vast te
staan dat tweelingen meestal in de laagste
klassen over het algemeen achterbiyven in
verstandelijke ontwikkeling by de andere klas-
genooten, doch dat dese achterstand langzaam
wordt ingehaald, zoodat daarvan op 14-Jarigen
leeftijd weinig of niets meer te bespeuren valt.
Hoe langer hij hem bestudeerde, hoe enthou
siaster hy begon te voelen voor Annie’s plan.
Het kwam hem voor, dat alleen een kort aange
bonden houder van een hondenhospitaal met
dezen merkwaardlgen jongeling kon omgaan.
„Zeg erts,” zei Ogden, „onderneem je dat voor
eigen rekening, of 'werk je met iemand samen.
Misschien met Buck Maginnis en zUn bende?”
,Jk geloof niet, dat ik meneer Maginnis ken.”
.NU is de man, die me het eerst ontvoerde.
Een ingezetene van Dunedin In Nieuw-Zee
land heeft onlangs voor een gering bedrag een
schilderij gekocht dat, naar de bekende Lon-
densche schllderljenhandelaar Barnett heeft
kunnen vaststellen, vrijwel zeker afkomstig is
van Frans Hals.
Het doek stelt voor een Nederlandsch edelman
«6.
22
Door dr. Julius DarAnyl, professor aan de
Pazmany-Unlversltelt te Budapest, werden met
medewerking van zijn assistenten reeds geruimen
tyd in de afdeeling Erfelijkheidsleer en Euge-
netlek van het Instituut voor den Openbaren
Gezondheidsdienst bijzondere studies gemaakt
omtrent de merkwaardige overeenkomsten en
afwijkingen die men by tweelingen kon waar
nemen. Thans zyn door dr. Jankovics ver
schillende interessante resultaten Mntrent deze
onderzoekingen gepubliceerd.
In bedoeld instituut heeft men tot dusver
350 tweellngsparen onderzocht. Aan dit onder
zoek werd door 30 specialisten deelgenomen,
waarbij vooral in het oog werd gehouden en
men zich speciaal ten doel stelde, een ant
woord te kunnen krijgen op de vraag, welke
eigenschappen, kenteekenen of ziekten over
erf elljk zouden zijn.
Zoo werd door den anthropoloog vastgesteld,
j wambuis, een scharlaken mantel, met een me-
Een feit is, dat Frans Hals een groote schil
dersschool had en dat hij gewend was de laat
ste hand te leggen aan de werken zijner leer
lingen. doch volgens Barnett vertoont het schil
derij alle kenmerken van de techniek van den
meester.
Een auto, dia rechts van dan weg stilstaat, be
hoeft gaan andere verlichting te voeren dan aan
zijn llnkerzljwand een naar voren wk en naar
achteren rood licht gevende lamp (gerekend
van da bestuurderultplaau af. (Indien geen enkel
deel van den wagon verder dan 30 meter van oen
brandende straatlantaarn verwijderd Is. mogen
MIe lichten gedoofd zijn.)
.80,
int.
tweede maal met mij van door. Misschien ben
je van Sam?”
„Nee.”
.Nee. Ik dacht het al. Ik heb gehoord, dat
hij getrouwd is en zich uit de zaken heeft terug
getrokken. Ik wou, dat je van Buck's bende was.
De houd van Buck. Toen hij me den vorigen
keer ontvoerde, heb ik een goeden tijd bij hem
gehad. Goed eten en drinken. Toen ik by hem
wegging, kwam er een dame van een van de
kranten en die Interviewde me. Een gek ver
haal was het. Het heette: „Zelfs Ontvoerders
Bergen Een Teeder Hart Onder Een Ruw Utter
ly k." Ik heb het boven In mijn verzameling pers
knipsels. Buck Maginnis had heelemaal geen
goed, teeder hart onder zijn ruw ulteriyk, maar
hij was toch een goeie kerel. Ik mocht hem wel.
