<Kdu&fiaal den dag aan l Het Zeemonster Nagasaki van r1T Om een kroon F 250.- EBT" Een week HBI I vol verschrikkingen L NAAR HET ENCELSCH J| BLONDONA- BRUNETTA ARBEID VOOR ONS VOLK R.K.STAATSPART'J LUST I bHh DONDERDAG 13 MEI 1937 Door toeval mislukt Kardinaal Verdier Een groote erfenis 4 Kl 7|V 285 2 tnnf_ Een boevenstreek, welke heel Lon den en ganach Engeland met de uiterste verbazing trof Een onderhoud met den Kerkvorst bij dient priesterfeest nette H i NE1 leeftijd zlnesta Haarlet I b« we A GEI van "en dags a huls, A GE\ BINNEN 3 O METER van een brandende straat lantaarn of op officieel parkeerterrein moot uw auto staan om vrijgesteld te zijn van de plicht om licht op te hebben jtL - I Droef weerzien I I I HONIG 5 BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 257. zwaarder dan de jneeste andere ^<0 VH57 0J51M O Bi zich Gen 30 Moeders liefste helpster o I /l 'a' 28*i Gevrai X Zeemonster scheen de kluts kwijt te zyn, want het dier bleef wel een uur versuft voor zich uit zitten staren naar de zee. Het vond het zeker erg gek dat de zee hier grijs was. waar het altijd de gele zee had gezien. HOOFDSTUK VII stond by een van de vensters met terwijl dag haar (Wordt vervolgd) c /4 il Op een gegeven oogenblik was het zeemonster verdwenen en niemand wist waar het heengegaan was. t Was verdwenen in de richting van het Ifoordzeekanaal, daar kwam het eindelijk weer te voorschijn en werd voor t eerst gezien bij den vuur toren. P* Ha Sir Robert Leicester Harmsworth, een broer van Burggraaf Rothermere en wijlen Burggraaf Northcllffe. heeft 596.379 pond nagelaten, waar op 175.479 pond successierechten zijn betaald. Sir Leicester is president geweest van de Con solidated Press Ltd., Field Press, Western Mor ning News en Western Times. in Blood een en C 16 Jm B 1— schoonzoon. Blood achtei Toch poging wezen. ■elf st weg a in hi bekei NEN, Gevn I voor Aanrr F. V« Zfjlwa worn. B. goe kur N. >05 d. k zoe Md A 1 pi Van 2 7^8 1 •tarda Zelfst. 8—6 u straat voor d ken er Goed in Aui 64470. ot Of or bt gevr. a plnatr. Gevraa R.l hu BK. pleli Gevraag Ne ge vraat Julfrot Schern Voor t Gevraaf NET D loon f i Jan Ha bij verlies van een band, een voet of een oog. boven 5 melk gi •tra ten. gom.. Leê/i overtuigd was, dat Mrs. Oarbutt er direct of indirect niet mee geknoeid kon hebben. -Toen de duisternis inviel, ging ik mij weer wat beter voelen; ik trad aan het venster en zat te kjjken, of ik Val ook soms langs de op rijlaan zag naderbijkomen; maar het werd al geheel donker en nóg had ik niets gezien. ,Jk ben letterlijk bedwelmd van ontroering over zooveel blijken van belangstelling,” zoo vertelde de Aartsbisschop in allen eenvoud. .Jk heb een dergelijke begeestering en aanhanke lijke genegenheid niet verwacht. Trouwens, ik maak me nóg geen illusies. De eensgezindheid, waarmee al deze getuigenissen werden afgelegd, gaat ver uit boven mijn simpele persoonlijkheid en richt zich meer tot den Aartsbisschop van Parijs of tot Superior Generaal van Saint Sul- plce. Ik heb stapels brieven en telegrammen ontvangen. Ik geloof dat er geen enkel plaatsje is, al is het nog zoo klein, waar men mij heeft overgcslagen en waar men zich niet gedwon- gen gevoelde my sympathie te betuigen.” Dat is niet meer dan billijk, Eminentie, als men de goedheid in aanmerking neemt. Waarmede gij steeds bereid zyt te komen, overal in heel Frankrijk, om nog niet te spreken van het buitenland. WAARBORGEN VOLMAAKTE H A A R VE R ZO PG IN G -j- >der jaar benut ik een dag van mijn vacan- I tie, om dien door te brengen in mijn ge- boortestad. Ik heb er behoefte aan, weer eens tc vertoeven in de oude, vertrouwde