den dag <Ketve*Aaal van i J DE GEHEIMZINNIGE Hl KAMERS Hl DE AFWEZIGE K.D.P. Kultuurstrijd in Roemenië Weer onprettig? VRIJDAG 21 MEI 1937 Maria Laach Een Amsterdamech kunstenaar Het graf van Alarik In het rivierbed van de Busento allereerst op 30 September n. HONIG 5 BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct DOOR SVtN ELVESTAD een man van middelbaren leeftijd. Het Kost schoolmeisje i AI D A DAMME^C °P blad ln«evol8r® de verzekeringsvoorwaarden tegen 17 7^(T by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7*^0 Ml een ongeval met 17 verllee van een band. /Al <1 /A IJ* I e I w O «“Wallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen 9 MIJ» verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen cJVZe" dood dijken afloop e<n voet of een oog. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL en 25Z zwaarder dan de meeste andere I t i En haar afgevaardigde „Oaktree-- volgenden morgen was de was en (e- m. ot d I i s i op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen goed uit Krag 1 Trein 10.4*. f AKKER.CACHETS 1 een ver- i i „Stan," riep een kabouter, dat op zün buikje In het gras lag en zich al een heelen tijd had verveeld, terwijl hij plotseling op ging zitten, „Stan, we moesten weer eens aan het werk gaan.** Stan, eigenlijk Stanalius geheeten, zat op een boomstronk, met de ellebogen onder zlin hoofd en hij keek een beetje siekeneurig. „Wat wou Je dan gaan doen? vroeg hij aan Pol, zijn vnendje, die ook *n mooien langen r.aam had, namelijk dien van Polovius. .Jk- is Immers nergens meer werk te vinden!-’ „Dat kan wel zijn, maar misschien vinden er iets op," antwoordde PoL „want ons humeur bederft maar van al dat nietsdoen." 1O1 kg- de na te iet ng or an en kt nt er. en ld en ü- e- t- ig. ri l de le, ti de ii- En desondanks voeren de K.D.P.-ers in hun orgaan en verkiezingsbiljetten een groot woord over het verwaarloozen van de democratische belangen door de Kath. Kamerleden. Het Is wel een zeldzaam staal tje van politieke brutaliteit en misleidende verkiezings-campagne. Maar de heer Arts moet opnieuw in de Kamer worden gebracht; liefst gesecun- deerd door den heer Wesseling. standig zijn, om zijn stem te geven aan de machtelooze dissidenten-partij. Hij doet op die wijze aan de werkelijke katholieke democratische belangen groot kwaad en bereikt er niets, maar dan ook niets mee. In verband met de confiscatie van gymna sium. kerk en klooster In Nagyvërad en van de uitgestrekte bezittingen der Praemonstratenzer Orde in Roemenie, kunnen we uit zeer be trouwbare bron nog de volgende bijzonderheden mededeelen: De Praemonstratenzers In Zevenburgen vorm den na de verscheuring van Hongarije 'n aparte provincie, terwijl over de binnen het gebied van den Roemeenschen Staat gelegen goederen de prior van NagyvArad geheel zelfstandig het be stuur voerde. ■Ja, ja," mopperde Stan, „dat kan best waar zijn. Maar Is me dat ook een tijd tegenwoordig? Kom eens bij de schoen makers Kaboutershulp? Ze lachen je uit. Groote machines doen het werk. Help de vrouw eens met kamers doen, als ze moe is? Ze heeft een stofzuiger, een waschmachlne en joost- weet-wat-nog-meer. Ik heb zelfs al ergens een ontbutmachlr.e gezien, je zou het niet gelooven. Nee, ik Weet daar geen raad meer op, hoor." Er bestond dus voor ds Roemeensche regee- ring niet de minste reden, do Orde als een in stelling te beschouwen, die vanuit het buiten land bestuurd werd. Zij had dan ook rechts persoonlijkheid volgens de wet en de paters, die in Roemenie werkten, waren overeenkomstig de bepalingen der vredesverdragen op regelmatige wijze Roemeensche staatsburgers geworden Het gymnasium van Nagyvkrad werd gesticht in het midden der zeventiende eeuw. Eerst stond 1 onder leiding der Jezuïeten, daarna onder die