H
Het Zeemonster
Nagasaki
van
vol verschrikkingen
H
wïAaal wtn (Un
F 250.-
F 750.
Een week
s-
Bekend Fransclj journalist keert weer
tot het Katholicisme
DINSDAG 11 MEI 1937
Amerikaansche ridders
279
I
NAAR HET ENCELSCH
V
Rede overwonnen door
gevoel en hart
HET ANARCHISME
AFGEZWOREN
n
3C
d.
et
ie
I
I
Gustave Hervi verklaart zelf:
,Jk voel me er zoo bly om,
dat ik het moet uit
schreeuwen”
In den greep
van het Oosten
f
xtf;" plechtstatig
rust
JL
wel
De door den auto in geestdrift gebrachte jeugd organiseert autorennen
Dan
JU/Q
ik
■1
o
I*
n
Furtwaengler te Londen
3
Nu gebeurde iets heel geks. „Het zeemonster”? brulde de
klaps een boef te voorschijn kwam, die daar juist op dien boek
agent en meteen viel hij van schrik onderstboven. „Ik ga as
sistentie halen’, en meteen holde hij hard weg.
dan wel bang voor me. De pet paste precies.
„Dat ia ook al een manier om weg te komen,' zei Drein
Drein Drentel had nog geen kwartier
i, toen er eens-
een Inbraak verijdeld.
=i
nooit
helpen.
Foundeyre te
ontvluch-
n
tFordt wrvolgd)
ie
■d
Drentel. „Weet je wat,” en hij raapte de polltleppt op die nog
op den grond lag. Ik set die pet op, misschien is het zeemonster
zijn slag wilde slaan. Toen hü echter de poliUepet sag, vond
hjj het maar beter om door te loopen. Zoodoende had Drein
Benoeming Kon. Academie van
W etenschappen
n
r
k
Q
n
k
C.
de
ge-
I
r
r
k
n
st
omstandigheden diep geschokt,
lag naar de H. Mis
gwooven. In allen
Evangelie
gesproken
hoorde."
„Maar had u hem dan daar willen laten om
komen in zijn ellende?”
„Neen, toen ik hier Woensdagavond terug
kwam, besloot ik, hem hulp te zenden, als Ik den
volgenden morgen naar het station zou rijden.
En toen Mrs. Garbutt verlangde, dat ik nog een
paar dagen blljverf zou, had ik besloten, naar
het dorp te gaan, gisterenavond op den tijd van
het diner; maar ik bad. er geen gelegenheid
die dien kreet ook ge-
JÜ was wat te lang ultge-
tn van de paarden en was
itt naar den stal zou gaan
daarom zamelde hij al zijn
den koristen weg langs de
te winnen.”»
.Denk je, dat'hjj wel alleen naar den toren
zou willen gaaty Collins? Zou hij dat durven?”
naar kan overtuigen, dat het een
eet was, dan zal hjj gauw genoeg
mij
ten.
Heel nederig vroeg ik toen:
„Wil je ml) laten weten, wat Mltford ont
dekt?"
JDat beloof ik u. Zooals ik reeds zei: ik wil
alles voor u doen, wat u verlangt, behalve dan
ongehoorzaamheid aan de orders van Mrs. Gar
butt. Ik ben overtuigd, dat zij goed gezien heeft;
dat ze moest zorgen, dat u weer veilig en wel
onder de hoede van uw vrienden komt. Mij
dunkt, het is heel vriendelijk van haar, dat zjj
zich de moeite heeft gegeven, hun te schrijven."
Zjj dacht natuurlijk aan die geschiedenis van
de ringen
Ik trad terug aan de schrijftafel met een ver
stikkend gevoel In de keel.
Mrs. Oarbutt keerde niet wéér vóór vier uur
op den middag. Om twee uur bracht Collins
mü de lunch en dezen maaltijd durfde Ik ten
minste gebruiken.
Toen zü op het punt was, het vertrek te ver
laten, zei ik:
..Als Mltford daar iemand vindt, laat hem
dan niet den man hier brengen, maar regelrecht
naar het dorp.”
Zü keek mij aan. niet begrijpend.
„Vraag maar niet waarom! Dat aal Ik je wel
vertellen, als Mr. Brentmore hier is; eerder
niet."
ZU knikte bevestigend en ging. en. toen ik
haar de zware deur boven aan de trap boorde
ontsluiten, overviel mü een onstuimig verlangen
naar vrijheid; maar ik mocht, hetgeen ik nu
,Ms Ik her
menschelUke
gaan!”
