1
Het Zeemonster
van
dCctwitAaal wui den daq
ALLE
Een week
Ivol verschrikkingen
Kr
J RKSIMTSPART'J
Een bezoek aan
den Negus
i\rv
1
HET CHRISTENDOM
VRIJDAG 16 APRIL 1937 x
Drama van vertrouwen
Burgeroorlog en handel
De vriende
lijke leugen
Elckerlyc be
1
NAAR HET ENCELSCH
De Jezuïeten terug
naar Goa
Met toestemming van den
president
Stil en eenzaam'leeft de ex-keizer
van Abessipië in *t Bhgelsche
dorpje Bath
b|J verlies van een band,
een voet of een oog.
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TW/NTIG UUR NA HET ONGEVAL
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de ^eeste andere.
2<B
I
„Drein,” zei Piet tegen zijn kameraad, „Ik geloof, dat we
op dit blad zijn Ingevolge dé venekenngsvoorwaarden tegen
zijn,”
1
HOOFDSTUK I
weten, dat Jij in het duister gelaten
mee.
zich opduiken. Hij schrok voornamelijk van de gekke muts die
de man ophad, t Vreemdste wws, dat alle menschen. hier in
de buurt zulke gekke pakjes droegen.
De zee-olifant in den Berlijnschen
Dierentuin wordt gevoederd
Och, reik mij toch de gees’len aan
Tot boete voor de kwade daAn!
gele,
zijn
n het Engelsche dorpje Bath, dat als het
ware heelemaal van
gesloten, leeft stllWn
in een land met veel strulkroovers terecht zün •gekomen. Als
we hier ergens in een herberg gaan slapen, moeten we ons
goed wapenen.” Drein zorgde er voor, toen ze gingen slapen,
om een kastje voor de deur te zetten en alles goed te grendelen.
Bovendien sliep hij met één oog open.
Ik
bü
De Dood: Aanhoor mjj slechts te dezer
stonde,
'Met spoed ben ik aan u gezonden,
Door God van uit des Hemels plein.
Elckerlyc: Aan mij gezonden?
De Dood: Ja ik certein.
Dan gebruikt hij niet alleen een ongewensch-
ten meervoudsvorm, maar een onwaarschijnlijke
zegswijze, want voor den hedendaagschen toe
schouwer in de patronaatszaal zijn die „gees’-
len” toch maar uiterst zinnebeeldig. Voor den
mensch van de vijftiende eeuw, die de Hjf-
straffelüke rechtspraak kende, was het heel an
ders. De geeseling was toen in het alledaagsche
leven wel niet doodgewoon, doch ook niet on
bekend. Men blijft telkens stuiten op hetzelfde
bezwaar. De heele weergave is tweeslachtig, om
dat pater A. N. niet radicaal genoeg den tekst
van het oude spel moderniseerde.
Toch gelooven wij, dat voor katholieke vereeni-
gingen deze bewerking wel verdienstelijk zal
blijken, mede door hetgeen er eigenlijk aan man
man
bwenlichaam
it^ordt. Zijn
gebaren hebben
in
Na het oerwoud volgde een reusachtige vlakte. Reusachtige
spinnen doken hier en daar uit den grond op. Drein Drentel
was er heelemaal niet bang voor, maar Piet Prikkel moest er
niets tan hebben.
Plotsbhng zag Piet Prikkel een soort van struikroover voor
vest leest, vol bewondering voor deze Wester
se iie volken, die hun gedrag alleen beheerscijt
willen zien door de meest verbeven beginse
len.... om korten tijd later tot de bevinding
te komen, dat de regeeringshoofden, evenals
vroeger, haast onafwendbaar geïnspireerd wor
den door hun eigen nationale belangen, waar
voor zfj de verantwoordelijkheid dragen.
Ik stel hem nog een vraag:
Zoudt U bet plan Laval-Hoare aanvaard
hebben?
Als de Volkenbond me gezegd zou heb-
maar zelfs meer nog de bultenlandsche beta
lingen beïnvloed.
De regeering van Burgos heeft verschillende
stappen gedaan om in dit nadeel te voorzien.
Een verklaring, dat bankbiljetten uitgegeven na
18 Juli niet erkend zouden worden, werd ge
steund door een decreet, dat alle bankbiljetten
ongeldig waren, tenzij afgestempeld door de
Bank van Spanje te Burgos. Hierop volgde een
uitgifte van nieuwe bankbiljetten. Geen enkele
van deze maatregelen heeft jMtrouwen kunnen
wekken in de valuta en al'
verblddelijke werking der
dat slecht geld goed geld i
Met medewerking van Dr. Salazar, den ka
tholieken Portugeeschen staatsman, hebben de
Jezuïeten verlof gekregen, om zich weer te gaan
vestigen te Goa, dat enkele eeuwen geleden het
middelpunt van hun missiewerk in het Oosten
was.
