h
De vrouw en de moderne haardracht
DE HUISVROUW EN
VOEDINGSLEER
waren
V erwisselingen
mogelijk
II
Nieuwe tiep- „Hein de krant”
ZATERDAG 22 MEI 1937
VERTELLINGEN
VAN SIBOTAK
L II
O plotting vorig roodtel
Nieuw eiland
ONS PRIJSRAADSEL
Fatsoenlijk
toch charmant
en
x
Om *t juiste dozijn
H
BRABANTSCHE BRIEVEN
1
dre.
Die zelfs zwijgende wist
■t
te liegen!
Het tpel met de magitche vier
kanten bleek zeer in den
smaak te vallen
Het nieuwe raad tel
Baden en zindelijkheid
PrijzwinnaarE
I
X
I*
andere
met de
men het fe
ll
In
In
«•g-
r g
In
3:
In
o
O
In
5:
tree
In
In
7:
In
e
In
4
de
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X,
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
‘r men vraagt
r
Ülvenhout. 20 Mei -37
gaande.
I.
i
p
i
e 1
1 t
verschillende verwisselingen
nummers voorkwamen!
e 1 t
r t- s
e
et Nederlandsche ontbijt is eenvoudig en
bestaat in de meeste gezinnen hoofd,
zakelijk uit brood, afgewisseld misschien
in het koude jaargetij door een bord pap. Het
brood wordt gesmeerd en misschien op eenvou
dige wijze „belegd”, terwijl als dank meestal
tree wordt gebruikt (In de Zuidelijke provin.
cies koffie).
Valt er uit een voedingsleer-oogpunt op dit
schema iets aan te merken?
Om die vraag te beantwoorden, moeten we
naar
Jaan
twee
1 e 1
ene
lat
riep
den
n
j^^en algemeene klacht:
mij:
mee
tlkske aan
bode
o r d
drie
edel
1 e
e r
s t o
t a a
o a s
plek
een of anderen sufferd, die z’n eigen harsen
pan nle werken liet. En zoo was Hein de
Krant, naar mijn gedocht, tóch nog 'n gevaar!
zoo iets buitengewoon belang
voor niets is het het
en daarom is
zeer belangrijke kwestie hoé we
Niet ver van de Zuid-West-kust van de Krim
heeft een wetenschappelijke commissie het
ontstaan van een nieuw eiland vastgesteld. Het
eiland heeft een lengte van 350 meter en is
30 meter breed, terwijl het zich meter bo
ven de oppervlakte verheft. De geleerden ver
klaren het ontstaan aldus: de rotsachtige kust
is jaren lang door het water uitgeschuurd,
waardoor tenslotte een rots in zee viel. Door de
kracht van dezen val ontstond er een ophoo-
glng op den bodem der zee. die thans als het
eiland boven water uitsteekt.
anderd. Meneer Koezijn. Hendrik Koezijn. Hein 7
Koezjjn. Hein de Krant...., maar Hein de Leu
genèèr kleefde aan 'm vast, als de vetvlekken
op z'n vest.
.Mannen," riep Hein: .Jk roep jullie alle
maal tot getuigen! Heb ik ooit, ooit gelogen?"
En toen gebeurde er iets geks!
Ze hadden allemaal staan luisteren naar t
moelengevecht tusschen den Blaauwe en Hein
den Leugenèèr. njaar nou keerden ze stuk veur
stuk d'r eigen langzaam om, lachten ’ns en den
eenen ging biljarten, den anderen kaartspeulen,
den derden drank ns en den vierde riep: „Aan
nemen". Onderwijl hadden ze t allemaal op d'r
oog en. die veul knipperden.
Wij waren al begonnen te kaartspeulen en
daar wlerd gin woord bij gezeed. Alleen onder
tafel, daar .smoesten" de voeten *n bietje on
der malkander In t heele caféke was X trou
wens stil. De kaarten kiekten teugen de tafel.
De biljertballen liepen mee zachten dreun over
X laken En achter bij den toog, daar wierden
de glaskes mee 'nen natten Uk op den nikkelen
afdruiper gelet.
En Hein d’n Leugenèèr stond „ergens" in x
luchtledig naar asem te snakken.' Toen te
midden van die stilte, riep den Blaauwe Ineens,
mee 'n .gewone" heldere stem: .en as ge soms
verhuizen gaat. KoezijnTt wil oe geren hel
pen, horre!"
"k Had 'n bietje meel (jen mee Hein de Krant.
Al z'n .abonné's" zeeën m tegelijk op....l
..Boerentuig!" barstte-n-ie toen uit. Mee
twee stappen was Hein d'n Leugenèèr bjj de
deur, mee 'nen kwats van de deur stond ie bui
ten en veur X eerst zag ik 'm flink deurstappen,
langs X raam.
„Pas!" riep den Blaauwe.
.JM's veul opluchting." zee den Flelp.
„Leve den Blaauwe," riepen ze aan de biljert.
„Hier 'n borreltje veur noppes," zee Kee teu
gen den Tiest.
