<Kdu&fiaal
den dag
aan
l
Het Zeemonster
Nagasaki
van
r1T
Om een kroon
F 250.-
EBT" Een week HBI
I vol verschrikkingen
L NAAR HET ENCELSCH J|
BLONDONA- BRUNETTA
ARBEID VOOR ONS VOLK
R.K.STAATSPART'J
LUST I
bHh
DONDERDAG 13 MEI 1937
Door toeval mislukt
Kardinaal Verdier
Een groote erfenis
4
Kl
7|V
285
2
tnnf_
Een boevenstreek, welke heel Lon
den en ganach Engeland met
de uiterste verbazing trof
Een onderhoud met den Kerkvorst
bij dient priesterfeest
nette
H
i
NE1
leeftijd
zlnesta
Haarlet
I
b«
we
A
GEI
van "en
dags a
huls, A
GE\
BINNEN 3 O METER
van een brandende straat
lantaarn of op officieel
parkeerterrein moot uw
auto staan om vrijgesteld
te zijn van de plicht
om licht op te hebben jtL
-
I Droef weerzien I
I I
HONIG 5 BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 257. zwaarder dan de jneeste andere
^<0
VH57 0J51M
O
Bi
zich
Gen
30
Moeders liefste helpster
o
I
/l
'a'
28*i
Gevrai
X Zeemonster scheen de kluts kwijt te zyn, want het
dier
bleef wel een uur versuft voor zich uit zitten staren naar de
zee. Het vond het zeker erg gek dat de zee hier grijs was. waar
het altijd de gele zee had gezien.
HOOFDSTUK VII
stond by een van de vensters met
terwijl
dag
haar
(Wordt vervolgd)
c
/4
il
Op een gegeven oogenblik was het zeemonster verdwenen en
niemand wist waar het heengegaan was. t Was verdwenen in
de richting van het Ifoordzeekanaal, daar kwam het eindelijk
weer te voorschijn en werd voor t eerst gezien bij den vuur
toren.
P*
Ha
Sir Robert Leicester Harmsworth, een broer
van Burggraaf Rothermere en wijlen Burggraaf
Northcllffe. heeft 596.379 pond nagelaten, waar
op 175.479 pond successierechten zijn betaald.
Sir Leicester is president geweest van de Con
solidated Press Ltd., Field Press, Western Mor
ning News en Western Times.
in
Blood
een
en
C
16 Jm
B 1—
schoonzoon.
Blood achtei
Toch
poging
wezen.
■elf st
weg a
in hi
bekei
NEN,
Gevn
I
voor
Aanrr
F. V«
Zfjlwa
worn.
B.
goe
kur
N.
>05
d. k
zoe
Md
A 1
pi
Van 2
7^8 1
•tarda
Zelfst.
8—6 u
straat
voor d
ken er
Goed
in Aui
64470.
ot
Of
or
bt
gevr. a
plnatr.
Gevraa
R.l
hu
BK.
pleli
Gevraag
Ne
ge vraat
Julfrot
Schern
Voor t
Gevraaf
NET D
loon f i
Jan Ha
bij verlies van een band,
een voet of een oog.
boven 5
melk gi
•tra ten.
gom..
Leê/i
overtuigd was, dat Mrs. Oarbutt er direct of
indirect niet mee geknoeid kon hebben.
-Toen de duisternis inviel, ging ik mij weer
wat beter voelen; ik trad aan het venster en
zat te kjjken, of ik Val ook soms langs de op
rijlaan zag naderbijkomen; maar het werd al
geheel donker en nóg had ik niets gezien.
,Jk ben letterlijk bedwelmd van ontroering
over zooveel blijken van belangstelling,” zoo
vertelde de Aartsbisschop in allen eenvoud. .Jk
heb een dergelijke begeestering en aanhanke
lijke genegenheid niet verwacht. Trouwens, ik
maak me nóg geen illusies. De eensgezindheid,
waarmee al deze getuigenissen werden afgelegd,
gaat ver uit boven mijn simpele persoonlijkheid
en richt zich meer tot den Aartsbisschop van
Parijs of tot Superior Generaal van Saint Sul-
plce. Ik heb stapels brieven en telegrammen
ontvangen. Ik geloof dat er geen enkel plaatsje
is, al is het nog zoo klein, waar men mij heeft
overgcslagen en waar men zich niet gedwon-
gen gevoelde my sympathie te betuigen.”
