TCetmtfaol den daq wui Het Zeemonster van Nagasaki IW1T5AL Bij het negervolkje van de Kikujus F 250.- ■T Een week [vol verschrikkingen ARBEID VOOR ONS VOLK R.K.STMTSPARFJ 5 ZEER PRIMITIEVE INBOORLINGEN DINSDAG 27 APRIL 1937 De Parapluie Muurschilderingen A L NAAR het encelsch J Minachting voor de hygiëne Voor den vrede in het Verre Oosten l Een gevangene van Berchtesgaden CROOTE BUS 40 c POEDER l I I I I Om de goéde en kwade geesten te bevredigen, schrikt de Kikuju voor geen enkel offer terug Magnetische straat reiniging -T“ HOHIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 257. zwaarder dan de meeste andere. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL J I l. „Pardon. manier toe. t A en Muurschildering van Harry Schoon brood in de R.K. kerk te Roosteren o. tl L Aan de Hongaarsche grens werden Drein en Piet aangehouden door een grensbeambte. Als 'je wat van het eene land in het andere brengt, moet je ervoor betalen, zei de beambte. „Hebben jullie wat bij je?” 10 veronderstel, dat u te moe is. om van- (Wordt vervolgd) i r 1 L j. t koelen hun len den h« kleine blnri wachten dl in ten c, n en noodig ru il 25 30 P- 8- le- ig- ig. en nt ht or ire 02 5F oer elga >ve em nt. tts 65 1- ;n 3 sr. Ie 1- t., ie ie 7» at. 00 10 90 en cg- 16, - waar iedere Moeder „angstig” voor is, om dat het zoo gauw rood en ontstoken wordt, blijft blank, zacht en gaaf door regelmatige behandeling met Zwitsal-Poeder, de „vocht- keerende” Huid- en Kinderpoeder met de eigenschappen van Zwitsal - de zalf met onbegrijpelijke geneeskracht. - Tegen trans piratie, blaren, verbrande en ontstoken huid is Zwitsal-Poeder ook voor ouderen geschikt, zoodat U verstandig doet steeds een bus bij de hand te houden. 8 De vroegere omgeving van Berghof scheen niet te voldoen aan de hermetische, contröle want, volgens Werner, heeft de Duitsche staat hier reeds 46 hjjizen aangekocht en afgebroken. Maar de regen werd niet minder. Het regende aan een stuk door en weldra stond het land een Meter diep onder water, 't Zeemonster kreeg allemaal witte plekken op zijn huid. Dat,' kwam omdat het niet tegen zoet water kon, daar ging delieele huid van uitbijten. „Ik heb niets bij mij.” zei Plet. „En dat dan,” zei de beambte, terwijl hü op het zeemonster wees. „O, dat is een zeemonster," zei Plet, ,Jk wist niet, dat je daarvoor moest betalen. Toen kreeg hjj een briefje, waarop hij dertig gulden moest betalen. Daarna konden ze weer verder trekken. hij weer zichzelf duidelijk de papieren van den and<\ Hij speelde met zjjn gedi kon hij wel over de grens dagen voorsprong krijgen. Mè hjj kon voorgeven, een zakei te maken. Maar zijn moeder it tenslotte gal b<- Skujus zijn er diep oort» te verdrijven, deze' de Zoodra hij weg was, begon zij af te ^preken, hoe wij dien middag zouden doorbrengen en iedere vijf minuten waren bezet, zoodat ik wel merkte, dat ze niet wenschte terug te komen op dat gaan naar Jermynstreet; maar tóch kon ik 't er niet bij laten, zonder nog een poging te wagen, om het geheim op te lossen; „En het pakje dan, Mrs. Oarbutt? Het 0akje schuldbekentenissen? Kunt u den brief krijgen „Stil!” viel ze mfj in de rede, „daar komt van Mr. Kibble?' "w meisje nam de kamer scherp op en liep naar de kast. „Wat zoekt u. juffrouw Herberts?" „Ach, het is niets; ik heb mijn parapluie er gens laten staan." Hendriks zuchtte opgelucht. „U moet niet zoo lang werken.” zei het meisje plotseling scherp, bleef voor Hendriks staan en keek een beetje onderzoekend tin de boeken. HU