Nog 'n maandje kuierde Hein Koezijn deur
X duip, X wlerd daarveur veul minder, z'n petje
rullde-n-le veur Xi hoelke en toen kwam den
verhuiswagel weer
Ik denk dat le terug is naar Holland iever-
ans en daar steuvig uitpakt over „dat Bra-
bantsche Boerentuig".
Maar allee wij zijn Yn kwijt deuzen figuur-
zager-aan-de- Waar heid I
Da gekke pensioenpotje.X was gin ge
zicht! Dèèr!
Maar nou. amlco, nou schel "k er toch af.
Dieën dikken leugeneer had aóóveul plek noo-
dlg. m*n pompier is meer dan vol!
Veul groeten van Trui en als altij gin horke
minder van oewen
Amlco,
Hendrik hiette-n-ie
Van voren, den tiep,
dien "k in m’nen „op
tocht” van tiepen en
Uepkes zetten mot,
deuze week. En van z'nen achternaam, allee,
daar mot ik Yi bietje fantasie bij van pas bren
gen. want, nouja!
Koezijn, za Tt maar zeggenHendrik Koezijn.
X Komt er nle veul op aan, want den nacm,
door hum hier altU gedragen, waar iedereen 'm
b(j kende, tot X kleinste kind toe, dieën naam
was gaar anders. Ze noemden 'm hier: ..Hein
de Krant". Dat wist ie eigens ok. En zonder nou
te willen beweren, dat ie trotsch was op deuren
naam, er onder gebukt ging ie toch ok nle,
want hij hoorde tot dieën troep van X mensch-
dom. die geren den faam geniet van „alles” te
weten! Dat was ’nen soortement van artistleken
trots van hum.
.Alles" iets eerder weten, dan 'n ander, beter
weten, dan ’n ander, dat dee 'm veur zijn ge
voel onderscheiën van z’n medeschepsels: X is
datte wat ik bedoel te zeggen mee „artlstieken
trots".
Hij is begonnen als .meneer Koezijn", toen ie
hier op X durp binnenwaaide. „Binnenwaaide"
valt ok weer maar nle zóó uit m’n potlood, want
meneer Koezijn was hier, veur we wisten wit
we veur 'nen nuuwen durpsgenoot hadden bin
nengekregen aan hum. Volgens den verhuis
wagel kwam ie leverans uit .Holland" vandaan
en volgens z’n naamplaat hiette-n-ie H. Koe
zijn. En wat uit „Holland” komt, noemen ze
nog al lichtveerdig .meneer" hier. Dat komt,
omdat Hollanders naar ons gedacht zoo deftig
praten. Iemand die b.v. teugen oe zeet: „wat
staen hier ’n pracht van beukenboumen In die
leen langs X bosch”, antwoordt ge nle mee de
woorden: Ja, buurman, schoonder buuken staan
er nleverans, dan in deus eikendreef.
Neeë. dat doen ze hier nle. Dan zeggen ze:
Ja, meneer?" draaien d'r eigen om, mee nen
•goeienavond" en vertellen thuis, dat dieën Hol T
lander maar kwaal’ oogen mot hebben.
e f
e e
men kin geen be.
hoorlijk badgoed koopen. In de winkels
vindt men vrijwel alleen modellen, die
den toets der kritiek niet kunnen doorstaan.
En zelfs in katholieke zaken krijgt men veront
waardigd ten antwoord, wa
naar een meer gesloten pak:
we niet’ alleen deze zijn „modem"!
By het tooverwerk „modem" schijnen alle
andere steunpunten het te moeten afleggen.
Men kijkt U vrij verbijsterd aan als men merkt,
dat de kwalificatie .modem" bij U niet past,
niet als afdoend argument beschouwd wordt.
Intusschen blijft de moeilijkheid: men kan
niet slagen en maar bij hooge uitzondering
komt men aan een adres, waar nog wél reke.
ning gehouden wordt met vrouwen, die ook in
badcostuum er behoorlijk gekleed wenschen uit
te zien.
Deze moeilijkheid zal gaandeweg worden op
gelost. Er is een model pak in den handel,
„Meteoor", dat zóó is ontworpen, dat het elke
vrouw, die haar rechtvaardige eischen stelt op
dit gebied, voldoen zal.
De teekenlng is decent - maar daar komt bij.
dat dit pak een coupe vertoont, die een op
vallend goeden pasvorm verzekert.
„Meteoor.”
Onthoudt dit merk.
Thans geven wjj onzen puzzelaars *n raadsel
„om X juiste dozijntje” volgens bijgaand sche
ma en onderstaande omschrijvingen:
bede
v f. r
deeg
ergo
loge
over
stap
t u
a 1
P
tugeezen meer de reinheid betrachtten dan ons
volk en dat de grootere sterfte bij ons hierin
wel haar oorzaak vindt.