der PaulUnen, terwijl In het Jaar 1807 het be stuur aan de Praemonstratenzers overging. Zij brachten deze oude en voorname instelling tot hooger bloei, totdat hun op 18 Januari 1923 het recht van onderwijs ontnomen werd. De eerste nederzetting der Orde In Zeven burgen was VAradhegyfok. dateerend tusschen 11301180; dit was tevens het eerste klooster der Praemonstratenzers binnen de grenzen van het voormalige Hongarije. Gelijk met de andere kloosterorden, werd on der den om zijn antlclerlcaal bestuur zoo be- ruchten Keizer Jozef II, ook die der Praemon stratenzers in Hongarije opgeheven doch reeds in 1803 onder Frans I wederom hersteld met teruggave van de oude bezittingen. Van toen af begon de Orde haar groote werkzaamheid op onderwijsgebied. Na alles, wat men in de laatste 15 jaar aan kerken en kloosters ontnomen heeft. Is ook de confiscatie van dit kloostergoed slechts een symptoom van den verbitterden strijd tegen het Katholicisme, geleid door Individuen als profes sor Ghlbu, den Roemeenschen Combes; perso nen, die niet ter verantwoording kunnen worden geroepen. Dat achter deze kerkvervolgers en katholiekenhaters de geheele Roemeensche Orthodoxie staat en de regeerlng. ia een feit, dat door de veracnlllende wetten en maatregelen tegen de minderheden genomen, afdoende be wezen is. Aan dezen strijd tegen het Katholicisme heeft men in het chauvinistische Roemenië zelfs een nationale beteekenis weten te geven. Geen wonder ook. want de Katholieken in Roemenië behooren zoo goed als uitsluitend tot de gehate minderheden. De geünieerde Roemenen van den Griekschen ritus zien dezen strijd tegen hun Latünsche broeden in stilte aan. Zoo gauw de Katholieke Kerk geheel tot den bedelstaf is gebracht, zal ook hun uur slaan. Dat weten zij maar al te goed. De Orthodoxie duldt het katholicisme niet, ook niet van rasgenooten. die in haar oog slechts verraden zijn. Aan een Itallaansch student zou het volgens verschillende mededeelingen gelukt zijn. het graf van den koning der West-Gothen Alarik in het rivierbed van de Busento te vinden. Volgens de geschiedenis was Alarik het hoofd der West-Gothen en stamde hij waarschijnlijk uit het geslacht der Balten. Geboortejaar en geboorteplaats kennen wij niet, maar waar schijnlijk is hü omstreeks het jaar 370 n. Chr. aan de overzijde van den Donau ter wereld ge komen. In de verwarde tijden van de volks verhuizing in Europa deed zich voor den jon gen Gothenvorst een schitterende gelegenheid voor om zijn eerzucht te bevredigen. In het jaar 395 werd hij tot hertog verheven. Hij ver woestte met zijn legers Thracië, Macedonië en Griekenland. Zijn voornaamste tegenstander, de Romeinsche veldheer Stllico, kon hem eefi- maal omsingelen, maar merkwaardig genoeg Het hij hem uit den Peloponnesus ontsnappen. Alarik werd in 399 door den Oost-Romeinschen keizer Arcadius tot stadhouder van Illyrië be noemd. Eind 401 viel Alarik Italië binnen, maar op Pinkster-Zondag van het jaar 402 werd hij by Pollentia, en spoedig daarop ook bij Verona verslagen, zoodat hjj over de JuHsche Alpen moest terugtrekken. In de volgende jaren gelukte het SUiieo, Alarik aan zijn zijde te krijgen. Nadat Stllico in Augustus 408 vermoord was, nikte Alarik voor de tweede maal naar Italië op en midden in den winter verscheen hij vóór Rome. Slechts door betaling van een enorm losgeld ontkwam de stad aanween verwoesting. Maar reeds een jaar later bedreigde Alarik de eeuwige stad opnieuw. Alarik zette den stadsprefect Priscus Attalus als tegenkelzer op den troon en deze schonk aan dén koning der West-Gothen de meest invloedrijke ambten. Maar lang duurde hun vriendschap niet. Alarik onttroonde Atta lus In 410 en verscheen voor de derde maal voor Rome. In den nacht van den 14den Augustus werden de stadspoorten