Dat is niet meer dan billijk, Eminentie,
als men de goedheid in aanmerking neemt.
Waarmede gij steeds bereid zyt te komen, overal
in heel Frankrijk, om nog niet te spreken van
het buitenland.
WAARBORGEN VOLMAAKTE H A A R VE R ZO PG IN G
-j- >der jaar benut ik een dag van mijn vacan-
I tie, om dien door te brengen in mijn ge-
boortestad. Ik heb er behoefte aan, weer eens
tc vertoeven in de oude, vertrouwde omgeving,
welke ik nu welhaast 35 Jaar geleden metter
woon verliet. Veel bezoeken leg ik op zoo’n dag
niet af. De straten en pleinen spreken genoeg
tot me, zoodat ik geen lust gevoel, mijn tijd te
verdoen aan visites. Maar nooit zou ik verzui
men. bij een vroegeren buurtgenoot, thans een
banketbakker in bonus, te informeeren naar
den welstand van zijn kroostrijk gezin. Nooit
langer dan een kwartier, hoogstens een half
uur verbleef ik bij hem, maar die tijd was vol
doende, om me van alle nieuwtjes op de hoogte
te brengen. Schrijven deden we elkagr nooit, en
toch wist ik, dat hij ieder jaar, wanneer de
zomer zijn Intrede had gedaan, lederen dag
naar mijn komst uitzag.
De laatste maal, dat we elkaar ontmoetten,
werden voorbereidingen getroffen voor het hu
welijk van zijn jongste dochter Greta. Ik moest
met hem drinken op het welzijn van het a.s.
jónge paar en bij die gelegenheid vertelde hij
me. op welke tragische wijze bruid en bruide
gom met elkaar hadden kennis gemaakt
zqn a.s. schoonzoon. Frits Wanner, kwam uit
een keurig gezin en had zich een eervolle posi
tie op eqn bank weten te verwerven. Ook de
andere kinderen verdienden behoorlijk hun
brood. Allen waren nog thuis en zoo kwam er
wekelijks flink wat binnen. Maar als 'n donkere
wolk rustte op moeder en kinderen het gedrag
van den vader, die de weelde niet kon verdra
gen en al zijn vrijen tijd in café's doorbracht
De drankzucht had hem ten laatste zoo in haar
greep, dat de man bijna lederen avond door z.g,
vrienden dronken naar huis werd geleld. Zelfs
had de politie zich al eenlge malen over hem
moeten ontfermen en in de cel had hij zijn
roes moeten uitslapen. De man kreeg een kwa
den naam in de stad en onverstandige en onge
voelige menschen wilden wel eens vrouw en
kinderen het wangedrag van het hoofd des ge-
zlns verwijten. Het gevolg was dan ook. dat
vier van de vijf kinderen een betrekking bulten
hun woonplaats zochten en vonden en daar in-
tusschen zelf gezinnen hebbenkgestlcht Alleen
Frits bleef bij zijn ouders. Of beter gezegd: bij
zijn moeder, die den bijstand van haar zoon
maar al te vaak noodlg had, als vader
's avonds op zijn wijze geamuseerd had.
Ter gelegenheid van een feest had de oude
Wanner zich zóó aangesteld, dat hy ten aan-
De natuur moest haar schade Inhalen; zeven
uren lag ik in een diepen slaap van uitput
ting
Rotterdam zou afhalen,
gezellen.
Eindelijk was de vurig verbeide dag aange
broken. Per trein gingen mevrouw Wanner en
het meisje naar de Maasstad. De oogen van de
oude vrouw straalden bijna bovenaardsch in het
smalle gezicht, zoodat het meisje dikwijls
schrok, als zy het zag en haar voortdurend tot
kalmte aanspoorde. Voorzichtig nam Greta
haar mee naar den aanlegsteiger van de Hol
landAmerikalljn en zij voelde hoe hevig de
vrouw sidderde. Haar arm greep zich vaster en
mevrouw Wanner leunde zwaar tegen haar aan.
Opeens zag Greta haar gezicht verbleeken.
„Help, een doktert", riep ze, maar eer deze hulp
had kunnen verleenen. was de vrouw aan een
hartverlamming overleden.
En binnen een half uur sou Frits komen. Zjj
moest hem nu alleen ontvangen en hem voor
bereiden. Ze kon zich den jongeman nog wel
herinneren. Met bevende knieën wachtte zij af.