.Dus JU
sturen. h<
.Dat lx
„Wanne
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
De eerste concerten van de Berbjnsche Phil
harmonic onder leiding van Furtwaengler te
Londen, hebben een zeer groot succes gehad.
De Londensche bladen schrüven er over in be
wonderende termen. De criticus van de Times
schrijft over de uitvoering van Beethoven’s
NïgO'de Symphonic, dat men hieibif de hoogte
en de diepte van Beethoven ervoer, gelUk men
dit slechts enkele malen in zün leven kan be
leven.
S .111..1111U111
veranderde eensklaps de
opgetogen uitdruking van zijn gelaat in een
zoo dreigende, zoo afstootende, dat ik slechts
van een Intellectueel, onder den last van
universitaire ezelsvellen begraven, zich
waardigd heeft in mün ziel te verrijzen.
Mltford met dien andei
dagavond den kreet h<
hem eerst, wat ik je 9U
laat die twee dan 1
„Het was Mltford
boord heeft. Miss. I
bleven met het wadi
bang, dat Mr. Garbt
en het zou merken;
moed bijeen en nam
ruïne, om tUd uit te
T'kov'b. 4-
lange geheele ongeschiktheid tot werken door j-T *7^0 bij een ongeval met
n beide armen, beide beenen of beide oogen vFVFe doodelljken afloop
IEDEN UITERUJK. DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
„Wees u maar niet bang. Miss, wU zullen het
vóór ons houden.”
Dus was er dan toch kans, dat Mltford dien
dag naar den toren ging. O, mocht er nu ein
delijk eens iets van komen!
Collins raapte het werk op, dat zU in haar
opgewondenheid had laten vallen, en ik begon
weer te schrijven; maar toch zou ik nog één
poging wagen en nu ditmaal voor mijzelf.
„Collins,” begon ik, „heb je ooit wel eens ge
lezen of gehoord van menschen. die niét gek
waren en die waren opgesloten in een krank
zinnigengesticht?”
Ik zag aan de uitdrukking van haar gezicht,
dat dit onderwerp haar niet beviel; maar ik
hield voet bU stuk en ging voort:
.Maar natuurlijk heb je daar wel eens van
gehoord! Het eigenaardige er van is, dat, wan
neer je zoo iets in het werkelijke leven aan
treft, je het haast nooit voor waarheid kunt
aannemen.”
.Miss Phillips," viel se mü in de rede op
voor haar doen zeer beslisten toon. .Jk weet,
waar u heen wilt, maar spaart u mij deze vraag.
Ik zal zorgen, dat er een onderzoek wordt inge
steld, om u genoegen te doen; uw brief heb
ik ook laten posten, om u een genoegen te doen;
maar let wel: ik zou het geen van beide gedaan
hebben, als Mrs. Garbutt mü tégen-orders had
gegeven. Al wat ik voor u doen kan en wat niet
in strijd is met de bevelen van mijn meesteresse
daar ben ik toe bereid; maar ik Zou nooit te
bewegen zijn, iets te ondernemen tégen hevr
aanwUzing.”
Dus wm ik. waar Ik aan toe waa: Collina aou
zoo juist gewonnen had. niet in de war sturen
door een daad van roekeloosheid!
Na de lunch ging ik bü het venster staan, in
afwachting van den terugkeer van Mrs. Garbutt.
Ik besloot nu Ineens, dat ik de koe bü de horens
zou pakken en dat ik van baar eischen aou.
dat ze mU eenige beweging zou laten nemen.
In haar tegenwoordigheid scheen alle moed
mij altijd te begeven en niet zoodra zag ik
haar rijtuig dan ook aankomen, of een gevoel
van vrees overviel bij weer.
Tegen den tijd, dat bet rijtuig voor het huis
stilhield, was ik op bet punt, neer mijn
eigen kamer te vluchten, maar na eenlg be
raad, achtte Ik het toch beter, te blUven
wastf ik was.
Zoodra Mrs. Garbutt haar mantel en hoed
bad afgelegd, zou de thee opgediend worden. Ik
zou in de kamer blUven en het oog houden op
mijn kopje, om vergissingen te voorkomen.
Ze kwam regelrecht het vertrek binnen, waar
ik was. nog met haar hoed op. Ik stond met den
rug naar het venster en sloeg haar steeds gade,
terwijl ze naar haar lage stoeltje ging bü bet
vuur en ik tot de slotsom kwam, dat zU ge
slaagd was in haar ondernemen.
