TCetmtfaol
den daq
wui
Het Zeemonster van Nagasaki
IW1T5AL
Bij het negervolkje
van de Kikujus
F 250.-
■T Een week
[vol verschrikkingen
ARBEID VOOR ONS VOLK
R.K.STMTSPARFJ
5
ZEER PRIMITIEVE
INBOORLINGEN
DINSDAG 27 APRIL 1937
De Parapluie
Muurschilderingen
A
L NAAR het encelsch J
Minachting voor de
hygiëne
Voor den vrede in het
Verre Oosten
l
Een gevangene van
Berchtesgaden
CROOTE BUS 40 c POEDER
l
I
I
I
I
Om de goéde en kwade geesten te
bevredigen, schrikt de Kikuju
voor geen enkel offer terug
Magnetische straat
reiniging
-T“
HOHIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 257. zwaarder dan de meeste andere.
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
J
I
l.
„Pardon.
manier
toe.
t
A
en
Muurschildering van Harry Schoon brood in de R.K. kerk te Roosteren
o.
tl
L
Aan de Hongaarsche grens werden Drein en Piet aangehouden
door een grensbeambte. Als 'je wat van het eene land in het
andere brengt, moet je ervoor betalen, zei de beambte. „Hebben
jullie wat bij je?”
10
veronderstel, dat u te moe is. om van-
(Wordt vervolgd)
i
r 1
L
j.
t
koelen hun
len den h«
kleine blnri
wachten dl
in
ten
c,
n
en
noodig
ru
il
25
30
P-
8-
le-
ig-
ig.
en
nt
ht
or
ire
02
5F
oer
elga
>ve
em
nt.
tts
65
1-
;n
3
sr.
Ie
1-
t.,
ie
ie
7»
at.
00
10
90
en
cg-
16,
- waar iedere Moeder „angstig” voor is, om
dat het zoo gauw rood en ontstoken wordt,
blijft blank, zacht en gaaf door regelmatige
behandeling met Zwitsal-Poeder, de „vocht-
keerende” Huid- en Kinderpoeder met de
eigenschappen van Zwitsal - de zalf met
onbegrijpelijke geneeskracht. - Tegen trans
piratie, blaren, verbrande en ontstoken huid
is Zwitsal-Poeder ook voor ouderen geschikt,
zoodat U verstandig doet steeds een bus bij
de hand te houden. 8
De vroegere omgeving van Berghof scheen
niet te voldoen aan de hermetische, contröle
want, volgens Werner, heeft de Duitsche staat
hier reeds 46 hjjizen aangekocht en afgebroken.
Maar de regen werd niet minder. Het regende aan een stuk
door en weldra stond het land een Meter diep onder water,
't Zeemonster kreeg allemaal witte plekken op zijn huid. Dat,'
kwam omdat het niet tegen zoet water kon, daar ging delieele
huid van uitbijten.
„Ik heb niets bij mij.” zei Plet. „En dat dan,” zei de beambte,
terwijl hü op het zeemonster wees. „O, dat is een zeemonster,"
zei Plet, ,Jk wist niet, dat je daarvoor moest betalen. Toen kreeg
hjj een briefje, waarop hij dertig gulden moest betalen. Daarna
konden ze weer verder trekken.
hij weer zichzelf duidelijk
de papieren van den and<\
Hij speelde met zjjn gedi
kon hij wel over de grens
dagen voorsprong krijgen. Mè
hjj kon voorgeven, een zakei
te maken. Maar zijn moeder
it tenslotte gal b<-
Skujus zijn er diep
oort» te verdrijven,
deze' de
Zoodra hij weg was, begon zij af te ^preken,
hoe wij dien middag zouden doorbrengen en
iedere vijf minuten waren bezet, zoodat ik wel
merkte, dat ze niet wenschte terug te komen
op dat gaan naar Jermynstreet; maar tóch kon
ik 't er niet bij laten, zonder nog een poging te
wagen, om het geheim op te lossen;
„En het pakje dan, Mrs. Oarbutt? Het 0akje
schuldbekentenissen? Kunt u den brief krijgen
„Stil!” viel ze mfj in de rede, „daar komt van Mr. Kibble?' "w
meisje nam de kamer scherp op en liep naar
de kast.
„Wat zoekt u. juffrouw Herberts?"