door Christelijke slaven geopend. De Gothen drongen de stad binnen en vernielden drie dagen lang alles wat zü kon den vernielen. Tegen den wil van Alarik Is er toen een enorme schade aangericht. Alarik trok daarna naar het zuiden van Italië en wilde van Sicilië uit Afrika veroveren. Maar midden in de voorbereidingen voor dezen veldtocht stierf hy tn Consentla, het tegen woordige Consenza. De Gothen leidden de Busento af en begroeven volgens de sage hun dooden koning in het rivierbed, opdat geen sterveling het graf ooit zou aanschouwen. Vol gens berichten uit Consenza zou een student deze plaats nu toch gevonden hebben. Zal het geheim van de Busento eindelijk opgelost worden? verschillende Zijn die zoo tevreden van den heer Arts? Waar was hun K.D.P.-vertegenwoordiger, toen bij de Waterstaats-begrooting de be langen van het spoorwegpersoneel ter spra ke kwamen? Niet in <fe Kamer. Op 11 Maart kwam in behandeling het zeer belangrijke ontwerp inzake de reorganisatie van het Spoorwegbedrijf, waarbij ook de personeels belangen in het geding kwamen. De heer Arts Het het aan de Kath. Kamerleden over. Hij zweeg en maakte zich allerminst druk om deze aangelegenheid. Bü alle be groetingen, waar groote sociale belangen aan de orde kwamen,' was van den heer Arts niets te merken. Ons Noorden vestigde pas nog de aan dacht op de veelvuldige afwezigheid van den heer Arts uit de Kamer. Zelf weinig e groote Atlantische stoomboot „Oaktree” I ferm en voerde haar meermalen ten dans. Het voer van Southampton naar Melbourne I feest verliep uitstekend en het was reeds diep in den nacht, toen iedereen zich ter ruste begaf. I Het duurde, lang, alvorens de verliefde offi cier den slaap kon vatten. Hij constateerde met eenige verwondering, dat het lieve, onervaren kostschoolmeisje, hem, den man van ondervin ding en wereldkennis, het hoofd op hol had gebracht. Den laatsten dag vóór de aankomst in Mel bourne liep Percy van het dek naar de salons en van de salons naar het dek, maar Fanny was onvindbaar. Ein delijk ontdekte hjj haar, maar op X oogenblik dat iedereen aan stalten maakte het schip te ver laten; zü ver dween in de menigte. Z n laatste poging om haar te spreken, was mislukt. In heel Melbourne zocht luitenant Percy Randow naar z'n ..kostschoolmeisje overal en op elke plaats, waar ook slechts eenige kans was haar te ontmoeten Ten laatste moest hij z'n zoeken wél opgeven en was hij gedwongen zich tevreden te stellen met de herinnering Öp zekeren avond liep hij een cabaret binnen. Door de menschen en den vrij dichten rook keek hü onverschillig de dicht bezette tafeltjes langs. Eensklaps klonk een stemmetje, als een zilveren klok in z’n ooren: „Sigaren of sigaretten, dames en heeren Hü draalde zich snel om en keek in de vio lette oogen van z'n mooie reisgenoot*. Ze was gekleed in 't zelfde Oostersche costuum. dat ze op het gemaskerde bal op de „Oaktree" had ge dragen. Percy Randow. de in eigen oogen zoo ervaren en wereldwüze officier, was geslagen door een eenvoudig meisje uit het „Astoria-cabaret." Haastig stond hü op. betaalde z'n vertering en vertrok. Hu zelf had een mooie herinnering en het ca baret een klant verloren. ik de beste Havana's voor den dag. die ik hier in de stad heb kunnen ontdekken." De gast stak -een sigaar op. „Je kende me dus direct?” vroeg hü. .Dat had ik eerlijk gezegd, niet verwacht" „Zou ik dan mijn vroegeren schoolkameraad Karl Rasch niet herkennen?" antwoordde Krag. „We hebben elkaar de laatste jaren wel niet -meer ontmoet, maar je weet dat politle- oogen scherp zien. En, je bent dokter gewor den?" .Ja. Ik heb me als arts in Smaalenence ge vestigd." Dokter Rasch wierp vluchtig een blik op het dikke dossier en vroeg dan, onzeker, maar toch geïnteresseerd „Zeker erg druk. Houd