H Het Zeemonster Nagasaki van vol verschrikkingen H wïAaal wtn (Un F 250.- F 750. Een week s- Bekend Fransclj journalist keert weer tot het Katholicisme DINSDAG 11 MEI 1937 Amerikaansche ridders 279 I NAAR HET ENCELSCH V Rede overwonnen door gevoel en hart HET ANARCHISME AFGEZWOREN n 3C d. et ie I I Gustave Hervi verklaart zelf: ,Jk voel me er zoo bly om, dat ik het moet uit schreeuwen” In den greep van het Oosten f xtf;" plechtstatig rust JL wel De door den auto in geestdrift gebrachte jeugd organiseert autorennen Dan JU/Q ik ■1 o I* n Furtwaengler te Londen 3 Nu gebeurde iets heel geks. „Het zeemonster”? brulde de klaps een boef te voorschijn kwam, die daar juist op dien boek agent en meteen viel hij van schrik onderstboven. „Ik ga as sistentie halen’, en meteen holde hij hard weg. dan wel bang voor me. De pet paste precies. „Dat ia ook al een manier om weg te komen,' zei Drein Drein Drentel had nog geen kwartier i, toen er eens- een Inbraak verijdeld. =i nooit helpen. Foundeyre te ontvluch- n tFordt wrvolgd) ie ■d Drentel. „Weet je wat,” en hij raapte de polltleppt op die nog op den grond lag. Ik set die pet op, misschien is het zeemonster zijn slag wilde slaan. Toen hü echter de poliUepet sag, vond hjj het maar beter om door te loopen. Zoodoende had Drein Benoeming Kon. Academie van W etenschappen n r k Q n k C. de ge- I r r k n st omstandigheden diep geschokt, lag naar de H. Mis gwooven. In allen Evangelie gesproken hoorde." „Maar had u hem dan daar willen laten om komen in zijn ellende?” „Neen, toen ik hier Woensdagavond terug kwam, besloot ik, hem hulp te zenden, als Ik den volgenden morgen naar het station zou rijden. En toen Mrs. Garbutt verlangde, dat ik nog een paar dagen blljverf zou, had ik besloten, naar het dorp te gaan, gisterenavond op den tijd van het diner; maar ik bad. er geen gelegenheid die dien kreet ook ge- JÜ was wat te lang ultge- tn van de paarden en was itt naar den stal zou gaan daarom zamelde hij al zijn den koristen weg langs de te winnen.”» .Denk je, dat'hjj wel alleen naar den toren zou willen gaaty Collins? Zou hij dat durven?” naar kan overtuigen, dat het een eet was, dan zal hjj gauw genoeg mij ten. Heel nederig vroeg ik toen: „Wil je ml) laten weten, wat Mltford ont dekt?" JDat beloof ik u. Zooals ik reeds zei: ik wil alles voor u doen, wat u verlangt, behalve dan ongehoorzaamheid aan de orders van Mrs. Gar butt. Ik ben overtuigd, dat zij goed gezien heeft; dat ze moest zorgen, dat u weer veilig en wel onder de hoede van uw vrienden komt. Mij dunkt, het is heel vriendelijk van haar, dat zjj zich de moeite heeft gegeven, hun te schrijven." Zjj dacht natuurlijk aan die geschiedenis van de ringen Ik trad terug aan de schrijftafel met een ver stikkend gevoel In de keel. Mrs. Oarbutt keerde niet wéér vóór vier uur op den middag. Om twee uur bracht Collins mü de lunch en dezen maaltijd durfde Ik ten minste gebruiken. Toen zü op het punt was, het vertrek te ver laten, zei ik: ..Als Mltford daar iemand vindt, laat hem dan niet den man hier brengen, maar regelrecht naar het dorp.” Zü keek mij aan. niet begrijpend. „Vraag maar niet waarom! Dat aal Ik je wel vertellen, als Mr. Brentmore hier is; eerder niet." ZU knikte bevestigend en ging. en. toen ik haar de zware deur boven aan de trap boorde ontsluiten, overviel mü een onstuimig verlangen naar vrijheid; maar ik mocht, hetgeen ik nu ,Ms Ik her menschelUke gaan!” .Dus JU sturen. h< .Dat lx „Wanne bij verlies van een hand, een voet of een oog. De eerste concerten van de Berbjnsche Phil harmonic onder leiding van Furtwaengler te Londen, hebben een zeer groot succes gehad. De Londensche bladen schrüven er over in be wonderende termen. De criticus van de Times schrijft over de uitvoering van