den dag
<Ketve*Aaal
van
i J
DE GEHEIMZINNIGE
Hl KAMERS Hl
DE AFWEZIGE K.D.P.
Kultuurstrijd in
Roemenië
Weer onprettig?
VRIJDAG 21 MEI 1937
Maria Laach
Een Amsterdamech kunstenaar
Het graf van Alarik
In het rivierbed van de Busento
allereerst op 30 September
n.
HONIG 5 BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct
DOOR SVtN ELVESTAD
een man van middelbaren leeftijd.
Het Kost
schoolmeisje i
AI D A DAMME^C °P blad ln«evol8r® de verzekeringsvoorwaarden tegen 17 7^(T by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7*^0 Ml een ongeval met 17 verllee van een band.
/Al <1 /A IJ* I e I w O «“Wallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen 9 MIJ» verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen cJVZe" dood dijken afloop e<n voet of een oog.
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
en 25Z zwaarder dan de meeste andere
I t
i
En haar afgevaardigde
„Oaktree--
volgenden
morgen was de
was en
(e-
m.
ot
d
I
i
s
i
op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen
goed uit
Krag
1
Trein
10.4*.
f
AKKER.CACHETS
1
een
ver-
i
i
„Stan," riep een kabouter, dat op zün buikje In het gras lag
en zich al een heelen tijd had verveeld, terwijl hij plotseling op
ging zitten, „Stan, we moesten weer eens aan het werk gaan.**
Stan, eigenlijk Stanalius geheeten, zat op een boomstronk, met
de ellebogen onder zlin hoofd en hij keek een beetje siekeneurig.
„Wat wou Je dan gaan doen? vroeg hij aan Pol, zijn vnendje,
die ook *n mooien langen r.aam had, namelijk dien van Polovius.
.Jk- is Immers nergens meer werk te vinden!-’ „Dat kan wel
zijn, maar misschien vinden er iets op," antwoordde PoL
„want ons humeur bederft maar van al dat nietsdoen."
1O1
kg-
de
na
te
iet
ng
or
an
en
kt
nt
er.
en
ld
en
ü-
e-
t-
ig.
ri
l
de
le,
ti
de
ii-
En desondanks voeren de K.D.P.-ers in
hun orgaan en verkiezingsbiljetten een
groot woord over het verwaarloozen van
de democratische belangen door de Kath.
Kamerleden. Het Is wel een zeldzaam staal
tje van politieke brutaliteit en misleidende
verkiezings-campagne.
Maar de heer Arts moet opnieuw in de
Kamer worden gebracht; liefst gesecun-
deerd door den heer Wesseling.
standig zijn, om zijn stem te geven aan
de machtelooze dissidenten-partij. Hij doet
op die wijze aan de werkelijke katholieke
democratische belangen groot kwaad en
bereikt er niets, maar dan ook niets mee.
In verband met de confiscatie van gymna
sium. kerk en klooster In Nagyvërad en van de
uitgestrekte bezittingen der Praemonstratenzer
Orde in Roemenie, kunnen we uit zeer be
trouwbare bron nog de volgende bijzonderheden
mededeelen:
De Praemonstratenzers In Zevenburgen vorm
den na de verscheuring van Hongarije 'n aparte
provincie, terwijl over de binnen het gebied van
den Roemeenschen Staat gelegen goederen de
prior van NagyvArad geheel zelfstandig het be
stuur voerde.
■Ja, ja," mopperde Stan, „dat kan best waar zijn. Maar Is
me dat ook een tijd tegenwoordig? Kom eens bij de schoen
makers Kaboutershulp? Ze lachen je uit. Groote machines
doen het werk. Help de vrouw eens met kamers doen, als ze
moe is? Ze heeft een stofzuiger, een waschmachlne en joost-
weet-wat-nog-meer. Ik heb zelfs al ergens een ontbutmachlr.e
gezien, je zou het niet gelooven. Nee, ik Weet daar geen raad
meer op, hoor."
Er bestond dus voor ds Roemeensche regee-
ring niet de minste reden, do Orde als een in
stelling te beschouwen, die vanuit het buiten
land bestuurd werd. Zij had dan ook rechts
persoonlijkheid volgens de wet en de paters, die
in Roemenie werkten, waren overeenkomstig de
bepalingen der vredesverdragen op regelmatige
wijze Roemeensche staatsburgers geworden
Het gymnasium van Nagyvkrad werd gesticht
in het midden der zeventiende eeuw. Eerst stond
1 onder leiding der Jezuïeten, daarna onder die
der PaulUnen, terwijl In het Jaar 1807 het be
stuur aan de Praemonstratenzers overging. Zij
brachten deze oude en voorname instelling tot
hooger bloei, totdat hun op 18 Januari 1923 het
recht van onderwijs ontnomen werd.