In een jongen man met een mager gezicht die
talmend rondkeek, herkende zij Frits Wanner.
Zij sprak hem aan en heel voorzichtig vertelde
zij hem de waarheid. Een oogenblik meende hij
in elkaar te zakken, maar zij nam hem vol
zelfbeheerschlng bij de hand vast en bracht hem
naar het ziekenhuis, waarheen het Hjk van de
vrouw was vervoerd. Toen hij het stille, geluk
kige gelaat van zijn moeder zag, jammerde zijn
hart: .Moeder, dat heb ik verdiend!” Maar
geen woord verbrak de stilte.
Greta bracht haar vader telefonisch van net
tragische weerzien op de hoogte. Mijn oude
buurvriend beloofde meteen, ook naar Rotter
dam te zullen komen. Na overleg met Frits
droeg hjj zorg voor de overbrenging van het
Hjk naar de woonstad, waar het ter aarde werd
besteld.
Frits Wanner besloot, niet meer naar Ameri
ka terug te keeren. Zijn vroegere bankdlrectie
nam hem gaarne weer in haar dienst en hij
werd een trouw bezoeker van het banketbak-
kersgezin. Tusschen Greta en den jongeman
ontlulkte een mooie liefde, die haar bekroning
sou vinden in het huwelijk, dat sou voltrokken
worden een paar dagen na mijn Jaariyksch uit
stapje naar mijn geboortestad.
en nu had zij daar zeker gebruik van gemaakt
bij haar moordzuchtig plan.
Zou ik genoeg hebben genomen van die
noodlottige „délicatesse” om mij te dooden?....
Terwijl ik mij in deze verschrikking verdiepte
voelde ik ineens zulk een geweldige kramp, dat
ik het door het onverwachte van den aanval
wel had kunnen uitschreeuwen!
Daar hoorde ik voetstappen haastig naderbij
komen en, krimpende van de pijn, waggelde Ik
naar de deur en schoof er den grendel voor.
Onnoodig om in byzonderh^tai te treden
van de verschrikking van de volgende uren.
Ik wist, dat ik vergiftigd was en had af en
toe zulke krampen, dat ik in de sprei beet, om
maar geen kreet te laten!..'. En dan daarbij
die angst, dat ik nooit Vader of Valentine zou
weerzien
begreep
niet
Mrs.
bepaald krachtig. „Stuurt u Collins weg, als ze
daar is. Ik wilde u iets zeggen, dat niemand
buiten u hoeren moet”
„Doe de deur open!” herhaalde zij gebiedend.
„Stuurt u eerst Collins weg; dit raad ik u
in uw bestwil.”
Ik hoorde haar een paar woorden zeggen en
de kamenier trok zich een eind op de corri
dor terug.
„Houd uw oor aan hetsleutelgat. Mrs. Gar-
butt,” prevelde ik. „Het is beter, dat niemand
verder hoort, wat ik nu zeggen ga.”
„Ik ben hier,” fluisterde zij.
„Ik weet, wat u gedaan hebt en de eerste, die
dit slot verbreekt, zal te hooren krijgen, hoe
„eigenaardig" u de chutney heeft toebereid, me
u mjj by de lunch zond.”
Ze antwoordde niet, maar haalde diep adem,
wat ik door het sleutelgat duidelijk vernam en
het volgend oogenblik hoorde ik haar de deur
van de zitkamer achter zich toetrekken.
Moe en mat betrok ik mijn uitkijkpost weer
aan het venster om naar Val te spieden. Hoe
lang ik daar zoo zat met mijn hoofd tegen het
raam, weet Ik niet Ik geloof, dat ik dikwijls
een flauwte had, anders zou ik mij toch wel
wat meer herinneren van de wijze, waarop de
tijd omging. Het eenlge, wat ik weet 1». dat ik
bleef volharden in mijn weigering, om voedsel
te nemen en mijn deur open te doen.
In Earlstoke zyn?
Londen en zocht naar Kibble.
Toch kropen de lange uren om, zonder dat
er iéts vermeldenswaardigs voorviel. Om half
negen bracht Collins mij mijn ontbijt en zei,
dat Mrs. Garbutt nog niet van haar kamer
was; en nadat ik m(j door een omstandig
vragen wel deugdelijk overtuigd had, dat het
blad regelrecht uit de keuken boven gebracht
was, at Ik mijn ontbijt in vrede.