omgeving, welke ik nu welhaast 35 Jaar geleden metter woon verliet. Veel bezoeken leg ik op zoo’n dag niet af. De straten en pleinen spreken genoeg tot me, zoodat ik geen lust gevoel, mijn tijd te verdoen aan visites. Maar nooit zou ik verzui men. bij een vroegeren buurtgenoot, thans een banketbakker in bonus, te informeeren naar den welstand van zijn kroostrijk gezin. Nooit langer dan een kwartier, hoogstens een half uur verbleef ik bij hem, maar die tijd was vol doende, om me van alle nieuwtjes op de hoogte te brengen. Schrijven deden we elkagr nooit, en toch wist ik, dat hij ieder jaar, wanneer de zomer zijn Intrede had gedaan, lederen dag naar mijn komst uitzag. De laatste maal, dat we elkaar ontmoetten, werden voorbereidingen getroffen voor het hu welijk van zijn jongste dochter Greta. Ik moest met hem drinken op het welzijn van het a.s. jónge paar en bij die gelegenheid vertelde hij me. op welke tragische wijze bruid en bruide gom met elkaar hadden kennis gemaakt zqn a.s. schoonzoon. Frits Wanner, kwam uit een keurig gezin en had zich een eervolle posi tie op eqn bank weten te verwerven. Ook de andere kinderen verdienden behoorlijk hun brood. Allen waren nog thuis en zoo kwam er wekelijks flink wat binnen. Maar als 'n donkere wolk rustte op moeder en kinderen het gedrag van den vader, die de weelde niet kon verdra gen en al zijn vrijen tijd in café's doorbracht De drankzucht had hem ten laatste zoo in haar greep, dat de man bijna lederen avond door z.g, vrienden dronken naar huis werd geleld. Zelfs had de politie zich al eenlge malen over hem moeten ontfermen en in de cel had hij zijn roes moeten uitslapen. De man kreeg een kwa den naam in de stad en onverstandige en onge voelige menschen wilden wel eens vrouw en kinderen het wangedrag van het hoofd des ge- zlns verwijten. Het gevolg was dan ook. dat vier van de vijf kinderen een betrekking bulten hun woonplaats zochten en vonden en daar in- tusschen zelf gezinnen hebbenkgestlcht Alleen Frits bleef bij zijn ouders. Of beter gezegd: bij zijn moeder, die den bijstand van haar zoon maar al te vaak noodlg had, als vader 's avonds op zijn wijze geamuseerd had. Ter gelegenheid van een feest had de oude Wanner zich zóó aangesteld, dat hy ten aan- De natuur moest haar schade Inhalen; zeven uren lag ik in een diepen slaap van uitput ting Rotterdam zou afhalen, gezellen. Eindelijk was de vurig verbeide dag aange broken. Per trein gingen mevrouw Wanner en het meisje naar de Maasstad. De oogen van de oude vrouw straalden bijna bovenaardsch in het smalle gezicht, zoodat het meisje dikwijls schrok, als zy het zag en haar voortdurend tot kalmte aanspoorde. Voorzichtig nam Greta haar mee naar den aanlegsteiger van de Hol landAmerikalljn en zij voelde hoe hevig de vrouw sidderde. Haar arm greep zich vaster en mevrouw Wanner leunde zwaar tegen haar aan. Opeens zag Greta haar gezicht verbleeken. „Help, een doktert", riep ze, maar eer deze hulp had kunnen verleenen. was de vrouw aan een hartverlamming overleden. En binnen een half uur sou Frits komen. Zjj moest hem nu alleen ontvangen en hem voor bereiden. Ze kon zich den jongeman nog wel herinneren. Met bevende knieën wachtte zij af. In een jongen man met een mager gezicht die talmend rondkeek, herkende zij Frits Wanner. Zij sprak hem aan en heel voorzichtig vertelde zij hem de waarheid. Een oogenblik meende hij in elkaar te zakken, maar zij nam hem vol zelfbeheerschlng bij de hand vast en bracht hem naar het ziekenhuis, waarheen het Hjk van de vrouw was vervoerd. Toen hij het stille, geluk kige gelaat van zijn moeder zag, jammerde zijn hart: .Moeder, dat heb ik verdiend!” Maar