zag eruit alsof ze hem geslagen had. .Jk moet van alles en nog wat bijwerken." zei Hendriks. Juffrouw Herberts begreep hem en beet zich op de lippen. Dan sprak ze weer met nadruk .Het staat er met de zaak niet goed voor, wel? ,Moe komt u daarbij?" .Jk weet immers dat het er heel slecht mee gaat.” zei ze na een poosje. .Maar misschien hangt alles er wel van af. dat u den moed niet laat zakken." „Kletspraatjes,” dacht hü. wrevelig over haar zich mengen in zijn zaken en hij wachtte dat de andere zou gaan. Maar juffrouw Herberts bleef talmend staan en Hendriks zag haar frissche gelaatstrekken, waarover het blonde, kroezige haar een beetje verward krulde. HU wilde boos zijn, «maar hü verheugd», zich over haar scherpzinnigheid. „Wenscht u nog iets, juffrouw Herberts?” ..Ja. word niet kwaad op me, maar u mag hier vanavond niet langer blUven.” De oogen van Hendriks fonkelden, maar al gauw begon hjj verlegen te glimlachen. „Dat gaat u niets aan, juffrouw Herberts, laat u dat gezegd zijn.” Maar zü had moed gekregen. ,Jk ga niet eerder weg, of u moet meegaan." De ander was opgestaan en staarde haar haast radeloos aan; dan voelde hü een hulpelooze dankbaarheid over zich komen. Hij glimlachte voor zich heen, knikte en keek in het kleine vergenoegde ge zicht. De regen sloeg luidruchtig tegen de ramen; de wind gierde. „Laat u me nog een poosje hier blUven; hoe kan ik nu met zulk weer uitgaan.” zei Hendriks vriéndelijk. Alle verlegenheid was plotseling uit het ge zicht van het meisje verdwenen. Het geluk over zUn tbegeeflUkheld sprankelde uit haar oogen. ZU knikte schelms. ..Laat het maar regenen, mUnheer Hendriks, komt u onder mijn para pluie, maar u bluft niet hier.” En terwUl haar stem van Innerlüke vreugde beefde, keek zü langs hem heen. .Het kan voorkomen, dat ook mannen een parapluie noodig hebben; wij. vrouwen, moeten ze dan aanbieden.' bij frerlies van een hand, een voet of een oog. nen vullen. Nu hebben zeker niet alleen de auto's daaraan schuld we mogen tenminste veronderstellen, dat het geen kwaadaardige automobilisten zullen zUn, die de verraderlUke en gevaarlijke kromme spUkers en de tallooze punaises rondstrooien doch feit is, dat het autoverkeer ondertusschen er in elk geval de meeste onaangenaamheden van onder vindt. f In de Canadeesche stad Quebec heeft men een merkwaardige proefneming verricht, met het. doel de talrUke auto-ongelukken tengevolge van op straat liggende metalen voorwerpen te ver minderen. Men maakte daarbU gebruik van een nieuwe straatrelnlgingsmachine, waarvan het hoofdbe standdeel gevormd werd door een groote mag neet. Het eerste experiment strekte zich uit over een afstand van 6 mUl De magnetische borstel „veegde" 18 pond spUkers, schroeven en andere metalen voorwerpen van den weg op! BU andere ritten verkreeg men daaraan even redige resultaten. Deze hebben ook andere Canadeesche steden ertoe gebracht, tot aanschaffing van dergelUke relnigingswagens over te gaan. Ik liet de zaak verder rusten. Morgen om dezen tüd zouden die vrouw en haar zoon met al hun geheimzinnigheden en intrigues mü niéts meer zün! Ze zouden geheel verdwenen wezen uit min leven. Had ik self al niet genoeg moeilükheden. om nu nog betrokken te worden bij dingen, die mij niet aangingen? Natuurlijk, als mun voorgenomen bezoek aan den toren soms tot ontstellende ontdekkingen leidde, dan zou ik mijn plannen moeten veranderen; maar dan nóg zou het bijtijds genoeg zijn, mocht dit soms het geval blijken. jt. als .er een feven.” zei ze