„Ach, het is niets; ik heb mijn parapluie er
gens laten staan."
Hendriks zuchtte opgelucht.
„U moet niet zoo lang werken.” zei het meisje
plotseling scherp, bleef voor Hendriks staan en
keek een beetje onderzoekend tin de boeken.
HU zag eruit alsof ze hem geslagen had.
.Jk moet van alles en nog wat bijwerken."
zei Hendriks.
Juffrouw Herberts begreep hem en beet zich
op de lippen. Dan sprak ze weer met nadruk
.Het staat er met de zaak niet goed voor, wel?
,Moe komt u daarbij?"
.Jk weet immers dat het er heel slecht mee
gaat.” zei ze na een poosje. .Maar misschien
hangt alles er wel van af. dat u den moed niet
laat zakken."
„Kletspraatjes,” dacht hü. wrevelig over haar
zich mengen in zijn zaken en hij wachtte dat
de andere zou gaan. Maar juffrouw Herberts
bleef talmend staan en Hendriks zag haar
frissche gelaatstrekken, waarover het blonde,
kroezige haar een beetje verward krulde. HU
wilde boos zijn, «maar hü verheugd», zich over
haar scherpzinnigheid.
„Wenscht u nog iets, juffrouw Herberts?”
..Ja. word niet kwaad op me, maar u mag
hier vanavond niet langer blUven.” De oogen
van Hendriks fonkelden, maar al gauw begon
hjj verlegen te glimlachen.
„Dat gaat u niets aan, juffrouw Herberts,
laat u dat gezegd zijn.”
Maar zü had moed gekregen. ,Jk ga niet
eerder weg, of u moet meegaan." De ander was
opgestaan en staarde haar haast radeloos aan;
dan voelde hü een hulpelooze dankbaarheid
over zich komen. Hij glimlachte voor zich heen,
knikte en keek in het kleine vergenoegde ge
zicht.
De regen sloeg luidruchtig tegen de ramen;
de wind gierde. „Laat u me nog een poosje hier
blUven; hoe kan ik nu met zulk weer uitgaan.”
zei Hendriks vriéndelijk.
Alle verlegenheid was plotseling uit het ge
zicht van het meisje verdwenen. Het geluk over
zUn tbegeeflUkheld sprankelde uit haar oogen.
ZU knikte schelms. ..Laat het maar regenen,
mUnheer Hendriks, komt u onder mijn para
pluie, maar u bluft niet hier.” En terwUl haar
stem van Innerlüke vreugde beefde, keek zü
langs hem heen. .Het kan voorkomen, dat ook
mannen een parapluie noodig hebben; wij.
vrouwen, moeten ze dan aanbieden.'
bij frerlies van een hand,
een voet of een oog.
nen vullen. Nu hebben zeker niet alleen de
auto's daaraan schuld we mogen tenminste
veronderstellen, dat het geen kwaadaardige
automobilisten zullen zUn, die de verraderlUke
en gevaarlijke kromme spUkers en de tallooze
punaises rondstrooien doch feit is, dat het
autoverkeer ondertusschen er in elk geval de
meeste onaangenaamheden van onder
vindt.
f In de Canadeesche stad Quebec heeft men een
merkwaardige proefneming verricht, met het.
doel de talrUke auto-ongelukken tengevolge van
op straat liggende metalen voorwerpen te ver
minderen.
Men maakte daarbU gebruik van een nieuwe
straatrelnlgingsmachine, waarvan het hoofdbe
standdeel gevormd werd door een groote mag
neet.
Het eerste experiment strekte zich uit over
een afstand van 6 mUl De magnetische borstel
„veegde" 18 pond spUkers, schroeven en andere
metalen voorwerpen van den weg op!
BU andere ritten verkreeg men daaraan even
redige resultaten.
Deze hebben ook andere Canadeesche steden
ertoe gebracht, tot aanschaffing van dergelUke
relnigingswagens over te gaan.