ik je niet op?” „*n Beroerde historie. Bekommer er je niet om. Ik heb tüd genoeg om eens 'n avond ge zellig te praten." ..Zou je het een paar dagen kunnen laten liggen?” Asbjörn Krag werd nieuwsgierig. Hü stond op. ,Je komt dus m"n hulp Inroepen?” ,Ja," antwoordde de arts. „Ik ben gekomen om je medewerking te vragen. Niet zoozeer voor müzelf, maar voor een mijner patiënten, een ouden heer, die plannen heeft, binnenkort te trouwen.” ,,'n Treurige ziekte,” merkte Krag spottend PP „Het is een zeer ernstige zaak,” ging-de arte verder. „en die mü al heel wat slapelooae nachten bezorgd beeft. Ik heb er veel en lang ,Je kent toch 't landgoed Kvamberg? Natuurlük ken je X. Wie zou 't niet kennen! Het is X grootste en X meest bekende buiten- X geheele land. In de laatste vüftien jaren heeft X driemaal een anderen eigenaar gekregen. Nu *n jaar of vüf geleden kwam *n rüke Zweed-Amerlkaan uit Canada in streek. De bezitter van Kvamberg was pas gestorven, door 'n droevig ongeval; „Kon?, kom,' zuchtte Pol, ,Je zal het wel wat overdrüven, denk ik. Er zün nog wel menschen. die geen stofzuigers en waachmachines kunnen koopen. Maar toch had Ik heel wat anders In mijn zin, dan om die op te zoeken Ik had zoo ge dacht, nu we zoo’n beetje uitgepraat zün met de groote men schen. hoe zou het zün als we ons eens meer met de kinderen gingen bezig houden?” ,Met de kinderen? Om wat te doen’ Om ze aan hun schoolwerk te helpen soms? Dat gaat me nlei af, hoor!" „O, dat komt terecht, ik heb alles In mün spreuken- boek staan. Maar weet je wat wel eens leuk zou zün? Om ze een beetje met hun kattekwaad te helpen, af en toe." „Hè ja," zuchtte Stan. en hü sprong een meter de lucht In. „laten we dat doen.- onze toen hü stortte uit een der toren vensters. Zün nabe staanden verkochten het landgoed aan dien Zweed-Amerlkaan, geheeten Aakerholm. Deae liet het slot op enkele plaatsen verbouwen en lichtte de kamers in naar zün eigen, ietwat zonderlingen smaak. In het begin leefde hü op groeten voet, gaf veel feesten en hadcontelbare vrienden. De origineele oude heer, die Noorsch. Zweedsch en Engelsch op 'n grappige manier dooreenhas- pelde en wiens geheele optreden sterk aan een gepensionneerd generaal deed denken, stond bü allen in hoog aanzien en ieder vertoefde graag in zün gastvrü huis. Maar langzamerhand scheen hü er genoeg van te krijgen en hü trok zich meer en meer terug. In de laatste twee Jaren werd er op Kvamberg geen enkel feest meer gevierd. Slechts *n paar oude, trouwe vrienden hield hü aan. speelde 's avonds met hen kaart of ging met hen naar de club in de naburige stad, waar hun de meest kostelijke ver halen opdischte. Vertellen, dat kan die oude hü heeft jaren lang rondgezworven in de prairiën en tusschen de goud-delvers. waar hü een zonderling leventje geleid heeft, een leven. Op een winteravond, nu ongeveer drie jaar geleden, zat Asbjörn Krag in zün werkkamer bÜ den. haard en bladerde in een Hjvlg dossier, üat hü zoo juist van een züner cliënten ont vangen had. De lamp wierp haar helder licht op papieren. Het waren stukken van zeer uit- •ëbloopenden aard; een paar vergeelde brieven, énkele rekeningen en veel telegrammen. Plot ting keek de detective op en luisterde scherp toé: de gahgbel ging over. Krag legde de documenten naast zich neer. Het geluid van een mannenstem drong tot hem üoor Zeker een cliënt. Vlug stond hü op. draaide de petroleumlamp naar beneden en blies haar uit. Dan draaide hü aan een klein ^noPje waarna het electrisch licht vanonder tn groene kap fel opflitste de lichtbun dels schenen gericht te zün op de deur. Op het zelfde oogenblik werd er geklopt en op zün -binnen" werd de deur geopend. Een heer trad binnen. Het was een weinig corpulent, met een vuurrood gezicht en een gouden bril Verblind door het schelle licht, bleef hü aarzelend op den drempel staan. Asbjörn Krag stond bulten den Uchtkegel, zoodat de vreemde hem eerst niet zag. Nu trad hü lachend naar voren, greep de hand en schudde haar hartelük. De andere sloot vlug de deur „Ik zag je eerst niet, waarde Krag". zeide hü- ,Die vervloekte schijnwerper maakte me half blind.