DE LEEUW EN DE MUGGEN gezinnen Zoekt gij betrouwbaar j Personeel? I IIUpi^ts*dan voor 80. r GROOTE TON! ALLERLEI DONDERDAG 22 APRIL 1937 TEEKENEN MET LUCIFERS 9 i miiffliiffliniminnfflimifflNfflii^ Een groene Kerstmis, oeen witte Paasch! insecten. Maar als Tonny thuis komt, gaan Pet en jasje uit. Dan is .jgroote Tonny" weer Moeders „kleine guit." h h Tonny kreeg van Mams een jas En een jongenspet, Die hij met een oolijk snuit Qp één oortje zet. Zelfs het leuke hondje Fik Loopt Ton zóó voorbij. En kijkt of hij zeggen wil, ,Zeg eens, wie ben jtjf" s’ 11 h si o d h si Tonny lacht, Tonny stapt Trotsch en blij op straat. Of zoo’n echte jongenspet Hem ook keurig staat! door stormen slaan soms grootere of klei* nere stukken los en die spoelen op het strand aan.** *t Was tijd voor 't middageten geworden. Henk gaf den wieren een veilige plaats, waar ze konden drogen. Men was het alge meen eens, dat deze eerste tocht goede re sultaten had gehad en dat het ook niet de laatste zou zijn, dat stond vast. Wist je, dat je met lucifers zulke aar dige figuren kunt maken? Je moet er na tuurlijk een beetje handigheid voor heb ben, maar dan is het ook een werkje watar je een uurtje heel gezellig mee bezig kunt zjjn. Hoe je het doen moet? Het eenvoudigste is, dat ik je maar wat .„teekeningen” laat zien, die met lucifers gemaakt zijn; jelui kunt dan zelf beproe ven om andere te maken. Hier zjjn ze: leeuw borst „Nu ben jij," zegt moeder trotsch, „Net een groote vent. 'k Wed, dat niemand uit de buurt Jou nu nog herkent!" vanouds op haar geliefd eiland, Ter- schelling. *t Was dit jaar wel vroeg in *t seizoen. En het weer werkte ook niet erg mee: sneeuwbuien, hagelbuien en regen en wind, *t wisselde alles met elkaar af. Mevrouw had nog enkele bezwaren geop perd: 't was zoo koud; er zou niets van komen om naar *t strand te gaan en zoo De aankomst viel mee: weldra vlamde een vroolljk vuur in de kachel en konden de koffers worden uitgepakt. Henk had eenige studieboeken meegenomen. Hij had ontvangen' voor het strandonder- wilde deze liefst Zaterdag eens voorts. Maar mijnheer had den knoop door gehakt, omdat hjj wist, dat er voor de kin deren geen beter plaats was om eens flink uit te rusten, dan op het eiland, waar maar een enkele autobus en vrachtauto zoo nu en dan de stilte verstoorde en waar het verre, vrije uitzicht zoo ruim was, als op geen andere plaats. En de zee zien? Och, ze waren geen van allen voor een beetje kou vervaard. De overtocht viel mee. Wel scheen de zou maar bij tusschenpoozen, maar men was toch veel ,,aan dek**. Wel verstandig, vooral toen Terschelling en Vlieland in zicht kwa men en de boot allergezelligst ging schom melen. Maar *t was al weer over voor nog iemand idee had van zeeziekte en welge- s qc „Zoo, Jan, hoe gaat het tegenwoordig met het slapen? Heb je mijn raad goed opgevolgd en aan één stuk doorgeteld?’* „Ja, ik heb geteld tot 25716.” ..En toen sliep je zeker in?” „Neen, man. Toen liep de wekker af en moest ik mijn bed uit.*’ ■y—e leeuw leeft in de woestijn, waar I 1 bijna geen water te vinden is. Daar- om heeft Onze Lieve Heer gemaakt, dat de leeuw ook maar heel weinig dorst heeft. Nu was er bij uitzondering eens een leeuw, die misschien al te veel vleesch ge geten had en daardoor ergen dórst had. Hij had al dagen lang loopen zoeken naar een beetje water, tot hij op *t laatst een put ontdekte. Het water zag er wel niet erg frisch uit, doch de leeuw wilde er toch maar zijn dorst mee lesschen. Nu wilde het geval, dat er in den put een heele zwerm muggen huisde. Deze had den het natuurlijk niet erg op het gezel schap van den leeuw begrepen. „Oa weg," zelden zij, „wij willen je niet in ons huls.” „Wat?” sprak de leeuw verontwaardigd, „durven jullie zoo tegen mtj te spreken! Ik ben de konlng van de beesten. Alle dieren beven, als zij mijn stem maar hooren. Gaat heen, want ik wil drinken.” „Wij hebben In dezen ouden put gewoond, lang voordat je gebrul door de woestijn weerklonk,” antwoordden de muggen. „Van geslacht op geslacht hebben wij hier ons verblijf gehouden. Als je niet heengaat, sullen wij al onze broers en zusters ter hulp roepen en dan ziet het er slecht voor je uit." lijsten zoek en grondig bewerken. De Vrijdag zou gedeeltelijk besteed wor den aan een voorloopig onderzoek, waar