Wl) schoten musschen en h(j leerde me pruimen
Tk wou, dat Buck me nog eens kwam stelen.
Maar, als je heelemaal voor eigen rekening
werkt, is dat me natuurlijk ook goed. Vooropge
zet, dat Je op de voorwaarde ingaat.’’
„Je bent inderdaad een verrukkelijk kind.”
.Nou, niet overdrijven. Ik heb genoeg zorgen,
I
n onzen tyd is het rumoer, vergeleken by
een zestig jaar geleden, zoodanig toegeno
men, dat men van een gevaar voor de
volksgezondheid kan spreken en dit dan ook
langzamerhand begint te beseffen, zooals antl-
lawaal-liga’s en -campagnes wel bewijzen. Toch
wordt de rulneerende Invloed, dien het rumoer
van de hedendaagsche jachtige levenswijze doet
gelden, In het algemeen nog sterk onderachat,
en slechts de zenuwartsen weten, hoeveel van
hun patiënten ziek zijn geworden omdat het ze
nuwstelsel den dagelljkschen strijd tegen het
brute lawaai niet meer volhield.
Bijna alle gemechaniseerde beweging gaat
met mln of meer rumoer gepaard, van de
schrijfmachine af tot de motorfiets en de fa
briek toe. En men vergelijke eens de geluiden
van een landelijke herberg met die, welke men
in een steedsche lunchroom op de spitsuren
te hooren krijgt. Of een modern bedrijf, wasu
een goed dozijn schrijf- en rekenmachines te
gen elkander optikken en de telefoon eiken ge
dachtengang onderbreekt, met de rust van een
ouderwetsch kantoor!
Het is waar, dat de stadsbewoner zich sterk
heeft aangepast in dit opzicht, zoodat men de
verwachting wel eens hoort uitspreken, dat vol-
idsgevpellg-
het stads
en het.
lit de
bloed
de stadsbevolking op peil houdt, zal waarschyn-
lljk eer het tegendeel geschieden en de degene
ratie op den duur toenemen.
Intusschen gaat de strijd tegen het rumoer
vooral van de Industrieele ondernemingen uit
en dan natuurlijk geenszins uit menschlievend-
beld. maar eenvoudig, omdat men met de men-
schelljkc arbeidskracht, die duur is, rationeel
wil omgaan. Het is'door voorbeelden practisch
aangetoond, dat de werkkracht nijpt enkel
die van den geestelijken arbeider belangrijk
kan worden opgevoerd door meer stilte in de
omgeving. Men kan hier ernstig rekening mee
houden als met een factor der efficiency.
De prestatie van fabrieksarbeiders, die in
een kort tempo dezelfde bewegingen herhalen,
kan door storend rumoer, dat het eigen rhyth-
me van het werk doodslaat, met een tiende en
meer dalen, terwijl het aantal fouten belangrijk
stijgt. In groote restaurants en hotels wordt
gen. BU onderzoek is gebleken dat de prestaties
van typistes met veertig, zestig, ja met tachtig
procent verbeterden, naar gelang het rumoer
in haar omgeving verminderd werd. In hoeverre
de gezondheid dezer vrouwen erbU gespaard
werd, is niet in cUfers asm te geven, maar de
hoofdzaak is, dat ze gespaard werd.
De posterUen te BerlUn hebben zich derge-
HJke ervaringen ten nutte gpmaakt. In het dl-
rectlegebouw kan van alle vertrekken uit ge
dicteerd worden, dsmr zij met de typekamer te
lefonisch in verbinding staan. Een bijzondere in
richting zorgt ervoor, dat degeen, die aan het
dicteeren is, het geluld van de tikkende «chrljf-
machlne niet hoort. Daardoor wordt dé pres
tatie buitengewoon vergroot.