Twee plannen worden reeds bestudeerd voor
de stichting van een groot college op den top
van den heuvel Panjlm; deze middelbare school
zal zoowel voor Internen als voor externen zijn,
en zal geheel volgens de moderne eischen zijn
Ingericht. Een nieuw seminarie zal eveneens ge
bouwd worden on het plateau Sallgae, dat B«r-
dez domineert; dit seminarie zal 500 leerlingen
kunnen opnemen, en zal een van de grootste
zijn in de Portugeesche bezittingen; het on
derwijs zal er gemoderniseerd worden en ook de
studie van sociale problemen staat op het pro
gram. De patriarch van Goa heeft een oproen
gericht tot de geloovigen, opdat zij ruimschoots
z->uden bijdragen In de onkosten voor dit groote
werk.
,.Fn hoor je nog wel eens iets van de vrien
den van vroeger?" begon Paul weer.
„Ach. ik heb er geen tijd voor. Ik kom er niet
toe eens iemand op te zoeken. Als Ik jou nu
niet zoo heel toevallig
.Ja, ja,” steunde Pallotin, „dat is maar heel
toevallig."
„Want je weet." ging de kennis verder, Jk
kom nooit dezen kant uit."
„Neen, dat is zoo," zei Pallotin. en hü begon
zich te ergeren, dat hij maar niet het minste
van zijn ouden kameraad zich kon herinneren.
„En hoe is het thuis?" deed Pallotin nog een
verwoede poging.
..Hoe zou het zijn? Een gangetje. Eiken dag
wat anders, meer zorgen dan plelzier. Och, je
kent dat. nietwaar?" zei de kameraad innemend.
Zoo werd het Pallotin toch te bar; straks
zou hjj vastloopen en zou de ander iets zeggen,
waaruit bleek dat Pallotin hem heelemaal niet
kende en hjj had er verschrikkelijk het land
aan een figuur te slaan.
„Beste kerel." begon Pallotin, .Ik mag me
niet langer ophouden, mijn werk wacht me.”
„Dat treft" zej de kennis, ,Jk moet ook ver
der. Ik ga met je mee."
Hulpeloos zag Pallotin om zich heen, hoe zou
hjj dien man kwijt raken. De trouwe kameraad
meende echter, dat Paul den garcon zocht:
„Maak je niet
bezorgd, we
stappen op.
betaal even
den ingang."
En met Pallo-
tin aan zijn zijde,
ging hij ,.den-
zelfden kant
A Is men de politieke complicaties, vast-
ZA zittend aan den Spaanschen burgeroorlog,
1 1 in overweging neemt, en de zeer bijzon
dere moeilijkheden bekijkt, die voortsprulten
uit de verdeellng van het land tusschen de twee
strijdende partijen, trekt het sterk de aandacht
dat men in zoo groote mate handel kan blijven
drijven, aldus merkt de „Financial Times” op
in een artikel, gewijd aan dit onderwerp.
Niettemin, zoo vervolgt het blad, zal de toene
mende bedreiging voor de scheepvaart er toe
leiden, dat die takken van handel, welke tot
dusverre winstgevend zijn geweest, in omvang
afnemen, behalve waar de politiek de leidende
factor vormt.
In dit opzicht zijn Dultschland en Italië,
welke landen de Regeering van Burgos erkend
hebben, natuurlijk in een betere positie dan
andere staten. Zij kunnen gemakkelijk met het
Noorden en het Westen van Spanje handel drij
ven, terwijl tegenovergestelde sympathieën den
grondslag vormen van Rusiands aanzienlijken
handel met het Zuiden en het Oosten. Veel
vuldig is gemeld, dat de toestanden achter de
linies van Generaal Franco eerder het normale
benaderen dan die in het „roode” Spanje, i^aar
de Regeering van Valencia heeft het onschat
bare voordeel een gouddekking te bezitten voos
haar valuta. Dit is een stabiliseerende factor,
veel sterker dan eenlg decreet kan zijn, en
hierdoor worden niet slechts de binnenlandsche,
een soort tweetaligheid door ontstaat, die
noch antiek, noch modern is, b.v.:
Eerst een enkel woord van verontschuldiging
voor de kinderachtige overmoedigheid, die
leidde tot de verschrikkingen, waarvan deze ge-
schiedenls vertelt.
