1 Het Zeemonster van dCctwitAaal wui den daq ALLE Een week Ivol verschrikkingen Kr J RKSIMTSPART'J Een bezoek aan den Negus i\rv 1 HET CHRISTENDOM VRIJDAG 16 APRIL 1937 x Drama van vertrouwen Burgeroorlog en handel De vriende lijke leugen Elckerlyc be 1 NAAR HET ENCELSCH De Jezuïeten terug naar Goa Met toestemming van den president Stil en eenzaam'leeft de ex-keizer van Abessipië in *t Bhgelsche dorpje Bath b|J verlies van een band, een voet of een oog. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TW/NTIG UUR NA HET ONGEVAL HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de ^eeste andere. 2<B I „Drein,” zei Piet tegen zijn kameraad, „Ik geloof, dat we op dit blad zijn Ingevolge dé venekenngsvoorwaarden tegen zijn,” 1 HOOFDSTUK I weten, dat Jij in het duister gelaten mee. zich opduiken. Hij schrok voornamelijk van de gekke muts die de man ophad, t Vreemdste wws, dat alle menschen. hier in de buurt zulke gekke pakjes droegen. De zee-olifant in den Berlijnschen Dierentuin wordt gevoederd Och, reik mij toch de gees’len aan Tot boete voor de kwade daAn! gele, zijn n het Engelsche dorpje Bath, dat als het ware heelemaal van gesloten, leeft stllWn in een land met veel strulkroovers terecht zün •gekomen. Als we hier ergens in een herberg gaan slapen, moeten we ons goed wapenen.” Drein zorgde er voor, toen ze gingen slapen, om een kastje voor de deur te zetten en alles goed te grendelen. Bovendien sliep hij met één oog open. Ik bü De Dood: Aanhoor mjj slechts te dezer stonde, 'Met spoed ben ik aan u gezonden, Door God van uit des Hemels plein. Elckerlyc: Aan mij gezonden? De Dood: Ja ik certein. Dan gebruikt hij niet alleen een ongewensch- ten meervoudsvorm, maar een onwaarschijnlijke zegswijze, want voor den hedendaagschen toe schouwer in de patronaatszaal zijn die „gees’- len” toch maar uiterst zinnebeeldig. Voor den mensch van de vijftiende eeuw, die de Hjf- straffelüke rechtspraak kende, was het heel an ders. De geeseling was toen in het alledaagsche leven wel niet doodgewoon, doch ook niet on bekend. Men blijft telkens stuiten op hetzelfde bezwaar. De heele weergave is tweeslachtig, om dat pater A. N. niet radicaal genoeg den tekst van het oude spel moderniseerde. Toch gelooven wij, dat voor katholieke vereeni- gingen deze bewerking wel verdienstelijk zal blijken, mede door hetgeen er eigenlijk aan man man bwenlichaam it^ordt. Zijn gebaren hebben in Na het oerwoud volgde een reusachtige vlakte. Reusachtige spinnen doken hier en daar uit den grond op. Drein Drentel was er heelemaal niet bang voor, maar Piet Prikkel moest er niets tan hebben. Plotsbhng zag Piet Prikkel een soort van struikroover voor vest leest, vol bewondering voor deze Wester se iie volken, die hun gedrag alleen beheerscijt willen zien door de meest verbeven beginse len.... om korten tijd later tot de bevinding te komen, dat de regeeringshoofden, evenals vroeger, haast onafwendbaar geïnspireerd wor den door hun eigen nationale belangen, waar voor zfj de verantwoordelijkheid dragen. Ik stel hem nog een vraag: Zoudt U bet plan Laval-Hoare aanvaard hebben? Als de Volkenbond me gezegd zou heb- maar zelfs meer nog de bultenlandsche beta lingen beïnvloed. De regeering van Burgos heeft verschillende stappen gedaan om in dit nadeel te voorzien. Een verklaring, dat bankbiljetten uitgegeven na 18 Juli niet erkend zouden worden, werd ge steund door een decreet, dat alle bankbiljetten ongeldig waren, tenzij afgestempeld door de Bank van Spanje te Burgos. Hierop volgde een uitgifte van nieuwe bankbiljetten. Geen enkele van deze maatregelen heeft jMtrouwen kunnen wekken in de valuta en al' verblddelijke werking der dat slecht geld goed geld i Met medewerking van Dr. Salazar, den ka tholieken Portugeeschen