B(j de lunch deed ik weer even nadrukkeljjk
navraag. Ik zag, dat Collins verbaasd opkeek,
maar ze antwoordde mij heel openhartig:
„Ik heb zelf het blad voor u in orde ge
maakt Miss, en de keukenmeid heeft het koude
-j—w e bewijzen van sympathie, die Kardinaal
1 Verdier bij gelegenheid van zijn priester-
feest, zoowel uit binnen- als buitenland,
heeft mogen ontvangen, waren overweldigend.
Nu de Aartsbisschop eenlgszlns is uitgerust van
de doorgestane vermoeienissen, die een derge-
Hjk Jubileum meebrengt, ook al wordt het op
nog zoo bescheiden wijze herdacht, heeft een
redacteur van de ..Figaro” een kort onderhoud
met den Kerkvorst gehad, dat buitengewoon
interessant is. De Kardinaal stond juist op het
punt om bU de Kleine Zusterkens soep te gaan
ultdeelen aan de armen, doch enkele oogenblik-
ken kon hij nog Juist missen.
Op het strand was een kindje aan t spelen. Toen het het
zeemonster zag, ging het naar zijn moeder en zei dat het een
groote poes had gezien. Toen de moeder echter zag dat het
een zeemonster was, trok zij het kindje met zich mee en liep
hard gillend weg.
ik al heel gauw, dat deze
doodeiyk van uitwerking zou
Garbutt was zeker van plan, de
vergiftiging te herhalen.
Drie of vier maal in den loop van den mld-
kwam Collins aan mijn deur en verzocht
binnengelaten te worden, maar ik nam hier
geen notitie van.
Toen de vlagen van kramp afnamen en mjjn
gemoed ook weer eenlgszlns tot rust begon te
komen, was mijn eerste gedachte, na een ge
voel van dankbaarheid voor mijn behoud, dat
nu toch ook niets ter wereld mij bewegen zou.
mjjn deur open te doen, tot ik die kon openen
voor iemand, die mij beschermen kwam. Ook
zou ik geen kruimel meer gebruiken, eer ik
der naar de poort in den tweeden muur, waar
buiten de vijfde man stond met de paarden.
Beekman had hem nu echter ingehaald. Door
tijdig te bukken ontging de kapitein een schot
van den kolonel. Beide mannen rolden worste
lend over den grond, en de edelsteenen van de
kroon vlogen in het rond.' Toen Blood zich de
kroon ontnomen zag, moet hij uitgeroepen heb
ben, dat het toch een mooie onderneming was
geweest, ondanks alle pech; het ging immers
om een kroon!
De konlng wilde nu,
Het' vuur was uit, maar toch wilde ik Col
lins niet binnenlaten. Eindelijk hoorde ik dan
toch Mrs. Garbutt het vertrek daar naast bin
nengaan, een paar minuten met Collins
spreken en haar toen wegsturen voor den
nacht.
Even nadat de kamenier weg was, hoorde ik
weer dat rusteloos op en neer stappen in de
kamer daar naast.
Een vreeseiyke droom kwelde mij, waarin ik
Mrs. Garbutt op het schavot zag staan en de
beul wis.... Valentine Brentmore!
zoowel uit Intellectueel als sociaal oogpunt ge
steld worden in verband met de zielzorg.
Hoe zou men anders kunnen verklaren, nog
afgezien van de eer en welwillendheid, die men
altijd ten opzichte van den Aartsbisschop van
Parijs aan den dag legt, dat men ook bulten de
grenzen altijd zooveel aandacht besteedt aan
de herderlijke brieven en richtlijnen, die ik aan
mijn diocesanen geef. Wanneer men my van
alle kanten zegt en schryft, dat deze richt-
lynen en brieven een draagwydte en een aan
passingsvermogen bezitten, geheel in overeen
stemming met de verlangens en nooden van
andere volken, dan begrypt ge wel, dat zulks
alleen is. omdat de katholieken van alle landen
steeds hun oogen gericht houden op Frankrijk,
als op het land, waarop zy hun hoop stellen;
de natie, die zelfs in bange uren aan het hoofd
staat en den toon aangeeft by alle acties en
in alles de voorwacht vormt. Daarom juist heb
ben wy groote verplichtingen ten opzichte van
de twintig eeuwen Christendom, die ons natio
naal temperament hebben doorkneed en daar
om, ondanks al onze wisselvalligheden, blyf ik
vol vertrouwen in de toekomst van ons land.”