Daarom raadt hij aan 's morgens het lichaam
zuiver te wasschen. de frissche morgenstonden
en koele avondluchten tot wandelen of andere
exercitie te gebruiken. de heet schijnende aon.
den hittigen dranks. vlijtig te schuwen en een
goed dieet in spijs en drank te houden
Dat het badvoorschrift niet overbodig was.
bewijst de instructie in 1649. door de Indische
regeering aan een naar Japan vertrekkend ge
zantschap meegegeven
Hierin wordt o.
de aandacht gevestigd op
de groote zindelijkheid der Japanners en de
noodzakelijkheid derhalve om. wil men een goe
den indruk maken, zorg te dragen dat het gevolg
der ambassade zijn nagels knipt, zijn haar kamt,
schoone kleeren aanheeft en zich meermalen
wascht.
Cornells de Bruin vertelt, dat Joan van Hoorn.
Gouvemeur-generaal. gewoon was „tweemaal
ter weke, des Woensdags en Baterdags. uit te
rijden naar zijn lusthoven om zich in de daar
loopende rivier te wasschen".
Men kan licht begrijpen, zoo schrijft W. M
Keuchenius in zijn „Raadgevingen voor zee
varende". dat net effect van baden van geen
langen duur is;7het lichaam staat dan wel aan
het water eenlge „vuurdeelen" af. maar -aoodra
het er uit is neemt het uit de lucht die vuur
deelen weer op; het door het water verfriachte
bloed wor 't dan weer op dezelfde temperatuur
met de lucht gebracht; ook kan het lichaam
voor zoover het in het water is. niet uitwasemen
en dat is verkeerd.
Ten slotte, zegt hij. is het gevaarlijk, zooals
sommigen doen, een regenbad te nemen, dat is:
zich te baden in een stortbui door waarschpnlijk
onder een dakgoot le gaan staan; hij voegt daar
aan zeven voorschriften toe. waarvan het eerste
luidt: „Men moet naar lichaam en ziel kalm
zjjn en zich alzoo niet onmiddellijk baden na
verhittende bewegingen of drlftvervoertng
Iets bijzonders in de opgave van de vorige
week is, dat de negen viertallen woorden, dis
steeds bij elkaar blijven, echter op verschillende
wijzen zóódanig kunnen gesteld worden, dat ze
volkomen in orde ons magisch kruis formeeren.
Een der Inzenders gaf drie varianten, resp.met
tree, bode en twee bovenaan: een mooie pres
tatie! Bij elk dezer drie vormen, die we natuur
lijk meermalen te zien kregen, voegden vele
andere oplossers onze uitwerking met bede
bovenaan terwijl daarbij ten overvloede nog
Door op de plaats van elke stip en elk kruisje
een letter te stellen, zal men één woord van 13
letters in de vertlkale slippenrij en de overige
11 in de horizontale rijen formeeren. Dit 11-tal
bestaat dus resp. uit 3. 5, 7, enz. letters, en bet
moet voldoen aan deze voorwaarde:
Jjeginletter en slotletter van een woord zijn
steeds deselfde. Dit laatste kunststuk (ziedaar
een model!) kan worden uitgevoerd aan de
hand van de volgende gegeven beteekenisaen
(boven, dus met het woord van 3 letters, te
beginnen): meisjesspeelgoed schoonmaak
gerei rekenkundige vergissing fundament
basis salon de coiffure" eenigszins
bewoner van een dorp uit de Langstraat
(Noord-Brabant) erflating verkiezing
legprodukt van een kleinen vogel nauwelijks
hoorbaar geluid.
Heeft men het 11-tal juist Ingevuld, dan be
hoeft men nog maar de bovenste en de onder
ste stip door een letter te vervangen, om in de
vertikale stippenrij den naam te lezen van de
opperste leiding van krant of periodiek.
Onder de Inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12
uur ingewacht bij den heer O. M. A. Jansen.
Ruysdaelatraat <0, Utrecht.
er over ééns gewist waren, dat Hein toch wel
iets beter den weg naar den Hemel wist, dan
Ds. Koud ijzer.
Kranten? Daar was maar éen krant, de zijne!
Die was zóó onafhankelijk, dat ze mee alle win
den meewaalde. Politiek? Daar was maar één
partij! De zijne. Die nle in de Kamer zat.
Kunst? Hij was verlejen week Rembrandt nog
teugegekomen, d'n vent zag er nle veurdeellg
uit; concurrentie van X gefuuterits.
Maar jah! Oe kunt nle altU en eeuwig praten
over politiek, godsdienst, kunst en zo'nen aard
van dinges!
Sport!! Ok 'n plazaant onderwerp veur Hein
de Krant! Alle vjjfde secondes had ie in z’nen
kop; X was alleen de vraag of ze in de goeie
volgorde stonden.
Hein de Krant
neergestreken tusschen wat eenvoudige
bantsche menschen, hU begost rap
knop komt, bij de eerste voorkeurstem veur ge
meenteraadslid veur Uylecoten. D’n zakenman
hee éen ideaal: z'nen concurrent opvouwen. En
daarveur vergit le te slapen, te lachen, z'n
vrouw en z’n klndèrs.