nauwelijks wetend, dat ze hardop sprak, want, toen Ik met grooten nadruk ver klaarde. dat ik dit toch nooit zou hebben ge- verontschuldlgingen aan. geheel niet gemeend als een Phillips. Ik dacht alleen, dat het :er zou zjjn geweest in dit i verstoord mjjn zoon zal dat ik die schuldbekente- overgenomen.” Dacht ze jeloofde in dit sprookje? Om zeven uur waren we alweer op de Abbey terug. „Ik avond het oude huis nog eens rond te gaan. Miss Phillips.” zei Consuelo, toen wij een paar minu ten* bij het vuur in de hall uitrustten, eer we naar boven gingen. .Meende je nu dan ook dadelijk, Con?" vroeg Mrs. Garbutt. „We dineeren om half acht, dus zal Miss Philips net even gelegenheid hebben, om zich wat op te frisschen.” Dit werd met zoo onmiskenbare bedoeling ge zegd. dat het gelijk stond met een uitnoodiging, om met hen te dineeren een invitatie, die ik onder geenerlei omstandigheden zou hebben aangenomen, ook al had ze nu niet zoo samen getroffen met mijn voorgenomen tocht naar de ruïne •n, maar er bleef nauwelijks iets Sa schuldeischers voldaan werden, ustte op de safe, waarin het geld van de vennootschap bewaard werd. Wanneer de ander hem maar niet in den steek gelaten nad. zou alles nog goed zijn gegaan. Maar dlè nad zich in veiligheid gesteld en wat ging het hem aan. wat er van den naam Hendriks terecht kwam? Hft zag zich plotseling bij de safe staan, terwijl hij zorgvuldig de papieren van zijn com pagnon naging, welke hi) met den advocaat had samengesteld. Hendriks ging met een ruk rechtop in zijn bureaustoel zitten, inhaleerde hartstochteijjk den sigarettenrook en speelde met het sigaret tendoosje. Als hU nu niet heel goed oppaste, zou hij zijn zenuwen niet de baas blijven. HU was niet zoo gezond als juffrouw Herberts, hij moest zUn kracht sparen. Moeizaam boog hij Consuelo. Geen woord nu meer daarvan! Kom je ons halen. Con?” vroeg ze luchtig, toen hU naderbij kwam en iets mompelde van dat hij het wachten moe was. Maar, ondanks hun houding van onbezorgd heid. zag ik hen blikken van verstandhouding wisselen, waarna Consuelo heel somber bleef kUken. Maar toch werd hU gaandeweg wat op gewekter en, toen de lunch afgeloopen was. stelde hU voor, of wü dien avond naar de come- die zouden gaan en in een hotel zouden over nachten, iets, wat zUn moeder onmiddellUk ver wierp, op de meest besliste wijze. .Hu, als de dames mü dan geen gezelschap willen hpuden,” zei hü. zün overjas aantrek kend, „dan ga ik alleen." Mrs. Garbutt stond voor den spiegel haar hoed op te zetten, toen ze ineens naar hem toeging en hem enkele scherpe woorden influlsterde, waarvan ik alleen verstond: „Wat een laf aard!" en: „Kan daar niet alleen zün.” Wkt haar argumenten ook waren, ze over won; en hü ging met de belofte, om om half vüf weer met ons samen te komen op Waterloo- „Ik zal geen tUd hebben, om daar vandaag nog werk van te maken, maar ik zal er morgen naar zUn kantoor om zenden.” ,Dus dan kent u hem tóch? Die vrouw in Jermynstreet zal blU zUn, als ze dat hoort. Ze vroeg mU naar het adres van degene, die ral) stuurde." Mrs. Garbutt wendde zich ineens om, met zulk een heftigheid, dat ik achteruitdeinsde, daar ik meende, dat ze mij slaan wilde. MUn beweging deed haar haar zelfbeheer- schlng herwinnen en kalm vroeg ze, ofschoon nog met vernietigenden blik: .Hebt u haar dat gegeven?” „Natuurlük niet!” antwoordde ik verontwaar digd. „Ik wist Immers, dat u uw naam in deze zaak niet wilde vermeld hebben; dus toen er een andere bezoeker kwam, eer ik haar vraag be