Ik liet de zaak verder rusten. Morgen om
dezen tüd zouden die vrouw en haar zoon met
al hun geheimzinnigheden en intrigues mü niéts
meer zün! Ze zouden geheel verdwenen wezen
uit min leven. Had ik self al niet genoeg
moeilükheden. om nu nog betrokken te worden
bij dingen, die mij niet aangingen? Natuurlijk,
als mun voorgenomen bezoek aan den toren
soms tot ontstellende ontdekkingen leidde, dan
zou ik mijn plannen moeten veranderen; maar
dan nóg zou het bijtijds genoeg zijn, mocht dit
soms het geval blijken.
jt. als .er een
feven.” zei ze
nauwelijks wetend, dat ze hardop
sprak, want, toen Ik met grooten nadruk ver
klaarde. dat ik dit toch nooit zou hebben ge-
verontschuldlgingen aan.
geheel niet gemeend als een
Phillips. Ik dacht alleen, dat het
:er zou zjjn geweest in dit
i verstoord mjjn zoon zal
dat ik die schuldbekente-
overgenomen.” Dacht ze
jeloofde in dit sprookje?
Om zeven uur waren we alweer op de Abbey
terug.
„Ik
avond het oude huis nog eens rond te gaan. Miss
Phillips.” zei Consuelo, toen wij een paar minu
ten* bij het vuur in de hall uitrustten, eer we
naar boven gingen.
.Meende je nu dan ook dadelijk, Con?" vroeg
Mrs. Garbutt. „We dineeren om half acht, dus
zal Miss Philips net even gelegenheid hebben,
om zich wat op te frisschen.”
Dit werd met zoo onmiskenbare bedoeling ge
zegd. dat het gelijk stond met een uitnoodiging,
om met hen te dineeren een invitatie, die ik
onder geenerlei omstandigheden zou hebben
aangenomen, ook al had ze nu niet zoo samen
getroffen met mijn voorgenomen tocht naar de
ruïne
•n, maar er bleef nauwelijks iets
Sa schuldeischers voldaan werden,
ustte op de safe, waarin het geld van
de vennootschap bewaard werd. Wanneer de
ander hem maar niet in den steek gelaten nad.
zou alles nog goed zijn gegaan. Maar dlè nad
zich in veiligheid gesteld en wat ging het hem
aan. wat er van den naam Hendriks terecht
kwam? Hft zag zich plotseling bij de safe staan,
terwijl hij zorgvuldig de papieren van zijn com
pagnon naging, welke hi) met den advocaat had
samengesteld.
Hendriks ging met een ruk rechtop in zijn
bureaustoel zitten, inhaleerde hartstochteijjk
den sigarettenrook en speelde met het sigaret
tendoosje. Als hU nu niet heel goed oppaste,
zou hij zijn zenuwen niet de baas blijven. HU
was niet zoo gezond als juffrouw Herberts, hij
moest zUn kracht sparen. Moeizaam boog hij
Consuelo. Geen woord nu meer daarvan! Kom
je ons halen. Con?” vroeg ze luchtig, toen hU
naderbij kwam en iets mompelde van dat hij
het wachten moe was.
Maar, ondanks hun houding van onbezorgd
heid. zag ik hen blikken van verstandhouding
wisselen, waarna Consuelo heel somber bleef
kUken. Maar toch werd hU gaandeweg wat op
gewekter en, toen de lunch afgeloopen was.
stelde hU voor, of wü dien avond naar de come-
die zouden gaan en in een hotel zouden over
nachten, iets, wat zUn moeder onmiddellUk ver
wierp, op de meest besliste wijze.
.Hu, als de dames mü dan geen gezelschap
willen hpuden,” zei hü. zün overjas aantrek
kend, „dan ga ik alleen."
Mrs. Garbutt stond voor den spiegel haar hoed
op te zetten, toen ze ineens naar hem toeging
en hem enkele scherpe woorden influlsterde,
waarvan ik alleen verstond: „Wat een laf
aard!" en: „Kan daar niet alleen zün.”
Wkt haar argumenten ook waren, ze over
won; en hü ging met de belofte, om om half vüf
weer met ons samen te komen op Waterloo-
„Ik zal geen tUd hebben, om daar vandaag nog
werk van te maken, maar ik zal er morgen
naar zUn kantoor om zenden.”
,Dus dan kent u hem tóch? Die vrouw in
Jermynstreet zal blU zUn, als ze dat hoort. Ze
vroeg mU naar het adres van degene, die ral)
stuurde."
Mrs. Garbutt wendde zich ineens om, met zulk
een heftigheid, dat ik achteruitdeinsde, daar ik
meende, dat ze mij slaan wilde.