En zoo hebben de meeste menschen meestal
éenen trots, éen mln of meer hartverheffend
ifjeaal, waarveur ze alle andere dingen vergeten.
Wat er al jonk inzit! Zie maar naar oewen
jongsten bediende, die .stll-verloofd" Is. Hij
plakt alle postzegels scheef. (1000 zoenen!) En
dan boft ge nóg, amlco! Want als z'n hart vol
is van voetbal inplek van Xi Trulke, dan, nou,
dan kunt ge beter eigens postzegels plakken en
bodschappen doen en oewen knecht maar ééns
per week zien. (In X Maandagmergenblad, op
'n prenteke). Maar allee, ik vergeet telkens
m'nen Koezijn. die daar zoo smakelijk op z'nen
kuier was. oiider X buukenloover van d'elken-
dreef.
Z'n vestje was tekort. Kost d'n kleermaker nle
helpen Zat 'm in X kogelbulkske, waarboven X
vestje in plooien trok. Dus scheen er tusschen
z’nen broeksband en z’n vest altij zo’n huiselijk
randje o ver hémd, „donkerwlt”. En z'n broek
nou als ik die broek alléén teugen zou komen,
leeg bedoel ik. zonder Koezijn er in. 'k was
in staat om te zeggen: „navond, Koezijn!" Die
broek was Koezijn op-en-top: slorzlg, vettig,
blinkend, geplooid, lachend! Tevrejen over dY.
eigen!
Koezijn wlerd Hein Koezijn, na dat ie veul
gekuierd had en mee iedereen had aangepapt.
Hij sprak oe aan over oewen prachtlgen sa-
voyen kool die daar in X boerenkoolveld stond,
over den schoenen bloei van oew kersen, daar
inden prulmenboogerd. veurspelde X weer (naar
den radio, dus ge wit), hij wist een en ander
van kwaaien droes bjj X vee. dat le aan de hoe
ven zocht, inplek van in de neusgaten, afijn hij
begost aardig op de hoogte te raken van X boe
renbedrijf (docht ie) hoewel X verschil tus
schen mals en terwe, rabarber en kroten z'n
grootste struikelblokken bleven in de agrarische
wetenschap. Toen was ie Hein Koezijn, want
aan z’n „Hollandsch" waren we ondertusschen
gewoon geraakt.
In ons kerkske kwam ie nle en daar had le
twee deurslaande motieven veur: lo. was le nle
Romsch en 2o. wist ie alles veul beter dan de
dominé’s.
Wij hier, wij hébben X nooit zoo op zulke
„godsgeleerden". Ze mengen altij den savoyen-
kool uit den boerenkoolakker, mee godsdienst,
politiek en X nuuwke-van-de-meid-van-Boer-
Broks, te veul deur malkaar.X Is ons te.
te.... te geschift, za 'k maar zeggen. En zoo
wierd Hein Koezijn langzamerhand Hein de
Krant. Want hij „wist" zooveul!
Over Hitler sprak ie, of ie mee 'm geknikkerd
had. Over den Moes, of ie elke week 'n kaart-
avondje had bjj den Moes thuis. Over X geloof,
of ie gisterenavond nog Yi vertrauwelijk protje
had g'ad mee Onzenllevenheer en waarbij ze X
Plaatste men de 36 woorden als volgt in de
negen kwadraten, dan verkreeg
wemchte goede succes.
..middag allemaal!"
Nou. amlco, ge mot teugen 'nen dief nooit
zeggen dat le steelt, want dan is ie zwaar aan
getast in z'nen ponteneur. Hein de Krant ging
dus verhaal halen.
,31aet dat op mij, onbeschaemde rekel?"
vroeg Hein, nogal overbodig, aan den Blaauwe.
want niemand twijfelde eraan, op wlen X sloeg.
.Ja." zee den Tiest: „op ou. kletsmajoor!"
Meteen ging le aan ons tafeltje zitten, om te
proppen. Mee zijnen rug naar Hein toe.
„Thoppunt.Je weet niet eens wat ik ver
telde!"
„Leugens!” zee den Tiest: „want ge hebt
nog nooit éen waarheid verteld. Hein den Leu
genèèr!”
Op slag had Hein "nen nuuwen naam! Hein
kost blijven haken in den kop van de Leugenèèr! HJJ was dlkkels van naam ver
blijft het. En diezelfde kapper vertelde me, dat
hij.in Holland de meeste vrouwen slechts langs
de we9en der geleidelijkheid en van grooten
tact tot een radicaal ander kapsel kan bren
gen.
En toch is het
rijks, het haar. Niet
schoonste sieraad van de vrouw
het ook een
het dragen.