De eerste nederzetting der Orde In Zeven
burgen was VAradhegyfok. dateerend tusschen
11301180; dit was tevens het eerste klooster
der Praemonstratenzers binnen de grenzen van
het voormalige Hongarije.
Gelijk met de andere kloosterorden, werd on
der den om zijn antlclerlcaal bestuur zoo be-
ruchten Keizer Jozef II, ook die der Praemon
stratenzers in Hongarije opgeheven doch reeds
in 1803 onder Frans I wederom hersteld met
teruggave van de oude bezittingen. Van toen af
begon de Orde haar groote werkzaamheid op
onderwijsgebied.
Na alles, wat men in de laatste 15 jaar aan
kerken en kloosters ontnomen heeft. Is ook de
confiscatie van dit kloostergoed slechts een
symptoom van den verbitterden strijd tegen het
Katholicisme, geleid door Individuen als profes
sor Ghlbu, den Roemeenschen Combes; perso
nen, die niet ter verantwoording kunnen worden
geroepen. Dat achter deze kerkvervolgers en
katholiekenhaters de geheele Roemeensche
Orthodoxie staat en de regeerlng. ia een feit, dat
door de veracnlllende wetten en maatregelen
tegen de minderheden genomen, afdoende be
wezen is.
Aan dezen strijd tegen het Katholicisme heeft
men in het chauvinistische Roemenië zelfs een
nationale beteekenis weten te geven. Geen
wonder ook. want de Katholieken in Roemenië
behooren zoo goed als uitsluitend tot de gehate
minderheden.
De geünieerde Roemenen van den Griekschen
ritus zien dezen strijd tegen hun Latünsche
broeden in stilte aan. Zoo gauw de Katholieke
Kerk geheel tot den bedelstaf is gebracht, zal
ook hun uur slaan. Dat weten zij maar al te
goed. De Orthodoxie duldt het katholicisme niet,
ook niet van rasgenooten. die in haar oog
slechts verraden zijn.
Aan een Itallaansch student zou het volgens
verschillende mededeelingen gelukt zijn. het
graf van den koning der West-Gothen Alarik
in het rivierbed van de Busento te vinden.
Volgens de geschiedenis was Alarik het hoofd
der West-Gothen en stamde hij waarschijnlijk
uit het geslacht der Balten. Geboortejaar en
geboorteplaats kennen wij niet, maar waar
schijnlijk is hü omstreeks het jaar 370 n. Chr.
aan de overzijde van den Donau ter wereld ge
komen. In de verwarde tijden van de volks
verhuizing in Europa deed zich voor den jon
gen Gothenvorst een schitterende gelegenheid
voor om zijn eerzucht te bevredigen. In het
jaar 395 werd hij tot hertog verheven. Hij ver
woestte met zijn legers Thracië, Macedonië en
Griekenland. Zijn voornaamste tegenstander,
de Romeinsche veldheer Stllico, kon hem eefi-
maal omsingelen, maar merkwaardig genoeg
Het hij hem uit den Peloponnesus ontsnappen.
Alarik werd in 399 door den Oost-Romeinschen
keizer Arcadius tot stadhouder van Illyrië be
noemd. Eind 401 viel Alarik Italië binnen, maar
op Pinkster-Zondag van het jaar 402 werd hij
by Pollentia, en spoedig daarop ook bij Verona
verslagen, zoodat hjj over de JuHsche Alpen
moest terugtrekken.
In de volgende jaren gelukte het SUiieo,
Alarik aan zijn zijde te krijgen. Nadat Stllico
in Augustus 408 vermoord was, nikte Alarik
voor de tweede maal naar Italië op en midden
in den winter verscheen hij vóór Rome. Slechts
door betaling van een enorm losgeld ontkwam
de stad aanween verwoesting. Maar reeds een
jaar later bedreigde Alarik de eeuwige stad
opnieuw. Alarik zette den stadsprefect Priscus
Attalus als tegenkelzer op den troon en deze
schonk aan dén koning der West-Gothen de
meest invloedrijke ambten. Maar lang duurde
hun vriendschap niet. Alarik onttroonde Atta
lus In 410 en verscheen voor de derde maal voor
Rome. In den nacht van den 14den Augustus
werden de stadspoorten door Christelijke slaven
geopend. De Gothen drongen de stad binnen en
vernielden drie dagen lang alles wat zü kon
den vernielen. Tegen den wil van Alarik Is er
toen een enorme schade aangericht.