-- Krag lachte weer. „Ik mag zoo graag de gezichten van mün cliënten zelf ongezien bestudeeren, als zü zich voor de eerste maal tot mij wenden.” zei hü- .Sinds ik op een winteravond nu 'n jaar of vüf geleden, door 'n man met *n vaischen baard overvallen werd, zonder dat ik dat direct be merkte. heb ik voor -n Installatie gezorgd, die me mün gasten steeds in het volle licht voor me brengt. Maar neem plaats, dan kunnen we gezellig praten. X Is werkelijk aardig van je, me hier in mün eenzaamheid eens op te komen zoeken. We hebben elkaar in langen tüd niet gezien.” Hü schoof een gemakkelüken fauteuil bü en zette zich tegenover zün gast Het dossier waarmede hü zich had bezig gehouden, wierp bü onverschillig op "n klein tafeltje. „Saaie boel,” mompelde hü, .afschuwelljk vervelend, die eeuwige ruzietjes tusschen zakenmenschen, waarmede ik in dezen slappen tüd opgescheept zit. We zullen ze stilletjes laten rusten. Wil je een sigaar rooken? Voor jou baal over nagedacht, maar X is me nog niet gelukt om een oplossing te vinden," „Wat zegt de politie er van?” ,De politie mag niet in de zaak betrokken worden.” .Aha.” Krag begon zich meer en meer voor X ge val te Interesseeren. j .Jiet spreekt vanaelf, dat Ik X zaakje graag op me neem," zei hü- „Maar vertel me dan vlug alles wat je weet, van X begin tot X eind. Ik heb *n hekel aan vage aanduidingen. De dokter keek op zün horloge. „U moet met mü méégaan," zei hü- „Over Ti uur en twintig minuten gaat er 'n trein naar X Zuiden. We hebben dus nog volop tüd om de zaak te bespreken". Asbjörn Krag belde zün huisknecht en gaf dezen de volgende order: „Handtasch nummer twee. Oosts tation. Toen de bediende wilde gaan, wenkte Krag hem nog even te wachten. Er schoot hem een gedachte door X hoofd. Zich weer tot den dok ter wendend, vroeg hü: „Gevaarlük?" De dokter scheen te twüfelen an antwoordde niet. „Goed," sprak Krag ..Pak ook het kleine zwarte kastje me* in, Jens.” De bediende verliet de kamer. Krag schoof nu z’n stoel dicht bü den haard, waarin Ti gezellig vuurtje brandde. .J&i nu. vertel op,” zei hü- De dokter begon; dat züns gelüke zoekt in avontuurlükheld en onwaarschünl ijkheid. Als zün dokter kwam ik dlkwQle bü hem aan huis. Hü is voor niets ter wereld bang en heeft tdeir dood honderden malen onder de oogen ge zien. Maar soms is hü. zooals veel onverschrok ken mannen. *n beetje zwaarmoedig en zoo ge beurde X vaak, dat hü mü op de meest onmo- gelüke tüden bü zich liet roepen. X Kwam ook wel voor, dat ik op zün aandringen op X slot bleef overnachten en dan sliep ik op kamer, die zoover mogelük van de züne wüderd lag. In X begin lette ik daar niet op. maar later vernam ik van een der dienstboden, dat Aakerholm steeds alleen wenschte te slapen en ultdrukkelük bevolen had. dat niemand gedu rende zün slaap de kamers naast zün slaap kamer betreden mocht. Dit vond ik al zeer merkwaardig en ik was aanvankelük geneigd, dit voor een züner onberekenbare grillen te houden.” Asbjörn Krag onderbrak hem. ,Jt zei „de kamers”, er zün dus meerdere kamen die niet betreden mochten worden?” vroeg hü- ..Om zun slaapkamer te bereiken, moet men twee andere kamen cd drie deuren pa [weien. Hü heeft er niet X minste beswaar tegen, dat er zich overdag menschen in de twee eente kamen bevinden. Zoodra X echter twaalf uur slaat en Aakerholm zich te bed legt, te de toegang streng verboden Hü sluit dan de deuren zorgvuldig af. en hü alleen heeft er