staatsman, hebben de Jezuïeten verlof gekregen, om zich weer te gaan vestigen te Goa, dat enkele eeuwen geleden het middelpunt van hun missiewerk in het Oosten was. Twee plannen worden reeds bestudeerd voor de stichting van een groot college op den top van den heuvel Panjlm; deze middelbare school zal zoowel voor Internen als voor externen zijn, en zal geheel volgens de moderne eischen zijn Ingericht. Een nieuw seminarie zal eveneens ge bouwd worden on het plateau Sallgae, dat B«r- dez domineert; dit seminarie zal 500 leerlingen kunnen opnemen, en zal een van de grootste zijn in de Portugeesche bezittingen; het on derwijs zal er gemoderniseerd worden en ook de studie van sociale problemen staat op het pro gram. De patriarch van Goa heeft een oproen gericht tot de geloovigen, opdat zij ruimschoots z->uden bijdragen In de onkosten voor dit groote werk. ,.Fn hoor je nog wel eens iets van de vrien den van vroeger?" begon Paul weer. „Ach. ik heb er geen tijd voor. Ik kom er niet toe eens iemand op te zoeken. Als Ik jou nu niet zoo heel toevallig .Ja, ja,” steunde Pallotin, „dat is maar heel toevallig." „Want je weet." ging de kennis verder, Jk kom nooit dezen kant uit." „Neen, dat is zoo," zei Pallotin. en hü begon zich te ergeren, dat hij maar niet het minste van zijn ouden kameraad zich kon herinneren. „En hoe is het thuis?" deed Pallotin nog een verwoede poging. ..Hoe zou het zijn? Een gangetje. Eiken dag wat anders, meer zorgen dan plelzier. Och, je kent dat. nietwaar?" zei de kameraad innemend. Zoo werd het Pallotin toch te bar; straks zou hjj vastloopen en zou de ander iets zeggen, waaruit bleek dat Pallotin hem heelemaal niet kende en hjj had er verschrikkelijk het land aan een figuur te slaan. „Beste kerel." begon Pallotin, .Ik mag me niet langer ophouden, mijn werk wacht me.” „Dat treft" zej de kennis, ,Jk moet ook ver der. Ik ga met je mee." Hulpeloos zag Pallotin om zich heen, hoe zou hjj dien man kwijt raken. De trouwe kameraad meende echter, dat Paul den garcon zocht: „Maak je niet bezorgd, we stappen op. betaal even den ingang." En met Pallo- tin aan zijn zijde, ging hij ,.den- zelfden kant A Is men de politieke complicaties, vast- ZA zittend aan den Spaanschen burgeroorlog, 1 1 in overweging neemt, en de zeer bijzon dere moeilijkheden bekijkt, die voortsprulten uit de verdeellng van het land tusschen de twee strijdende partijen, trekt het sterk de aandacht dat men in zoo groote mate handel kan blijven drijven, aldus merkt de „Financial Times” op in een artikel, gewijd aan dit onderwerp. Niettemin, zoo vervolgt het blad, zal de toene mende bedreiging voor de scheepvaart er toe leiden, dat die takken van handel, welke tot dusverre winstgevend zijn geweest, in omvang afnemen, behalve waar de politiek de leidende factor vormt. In dit opzicht zijn Dultschland en Italië, welke landen de Regeering van Burgos erkend hebben, natuurlijk in een betere positie dan andere staten. Zij kunnen gemakkelijk met het Noorden en het Westen van Spanje handel drij ven, terwijl tegenovergestelde sympathieën den grondslag vormen van Rusiands aanzienlijken handel met het Zuiden en het Oosten. Veel vuldig is gemeld, dat de toestanden achter de linies van Generaal Franco eerder het normale benaderen dan die in het „roode” Spanje, i^aar de Regeering van Valencia heeft het onschat bare voordeel een gouddekking te bezitten voos haar valuta. Dit is een stabiliseerende factor, veel sterker dan eenlg decreet kan zijn, en hierdoor worden niet slechts de binnenlandsche, een soort tweetaligheid door ontstaat, die noch antiek, noch modern is, b.v.: Eerst een enkel woord van verontschuldiging voor de kinderachtige overmoedigheid, die leidde tot de verschrikkingen, waarvan deze ge- schiedenls