Alarik trok daarna naar het zuiden van
Italië en wilde van Sicilië uit Afrika veroveren.
Maar midden in de voorbereidingen voor dezen
veldtocht stierf hy tn Consentla, het tegen
woordige Consenza. De Gothen leidden de
Busento af en begroeven volgens de sage hun
dooden koning in het rivierbed, opdat geen
sterveling het graf ooit zou aanschouwen. Vol
gens berichten uit Consenza zou een student
deze plaats nu toch gevonden hebben. Zal het
geheim van de Busento eindelijk opgelost
worden?
verschillende
Zijn die zoo tevreden
van den heer Arts?
Waar was hun K.D.P.-vertegenwoordiger,
toen bij de Waterstaats-begrooting de be
langen van het spoorwegpersoneel ter spra
ke kwamen? Niet in <fe Kamer. Op 11 Maart
kwam in behandeling het zeer belangrijke
ontwerp inzake de reorganisatie van het
Spoorwegbedrijf, waarbij ook de personeels
belangen in het geding kwamen. De heer
Arts Het het aan de Kath. Kamerleden
over. Hij zweeg en maakte zich allerminst
druk om deze aangelegenheid. Bü alle be
groetingen, waar groote sociale belangen
aan de orde kwamen,' was van den heer
Arts niets te merken.
Ons Noorden vestigde pas nog de aan
dacht op de veelvuldige afwezigheid van
den heer Arts uit de Kamer. Zelf weinig
e groote Atlantische stoomboot „Oaktree” I ferm en voerde haar meermalen ten dans. Het
voer van Southampton naar Melbourne I feest verliep uitstekend en het was reeds diep
in den nacht, toen iedereen zich ter ruste begaf.
I Het duurde, lang, alvorens de verliefde offi
cier den slaap kon vatten. Hij constateerde met
eenige verwondering, dat het lieve, onervaren
kostschoolmeisje, hem, den man van ondervin
ding en wereldkennis, het hoofd op hol had
gebracht.
Den laatsten dag vóór de aankomst in Mel
bourne liep Percy van het dek naar de salons
en van de salons naar het dek, maar Fanny was
onvindbaar. Ein
delijk ontdekte
hjj haar, maar
op X oogenblik
dat iedereen aan
stalten maakte
het schip te ver
laten; zü ver
dween in de menigte. Z n laatste poging om
haar te spreken, was mislukt.
In heel Melbourne zocht luitenant Percy
Randow naar z'n ..kostschoolmeisje overal en
op elke plaats, waar ook slechts eenige kans
was haar te ontmoeten Ten laatste moest hij
z'n zoeken wél opgeven en was hij gedwongen
zich tevreden te stellen met de herinnering
Öp zekeren avond liep hij een cabaret binnen.
Door de menschen en den vrij dichten rook
keek hü onverschillig de dicht bezette tafeltjes
langs. Eensklaps klonk een stemmetje, als een
zilveren klok in z’n ooren:
„Sigaren of sigaretten, dames en heeren
Hü draalde zich snel om en keek in de vio
lette oogen van z'n mooie reisgenoot*. Ze was
gekleed in 't zelfde Oostersche costuum. dat ze
op het gemaskerde bal op de „Oaktree" had ge
dragen.
Percy Randow. de in eigen oogen zoo ervaren
en wereldwüze officier, was geslagen door een
eenvoudig meisje uit het „Astoria-cabaret."
Haastig stond hü op. betaalde z'n vertering
en vertrok.
Hu zelf had een mooie herinnering en het ca
baret een klant verloren.
ik de beste Havana's voor den dag. die ik hier
in de stad heb kunnen ontdekken."
De gast stak -een sigaar op.
„Je kende me dus direct?” vroeg hü. .Dat
had ik eerlijk gezegd, niet verwacht"
„Zou ik dan mijn vroegeren schoolkameraad
Karl Rasch niet herkennen?" antwoordde
Krag. „We hebben elkaar de laatste jaren wel
niet -meer ontmoet, maar je weet dat politle-
oogen scherp zien. En, je bent dokter gewor
den?"
.Ja. Ik heb me als arts in Smaalenence ge
vestigd."
Dokter Rasch wierp vluchtig een blik op het
dikke dossier en vroeg dan, onzeker, maar toch
geïnteresseerd
„Zeker erg druk. Houd ik je niet op?”
„*n Beroerde historie. Bekommer er je niet
om. Ik heb tüd genoeg om eens 'n avond ge
zellig te praten."