Tydens de herdenkingsplechtigheid in de
Notre Dame was U wel zeer ontroerd. Emi
nentie?
„Hoe kon het ook anders: niet alleen van
wege het jubileum, dat de verjaardag was van
een van de meest ontroerende momenten van
heel myn leven, maar by die gelegenheid werd
ook heel het verleden voor myn geest geroepen
En dan, er heerschte daar een heel byzondere
atmosfeer. Sedert ik Aartsbisschop van Parijs
ben, heb ik reeds heel veel plechtigheden byge-
woond in de Notre Dame, maar geen enkele had
het karakter van myn jubileum.
Het was werkelyk een groot familiefeest. Ik
voelde rond my een sfeer van eerbied en toe
wijding. maar ook van vreugdevolle ontroering
Toen ik tydens de processie door de Notre Dame
schreed, en by het terugkeeren naar de sacris
tie, drong de menigte zich zóó enthousiast en
zóó spontaan naar my op, dat ik de tranen in
de oogen kreeg. Waren er geen arme vrouwen,
die- zich als het ware weenend voor myn voe
ten wierpen? Ik voelde dat het hart van myn
diocesanen precies eender klopte als het myne.
Ik kreeg werkelyk den Indruk alsof ik een va
der was temidden van myn kinderen. Is er een
grootere vreugde denkbaar?”
U heeft veel geschenken ontvangen. Emi
nentie, by gelegenheid van Uw jubileum?
,Men heeft my op duizenderlei manieren
bedacht met allerlei geschenken, vanaf een
automobiel tot een paar slagtanden van een
olifant toe. De stad Parys gaf me een beeld
van de H.Genoveva, een reproductie van het
beeld dat op de Toumellebrug staat. Men zou
voor my geen keuriger geschenk hebben kun
nen uitdenken. Duizenden en duizenden men-
SChen hebben my schrlfteiyk gefeliciteerd, zelfs
negers hebben my hun sympathie betuigd. Ik
ben hun allemaal zonder -uitzondering aeer er-
kenteiyk en dankbaar.”
Ja. Ik weiger zoo weinig mogelyk, omdat
ik van meenlng ben, dat de betoogingen voor
het goede doel, waarvoor ik me leen, de bis
schoppen helpen by hun moeliyke taak en te
vens de levenskracht van het christendom de
mons treeren. Wat het buitenland betreft, daar
zyn ze een bewys voor het prestige van het Ka
tholieke Frankryk. Dit prestige toch is nog al-
tyd héél groot en ik geloof dat het vooral twee
voorname elementen bevat: vooreerst een eer
betuiging tegenover het verleden, de herinne
ring aan de godsdienstige geschiedenis van
Frankryk, de „Gesta Del par Fraricos”, maar
ook den indruk dien het Katholicisme in Frank
ryk op het oogenblik maakt, in de noodzake-
lyke aanpassing aan de moderne elschen, die
Het was by na zes uur, toen ik opstond. Het
was doodstil in huis. Waar was Mrs. Garbutt?
Zou zy nog op haar kamer zyn, genietende
van een kunstmatigen slaap?
Pas zes uur! Wat een aantal lange, saaie
uren lag er nog vóór my! Uren, die ik in
strenge afzondering in myn eigen kamer zou
moeten doorbrengen; want omtrent één ding
was ik vastbeslotenik zou geen oogenblik van
den dag in het gezelschap van myn werkgeef
ster willen doorbrengen.
Zou Val vandaag komen? Als hy in Earlstoke
was, terwyi myn brief kwam, dan zou hy
dadeiyk vertrekken, wist ik wel. Maar zou hy
Misschien was hy nog In
gebracht en is hy na bediend te zyn gestor
ven. Meer dan over den dood van haar man,
bekommerde mevrouw Wanner zich dan ook
over het lot van Frits, die sinds zyn vertrek
niets van zich had laten hooren. Het eenlge,
wat men wist, was, dat hy te New-York ver
bleef. Een nader adres en verdere byzonder-
heden waren onbekend. Geen dag ging er voor-
by. of mevrouw Wanner sprak met Greta over
haar zoon, naar wiens terugkomst zy steeds
heviger verlangde. Zonder de oude vrouw er
van kennis te geven, stelde het meisje zich
schriftelyk in verbinding met de Nederland-
sche consulaire ambtenaren, op wier tusschen-
komst zy een ontroerend beroep deed. Van alle
omstandigheden bracht zy de ambtenaren op
de hoogte en na eenlge maanden kreeg ze be
richt. dat de Jongeman gevonden was. Toen
volgde een brief aan den zoon, die ook in de
Nieuwe Wereld zyn weg gevonden had. zy
smeekte hem. zyn moeder niet langer in het
onzekere te laten en althans eenlg teeken van
leven te geven. Het antwoord, dat spoedig
kwam, luidde biyder dan zy in haar stoutste
verwachtingen had durven hopen. Frits be
richtte haar, dat hy per eerstvolgende gelegen
heid den Oceaan zou oversteken; aan haar
liet hy'gaarne over, zyn moeder dit besluit
mede te deelen.