En dan mogen we nooit het persoonlijke ele
ment vergeten. Willen we gekleed gaan volgens
de laatste mode goed. Dan moeten we dus
ook gekapt gaan volgens de laatste mode. Maar
dan mogen we gekleed noch gekapt gaan vol
gens een bepaald ontwerp. Wat we in het oog
moeten houden zijn de groote lijnen, en met
behulp hiervan zoeken we uit wat bij onze per
soon past, en wat bij ons gezicht* past. Laten
we geen rol dragen alleen omdat het mode is
maar alleen, wanneer het de charme van
onze persoonlijkheid verhoogt. En past de rol
niet bij ons dan is er een eindeloos aantal
variaties in het moderne kapsel waar we uit
kunnen kiezen, maar laten we kiezen.
MARYE
Meneer Koezijn kuierde veul. Tr Zou willen
zeggen: hij rentenierde opzichtig. Want altij
liep le langzaam, mee de handen op den rug
en X petje veul onwennig op z'n hoofd. Dat
hoofd was meer op 'n hoeike gebouwd. Waar
aan ik dat zien kost? "k Weet X eigens nle,
maar ik zag X duidelijk, 'n Pet mot ge kunnen
drógen! Anders ziet ge ’r altjj mee uit als 'nen
generaal-op-vacantie en da's m eesten tijen *n
onhandig gezicht.
Of amlco, hebt gij nog nooit, al was X maar
op X) krantprenteke. „den” Generaal gezien op
een of anderen landdag, mee z'n petje op? Dat
petje lee dan net op zoo'nen mensch z'n hoofd,
of X erop gewerld is uit de boomen, zonder dat
le X te weten is gekomen. En zóó vlas X ok mee
„meneer Koezijn”. Die z'n petje lag ok op
Zijnen kop als X stofdoekpropke .boven op 'n
heilig beeld, lest in de kerk. Toén had Krist
Stoffers X daar laten liggen. En later vertelde-
n-ie me: .JJré, daar ha Tc me nou gek naar ge
zocht, naar dieën stofdoek....!”
Maar genogt over Koezijn z'n pet. Laten we
liever 'ns onder de klep kijken! In z’n fiesele-
fasie.
X Was ’nen vijftiger, zoo te zien, misschien
’nen zestiger die er jonk uitzag. Ja ge waart
nóóit zeker van Hein de Krant, want hij was
'n bietjehoe zal ik dat nou zeggen...., "n
bietje „gladachtig”, .schuiverig", .glibberig'.
Glibberig, ja, da's X sjuuste woord. Z'n welge
dane, tevrejen kopke blonk veul. Veural als ie
lachte. Dan builden z’n wangeskes onder de
oogen en lachten mee. Lichte grijze oogen had
ie, mee Tien donkeren stip, sjuust als de duiven.
Wenkbraauwen was nie op gerekend, snor en
baard kwamen evenmin voor op den inventaris
van z'n signalement. Kinnen: 'n paar te veul
en daarom was z’n boordeke meestal gezoomd
mee 'n zwart-vet bieske. Ja hjj was weinig
trotsch op z'n kleeren. Nou is X 'n feit: de
meeste menschen zijn altjj maar trotsch op één
ding. D'n dichter op z’n versjes, dus poetst ie
nooit z'n schoenen. D’n soldaat op z’nen uni
form, dus poetst le veur den dichter mee! En
genéért z’n eigen veur versjes.
D'n politieker hee ok maar één ideaal: ’nen
Kamerzetel, 'n ideaal dat als 'n pioenroos in
Ondertusschen kulerde-n-ie mee de dikke
handjes op z’nen rug X durp rond; nauj veur den
burgemeester z'n petje af tot benejen z’nen
bulk, groette den veldwachter op z’n Fransch
en riep: „psjoer." sprak den Flelp, X raadslid
aan mee „waerde Beeckers",
„hallo, den Dré," salueerde
.zoo?" en meneer pastoor mee n
z'n pet en de woorden .middag pastoor", den
Blaauwe bleef le uit den weg en zoo had ie
veur iedereen 'n am part uitgekiend „beleefd
heid je" in petto.
Maar X gezag hield Ie in de gaten. Den bur
gemeester mee z'n petje, den veldwachter mee
sigaren, de raadslejen mee kameraadschappe-
lljkheld: „m’n waerde Beeckers!"
Iedereen hing ie den strot uit en niemand
zee 'm dat. HU was te glibberig om vast te
pakken.
Dat dee den Blaauwe dus!*
Op 'n Zondagmiddag zaten we in de „Gou
wen Koel" en de wacht was op den Blaauwe.
Hein Koezijn was ok present, stond schoone
verheden te vertellen over de meid van boer
Zusenzoo, die enzoovoortsnle veul moois,
maar Ti verhaal dat er in de kroeg Ingaat als
koek-mee-boterWe moesten X maar nle ver
der vertellen, Hein had X uit goeie bron enne.
veur boer Zusenzoo was X ok zoo lollig nle....!
„X Is n particuliere angelegeheid. zoo be
sloot Hein: „en wat heeft daer 71 ander eigen-
Ujk ze mond mee te spoelen.”
Ochja, Hein de Krant was „breed” van opvat
ting. Dus brocht ie veul terug tot de partlcu-
Uerltelt!