geen woord verbrak de stilte. Greta bracht haar vader telefonisch van net tragische weerzien op de hoogte. Mijn oude buurvriend beloofde meteen, ook naar Rotter dam te zullen komen. Na overleg met Frits droeg hjj zorg voor de overbrenging van het Hjk naar de woonstad, waar het ter aarde werd besteld. Frits Wanner besloot, niet meer naar Ameri ka terug te keeren. Zijn vroegere bankdlrectie nam hem gaarne weer in haar dienst en hij werd een trouw bezoeker van het banketbak- kersgezin. Tusschen Greta en den jongeman ontlulkte een mooie liefde, die haar bekroning sou vinden in het huwelijk, dat sou voltrokken worden een paar dagen na mijn Jaariyksch uit stapje naar mijn geboortestad. en nu had zij daar zeker gebruik van gemaakt bij haar moordzuchtig plan. Zou ik genoeg hebben genomen van die noodlottige „délicatesse” om mij te dooden?.... Terwijl ik mij in deze verschrikking verdiepte voelde ik ineens zulk een geweldige kramp, dat ik het door het onverwachte van den aanval wel had kunnen uitschreeuwen! Daar hoorde ik voetstappen haastig naderbij komen en, krimpende van de pijn, waggelde Ik naar de deur en schoof er den grendel voor. Onnoodig om in byzonderh^tai te treden van de verschrikking van de volgende uren. Ik wist, dat ik vergiftigd was en had af en toe zulke krampen, dat ik in de sprei beet, om maar geen kreet te laten!..'. En dan daarbij die angst, dat ik nooit Vader of Valentine zou weerzien begreep niet Mrs. bepaald krachtig. „Stuurt u Collins weg, als ze daar is. Ik wilde u iets zeggen, dat niemand buiten u hoeren moet” „Doe de deur open!” herhaalde zij gebiedend. „Stuurt u eerst Collins weg; dit raad ik u in uw bestwil.” Ik hoorde haar een paar woorden zeggen en de kamenier trok zich een eind op de corri dor terug. „Houd uw oor aan hetsleutelgat. Mrs. Gar- butt,” prevelde ik. „Het is beter, dat niemand verder hoort, wat ik nu zeggen ga.” „Ik ben hier,” fluisterde zij. „Ik weet, wat u gedaan hebt en de eerste, die dit slot verbreekt, zal te hooren krijgen, hoe „eigenaardig" u de chutney heeft toebereid, me u mjj by de lunch zond.” Ze antwoordde niet, maar haalde diep adem, wat ik door het sleutelgat duidelijk vernam en het volgend oogenblik hoorde ik haar de deur van de zitkamer achter zich toetrekken. Moe en mat betrok ik mijn uitkijkpost weer aan het venster om naar Val te spieden. Hoe lang ik daar zoo zat met mijn hoofd tegen het raam, weet Ik niet Ik geloof, dat ik dikwijls een flauwte had, anders zou ik mij toch wel wat meer herinneren van de wijze, waarop de tijd omging. Het eenlge, wat ik weet 1». dat ik bleef volharden in mijn weigering, om voedsel te nemen en mijn deur open te doen. In Earlstoke zyn? Londen en zocht naar Kibble. Toch kropen de lange uren om, zonder dat er iéts vermeldenswaardigs voorviel. Om half negen bracht Collins mij mijn ontbijt en zei, dat Mrs. Garbutt nog niet van haar kamer was; en nadat ik m(j door een omstandig vragen wel deugdelijk overtuigd had, dat het blad regelrecht uit de keuken boven gebracht was, at Ik mijn ontbijt in vrede. B(j de lunch deed ik weer even nadrukkeljjk navraag. Ik zag, dat Collins verbaasd opkeek, maar ze antwoordde mij heel openhartig: „Ik heb zelf het blad voor u in orde ge maakt Miss, en de keukenmeid heeft het koude -j—w e bewijzen van sympathie, die Kardinaal 1 Verdier bij gelegenheid van zijn priester- feest, zoowel uit binnen- als buitenland, heeft mogen ontvangen, waren overweldigend. Nu de Aartsbisschop eenlgszlns is uitgerust van de doorgestane vermoeienissen, die een derge- Hjk Jubileum meebrengt, ook al wordt het op nog zoo bescheiden wijze herdacht, heeft een redacteur