..Zou je het een paar dagen kunnen laten
liggen?”
Asbjörn Krag werd nieuwsgierig. Hü stond
op.
,Je komt dus m"n hulp Inroepen?”
,Ja," antwoordde de arts. „Ik ben gekomen
om je medewerking te vragen. Niet zoozeer
voor müzelf, maar voor een mijner patiënten,
een ouden heer, die plannen heeft, binnenkort
te trouwen.”
,,'n Treurige ziekte,” merkte Krag spottend
PP
„Het is een zeer ernstige zaak,” ging-de arte
verder. „en die mü al heel wat slapelooae
nachten bezorgd beeft. Ik heb er veel en lang
,Je kent toch 't landgoed Kvamberg?
Natuurlük ken je X. Wie zou 't niet kennen!
Het is X grootste en X meest bekende buiten-
X geheele land. In de laatste vüftien
jaren heeft X driemaal een anderen eigenaar
gekregen. Nu *n jaar of vüf geleden kwam *n
rüke Zweed-Amerlkaan uit Canada in
streek. De bezitter van Kvamberg was
pas gestorven, door 'n droevig ongeval;
„Kon?, kom,' zuchtte Pol, ,Je zal het wel wat overdrüven,
denk ik. Er zün nog wel menschen. die geen stofzuigers en
waachmachines kunnen koopen. Maar toch had Ik heel wat
anders In mijn zin, dan om die op te zoeken Ik had zoo ge
dacht, nu we zoo’n beetje uitgepraat zün met de groote men
schen. hoe zou het zün als we ons eens meer met de kinderen
gingen bezig houden?” ,Met de kinderen? Om wat te doen’
Om ze aan hun schoolwerk te helpen soms? Dat gaat me nlei
af, hoor!" „O, dat komt terecht, ik heb alles In mün spreuken-
boek staan. Maar weet je wat wel eens leuk zou zün? Om ze
een beetje met hun kattekwaad te helpen, af en toe." „Hè ja,"
zuchtte Stan. en hü sprong een meter de lucht In. „laten we
dat doen.-
onze
toen
hü
stortte uit een der toren vensters. Zün nabe
staanden verkochten het landgoed aan dien
Zweed-Amerlkaan, geheeten Aakerholm. Deae
liet het slot op enkele plaatsen verbouwen en
lichtte de kamers in naar zün eigen, ietwat
zonderlingen smaak.
In het begin leefde hü op groeten voet, gaf
veel feesten en hadcontelbare vrienden. De
origineele oude heer, die Noorsch. Zweedsch en
Engelsch op 'n grappige manier dooreenhas-
pelde en wiens geheele optreden sterk aan een
gepensionneerd generaal deed denken, stond bü
allen in hoog aanzien en ieder vertoefde graag
in zün gastvrü huis.
Maar langzamerhand scheen hü er genoeg
van te krijgen en hü trok zich meer en meer
terug. In de laatste twee Jaren werd er op
Kvamberg geen enkel feest meer gevierd.
Slechts *n paar oude, trouwe vrienden hield
hü aan. speelde 's avonds met hen kaart of
ging met hen naar de club in de naburige
stad, waar hun de meest kostelijke ver
halen opdischte. Vertellen, dat kan die oude
hü heeft jaren lang rondgezworven in de
prairiën en tusschen de goud-delvers. waar hü
een zonderling leventje geleid heeft, een leven.
Op een winteravond, nu ongeveer drie jaar
geleden, zat Asbjörn Krag in zün werkkamer
bÜ den. haard en bladerde in een Hjvlg dossier,
üat hü zoo juist van een züner cliënten ont
vangen had. De lamp wierp haar helder licht op
papieren. Het waren stukken van zeer uit-
•ëbloopenden aard; een paar vergeelde brieven,
énkele rekeningen en veel telegrammen. Plot
ting keek de detective op en luisterde scherp
toé: de gahgbel ging over.
Krag legde de documenten naast zich neer.
Het geluid van een mannenstem drong tot hem
üoor Zeker een cliënt. Vlug stond hü op.
draaide de petroleumlamp naar beneden en
blies haar uit. Dan draaide hü aan een klein
^noPje waarna het electrisch licht vanonder
tn groene kap fel opflitste de lichtbun
dels schenen gericht te zün op de deur. Op het
zelfde oogenblik werd er geklopt en op zün
-binnen" werd de deur geopend. Een heer trad
binnen.
Het was
een weinig corpulent, met een vuurrood gezicht
en een gouden bril Verblind door het schelle
licht, bleef hü aarzelend op den drempel
staan.