In de toekomst zal men er wellicht aan gaan
denken, dat niet enkel de arbeid, maar ook de
rust van den mensch beaphermd moet worden
tegen storende invloeden. Doch op het oogen-
bllk is men hiervan nog verre. In alle steden
der wereld verrijzen wonlngblocs. die aan een
mazimalen elsch van comfort voldoen en toch
op den duur onbewoonbaar blijken, omdat men
er, zooals een collega het onlangs noemde, „op
eikaars schoot leeft”. De gehoorigheld der mo
derne bloes is berucht, maar bUzönder berucht
in Amsterdam, wsult geen politie-verordenlng
verbiedt, gedrulsch van allerlle asud te ma
ken, desnoods midden in den nacht, als leder
de zwasu*begeerde rust zoekt Hier is Ieders
huls zijn kasteel, naar het schUnt Maar daar
flatwoningen toch allesbehalve door kasteel-
muren omgrensd worden, integendeel op de
meest lichtzinnige wijze gebouwd blUken, ware
het niet kwaad, indien ook te Amsterdam eens
het verbod kwam, om na negen of tien uur de
omgeving nog van pianospel, gehamer of an
der doordringend geluld te laten genieten. Een
weinig orde en zelfbeheersching op dit gebied
zou niemand schaden en daarbU zeer ten goede
komen aan de nachtrust van kinderen en
zwakken, terwijl ook de zenuwen van de ge
zonden zich beter zouden ontspannen in de
hulselUkheld der avonden.
Het is echter een probleem waaraan wel veel
juridische haken en oogen zullen zitten.
af kan hierin geen wijziging worden gebracht.
I Daar tegenover staat dat het 11c'
voor 75 procent afhankelijk is val
-» yj- Ijn broer Klaas en z*n vrouw waren met
f\/l een reisvereeniging op stap naar Noor-
A. wegen> en hadden gedurende hun af
wezigheid hun spruiten Flip en Dolf, een veél-
belovenden tweeling, aan onze goede zorgen toe
vertrouwd.
M’n vrouw en ik Zaten aan X ontbijt.
„FUp heeft weer gelogen.” begon m’n weder
helft de conversatie en sloeg grimmig tegen het
kopje Van haar el. het product van een Barne-
veldsche kip.
„Heb je gelezen, dat er een
gereden is?” antwoordde Dc,
kranten! ectuur.
^k zeg dat Flip weer gelogen heeft,” her
haalde m’n vrouw met klem.
Nu wist ik hoe laat het was. Het kranten
nieuws was een nutteloos wapen. Ik sloeg m’n
oogen op.
,Ja. t wordt erg.” zei ik.
„Dat wordt t altijd, als je op je genomen hebt
op andermans kinderen te passen. Vooral als t
een tweeling is.
„Onbegrijpelijk, dat tweelingen zóó verschil
lend kunnen zijn,” filosofeerde m’n vrouw.
,J3olf heeft nog nooit gelogen, zoolang hij hier
In huls is. maar van Flip Is t van de week al
vier keer.”
„Nou. en 1 Is pas Woensdag,” mompelde ik
bedenkelijk.
,Nr moet iets gebeuren. Jonas."
„Daar zeg je zoo wat.”
„Wanneer pak Je hem nu eens aan? Wanneer
straf je hem nu eens?” vroeg m’n vrouw met
klimmende drift.
„1 Zal gebeuren. Maar laten we nu verder
ontbijten." Ik nam m’n krant weer op. „Stel
je voor, Truus. een auto in een vijver.”
Ik merkte dadelijk dat ze niet luisterde, want
ze vroeg alleen of het paard verdronken was.
Het ontbfjt verliep verder in stilte.
„Zal je om Flip denken. Jonas?" vroeg m’n
vrouw, toen ze opstond.
„Ik beloof het je.”