echter niet veel van kwam. Want al werkte het weer mee door een vriendelijk zonnetje, in de duinen stond zooveel water, dat je er wel door kon waden. Iets, waar niemand zin in had. Zoo moest deze poging worden opgegeven. Den volgenden dag zou het op de fiets wel beter gaan. En Inderdaad, het fietspad was er heel wat beter aan toe, dan het gewone voet pad. Wel stonden een paar stukken onder water, maar je kon er langs rijden en zoo het water vermijden. *t Was stil aan het strand, heel weinig vogels, geen- menschen en weinig aange spoelde dingen. Ten minste, dat vonden Toos en Mientje, wat hun niet belette naar elk zandheuveltje te loopen, om te zien of er soms iets bijzonders lag. Henk liep zoo nu en dan een deuntje te fluiten, raapte schelpen op, die hij in kleine doozen be waarde, dan nam hij een wiertakje of maakte een aanteekening op zijn lijst. Men zag aan zijn gezicht, dat de zaken naar zijn zin gingen, al blits de Noord-Westenwind om zijn ooren. Na een goed uur had hij er genoeg van en daar de meisjes niets liever verlangden, dan naar de warme kamer terug te keeren, werd de terugtocht aangevangen. Even voor huis begon het weer eens te sneeuwen met zulke dikke vlokken, dat het wel Kerstmis leek. „Ja”; riep Toos. „Die boer, die ons zoo- even aansprak, had wel gelijk. Een groene Kerstmis geeft een witte Paasch!” Thuis gekomen werden de vondsten op een schaal uitgespreid. De stukken wier werden zoo lang In zoet water gelegd om ze flink af te spoelen. „Kijk, begon Henk en liet een paar aar dige schelpjes zien (flg. D.JMe twee lijken veel op elkaar. Het zijn belde platschelpen. Maar bij de eene soort heeft de rechter- schaal heele fijne streepjes, dat is de rechtsgestreepte platschelp, de ander mist de strepen, dat Is de teere platschelp. Nu zullen de wieren ook wel uitgespoeld zijn. Kijk (flg. 2) hier heb Ik een stuk blaaswier en hier platwler (flg. 3). Nog een derde soort is het knoopwier (flg. 4). Die blaas- vormlge deelen zijn de blazen, die het wier drijvend houden". ^Drijft dat wier dan allemaal in zee?” vroeg Mientje. „Neen, het zit aan steenen vastgegroeld. De lange stengels met de blazen gaan met de golven op en neer. Maar werd woedend. Hij zette een op en voer tegen de mug- De hooge gen uit: „Nietige insecten, kleinsten onder de kleinen. Ik zal jullie allemaal vermoorden. Als Ik zal drinken, zal ik mijn muil wijd opensperren en jullie in één hap verzwel gen.” Toen werden de muggen ook kwaad. Ze begonnen vervaarlijk te gonzen en toen de leeuw op z’n achterpooten ging staan, den „kop ophief en een verschrikkelijk gebrul liet hooren, vloog er 'n heele zwerm muggen op hem af en ze beten hem, zooveel ze maar konden. Ze zwermden voor zijn oogen en in zijn ooren, zoodat de leeuw op *t laatst zoo wanhopig werd, dat hij pardoes in den put sprong. De leeuw had er niet op gerekend, dat de put zoo diep en zoo smal was. Toen hij eenmaal beneden was. kon hij et onmogelijk meer uitkomen. Hij had nu wel zijn dorst gelescht, maar o, wat had FOTOREPORTAGE moed stapte het viertal in „de autobus” DE V PD. t 1 1 n v t t g v 1< n k v> Een veelbesproken figuur. Neville Chamberlain verlaat Downingstreet om zich naar het parlement te begeven ter indiening van de Engelsche be groeting hij *n spijt van zijn gedrag ten opzichte van de muggen. „Was ik maar vriendelijk geweest tegen de muggen,” zei hij bij zichzelf, „Inplaats van trotsch en eigenwijs, want nu ben ik, de konlng der dieren, overwonnen door de nietigste onderdanen uit mijn rijk.” CEDA. Da overstrooming van de Maas heeft verschillende landbouwers in Midden Limburg verrast Het vee dat zich in de walden bevond moest ijlings in veiligheid worden gebracht v 11 11 P n K Minister mr. dr. L N. Deckers heeft Woensdag In tegenwoordigheid van vele autoriteiten, onder wie ook mini ster prol. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, do groote bloemententoonstelling te Boskoop geopend. Een toto tijdens de bezichtiging der expositie De bekende dirigent Erich Kleiber arriveerde Woensdag te Amsterdam voor de repetities en muzikale voor bereiding van de voorstellingen der .Göttordémmerung* van de Wagner- v er een iglng :x •-» idfewsw V c <1 d li 1 f d t d e v r o n h e d v d e c is E 11

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 4