Op mjjn negentienden verjaardag achtte ik,
Bernice Wadman, mij het gelukkigste persoontje
in heel Engeland, ‘s Morgens had ik verschei
dene mooie cadeautjes gekregen en ’s avonds
zou er gedanst worden te mijner eere; dus
bracht ik dien heelen ochtend door met een
zenuwachtig nog de laatste hand leggen aan alle
voorbereidingen voor het feest.
Toen vader die dokter was met een zeer
Bitgebrelde praktijk om twee uur thuis kwam,
om haastig de lunch te gebruiken, bracht hjj
Valentine Brentmore mee. En toen hij mijn
half-verwijtenden blik zag, lachte hij luide.
,Je hoeft je niets te geneeren, Bunny!” riep
hfl. mij even in het oor knijpend. ,Jk heb
Brentmore al gezegd, dat hij zich maar tevre
den moet stellen met een eenvoudige boterham
met kaas. Maar hij wilde je nog even zien, eer
de drukte van- den avond aanbreekt.”
Zoodra vader op zijn tweede ronde vertrokken
was, ging Valentine recht op zijn doel af en
vroeg mij, om de zijne te worden.
Mr. Brentmore was nu ongeveer een jaar in
Earlstok^ geweest en hü was onder de jonge
meisjes zeer gezien, zoodat verreweg de meesten
mij wel benijd zouden hebben. Zijn voorstel
maakte mij dan ook innig gelukkig. Ook geloof
ik, dat ik eemgen triomf voelde, vooral tegen
over Gertrude Manning, de dochter van een
weduwe en de oudste van vjjf meisjes.
Gertrude had zeker haar best gedaan, den
nieuwen bankdirecteur in haar netten te vangen,
al sinds zijn eerste verschijnen onder ons; maar
het was haar niet gelukt. En nu dlenzelïden
avond nog werd onze verloving publiek gemaakt
en ik werd juist wel het nadrukkelijkst geluk-
gewenscht door de oudste Miss Manning. Ik
begreep zeer goed, dat van dit oogenbllk af
haar vriendschap in vijandschap verkeerd was
en tóch toonde zij nü, meer dan ooit verlan
gen naar mijn gezelschap.
Ze maakte er een gewoonte van, om op alle
uren van den dag even bij mij binnen. te vallen
en dan haast onafgebroken over Brentmore te
spreken: over wat hij den avond te voren ge
zegd had; yjat hij den avond daarop zeggen
zóu, enz. enz. enz. tot in het oneindige.
Op een ochtend, ongeveer zes weken na mijn
verjaarspartij, was ik bezig, rekeningen voor
vader uit te schrijven, toen Gertrude ineens
onverwacht vóór mij stond.
^Tk ging hier juist voorbij op weg naar de
-j-j U het tooneelfonds Pieter Langendljk” on-
Lk der directie van Gerard Nielen te Haar-
■*-' lem, waar veel tooneelwerk wordt uitge
geven dat geschikt is voor katholieke dllettan-
tengroepen, verscheen thans een rijmbewerking
van het beroemde 15e-eeuwsche zedenspel: „Den
Spieghel der Sallcheyt van Elckerlyc”. Het is
niet de eerste maal, dat de oude tekst zulk een
verandering onderging. Wjj herinneren ons een
bewerking door pater Trimbos, jaren geleden te
Oisterwijk ten tooneele gebracht door een groep
spelers van de R K Werkliedenvereenlging, on
der regie van broeder Gummarus. De nieuwe
bewerking is van de hand van pater A. N„ een
Franciscaan, die zich tamelijk zorgvuldig houdt
aan den laat-middeleeuwschen tekst, zoodat
hu ook de oude rijmklanken behoudt, waar het
moderne Nederlandsch die niet meer gebruikt,
b.v.: ,De zonde heeft mijn volk verblend” (voor:
verblind, dat echter rijmen moet op kent».
Hoewel men dit moet beschouwen als een zwak
heid van de bewerking, heeft het toch in de ge
geven omstandigheden een zeker voordeel. Iets
van het primitieve bleef namelijk op deze wijze
beter bewaard dan wanneer pater A. N. op eigen
gelegenheid aan het rijmen ware geslagen, ten
koste van de trouw aan het origineel. Van den
anderen kant levert het ook nadeelen op, omdat
keert. De zonderlinge taal verplaatst waarschijn-
Ujk de spelers en de toehoorders lichter in een
andere sfeer en de eenvoudige rijmen, die ietwat
plechtlg-klinkende versmaat, zullen bij primi
tieve spelers den ernst van het spel bevorderen.