antwoord had, wachtte ik haar terugkomst niet af en verliet het huis in alle stilte. .Het zou Zelfs beter zUn gewe valsche naam en adres was opg< peinzend. Spin-, *u« klaarde, dat ik dit toch flfcajr bood ze haar v .JÏeb^ras in het gel voorstelj^lss Phillips misschien TÜUllRPlWcer geval. Ik weet, npe wezen, als hü hoort nissen van hem hen nu waarlijk, dat ik |e „En ik heb hem zUn leven lang zóó verwend, dat JJfc hem nu ook geen onnoodig leed wil doen.” die buurt in het geheel niet; dus riep ik een taxi aan en liet mü naar het magazijn van Swan Edgar brengen. Zoodra Mrs. Garbutt mU den winkel zag bin nenkomen met leege handen, veranderde haar gelaat geheel van uitdrukking, en toen ik dit waarnam, wist ik met absolute zekerheid, dat ze tegen mü gelogen had, wat betreft den inhoud van het pakje; dat hier iets ernstigere achter school, dan dat zü enkel de gevolgen duchtte van een „lastige” bul van haar zoon! Er moest haar dan wel ontzettend veel gelegen zijn pan het bezit van dat geheimzlmyge pakje, of ze zou niet zoo ontsteld zün door mijn 'niet-slagen. Ze had echter even snel haar zelftjeheerschlng herwonnen als op den vorigen dag, toen ik haar verschrikt had door mijn geschiedenis, van den kreet in den toren. „Dus 't is u niet gelukt?” vroeg ze op stroe- ven toon. „Neen, het is mij niet gelukt.” Toen keerde zü zich om en ging voort met haar Inkoopen doen; maar blykbaar had ze moeite, haar gedachten te bepalen bü die onbe- langrüke dingen. Geen enkelen keer keek ze naar mü, of sprak ze tegen mij, tot ze klaar was met haar bestel lingen; maar niet zoodra waren wU bulten, of ze zei: „Laten we hier even voor dien hoedenwinkel küken en vertel mü dan eens, wat er gebeurd is.” ,De vrouw des huizes deelde mjj mee. dat Mr. Kibble order achtergelaten had, dat het pakje aan niemand afgegeven mocht n De .nationale Raad der ChristelUke Kerken in Japan”, die eenigen tüd geleden een beroep had gedaan op de Christenen van China om wederzijdsche vriendschappelüke betrekkingen aan te knoopen, heeft thans van den .Hationalen Raad der ChristelUke Kerken in China” bericht ontvangen, dat zU ten zeerste met bedoeld voor- stel Instemt^en dat ^jAè’Japihsche af ge-' >rdje, 'vaardigden vah den Natlohalen Raad uitnoo- digt tot een „bespreking, dte in begiw Mei zal gehouden worden te Peiping. Sjanghai of el ders en waar men de juiste middelen zal trach ten aan te geven voor het bevorderen van den vrede in het Verre Oosten. zich over de boeken en schreef met bevenSe hand post onder post. Maar terwUl hU zUn oogen op het witte papier gevestigd hield, zag bü de brandkast, in de handen, chten. Als hU wilde, ^men en twee, drie vertrouwde hem. eis naar BerlUn >u hem niet vol gen, hU mocht ook niet verder denken. HU zag, hoe de menschen over hem spraken, hoe juf frouw Herberts inlichtingen over de zaak moest geven, over de laatste uitgaven aan beambten en schuldeischers. I?* tudenf zUn VOórtV. dat bij aankoop Van' genoeglijk rammelend tweedehands Foi «n groote zak «werd Mjgeleverd, om-de losse onderdeelen in te verzamelen, die tUdens den rit her- en derwaarts vlogen. Toch zou men met al het oud Uzer, dat op onze strater^ achterblUft, een flink pakhuis kun- Waarom zou hU vluchten? HU zou te moe zUn, ,daar in het buitenland met zUn verleden. HU zou de kracht missen, om opnieuw te be ginnen. ZUn handen beroerden de sleutels, die tusschen de boeken lagen; de gestalte bU de safe was verdwenen. Maar zUn vingers tastten nerveus, wanneer zou het tUd zUn. om de safe te openen? Vandaag niet, morgen misschien? Plotseling werd er op de deur geklopt: juf- tfOuw'Herberts kwam binnen en lachte hem op haar rustige, frissche manier toe. „Pardon stoor ik? Ik had nog wat verge ten." was gen. wat Hendriks opgespron- hU voelde, dat hU zich on zinnig verschrikt had getoond. Het :uju die tandpUn heeft, len dat hlj^geen tanden beeft, maar dat al zUn d van varkensharen den Veren. ook al is zU nog ie Kikuju-praktizUn heeft voor iedere men hetf Böo tioe- ÏW of een beroep te '21 1111 1I - .