vertelt. Op mjjn negentienden verjaardag achtte ik, Bernice Wadman, mij het gelukkigste persoontje in heel Engeland, ‘s Morgens had ik verschei dene mooie cadeautjes gekregen en ’s avonds zou er gedanst worden te mijner eere; dus bracht ik dien heelen ochtend door met een zenuwachtig nog de laatste hand leggen aan alle voorbereidingen voor het feest. Toen vader die dokter was met een zeer Bitgebrelde praktijk om twee uur thuis kwam, om haastig de lunch te gebruiken, bracht hjj Valentine Brentmore mee. En toen hij mijn half-verwijtenden blik zag, lachte hij luide. ,Je hoeft je niets te geneeren, Bunny!” riep hfl. mij even in het oor knijpend. ,Jk heb Brentmore al gezegd, dat hij zich maar tevre den moet stellen met een eenvoudige boterham met kaas. Maar hij wilde je nog even zien, eer de drukte van- den avond aanbreekt.” Zoodra vader op zijn tweede ronde vertrokken was, ging Valentine recht op zijn doel af en vroeg mij, om de zijne te worden. Mr. Brentmore was nu ongeveer een jaar in Earlstok^ geweest en hü was onder de jonge meisjes zeer gezien, zoodat verreweg de meesten mij wel benijd zouden hebben. Zijn voorstel maakte mij dan ook innig gelukkig. Ook geloof ik, dat ik eemgen triomf voelde, vooral tegen over Gertrude Manning, de dochter van een weduwe en de oudste van vjjf meisjes. Gertrude had zeker haar best gedaan, den nieuwen bankdirecteur in haar netten te vangen, al sinds zijn eerste verschijnen onder ons; maar het was haar niet gelukt. En nu dlenzelïden avond nog werd onze verloving publiek gemaakt en ik werd juist wel het nadrukkelijkst geluk- gewenscht door de oudste Miss Manning. Ik begreep zeer goed, dat van dit oogenbllk af haar vriendschap in vijandschap verkeerd was en tóch toonde zij nü, meer dan ooit verlan gen naar mijn gezelschap. Ze maakte er een gewoonte van, om op alle uren van den dag even bij mij binnen. te vallen en dan haast onafgebroken over Brentmore te spreken: over wat hij den avond te voren ge zegd had; yjat hij den avond daarop zeggen zóu, enz. enz. enz. tot in het oneindige. Op een ochtend, ongeveer zes weken na mijn verjaarspartij, was ik bezig, rekeningen voor vader uit te schrijven, toen Gertrude ineens onverwacht vóór mij stond. ^Tk ging hier juist voorbij op weg naar de -j-j U het tooneelfonds Pieter Langendljk” on- Lk der directie van Gerard Nielen te Haar- ■*-' lem, waar veel tooneelwerk wordt uitge geven dat geschikt is voor katholieke dllettan- tengroepen, verscheen thans een rijmbewerking van het beroemde 15e-eeuwsche zedenspel: „Den Spieghel der Sallcheyt van Elckerlyc”. Het is niet de eerste maal, dat de oude tekst zulk een verandering onderging. Wjj herinneren ons een bewerking door pater Trimbos, jaren geleden te Oisterwijk ten tooneele gebracht door een groep spelers van de R K Werkliedenvereenlging, on der regie van broeder Gummarus. De nieuwe bewerking is van de hand van pater A. N„ een Franciscaan, die zich tamelijk zorgvuldig houdt aan den laat-middeleeuwschen tekst, zoodat hu ook de oude rijmklanken behoudt, waar het moderne Nederlandsch die niet meer gebruikt, b.v.: ,De zonde heeft mijn volk verblend” (voor: verblind, dat echter rijmen moet op kent». Hoewel men dit moet beschouwen als een zwak heid van de bewerking, heeft het toch in de ge geven omstandigheden een zeker voordeel. Iets van het primitieve bleef namelijk op deze wijze beter bewaard dan wanneer pater A. N. op eigen gelegenheid aan het rijmen ware geslagen, ten koste van de trouw aan het origineel. Van den anderen kant levert het ook nadeelen op, omdat keert. De zonderlinge taal verplaatst waarschijn- Ujk de spelers en de toehoorders lichter in een andere sfeer en de eenvoudige rijmen, die ietwat plechtlg-klinkende versmaat, zullen bij primi tieve spelers