Voor haar doel is deze Elckerlyc-bewertang dus
wel geschikt. In ieder geval importeert zu in de
patronaten en gehoorzalen van eenvoudige ver-
eeniglngeft een tekst, die nog heden het volk zal
boelen, en die meer belangstelling verdient dan
de meeste zoogenaamde dilettantenstukken,
welke vaak alleen maar slechte stukken zijn.
de buitenwereld is af-
i eenzaam de ex-kelzer
van Abessinië. het jongste slachtoffer in de
lange rij. die aan de expansiezucht der Euro
peanen ten prooi vieL
Hoeveel souverelne vorsten, zwarte,
bruine en roode van het „Groote Ras”
niet onttroond? Wjj lezen dat in onze geschië-
erge kleur kreeg en wendde mij af naar bet
venster.
„Ik ben blij, dat hij alles voldoende heeft toe
gelicht. Het zou onverdraaglijk zijn, om verlopfd
te wezen met een man, die geheimen voor je
had, vooral omdat je maar zoo weinig van hem
weet. De dominee heeft verleden week nog juist
tegen moeder gezegd, hoe verrast h|j was. toen
hij hoorde van je engagement met mr. Brent
more: .Dokter Wadman heeft Bernice altijd
zoo trouw bewaakt heel haar leven tegen
alle mogeljjk kwaad, dat ik verbaasd was, «toen
ik hoorde, dat zü met mr. Brentmore zou
trouwen. Hjj insinueerde geen kwaad tegen hem.
weet je. Bunny; hij sprak alleen, van hem als
van een man met „een blind verleden" en zei,
hoe hij uit ervaring had geleerd, dat een ver
borgen verleden bijna altijd gelijk stond met een
slecht verleden. Nu, Bunny, ik ben blij, dat er
tenminste geen geheim schuilt achter deze
zaak!"
Ik deed haar uitgeleide en wuifde haar een
glimlachend vaarwel toe; toen keerde ik ijlings
terug, liet mjj in een stoel vallen en bleef in
het vuur staren.
Had Val „een slecht verleden?” Neen; dat
kón en dat wilde ik niet gelooven! Geen man,
die waarlijk iets kwaad had bedreven, kon
praten, zooals Val tegen mijMaar de
dominee zou toch zeker een beter beoordeelaar
van karakters zijn dan ik; en hij had er op
gezinspeeldHad ik mij niet laten verblin
den door een bekoorlijken glimlach, een sym-
patieke stem.
uit. De eenlge redding voor Pal
lotin lag nog in den Metro. Bij de eerste entree
zei Pallotin: .Hier neem ik afscheid van je,
oude jongen, ik moet verder met den Metro."
„Dat is toevallig.” juichte de ander, Jk ook.
Dan praten we nog wat."
Pallotin kreeg het een beetje benauwd, er
hingen druppeltjes zweet op zijn voorhoofd aan
den rand van zijn hoed.
In den trein stiet de kennis Pallotin onder
het gesprek opeens met den elleboog In de rib
ben. .Kijk eens. zie je die?” Tot schrik van
Pallotin wees hij een dame aan. recht over hen.
terwijl hij niet heel zacht opmerkte:
.Ken Je haar nog? Die is er sinds onze jon
gelingsjaren ook niet knapper op geworden!”
Pallotin kleurde, hij kende de dame in het
geheel niet, doch hij loog vriéndelijk: ..Nee,
hé. wat is die veranderd, veel magerder ge
worden. niet?”
.Magerder?" riep zijn metgezel hoogstverwon-
derd uit. .Xe is nooit dikker geweest. Maar het
haar, kerel, zie Je dat niet? Vroeger was ze
bijna zwart en nu.... kastanjerood
Pallotin kreeg een huivering; de dame zag
hem recht in het gezicht. Hij kreeg het gevoel
dat zij alles verstaan had en hem binnen een
enkel oogenbllk te lijf zou gaan.
T)e trein remde.
„Goeie genade, ik moet er hier uit,” riep plot
seling tot Pallotin'» uiterste verrassing de ka-
meraad. .Joop eens bij me aan volgende week.
Beslist doen, hoor! Bel me maar op, of ik thuis
ben.”
„Ja.... Juist.... ja...." stotterde Pallotin
handenschuddend, „maar.... eh.... je num
mer.
„O, het nummer," riep de vriend haastig uit
stappend Pallotin nog toe, „dat vind je lm-'
rners in den gids voor mijn naam!”
De deuren sloten automatisch, de trein reed
verder. Pallotin haalde diep adem, nog onthutst
over de bevrijding, en zag op. Hij staarde recht
in de vijandige oogen van een beleedigde
dame.
meer zou het mij grieven, als zij getuige was
van mjjn ontsteltenis.