-. _L..JL ATT T? A A.TT7* ,C* op dit blad zijn ingevolge de vdjfcekermgsvoorwaarden tegen E* b|J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7^0 een ongeval met 1.1 .r. w w ij ongevallen verzekerd voor een der volgéhde ultkeeringen A WWa verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen *-*"• doodelijken afloop Dit was dan wel een treemde samenloop!.... Wat deed Valentine Brentmore in dit huis in Jermynstreet?.... Wie was die geheimzinnige Mr. Kibble en wat had Valentine met hem uit te staan? Maar misschien was het ook Mr. Kibble niet, naar wien hU vroeg. Er waren onge- twUfeld nog andere pensionnaires in huis. Gertrude Mannings’ geschiedenis van het knappe meisje in de taxi flitste mU door het hpofd en ik vroeg mü al af, of hier ook soms enkele dames konden wonen. In ieder geval was het dan wel een hoogst- elgenaardlg samentreffen, dat Valentine juist dkkr had aangebeld, op het oogenblik, dat ik er was.... Zou ik hier den volgenden dag nog eens aangaan en er achter zien te komen, wat de reden was, dat Val er zich had vertoond? Intusschen moest ik teruggaan naar Mrs. Gar butt; zU zou er zich toch al over verwonderen, waarom ik mU zoo lang had opgehouden. Ik was voortgeUld in blinde haast, zonder acht te slaan op den weg, dien ik volgde en ik kende kinderen spe- c ;^MvM ên n rf den akker o huiswaarts keert. Bijna alle kinderen hebben wormen, de meeste zelfs een lintworm, die hun UchamelUk en geestelUk totaal verzwakt. Dien tengevolge is de kindersterfte enorm en de kinderen die in leven blUven, zUn zeer onv- vankelUk voor allerlei ziekten. Over het alf^meen is hef organisme een uit stekend terrein voor allerleiziekten, of ze be- smettelUk zijn of niet. Voortdurend heerschen hier jwkken, dysenterie en roodvonk, die elk Jaar duizenden slachtoffers maken. Om zich te weer te stellen tegen deze ziekten beschikt de inboorling slechte over de zeer primitieve wetenschap der toovenaars, medicijnmannen en andere kwakzalvers. De Kikuju heeft een bui tengewoon groot vertrouwen in hun praktij ken. al zUn ze nog zoo rampzalig voor hem en hU acht hun bekwaamheid veel grooter dan die van de leden van den sanitalren dienst van de Engelsche regeering. Europeanen hebben maar zelden gelegenheid om de geneeskundige methoden der inboorlin gen uit het gebied van Kenya te bestudeeren. De neger bewaart met een buitengewonen na- Uver zUn „wetenschappelUke” geheimen en de minste nieuwsgierigheid van de blanken voor zUn heelkundige praktUken vervult hem met wantrouwen. Wanneer men er in zou slagen hem bij het toepassen van zün „wetenschappelUke” methoden te verrassen, dan is men met stomme verbazing geslagen over zooveel onwetendheid en bijgeloof. Wanneer b.v. een neger hooge koorts heeft gooit men hem nu en dan een emmer koud water over het bloote lUf- Verder laat men hem aftreksels vah planten en „wonderbaar- lUke” kruiden drinken en wel in zulke enorme hoeveelheden dat de patten fint te braken. Want de K van overtuigd, dat