MUn beweging deed haar haar zelfbeheer-
schlng herwinnen en kalm vroeg ze, ofschoon
nog met vernietigenden blik:
.Hebt u haar dat gegeven?”
„Natuurlük niet!” antwoordde ik verontwaar
digd. „Ik wist Immers, dat u uw naam in deze
zaak niet wilde vermeld hebben; dus toen er een
andere bezoeker kwam, eer ik haar vraag be
antwoord had, wachtte ik haar terugkomst niet
af en verliet het huis in alle stilte.
.Het zou Zelfs beter zUn gewe
valsche naam en adres was opg<
peinzend.
Spin-, *u«
klaarde, dat ik dit toch
flfcajr bood ze haar v
.JÏeb^ras in het gel
voorstelj^lss Phillips
misschien TÜUllRPlWcer
geval. Ik weet, npe
wezen, als hü hoort
nissen van hem hen
nu waarlijk, dat ik |e
„En ik heb hem zUn leven lang zóó verwend, dat
JJfc hem nu ook geen onnoodig leed wil doen.”
die buurt in het geheel niet; dus riep ik een
taxi aan en liet mü naar het magazijn van Swan
Edgar brengen.
Zoodra Mrs. Garbutt mU den winkel zag bin
nenkomen met leege handen, veranderde haar
gelaat geheel van uitdrukking, en toen ik dit
waarnam, wist ik met absolute zekerheid, dat ze
tegen mü gelogen had, wat betreft den inhoud
van het pakje; dat hier iets ernstigere achter
school, dan dat zü enkel de gevolgen duchtte
van een „lastige” bul van haar zoon! Er moest
haar dan wel ontzettend veel gelegen zijn pan
het bezit van dat geheimzlmyge pakje, of ze
zou niet zoo ontsteld zün door mijn 'niet-slagen.
Ze had echter even snel haar zelftjeheerschlng
herwonnen als op den vorigen dag, toen ik haar
verschrikt had door mijn geschiedenis, van den
kreet in den toren.
„Dus 't is u niet gelukt?” vroeg ze op stroe-
ven toon.
„Neen, het is mij niet gelukt.”
Toen keerde zü zich om en ging voort met
haar Inkoopen doen; maar blykbaar had ze
moeite, haar gedachten te bepalen bü die onbe-
langrüke dingen.
Geen enkelen keer keek ze naar mü, of sprak
ze tegen mij, tot ze klaar was met haar bestel
lingen; maar niet zoodra waren wU bulten, of
ze zei:
„Laten we hier even voor dien hoedenwinkel
küken en vertel mü dan eens, wat er gebeurd
is.”
,De vrouw des huizes deelde mjj mee. dat
Mr. Kibble order achtergelaten had, dat het
pakje aan niemand afgegeven mocht n
De .nationale Raad der ChristelUke Kerken
in Japan”, die eenigen tüd geleden een beroep
had gedaan op de Christenen van China om
wederzijdsche vriendschappelüke betrekkingen
aan te knoopen, heeft thans van den .Hationalen
Raad der ChristelUke Kerken in China” bericht
ontvangen, dat zU ten zeerste met bedoeld voor-
stel Instemt^en dat ^jAè’Japihsche af ge-'
>rdje, 'vaardigden vah den Natlohalen Raad uitnoo-
digt tot een „bespreking, dte in begiw Mei zal
gehouden worden te Peiping. Sjanghai of el
ders en waar men de juiste middelen zal trach
ten aan te geven voor het bevorderen van den
vrede in het Verre Oosten.
zich over de boeken en schreef met bevenSe
hand post onder post. Maar terwUl hU zUn
oogen op het witte papier gevestigd hield, zag
bü de brandkast,
in de handen,
chten. Als hU wilde,
^men en twee, drie
vertrouwde hem.
eis naar BerlUn
>u hem niet vol
gen, hU mocht ook niet verder denken. HU zag,
hoe de menschen over hem spraken, hoe juf
frouw Herberts inlichtingen over de zaak moest
geven, over de laatste uitgaven aan beambten
en schuldeischers.
I?* tudenf zUn VOórtV. dat bij aankoop Van'
genoeglijk rammelend tweedehands Foi
«n groote zak «werd Mjgeleverd, om-de losse
onderdeelen in te verzamelen, die tUdens den
rit her- en derwaarts vlogen.