Zeer tactvol bracht Greta mevrouw Wanner
het heugiyke nieuws over. Het goede mensch
huilde van vreugde en dadeiyk stond het by
haar vast, dat ze haar jongen van de boot in
Greta zou haar ver-
schouwe van eenlge honderden door de politie
moest worden weggesleept. Dat was opnieuw
reden, dat den volgenden dag geheel het stadje
niet uitgepraat raakte over den dronkaard, die
er byna tot een straattype was geworden. Ook
onder de collega's van Frits werd het géval druk
besproken en toen één hunner, juist op het
oogenblik, dat Frits binnenkwam, zich een zeer
oneerbiedige uitdrukking over den man per
mitteerde. kon de Jongen zich niet beheerschen.
Hy diende den kwaadspreker een pok slaag toe
en verliet de bank.
's Avonds ontving zyn moeder een briefje.dat
hy de schande niet langer kon verdragen en in
het buitenland zou probeeren. zich een positie
te scheppen.
Iedereen had nu meer dim te voren mede
lijden met de arme mevrouw Wanner. Ook
Greta trok zich haar lot aan en kwam dikwijls
by haar op be
zoek. Na twee ja-
ren kwam de oude
Wanner te overjy-
den. Gelukkig had
een betrekkeiyk
langdurig ziekbed
hem tot inkeer
ATT E* A op dlt b,ad ln8ev°18e de verzekenngsvoorwaarden tegen p 7^0 levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door p 7^>O bU 660 ongeval met
/A I «I «T- /A.D vxlN 1 ?l l-s O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen doodelijken afloop
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
22
.Mitford is naar den toren geweest en zegt,
dat er daar geen teeken van leven valt waar te
nemen.” Toen sprak ze hardop: „Als ik u
tóch niet meer met iets van dienst kan zyn.
Miss Phillips, dan zal ik u maar goeden-nacht
wenschen.’
Ik ging met haar naar de deur en, zoodra zy
er uit was, schoof ik er den grendel op.
Was Kibble door iemand anders gered?....
Neen, daar was niet de geringste kans op.
Collins' verloofde had gedaan, wat hem ge
vraagd was, maar zeker op halfslachtige wijze.
Hy zou wel naar den toren zyn gegaan en daar
een paar malen geschreeuwd hebben, maar,
toen hy er niets op hoorde hoe was een
antwoord nu ook te verwachten van waar-
schUniyk een gewonden man, die daar al drie
dagen gelegen had was hy tot de gevolgtrek
king gekomen, dat er dan ook niemand lag en
was hy weer teruggegaan. Arme Kibble! Het
lot was dan wel tégen hem!
Zou Val bytyds komen, vroeg ik my af, sloeg
een sjaal om en wierp my zóó, gekleed, te
tod.
vleesch gesneden en dat beetje custard heb ik
expres voor u gemaakt."
„Het blad is dus niet uit Je oogen geweest?”
„Geen moment, Miss."
Ik was hongerig en hetgeen er op het blad
lag, zag er zoo aanlokkend uit, dat ik er my
dan ook verder zonder schromen van be
diende.
Collins stond by een van de vensters met
den rug naar my toe en praatte, terwyi ze op
het blad wachtte.
Toen ik klaar was. trachtte ze goedmoedig
als ze was een vredelievende stemming te
bewerken tusschen' Mrs. Garbutt en my.
„Ik begryp niet, waarom u zoo het land aan
haar heeft. Miss.” zei ze met ongeveinsde ver
bazing. „want zy is toch veel vriendeiyker, dan
de meeste menschen zouden zyn geweest." (Dit
laatste zeker met het oog op myn „diefstal!”)