Ze was beleefd en zelfs vriendelijk in haar
belangstellende vragen, hoe ik den rijd was door
gekomen gedurende haar afwezigheid en. of
schoon ze nog doodsbleek zag en hear oogen
nog dien rusteloozen blik hadden, was de uit
drukking van haar gelaat toch als van iemand,
die voelde, dat zjj gezegevierd had.
en andere belangen van Groot Brittannié be
hartigd heeft. Over zUn Berlljnsche periode
heeft hU twee boeken geschreven: ..Face to face
with Kalserism” en „My four years in Germa
ny". Het zUn zeer onderhoudende boeken, zon
der eenige diplomatieke gewlchtlg-doenerU- Het
eerstgenoemde werk is voomamelUk van poll-
tleken aard; In het andere worden vooral er
varingen en Indrukken weergegeven, en tot in
bijzonderheden wordt erin verteld wat Gerard
en zijn medewerkers aan de ambassade sinds
het uitbreken van den oorlog gedaan hebben
In het belang van de Engelschen die in Dultsch-
land vertoefden of woonden, en in dat der
Britsche krijgsgevangenen. Ongetwijfeld heeft
hU dezen onschatbare diensten bewezen. HU
heeft met de grootste toewüdlng voor hen ge
werkt, ofschoon in die jaren de behartiging der
Amerikaansche belangen In Duitschland reeds
onnoemelijk veel van een ambassadeur vergde.
Uit die boeken blükt ook hoe door-en-door
Amerikaan hü was: de typische man van de
Nieuwe Wereld, die aanvankelijk vreemd, maar
tot het einde toe kritisch stond tegenover al
het ulterlijke vertoon der Europeesche volkeren
en vorstenhoven. Ofschoon in het bijzonder de
Dultsche vorm van dat vertoon, gekenmerkt
door een ongeëvenaarde vereerlng voor unifor
men, hem tegenstond, is het toch waarschUnlUk
dat de meer aristocratische glans van het leven
in Engeland, met zün eeuwenoude tradities en
weergalooee ulterlUke praal, hem op den duur
evenmin bekoord zou hebben. Daarvoor was hü
te zeer Amerikaan. Men kan zich hem dan ook
zeer moeilijk voorstellen als datgene wat hU
is, namelUk een Engelsch Ridder.
Te Berlijn, waar onder het Keizerrijk ieder,
die een plechtigheid aan het Hof moest bU-
wonen, nog wel een of ander uniform bezat
waarin hU zich voor deze gelegenheid kon ult-
doeschen, waren de Amerikaansche ambassa
deurs steeds zeer opvallende verschijningen op
hoffeesten, daar zjj de eenigen waren die noch
militair, noch diplomatiek gala droegen. Wie
in Engeland een levee of een avondfeest ten
hove bUwoont, kan, wanneer hU geen ambts-
costuum heeft, een zoogenaamd „court dress"
aantrekken. Dit doen bU voorbeeld ministers,
die niet reeds een andere hoedanigheid of rang
bezitten, welke him aanspraak geeft op een
uniform of galagewaad. Gedurende de plech
tigheid in de Abbey zal Generaal Pershing na
tuurlijk zUn generaals-unlform dragen. Mr.
Gerard «f Mr. BtnghAm, de Amerikaansche
ambassadeur te Londen, sullen’^ch bü deze
gelegenheid ultdosschen in kniebroek, zijden
kousen, lage schoenen en zwarten rok. Dit is
geen „court dress", maar lükt er toch het meest
op. Verder durft geen Amerikaan, zelfs al is
hU een „knlght”, te gaan, sinds aan gene züde
van den Oceaan eens een storm verwekt werd,
doordat de Amerikaansche ambassadeur Harvey
in vol hof-gala verscheen op een levee in
Buckingham Palace.
j
voor en tot dusverre heb ik die nog niet gevon
den
„Wist ik toch maar, wat ik gelooven moest!"
luidde Collins’ verzuchting, waarop ik zei:
„Je hoeft in het geheel nfets te gelooven, enkel
maar te onderzoeken, wat Ik heb gezegd. Stuur
deren persoon, die Dins-
leeft gehoord, maar vertel
nu heb meegedeeld en
IX-
De bekende Fransche journalist Gustave
Hervé. een gewezen anarchist, Is openlijk
Weergekeerd tot het Katholicisme. In zijn blad
„La Victoire” heeft hü daarvan mededeeling
gedaan.
Het is wel degelijk zoo, aldus schreef Hervé:
Ik keer officieel, en met geestdrift, tot het
Christendom terug. Ik voel me er zoo blU om,
dat ik het moet uitschreeuwen. Het zal daarbij
de katholieke lezers van ,Xa Victoire” en aF
dezen leeken en priesters die jarenlang
voor mijne volledige bekeering hebben gebeden,
zeer verheugen. e
Hoe komt het, dat ik zoo lang heb gewacht
tot de Kerk terug te keeren nadat ik, al
reeds een jaar ongeveer vóór den oorlog, tot
het besef was gekomen van de moreele en de
sociale waarheid van het Christendom?