Asbjörn Krag stond bulten den Uchtkegel,
zoodat de vreemde hem eerst niet zag.
Nu trad hü lachend naar voren, greep de
hand en schudde haar hartelük.
De andere sloot vlug de deur
„Ik zag je eerst niet, waarde Krag". zeide hü-
,Die vervloekte schijnwerper maakte me half
blind.--
Krag lachte weer.
„Ik mag zoo graag de gezichten van mün
cliënten zelf ongezien bestudeeren, als zü
zich voor de eerste maal tot mij wenden.” zei
hü- .Sinds ik op een winteravond nu 'n jaar of
vüf geleden, door 'n man met *n vaischen baard
overvallen werd, zonder dat ik dat direct be
merkte. heb ik voor -n Installatie gezorgd, die
me mün gasten steeds in het volle licht voor
me brengt. Maar neem plaats, dan kunnen we
gezellig praten. X Is werkelijk aardig van je,
me hier in mün eenzaamheid eens op te komen
zoeken. We hebben elkaar in langen tüd niet
gezien.”
Hü schoof een gemakkelüken fauteuil bü en
zette zich tegenover zün gast Het dossier
waarmede hü zich had bezig gehouden, wierp
bü onverschillig op "n klein tafeltje.
„Saaie boel,” mompelde hü, .afschuwelljk
vervelend, die eeuwige ruzietjes tusschen
zakenmenschen, waarmede ik in dezen slappen
tüd opgescheept zit. We zullen ze stilletjes laten
rusten. Wil je een sigaar rooken? Voor jou baal
over nagedacht, maar X is me nog niet gelukt
om een oplossing te vinden,"
„Wat zegt de politie er van?”
,De politie mag niet in de zaak betrokken
worden.”
.Aha.”
Krag begon zich meer en meer voor X ge
val te Interesseeren. j
.Jiet spreekt vanaelf, dat Ik X zaakje graag
op me neem," zei hü- „Maar vertel me dan
vlug alles wat je weet, van X begin tot X eind.
Ik heb *n hekel aan vage aanduidingen.
De dokter keek op zün horloge.
„U moet met mü méégaan," zei hü- „Over Ti
uur en twintig minuten gaat er 'n trein naar
X Zuiden. We hebben dus nog volop tüd om de
zaak te bespreken".
Asbjörn Krag belde zün huisknecht en gaf
dezen de volgende order:
„Handtasch nummer twee.
Oosts tation.
Toen de bediende wilde gaan, wenkte Krag
hem nog even te wachten. Er schoot hem een
gedachte door X hoofd. Zich weer tot den dok
ter wendend, vroeg hü:
„Gevaarlük?"
De dokter scheen te twüfelen an antwoordde
niet.
„Goed," sprak Krag ..Pak ook het kleine
zwarte kastje me* in, Jens.”
De bediende verliet de kamer.
Krag schoof nu z’n stoel dicht bü den haard,
waarin Ti gezellig vuurtje brandde.
.J&i nu. vertel op,” zei hü-
De dokter begon;
dat züns gelüke zoekt in avontuurlükheld en
onwaarschünl ijkheid.
Als zün dokter kwam ik dlkwQle bü hem aan
huis. Hü is voor niets ter wereld bang en heeft
tdeir dood honderden malen onder de oogen ge
zien. Maar soms is hü. zooals veel onverschrok
ken mannen. *n beetje zwaarmoedig en zoo ge
beurde X vaak, dat hü mü op de meest onmo-
gelüke tüden bü zich liet roepen. X Kwam ook
wel voor, dat ik op zün aandringen op X slot
bleef overnachten en dan sliep ik op
kamer, die zoover mogelük van de züne
wüderd lag.
In X begin lette ik daar niet op. maar
later vernam ik van een der dienstboden, dat
Aakerholm steeds alleen wenschte te slapen en
ultdrukkelük bevolen had. dat niemand gedu
rende zün slaap de kamers naast zün slaap
kamer betreden mocht. Dit vond ik al zeer
merkwaardig en ik was aanvankelük geneigd,
dit voor een züner onberekenbare grillen te
houden.”
Asbjörn Krag onderbrak hem.
,Jt zei „de kamers”, er zün dus meerdere
kamen die niet betreden mochten worden?”
vroeg hü-
..Om zun slaapkamer te bereiken, moet men
twee andere kamen cd drie deuren pa [weien.