Ik zat er aan vast. Ik zou natuurlijk probee-
ren Flip uit m’n geheugen te bannen, maar ik
wist heel goed, dat Truus dat niet zou toelaten,
t Kwam ook precies zoo uit. Tegen een uur
of tien, toen ik juist aan X werk wilde gaan,
stormde ze half verschrikt, half zegevierend,
m’n kantoor, dat ik aan huis heb, binnen.
„Weer een!” riep ze.
„Een wat?” vroeg ik. in de hoop dezen keer
dat ze een nieuwen hoed bedoelde.
„Een leugen! Flip vertelde me net dat hij
geen marmelade gezien heeft en z’n vingers
zitten vol! Je moet hem straffen. Jonas.”
Ik zag geen uitweg
.Dat spreekt vanzelf.” zei Ik. „De vraag Is
alleen maar: hoe zal ik hem straffen? Zal Ik
hem in een hoek zetten?”
„In een hoek zetten?” smaalde m’n vrouw.
Alsof dit wat zou helpen. Neen, je moet hem
een pak slaag geven."
„Inderdaad," zei ik. Ik voelde, dat ze gelijk
had. Maar ik had nog nooit een kind geslagen
en ik had er nog nooit een zien slaan. Ik wist
dus niet goed hoe dat ging. Ik kende de plaats,
maar niet de manier waarop.
„Hand of pantoffel?” vroeg ik.
.pantoffel."
Ik dacht na. Pantoffel halen. Flip zoeken,
pak slaag geven. Dat was de volgorde. Bjj de
deur gekomen, keerde ik me om en vroeg nog
iets.
.Neem Je ze over de knie tegenwoordig? Of
pak je ze zóó maar beet? Of doe je zooals X
uitkomt?”
.JPraat er me alsjeblieft niet meer over!” riep
m’n vrouw. „Ga maar direct naar boven en zorg
"‘to ^ZüS^achtï'ïócttlitate even m’n dBt buiten
brein. Waarom deed ze X Zelf niet? Maar neen,
straffen is mannenwerk. Vastbesloten vefflfef Ik
de kamer.
De gang was leeg. Ik liep naar de trap en
keek naar boven.
„Flip!" riep ik, en legde zooveel gemoedelijk
heid als ik maar kon, in dien éénlettergrepi-
gen naam.
Jimmy vond het moeilijk om daar iets op te
•ëtten. Hij had de mogelijkheden van Ogden’r
•“•kter nog niet heelemaal kunnen peUen.
dellijk gevaar, zich niet langer meer meester te
blijven. Heel 'plotseling, zonder eenige waar
schuwing. was zjj tot de ontdekking gekomen,
dat Jimmy eene eigenschap bezat, die corres
pondeerde met een eigenschap van haarzelf
Zij zou niet hebben kunnen omschrijven, wat
het eigenlijk was. Maar sinds zU de kunst van
zelf-analyse was machtig geworden, wist zij, dat
de kwaliteit, die zU van een man zou verlangen.
o, jat
ook zou herkennen, als zj) het ontmoette
en zjj herkende het in Jimmy. Het was een
zekere roekeloosheid, een lichthartige durf
al llgheid.
„Annle!” zei Jimmy.
„Het is te laat!”
ZU had niet de bedoeling gehad dit te zeg
gen. ZU had willen zeggen, dat er geen Sprake
van kon zUn, dat het ocunogelUk was. Maar haar
hart was haar geest voorgeweest. Er viel een
sluier voor haar oogen weg, zU voelde nu.
waarom zjj zich tot Jimmy aangetrokken had
gevoeld. ZU hoorden bU elkaar, en zU had haar
geluk weggegooid.
„Ik heb beloofd, met Lord Wlsbeach te zullen
trouwen."
Jimmy bleef staan en werd koud als
lijk.
„Heb je Lord Wlsbeach beloofd.... met hem
te zullen trouwen.”
„Maar zie Je dan niet, welk gevaar je loopt?"
„Het kan me niet schelen. Ik wil je helpen.”
,Jk wil het niet hebben.”