Z'n wangeskes builden. zYt kopke gloeide ros
sig. z'n dulvenoogskes glansden. HU was op z’n
vetst.
Daar kWam den Blaauwe binnen.
„Ochèrme. Hein, wat stade gU weer te 11e-
VOOR WITTE GARNEERING wordt dezen
zomer een buitengewone belangstelling aan
den dag gelegd. Of het nu een kraag of
ceintuur is, of aardige knoopen, smalle
witte biezen van piqué organdie of iets
dergelijks'. van zoo’n witte vondst kunnen
wij meestal dankbaar gebruik maken. Een
witte bies teekent een lichte lijn op het
donker van een simpel toiletje en accentu
eert den eenvoud van snit. Wij kunnen ze
aanbrengen langs revers en rokzoom en
heel even uit een slankmakende zijnaad
laten komen. Een witte hoed en als het niet
teveel wordt een witte bloem maken het
geheel tot een frisch voorjaarscomplet
■w y og niet zoolang geleden was het met
|\l gezondheidsleer meer speciaal hel
baden betreffend in ons Indlë treurig
gesteld.
Om een duidelüken kUk op de zaak te krUgen.
wil ik even aanhalen, wat een zekere Blok over
de Nederlanders uit den tijd van Jan de Will
schreef„Zelfs In de hoogste kringen In Hol
land had men zekeren afkeer van wasschen. ook
van handen en gelaat, die dagen lang buiten
aanraking met water bleven, geluk de bedekte
llchaamsdeelen dikwijls weken en maanden
lang: de onreinheid van het haar was zeer ge
woon en de vrouwen gaven in deze den mannen
niets toe."
Dat de gewoonte van baden onnationaal was
en dus door den Hollandschen burgerman niet
voetstoots van den Inlander werd overgenomen.
blUkt uit het volgende duidelijk genoeg; men
vond het zelfs ongezond. Zoo lees ik in het
werk „Priangan’J. van dr. F. de Haan. Lands-
archlvaris te Batavia, hoe een zekere Daalmans,
medicus van beroep, zich er op beroemde dat
hu gedurende de drie maanden, die hU in Indlé
doorbracht, zich slechts drie keer in zee ge-
wasschen had.
„TerwUI lek domplend doock in X soute peeckel-
nat” zoo zegt hU.
Dominé Valentjjn. die destUds in Ambon
woonde, deelt mede, dat de Hollanders zich wel
verschoonen. als middel tegen de warmte, doch
niet baden.
Baden was meer een llefhebberU van Sinjo's
en Nonnas, waarvan de laatsten vooral in de
zwemkunst zeer bedreven waren en zich dage-
ir die bebberf UUks er urenlang mede vermaakten.
Ochèrme. zoo veurnaam
Bra-
begost rap veul
mooie voeren uit z’nen trotschen steert te ver
liezen.
Want als wü iets hadden hooren verlulën, of
als er 'n gerucht gevezeld wlerd en niemand X
fUne ervan wist, dan zee er al rap énen: „vraag
ns aan Hein de Krant”. En dan lachten de
anderenEn als ge zo nen naam hebt, aml
co. den faam van „liegen of X gedrukt staat,”
dan kunt ge zoo deftig Hollandsch praten als
ge wilt, maar dan is oew rippetatle naar de
kullekes! En.... boe kwam X?
Hein KoezUn docht dat ie X nooit schoon ge
nogt vertellen kost, als le weer ’n nuuwke op
gedaan had.
Kwam ie van de stad en was ie daar teugen-
gekomen ’n stelleke smerige klnders, die mee
rooie, oranje en allerhanden sjerpen en rom
mel zich hadden opgetuigd en mee potdeksels
en vuilnisblikken .muziek” hadden verwekt,
dan vertelde-n-ie in Ülvenhout rond, dat er In
Breda X een of ander „Volksfeest" gevierd
werd.
Wks er wezenlUk iets gaande, maar ging
Hein de Krant er nle mee accoord om d' een of
andere duistere reden, dan zwéëg ie. wtst -de" B,“uwe- no« by deur:
van niks.
HU wist dus zelfs zwUgende te.... liegen!
Wierd ie op 'n leugen getrappeerd. dan trok le
z'n broek op. over zUnen buik, draaide ergens
'n geheime veer los, zoodat z’nen gladden kop
In lachplooien ging staan en dan wist ie aan
- I z'n leugen 'nen mouw te passep. die eiken
kleermaker 'm benUd zou hebben!
Hu bekeek de dingen en gebeurtenissen deur
n vergrootglas ofverkleinglas, al naar ge-
lang X in zUn kraam te pas kwam! En daar le
e z’n mondje, gezellig verscholen tusschen welge-
«etigehcltjes nogal vlot roeren kost, had
I lie altü ’n*bpanneke meesmuilende durpellngen
- om zich henen, die luisterden, zwegen, mal-
kaar aanstieten en weer wegdrentelden.
s Maar.... X gevaar bestónd toch, dat er altU
II 'n leugentje kr
zien we pas het grootste gedeelte
vrouwen zich aan het nieuwe wagen.