Thans begrijp ik waarom. Ik was *n verkeer
den weg opgegaan: ik wilde er hardnekkig ko
men langs den weg der rede en der redenee-
ring. Het is nu eenmaal een manie van intel-
lectueelen. rationalisten en vrijdenkers, alles te
willen ophelderen en verklaren In het licht
der rede, alsof de rede, die wel op haar plaats
is waar het er om gaat de stof te observeeren.
feiten vast te stellen en natuurwetenschappe-
lüke wetten op te sporen, alsof de rede, zeg ik.
ons eenig middel tot investlgatie en tot ontdek
king ware, alsof we niet, benevens de rede,
nog het gevoel en de intuïtie bezaten, welke
voor ons gezichten openstellen, die niet te berei
ken zijn langs den weg der rede alleen,
nog gezwegen over het licht des geloofs.
Gestadig sprak ik tot mezelven: „Goed zoo.
De materialistische en mechanistische hypothe-
•e van een heelal, geschapen uit eeuwige stof
en eeuwige kracht, houdt geen steek. De won
derbare machine van het heelal met al haar
wetten is niet vanzelf tot stand gekomen, noch
heeft zichzelf geordend. Een wezen dat almach
tig, oneindig en eeuwig is, heeft het geschapen,
en, daar een nietige aardworm, als ik ben. ze
delUke verzuchtingen en opwellingen van goed
heid en Idealisme in zich ervaart, zoo kan het
niet anders of God is oneindig' goed. HU heeft
aan het menschelijk geslacht wetten opgelegd.
De mensch heeft deze wetten overtreden. Doch
elk kwaad draagt in rich zijn eigen sanctie en
daarom, in t belang zelf van het menschdom.
beeft de mensch misstappen begaan. De Ge
wijde Boeken hebben deze waarheden veraan
■chouwelUkt In de zinrijke parabel van het
verloren Paradijs. Maar de Profeten van Israël
en elders Boeddha en Confucius met hun
Instinct, met hun intuïtie van het Eeuwige
hebben den mensch nieuwe en nauwkeurige
wetten voorgehouden. En Christus, de wonder
baarste aller profeten, heeft aan de wereld ZUn
sublieme leer het Christendom verkon
digd.
Ziedaar hoe, voor alle „redelijke" menschen,
de feiten zich hebben voorgedaan.
Wanneer de menschelUke rede redeneert
over dingen die buiten haar bereik liggen, om
dat ze niet behooren tot haar gebied, wel, dan
■aakt dat kant noch wal.
Niet door de rede, maar door het gevoel en
door het hart, ben ik tot het Christendom te
ruggekeerd.
Ik heb reeds vroeger de wonderbaarlUke ge
schiedenis verteld welke mU overkomen was op
Hemelvaart 1935. hoe ik, op dien dag, ofschoon
nog geheel ongeloovig, God ben wezen bedan
ken. omdat HU de gezondheid had weerge-
echonken aan mUn broeder, voor wien ik Hem
had gebeden in een uur van neerslachtigheid
- en verwarring.
Sindsdien, door dezen samenloop van haast
mlrakuleuze
ben ik geregeld lederen Zond:
gegaah om te trachten te
eenvoud heb ik de lezing van het
aanhoord, het Onze Vader uit mUn kinderjaren
gebeden, en natuurlUk ook het Weesgegroet
daar ik mU in een kerk van de Maristen be
vond. tot God smeekend om genade en ver
lichting. opdat ik dan toch elndelUk helder zou
mogen zien.
En onmerkbaar ben ik van Jezus gaan hou
den. omdat HU ons met ZUn bloed heeft vrijge
kocht. Ik begon te wenschen dat ik me, vóór
3000 jaren. aan ZUn zijde hadde bevonden, om
Hem ZUn kruis te helpen dragen. Zonder me
in te laten met het doorgronden van de ge
heimen der Menschwording, der Verlossing of
der Drieëenheld, ben ik ook gaan houden van
ZUn Moeder, die bü ZUn lUden aanwezig was
misschien wel door aan mUn eigen moeder te
denken, die ook haar kruisweg heeft gehad, al
- de jaren die ze me in de gevangenis zag door-
brengen voor denkbeelden die haar krankzin
nig toeschenen.
kleine, teere kopjes, rookten sigaretten en ge
noten daarna van heerlUken vruchtendrank.