den ernst van het spel bevorderen. Voor haar doel is deze Elckerlyc-bewertang dus wel geschikt. In ieder geval importeert zu in de patronaten en gehoorzalen van eenvoudige ver- eeniglngeft een tekst, die nog heden het volk zal boelen, en die meer belangstelling verdient dan de meeste zoogenaamde dilettantenstukken, welke vaak alleen maar slechte stukken zijn. de buitenwereld is af- i eenzaam de ex-kelzer van Abessinië. het jongste slachtoffer in de lange rij. die aan de expansiezucht der Euro peanen ten prooi vieL Hoeveel souverelne vorsten, zwarte, bruine en roode van het „Groote Ras” niet onttroond? Wjj lezen dat in onze geschië- erge kleur kreeg en wendde mij af naar bet venster. „Ik ben blij, dat hij alles voldoende heeft toe gelicht. Het zou onverdraaglijk zijn, om verlopfd te wezen met een man, die geheimen voor je had, vooral omdat je maar zoo weinig van hem weet. De dominee heeft verleden week nog juist tegen moeder gezegd, hoe verrast h|j was. toen hij hoorde van je engagement met mr. Brent more: .Dokter Wadman heeft Bernice altijd zoo trouw bewaakt heel haar leven tegen alle mogeljjk kwaad, dat ik verbaasd was, «toen ik hoorde, dat zü met mr. Brentmore zou trouwen. Hjj insinueerde geen kwaad tegen hem. weet je. Bunny; hij sprak alleen, van hem als van een man met „een blind verleden" en zei, hoe hij uit ervaring had geleerd, dat een ver borgen verleden bijna altijd gelijk stond met een slecht verleden. Nu, Bunny, ik ben blij, dat er tenminste geen geheim schuilt achter deze zaak!" Ik deed haar uitgeleide en wuifde haar een glimlachend vaarwel toe; toen keerde ik ijlings terug, liet mjj in een stoel vallen en bleef in het vuur staren. Had Val „een slecht verleden?” Neen; dat kón en dat wilde ik niet gelooven! Geen man, die waarlijk iets kwaad had bedreven, kon praten, zooals Val tegen mijMaar de dominee zou toch zeker een beter beoordeelaar van karakters zijn dan ik; en hij had er op gezinspeeldHad ik mij niet laten verblin den door een bekoorlijken glimlach, een sym- patieke stem. uit. De eenlge redding voor Pal lotin lag nog in den Metro. Bij de eerste entree zei Pallotin: .Hier neem ik afscheid van je, oude jongen, ik moet verder met den Metro." „Dat is toevallig.” juichte de ander, Jk ook. Dan praten we nog wat." Pallotin kreeg het een beetje benauwd, er hingen druppeltjes zweet op zijn voorhoofd aan den rand van zijn hoed. In den trein stiet de kennis Pallotin onder het gesprek opeens met den elleboog In de rib ben. .Kijk eens. zie je die?” Tot schrik van Pallotin wees hij een dame aan. recht over hen. terwijl hij niet heel zacht opmerkte: .Ken Je haar nog? Die is er sinds onze jon gelingsjaren ook niet knapper op geworden!” Pallotin kleurde, hij kende de dame in het geheel niet, doch hij loog vriéndelijk: ..Nee, hé. wat is die veranderd, veel magerder ge worden. niet?” .Magerder?" riep zijn metgezel hoogstverwon- derd uit. .Xe is nooit dikker geweest. Maar het haar, kerel, zie Je dat niet? Vroeger was ze bijna zwart en nu.... kastanjerood Pallotin kreeg een huivering; de dame zag hem recht in het gezicht. Hij kreeg het gevoel dat zij alles verstaan had en hem binnen een enkel oogenbllk te lijf zou gaan. T)e trein remde. „Goeie genade, ik moet er hier uit,” riep plot seling tot Pallotin'» uiterste verrassing de ka- meraad. .Joop eens bij me aan volgende week. Beslist doen, hoor! Bel me maar op, of ik thuis ben.” „Ja.... Juist.... ja...." stotterde Pallotin handenschuddend, „maar.... eh.... je num mer. „O, het nummer," riep de vriend haastig uit stappend Pallotin nog toe, „dat vind je lm-' rners in den gids voor mijn naam!” De deuren sloten automatisch, de trein reed verder. Pallotin haalde diep adem, nog onthutst over de bevrijding, en zag op. Hij