van de ..Figaro” een kort onderhoud met den Kerkvorst gehad, dat buitengewoon interessant is. De Kardinaal stond juist op het punt om bU de Kleine Zusterkens soep te gaan ultdeelen aan de armen, doch enkele oogenblik- ken kon hij nog Juist missen. Op het strand was een kindje aan t spelen. Toen het het zeemonster zag, ging het naar zijn moeder en zei dat het een groote poes had gezien. Toen de moeder echter zag dat het een zeemonster was, trok zij het kindje met zich mee en liep hard gillend weg. ik al heel gauw, dat deze doodeiyk van uitwerking zou Garbutt was zeker van plan, de vergiftiging te herhalen. Drie of vier maal in den loop van den mld- kwam Collins aan mijn deur en verzocht binnengelaten te worden, maar ik nam hier geen notitie van. Toen de vlagen van kramp afnamen en mjjn gemoed ook weer eenlgszlns tot rust begon te komen, was mijn eerste gedachte, na een ge voel van dankbaarheid voor mijn behoud, dat nu toch ook niets ter wereld mij bewegen zou. mjjn deur open te doen, tot ik die kon openen voor iemand, die mij beschermen kwam. Ook zou ik geen kruimel meer gebruiken, eer ik der naar de poort in den tweeden muur, waar buiten de vijfde man stond met de paarden. Beekman had hem nu echter ingehaald. Door tijdig te bukken ontging de kapitein een schot van den kolonel. Beide mannen rolden worste lend over den grond, en de edelsteenen van de kroon vlogen in het rond.' Toen Blood zich de kroon ontnomen zag, moet hij uitgeroepen heb ben, dat het toch een mooie onderneming was geweest, ondanks alle pech; het ging immers om een kroon! De konlng wilde nu, Het' vuur was uit, maar toch wilde ik Col lins niet binnenlaten. Eindelijk hoorde ik dan toch Mrs. Garbutt het vertrek daar naast bin nengaan, een paar minuten met Collins spreken en haar toen wegsturen voor den nacht. Even nadat de kamenier weg was, hoorde ik weer dat rusteloos op en neer stappen in de kamer daar naast. Een vreeseiyke droom kwelde mij, waarin ik Mrs. Garbutt op het schavot zag staan en de beul wis.... Valentine Brentmore! zoowel uit Intellectueel als sociaal oogpunt ge steld worden in verband met de zielzorg. Hoe zou men anders kunnen verklaren, nog afgezien van de eer en welwillendheid, die men altijd ten opzichte van den Aartsbisschop van Parijs aan den dag legt, dat men ook bulten de grenzen altijd zooveel aandacht besteedt aan de herderlijke brieven en richtlijnen, die ik aan mijn diocesanen geef. Wanneer men my van alle kanten zegt en schryft, dat deze richt- lynen en brieven een draagwydte en een aan passingsvermogen bezitten, geheel in overeen stemming met de verlangens en nooden van andere volken, dan begrypt ge wel, dat zulks alleen is. omdat de katholieken van alle landen steeds hun oogen gericht houden op Frankrijk, als op het land, waarop zy hun hoop stellen; de natie, die zelfs in bange uren aan het hoofd staat en den toon aangeeft by alle acties en in alles de voorwacht vormt. Daarom juist heb ben wy groote verplichtingen ten opzichte van de twintig eeuwen Christendom, die ons natio naal temperament hebben doorkneed en daar om, ondanks al onze wisselvalligheden, blyf ik vol vertrouwen in de toekomst van ons land.” Tydens de herdenkingsplechtigheid in de Notre Dame was U wel zeer ontroerd. Emi nentie? „Hoe kon het ook anders: niet alleen van wege het jubileum, dat de verjaardag was van een van de meest ontroerende momenten van heel myn leven, maar by die gelegenheid werd ook heel het verleden voor myn geest geroepen En dan, er heerschte daar een heel byzondere atmosfeer. Sedert ik Aartsbisschop van Parijs ben, heb ik reeds heel veel plechtigheden byge- woond in de Notre