Beethoven’s NïgO'de Symphonic, dat men hieibif de hoogte en de diepte van Beethoven ervoer, gelUk men dit slechts enkele malen in zün leven kan be leven. S .111..1111U111 veranderde eensklaps de opgetogen uitdruking van zijn gelaat in een zoo dreigende, zoo afstootende, dat ik slechts van een Intellectueel, onder den last van universitaire ezelsvellen begraven, zich waardigd heeft in mün ziel te verrijzen. Mltford met dien andei dagavond den kreet h< hem eerst, wat ik je 9U laat die twee dan 1 „Het was Mltford boord heeft. Miss. I bleven met het wadi bang, dat Mr. Garbt en het zou merken; moed bijeen en nam ruïne, om tUd uit te T'kov'b. 4- lange geheele ongeschiktheid tot werken door j-T *7^0 bij een ongeval met n beide armen, beide beenen of beide oogen vFVFe doodelljken afloop IEDEN UITERUJK. DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL „Wees u maar niet bang. Miss, wU zullen het vóór ons houden.” Dus was er dan toch kans, dat Mltford dien dag naar den toren ging. O, mocht er nu ein delijk eens iets van komen! Collins raapte het werk op, dat zU in haar opgewondenheid had laten vallen, en ik begon weer te schrijven; maar toch zou ik nog één poging wagen en nu ditmaal voor mijzelf. „Collins,” begon ik, „heb je ooit wel eens ge lezen of gehoord van menschen. die niét gek waren en die waren opgesloten in een krank zinnigengesticht?” Ik zag aan de uitdrukking van haar gezicht, dat dit onderwerp haar niet beviel; maar ik hield voet bU stuk en ging voort: .Maar natuurlijk heb je daar wel eens van gehoord! Het eigenaardige er van is, dat, wan neer je zoo iets in het werkelijke leven aan treft, je het haast nooit voor waarheid kunt aannemen.” .Miss Phillips," viel se mü in de rede op voor haar doen zeer beslisten toon. .Jk weet, waar u heen wilt, maar spaart u mij deze vraag. Ik zal zorgen, dat er een onderzoek wordt inge steld, om u genoegen te doen; uw brief heb ik ook laten posten, om u een genoegen te doen; maar let wel: ik zou het geen van beide gedaan hebben, als Mrs. Garbutt mü tégen-orders had gegeven. Al wat ik voor u doen kan en wat niet in strijd is met de bevelen van mijn meesteresse daar ben ik toe bereid; maar ik Zou nooit te bewegen zijn, iets te ondernemen tégen hevr aanwUzing.” Dus wm ik. waar Ik aan toe waa: Collina aou zoo juist gewonnen had. niet in de war sturen door een daad van roekeloosheid! Na de lunch ging ik bü het venster staan, in afwachting van den terugkeer van Mrs. Garbutt. Ik besloot nu Ineens, dat ik de koe bü de horens zou pakken en dat ik van baar eischen aou. dat ze mU eenige beweging zou laten nemen. In haar tegenwoordigheid scheen alle moed mij altijd te begeven en niet zoodra zag ik haar rijtuig dan ook aankomen, of een gevoel van vrees overviel bij weer. Tegen den tijd, dat bet rijtuig voor het huis stilhield, was ik op bet punt, neer mijn eigen kamer te vluchten, maar na eenlg be raad, achtte Ik het toch beter, te blUven wastf ik was. Zoodra Mrs. Garbutt haar mantel en hoed bad afgelegd, zou de thee opgediend worden. Ik zou in de kamer blUven en het oog houden op mijn kopje, om vergissingen te voorkomen. Ze kwam regelrecht het vertrek binnen, waar ik was. nog met haar hoed op. Ik stond met den rug naar het venster en sloeg haar steeds gade, terwijl ze naar haar lage stoeltje ging bü bet vuur en ik tot de slotsom kwam, dat zU ge slaagd was in haar ondernemen. Ze was beleefd en zelfs vriendelijk in haar belangstellende vragen, hoe ik den rijd was door gekomen gedurende haar afwezigheid en. of schoon ze nog doodsbleek zag en hear oogen nog dien rusteloozen blik hadden, was de uit drukking van haar gelaat toch als van iemand, die voelde, dat zjj gezegevierd had. en andere belangen van Groot Brittannié be hartigd heeft. Over zUn