„Je moet.”
.Maar wees toch redelijk. Wat zou Je wel van
me moeten denken, als Ik toestond, dat je een
dergelUk gevaar....”
„Ik zou heelemaal niet anders over je den
ken, dat tot nu toe Mijn meening over jóu staat
nu eenmaal vast. Niets kan die veranderen, Ik ieta was. -dat. zU altijd, had «ekwta
Tïeti geprctïSëFt!,'Je dat'alop' de “boot te ver- - -
tellen, maar je wilde er niet van hooren. Ik vind,
dat je het meest verrukkelijke meisje ter
wereld bent Ik hield van Je. het eerste moment,
dat ik je zag. Ik wist wie ik voor had, toen we
elkaar een halve minuut gezien hadden, in
Londen. Wij waren volmaakt vreemd voor el
kaar, maar toch kende tk je. JU was het meisje,
waar ik mijn heele leven lang naar gezocht had
Goede hemel, en dan spreek JU nog van gevaar.
Begrijp je dan niet, dat in jouw omgeving te
ZUn. met je te praten en met je samen te wer
ken aan het uitvoeren van dat plannetje, alle
gedachte aan gevaar verre houdt? Ik zou alles
voor Je willen doen, en dan verlang je van me.
dat ik me terugtrek, zoodra er sprake is van
een beetje gevaar?”
Annle was achteruitgeloopen tot bU de deur
en stond hem met groote open oogen aan te
kijken. Met andere jongelui, die allen wel onge
veer hetzelfde gezegd hadden, had zU altijd goed
weten om te springen. ZU hield zich koel en was
vastbesloten, op hun pleidooien niet in te gaan.
Maar nu klopte haar hart sneller, en de koele
vastbeslotens Annle Chester was in onmid-
l
y-. e afschuwelUke schoolramp, die te New
I 1 London is gebeurd en waarbij honderden
kinderen onder puin zUn bedolven of
door het vuur omgekomen, heeft ieder, die er
van hoorde met ontzetting vervuld.
De Fransche journalist Jacques Transalès, die
direct na de ramp het terrein van het drama
heeft bezocht, vertelt in het onderstaande pre
cies hoe het daar is toegegaan.
Plotseling, even voor vier, verscheurde een
fantastische vlam de lucht. Dak en muren van
het ontzaglUk groote gebouw werden als door
een vulcanlsche uitbarsting in de lucht geslin
gerd. Met een hel^ch gekraak viel het opge
heven gebouw te pletter; toen was er één oogen-
blik van vreeselUke stilte....
Wanneer rampen op een dergelUken grooten
afstand plaats hebben, maken ze minder indruk
op ons. Men is er eenigszins aan gewoon ge
worden dat bepaalde streken steeds het terrein
zijn waar zich natuurrampen en aardbevingen
afspelen. Maar stel u eens voor het leed van
die honderden moeders, wier kind, of waarvan
zelfs meerdere kinderen bij deze ramp om het
leven kwamen.
Wanneer men zich den omvang van deze ver
schrikkelijke ramp, die aan bijna 000 leerlingen
het leven kostte, wil reallseeren, moet men we
ten, dat de scholen daar in Amerika er heel
anders uitzien dan in Europa. Het zUn deer
meer gerieflijk gemeubileerde kazernes, die
vaak door meerdere duizenden leerlingen be
zocht worden. Een dergelUk gebouw was ook
de school van New London, een klein stadje in
Texas, waar de petroleum als het ware uit den
grond opborrelt. Heel deze streek is als een
reusachtig woud van boortorens en de lucht is
er altUd vervuld met een petroleumgeur.
De school van New London was een model
voor de heele streek. Drie of vier jaar geleden
werd zjj gebouwd en er werd onderricht gegeven
in boekhouden, stenografie, en alle soorten van
wetenschappen die het piónleuMfflf1 hief noodlg
heeft. Tegen vier uur in den namiddag (de leer
lingen stonden reeds gereed om naar huls te
gaan) sloeg de onmetelUke vlam op en heel de
school werd als het ware met één slag verbrij
zeld.