,Jk geloof er niets van!” riep ik lomp. ,HÜ
zou niet zijn gegaan, zonder het mij te laten
weten. Wie heeft je gezegd, dat hjj weg was?"
.Maar arme Bunny," zei ie meewarig, „er is,
helaas, geen twijfel aan! Ik zou *t voor jou zoo
graag anders willen, maar ik heb zelf mr.
Brentmore een half uur geleden zien vertrekken.
Ik was naar de kiosk gegaan op het station,
om een geïllustreerd blad te koopen. Hij zei,
dat hij niet wist, wanneer hij terug zou zijn,
maar zeker niet, vóór over een dag of twee,
drie.”
„Maar dan zie ik toch nog niet in, waarom Je
er zoon geheim achter zoudt zoeken. HU is
zeker onverwacht, voor zaken betreffende de
Bank, weggeroepen en heeft geen tijd meer ge
had, om mij te waarschuwen, eer hj) vertrok.
Ik zal wel heel gauw wat van hem hooren."
.Misschien!.... En dat hij voor de Bank op
reis zou zijn neen, dat is niet zoo: hij heeft
mij zelf gezegd, dat het voor particuliere zaken
was.”
Het lag mU op de lippen, te zeggen, dat ze
dan wel groote belangstelling aan den dag
moest gelegd hebben, anders zou hij niet zoo
mededeelzaam zijn geweest; maar ik hield mjj
in. Wilde ze misschien mijn Jalouzie wek
ken?.... Zoo ja. dan zou ze daar toch geen
plezier van hebben. Ik wist heel goed, dat hU
mU, zoodra dit in zün vermogen was. wel uit
Londen zou laten hooren, wat aanleiding gaf
tot <ut overhaast vertrek.
ben, het te aanvaarden, zou ik het onmlddellük
gedaan hebben.
Èen oogenbllk lijkt het me toe, dat een waas
van woorden optrekt en dat ik twee menschen
tegenover elkaar zie: den consul Mussolini
met zün zucht om aan het Romeinsche Rük
expansie te geven, en den Konlng der Kortin
gen met zijn kalme waardigheid. ZU staan te
genover elkaar en ze hebben een oplossing ge
vonden. De vrede blUft gehandhaafd. Maar dan
hoor ik niets dan gepraat in de ruimte, Jurl-
oirche formules, üdele beloften....
De klacht van den Negus achtervolgt me, bet
Is een püniuk iets, waarin *n groote spüt en
een stil verwijt ligt:
En wie zal nu een einde maken aan het
lUden van mijn volk?
Het zal misschien op het tooneel wel gaan
met deze eigenaardige taal, maar bü de lectuur
verzet men zich er tegen. Het woordje „plein”
vooral in verband met het woordje „uit", is wel
heel vreemd niet waar, en de laatste bevestiging,
die in de middeleeuwen heel gewoon was, (ja
ik, neen ik, behoort in eenlge zuidelUke dialec
ten nog heden tot de gewone spraakvormen)
klinkt den hedendaagschen hoorder onwaar-
schUnlUk toe, omdat het antwoord op de vraag:
,Xüt gü aan mü gezonden?” waarbU de nadruz
valt op ,jnü”, dan ook zou moeten zUn, in mo
dern Nederlandsch: JA zeker, aan u.” Door
het behoud van oude klanken, bü vernieuwing
van de taal, heeft Pater A. N den tekst zeker
niet verbeterd! Soms wordt hu er onverstaan
baar door, b.v. waar de Blechte zegt: .Maar
brulk de geesels nog uw tUd”. Het is ook de
vraag, of bü een modemiseering deze mlddel-
eeuwsche penltentlevorm wel behouden diende
te bUJven. Wanneer Elckerlyc uitroept:
alg van de on-
van Gresham,
!t, tijn zilveren
munten opgepot en ontstond er een gebrek aan
kasgeld.
Ofschoon de Regeering van Valencia niet met
deze bUzondere moetUjkheden te kampen had,
heeft zU krachtige maatregelen doorgedreven
om het wegvloelen van kapitaal te verhinderen.
Niettemin behoefden deae maatregelen niet
zoo drastisch te zUn als die van Generaal
Franco, wiens behoefte aan bultenlandsche va
luta In toenemende mate acuut is geworden.