Berlljnsche periode heeft hU twee boeken geschreven: ..Face to face with Kalserism” en „My four years in Germa ny". Het zUn zeer onderhoudende boeken, zon der eenige diplomatieke gewlchtlg-doenerU- Het eerstgenoemde werk is voomamelUk van poll- tleken aard; In het andere worden vooral er varingen en Indrukken weergegeven, en tot in bijzonderheden wordt erin verteld wat Gerard en zijn medewerkers aan de ambassade sinds het uitbreken van den oorlog gedaan hebben In het belang van de Engelschen die in Dultsch- land vertoefden of woonden, en in dat der Britsche krijgsgevangenen. Ongetwijfeld heeft hU dezen onschatbare diensten bewezen. HU heeft met de grootste toewüdlng voor hen ge werkt, ofschoon in die jaren de behartiging der Amerikaansche belangen In Duitschland reeds onnoemelijk veel van een ambassadeur vergde. Uit die boeken blükt ook hoe door-en-door Amerikaan hü was: de typische man van de Nieuwe Wereld, die aanvankelijk vreemd, maar tot het einde toe kritisch stond tegenover al het ulterlijke vertoon der Europeesche volkeren en vorstenhoven. Ofschoon in het bijzonder de Dultsche vorm van dat vertoon, gekenmerkt door een ongeëvenaarde vereerlng voor unifor men, hem tegenstond, is het toch waarschUnlUk dat de meer aristocratische glans van het leven in Engeland, met zün eeuwenoude tradities en weergalooee ulterlUke praal, hem op den duur evenmin bekoord zou hebben. Daarvoor was hü te zeer Amerikaan. Men kan zich hem dan ook zeer moeilijk voorstellen als datgene wat hU is, namelUk een Engelsch Ridder. Te Berlijn, waar onder het Keizerrijk ieder, die een plechtigheid aan het Hof moest bU- wonen, nog wel een of ander uniform bezat waarin hU zich voor deze gelegenheid kon ult- doeschen, waren de Amerikaansche ambassa deurs steeds zeer opvallende verschijningen op hoffeesten, daar zjj de eenigen waren die noch militair, noch diplomatiek gala droegen. Wie in Engeland een levee of een avondfeest ten hove bUwoont, kan, wanneer hU geen ambts- costuum heeft, een zoogenaamd „court dress" aantrekken. Dit doen bU voorbeeld ministers, die niet reeds een andere hoedanigheid of rang bezitten, welke him aanspraak geeft op een uniform of galagewaad. Gedurende de plech tigheid in de Abbey zal Generaal Pershing na tuurlijk zUn generaals-unlform dragen. Mr. Gerard «f Mr. BtnghAm, de Amerikaansche ambassadeur te Londen, sullen’^ch bü deze gelegenheid ultdosschen in kniebroek, zijden kousen, lage schoenen en zwarten rok. Dit is geen „court dress", maar lükt er toch het meest op. Verder durft geen Amerikaan, zelfs al is hU een „knlght”, te gaan, sinds aan gene züde van den Oceaan eens een storm verwekt werd, doordat de Amerikaansche ambassadeur Harvey in vol hof-gala verscheen op een levee in Buckingham Palace. j voor en tot dusverre heb ik die nog niet gevon den „Wist ik toch maar, wat ik gelooven moest!" luidde Collins’ verzuchting, waarop ik zei: „Je hoeft in het geheel nfets te gelooven, enkel maar te onderzoeken, wat Ik heb gezegd. Stuur deren persoon, die Dins- leeft gehoord, maar vertel nu heb meegedeeld en IX- De bekende Fransche journalist Gustave Hervé. een gewezen anarchist, Is openlijk Weergekeerd tot het Katholicisme. In zijn blad „La Victoire” heeft hü daarvan mededeeling gedaan. Het is wel degelijk zoo, aldus schreef Hervé: Ik keer officieel, en met geestdrift, tot het Christendom terug. Ik voel me er zoo blU om, dat ik het moet uitschreeuwen. Het zal daarbij de katholieke lezers van ,Xa Victoire” en aF dezen leeken en priesters die jarenlang voor mijne volledige bekeering hebben gebeden, zeer verheugen. e Hoe komt het, dat ik zoo lang heb gewacht tot de Kerk terug te keeren nadat ik, al reeds een jaar ongeveer vóór den oorlog, tot het besef was gekomen van de moreele en de