de sleutels van.” Wordt vervolgd.) Wanneer men in het Rijnland en de Dult- Iche Westermark de vele schoone kerken be zoekt, zoo schrüft men ons uit Trier, zal men naast de vele historische schatten dikwijls ge troffen worden door de schoonheid van een nieuw altaar, dat vooral opvalt door zün füne mozaïeken en de schitterende koperreliëfs, die op verrassende wijze de tegenstelling klassiek- modem oplossen. Nadat wü reeds In verschil lende dorpen en stadjes op dergelüke kunst werken opmerkzaam waren gemaakt en tot de overtuiging waren gekomen, dat zü van een en denzelfden meester moesten stammen, was onze belangstelling fn voldoende mate opgewekt, om eens een onderzoek naar den vervaardiger van al dit schoons in te stellen. Op onze vraag wist men ons echter slechts te vertellen, dat de ver schillende altaarstukken, die onze bewonde ring hadden opgewekt, afkomstig waren uit het Benedietünenklooster te Maria Laach. een klein plaatsje in den Eiffel. Dezer dagen een tocht Jnakend door dit ge bergte, dat fn het voorjaar minstens zoo schoon is als in den zomer, wanneer vele Ne- derlandsche toeristen haar dit stukje aarde trekken, konden wü de verleiding niet weer staan. eens aan de kloosterpoort aan te bellen, om daar de noodige Inlichtingen te vragen, welke men ons gaarne verschafte. De kun stenaar. dien wü op het oog hadden, was pater Radboud en indien wü hem in zün atelier wenschten op te zoeken, zou dit gaarne toe gestaan worden. Natuurlük wilden wü niets Uever en al spoedig stonden we dan ook in den llefelüken kloostertuin, waarin het atelier ge legen was. Hier werden wü voorgesteM aan een goeden vijftiger, met vollen baard, die juist bezig was een plaat koper te verhitten» Wü vertelden hem, dat we Nederlander waren, reeds veel van zün werk gezien hadden en gaarne eens kennis met hem maakten. Tot onze verwondering ant woordde hü ons in het zuiverste Nederlandsch en lachend verklaarde hü. dat wü gerust onze moedertaal konden spreken, daar bü ten Së- boren Amsterdammer was. In onze hoofdstad had hü zün opleiding als beeldhouwer ont vangen. Veel van zün werk Het hü ons nog zien, houtsneden, beeldhouwwerk, schitterende ko perreliëfs en mooaïeken, zoo fün, dat de fines ses met het bloote oog nauwelüks konden wor den waargenomen.. Een heerlük uurtje hebben wü in het atelier van pater Radboud, den on bekenden Neder landschen kunstenaar, door gebracht. Daarna moesten wü. <of we wilden of niet, de rest van het klooster bezoeken: een bibliotheek met niet minder dan 78.000 banden, een modelstal, het atelier van een Itallaansch schilder en vele interessante zaken. Het bezoek aan dit oord van kunsten en wetenschappen zal lang In onze herinnering blijven voortleven. Vele vrouwrn zijn op gezette tijden het slachtoffer van pijnen. Denk niet, dat te gen dit lijden weinig te doen is, want de vele vrouwen dia geleerd hebben “AKKERTJES" te gebruiken, weten beter. “AKKERTJES" bestrijden vrouwenpijnei» en zijn een uitkomst in de donkere dagen der vrouw. In plaats van neerslachtig zult Ge U opgewekt en rustig voelen. “AKKERTJES" zijn een nieuwe zeer werk zame vinding van Apotheker Dumont. Ze hebben geen enkele nadeeliae werking. De cachet-vorm is de meest ideale manier van innemen. "AKKERTJES" hebben in korten tijd bewezen een geneesmiddel bij uitnemendheid te zijn. Haal nog heden een doosje. Ook U zult tevreden zijnl Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent AKKERTJES Volgens recept non Apotheker Dumont -j—e Kath. Dem. Partij maakt veel mls- 1 baar tegen de R.K. Staatspartij, dle zich maar niet genoeg Inspant voor de kleine menschjes en die, als verouderd, haar hebben en houden maar moest over doen aan de heeren Arts en Wesseling. Als men Onze Vaan leest, het orgaan van het partijtje, dan