Veertien dagen geleden vaardigde hU een de-
cr^t uit, dat alle bultenlandsche valuta, in het
bezit van Spanjaarden op het grondgebied der
Opstandelingen, dienden te worden uitgeleverd
in ruil voor Pesetas, tegen den koers van 42 Pe
setas in het Pond Sterling. Daar de peseta-
koers in Londen 70 tot 85 nominaal bedraagt,
werd hieruit een groote winst verkregen. In
middels moeten de meeste goederen, welke nfet
krachtens een ruilovereenkomst worden Inge
voerd in vrUe valuta dlkwUls bU vooruitbetaling
voldaan worden. Dit beteekent dat weinig meer
dan voor oorlogsbehoeften kan worden geïm
porteerd. Het credlet der Regeering vafi Va
lencia is aan schommelingen blootgesteld ge
weest, maar staat thans betrekkelUk hoog.
Het blad wUst er nog op, dat het belang dat
Engeland heeft bU den invoer van Sherry en
sinaasappelen, welke beide onder contróle staan
van Generaal Franco, een afzonderlUke clea-
ringsovereenkomst met Franco bUzonder nuttig
zou maken. De moellUkheden van wettelUken
aard, welke hlerbU in het spel zUn, zUn echter
aanzienlUk en zeer waarschUnlUk zal de Spaan-
schehandel grootendeels verder gevoerd wordeip
lan^^de kanalen dér politiek. Gezien het feit,
zoo besluit de „Financial Times”, dat de handel
met landen waar normale toestanden heerschen
door tallooee bepalingen belemmerd wordt, zou
het dwaas zijn te verwachten dat de transacties
met een land, dat verscheurd is door een bur
geroorlog, op eenvoudige wUze kunnen geschie
den.
-j-kaul Pallotin was een goedzak. HU had er
L* een hekel aan, iemand tegen te spreken,
hU gaf een ander liever direct geluk, al
had ie er later dlkwüls spUt van. Pallotin kwam
door zUn overvriendelüke eigenschap soms In
de grootste moellUkheden; dan zuchtte Pallo
tin: het Is niet gemakkelUk, zUn aard te ver
anderen.
Des Maandags deed Paul Pallotin over het
algemeen niet veel, hU kon nog niet goed op
gang komen. Niet voor half in den middag be
gon hU de aardsche zorgen weer op zich te ne
men. Pallotin kon zich dat veroorloven, hu was
müzlekleeraar en ’s Maandags kwam geen leer
ling bU hem vóór drie uur. Van zUn woning
naar de Rue Liberté was niet meer dan een
half uurtje wandelen. Pallotin had daar een
vast café, waar hU op het terras zUn .café
crème" dronk, een paar zUstraten daar van
daan ging hU eten, rustte weer uit in zUn café-
tje en ging met den Métro terug, om van een
stompzlnnlgen leerling onvermoeid zachtaardig
aan te hooren, hoe een klassiek meesterwerk
Werd vermoord.
Op een Maandag in April, toen de Jonge
zonnestralen van een nieuwe lente hem al heer
lijk in den nek kietelden, zat Pallotin genoeg-
lUk aan zUn kopje koffie, toen hU aan den
ingang van het terras iemand allervriendelükst
zag groeten.
„Hartelijke kerel.” dacht Pallotin, „wie sou
er achter me zitten?" HU keek om, maar hU
zag niemand, de vreemdeling groette nog eens
en stak de hand op.
„Zeker kennissen binnen,” meende Pallotin,
maar de heer keek hem strak aan en groettg
voor de derde maal.
„Nee maar, dat is toch niet voor mU bedoeld?
Ik zou niet weten wie....”
Doch de vreemdeling kwam al met groote
passen recht op Pallotin afgestapt, gaf hem
familiair een behoorlUken klap op den schou
der en riep enthousiast:
„Nee maar, ouwe jongen, zag Je me dan
heelemaal niet? Je kent me toch? Hoe maak
je het?”
Pallotin begreep er niets van. hU wilde pro-
testceren, doch zUn oude fout liet hem niet in
den steek en hü antwoordde:
„NatuurlUk. kerel, ken ik je. Nee, ik zag Je
niet. Het gaat me best, hoor. En Jou?"
„Uitstekend," zei de ander en bestelde een
café nolr.
Intusschen vroeg Pallotin zich af wie die
oude kennis in 's hemelsnaam kon zUn. Hü had
er geen flauw idee van, maar hU zou probeeren
er achter te komen.
,J4og altüd aan de café nolr?” vroeg Paul.
,Ja, dat weet Je, ik drink nooit anders.”
Daar schoot Pallotin niet veel mee op; dan
wat anders
„Wat doe je tegenwoordig?"
..Hetzelfde, kerel, onveranderd en altüd het
zelfde. JU ook?"