sociale waarheid van het Christendom? Thans begrijp ik waarom. Ik was *n verkeer den weg opgegaan: ik wilde er hardnekkig ko men langs den weg der rede en der redenee- ring. Het is nu eenmaal een manie van intel- lectueelen. rationalisten en vrijdenkers, alles te willen ophelderen en verklaren In het licht der rede, alsof de rede, die wel op haar plaats is waar het er om gaat de stof te observeeren. feiten vast te stellen en natuurwetenschappe- lüke wetten op te sporen, alsof de rede, zeg ik. ons eenig middel tot investlgatie en tot ontdek king ware, alsof we niet, benevens de rede, nog het gevoel en de intuïtie bezaten, welke voor ons gezichten openstellen, die niet te berei ken zijn langs den weg der rede alleen, nog gezwegen over het licht des geloofs. Gestadig sprak ik tot mezelven: „Goed zoo. De materialistische en mechanistische hypothe- •e van een heelal, geschapen uit eeuwige stof en eeuwige kracht, houdt geen steek. De won derbare machine van het heelal met al haar wetten is niet vanzelf tot stand gekomen, noch heeft zichzelf geordend. Een wezen dat almach tig, oneindig en eeuwig is, heeft het geschapen, en, daar een nietige aardworm, als ik ben. ze delUke verzuchtingen en opwellingen van goed heid en Idealisme in zich ervaart, zoo kan het niet anders of God is oneindig' goed. HU heeft aan het menschelijk geslacht wetten opgelegd. De mensch heeft deze wetten overtreden. Doch elk kwaad draagt in rich zijn eigen sanctie en daarom, in t belang zelf van het menschdom. beeft de mensch misstappen begaan. De Ge wijde Boeken hebben deze waarheden veraan ■chouwelUkt In de zinrijke parabel van het verloren Paradijs. Maar de Profeten van Israël en elders Boeddha en Confucius met hun Instinct, met hun intuïtie van het Eeuwige hebben den mensch nieuwe en nauwkeurige wetten voorgehouden. En Christus, de wonder baarste aller profeten, heeft aan de wereld ZUn sublieme leer het Christendom verkon digd. Ziedaar hoe, voor alle „redelijke" menschen, de feiten zich hebben voorgedaan. Wanneer de menschelUke rede redeneert over dingen die buiten haar bereik liggen, om dat ze niet behooren tot haar gebied, wel, dan ■aakt dat kant noch wal. Niet door de rede, maar door het gevoel en door het hart, ben ik tot het Christendom te ruggekeerd. Ik heb reeds vroeger de wonderbaarlUke ge schiedenis verteld welke mU overkomen was op Hemelvaart 1935. hoe ik, op dien dag, ofschoon nog geheel ongeloovig, God ben wezen bedan ken. omdat HU de gezondheid had weerge- echonken aan mUn broeder, voor wien ik Hem had gebeden in een uur van neerslachtigheid - en verwarring. Sindsdien, door dezen samenloop van haast mlrakuleuze ben ik geregeld lederen Zond: gegaah om te trachten te eenvoud heb ik de lezing van het aanhoord, het Onze Vader uit mUn kinderjaren gebeden, en natuurlUk ook het Weesgegroet daar ik mU in een kerk van de Maristen be vond. tot God smeekend om genade en ver lichting. opdat ik dan toch elndelUk helder zou mogen zien. En onmerkbaar ben ik van Jezus gaan hou den. omdat HU ons met ZUn bloed heeft vrijge kocht. Ik begon te wenschen dat ik me, vóór 3000 jaren. aan ZUn zijde hadde bevonden, om Hem ZUn kruis te helpen dragen. Zonder me in te laten met het doorgronden van de ge heimen der Menschwording, der Verlossing of der Drieëenheld, ben ik ook gaan houden van ZUn Moeder, die bü ZUn lUden aanwezig was misschien wel door aan mUn eigen moeder te denken, die ook haar kruisweg heeft gehad, al - de jaren die ze me in de gevangenis zag door- brengen voor denkbeelden die haar krankzin nig toeschenen. kleine, teere kopjes, rookten sigaretten en ge noten daarna van heerlUken vruchtendrank. Dan begon de sheik, heel langzaam, met voor zichtig uitgekozen woorden te spreken over de slangensekte. De