Dame, maar geen enkele had het karakter van myn jubileum. Het was werkelyk een groot familiefeest. Ik voelde rond my een sfeer van eerbied en toe wijding. maar ook van vreugdevolle ontroering Toen ik tydens de processie door de Notre Dame schreed, en by het terugkeeren naar de sacris tie, drong de menigte zich zóó enthousiast en zóó spontaan naar my op, dat ik de tranen in de oogen kreeg. Waren er geen arme vrouwen, die- zich als het ware weenend voor myn voe ten wierpen? Ik voelde dat het hart van myn diocesanen precies eender klopte als het myne. Ik kreeg werkelyk den Indruk alsof ik een va der was temidden van myn kinderen. Is er een grootere vreugde denkbaar?” U heeft veel geschenken ontvangen. Emi nentie, by gelegenheid van Uw jubileum? ,Men heeft my op duizenderlei manieren bedacht met allerlei geschenken, vanaf een automobiel tot een paar slagtanden van een olifant toe. De stad Parys gaf me een beeld van de H.Genoveva, een reproductie van het beeld dat op de Toumellebrug staat. Men zou voor my geen keuriger geschenk hebben kun nen uitdenken. Duizenden en duizenden men- SChen hebben my schrlfteiyk gefeliciteerd, zelfs negers hebben my hun sympathie betuigd. Ik ben hun allemaal zonder -uitzondering aeer er- kenteiyk en dankbaar.” Ja. Ik weiger zoo weinig mogelyk, omdat ik van meenlng ben, dat de betoogingen voor het goede doel, waarvoor ik me leen, de bis schoppen helpen by hun moeliyke taak en te vens de levenskracht van het christendom de mons treeren. Wat het buitenland betreft, daar zyn ze een bewys voor het prestige van het Ka tholieke Frankryk. Dit prestige toch is nog al- tyd héél groot en ik geloof dat het vooral twee voorname elementen bevat: vooreerst een eer betuiging tegenover het verleden, de herinne ring aan de godsdienstige geschiedenis van Frankryk, de „Gesta Del par Fraricos”, maar ook den indruk dien het Katholicisme in Frank ryk op het oogenblik maakt, in de noodzake- lyke aanpassing aan de moderne elschen, die Het was by na zes uur, toen ik opstond. Het was doodstil in huis. Waar was Mrs. Garbutt? Zou zy nog op haar kamer zyn, genietende van een kunstmatigen slaap? Pas zes uur! Wat een aantal lange, saaie uren lag er nog vóór my! Uren, die ik in strenge afzondering in myn eigen kamer zou moeten doorbrengen; want omtrent één ding was ik vastbeslotenik zou geen oogenblik van den dag in het gezelschap van myn werkgeef ster willen doorbrengen. Zou Val vandaag komen? Als hy in Earlstoke was, terwyi myn brief kwam, dan zou hy dadeiyk vertrekken, wist ik wel. Maar zou hy Misschien was hy nog In gebracht en is hy na bediend te zyn gestor ven. Meer dan over den dood van haar man, bekommerde mevrouw Wanner zich dan ook over het lot van Frits, die sinds zyn vertrek niets van zich had laten hooren. Het eenlge, wat men wist, was, dat hy te New-York ver bleef. Een nader adres en verdere byzonder- heden waren onbekend. Geen dag ging er voor- by. of mevrouw Wanner sprak met Greta over haar zoon, naar wiens terugkomst zy steeds heviger verlangde. Zonder de oude vrouw er van kennis te geven, stelde het meisje zich schriftelyk in verbinding met de Nederland- sche consulaire ambtenaren, op wier tusschen- komst zy een ontroerend beroep deed. Van alle omstandigheden bracht zy de ambtenaren op de hoogte en na eenlge maanden kreeg ze be richt. dat de Jongeman gevonden was. Toen volgde een brief aan den zoon, die ook in de Nieuwe Wereld zyn weg gevonden had. zy smeekte hem. zyn moeder niet langer in het onzekere te laten en althans eenlg teeken van leven te geven. Het antwoord, dat spoedig kwam, luidde biyder dan zy in haar stoutste verwachtingen had durven