krijgt men den In druk, of zün eenige afgevaardigde de ge wichtigste man In de Tweede Kamer is, de eenige KathoHek, die behoorlijk opkomt voor de democratie, de werkmansbelangen en Quadrageslmo Anno. Maar de Staats partij voert niets uit dan compromissen maken, zij doet niets voor den arbeider en niets voor het groote gezin. Wat is daarvan waar? Toen de begroe ting van Financiën aan de orde de Kath. afgevaardigden een bllljjker kin deraftrek bepleitten voor het groote gezin, was van den heer Arts niets te bemerken. Bü de begroeting van Sociale Zaken, toen het ging om den nood van de werkloozen, vooral In de groote gezinnen, waarvoor de heer Steinmetz opkwam, zweeg de heer Arts In aUe talen. Toen de heer Loerakker krachtig pleitte voor de nooden van de groote gezinnen In Drente, toen was de heer Arts nergens te vinden. Zoo ging het regel matig. „Onze Vaan” voert een groot woord over den noodtoestand van de vele werk- looze onderwijzers en stelt deswege de Kath. Staatspartij In gebreke. Toen die noodtoestand echter bij de begrooting van Onderwijs aan de orde kwam en Dr. Möl- ler voor de nooden dezer menschen op kwam, toen was de heer Arts weer op geen velden of wegen te zien. Onder de K.D.P.-ers zijn spoorwegmannen. over het optreden doen en in het partüorgaan te laten schel den op de Staatspartij Is makkelljker. De heer Arts - schrüft Orxs Noorden die nu weer 4 jaar lang als vertegenwoor- Vaf? K' D- P- ln de Tweede Kamer gezeten heeft, was daar overtuigd weinig te kunnen presteeren voor zijn kleine belaft- gengroep zoodat hij al heel weinig werk van zijn Kamerlidmaatschap heeft gemaakt en gewoonlijk schitterde door afwezigheid. Zoowel de parlementaire redacteur van de Maasbode als van De Tüd merkten her- naaldelijk op, hoe bü belangrijke discussies de heer Arts afwezig was. Dr. Kortenhorst, onlangs hier in X Noorden het woord voe rende, deelde ook mede, dat men den heer Arts nooit ln de Kamer ziet. We hebben ons dezer dagen de moeite getroost de handelingen eens na te slaan, maar dan missen we den naam Arts heel wat meer dan 6 maal op de presentielijst. Maar als de heer Arts er op staat, dan prijkt hjj bijna altijd onder op de lijst. Nu worden de namen van de leden niet ln alfa betische volgorde genoteerd, maar In de volgorde, ipraarop zij de Kamer dien dag binnenkomen. Hieruit blijkt dus, dat de heer Arts bijna altijd eerst op het laatst ln de zit|ing verschijnt. Trouwens dit Is ook duidelijk bij eventueele stemmingen. Toen op 24 Nov. gestemd werd over het leerpllchtwetje van den heer Ter Laan, was de heer Arts niet bij de stemming aanwezig, maar wel prijkt zijn naam op de presentielijst. En dit treft men meer malen aan met hem. In het zittingsjaar 1938—1937 heeft de heer Arts vijfmaal het woord gevoerd. Dat, was allereerst op 30 September bij het debat over de monétalre politiek der Re- geering"na het loslaten van den gulden. HIJ heeft toen een nietszeggend speechje ge houden, daarbij constateerend, dat de Kath Staatspartij inzake de devaluatie een dub belzinnige rol had gespeeld. Op 12 Novem ber, den derden dag van X debat over net algemeen regeerln^sbeleid, heeft hij ook een kort speechje gehouden. Toen de heer Gosellng op 11 November zijn belangrijke rede hier hield, was de heer Arts weer af wezig. Aan de replieken qver het algemeen begrootlngsdebat heeft de heer Arts niet meer deelgenomen. Op 28 November bij de behandeling van de begrooting van Finan ciën heeft hij een korte rede gehouden, om meer grenscommlezen aan te stellen. Op 15 December bü de behandeling der Defen- sle-begrootlng voerde de heer Arts als laat ste spreker het woord, om het bekende antl-mllltalrisysche standpunt van de K. D. P. te vertolken. Maar ook hier nam hü aan de repHeken niet meer deel. En ten slotte bü