Dan begon de sheik, heel langzaam, met voor
zichtig uitgekozen woorden te spreken over de
slangensekte. De motieven, waarom zU zich in
een sfeer van heiligheid mocht hullen, waren
moellUk te volgen, maar klonken niet ongerijmd.
Plotseling stond hU op, elke aanleiding daartoe
was me ontgaan en reeds vreesde Ik, dat
aan de gastvrUheld een ontijdig einde zou wor
den gemaakt, toen de sheik in een nevenver-
trek verdween. Banoub en ik waren alleen.
,HU is de bewaarder van de heilige slang”
fluisterde Banoub mU toe.
„Welke heilige slang?"
Banoub glimlachte flauwtjes en trok even
met zUn schouders. Of hij nu werkelUk niets
meer wist of dat hU mU in het onzekere wilde
laten, werd mU niet duidelUk.
..Kan ik haar niet te zien krijgen?”
.HU haalt haar al!" Opwinding maakte zich
van mU meester. Over enkele oogenblikken sou
ik, voor de zooveelste maal in de enkele dagen.
vis-A-vis staan tegenover Oostersche mystiek.
Even gerulschloos als hU verdwenen was,
keerde de sheik terug. In zUn handen hield hu
een kistje, dat hU voor ons op het tapUt neer
zette. Het was vervaardigd van zwartglanzend
Obsidian met buitengewoon kunstig gouden in
legwerk als hleroglyphen, maar domineerend
was de slanke figuur van een koningsslang. On-
getwUfeld een zeer kostbaar eeuwenoud voor
werp.
„Bewaart u daarin de heilige slang?" vroeg Ik.
je, dat het de zuivere, eerlUke waarheid ia
Wat zou ik er bU winnen door zoo*n geschiedenis
te verzinnen? Niets Immers! Al wat ik je
vraag, is: de waarheid te helpen bewijzen. Je
hoeft zelf niets te doen. Je moet enkel maar je
verloofde zien over te halen, naar den toren te
gaan en daar een onderzoek in te stellen. Want,
bedenk wel, Collins, die ongelukkige moet daar
nu gelegen hebben sinds Dinsdagavond.”
.Miss Phillips!” riep zU, nog steeds weifelend.
.Als dit zoo is, waarom hebt u het dan al niet
eerder aan iemand verteld?”
Ik zag in, dat als ik haar de ware reden van
mUn stilzwUgen gaf, zU er dan in het geheel
geen geloof aan zou willen slaan. ZU kón nog
aannemen, dat er iemand toevallig in den toren
was gevallen, maar ze zou nooit gelooven, dat
haar meesteresse hem opzettelUk in die val had
gelokt
„Waarom heb u er al niet eerder over gespro
ken?” herhaalde zU en Ik antwoordde:
„Wat zou Ik daar nóg mee bereikt hebben.
Niemand had mU willen gelooven. IK zou t je
zelfs nu niet verteld hebben, als je er niet van
had, dat een ander ook dien kreet
kult je best doen, er hem op af te
J Collins?”
loof ik u."
sr?"
ik hem maar even spreken kan. Miss
HU moét in het dorp wachten, tot Mrs. Garbutt
terug zal zUn. ZU wist zelf niet, hoe lang zU In
Winchester zou blUven. Maar ik zal even gauw
in den stal aanloopen. als ik beneden de thee ga
hal«n voor Mrs. Garbutt"
zult hem vooral toch onder het oog
brengen, dat hu er met niemand anders over
T-.lotsellng bevond Ik mU met Banouo Abdou
L* mUn Oosterschen vriend in een slop, dat
dood liep. Aan het eind er van was een
diep-ingebouwde poort, met zware U*eren platen
beslagen. Er voor hurkten vele, vieze bedelaars
MUn dagenlang rondzwerven door Kaïro had
mU al voor tallooze, nu eens verheugende, dan
weer trieste verrassingen geplaatst Van de laat
ste meer dan van de eerste, maar dit was wel
heel exceptioneel. Deze martiale deyr, en wat
daarachter verborgen moest liggen, wekte zoo’n
nieuwsgierigheid bU me op. dat Ik, In plaats
van mUn vriend, een bedelaar vroeg, wie hier
wel woonde.
„Abu-ed-Tab*u" fluisterend kwam het ant
woord.
.Abu-ed-Tabku," herhaalde ik „Vader der
slangen. Zeg Banoub. wat moet dat betteke
nen?”