hopen. Frits be richtte haar, dat hy per eerstvolgende gelegen heid den Oceaan zou oversteken; aan haar liet hy'gaarne over, zyn moeder dit besluit mede te deelen. Zeer tactvol bracht Greta mevrouw Wanner het heugiyke nieuws over. Het goede mensch huilde van vreugde en dadeiyk stond het by haar vast, dat ze haar jongen van de boot in Greta zou haar ver- schouwe van eenlge honderden door de politie moest worden weggesleept. Dat was opnieuw reden, dat den volgenden dag geheel het stadje niet uitgepraat raakte over den dronkaard, die er byna tot een straattype was geworden. Ook onder de collega's van Frits werd het géval druk besproken en toen één hunner, juist op het oogenblik, dat Frits binnenkwam, zich een zeer oneerbiedige uitdrukking over den man per mitteerde. kon de Jongen zich niet beheerschen. Hy diende den kwaadspreker een pok slaag toe en verliet de bank. 's Avonds ontving zyn moeder een briefje.dat hy de schande niet langer kon verdragen en in het buitenland zou probeeren. zich een positie te scheppen. Iedereen had nu meer dim te voren mede lijden met de arme mevrouw Wanner. Ook Greta trok zich haar lot aan en kwam dikwijls by haar op be zoek. Na twee ja- ren kwam de oude Wanner te overjy- den. Gelukkig had een betrekkeiyk langdurig ziekbed hem tot inkeer ATT E* A op dlt b,ad ln8ev°18e de verzekenngsvoorwaarden tegen p 7^0 levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door p 7^>O bU 660 ongeval met /A I «I «T- /A.D vxlN 1 ?l l-s O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen doodelijken afloop AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 22 .Mitford is naar den toren geweest en zegt, dat er daar geen teeken van leven valt waar te nemen.” Toen sprak ze hardop: „Als ik u tóch niet meer met iets van dienst kan zyn. Miss Phillips, dan zal ik u maar goeden-nacht wenschen.’ Ik ging met haar naar de deur en, zoodra zy er uit was, schoof ik er den grendel op. Was Kibble door iemand anders gered?.... Neen, daar was niet de geringste kans op. Collins' verloofde had gedaan, wat hem ge vraagd was, maar zeker op halfslachtige wijze. Hy zou wel naar den toren zyn gegaan en daar een paar malen geschreeuwd hebben, maar, toen hy er niets op hoorde hoe was een antwoord nu ook te verwachten van waar- schUniyk een gewonden man, die daar al drie dagen gelegen had was hy tot de gevolgtrek king gekomen, dat er dan ook niemand lag en was hy weer teruggegaan. Arme Kibble! Het lot was dan wel tégen hem! Zou Val bytyds komen, vroeg ik my af, sloeg een sjaal om en wierp my zóó, gekleed, te tod. vleesch gesneden en dat beetje custard heb ik expres voor u gemaakt." „Het blad is dus niet uit Je oogen geweest?” „Geen moment, Miss." Ik was hongerig en hetgeen er op het blad lag, zag er zoo aanlokkend uit, dat ik er my dan ook verder zonder schromen van be diende. Collins stond by een van de vensters met den rug naar my toe en praatte, terwyi ze op het blad wachtte. Toen ik klaar was. trachtte ze goedmoedig als ze was een vredelievende stemming te bewerken tusschen' Mrs. Garbutt en my. „Ik begryp niet, waarom u zoo het land aan haar heeft. Miss.” zei ze met ongeveinsde ver bazing. „want zy is toch veel vriendeiyker, dan de meeste menschen zouden zyn geweest." (Dit laatste zeker met het oog op myn „diefstal!”) „En al wilde u haar vanmorgen ook niet zien. toch even zorgzaam voor u gebleven dat de verhooring zyn tegenwoordigheid zou geschieden. kwam er rond voor uit, dat hy het geweest was, die den hertog van Ormond had willen ophan gen. Bovendien maakte hy den koning wys, dat hy al eens verborgen in het riet langs de Theems, op hem in zyn Jacht had