Het is onmogelUk een beschrijving te
geven van den angst en de ontzetting, waarmede
de omstanders vervuld werden. Een groot aantal
leerlingen (de school wordt door 1500 scholieren
bezocht) was met hun leeraren in de groote
aula bijeen. In een ander gebouw, op 30 meter
afstand gelegen, waren in de gymnastiekzaal *n
50-tal moeders bijeen, die op hun kind,
wachtten. Vandaar uit sagen zU hoe de n
zich afspeelde. Toen ze de ontploffing hoon
liepen ze naar het raam en zagen daar *n
schuwwekkend schouwspel. Ineens stond,
gebouw in brand en met een ontzettewt EbVi
verdween dé mtóssa in een zuif varTrojfc en stof. [2
Een der vrouwen, die da ramp zag afspelen,
vertelde het volgencfe:
„De ontploffing maakte betrekkelUk weinig
geraas: “n soort doffen knal en nog eenlg onder-
aardsch gerommel en de muren werden als door
een onderaardsche golf opgeheven. Het dak rees
omhöog als het deksel van een bus en stortte
later op de puinhoopen ineen. Dat alles duurde
slechts enkele seconden, en toen stond de boel
reeds in brand. Van alle zijden kwamen de ar
beiders. die in de buurt aan het werk waren,
toesnellen. Razend van smart stortten zij zich
op de puinhoopen, om te trachten nog enkele
bebloede resten van hun kinderen te vinden.”
Toen de nacht viel, ontrolde zich voor het oog
der toeschouwers een fantastisch schouwspel.
De rookende puinhoopen, waaruit nu en dan
vlammen lekten, werden verlicht door het felle
licht van carbidlampen, welker geelachtig schijn
sel aan heel het tooneel een spookachtig aan
zien gaf. De directeur van de school trachtte de
bedroefde ouders te helpen en te troosten, maar
telkens als een lijk van onder de puinhoopen
te voorschijn werd gehaald, speelden zich hart
roerende tooneelen af.
De kerk van de plaats werd onmiddellijk tot
nood-hospltaal Ingericht en weldra waren ze
ven en twintig dokters uit de naburige stad
Dallas op de plaats van de ramp aanwezig.
Roode-Kruis-auto’s reden met hun droeven last
af en aan. De meeste slachtoffers waren kinde
ren van 9 tot 14 jaar.
Een moeder trok een stuk van een klnder-
beentje uit de puinhoopen en schreeuwde: .Ach.
dat is van Jlm, mijn kleinen Jim. Ik herken het
aan zijn tennisschoentjes!”
„Weineen,” zeide de vader. .Je weet tech
wel, dat Jim vóór hij naar school ging nog an
dere schoenen heeft aangetrokken HU is het ze
ker niet!”
En de ouders denken bU zich zelf: ,MUn God,
misschien is hU nog wel In leven!”
De streek waar de school stond is vervuld van
een soort aardgas, dat daar „nat-gas" wordt ge-
noemd. Dit gas is reukloos en om ongelukken te
40 -----
.Dus, kyk nu eens hier," zei Ogden, ,JU en
Ik weten dus, wat we aan elkaar hebben. Ik
ben al twee keer geschaakt in mUn leven en de
eenigén. die er wat mee verdienden, waren de
ontvoerders. Het is heel gemakkelUk voor hen.