om de ki men de gal moet kwUt raken, koorts verwekt. Wee dengene, die hoofdpUn heeft of aan neuralgie lijdt. Mien bindt om zün voorhoofd een touw, dat men steeds nauwer aanhaalt, zoodat de oogen van den patiënt uit hun kas sen pullen. Dan wordt de pünlüke plek met een mes of met een stuk glas opengekrabt, en tenslotte wordt heel het hoofd met roet Inge smeerd. Ingewandsziekten komen bü deze vegetariërs slechts zelden voor. Bovendien blüken zü eer. soort struisvogelmaag te bezitten. Indien zich echter een geval van ingewandzlekte voordoet begint de „geneesheer'1 den buik van den pa tiënt geweldig te masseeren. Indien dan nog geen verbetering valt te constateeren, gaat hU met zijn knieën op den buik van den zieke stampen, totdat de ziekte wel gedwongen is weg te trekken.... Wanneer men niet weet wat de patiënt mankeert, wordt het lichaam ingesmeerd met een aftreksel van een vergif tige plant. Vergif trekt het vergif aan, zeggen de Kikujus. en iedere pün wordt veroorzaakt door een vergif, als tenminste de booze geest niet de hand in het spel heeft. Over wonden maken de Kikujus zich niet be zorgd, ook al zün ze van nog Zoo ernstigen aard. HU trekt de randen van dg wonden tegen elkaar en hecht deze aan elkaar met be hulp vaiT fUne doorns, bü wüze van veilig heidsspelden: dan is het wachten slechte op het lldteeken. Als antiseptische middelen gv- bruikt men slechte stof, zand eh tabak. Trou wens, zelfs de meest onschuldige wondjes wor den door de Kikujus met tabakspoeder be strooid.... 1 Malariapatiënten, wier milt gewoonlijk is op gezwollen, worden met een sterk verwarmde metalen staaf bewerkt, zoodat de slachtoffers brullen van de pün, hetgeen men vaak op een kilometer afstand kan hooren. Men moet wer- kelük sterke zenuwen hebben om deze marte ling te kunnen aanzien. to het land der Kikujus kan iedereen die in het bezit is van een tandenpeuteraar het be roep van tandarts uitoefenen. De voornaamste behandeling bestaat hierin, dat men het in strument tusschen de zieke en de gezonde tand ziet te wringen, waarbü de peuteraar als hef boom moet dienst doen! Onnoodig te zeggen dat ook de gezonde tand maar zelden deze krachtproef kan doorstaan; er is ook büna geen enkele volwassen Hik om de eenvoudige réd meer in zün mond tanden asm een draa< nek van een antiloop Er is geen enkele ziè^ zoo gecompliceerd, waar gwen raad mee weet I ilddel. als de patlët t niet t< ■t, is er oor hem dere keuze dan te sterven doen op de toovenaars.... Wel moeiluk valt het den Engelschen, hier beschavingsarbeid te verrichten. andaag moest de zaak eigen! Uk al zeer vroeg gesloten zün geweest. Rie Herberts moest gauw-gauw haar schrüfipachtne wat schoonmaken, dan liep ze naar de safe, om de boeken op te bergen Ze had met Gerard Hendriks tot laat in den avond gewerkt, stond of> het punt om heen te gaan en pakte de laat ste brieven bü elkaar. .Moet er nog wat bezorgd worden?" zei ze. met dezelfde opgewektheid als waarmee ze 's morgens op kantoor kwam. „Ik behoef dus niets mee te nemen?" vroeg ze nog eens bü de deur. Toen er geen antwoord kwam, verliet ze het vertrek. Hendriks zat gebogen over zün boeken. HU hoorde de stem nog naklinken, maar onbepaald, want het lot. dat hem slag op slag had toege bracht. had hem onmachtig en toegeeflijk ge maakt. De koopman zat gebogen over zün boeken: de laatste woorden klonken nog in zün ooren. HU probeerde ze van zich af te schudden zUn gedachten op de naaste toekomst te con- centreeren. Lang rekende hU na. wat hU zün