Maar de eerste vrouw hoe komt die er
aan? Wie lanceert dat? Het is met het kapsel
zoo gesteld, dat het altUd rekening moet hou
den met de heerschende mode. Deze kan zich
alle mogelUke vrUheden permitteeren en gril
lig als ze is, lanceert ze dan ook elk seizoen
Iets anders, hoewel er de laatste jaren wel een
vaste lUn in is te vinden. Zü tracht namelijk
steeds weer het accent op het vrouwelijke te
leggen, getuige de langere rokken, de wUdere
rokken, de pofmouwen enz. enz. Maar welke
richting ze ook in zou slaan het kapsel zou
haar op den voet moeten volgen. Het zou nooit
een eigen weg kunnen Inslaan het is de die
naresse van de mode, zoo goed als iedere ele
gante vrouw het is.
Op de groote internationale kapperscongres
sen waar de voornaamste kappers uit alle
landen tezamen komen, wordt geconfereerd
over het toekomstige kapsel van de vrouw.
Maar de heerschende geesten op deze congres
sen zjjn de modekunstenaars. ZIJ geven de
spheer aan. waarin zjj zich de moderne vrouw
denken zjj ontwerpen kleine dopjes heel
klein zelfs, zoo dat de heerschende haardracht
er heelemaal niet meer bjj past en dan pas.
als die kleine hoedjes er eenmaal zjjn, komt
het werk van den kapper.
En rekening houdende met den geest van de
modeartisten. rekening houdende met de mi
nimale hoofddekseltjes die zjj ontwierpen ont
werpen zjj de daarbij passende haardrachten.
En dan komen er voorstellen om de haren
zus op te maken en de haren zoo op te maken
om lokken zus op te krullen en om lokken zoo
op te krullen. En dan blijkt als van zelf, dat
een bepaald kapsel de algemeene voorkeur
verwerft, dat een bepaalde lijn ontwikkeld
wordt, zich aansluitende bjj de richting, die
de modekunstenaars yich indachten. Zoo ont
staan dan die kleine krulletjes, die zich om
een hoedje kunnen rangschikken als waren
ze hierbij onmisbaar zoo ontstaat dat ma
jestueuze diadeem-kapsel, dat met een avond
japon een geheel vormt van gratie en fier
heid, zöo wordt als door een onzichtbare
band de rol om het hoofd van de vrouw
gelegd, die haar het uiterlijk verleent van groo-
ter vrouwelijkheid dan we tot dusverre gewend
waren, maar die volkomen aansluit bij de heer
schende opvatting omtrent haar kleedlng.
En wie zijn dan de eerste vrouwen, die zich
onderwerpen aan de Ideëen van deze ontwer
pers? Het is typisch, maar een internationaal
georiënteerde kapper vertelde me, dat de Hol-
landsche vrouw in deze het minst inschikkelijk
Is. Waarom? Is het een kwestie van smaak -
is het een kwestie van hou en trouw; blijven aan
het eenmaal bestaande of is het een kwestls
van een te groote zelfstandigheid, een die
zich niet zoo gauw wil laten beïnvloeden door
wat een ander haar zegt te doen? Ik weet het
niet precies misschien is het wel een men
gelmoes van deze drie factoren, maar een feit
1 1
lade
idem
eens
trap
rede
adel
pels
„Dat magisch spel bevalt ons wel”
heeft men al eens doen weten. Nu: het
werd ditmaal nog wat sterker uitgedrukt,
zoodat we zelfs mochten vernemen van
„buitengewoon mooi" van „een genre,
dat men uniek vindt" enz. Met de beken
de invitaties, om „maar eens gauw weer met
zoo’n nummertje te komen." Er ligt al een
fjjn exemplaar gereed.
eerst even nagaan, wat we, uit het oogpunt der
voedingsleer beschouwd, van het ontbijt ver.
wachten.
Deze maaJtUd dam moet zoo ongeveer een
vierde deel bevatten van de hoeveelheid voed
sel. die we dagelijks noodig hebben: het warme
middagmaal vertegenwoordigt nl. de helft van
i.et dagrantsoen en de twee broodmaaltijden
verdeelen de tweede helft in die verhouding,
oat het ontbijt iets minder, het twaalfuurtje
iets meer toekomt.
Ik vertel U dit alles niet, om U aan het
tekenen te zetten en precies te gaan becijferen,
hoeveel van Iedere voedingsstof in elk van de
drie maaltijden moet worden gevonden. Ik noem
U zelfs niet de wetenschappelijk voorgestelde
hoeveelheden. eenvoudig omdat die voor ge
zonde 'personen (kinderen zoowel als volwas
senen) met een normalen eetlust vanzelf zul
len worden opgenomen in de portie voedsel, die
met diea normalen eetlust klopt.