„Ja, ik ook," antwoordde Pallotin ontnuch
terd. Hü mpest weten wie die oude kennis was.
„t Is een tüd geleden dat ik Je gezien heb,
hé?”
,Ja. geweldig, wat een tüd geleden.”
Pallotin slurpte in één teug zün koffie op,
zoolets was ongehoord.
Juist bracht Margaret een brief binnen met
een enveloppe van de Bank er om.
„Je hebt zóó mün nieuwsgierigheid gaande
gemaakt, dat ik wel eens even küken moet,”
zei ik verontschuldigend:
,Jk ben zóó onverwacht weggeroepen, liefste,
dat ik er zelfs den tüd niet van kon afnemen,
om Je goeden dag te zeggen. Dit is des te ver
drietiger, omdat ik drie, misschien zelfs vier
dagen zal moeten ultblüven.
Je zult de herinnering aan mU toch wel
frisch in Je geheugen bewaren? Ik tel de
uren, dat ik je wéér zal zien!
Tot de dood ons scheidt,
JE VAL BRENTMORE."
Toen ik het laatste woord gelezen had, bleef
Ik, nog steeds met den blik op het papier ge
richt, zitten. Hoe zou ik Gertrude nu kunnen
vertellen, dat zü geluk had; dat er iets geheim
zinnigs was aan de heele zaak; dat Val mü niet
de geringste aanduiding had gegeven van de
aanleiding van zün abrupt vertrek; dat hü er
zelfs niet naar gevraagd had, of ik hem ook
schrüven zou, terwül hü weg was en dat hü
ook geen plaats had genoemd, wssr hü wezen
zou?
Neen, dat kón ik eenvoudig niet; dus loog ik:
„t Is alles een heel doodgewone zaak, maar
waar ik toch liever niet van praten wil; althans
niét, tot Val terugkomt."
„O!” riep Gertrude en stond op.
Ik zag echter aan de uitdrukking van haar
gelaat, hoe zü wel degelük begreep, dat de brief
geen verklaring bevatte. Ik voelde, dat ik een
pastorie,” zei ze, „en dacht, dat ik maar eens
even moest aanloopen, omdat je vanochtend wel
erg neerslachtig zoudt wezen.”
Gelaten legde ik mün pen neer en sloeg het
boek dicht, terwül zü plaats nam in vaders
makkelüken stoel.
„Erg neerslachtig?" herhaalde ik. „Waarom
dan?”
„Och, als Je verloofde weg is, zal Je toch van
zelf niet zoo opgewekt zijn,” meende zü.
schünbaar vol sympathie.
„WAt bedoel Je? Wié is weg?”
Met een gezicht als een vraagteeken riep ze:
„Weet Je *t dan niet? Is het Je dan niet ge
zegd?.... Hoe eigenaardig! Hoe grappig, om er
een geheim van te maken! Waarom eigenlük.
En toch, als ik gedacht had, dat je *t niet wist,
dan zou ik niet gekomen zün. Ik houd er niet
van, in geheimen betrokken te worden."
.Maar dit verzin Je toch zeker zelf?” zei ik.
meer oprecht dan beleefd. „Als Je mü iets te
vertellen hebt, doe het dan en, zoo niet, houd
Je dan niet, of er iets zou zün. Ik ben evenmin
gesteld op geheimen als JU!”
,Den Je boos?” vroeg ze. ,Jk ben boos op
müzelve. dat ik gekomen ben. Maar hoe kon ik
nu ook
was?"
„Wat praat je toch allemaal? Vooruit er
wat meen Je nu?”
„Dat mr. Brentmore voor een paar dagen naar
Londen is gegaan."
Ik schrikte zeker van dit nieuws en het deed
mü ook niet aangenaam aan.cdat ik het zoo
ineens van Gertrude hooren moest; maar nog
-j—'v e Katholieke Universltelt steunen
1 is een praktisch apostolaat en
een ware Kruistocht voor weten
schap en geloof.
denisboeken, als iets wat heel lang geleden ge
beurd is, en dat weinig indruk op ons maakt
Maar van den val van den Negus zün we als’
het ware getuige geweest. Nog slechte enkele
Jaren geleden luisterden wü met graagte naar
de verbaden der reizigers, die de welwillende en
overdadige gastvrüheid hadden mogen genieten
van den .Koning der Koningen”.
Het leek wel, dat Abessinië in de wereld, die
op weg is naar totale industrialisatie, een soort
natuurpark of reservaat ging worden, waar zich
een bepaalde levenswüze en manier van doen
handhaafde, zoo geheel verschillend van de
onze; een wüze, die weliswaar op zeer vele pun
ten bü ons ten achter was, doch op ander ge
bied ons weer verre overtrof.