staarde recht in de vijandige oogen van een beleedigde dame. meer zou het mij grieven, als zij getuige was van mjjn ontsteltenis. ,Jk geloof er niets van!” riep ik lomp. ,HÜ zou niet zijn gegaan, zonder het mij te laten weten. Wie heeft je gezegd, dat hjj weg was?" .Maar arme Bunny," zei ie meewarig, „er is, helaas, geen twijfel aan! Ik zou *t voor jou zoo graag anders willen, maar ik heb zelf mr. Brentmore een half uur geleden zien vertrekken. Ik was naar de kiosk gegaan op het station, om een geïllustreerd blad te koopen. Hij zei, dat hij niet wist, wanneer hij terug zou zijn, maar zeker niet, vóór over een dag of twee, drie.” „Maar dan zie ik toch nog niet in, waarom Je er zoon geheim achter zoudt zoeken. HU is zeker onverwacht, voor zaken betreffende de Bank, weggeroepen en heeft geen tijd meer ge had, om mij te waarschuwen, eer hj) vertrok. Ik zal wel heel gauw wat van hem hooren." .Misschien!.... En dat hij voor de Bank op reis zou zijn neen, dat is niet zoo: hij heeft mij zelf gezegd, dat het voor particuliere zaken was.” Het lag mU op de lippen, te zeggen, dat ze dan wel groote belangstelling aan den dag moest gelegd hebben, anders zou hij niet zoo mededeelzaam zijn geweest; maar ik hield mjj in. Wilde ze misschien mijn Jalouzie wek ken?.... Zoo ja. dan zou ze daar toch geen plezier van hebben. Ik wist heel goed, dat hU mU, zoodra dit in zün vermogen was. wel uit Londen zou laten hooren, wat aanleiding gaf tot <ut overhaast vertrek. ben, het te aanvaarden, zou ik het onmlddellük gedaan hebben. Èen oogenbllk lijkt het me toe, dat een waas van woorden optrekt en dat ik twee menschen tegenover elkaar zie: den consul Mussolini met zün zucht om aan het Romeinsche Rük expansie te geven, en den Konlng der Kortin gen met zijn kalme waardigheid. ZU staan te genover elkaar en ze hebben een oplossing ge vonden. De vrede blUft gehandhaafd. Maar dan hoor ik niets dan gepraat in de ruimte, Jurl- oirche formules, üdele beloften.... De klacht van den Negus achtervolgt me, bet Is een püniuk iets, waarin *n groote spüt en een stil verwijt ligt: En wie zal nu een einde maken aan het lUden van mijn volk? Het zal misschien op het tooneel wel gaan met deze eigenaardige taal, maar bü de lectuur verzet men zich er tegen. Het woordje „plein” vooral in verband met het woordje „uit", is wel heel vreemd niet waar, en de laatste bevestiging, die in de middeleeuwen heel gewoon was, (ja ik, neen ik, behoort in eenlge zuidelUke dialec ten nog heden tot de gewone spraakvormen) klinkt den hedendaagschen hoorder onwaar- schUnlUk toe, omdat het antwoord op de vraag: ,Xüt gü aan mü gezonden?” waarbU de nadruz valt op ,jnü”, dan ook zou moeten zUn, in mo dern Nederlandsch: JA zeker, aan u.” Door het behoud van oude klanken, bü vernieuwing van de taal, heeft Pater A. N den tekst zeker niet verbeterd! Soms wordt hu er onverstaan baar door, b.v. waar de Blechte zegt: .Maar brulk de geesels nog uw tUd”. Het is ook de vraag, of bü een modemiseering deze mlddel- eeuwsche penltentlevorm wel behouden diende te bUJven. Wanneer Elckerlyc uitroept: alg van de on- van Gresham, !t, tijn zilveren munten opgepot en ontstond er een gebrek aan kasgeld. Ofschoon de Regeering van Valencia niet met deze bUzondere moetUjkheden te kampen had, heeft zU krachtige maatregelen doorgedreven om het wegvloelen van kapitaal te verhinderen. Niettemin behoefden deae maatregelen niet zoo drastisch te zUn als die van Generaal Franco, wiens behoefte aan bultenlandsche va luta In toenemende mate acuut is geworden. Veertien dagen geleden vaardigde hU een de- cr^t uit, dat alle bultenlandsche valuta, in het bezit van Spanjaarden op het grondgebied der Opstandelingen, dienden te worden uitgeleverd in ruil voor Pesetas, tegen den koers van 