Maar zonder my, zouden zU geen cent gekregen
hebben en z’y hebben er nooit aan gedacht, my
voor die bewezen diensten wat te laten deelen
in de winst. Ik kryg er nu zoö’n beetje genoeg
’*n, om me voor het pleizier van anderen te
laten ontvoeren. En Ik heb besloten, dat de
eerstvolgende, die my zou willen ontvoeren, over,
de brug zal moeten komen. BegrUp je? Myn
voorstel is: half om half. Als je er op Ingaat, ben
ik geneigd, je je gang te laten gaan. Mocht Je
er niet voor voelen, dan is die zaak afgedaan,
en dan zul Je werkeiyk weinig kans hebben, om
*ny te pakken te krUgen. Toen ik de vorige
■naai ontvoerd werd, was ik nog maar een
kleine Jongen, maar ik kan nu wel op mezell I
Pelsen. Nu, wat zeg Je daarop?”
Engeland ging, en ik had hem beloofd, op zUn
vraag te antwoorden, als ik terug was. Maar
toen ik terug was. kon ik maar niet tot een
besluit komen. De dagen verliepen, en er scheen
iets te zyn, dat me nog terughield. Het leek
vreemd, om nog langer geen vast besluit te
nemen en toen heb ik op zyn aandringen ge
zegd. dat ik met hem zou trouwen.”
„Maar je kunt toch niet van hem houden?
QngetwyfeM.
Annle keek hem aan.
„Het lUkt wel, alsof er jets met me gebeurd
is. de laatste vyf minuten,” zei ze, .en ik kan
niet duideiyk denken, op het oogenbllk. Een
tydje geleden leek het my er niet veel op «on
te komen. Ik mocht hem wel. Hy zag er goed
uit en leek wel een goed karakter te hebben
ook. Ik voelde, dat we best met elkander zouden
kunnen ópschieten en gelukkig zyn. zooals de
meeste menschen Dat maakt het volmaakte zoo
veel mogelyk naby. voor zoover men dat tegen
woordig bereiken kan, dus.... wel, zoo ging het.”
.Maar Je kunt niet met hem trouwen. Sat M
uitgesloten!”
„Ik heb het beloofd!”
.Dan moet je Je belofte breken!”
,Dat kan ik niet doen!”
„Je moet.”
„Ik kan niet.”
Jimmy snakte naar woorden.
.Maar in dat geval.... dat moet je niet
doenhet is verschrikkeiy kin dit speciale
geval....
voorkomen Iaat men het ge woon 1 Uk in de open
lucht verbranden, in kullen, die men in den
grond heeft gegraven. Dit gas heeft ook de
schoolgebouwen vervuld en is plotseling tot ont
ploffing gekomen.
Texas is het nieuwe dorado, waar petroleum-
zoekers hun fortuin trachten te maken. Het is
een heel eigenaardig land. WU ryden met een
snelheid van 100 Kilometer over den eindeloos
langen weg. die sinds enkele jaren is aangelegd.
Vroeger kende men hier slechts een aaneenscha
keling van kullen en gaten in de roode aarde.
Het landschep biedt een verschrikkeiyk aan
zicht. Geen boom, geen rivier. Links en rechts
van den weg en voor ons, tot in het oneindige,
de uitgestrekte vlakte, waaraan de oorspronke-
lyke bewonen van dit land zoo gehecht zyn,
doch die op een Europeaan den Indruk maakt
van een troostelooze woestyn en geen enkele
bekoring heeft, zooals de vriendeiyke land
streken, die wy in Europa zoo talryk kennen.
Nu en dan ziet men een houten hut. zoo ellen
dig en primitief, dat men eerder aan een stal
dan aan een woning zou denken. En toch hulzen
daar menschen, meestal negers, wy weten niet
waarvan ze bestaan, want rond deze „woningen”
groeit niets. Er is geen levend wezen te bespeu
ren, men ziet alleen een hoop vuilnis en een
hoop oud roest, dat door geen enkelen vuilnis
man zal worden weggehaald.
Deze armoedige hutten met hun vuilnisbelten,
die gewooniyk boven het dak uitsteken en waar
boven meestal het armzalig geraamte staat van
een oud fordje, maken een ongeloofiyk trooste-
loozen indruk. Op ordelooze wyze ryzen de stee
nen muren uit den grond.