Toen kwam het rampzalig oogenbllk in de
geschiedenis van Abessinië.
En. zoo vertelt Bertrand de Jouvenel in ,J’In-
translgeant", daar stond ik nu Ineens voor een
groote burgerwoning, met een effen Engelschen
tuin en een prachtig grasveld. Een Abesslnisch
dienaar deed open. x
Eerst ben ik dan enkele oogenblikken in ge
zelschap van een jongeman, die buitengewoon
intelligent is. Strak Hirouy.
Wat het geval van mün keizer nog veel
tragischer maakt dan in gewone gevallen, is
wel, dat het hier een drama wan het vertrou
wen betreft, zei hü-
En wanneer ik dan om eenlge nadere toe
lichting vraag, volstaat mün zegsman met er
aan toe te voegen:
Ge zult het zelf zien.... en begrüpen.
Enkele oogenblikken later sta ik voor* den
Kegus.
Een heel doodgewone kamer. Midden in de
zen burgerlüken salon staat een man met
Aamengevouwen handen, die het I
voorover neigt en mün groet beanb
kleeding en vooral zün gebaren hebben een
soort priesterlük karakter. Er staat in het
vertrek een harde ouderwetsche canapé, waarop
enkele maanden geleden wellicht een oude
dame heeft zitten breien. De Negus neemt
daarop plaats: hü blüft kaarsrecht zitten, zün
handen op de knieën, in de houding van een
monarch.
Als ik hem goed bekük, voel ik plotseling dat
ik veel te groot ben, lomp, iemand met handen
als een aap. Het model van zün gelaat, zün
slanke vingers, dat alles geeft hem een fünheld
als van een orchldée....
Is dat het hoofd van een oorlogszuchtig volk?
ZUn stem is zoo harmonieus, als geschapen om
verzen te zeggen. HU zucht: ,MUn volk zou
zich op een heel andere wüze hebben kunnen
verdedigen dan het- thans gedaan heeft. Maar
wü waren er niet op voorbereid. Dat is mün
schuld. Ik geloofde niet aan een ooriog....”
En langzaam Vervolgt hü danf^Et een stem
waarin iets droomerigs ligt. Na-^ Aderen zin
volgt er een groot stilzwijgen.
Wü waren er weliswaar niet heelemaal
gerust op. dat het buitenland geen oogje had
op ons landDaarom was het voor ons een
groote vreugde, toen wü in 1925 werden toe
gelaten tot den Volkenbond. Wü waren gered,
dachten we. Want bü ons heeft het woord
„bond” een heilige beteekenis. Mün volk heeft
zich daarvan een voorstelling gemaakt, alsof de
hoofden van 52 naties der blanken met mü
waren neergezeten en alsof er een kelk der
verbroedering rondging van hand tot hand. De
bultenlandsche opperhoofden hebben uit den
beker gedronken, dus moesten ze ons helpen.
Langzaam richt hü dan z*n oogen naar mü:
Wü zün een primitief volk, zegt hü dan,
als om zich te verontschuldigen.
De campagne van de „League of Nations
Union” in Engeland en het verschünen van de
Engelsche vloot in de Middellandsche Zee heb
ben U natuurlük nog moed gegeven?
Dan licht hü even het hoofd omhoog. Ja,
dat herinnert hü zich nog. Er ligt voor, een
oogenbllk een glans over zün gelaat.
Toen ik een telegram ontving, waarin
mededeellng werd gedaan, dat Engelsche krui
sers in Gibraltar waren aangekomen, dacht ik
bü mezelf: ik heb toch gelük gehad, dat ik
vertrouwen bleef koesteren. Maar de woorden
besterven hem op de lippen. De kleine handjes
beven lichtelük. En dan zegt de Negus me:
Indien ik het geweten had, zou ik met
münheer Mussolini een accoord hebben geslo
ten. En ik zou aan mün volk die vreeselijke
beproevingen hebben bespaard, die nog niet
ten einde zün.
Dan kükt hü me doordjjngend aan.
Ik was op een dwaalspoor gebracht, zoo
vertelt hü- Het lijkt wel. dat de schuld aan mü
en aan heel mUn ras te wüten is.
Ik zie in den geest, hoe de keizer van Abes-
sintë in zün hoofdstad het Volkenbondshand-
fe ^^evolge dé verzekermgsvoorwaarden tegen E* levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door E* 7een ongeval met p B
ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen éJw/e verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen doodeUJken afloop fclAJwxe
219