motieven, waarom zU zich in een sfeer van heiligheid mocht hullen, waren moellUk te volgen, maar klonken niet ongerijmd. Plotseling stond hU op, elke aanleiding daartoe was me ontgaan en reeds vreesde Ik, dat aan de gastvrUheld een ontijdig einde zou wor den gemaakt, toen de sheik in een nevenver- trek verdween. Banoub en ik waren alleen. ,HU is de bewaarder van de heilige slang” fluisterde Banoub mU toe. „Welke heilige slang?" Banoub glimlachte flauwtjes en trok even met zUn schouders. Of hij nu werkelUk niets meer wist of dat hU mU in het onzekere wilde laten, werd mU niet duidelUk. ..Kan ik haar niet te zien krijgen?” .HU haalt haar al!" Opwinding maakte zich van mU meester. Over enkele oogenblikken sou ik, voor de zooveelste maal in de enkele dagen. vis-A-vis staan tegenover Oostersche mystiek. Even gerulschloos als hU verdwenen was, keerde de sheik terug. In zUn handen hield hu een kistje, dat hU voor ons op het tapUt neer zette. Het was vervaardigd van zwartglanzend Obsidian met buitengewoon kunstig gouden in legwerk als hleroglyphen, maar domineerend was de slanke figuur van een koningsslang. On- getwUfeld een zeer kostbaar eeuwenoud voor werp. „Bewaart u daarin de heilige slang?" vroeg Ik. je, dat het de zuivere, eerlUke waarheid ia Wat zou ik er bU winnen door zoo*n geschiedenis te verzinnen? Niets Immers! Al wat ik je vraag, is: de waarheid te helpen bewijzen. Je hoeft zelf niets te doen. Je moet enkel maar je verloofde zien over te halen, naar den toren te gaan en daar een onderzoek in te stellen. Want, bedenk wel, Collins, die ongelukkige moet daar nu gelegen hebben sinds Dinsdagavond.” .Miss Phillips!” riep zU, nog steeds weifelend. .Als dit zoo is, waarom hebt u het dan al niet eerder aan iemand verteld?” Ik zag in, dat als ik haar de ware reden van mUn stilzwUgen gaf, zU er dan in het geheel geen geloof aan zou willen slaan. ZU kón nog aannemen, dat er iemand toevallig in den toren was gevallen, maar ze zou nooit gelooven, dat haar meesteresse hem opzettelUk in die val had gelokt „Waarom heb u er al niet eerder over gespro ken?” herhaalde zU en Ik antwoordde: „Wat zou Ik daar nóg mee bereikt hebben. Niemand had mU willen gelooven. IK zou t je zelfs nu niet verteld hebben, als je er niet van had, dat een ander ook dien kreet kult je best doen, er hem op af te J Collins?” loof ik u." sr?" ik hem maar even spreken kan. Miss HU moét in het dorp wachten, tot Mrs. Garbutt terug zal zUn. ZU wist zelf niet, hoe lang zU In Winchester zou blUven. Maar ik zal even gauw in den stal aanloopen. als ik beneden de thee ga hal«n voor Mrs. Garbutt" zult hem vooral toch onder het oog brengen, dat hu er met niemand anders over T-.lotsellng bevond Ik mU met Banouo Abdou L* mUn Oosterschen vriend in een slop, dat dood liep. Aan het eind er van was een diep-ingebouwde poort, met zware U*eren platen beslagen. Er voor hurkten vele, vieze bedelaars MUn dagenlang rondzwerven door Kaïro had mU al voor tallooze, nu eens verheugende, dan weer trieste verrassingen geplaatst Van de laat ste meer dan van de eerste, maar dit was wel heel exceptioneel. Deze martiale deyr, en wat daarachter verborgen moest liggen, wekte zoo’n nieuwsgierigheid bU me op. dat Ik, In plaats van mUn vriend, een bedelaar vroeg, wie hier wel woonde. „Abu-ed-Tab*u" fluisterend kwam het ant woord. .Abu-ed-Tabku," herhaalde ik „Vader der slangen. Zeg Banoub. wat moet dat betteke nen?” ,Jk heb laatst eens iets van hem gelezen," gemelUk, wat onwillig haast kwam het ant woord: .HU moet de sheik van een beroemde slangensekte zUn. Dit praedicaat beroemdheid komt meer van de zUde der Arabieren, dan van die der wetenschappelUke wereld. Maar als je hem eens wilt spreken?”