42 Pe setas in het Pond Sterling. Daar de peseta- koers in Londen 70 tot 85 nominaal bedraagt, werd hieruit een groote winst verkregen. In middels moeten de meeste goederen, welke nfet krachtens een ruilovereenkomst worden Inge voerd in vrUe valuta dlkwUls bU vooruitbetaling voldaan worden. Dit beteekent dat weinig meer dan voor oorlogsbehoeften kan worden geïm porteerd. Het credlet der Regeering vafi Va lencia is aan schommelingen blootgesteld ge weest, maar staat thans betrekkelUk hoog. Het blad wUst er nog op, dat het belang dat Engeland heeft bU den invoer van Sherry en sinaasappelen, welke beide onder contróle staan van Generaal Franco, een afzonderlUke clea- ringsovereenkomst met Franco bUzonder nuttig zou maken. De moellUkheden van wettelUken aard, welke hlerbU in het spel zUn, zUn echter aanzienlUk en zeer waarschUnlUk zal de Spaan- schehandel grootendeels verder gevoerd wordeip lan^^de kanalen dér politiek. Gezien het feit, zoo besluit de „Financial Times”, dat de handel met landen waar normale toestanden heerschen door tallooee bepalingen belemmerd wordt, zou het dwaas zijn te verwachten dat de transacties met een land, dat verscheurd is door een bur geroorlog, op eenvoudige wUze kunnen geschie den. -j-kaul Pallotin was een goedzak. HU had er L* een hekel aan, iemand tegen te spreken, hU gaf een ander liever direct geluk, al had ie er later dlkwüls spUt van. Pallotin kwam door zUn overvriendelüke eigenschap soms In de grootste moellUkheden; dan zuchtte Pallo tin: het Is niet gemakkelUk, zUn aard te ver anderen. Des Maandags deed Paul Pallotin over het algemeen niet veel, hU kon nog niet goed op gang komen. Niet voor half in den middag be gon hU de aardsche zorgen weer op zich te ne men. Pallotin kon zich dat veroorloven, hu was müzlekleeraar en ’s Maandags kwam geen leer ling bU hem vóór drie uur. Van zUn woning naar de Rue Liberté was niet meer dan een half uurtje wandelen. Pallotin had daar een vast café, waar hU op het terras zUn .café crème" dronk, een paar zUstraten daar van daan ging hU eten, rustte weer uit in zUn café- tje en ging met den Métro terug, om van een stompzlnnlgen leerling onvermoeid zachtaardig aan te hooren, hoe een klassiek meesterwerk Werd vermoord. Op een Maandag in April, toen de Jonge zonnestralen van een nieuwe lente hem al heer lijk in den nek kietelden, zat Pallotin genoeg- lUk aan zUn kopje koffie, toen hU aan den ingang van het terras iemand allervriendelükst zag groeten. „Hartelijke kerel.” dacht Pallotin, „wie sou er achter me zitten?" HU keek om, maar hU zag niemand, de vreemdeling groette nog eens en stak de hand op. „Zeker kennissen binnen,” meende Pallotin, maar de heer keek hem strak aan en groettg voor de derde maal. „Nee maar, dat is toch niet voor mU bedoeld? Ik zou niet weten wie....” Doch de vreemdeling kwam al met groote passen recht op Pallotin afgestapt, gaf hem familiair een behoorlUken klap op den schou der en riep enthousiast: „Nee maar, ouwe jongen, zag Je me dan heelemaal niet? Je kent me toch? Hoe maak je het?” Pallotin begreep er niets van. hU wilde pro- testceren, doch zUn oude fout liet hem niet in den steek en hü antwoordde: „NatuurlUk. kerel, ken ik je. Nee, ik zag Je niet. Het gaat me best, hoor. En Jou?" „Uitstekend," zei de ander en bestelde een café nolr. Intusschen vroeg Pallotin zich af wie die oude kennis in 's hemelsnaam kon zUn. Hü had er geen flauw idee van, maar hU zou probeeren er achter te komen. ,J4og altüd aan de café nolr?” vroeg Paul. ,Ja, dat weet Je, ik drink nooit anders.” Daar schoot Pallotin niet veel mee op; dan wat anders „Wat doe je tegenwoordig?" ..Hetzelfde, kerel, onveranderd en altüd het zelfde. JU ook?" „Ja, ik ook," antwoordde Pallotin ontnuch terd. Hü mpest weten wie