Toch zou men met al het oud Uzer, dat op
onze strater^ achterblUft, een flink pakhuis kun-
Waarom zou hU vluchten? HU zou te moe
zUn, ,daar in het buitenland met zUn verleden.
HU zou de kracht missen, om opnieuw te be
ginnen. ZUn handen beroerden de sleutels, die
tusschen de boeken lagen; de gestalte bU de
safe was verdwenen. Maar zUn vingers tastten
nerveus, wanneer zou het tUd zUn. om de safe
te openen? Vandaag niet, morgen misschien?
Plotseling werd er op de deur geklopt: juf-
tfOuw'Herberts kwam binnen en lachte hem op
haar rustige, frissche manier toe. „Pardon
stoor ik? Ik had
nog wat verge
ten."
was
gen.
wat
Hendriks
opgespron-
hU voelde,
dat hU zich on
zinnig verschrikt
had getoond. Het
:uju die tandpUn heeft,
len dat hlj^geen tanden
beeft, maar dat al zUn
d van varkensharen den
Veren.
ook al is zU nog
ie Kikuju-praktizUn
heeft voor iedere
men hetf Böo tioe-
ÏW
of een beroep te
'21 1111 1I - .-. _L..JL
ATT T? A A.TT7* ,C* op dit blad zijn ingevolge de vdjfcekermgsvoorwaarden tegen E* b|J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7^0 een ongeval met
1.1 .r. w w ij ongevallen verzekerd voor een der volgéhde ultkeeringen A WWa verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen *-*"• doodelijken afloop
Dit was dan wel een treemde samenloop!....
Wat deed Valentine Brentmore in dit huis in
Jermynstreet?.... Wie was die geheimzinnige
Mr. Kibble en wat had Valentine met hem uit
te staan? Maar misschien was het ook Mr.
Kibble niet, naar wien hU vroeg. Er waren onge-
twUfeld nog andere pensionnaires in huis.
Gertrude Mannings’ geschiedenis van het
knappe meisje in de taxi flitste mU door het
hpofd en ik vroeg mü al af, of hier ook soms
enkele dames konden wonen.
In ieder geval was het dan wel een hoogst-
elgenaardlg samentreffen, dat Valentine juist
dkkr had aangebeld, op het oogenblik, dat ik
er was.... Zou ik hier den volgenden dag nog
eens aangaan en er achter zien te komen, wat
de reden was, dat Val er zich had vertoond?
Intusschen moest ik teruggaan naar Mrs. Gar
butt; zU zou er zich toch al over verwonderen,
waarom ik mU zoo lang had opgehouden.
Ik was voortgeUld in blinde haast, zonder acht
te slaan op den weg, dien ik volgde en ik kende
kinderen spe- c
;^MvM ên n
rf den akker o
huiswaarts keert. Bijna alle kinderen hebben
wormen, de meeste zelfs een lintworm, die hun
UchamelUk en geestelUk totaal verzwakt. Dien
tengevolge is de kindersterfte enorm en de
kinderen die in leven blUven, zUn zeer onv-
vankelUk voor allerlei ziekten.
Over het alf^meen is hef organisme een uit
stekend terrein voor allerleiziekten, of ze be-
smettelUk zijn of niet. Voortdurend heerschen
hier jwkken, dysenterie en roodvonk, die elk
Jaar duizenden slachtoffers maken. Om zich
te weer te stellen tegen deze ziekten beschikt
de inboorling slechte over de zeer primitieve
wetenschap der toovenaars, medicijnmannen en
andere kwakzalvers. De Kikuju heeft een bui
tengewoon groot vertrouwen in hun praktij
ken. al zUn ze nog zoo rampzalig voor hem
en hU acht hun bekwaamheid veel grooter dan
die van de leden van den sanitalren dienst van
de Engelsche regeering.
Europeanen hebben maar zelden gelegenheid
om de geneeskundige methoden der inboorlin
gen uit het gebied van Kenya te bestudeeren.
De neger bewaart met een buitengewonen na-
Uver zUn „wetenschappelUke” geheimen en de
minste nieuwsgierigheid van de blanken voor
zUn heelkundige praktUken vervult hem met
wantrouwen.
Wanneer men er in zou slagen hem bij
het toepassen van zün „wetenschappelUke”
methoden te verrassen, dan is men met stomme
verbazing geslagen over zooveel onwetendheid
en bijgeloof.