Hü heeft er niet X minste beswaar tegen, dat
er zich overdag menschen in de twee eente
kamen bevinden. Zoodra X echter twaalf uur
slaat en Aakerholm zich te bed legt, te de
toegang streng verboden Hü sluit dan de
deuren zorgvuldig af. en hü alleen heeft er de
sleutels van.” Wordt vervolgd.)
Wanneer men in het Rijnland en de Dult-
Iche Westermark de vele schoone kerken be
zoekt, zoo schrüft men ons uit Trier, zal men
naast de vele historische schatten dikwijls ge
troffen worden door de schoonheid van een
nieuw altaar, dat vooral opvalt door zün füne
mozaïeken en de schitterende koperreliëfs, die
op verrassende wijze de tegenstelling klassiek-
modem oplossen. Nadat wü reeds In verschil
lende dorpen en stadjes op dergelüke kunst
werken opmerkzaam waren gemaakt en tot de
overtuiging waren gekomen, dat zü van een en
denzelfden meester moesten stammen, was onze
belangstelling fn voldoende mate opgewekt, om
eens een onderzoek naar den vervaardiger van
al dit schoons in te stellen. Op onze vraag wist
men ons echter slechts te vertellen, dat de ver
schillende altaarstukken, die onze bewonde
ring hadden opgewekt, afkomstig waren uit het
Benedietünenklooster te Maria Laach. een klein
plaatsje in den Eiffel.
Dezer dagen een tocht Jnakend door dit ge
bergte, dat fn het voorjaar minstens zoo
schoon is als in den zomer, wanneer vele Ne-
derlandsche toeristen haar dit stukje aarde
trekken, konden wü de verleiding niet weer
staan. eens aan de kloosterpoort aan te bellen,
om daar de noodige Inlichtingen te vragen,
welke men ons gaarne verschafte. De kun
stenaar. dien wü op het oog hadden, was pater
Radboud en indien wü hem in zün atelier
wenschten op te zoeken, zou dit gaarne toe
gestaan worden. Natuurlük wilden wü niets
Uever en al spoedig stonden we dan ook in den
llefelüken kloostertuin, waarin het atelier ge
legen was. Hier werden wü voorgesteM aan een
goeden vijftiger, met vollen baard, die juist bezig
was een plaat koper te verhitten» Wü vertelden
hem, dat we Nederlander waren, reeds veel van
zün werk gezien hadden en gaarne eens kennis
met hem maakten. Tot onze verwondering ant
woordde hü ons in het zuiverste Nederlandsch
en lachend verklaarde hü. dat wü gerust onze
moedertaal konden spreken, daar bü ten Së-
boren Amsterdammer was. In onze hoofdstad
had hü zün opleiding als beeldhouwer ont
vangen.
Veel van zün werk Het hü ons nog zien,
houtsneden, beeldhouwwerk, schitterende ko
perreliëfs en mooaïeken, zoo fün, dat de fines
ses met het bloote oog nauwelüks konden wor
den waargenomen.. Een heerlük uurtje hebben
wü in het atelier van pater Radboud, den on
bekenden Neder landschen kunstenaar, door
gebracht. Daarna moesten wü. <of we wilden
of niet, de rest van het klooster bezoeken: een
bibliotheek met niet minder dan 78.000 banden,
een modelstal, het atelier van een Itallaansch
schilder en vele interessante zaken. Het bezoek
aan dit oord van kunsten en wetenschappen
zal lang In onze herinnering blijven voortleven.
Vele vrouwrn zijn op gezette tijden het
slachtoffer van pijnen. Denk niet, dat te
gen dit lijden weinig te doen is, want
de vele vrouwen dia geleerd hebben
“AKKERTJES" te gebruiken, weten beter.
“AKKERTJES" bestrijden vrouwenpijnei»
en zijn een uitkomst in de donkere dagen
der vrouw. In plaats van neerslachtig
zult Ge U opgewekt en rustig voelen.
“AKKERTJES" zijn een nieuwe zeer werk
zame vinding van Apotheker Dumont. Ze
hebben geen enkele nadeeliae werking.
De cachet-vorm is de meest ideale manier
van innemen. "AKKERTJES" hebben in
korten tijd bewezen een geneesmiddel bij
uitnemendheid te zijn. Haal nog heden
een doosje. Ook U zult tevreden zijnl
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent
AKKERTJES
Volgens recept non Apotheker Dumont
-j—e Kath. Dem. Partij maakt veel mls-
1 baar tegen de R.K. Staatspartij, dle
zich maar niet genoeg Inspant voor
de kleine menschjes en die, als verouderd,
haar hebben en houden maar moest over
doen aan de heeren Arts en Wesseling.