,Jk heb laatst eens iets van hem gelezen,"
gemelUk, wat onwillig haast kwam het ant
woord: .HU moet de sheik van een beroemde
slangensekte zUn. Dit praedicaat beroemdheid
komt meer van de zUde der Arabieren, dan van
die der wetenschappelUke wereld. Maar als je
hem eens wilt spreken?”.... vragend keek hU
me aan en kon blUkbaar van mUn gezicht
lezen, wat ik wilde. Met een slag viel een zware
klepel op de massieve deur en echode door
het slopje. Ik had me begeven in een avontuur,
dat me tot stlkkens toe heeft benauwd, maar
tevens een waardevolle ervaring rijker maakte.
Bedacht-tangraam weck de zware deur. Een
mat-lichtschUnsel van een electrische lamp, die
het elk oogenbllk kon begeven, teekende In de
opening het scherpe profiel van een man, ge
kleed in een breed van de schouders hangende
donkeren talaar; zUn voeten staken In roode,
korte Arabische schoenen.
Onzen beleefden groet beantwoordde hU niet
onvriendelUk, maar uiterst gereserveerd. Ba
noub was het, die hem aansprak. ZUn vriend,
een Europeaan, bestudeerde het land en zUn
gewoonten en had zoo vanzelfsprekend den
naam van Abu-ed-Tab&u gehoord. Of '.pu de
gelegenheid bestond met den grooten shelk een
kort onderhoud te hebben- Uit den talaar kwam
een pezig magere hand, die ultnoodlgend werd
gestrekt In de richting van een binnenplaats.
WU schuifelden binnen. De deur bonkte dicht
en werd gegrendeld.
Over het kleine, betegelde pleintje werden we
geleld in een breed en laag vertrek, volbe
hangen met kostbare tapUten en op den vloer
fUn-bestikte kussens. We namen de ons aange-
God. Wiens macht is oneindig, doet groote
en ondoorgrondelUke dingen In den hemei en
op aarde, en niet te doorvorschen zUn ZU°
wonderbare werken.
indien zoodanig waren de werken van God.
dat zU gemakkelUk konden worden begrepen
door de menschelUke ziel, dan waren zU niet
wonderbaarlUk en onultsprekelUk te noemen.
Op Goeden Vrijdag, te 3 uur. het uur waarop
alle christelUke zielen den dood van den Zalig
maker herdenken, heb ik geschreven naar den
Pater Marist van wlen de predlcatle over de
bovennatuurlUke kracht van het gebed, op
Hemelvaart 1935. den eersten stoot aan mUn
bekeering had gegeven, hem verzoekend me
den volgenden dag In zUn biechtstoel te ont
vangen. opdat ik den Zondag daarop mUn Pa-
schen zou kunnen houden.
Ziedaar hoe, op het feest van ZUn Verrijzenis,
Christus, Dien ik niet had vermogen te be
reiken met mUn menschelUke rede, de rede
zün
ge-
aanhoord. maar
zUn woorden over
tuigden mU niet
Ik wilde dat ver»
eerde reptiel
eens zien.
Als had
shelk mUn
dachten gelezen, zoo
„Bent u daar alleen naar toe gegaan in het
donker en nadat wU u er toen van verteld
hadden?”
Ik sloeg er maar In het geheel geen acht op.
dat ze mU in de rede viel: de tUd was te kost
baar, want Mrs. Garbutt kon al gauw terug zUn.
,Jk klom de trap op en dicht bU den top
waren er een paar treden af gebrokkeld; ik dacht,
dat iemand, die dit misschien niet had gemerkt,
nog verder zou zün doorgegaan en dan ineens
in de diepte gevallen zou zUn. He boog mU een
eind voorover, schreeuwde uit alle macht en
iemand antwoordde mij!"
.Miss Phillips!"
Da, het is waar; zoo waar als ik hier sta.
De stem klonk maar heel zwak en van ver af.
maar er riep iemand duidelijk: „Help! Help!”
diep onder uit den toren.”
„O, hoe verschrikkelUk! Hoe verschrlkkelük!”
kreunde Collins, maar ik wilde geen tUd ver
knoeien, met naar haar te luisteren: ik moest
haar overtuigen, dit was de zaak.
.Je houdt bet misschien voor het spel van een
.waanzinnige” verbeelding?.... Maar ik zweer
afstootende, dat ik slechts
met moeite mijn woorden kon uitbrengen.
„Ik wil geen moment veronderstellen, hoog
geachte shelk. dat u niet waarheidslievend zou
zijn. maar, bij allen eerbied voor uw hoogen
ouderdom, Ik kan u niet gelooven. Laat mU eens
zien! Ik wil het kistje zelf openen!”
„Allah beware u daarvoor!” Als een nood
kreet klonk de stem van den grijsaard. .Het
zou uw dood beteekenen. vreemdeling!"
ZUn waarschuwing kwam echter al te laat.