Wanneer b.v. een neger hooge koorts heeft
gooit men hem nu en dan een emmer koud
water over het bloote lUf- Verder laat men
hem aftreksels vah planten en „wonderbaar-
lUke” kruiden drinken en wel in zulke enorme
hoeveelheden dat de patten
fint te braken. Want de K
van overtuigd, dat om de ki
men de gal moet kwUt raken,
koorts verwekt.
Wee dengene, die hoofdpUn heeft of aan
neuralgie lijdt. Mien bindt om zün voorhoofd
een touw, dat men steeds nauwer aanhaalt,
zoodat de oogen van den patiënt uit hun kas
sen pullen. Dan wordt de pünlüke plek met
een mes of met een stuk glas opengekrabt, en
tenslotte wordt heel het hoofd met roet Inge
smeerd.
Ingewandsziekten komen bü deze vegetariërs
slechts zelden voor. Bovendien blüken zü eer.
soort struisvogelmaag te bezitten. Indien zich
echter een geval van ingewandzlekte voordoet
begint de „geneesheer'1 den buik van den pa
tiënt geweldig te masseeren. Indien dan nog
geen verbetering valt te constateeren, gaat hU
met zijn knieën op den buik van den zieke
stampen, totdat de ziekte wel gedwongen is
weg te trekken.... Wanneer men niet weet
wat de patiënt mankeert, wordt het lichaam
ingesmeerd met een aftreksel van een vergif
tige plant. Vergif trekt het vergif aan, zeggen
de Kikujus. en iedere pün wordt veroorzaakt
door een vergif, als tenminste de booze geest
niet de hand in het spel heeft.
Over wonden maken de Kikujus zich niet be
zorgd, ook al zün ze van nog Zoo ernstigen
aard. HU trekt de randen van dg wonden
tegen elkaar en hecht deze aan elkaar met be
hulp vaiT fUne doorns, bü wüze van veilig
heidsspelden: dan is het wachten slechte op
het lldteeken. Als antiseptische middelen gv-
bruikt men slechte stof, zand eh tabak. Trou
wens, zelfs de meest onschuldige wondjes wor
den door de Kikujus met tabakspoeder be
strooid.... 1
Malariapatiënten, wier milt gewoonlijk is op
gezwollen, worden met een sterk verwarmde
metalen staaf bewerkt, zoodat de slachtoffers
brullen van de pün, hetgeen men vaak op een
kilometer afstand kan hooren. Men moet wer-
kelük sterke zenuwen hebben om deze marte
ling te kunnen aanzien.
to het land der Kikujus kan iedereen die in
het bezit is van een tandenpeuteraar het be
roep van tandarts uitoefenen. De voornaamste
behandeling bestaat hierin, dat men het in
strument tusschen de zieke en de gezonde tand
ziet te wringen, waarbü de peuteraar als hef
boom moet dienst doen! Onnoodig te zeggen
dat ook de gezonde tand maar zelden deze
krachtproef kan doorstaan; er is ook büna geen
enkele volwassen Hik
om de eenvoudige réd
meer in zün mond
tanden asm een draa<
nek van een antiloop
Er is geen enkele ziè^
zoo gecompliceerd, waar
gwen raad mee weet I
ilddel. als
de patlët t niet t<
■t, is er oor hem
dere keuze dan te sterven
doen op de toovenaars....
Wel moeiluk valt het den Engelschen, hier
beschavingsarbeid te verrichten.
andaag moest de zaak eigen! Uk al zeer
vroeg gesloten zün geweest. Rie Herberts
moest gauw-gauw haar schrüfipachtne
wat schoonmaken, dan liep ze naar de safe, om
de boeken op te bergen Ze had met Gerard
Hendriks tot laat in den avond gewerkt, stond
of> het punt om heen te gaan en pakte de laat
ste brieven bü elkaar.
.Moet er nog wat bezorgd worden?" zei ze.
met dezelfde opgewektheid als waarmee ze
's morgens op kantoor kwam.
„Ik behoef dus niets mee te nemen?" vroeg
ze nog eens bü de deur. Toen er geen antwoord
kwam, verliet ze het vertrek.
Hendriks zat gebogen over zün boeken. HU
hoorde de stem nog naklinken, maar onbepaald,
want het lot. dat hem slag op slag had toege
bracht. had hem onmachtig en toegeeflijk ge
maakt.