moeder in de volgende maanden zouden hebben; zette een streep onder de ver minderingen. maar er bleef nauwelüks over, als schuldeischers voldaan ZUn blik Men schrüft ons uit Roosteren (L.) Er zün. Gtxl lof, nog parochieherders in ons geliefde Zuiden, die zich door Aet crisismonster niet laten afschrikken en alles met een klnder- lük vertrouwen in handen stellen van den Al- vermogenden Schepper. Tot die parochieherders behoort zeer zeker pastoor Joseph Riga van Roosteren, die het initiatief heeft genomen den Maastrlchtschen kunstenaar Henri Schoonbrood te laten schilderen, om den luister van het Godshuis te verhoogen. Vüf groote muurvlakten zün reeds door Schoonbrood beschilderd, ten eerste de koepel boven hot altaar met „Zwevende Engelen”, een banderol dragend met toepasselijke spreuk op het Allerheiligste. Op het pjafond van het koor zien we Chris tus In den Hof van Olüven en Maria Bood schap en de züwanden zün verlucht met voor stellingen van den H. Jacobus den Meerderen en den Llmburgschen heilige Gerlachus. Als hoofdtoon voor zün schilderingen ge bruikte Schoonbrood een zachte geel-grüze kléur, waarop de figuren In sobere kleuren zün aangebra'cht. Het ligt in de bedoeling van den kunstenaar op het plafond der kerk de vüf blüde en droevige geheimen aan te brengen. dan aan dengene, die een briefje zou laten zien, dat hU eigenhandig onderteekend had.” Mrs. Garbutt lachte en met zóó'n vreemden klank, dat ik onwillekeurig naar haar küken moest. „Het treft mü. van welke kleinigheid het leven van den mensch soms afhangt," zei ze, als antwoord op mün vragenden blik. .Hoe vreemd, dat Ik dat onbeduidend iets van dat briefje ver geten had! Voor het oogenbllk zullen we er niet verder over spreken.. Nadat wü geluncht hebben, zal ik daar wel voor zorgen. U ziet er toch niet tegenop, om nóg eens te gaan, als ik het briefje heb?" „Weet u dan, waar Mr. Kibble is?” riep ik. „Ik zou weten, waar Mr. Kibble Is?” herhaalde ze langzaam. „Waarom vraagt u mü dit?” „Omdat hü al vermist is sinds gisteren- oochtend vroeg en zün hospita zich ongerust over hem begint te maken, omdat hü In het ge heel geen vrienden heeft In Londen.” „Hoe verschrlkkelük!" merkte zü op, meer tot zlchzelve dan tot mü en steeds voor zich uit starend met dien vagen blik. ,Bet lUkt wel het begin van zoo n mysterieus geval, waarvan je ("station, wel eens leest in de bladen. U schünt een lang gesprek te hebben gevoerd met die persoon. Heeft zé u nog iets anders verteld?” Dit vragende, hield ze strak den blik op mü gericht, of ze mü dóór en dóór wilde küken. „Neen, niets anders.... O. Ja, toch. Eén ding nog: Ze zei, dat Mr. Kibble rechtstreeks van de boot bü haar gekomen was, na twin tig..." Aan den voet van den Kenya-bcrg, die Afrika ligt, ten Zuiden van Abessinië en Oosten van het Victoriameer, is een gebied van ongeveer 8006 vierkante kilometers, waar het negervolkje der Kikujus woont. Deze prl- “mitieve inboorlingen wonen verspied over de uitgestrekte vlakte. Slechts hier en ater vindt men kleine nederzettingen, aan alle\kanten omringd door ondoordringbaar kreupelhout, te- midden van een waarachtig aardsch paradüs. De Kikujus zün geen nomaden; zü bewerken hun akkers en verzorgen hun veestapeL Hun luiheid en lamlendigheid oefenen geen geluk kigen invloed uit op hun gestel. De Kikuju ziet er dan ook heelemaal niet uit als een athleet. Hü Is meer middelmatig van gestalte, over ’t algemeen heel mager, hü heeft een zeer donkere huid, buitengewoon vooruitspringende jukbeenderen