Links en rechts, overal, rond de boorputten,
staan de huizen, winkels, eafé’s, een kerk en'een
school, alles schots en scheef door elkaar. Vlak
voor de kerk staat een boortoren en dan nog een
midden op het kerkhof. Dit kerkhof maakt een
vreeselyken indruk Omringd door een hekwerk,
tracht het te gelyken op al de andere kerkho
ven van de wereld, en ongetwyfeld zou het daar
mee ook eenige overeenkomst vertoonen, wan
neer er niet die stalen toren stond, met die ge
weldige pomp, die dag en nacht het vloeibare
goud naar boven pompt.
Tk heb een school gezien, een mooi steenen
gebouw, dat veel overeenkomst vertoont
met een Europeesche Unlversiteit. Enkele jaren
geleden was die school nog een armzalige barak,
maar de onderwijzer sloeg een’ put-*en vond pe
troleum, zoodat hy schatryk werd en deze
prachtige gebouwen kon oprichten.
In hun vrijen tUd spelen een vyftigtal groote
Jongens verstoppertje achter den boorput en de
pomp, die voortdurend de kostbare vloeistof naar
boven brengt, stelt het schoolbestuur In staat
atlassen, boeken en schriften te koopen.
Midden op het station, tusschen een heele ry
rails, staat al weer een boorput. Heel ver in den
omtrek, zoo wyd het oog rijkt, is hier als het
ware een stalen woud uit den grond gerezen.
Daar komt de rykdom uit den grond, maar soms
ook dood en verderf....
Geen antwoord. Ik liep de trap op. Geen spoor
van Flip. Toen dacht ik er aan, dat ik onge
wapend was. Ik ging m’n slaapkamer in en
nam een pantoffel.
Zoo behooriyk uitgerust, ging ik de gang weer
in en riep. Weer geen antwoord. Ik steeg boo
ger, naar de kamer der tweelingen, aarzelde
even en wierp toen de deur open.
Flip stond voor me. „Flip kom eens hier,”
beval Ik.
Maar hy kwam niet. Hy keek me alleen aan
met groote oogen, met iets Oftandigs er in.
„WU Je niet?” vroeg ik.
„Neen,” lispelde hy zacht, maar duldeiyk.
Ik greep Flip by z’n broek en In één wip bad
ik hem over m’n knieën.
.Dat valt mee.” dacht ik.
Maar.... ik had te vroeg gejuicht.
Flip kronkelde.
Ook1 alen en pa
lingen kronke
len, maar ik ge
loof dat hun
kronkelen niets
Is. vergeleken by
X kronkelen van
Flip. Ik kon hem met geen mogeiykheld weer
plat krygen. En toen ontdekte ik dat ik m’n
pantoffel kwyt was. Ze lag op den grond en
lag buiten m’n bereik.
Ik riep: „Truus!" maar m’n vrouw hoorde X
niet. Ze zat op m’n kamer met dX vingers in
dr ooren. En ik kon Flip niet vragen eventjes
te wachten, totdat ik de pantoffel gepakt had.
Ik kon maar één ding doen: den stoel, waarop
ik zat, langzaam naar voren schuiven en zoo
by mb pantoffel komen.
Zoo gedacht, zoo gedaan. Ik raapte baar op
en hield Flip stevig vast. „Een, twee drie....”
Toen schreeuwde een schelle jongensstem
„Ik ben Flip niet! Ik ben Dolf!”
„Waarom zei je dat niet direct?" vroeg ik.
en liet verbouwereerd m’n „pantoufle de luxe”
vallen. De jongen rukte zich los en nam de
beenen. Ik ging naar m’n kantoor.
„En....” vroeg m’n vrouw, „heb je Flip ge
zien?”
Ua,” antwoordde ik woedend, „en hy heeft
weer gelogen!”