Alleen dan moet het voedsel dat op tafel
kemt. ook zóó zijn gekozen, dat het de ver
schillende voedingsstoffen op een behoorlijke
«ijze naar voren brengt: in smakel(jken vorm,
niet te duur en zonder verwikkelingen wat de
t<>ebereiding betreft.
In dat opzicht is brood, een van onze voor,
raamste koolliydraad-bronnen, zeker een goe
de keus. Laat ik er echter bij opmerken, dat het
ongebuilde brood (tarwe- en rogge.) van meer
Leteekenls is dan het gebuilde wittebrood, dat
met de zemelen een belangrijke vitaminesoort
heeft moeten missen. Gaat verder de keus tus
schen water en melkbrood. dan zal het laatste
ipeclaal de voorkeur verdienen voor wie bij
het ontbijt geen melk drinkt of geen kaas ge.
bi uikt.
Het vet. dat In het brood slechts zeer schraal
vertegenwoordigd is, vullen we aan door bo
ter. het tweede onmisbare element in ons
Hollandsche ontbijt; en de bepaalde elwitsoor-
ten die in het brood gemist worden, treffen
we aan in den beker melk of karnemelk of
wel In het plakje kaas, dat de boterham be
dekt.
Eén leemte zou. volgens de moderne opvat
tingen. het ontbijt dan nog vertoonen, n.l. het
gebrek aan vruchten. Ojn daaraan zonder
groote kosten tegemoet te komen, kunnen
we de gesmeerde boterham beleggen met plak
jes appel, peer, banaan of tomaat, al
mate het seizoen deze vruchtensoorten
naar-
mee-
brengt. Ook wel kunnen een door midden ge
sneden vijg, (goed gewasschen!) een paar ont
pitte dadels of een paar in water geweekte ge
droogde pruimen of abrikozen op dezelfde wijze
dienst doen in den tijd, dat het versche fruit
schaarsch is en daardoor te duur zou worden.
En tenslotte kan de „vruchtenboterham" met
hetzelfde succes vervangen worden door een
even Vitaminenrijka .groenteboterhamwaar
bij radUsjes. sterrekers. geraspte rauwe wor
tel, fijngeschaafde ramenas of komkommer de
plaats innemen van de in plakjes gesneden
vruchten.
Dat daaraan voor de volwassenen zeker nog
het geijkte kopje thee mag worden toege
voegd. behoef ik wel niet te zeggen. Trouwens,
ook de 14 A 16-jarige kan gewoonlijk zonder
bezwaar dit „grootemenschengebruik volgen,
mits het niet in botsing komt met de goede
gewoonte van melkdrinken.
MARTINE WITTOP KONING.
aar komen ze ineens vandaan, die krans
"VA/ van krulletjes om het hoofd van de
vrouw of het hoog opgewerkte kap
sel, dat op een diadeem of een kroontje Hjkt.
Dit laatste misschien in verband met de kro
ningsfeesten in Engeland wie zal het
gen?
Wie kent den oorsprong van de rol, die ais
een aureool om het hoofd van de vrouw ligt?
Precies weet niemand het het gaat altUd zoo
met nouveautés op het gebied van de mode
dat een enkeling er mee begint. Zij beeft de
goedkeurende of afkeurende critiek van haar
zusteren te verdragen, maar zoo langzamerhand
blijft Zij toch niet meer de eenlge en tenslotte
als de voortvarende vrouw, die het eerst dit
nieuwe kapsel droeg alweer wat anders heeft
van de
Vele Nederlanders te Batavia, zegt Baldaeus.
zjjn gewoon 's morgens het hoofd en het geheele
lichaam met koud water te wasschen. doch hij
vindt het ongezond, ter oorzaak dat de puysten
en bloedtvinnen ende het „rootvonk" binnen
gejaagdt wordt."
Hier is vermoedelijk bedoeld de hinderlijke
huidaandoening, de z.g. roode hond, waarbij <ie
hu|d bezaaid wordt met keine roode verheven
heden, die sterk jeuken of soms heftig branden.
De Hollander staat in het algemeen wel be-'
kend als een vriend van het water, maar dit
gaat niet zoo goed op, als men daarbij du
lichaamsreinheid op het oog heeft.
Men spreekt dan ook wel van de ..hydropho
bia neerlandica" oftewel de Nederlandsche wa
tervrees.
De oud Indischman mist intusschen ook in
Holland niet gaarne zün badkamer.
Kenschetsend is een uitlating van Justus
Schouten, die in 1641 een deputatie uit Indlë
naar Malakka zond. Hij wees er op boe de Por-
De uitgeloofde prijzen vielen bij loting ten
deel aanW. A. Barnhoorn, Middentuindorp-
laan 18, Overveen, Th. Hoogeveen. Zwarteweg.
Breezand (N.H.); G. F. Korts. Hertshoorn-
straat 16. Arnhemmej. M. Lebeau. Boom-
straat S, Utrecht; L. Prins. Jan van Riebeek-
straat 1 III, Amsterdam-West; mevr. J. Ver
laat. Merenstraat 40. Hoorn.
.JEven pappie opbellen"