„En al wilde u haar vanmorgen ook niet zien.
toch even zorgzaam voor u gebleven
dat de verhooring
zyn tegenwoordigheid zou geschieden.
kwam er rond voor uit, dat hy het geweest was,
die den hertog van Ormond had willen ophan
gen. Bovendien maakte hy den koning wys, dat
hy al eens verborgen in het riet langs de
Theems, op hem in zyn Jacht had aangelegd,
maar bevangen door eerbied voor de majesteit
des konings, niet had gevuurd. Ook de anderen
had hy hiervan weerhouden. De schurk gaf
voor te handelen namens-een der ontevreden
politieke partyen en vertelde in allen ernst dat
hy honderden vrienden had, die met een eed
zich verplicht hadden eikaars dood te wreken.
De konlng en zyn ministers konden het zich
voor gezegd houden! Het gevolg was, dat Blood
niet veroordeeld werd, maar land kreeg in Ier
land om van de opbrengst te leven. Zelfs werd
hij in zekere mate een gunsteling des konings.
De hertog van Ormond had echter nog een
appeltje met Blood te schillen, maar de koning
stuurde Lord Arlington naar hem toe, met den
wensch, er van af te zien om redenen, die de
boodschapper zou uiteen zetten. De hertog ant
woordde, dat Zyner Majestelts bevel de eenlge
reden was, de rest kon zyn lordschap wel voor
zich houden!
Blood nestelde zich in Westminster en ver
keerde m) vaak in „goed gezelschap”. 34 Augus
tus 1680 stierf'■hy. De oude en de jonge Ed
uards kregen elk een cheque van 200 op de
schatkist, maar voor de helft van de waarde
hebben zy die verkocht, omdat ze het geld zoo
moeiiyk konden los krygen.
"T T roeg in den morgen van den negenden Mei
1671 werd er in den Tower van Londen een
boevenstreek uitgehaald, welke heel de
stad en gansch X land met de uiterste verbazing
Zou treffen. Het was de brutale poging van
Colonel Blood, om de Engelsche regalia machtig
te worden^ een onderneming, welke byna tot
een goed einde gebracht was. maar door het
domme toeval mislukte.
Thomas Blood was een Ier van geboorte en
atanhanger van het parlement in den burgeroor
log. Hy vocht mee in de legers der rebellen en
bracht het zelfs tot den rang van kolonel; zoo
althans wordt hy steeds genoemd.
By de restauratie van het koningschap kwam
ook deze republikein in tnoeiiykheden, vooral fi-
nancieele. Mogelijk, dat hy zyn geld had opge
feest. mogelyk. ook dat zyn goederen hem ont
nomen waren, maar waarschijnlijk was zoowel
het eerste als het laatste het geval. Wat een
confiscatie betreft: Colonel Blood had een gloei-
enden hekel aan den hertog van Ormond, den
landvoogd van Ierland.
In 1663 kreeg hy het in zyn hoofd het kasteel
Van Dublin te overrompelen om met den land
voogd voor eens en voor altyd af te rekenen,
maar de plannen lekten uit en Blood bleef geen
smdere uitweg over, dan de wyde wereld in te
trekken als avonturier. In 1670 was hy echter
kreer te Londen terug, waar hy onder den naam
Ayllffe als dokter aan den kost probeerde te ko
men. Ook de hertog van Ormond was in die da
gen te Londen, zoodat Blood weer aan het pein
zen ging hoe aan dezen hoogen heer zyn wraak
te koelen.
In den avond van 6 December, toen de her
tog van een diner ten hove terugkeerde, werd
hy plots aangehouden door zes mannen te
paard, die hem zonder meer by een van hen
achter op het paard bonden en weggaloppeerJen
naar Tyburn om den hertog op te knoopen. Het
slachtoffer wist zich echter los te wringen, en
in de duisternis te ontkomen. De 1000, gezet op
het aanbrengen der overvallers, hadden niet het
minste succes.
Blood's avontuuriyke neigingen waren door
deze mislukking geenszins bekoeld. In den Tower
lagen de gloednieuwe regalia de oude waren
in de dagen van Cromwell naar den smeltkroes
gegaan en deze buit was den republikein een
beetje moeite wel waard. Bovendien, het stoute
van het plan oefende een eigensjardlgen Invloed
uit op zyn rusteloozen geest.