De koopman zat gebogen over zün boeken:
de laatste woorden klonken nog in zün ooren.
HU probeerde ze van zich af te schudden
zUn gedachten op de naaste toekomst te con-
centreeren. Lang rekende hU na. wat hU
zün moeder in de volgende maanden
zouden hebben; zette een streep onder de ver
minderingen. maar er bleef nauwelüks
over, als schuldeischers voldaan
ZUn blik
Men schrüft ons uit Roosteren (L.)
Er zün. Gtxl lof, nog parochieherders in ons
geliefde Zuiden, die zich door Aet crisismonster
niet laten afschrikken en alles met een klnder-
lük vertrouwen in handen stellen van den Al-
vermogenden Schepper. Tot die parochieherders
behoort zeer zeker pastoor Joseph Riga van
Roosteren, die het initiatief heeft genomen den
Maastrlchtschen kunstenaar Henri Schoonbrood
te laten schilderen, om den luister van het
Godshuis te verhoogen.
Vüf groote muurvlakten zün reeds door
Schoonbrood beschilderd, ten eerste de koepel
boven hot altaar met „Zwevende Engelen”, een
banderol dragend met toepasselijke spreuk op
het Allerheiligste.
Op het pjafond van het koor zien we Chris
tus In den Hof van Olüven en Maria Bood
schap en de züwanden zün verlucht met voor
stellingen van den H. Jacobus den Meerderen
en den Llmburgschen heilige Gerlachus.
Als hoofdtoon voor zün schilderingen ge
bruikte Schoonbrood een zachte geel-grüze
kléur, waarop de figuren In sobere kleuren zün
aangebra'cht.
Het ligt in de bedoeling van den kunstenaar
op het plafond der kerk de vüf blüde en
droevige geheimen aan te brengen.
dan aan dengene, die een briefje zou laten zien,
dat hU eigenhandig onderteekend had.”
Mrs. Garbutt lachte en met zóó'n vreemden
klank, dat ik onwillekeurig naar haar küken
moest.
„Het treft mü. van welke kleinigheid het
leven van den mensch soms afhangt," zei ze, als
antwoord op mün vragenden blik. .Hoe vreemd,
dat Ik dat onbeduidend iets van dat briefje ver
geten had! Voor het oogenbllk zullen we er
niet verder over spreken.. Nadat wü geluncht
hebben, zal ik daar wel voor zorgen. U ziet er
toch niet tegenop, om nóg eens te gaan, als ik
het briefje heb?"
„Weet u dan, waar Mr. Kibble is?” riep ik.
„Ik zou weten, waar Mr. Kibble Is?” herhaalde
ze langzaam. „Waarom vraagt u mü dit?”
„Omdat hü al vermist is sinds gisteren-
oochtend vroeg en zün hospita zich ongerust
over hem begint te maken, omdat hü In het ge
heel geen vrienden heeft In Londen.”
„Hoe verschrlkkelük!" merkte zü op, meer tot
zlchzelve dan tot mü en steeds voor zich uit
starend met dien vagen blik. ,Bet lUkt wel het
begin van zoo n mysterieus geval, waarvan je ("station,
wel eens leest in de bladen. U schünt een lang
gesprek te hebben gevoerd met die persoon.
Heeft zé u nog iets anders verteld?”
Dit vragende, hield ze strak den blik op mü
gericht, of ze mü dóór en dóór wilde küken.
„Neen, niets anders.... O. Ja, toch. Eén
ding nog: Ze zei, dat Mr. Kibble rechtstreeks
van de boot bü haar gekomen was, na twin
tig..."
Aan den voet van den Kenya-bcrg, die
Afrika ligt, ten Zuiden van Abessinië en
Oosten van het Victoriameer, is een gebied
van ongeveer 8006 vierkante kilometers, waar
het negervolkje der Kikujus woont. Deze prl-
“mitieve inboorlingen wonen verspied over de
uitgestrekte vlakte. Slechts hier en ater vindt
men kleine nederzettingen, aan alle\kanten
omringd door ondoordringbaar kreupelhout, te-
midden van een waarachtig aardsch paradüs.