Als men Onze Vaan leest, het orgaan
van het partijtje, dan krijgt men den In
druk, of zün eenige afgevaardigde de ge
wichtigste man In de Tweede Kamer is, de
eenige KathoHek, die behoorlijk opkomt
voor de democratie, de werkmansbelangen
en Quadrageslmo Anno. Maar de Staats
partij voert niets uit dan compromissen
maken, zij doet niets voor den arbeider en
niets voor het groote gezin.
Wat is daarvan waar? Toen de begroe
ting van Financiën aan de orde
de Kath. afgevaardigden een bllljjker kin
deraftrek bepleitten voor het groote gezin,
was van den heer Arts niets te bemerken.
Bü de begroeting van Sociale Zaken, toen
het ging om den nood van de werkloozen,
vooral In de groote gezinnen, waarvoor de
heer Steinmetz opkwam, zweeg de heer
Arts In aUe talen. Toen de heer Loerakker
krachtig pleitte voor de nooden van de
groote gezinnen In Drente, toen was de heer
Arts nergens te vinden. Zoo ging het regel
matig. „Onze Vaan” voert een groot woord
over den noodtoestand van de vele werk-
looze onderwijzers en stelt deswege de
Kath. Staatspartij In gebreke. Toen die
noodtoestand echter bij de begrooting van
Onderwijs aan de orde kwam en Dr. Möl-
ler voor de nooden dezer menschen op
kwam, toen was de heer Arts weer op geen
velden of wegen te zien.
Onder de K.D.P.-ers zijn
spoorwegmannen.
over het optreden
doen en in het partüorgaan te laten schel
den op de Staatspartij Is makkelljker.
De heer Arts - schrüft Orxs Noorden
die nu weer 4 jaar lang als vertegenwoor-
Vaf? K' D- P- ln de Tweede Kamer
gezeten heeft, was daar overtuigd weinig te
kunnen presteeren voor zijn kleine belaft-
gengroep zoodat hij al heel weinig werk
van zijn Kamerlidmaatschap heeft gemaakt
en gewoonlijk schitterde door afwezigheid.
Zoowel de parlementaire redacteur van
de Maasbode als van De Tüd merkten her-
naaldelijk op, hoe bü belangrijke discussies
de heer Arts afwezig was. Dr. Kortenhorst,
onlangs hier in X Noorden het woord voe
rende, deelde ook mede, dat men den heer
Arts nooit ln de Kamer ziet.
We hebben ons dezer dagen de moeite
getroost de handelingen eens na te slaan,
maar dan missen we den naam Arts heel
wat meer dan 6 maal op de presentielijst.
Maar als de heer Arts er op staat, dan
prijkt hjj bijna altijd onder op de lijst. Nu
worden de namen van de leden niet ln alfa
betische volgorde genoteerd, maar In de
volgorde, ipraarop zij de Kamer dien dag
binnenkomen. Hieruit blijkt dus, dat de
heer Arts bijna altijd eerst op het laatst
ln de zit|ing verschijnt. Trouwens dit Is
ook duidelijk bij eventueele stemmingen.
Toen op 24 Nov. gestemd werd over het
leerpllchtwetje van den heer Ter Laan,
was de heer Arts niet bij de stemming
aanwezig, maar wel prijkt zijn naam op
de presentielijst. En dit treft men meer
malen aan met hem.
In het zittingsjaar 1938—1937 heeft de
heer Arts vijfmaal het woord gevoerd. Dat,
was allereerst op 30 September bij het
debat over de monétalre politiek der Re-
geering"na het loslaten van den gulden. HIJ
heeft toen een nietszeggend speechje ge
houden, daarbij constateerend, dat de Kath
Staatspartij inzake de devaluatie een dub
belzinnige rol had gespeeld. Op 12 Novem
ber, den derden dag van X debat over net
algemeen regeerln^sbeleid, heeft hij ook
een kort speechje gehouden. Toen de heer
Gosellng op 11 November zijn belangrijke
rede hier hield, was de heer Arts weer af
wezig. Aan de replieken qver het algemeen
begrootlngsdebat heeft de heer Arts niet
meer deelgenomen. Op 28 November bij de
behandeling van de begrooting van Finan
ciën heeft hij een korte rede gehouden, om
meer grenscommlezen aan te stellen. Op
15 December bü de behandeling der Defen-
sle-begrootlng voerde de heer Arts als laat
ste spreker het woord, om het bekende
antl-mllltalrisysche standpunt van de
K. D. P. te vertolken. Maar ook hier nam
hü aan de repHeken niet meer deel. En
ten slotte bü de belangrüke debatten over
de grondwetsherziening schitterde de heer
Arts op zün post. Toen stond zün eigen
belang op het spel en toen nam hü aan de
debatten over de grondwetsherziening deel.