In April 1671 stak Blood zich in de kleeren
van een Engelschen dominee, verschafte zich
een vrouw om voor zyn echtgenoote door te
gaan en samen stapten zy toen naar den
Tower waar de oude, trouwe Talbot Edwards de
kroonjuweelen bewaakte. Blood had een ge
raffineerd plan uitgedacht en de onderdeelen
goed overwogen. Toen zy weer wilden vertrek
ken werd zyn dame plots onwel, waarop zy in
de vertrekken van Edwards werd binnengedra
gen, die haar een hartversterkertje gaf. Uiterst
dankbaar gingen de bezoekers heen en spoedig
kwam de dominee terug met liefst zes paar
handschoenen voor de vrouw van den schatbe
waarder. Zoo kwam Blood op goeden voet te
staan met de Edwards, op zulk een goeden
voet zelfs, dat hy het waagde een neef van
hem op de planken te brengen als een schit
terende partij voor een dochter des huizes, daar
de bedoelde neef geenszins onbemiddeld was.
De dominee zou dan, werd afgesproken, op den
negenden Mei reeds 's morgens om zeven uur
zyn neef aan de jonge dame komen voorstellen.
Twee vrienden zouden tevens meekomen om
de kroonjuweelen te zien, dan konden zy
*8 morgens nog de stad verlaten.
Lang voor de klok van zeven was de oude
heer reeds met zyn voorbereidingen klaar en
had zyn dochter zich opgesierd voor de ont
moeting. In gezelschap van drie Jonge lui komt
nu Dominee Blood aangestapt; allen waren ge
wapend: dolken in hun jassen, pistolen in hun
zakken, en rapieren in hun stokken. Blood
stelde voor eerst de juweelen te gaan zien, dan
konden de twee vrienden weer op tyd weg.
Twee gingen met Blood en Edwards naar binnen,
de derde bleef bulten. Nauweiyks had de oude
de deur volgens voorschrift weer gesloten, of zy
grejien en knevelden hem. Hy ging echter on
danks alle bedreigingen zoo geweldig te keer,
dat zy zich genoodzaakt zagen hem met een
houten hamer bewusteloos te slaan. Toen hy
weer bykwam hoorde hy de boeven zeggen, dat
zy dachten, dat hy reeds dood was. Edwards
hield zich nu verder koest!
Blood verstopte de kroon onder zyn Jas, de
tweede stak den ryksappel in den eenen en het
groote juweel van den schepter in zyn anderen
broekzak en nummer drie beyvèrde zich den
schepter door te vyien om de stukken in een
zak mee te nemen. Plots krygt Blood van zyn
schildwacht een sein, dat twee mannen naar
boven gegaan zyn. Dit werd te bar. Ze lieten
den schepter in den steek en kozen het hazen
pad. De oude Edwards begon nu moord en brand
te schreeuwen en de bedrogen bruid gilde over
het Towerplein, dat de kroon was gestolen. De
beide mannen, een zoon van den bewaker, die
plots uit Vlaanderen was teruggekeerd en een
zekere kapitein Beekman, stoven
srna. Op de ophaalbrug schoot de ko
lonel op den bewaker, die niet geraakt werd
maar toch van angst neerviel. Blood rende ver-
zy is
en
„Hoe heeft zy vanochtend dan biyk gegeven
van haar zorgzaamheid?”
„Wel, ze kwam my tegemoet, toen ik met
het blad naar uw kamer wilde gaan, en zei, dat
ik haar eigen karaf je met chutney (een ge
kruide saus) uit de kast van de kamer hier
naast mocht halen.”
Als by ingeving nam ik het karafje van het
blad, zette dit op het buffet Je en zei:
.Laat het dan hier voor het diner.”
Collina vertrok en ik dacht: ik had my ruim
bediend van de chutney; Mrs. Garbutt had
opgemerkt, dat ik veel hield van deze kruidery
Op den ochtend werd ik wakker door een
luid en gebiedend kloppen aan myn deur. Ik
sloeg de oogen op en zat stil.
.Miss Phillips/’ zei de stem van- Mn. Gar
butt, „hier is uw ontbyt. Doe de deur open!”
Ik bleef zwygen.
„Als u niet dadeiyk opendoet, zal ik de deur
laten forceeren.”
Ik stond langzaam op en ging naar de deur.
Hoe waggelden myn leden onder my.
„Wie is daar?” vroeg ik.
„Ik. Mrs. Garbutt. Doe dadeiyk open, zeg
ik u!”
„Is u alleen. Mrs. Garbutt!” riep ik op zoo
vast mogelyken toon, want ik voelde my niet