Ik weet zelf niet, hoe Ik er toe kwam was het
misschien de stekelige blik van den ouden man.
waarin ik iets kleineerends meende te zien of
een onweerstaanbare drang naar avontuur?
maar flauw-welfelend stak ik tnUn rechterhand
uit naar het kostbare kistje, om haar meteen,
hevig ontsteld, weer terug te trekken. Vlak voor
mi) kronkelde een glimmend slangenlUf. de
platte kop dreigend vooruitgestoken.' angstaan
jagend klonk het sissen. Onwillekeurig strekte
ik mUn hand weer uit, nu om mU te verdedi
gen. In plaats van toe te buten, slingerde het
reptiel zich om mUn vooruitgestoken arm en
kronkelde zich als een ontspannende veer om
hoog. Met een even onverwachte als snelle be
weging gleed het slangenlUf om mijn hals; vlak
bü mUn oor klonk het folterend sissen. Knel-
lender werd het vleeschkoord om mün hals, te-
^.e^n pl“tfe“ ^l_dr^J.n_TU,r^SCh.! *offle 2^ vergeefs beukte en rukte Ik in mUn vertwüfe-
llng aan het gladde slangenlichaam. Ik hoorde
me schreeuwen, maar het was een verstikt gor
gelen, meer niet. Snel en zwaar bonkte mün
hart, de aderen zwollen en dreigden te bersten.
Nog één seconde in dien doodelUken greep van
de koningsslang en ik zou mün zucht naar
Oostersche mystiek met den dood hebben be
kocht. Een duizelig gevoel beving mü, mün
bovenlichaam trok even tezamen, wankelde en
viel,uit verre, oneindige verten hoorde Ik
flauwtjes handengeklap en een monotoon zan-
gerig-iiullend geluld. Het welkom In den hof
van Allah? Eensklaps was het. alsof die moor
dende greep om mün hals minder werd; Ik
voelde langzaam-aan die beklemmende span
ning wüken en dan vulden zich. Ik wist niet
hoe. maar het was zoo. mün longen; hügcnd
en klam-bezweten vond ik mü zelf weer terug.
Door een bloedrooden nevel, die slechts lang
zaam van mün oogen week, zag ik het vreeze-
lüke dier weer in het kistje terugkruipen; de
starre blik van den shelk verzachtte, tot hü
vriendelük tegen me lachte. Met een slag sloot
hü het doosje. Ik zocht mün vriend; lükbleek
zat hü naast me. In mün onderbewustzijn kwaln
de gedachte aan suggestie, maar Ik durfde hbt
niet uitspreken. Wat mü zooeven was gebeurd,
had me te sterk aangegrepen, dan dat ik het
zou durven wagen hier nog een woord te spre
ken. dat den shelk ook maar eenigszlns on
welgevallig zou zün.
Enkele minuten later leidde de shelk ons
weer over de binnenplaats naar de zware poort.
Zwügend volgden we hem. Eerst toen we het
slopje uit waren en het krioelende, doenige
Oostersche leven ons omgaf, keken we elkaar
aan. heel even maar.
.Hooit meer, Banoub. Ik zou het niet over
leven."
BU Konlnklük Besluit zün bekrachtigd de
volgende benoemingen aan de Konlnklüke
Academie van Wetenschappen te Amsterdam.
a. tot gewoon üd afdeeling letterkunde, prof,
dr. H. J. Pos, te Haarlem, prof. ur. L. W. van
der Pot, te Groningen.
b. tot correspondent, afdeeling letterkunde,
prof. mr. J. Eggens, te Batavia, dr. 8. J. Ezaer.
te Batavia, dr. F. B. J. Kuiper, te Batavia, dr.
P. Voorhoeve, te Tematang Siantar (Sumatra’s
Oostkust) Nederl. Oost-Indië.
En Ik hield van den H. Petrus, niettegen
staande zün drievoudige verloochening, die hü
zoo mooi heeft weten te herstellen door op
zün beurt den kruisdood te sterven; en van
den H. Paulus, die de Christenen had helpen
steenlgen alvorens de vurigste onder de apos
telen te worden; en van alle martelaren en
van alle heiligen, niet alleen van onze natio
nale heiligen, zooals Sint LodewÜk, Jeanne
d’Arc en Sint Vlnoentius a Paulo, van wlen Ik
altoos heb gehouden, ook in de jaren mijner
„ontsporingen” maar van alle heiligen uit
alle rijden en uit alle landen het Christen
dom Is gelukkigerwüze niet rasziek en van
alle kloosterlingen uit Frankrijk verjaagd, van
die arme Broeders der ChristelUke Scholen,
mün eerste leermeesters, en niet het minst
van Fiére Florin, die in mün oogen steeds
hun heerlükste en edelste vertegenwoordiger
was. En meteen kwam ik al meer en meer ou
der de begeestering van Christus’ leer, niet
alleen van Zün sociale leer die alles bevat, wat
goed en bruikbaar is in de socialistische theo
rieën, ook de meest moderne, niet alleen van
ZUn zedenleer die het hoogste Ideaal van vol
maaktheid is waarnaar ’n mensch kan streven,
maar bovenal van den troost dien zü belooft aan
de rechtvaardigen, de barmhartigen. de nederi-
gen en vreedaamen van hart: het eeuwige
Licht en het Rük der Hemelen.