De Kikujus zün geen nomaden; zü bewerken
hun akkers en verzorgen hun veestapeL Hun
luiheid en lamlendigheid oefenen geen geluk
kigen invloed uit op hun gestel. De Kikuju
ziet er dan ook heelemaal niet uit als een
athleet. Hü Is meer middelmatig van gestalte,
over ’t algemeen heel mager, hü heeft een zeer
donkere huid, buitengewoon vooruitspringende
jukbeenderen en *n platten neus. Ofschoon hij
op een lage trap van beschaving staat, legt hü
toch weer een ware genialiteit aan den deg
om het verbruik van ztjn krachten tok een
kninimum tertig te brengen.
De Kikuju is een helden en zeer bügeloovlg.
De heele wereld wordt volgens hem beheerscht
door goede en door kwadg^eesten, die voort
durend er op uit zün dm mensch schade
te berokkenen. Om die geesten te bevredigen,
schrikt hü voor geen enkel ofter terug, het
geen tot gevolg heeft dat het vak van toove-
naar in het land der Kikujus een büaonaer
winstgevende betrekking is.
Ofschoon deze landstreek een der meest
vruchtbare is van geheel Afrika heeft de be
volking zich piet ontwikkeld zooals het behoort,
tengevolge van ziekten en epldemlën die haar
declmeeren. Bovendien vertoonen de meeste
Kikujus een minachting, of misschien beter ge
zegd een totale onbekendheid met de meest
elementaire begrippen der hygiëne. Hü deelt
zün ronde hut, waarin geen enkel venster Is
en die nauwelüks vier k vüf meter mlddellün
heeft, met zün schapen en zün geiten. Deze
primitieve woning wemelt van Insecten en
wormen, wier voortplantingsproces door niets
en nlemagd wordt gehinderd. Eert neger, die
zich tenslotte hiervan Iets aantrekt omdat hü
ziet dat hü gevaar loopt levend te worden op
gegeten, ziet geen anderen uitweg dan zün hut
In brand te steken, en op enkele meters af
stand een nieuwe te bouwen. Zoodra de hut
echter begint te branden vluchten de gladde
insecten weg en deze hebben zich reeds voor
den heer des huizes geïnstalleerd en meestal
verheft de nieuwe woning van den Kikuju zich
op een tapüt van wonnen. Zich wasschen be
schouwt de Kikuju als iets wat het leven nut
teloos- moellük maakt. De moeders wasschen
hun *kinderen wel eens op de manier zooals de
lyeren Ukken, De
flftt hun Aifoi
pats tusschen mes
.totdat moeder vt
et Is geen sinecure om Führer te zün, en
zeker niet wanneer men zooveel vüanden
in de wereld telt als de heer Hitler.
Hoe uitgebreid de voorzorgsmaatregelen zün,
die genomen worden voor de vrüheid van on
zen vriend Adolf, wordt beschreven In het blad
„Berner Bund”. Daarin verscheen een artikel
van den Zwitserschen journalist Werner, die
dezer dagen toestemming verkreeg, om den
Dultschen rükskanseher, Adolf Hitler, in zün
particuliere woning Berghof, op den Obersalz-
berg bü Berchtesgaden, een bezoek te brengen.
Kort bulten Berchtesgaden, na de eerste
steile bocht, zoo vertelt hü, is er al prikkel
draad over den weg gespannen, dat ons toe
roept: „Tot hiertoe en niet verder!”
Een kilometer verder Is de weg. dien wü be
gaan, reeds voor nlet-officieel verkeer verbo
den. Particuliere auto's moeten een omweg
maken van 15 KM. Maar ook de auto's, die
binnen dit cordon de villa van Hitler naderen,
en dus al geschift zijn, worden streng bewaakt.
Zoo deelt Werner hierover mede, dat het op
de eenlge plaats, van waaruit Hitler’s huis een
oogenbllk in de verte te zien is, aan alle chauf
feurs nadrukkelUk verboden is, stil te houden.
Het laatste gedeelte van den weg is ook voor
de toegelaten gasten versperd. Aan den voet
van den heuvel, waarop de Villa gelegen is,
staat een bord: ..Verboden weg!”
Eerst dan begint de laatste contröle of liever
de laatste serie contröle-maatregelen. Rond het
huls van den Führer is voor vele mannen iets
te doen. Ononderbroken wordt Hitler’s huls
bewaakt door 150 8S.-mannen en tientallen
controleplaatsen moeten gepasseerd worden om
in de nabüheid te kunnen komen.