.... vragend keek hU me aan en kon blUkbaar van mUn gezicht lezen, wat ik wilde. Met een slag viel een zware klepel op de massieve deur en echode door het slopje. Ik had me begeven in een avontuur, dat me tot stlkkens toe heeft benauwd, maar tevens een waardevolle ervaring rijker maakte. Bedacht-tangraam weck de zware deur. Een mat-lichtschUnsel van een electrische lamp, die het elk oogenbllk kon begeven, teekende In de opening het scherpe profiel van een man, ge kleed in een breed van de schouders hangende donkeren talaar; zUn voeten staken In roode, korte Arabische schoenen. Onzen beleefden groet beantwoordde hU niet onvriendelUk, maar uiterst gereserveerd. Ba noub was het, die hem aansprak. ZUn vriend, een Europeaan, bestudeerde het land en zUn gewoonten en had zoo vanzelfsprekend den naam van Abu-ed-Tab&u gehoord. Of '.pu de gelegenheid bestond met den grooten shelk een kort onderhoud te hebben- Uit den talaar kwam een pezig magere hand, die ultnoodlgend werd gestrekt In de richting van een binnenplaats. WU schuifelden binnen. De deur bonkte dicht en werd gegrendeld. Over het kleine, betegelde pleintje werden we geleld in een breed en laag vertrek, volbe hangen met kostbare tapUten en op den vloer fUn-bestikte kussens. We namen de ons aange- God. Wiens macht is oneindig, doet groote en ondoorgrondelUke dingen In den hemei en op aarde, en niet te doorvorschen zUn ZU° wonderbare werken. indien zoodanig waren de werken van God. dat zU gemakkelUk konden worden begrepen door de menschelUke ziel, dan waren zU niet wonderbaarlUk en onultsprekelUk te noemen. Op Goeden Vrijdag, te 3 uur. het uur waarop alle christelUke zielen den dood van den Zalig maker herdenken, heb ik geschreven naar den Pater Marist van wlen de predlcatle over de bovennatuurlUke kracht van het gebed, op Hemelvaart 1935. den eersten stoot aan mUn bekeering had gegeven, hem verzoekend me den volgenden dag In zUn biechtstoel te ont vangen. opdat ik den Zondag daarop mUn Pa- schen zou kunnen houden. Ziedaar hoe, op het feest van ZUn Verrijzenis, Christus, Dien ik niet had vermogen te be reiken met mUn menschelUke rede, de rede zün ge- aanhoord. maar zUn woorden over tuigden mU niet Ik wilde dat ver» eerde reptiel eens zien. Als had shelk mUn dachten gelezen, zoo „Bent u daar alleen naar toe gegaan in het donker en nadat wU u er toen van verteld hadden?” Ik sloeg er maar In het geheel geen acht op. dat ze mU in de rede viel: de tUd was te kost baar, want Mrs. Garbutt kon al gauw terug zUn. ,Jk klom de trap op en dicht bU den top waren er een paar treden af gebrokkeld; ik dacht, dat iemand, die dit misschien niet had gemerkt, nog verder zou zün doorgegaan en dan ineens in de diepte gevallen zou zUn. He boog mU een eind voorover, schreeuwde uit alle macht en iemand antwoordde mij!" .Miss Phillips!" Da, het is waar; zoo waar als ik hier sta. De stem klonk maar heel zwak en van ver af. maar er riep iemand duidelijk: „Help! Help!” diep onder uit den toren.” „O, hoe verschrikkelUk! Hoe verschrlkkelük!” kreunde Collins, maar ik wilde geen tUd ver knoeien, met naar haar te luisteren: ik moest haar overtuigen, dit was de zaak. .Je houdt bet misschien voor het spel van een .waanzinnige” verbeelding?.... Maar ik zweer afstootende, dat ik slechts met moeite mijn woorden kon uitbrengen. „Ik wil geen moment veronderstellen, hoog geachte shelk. dat u niet waarheidslievend zou zijn. maar, bij allen eerbied voor uw hoogen ouderdom, Ik kan u niet gelooven. Laat mU eens zien! Ik wil het kistje zelf openen!” „Allah beware u daarvoor!” Als een nood kreet klonk de stem van den grijsaard. .Het zou uw dood beteekenen. vreemdeling!" ZUn waarschuwing kwam echter al te laat. Ik weet zelf niet, hoe Ik er toe kwam was het misschien de stekelige blik van den ouden man. waarin ik iets