aangelegd, maar bevangen door eerbied voor de majesteit des konings, niet had gevuurd. Ook de anderen had hy hiervan weerhouden. De schurk gaf voor te handelen namens-een der ontevreden politieke partyen en vertelde in allen ernst dat hy honderden vrienden had, die met een eed zich verplicht hadden eikaars dood te wreken. De konlng en zyn ministers konden het zich voor gezegd houden! Het gevolg was, dat Blood niet veroordeeld werd, maar land kreeg in Ier land om van de opbrengst te leven. Zelfs werd hij in zekere mate een gunsteling des konings. De hertog van Ormond had echter nog een appeltje met Blood te schillen, maar de koning stuurde Lord Arlington naar hem toe, met den wensch, er van af te zien om redenen, die de boodschapper zou uiteen zetten. De hertog ant woordde, dat Zyner Majestelts bevel de eenlge reden was, de rest kon zyn lordschap wel voor zich houden! Blood nestelde zich in Westminster en ver keerde m) vaak in „goed gezelschap”. 34 Augus tus 1680 stierf'■hy. De oude en de jonge Ed uards kregen elk een cheque van 200 op de schatkist, maar voor de helft van de waarde hebben zy die verkocht, omdat ze het geld zoo moeiiyk konden los krygen. "T T roeg in den morgen van den negenden Mei 1671 werd er in den Tower van Londen een boevenstreek uitgehaald, welke heel de stad en gansch X land met de uiterste verbazing Zou treffen. Het was de brutale poging van Colonel Blood, om de Engelsche regalia machtig te worden^ een onderneming, welke byna tot een goed einde gebracht was. maar door het domme toeval mislukte. Thomas Blood was een Ier van geboorte en atanhanger van het parlement in den burgeroor log. Hy vocht mee in de legers der rebellen en bracht het zelfs tot den rang van kolonel; zoo althans wordt hy steeds genoemd. By de restauratie van het koningschap kwam ook deze republikein in tnoeiiykheden, vooral fi- nancieele. Mogelijk, dat hy zyn geld had opge feest. mogelyk. ook dat zyn goederen hem ont nomen waren, maar waarschijnlijk was zoowel het eerste als het laatste het geval. Wat een confiscatie betreft: Colonel Blood had een gloei- enden hekel aan den hertog van Ormond, den landvoogd van Ierland. In 1663 kreeg hy het in zyn hoofd het kasteel Van Dublin te overrompelen om met den land voogd voor eens en voor altyd af te rekenen, maar de plannen lekten uit en Blood bleef geen smdere uitweg over, dan de wyde wereld in te trekken als avonturier. In 1670 was hy echter kreer te Londen terug, waar hy onder den naam Ayllffe als dokter aan den kost probeerde te ko men. Ook de hertog van Ormond was in die da gen te Londen, zoodat Blood weer aan het pein zen ging hoe aan dezen hoogen heer zyn wraak te koelen. In den avond van 6 December, toen de her tog van een diner ten hove terugkeerde, werd hy plots aangehouden door zes mannen te paard, die hem zonder meer by een van hen achter op het paard bonden en weggaloppeerJen naar Tyburn om den hertog op te knoopen. Het slachtoffer wist zich echter los te wringen, en in de duisternis te ontkomen. De 1000, gezet op het aanbrengen der overvallers, hadden niet het minste succes. Blood's avontuuriyke neigingen waren door deze mislukking geenszins bekoeld. In den Tower lagen de gloednieuwe regalia de oude waren in de dagen van Cromwell naar den smeltkroes gegaan en deze buit was den republikein een beetje moeite wel waard. Bovendien, het stoute van het plan oefende een eigensjardlgen Invloed uit op zyn rusteloozen geest. In April 1671 stak Blood zich in de kleeren van een Engelschen dominee, verschafte zich een vrouw om voor zyn echtgenoote door te gaan en samen stapten zy toen naar den Tower waar de oude, trouwe