Reeds twee jaar lang en bulten mün weten
om werd ik aldus bewerkt, gekoesterd door de
genade. Toen kwam de Goede Week van dit
jaar. Ik wierp me met gretigheid op de Navol
ging Christi. Aan het slot van het vierde boek
las ik: „Wie wil doorvorschen Gods Majesteit
zal bezwüken onder den last Züner Glorie. Goo
kan meer doen dan de mensch begrijpen.” Oog
dit: „Indien gü niet kunt verstaan of begrij
pen wat beneden u is, hoe zult ge dan vatten
wat boven u is?"
En nog dit: „God bedriegt niet; bedrogen
wordt "hü. die te veel betrouwt op zich zelven.”
„God wandelt met de eenvoudigen, openbaart
zich aan de nederigen, geeft het verstand aan
de kleinen, ontsluit den zin aan de zuiverste
geesten en verbergt zün genaden voor de
nieuwsgierigen en trotschen.
De menschelUke rede is zwak en kan'Worden
misleid, het ware geloof daarentegen kan niet
worden misleid.”
En ten slotte: ,De eeuwige en onmetelUke
A’T T f A °p f*1* *>lad ’U11 tagevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen p bij lev
<1 /LDVrl ?l 1 ?lEs O on8ev«ülen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen VFVFe” verlies
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESt
„Inderdaad, hierin
klonk het antwoord.
Ik lachte ongeloovig. maar toch beslist niet
onhoffelük en waagde het zelfs eenige twüfel-
gevoelens te openbaren.
Streng-verwütend keek de shelk mü <1*n
sprak hü: ,Jn dit kistje rust een koningsslang,
die meer dan drieduizend jaren oud is. Zü 1»
gevonden in een Egyptisch koningsgraf, ge
wonden om den hals van een mummie. Uit de
hleroglyphen weten we, dat deze pharao door
den knellenden greep van deze slang is ge
stikt. omdat de koning den Almachtige zwaar
beleedigd had." Als u ook reeds in stof zult zün
overgegaan, zal deze, onze heilige slang nog
leven!”
Met stijgende belangstelling had ik den shelk
«•••••••••••••e»»»»»eee»e»eeese»»s»»see»»»»z»za*zzz**
S
et hoofd van de Amerikaansche Kro-
ningsdelegatle te Londen is Mr. James
Gerard, die van 1913 tot 1917 ambas
sadeur der Vereenigde Staten te BerlUn was.
Lid der delegatie is onder anderen Gen.
Pershing, die van Juni 1917 tot aan het eind
van den oorlog toe, opperbevelhebber was van
de Amerikaansche troepen in Amerika.
Belden zün G.CB.-Knlghts of Ridders Groot
kruis van de Order of the Bath.
Britsche ridderorden van hoogen rang worden
zelden aan vreemdelingen verleend en het aan
tal Amerikanen met ridderorden waaraan titels
verbonden zUn, is büzonder klein, aangezien
krachtens de Amerikaansche constitutie geen
burger der Vereenigde Staten „eenigen titel van
een Koning, Vorst of Vreemden Staat” aan
vaarden mag zonder toestemming van het
Congres.
Gedurende den oorlog evenwel werd een wet
aangenomen, welke Amerikaansche burgers in
staat stelde zekere bultenlandsche titels, ver
bonden aan ridderorden en onderscheidingen,
te aanvaarden.
Aan het Grootkruis van de Bath-orde is het
predicaat Sir verbonden; Mr Gerard heeft dus
het recht zich Sir James Gerard te noemen,
terwül Gen. Pershing er aanspraak op maken
kan Sir J. J. Pershing genoemd te worden.
Mr. Gerard dankt de zeldzame onderscheiding
hieraan, dat hü van 1914 tot 1917, dus gedu
rende de drie Jaren dat Amerika nog niet deel
nam aan den oorlog, te Berlün de diplomatieke
k-
27Ö