kleineerends meende te zien of een onweerstaanbare drang naar avontuur? maar flauw-welfelend stak ik tnUn rechterhand uit naar het kostbare kistje, om haar meteen, hevig ontsteld, weer terug te trekken. Vlak voor mi) kronkelde een glimmend slangenlUf. de platte kop dreigend vooruitgestoken.' angstaan jagend klonk het sissen. Onwillekeurig strekte ik mUn hand weer uit, nu om mU te verdedi gen. In plaats van toe te buten, slingerde het reptiel zich om mUn vooruitgestoken arm en kronkelde zich als een ontspannende veer om hoog. Met een even onverwachte als snelle be weging gleed het slangenlUf om mijn hals; vlak bü mUn oor klonk het folterend sissen. Knel- lender werd het vleeschkoord om mün hals, te- ^.e^n pl“tfe“ ^l_dr^J.n_TU,r^SCh.! *offle 2^ vergeefs beukte en rukte Ik in mUn vertwüfe- llng aan het gladde slangenlichaam. Ik hoorde me schreeuwen, maar het was een verstikt gor gelen, meer niet. Snel en zwaar bonkte mün hart, de aderen zwollen en dreigden te bersten. Nog één seconde in dien doodelUken greep van de koningsslang en ik zou mün zucht naar Oostersche mystiek met den dood hebben be kocht. Een duizelig gevoel beving mü, mün bovenlichaam trok even tezamen, wankelde en viel,uit verre, oneindige verten hoorde Ik flauwtjes handengeklap en een monotoon zan- gerig-iiullend geluld. Het welkom In den hof van Allah? Eensklaps was het. alsof die moor dende greep om mün hals minder werd; Ik voelde langzaam-aan die beklemmende span ning wüken en dan vulden zich. Ik wist niet hoe. maar het was zoo. mün longen; hügcnd en klam-bezweten vond ik mü zelf weer terug. Door een bloedrooden nevel, die slechts lang zaam van mün oogen week, zag ik het vreeze- lüke dier weer in het kistje terugkruipen; de starre blik van den shelk verzachtte, tot hü vriendelük tegen me lachte. Met een slag sloot hü het doosje. Ik zocht mün vriend; lükbleek zat hü naast me. In mün onderbewustzijn kwaln de gedachte aan suggestie, maar Ik durfde hbt niet uitspreken. Wat mü zooeven was gebeurd, had me te sterk aangegrepen, dan dat ik het zou durven wagen hier nog een woord te spre ken. dat den shelk ook maar eenigszlns on welgevallig zou zün. Enkele minuten later leidde de shelk ons weer over de binnenplaats naar de zware poort. Zwügend volgden we hem. Eerst toen we het slopje uit waren en het krioelende, doenige Oostersche leven ons omgaf, keken we elkaar aan. heel even maar. .Hooit meer, Banoub. Ik zou het niet over leven." BU Konlnklük Besluit zün bekrachtigd de volgende benoemingen aan de Konlnklüke Academie van Wetenschappen te Amsterdam. a. tot gewoon üd afdeeling letterkunde, prof, dr. H. J. Pos, te Haarlem, prof. ur. L. W. van der Pot, te Groningen. b. tot correspondent, afdeeling letterkunde, prof. mr. J. Eggens, te Batavia, dr. 8. J. Ezaer. te Batavia, dr. F. B. J. Kuiper, te Batavia, dr. P. Voorhoeve, te Tematang Siantar (Sumatra’s Oostkust) Nederl. Oost-Indië. En Ik hield van den H. Petrus, niettegen staande zün drievoudige verloochening, die hü zoo mooi heeft weten te herstellen door op zün beurt den kruisdood te sterven; en van den H. Paulus, die de Christenen had helpen steenlgen alvorens de vurigste onder de apos telen te worden; en van alle martelaren en van alle heiligen, niet alleen van onze natio nale heiligen, zooals Sint LodewÜk, Jeanne d’Arc en Sint Vlnoentius a Paulo, van wlen Ik altoos heb gehouden, ook in de jaren mijner „ontsporingen” maar van alle heiligen uit alle rijden en uit alle landen het Christen dom Is gelukkigerwüze niet rasziek en van alle kloosterlingen uit Frankrijk verjaagd, van die arme Broeders der ChristelUke Scholen, mün eerste leermeesters, en niet het minst van Fiére Florin, die in mün oogen steeds hun heerlükste en edelste vertegenwoordiger was. En meteen