en *n platten neus. Ofschoon hij op een lage trap van beschaving staat, legt hü toch weer een ware genialiteit aan den deg om het verbruik van ztjn krachten tok een kninimum tertig te brengen. De Kikuju is een helden en zeer bügeloovlg. De heele wereld wordt volgens hem beheerscht door goede en door kwadg^eesten, die voort durend er op uit zün dm mensch schade te berokkenen. Om die geesten te bevredigen, schrikt hü voor geen enkel ofter terug, het geen tot gevolg heeft dat het vak van toove- naar in het land der Kikujus een büaonaer winstgevende betrekking is. Ofschoon deze landstreek een der meest vruchtbare is van geheel Afrika heeft de be volking zich piet ontwikkeld zooals het behoort, tengevolge van ziekten en epldemlën die haar declmeeren. Bovendien vertoonen de meeste Kikujus een minachting, of misschien beter ge zegd een totale onbekendheid met de meest elementaire begrippen der hygiëne. Hü deelt zün ronde hut, waarin geen enkel venster Is en die nauwelüks vier k vüf meter mlddellün heeft, met zün schapen en zün geiten. Deze primitieve woning wemelt van Insecten en wormen, wier voortplantingsproces door niets en nlemagd wordt gehinderd. Eert neger, die zich tenslotte hiervan Iets aantrekt omdat hü ziet dat hü gevaar loopt levend te worden op gegeten, ziet geen anderen uitweg dan zün hut In brand te steken, en op enkele meters af stand een nieuwe te bouwen. Zoodra de hut echter begint te branden vluchten de gladde insecten weg en deze hebben zich reeds voor den heer des huizes geïnstalleerd en meestal verheft de nieuwe woning van den Kikuju zich op een tapüt van wonnen. Zich wasschen be schouwt de Kikuju als iets wat het leven nut teloos- moellük maakt. De moeders wasschen hun *kinderen wel eens op de manier zooals de lyeren Ukken, De flftt hun Aifoi pats tusschen mes .totdat moeder vt et Is geen sinecure om Führer te zün, en zeker niet wanneer men zooveel vüanden in de wereld telt als de heer Hitler. Hoe uitgebreid de voorzorgsmaatregelen zün, die genomen worden voor de vrüheid van on zen vriend Adolf, wordt beschreven In het blad „Berner Bund”. Daarin verscheen een artikel van den Zwitserschen journalist Werner, die dezer dagen toestemming verkreeg, om den Dultschen rükskanseher, Adolf Hitler, in zün particuliere woning Berghof, op den Obersalz- berg bü Berchtesgaden, een bezoek te brengen. Kort bulten Berchtesgaden, na de eerste steile bocht, zoo vertelt hü, is er al prikkel draad over den weg gespannen, dat ons toe roept: „Tot hiertoe en niet verder!” Een kilometer verder Is de weg. dien wü be gaan, reeds voor nlet-officieel verkeer verbo den. Particuliere auto's moeten een omweg maken van 15 KM. Maar ook de auto's, die binnen dit cordon de villa van Hitler naderen, en dus al geschift zijn, worden streng bewaakt. Zoo deelt Werner hierover mede, dat het op de eenlge plaats, van waaruit Hitler’s huis een oogenbllk in de verte te zien is, aan alle chauf feurs nadrukkelUk verboden is, stil te houden. Het laatste gedeelte van den weg is ook voor de toegelaten gasten versperd. Aan den voet van den heuvel, waarop de Villa gelegen is, staat een bord: ..Verboden weg!” Eerst dan begint de laatste contröle of liever de laatste serie contröle-maatregelen. Rond het huls van den Führer is voor vele mannen iets te doen. Ononderbroken wordt Hitler’s huls bewaakt door 150 8S.-mannen en tientallen controleplaatsen moeten gepasseerd worden om in de nabüheid te kunnen komen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 3