Als het echter op 3 Febr. d.o.v. ging over de
vooral voor ons katholieken, zeer belang
rüke kwestie om de grondbeginselen van
Q A. door te "voeren in de grondwet, en
Mr. Gosellng zün belangrüke rede hield om
het mogelük te maken, dat lichamen 'van
beroep en bedrüf werden ingesteld, wm de
heer Arts In heel de Kamer niet te ont
dekken.
I J voer van Southampton naar Melbourne.
De see wa» kalm. Een overvloed van pas
sagiert was er niet. Er waren meestal koop
lieden. vrouwen met kinderen en eenige aUeen-
reisende jonge dame».
„Bah. hoe vervelend,” mompelde luitenant
Percy Randow. die geërgerd over het prome
nadedek slenterde.
.Maar er is niets aan te doen zuchtte eenige
oogenbllkken later de 22-jarige jongeman, die
nog al met zich zelf Ingenomen was. .Jk zal
m-n geduld maar in lüdzaamheid moeten be
zitten.”
Den volgenden morgen was de „Oaktree”
reeds ver In zee. Na X ontbüt begaf Percj^ Ran
dow zich in betere stemming dan den vorigen
dag naar het dek en wierp zich daar ln een
stoel. Dat was. meende hü. nog de beste manier
om door die vervelende reis heen te komen.
Zoo ging ruim een uur voorbü. toen hü eens
klaps rechtop sprong. Wst was dat? Hü wreef
zich de oogen uit, sloeg z'n lange beenen terug
en Het z'n luie, nonchalante houding geheel
varen.
Allemachtig, wat een zeldzaam mooi meisje
haul hü daar gezien! XWas of ze behoorde bü
de lichtblauwe lucht en de stralende son, met
haar korenblonde haren en oogen als viooltjes.
Hü stond op en passeerde haar, zonder dat
ze hem scheen op te merken. Hü besloot op z'n
schreden terug te keeren, om haar opnieuw te
gen te komen. Maar neen, dat niet. Ze kon hem
eens gezien hebben.
De jongeman wandelde dus haastig eenige
keeren het dek rond. Toen verdroot het hem,
dat sü. steeds zonder naar hem te küken, langs
hem heen Hep. Even dacht hü na.
Een oogenblik later leunde Percy Randow
over de railing en zei luchtig:
„Goeden morgen!"
Het meisje keerde haar mod gezichtje naar
hem toe en glimlachte.
Wat was ze jong en natuurlük. dacht hü. En
dan de wijze waarop ze hem aankeek! Alsof hü
d'r oom of d"r broer was!
„Waar komt u eigenlijk vandaan?” luidde
eensklaps z'n gedurfde en op de keper be
schouwd. niet zeer beleefde vraag. Percy schrok,
toen die vraag hem, vóór dat hü er zich self
goed van bewust was, ontsnapte.
De violette oogen keken allerliefst in de züne
en een heldere, zilverachtige stem antwoordde
eenvoudig en natuurlük:
„Wel, ik heb juist de kostschool verlaten.”
Voor de eerste maal In z'n leven stond de
jongeman met z'n mond vol tanden. De kost
school! HU herinnerde zich dat z'n twee jongere
zusters, óók op een kostschool waren geweest.
Maar die zagen er lang zoo lief niet uit als dit
betooverend mooie meisje. Nog vernam hü dat
haar naam Fanny was.
Die naam paste precies bü haar, dacht Percy,
bü wlen nu alle onverschilligheid en lusteloos
heid verdwenen was. Hü gevoelde zich gelukkig,
ook toen Fanny hem verlaten had, en hü haar
den heelen verderen dag niet meer kon vinden.
Op den derden dag werd er een gemaskerd bal
aan boord georganiseerd. Percy Randow sou er
anders niet aan gedacht hebben hieraan mee
te doen, maar nu.... wat een verrukkelüken
avond kon hü met Fanny hebben. Natuurlük
had het lieve kind op de kostschool nog nooit
zoo'n feestavond meegemaakt.
Tot z'n blüde verrassing zag Percy dat zü
het aardigste costuumpje droeg van al de aan
wezige dames, een fantastisch Oostersch ge
waad. opzichtig, maar voor deze exceptioneele
gelegenheid seer geschikt. Hü zelf was in unl-
ot
ig
in
;d
A.
tn
rn
Ie
g
r