kwam ik al meer en meer ou der de begeestering van Christus’ leer, niet alleen van Zün sociale leer die alles bevat, wat goed en bruikbaar is in de socialistische theo rieën, ook de meest moderne, niet alleen van ZUn zedenleer die het hoogste Ideaal van vol maaktheid is waarnaar ’n mensch kan streven, maar bovenal van den troost dien zü belooft aan de rechtvaardigen, de barmhartigen. de nederi- gen en vreedaamen van hart: het eeuwige Licht en het Rük der Hemelen. Reeds twee jaar lang en bulten mün weten om werd ik aldus bewerkt, gekoesterd door de genade. Toen kwam de Goede Week van dit jaar. Ik wierp me met gretigheid op de Navol ging Christi. Aan het slot van het vierde boek las ik: „Wie wil doorvorschen Gods Majesteit zal bezwüken onder den last Züner Glorie. Goo kan meer doen dan de mensch begrijpen.” Oog dit: „Indien gü niet kunt verstaan of begrij pen wat beneden u is, hoe zult ge dan vatten wat boven u is?" En nog dit: „God bedriegt niet; bedrogen wordt "hü. die te veel betrouwt op zich zelven.” „God wandelt met de eenvoudigen, openbaart zich aan de nederigen, geeft het verstand aan de kleinen, ontsluit den zin aan de zuiverste geesten en verbergt zün genaden voor de nieuwsgierigen en trotschen. De menschelUke rede is zwak en kan'Worden misleid, het ware geloof daarentegen kan niet worden misleid.” En ten slotte: ,De eeuwige en onmetelUke A’T T f A °p f*1* *>lad ’U11 tagevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen p bij lev <1 /LDVrl ?l 1 ?lEs O on8ev«ülen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen VFVFe” verlies AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESt „Inderdaad, hierin klonk het antwoord. Ik lachte ongeloovig. maar toch beslist niet onhoffelük en waagde het zelfs eenige twüfel- gevoelens te openbaren. Streng-verwütend keek de shelk mü <1*n sprak hü: ,Jn dit kistje rust een koningsslang, die meer dan drieduizend jaren oud is. Zü 1» gevonden in een Egyptisch koningsgraf, ge wonden om den hals van een mummie. Uit de hleroglyphen weten we, dat deze pharao door den knellenden greep van deze slang is ge stikt. omdat de koning den Almachtige zwaar beleedigd had." Als u ook reeds in stof zult zün overgegaan, zal deze, onze heilige slang nog leven!” Met stijgende belangstelling had ik den shelk «•••••••••••••e»»»»»eee»e»eeese»»s»»see»»»»z»za*zzz** S et hoofd van de Amerikaansche Kro- ningsdelegatle te Londen is Mr. James Gerard, die van 1913 tot 1917 ambas sadeur der Vereenigde Staten te BerlUn was. Lid der delegatie is onder anderen Gen. Pershing, die van Juni 1917 tot aan het eind van den oorlog toe, opperbevelhebber was van de Amerikaansche troepen in Amerika. Belden zün G.CB.-Knlghts of Ridders Groot kruis van de Order of the Bath. Britsche ridderorden van hoogen rang worden zelden aan vreemdelingen verleend en het aan tal Amerikanen met ridderorden waaraan titels verbonden zUn, is büzonder klein, aangezien krachtens de Amerikaansche constitutie geen burger der Vereenigde Staten „eenigen titel van een Koning, Vorst of Vreemden Staat” aan vaarden mag zonder toestemming van het Congres. Gedurende den oorlog evenwel werd een wet aangenomen, welke Amerikaansche burgers in staat stelde zekere bultenlandsche titels, ver bonden aan ridderorden en onderscheidingen, te aanvaarden. Aan het Grootkruis van de Bath-orde is het predicaat Sir verbonden; Mr Gerard heeft dus het recht zich Sir James Gerard te noemen, terwül Gen. Pershing er aanspraak op maken kan Sir J. J. Pershing genoemd te worden. Mr. Gerard dankt de zeldzame onderscheiding hieraan, dat hü van 1914 tot 1917, dus gedu rende de drie Jaren dat Amerika nog niet deel nam aan den oorlog, te Berlün de diplomatieke k- 27Ö

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 19