die oude kennis was. „t Is een tüd geleden dat ik Je gezien heb, hé?” ,Ja. geweldig, wat een tüd geleden.” Pallotin slurpte in één teug zün koffie op, zoolets was ongehoord. Juist bracht Margaret een brief binnen met een enveloppe van de Bank er om. „Je hebt zóó mün nieuwsgierigheid gaande gemaakt, dat ik wel eens even küken moet,” zei ik verontschuldigend: ,Jk ben zóó onverwacht weggeroepen, liefste, dat ik er zelfs den tüd niet van kon afnemen, om Je goeden dag te zeggen. Dit is des te ver drietiger, omdat ik drie, misschien zelfs vier dagen zal moeten ultblüven. Je zult de herinnering aan mU toch wel frisch in Je geheugen bewaren? Ik tel de uren, dat ik je wéér zal zien! Tot de dood ons scheidt, JE VAL BRENTMORE." Toen ik het laatste woord gelezen had, bleef Ik, nog steeds met den blik op het papier ge richt, zitten. Hoe zou ik Gertrude nu kunnen vertellen, dat zü geluk had; dat er iets geheim zinnigs was aan de heele zaak; dat Val mü niet de geringste aanduiding had gegeven van de aanleiding van zün abrupt vertrek; dat hü er zelfs niet naar gevraagd had, of ik hem ook schrüven zou, terwül hü weg was en dat hü ook geen plaats had genoemd, wssr hü wezen zou? Neen, dat kón ik eenvoudig niet; dus loog ik: „t Is alles een heel doodgewone zaak, maar waar ik toch liever niet van praten wil; althans niét, tot Val terugkomt." „O!” riep Gertrude en stond op. Ik zag echter aan de uitdrukking van haar gelaat, hoe zü wel degelük begreep, dat de brief geen verklaring bevatte. Ik voelde, dat ik een pastorie,” zei ze, „en dacht, dat ik maar eens even moest aanloopen, omdat je vanochtend wel erg neerslachtig zoudt wezen.” Gelaten legde ik mün pen neer en sloeg het boek dicht, terwül zü plaats nam in vaders makkelüken stoel. „Erg neerslachtig?" herhaalde ik. „Waarom dan?” „Och, als Je verloofde weg is, zal Je toch van zelf niet zoo opgewekt zijn,” meende zü. schünbaar vol sympathie. „WAt bedoel Je? Wié is weg?” Met een gezicht als een vraagteeken riep ze: „Weet Je *t dan niet? Is het Je dan niet ge zegd?.... Hoe eigenaardig! Hoe grappig, om er een geheim van te maken! Waarom eigenlük. En toch, als ik gedacht had, dat je *t niet wist, dan zou ik niet gekomen zün. Ik houd er niet van, in geheimen betrokken te worden." .Maar dit verzin Je toch zeker zelf?” zei ik. meer oprecht dan beleefd. „Als Je mü iets te vertellen hebt, doe het dan en, zoo niet, houd Je dan niet, of er iets zou zün. Ik ben evenmin gesteld op geheimen als JU!” ,Den Je boos?” vroeg ze. ,Jk ben boos op müzelve. dat ik gekomen ben. Maar hoe kon ik nu ook was?" „Wat praat je toch allemaal? Vooruit er wat meen Je nu?” „Dat mr. Brentmore voor een paar dagen naar Londen is gegaan." Ik schrikte zeker van dit nieuws en het deed mü ook niet aangenaam aan.cdat ik het zoo ineens van Gertrude hooren moest; maar nog -j—'v e Katholieke Universltelt steunen 1 is een praktisch apostolaat en een ware Kruistocht voor weten schap en geloof. denisboeken, als iets wat heel lang geleden ge beurd is, en dat weinig indruk op ons maakt Maar van den val van den Negus zün we als’ het ware getuige geweest. Nog slechte enkele Jaren geleden luisterden wü met graagte naar de verbaden der reizigers, die de welwillende en overdadige gastvrüheid hadden mogen genieten van den .Koning der Koningen”. Het leek wel, dat Abessinië in de wereld, die op weg is naar totale industrialisatie, een soort natuurpark of reservaat ging worden, waar zich een bepaalde levenswüze en manier van doen handhaafde, zoo geheel verschillend van de onze; een wüze, die weliswaar op zeer vele pun ten bü ons ten achter was, doch op ander ge bied ons weer verre overtrof. Toen kwam het rampzalig oogenbllk in de geschiedenis van Abessinië. En. zoo vertelt Bertrand de Jouvenel in ,J’In- translgeant", daar stond ik nu Ineens voor een groote burgerwoning, met een effen Engelschen tuin en een prachtig grasveld. Een Abesslnisch dienaar deed open. x Eerst ben ik dan enkele oogenblikken in ge zelschap van een jongeman, die buitengewoon intelligent is. Strak Hirouy. Wat het geval van mün keizer nog veel tragischer maakt dan in gewone gevallen, is wel, dat het hier een drama wan het vertrou wen betreft, zei hü- En wanneer ik dan om eenlge nadere toe lichting vraag, volstaat mün zegsman met er aan toe te voegen: Ge zult het zelf zien.... en begrüpen. Enkele oogenblikken later sta ik voor* den Kegus. Een heel doodgewone kamer. Midden in de zen burgerlüken salon staat een man met Aamengevouwen handen, die het I voorover neigt en mün groet beanb kleeding en vooral zün gebaren hebben een soort priesterlük karakter. Er staat in het vertrek een harde ouderwetsche canapé, waarop enkele maanden geleden wellicht een oude dame heeft zitten breien. De Negus neemt daarop plaats: hü blüft kaarsrecht zitten, zün handen op de knieën, in de houding van een monarch. Als ik hem goed bekük, voel ik plotseling dat ik veel te groot ben, lomp, iemand met handen als een aap. Het model van zün gelaat, zün slanke vingers, dat alles geeft hem een fünheld als van een orchldée.... Is dat het hoofd van een oorlogszuchtig volk? ZUn stem is zoo harmonieus, als geschapen om verzen te zeggen. HU zucht: ,MUn volk zou zich op een heel andere wüze hebben kunnen verdedigen dan het- thans gedaan heeft. Maar wü waren er niet op voorbereid. Dat is mün schuld. Ik geloofde niet aan een ooriog....” En langzaam Vervolgt hü danf^Et een stem waarin iets droomerigs ligt. Na-^ Aderen zin volgt er een groot stilzwijgen. Wü waren er weliswaar niet heelemaal gerust op. dat het buitenland geen oogje had op ons landDaarom was het voor ons een groote vreugde, toen wü in 1925 werden toe gelaten tot den Volkenbond. Wü waren gered, dachten we. Want bü ons heeft het woord „bond” een heilige beteekenis. Mün volk heeft zich daarvan een voorstelling gemaakt, alsof de hoofden van 52 naties der blanken met mü waren neergezeten en alsof er een kelk der verbroedering rondging van hand tot hand. De bultenlandsche opperhoofden hebben uit den beker gedronken, dus moesten ze ons helpen. Langzaam richt hü dan z*n oogen naar mü: Wü zün een primitief volk, zegt hü dan, als om zich te verontschuldigen. De campagne van de „League of Nations Union” in Engeland en het verschünen van de Engelsche vloot in de Middellandsche Zee heb ben U natuurlük nog moed gegeven? Dan licht hü even het hoofd omhoog. Ja, dat herinnert hü zich nog. Er ligt voor, een oogenbllk een glans over zün gelaat. Toen ik een telegram ontving, waarin mededeellng werd gedaan, dat Engelsche krui sers in Gibraltar waren aangekomen, dacht ik bü mezelf: ik heb toch gelük gehad, dat ik vertrouwen bleef koesteren. Maar de woorden besterven hem op de lippen. De kleine handjes beven lichtelük. En dan zegt de Negus me: Indien ik het geweten had, zou ik met münheer Mussolini een accoord hebben geslo ten. En ik zou aan mün volk die vreeselijke beproevingen hebben bespaard, die nog niet ten einde zün. Dan kükt hü me doordjjngend aan. Ik was op een dwaalspoor gebracht, zoo vertelt hü- Het lijkt wel. dat de schuld aan mü en aan heel mUn ras te wüten is. Ik zie in den geest, hoe de keizer van Abes- sintë in zün hoofdstad het Volkenbondshand- fe ^^evolge dé verzekermgsvoorwaarden tegen E* levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door E* 7een ongeval met p B ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen éJw/e verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen doodeUJken afloop fclAJwxe 219

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 9