Talbot Edwards de kroonjuweelen bewaakte. Blood had een ge raffineerd plan uitgedacht en de onderdeelen goed overwogen. Toen zy weer wilden vertrek ken werd zyn dame plots onwel, waarop zy in de vertrekken van Edwards werd binnengedra gen, die haar een hartversterkertje gaf. Uiterst dankbaar gingen de bezoekers heen en spoedig kwam de dominee terug met liefst zes paar handschoenen voor de vrouw van den schatbe waarder. Zoo kwam Blood op goeden voet te staan met de Edwards, op zulk een goeden voet zelfs, dat hy het waagde een neef van hem op de planken te brengen als een schit terende partij voor een dochter des huizes, daar de bedoelde neef geenszins onbemiddeld was. De dominee zou dan, werd afgesproken, op den negenden Mei reeds 's morgens om zeven uur zyn neef aan de jonge dame komen voorstellen. Twee vrienden zouden tevens meekomen om de kroonjuweelen te zien, dan konden zy *8 morgens nog de stad verlaten. Lang voor de klok van zeven was de oude heer reeds met zyn voorbereidingen klaar en had zyn dochter zich opgesierd voor de ont moeting. In gezelschap van drie Jonge lui komt nu Dominee Blood aangestapt; allen waren ge wapend: dolken in hun jassen, pistolen in hun zakken, en rapieren in hun stokken. Blood stelde voor eerst de juweelen te gaan zien, dan konden de twee vrienden weer op tyd weg. Twee gingen met Blood en Edwards naar binnen, de derde bleef bulten. Nauweiyks had de oude de deur volgens voorschrift weer gesloten, of zy grejien en knevelden hem. Hy ging echter on danks alle bedreigingen zoo geweldig te keer, dat zy zich genoodzaakt zagen hem met een houten hamer bewusteloos te slaan. Toen hy weer bykwam hoorde hy de boeven zeggen, dat zy dachten, dat hy reeds dood was. Edwards hield zich nu verder koest! Blood verstopte de kroon onder zyn Jas, de tweede stak den ryksappel in den eenen en het groote juweel van den schepter in zyn anderen broekzak en nummer drie beyvèrde zich den schepter door te vyien om de stukken in een zak mee te nemen. Plots krygt Blood van zyn schildwacht een sein, dat twee mannen naar boven gegaan zyn. Dit werd te bar. Ze lieten den schepter in den steek en kozen het hazen pad. De oude Edwards begon nu moord en brand te schreeuwen en de bedrogen bruid gilde over het Towerplein, dat de kroon was gestolen. De beide mannen, een zoon van den bewaker, die plots uit Vlaanderen was teruggekeerd en een zekere kapitein Beekman, stoven srna. Op de ophaalbrug schoot de ko lonel op den bewaker, die niet geraakt werd maar toch van angst neerviel. Blood rende ver- zy is en „Hoe heeft zy vanochtend dan biyk gegeven van haar zorgzaamheid?” „Wel, ze kwam my tegemoet, toen ik met het blad naar uw kamer wilde gaan, en zei, dat ik haar eigen karaf je met chutney (een ge kruide saus) uit de kast van de kamer hier naast mocht halen.” Als by ingeving nam ik het karafje van het blad, zette dit op het buffet Je en zei: .Laat het dan hier voor het diner.” Collina vertrok en ik dacht: ik had my ruim bediend van de chutney; Mrs. Garbutt had opgemerkt, dat ik veel hield van deze kruidery Op den ochtend werd ik wakker door een luid en gebiedend kloppen aan myn deur. Ik sloeg de oogen op en zat stil. .Miss Phillips/’ zei de stem van- Mn. Gar butt, „hier is uw ontbyt. Doe de deur open!” Ik bleef zwygen. „Als u niet dadeiyk opendoet, zal ik de deur laten forceeren.” Ik stond langzaam op en ging naar de deur. Hoe waggelden myn leden onder my. „Wie is daar?” vroeg ik. „Ik. Mrs. Garbutt. Doe dadeiyk open, zeg ik u!” „Is u alleen. Mrs. Garbutt!” riep ik op zoo vast mogelyken toon, want ik voelde my niet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 10