de belangrüke debatten over de grondwetsherziening schitterde de heer Arts op zün post. Toen stond zün eigen belang op het spel en toen nam hü aan de debatten over de grondwetsherziening deel. Als het echter op 3 Febr. d.o.v. ging over de vooral voor ons katholieken, zeer belang rüke kwestie om de grondbeginselen van Q A. door te "voeren in de grondwet, en Mr. Gosellng zün belangrüke rede hield om het mogelük te maken, dat lichamen 'van beroep en bedrüf werden ingesteld, wm de heer Arts In heel de Kamer niet te ont dekken. I J voer van Southampton naar Melbourne. De see wa» kalm. Een overvloed van pas sagiert was er niet. Er waren meestal koop lieden. vrouwen met kinderen en eenige aUeen- reisende jonge dame». „Bah. hoe vervelend,” mompelde luitenant Percy Randow. die geërgerd over het prome nadedek slenterde. .Maar er is niets aan te doen zuchtte eenige oogenbllkken later de 22-jarige jongeman, die nog al met zich zelf Ingenomen was. .Jk zal m-n geduld maar in lüdzaamheid moeten be zitten.” Den volgenden morgen was de „Oaktree” reeds ver In zee. Na X ontbüt begaf Percj^ Ran dow zich in betere stemming dan den vorigen dag naar het dek en wierp zich daar ln een stoel. Dat was. meende hü. nog de beste manier om door die vervelende reis heen te komen. Zoo ging ruim een uur voorbü. toen hü eens klaps rechtop sprong. Wst was dat? Hü wreef zich de oogen uit, sloeg z'n lange beenen terug en Het z'n luie, nonchalante houding geheel varen. Allemachtig, wat een zeldzaam mooi meisje haul hü daar gezien! XWas of ze behoorde bü de lichtblauwe lucht en de stralende son, met haar korenblonde haren en oogen als viooltjes. Hü stond op en passeerde haar, zonder dat ze hem scheen op te merken. Hü besloot op z'n schreden terug te keeren, om haar opnieuw te gen te komen. Maar neen, dat niet. Ze kon hem eens gezien hebben. De jongeman wandelde dus haastig eenige keeren het dek rond. Toen verdroot het hem, dat sü. steeds zonder naar hem te küken, langs hem heen Hep. Even dacht hü na. Een oogenblik later leunde Percy Randow over de railing en zei luchtig: „Goeden morgen!" Het meisje keerde haar mod gezichtje naar hem toe en glimlachte. Wat was ze jong en natuurlük. dacht hü. En dan de wijze waarop ze hem aankeek! Alsof hü d'r oom of d"r broer was! „Waar komt u eigenlijk vandaan?” luidde eensklaps z'n gedurfde en op de keper be schouwd. niet zeer beleefde vraag. Percy schrok, toen die vraag hem, vóór dat hü er zich self goed van bewust was, ontsnapte. De violette oogen keken allerliefst in de züne en een heldere, zilverachtige stem antwoordde eenvoudig en natuurlük: „Wel, ik heb juist de kostschool verlaten.” Voor de eerste maal In z'n leven stond de jongeman met z'n mond vol tanden. De kost school! HU herinnerde zich dat z'n twee jongere zusters, óók op een kostschool waren geweest. Maar die zagen er lang zoo lief niet uit als dit betooverend mooie meisje. Nog vernam hü dat haar naam Fanny was. Die naam paste precies bü haar, dacht Percy, bü wlen nu alle onverschilligheid en lusteloos heid verdwenen was. Hü gevoelde zich gelukkig, ook toen Fanny hem verlaten had, en hü haar den heelen verderen dag niet meer kon vinden. Op den derden dag werd er een gemaskerd bal aan boord georganiseerd. Percy Randow sou er anders niet aan gedacht hebben hieraan mee te doen, maar nu.... wat een verrukkelüken avond kon hü met Fanny hebben. Natuurlük had het lieve kind op de kostschool nog nooit zoo'n feestavond meegemaakt. Tot z'n blüde verrassing zag Percy dat zü het aardigste costuumpje droeg van al de aan wezige dames, een fantastisch Oostersch ge waad. opzichtig, maar voor deze exceptioneele gelegenheid seer geschikt. Hü zelf was in unl- ot ig in ;d A. tn rn Ie g r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 21