SCetwtfiaal' win den dag
De avonturen van Stan en Pol
LUCHTVERDEDIGINGSFONDS
F 250.-
MM
R.K.STMTSPARTU
DE GEHEIMZINNIGE
Hl KAMERS Hl
door sven elvestad
HET CHRISTENDOM i
I
Nieuwe gangen ontdekt
MJ verlies van een hand.
Ervaringen van een
zendeling
VOOR NATIONALE
VEILIGHEID
..to
i met
XIs
l een
maar
Verbetering van een
gedenkteeken
Gevangene van
den gletscher
'X
t
medewerker
van
-De Tyd"
met
Ze besloten dan ook het boek te verbergen, vlak by bet doel
Dan konden ze altyd, wanneer er iets moest
Ze
groeven
nogal klein, dus het werk vorderde veel tyd.
op dit blad zijn Ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen
III
SCHOTEN
er
te
.Dat geloof ik graag. U was zeker de eerste
er
worden opgezocht, het boek te voorschijn halen.
thans een kuiltje, waarin het boek werd verborgen. Ze waren
het gedeelte van de opleiding,
door dit fonds verzorgd wordt.
Om met de ons omringende landen, wat
de ontwikkeling van de luchtvaart betreft,
gelijken tred te houden, is zeer veel geld
noodig. De regeerlng steunt reeds op veel
gebied naar vermogen, doch hiernaast heeft
de burgerij ook een taak te vervullen. 1)
De Vereeniging voor Nationale Veiligheid
sprekend zullen eenige
betreffende lichamelijke
algemeene ontwikkeling
gesteld moeten worden.
103
133
123»/.
127%
114
116
gevraagi
plicht V
’ureau heeft
oen Ai die
wegens zijn
aangewezen
244*4
320
122
o30
st. zyn korten jovialen groet
minstens even harteiyk. De
i Berlijner te zyn, die zyn va
le bergen wilde doorbrengen,
pt hem meegekomen, zy had-
Toen hy de trap op wilde gaan, hoorde hy
iemand boven zich. Iemand, die misschien in
de deuropening zyn silhouet op de witte sneeuw
gezien had.
104
l«Vs
16'/»
2»
had.
waar
een
re
rzen Hedta
13
3i?4
Intuaschen was de maan opgekomen. Dat vonden beiden fyn,
want nu konden ae eens met de Maan overleggen wat ze
moesten doen. Die had al zooveel van de wereld gezien, dat ze
hun beet goeden raad zou kunnen geven. Ze vertelden daarom
alles wat ze samen hadden overlegd, aan hun vriendin daar
boven. Deze zette een ernstig gezicht.
,4e bent toch volkomen op de hoogte van de
indeeling van t huis éh de omgeving?" vroeg
hy. „Kan Ik van hieruit de slaapkamer van
Aakerholm zien?”
dokter stond op en trad op het venster
het niet mocht, en het eenige antwoord was:
„O." Het eenige wat ik doen kon, was hem te
zeggen, dat hy nu maar weg moest gaan, maar
hy zelde: „Neen, nog niet, u moet my eerst een
sigaar geven.” Ik beloofde hem dat, als hy maar
ging. Hetgeen hy ook deed met de woorden:
„Ik ga.” Dat was nu niet bepaald een bezoek,
dat uitblonk in beleefdheid; dat was nu eens
echt, wat men noemt onbeschaafd.
Zoo dacht Ik. Maar een paar jaar later was
Re tang Christen geworden. En toen herinnerde
ik hem nog eens aan zyn bezoek. Ja, daar
schaamde hy rich wel wat over, .maar,” zeide
hy openhartig, „dat was ook uw eigen schuld.”
„Myn eigen schuld?” ,4a, want toen u hier pas
op Soemba was, gedroeg u zich tegenover ons
ook vreeseiyk onbeleefd, zoodat ik dacht, dat
ik tegenover u doen kon wat ik wilde, omdat u
toch geen manieren kende.” „Kende ik geen
manieren?” „Neen, toen niet; dat zal ik u dui
delijk maken. Als u by ons op bezoek kwam, dan
bleef u soms staan, en ging hiet eens ritten om
wat te praten. Dat is vreeseiyk onbeleefd. Als u
wat te vertellen had, dan begon u maar dadelijk
en begon niet eerst eens over wat anders te pra
ten, maar viel zoo maar met de deur in huis.
Dat zyn geen manieren. Als wy u een kop koffie
gaven, dan begon u zoo maar te drinken, zon
der eerst te wachten, dat de gastheer begon en
u uitnoodlgde ook te drinken, dat was vreeselyk
gulzig. Als wy u een mandje met sirih-pinang
aanboden, dan nam u er niets van en u nam
het ook niet mee naar huis. Dat is een groote
beleediglng, net alsof u onze gaven versmaadt
en u te hoog acht voor wat wy aan u geven.'
En als u wegging, vroeg u niet eens permissie
om weg te gaan, u stond zoo maar op en zei,
dat u wegging. Daarom dachten wy: „die man
kent geen manieren, hy doet als een buffel,
daarom hindert het niet, hoe wy ons tegenover
hem gedragen, hy weet zelf niet eens, hoe hy
rich gedragen n»oet.”
Ik had niets te antwoorden.
(Ned. Chr. Persbureau)
Ds. P. J. Lambooy, Gereformeerd missionnalr
predikant te Pajetl op Soemba, schrijft in het
Zendingsblad het volgende mooie stukje:
„Retang, een Soembanees uit het binnenland,
een kennis uit de kampong, kwam my eens
opzoeken in myn kamertje, dat in de consisto
riekamer achter de kerk te Pajetl is.
Zonder kloppen kwam h^ binnen, met een
gericht alsof hy zeggen wilde: „dat had je nooit
gedacht, hè, dat ik je hier eens opzoeken zou.
Ben je niet erg biy?" Ik had hem in zyn huis
ook eenige malen bezocht en dat bezoek wilde
hy nu beantwoorden met een tegenbezoek. Ik
zat juist te werken aan een belangrijk stuk,
maar enfin, zoo iemand wegjagen gaat ook niet.
Zyn vieze, bemodderde hand stak hy uit, en
om hem niet te beleedigen. drukte Ik die maar,
ofschoon niet van harte. Zonder te vragen zette
hy zich op den gemakkelyksten stoel neer, en
spuwde het sirihpinang-vocht zoo maar op den
grond. Toen zette ik een leeg blikje naast hem,
maar consequent spuwde hy aan den anderen
kant van den stoel. Na een beetje geduldig dit
te hebben aangezien, wees ik hem op het blikje,
dat hy het overtollige mondvocht daar maar in
moest deponeeren. „O”, zei hy, „dat is ook goed,
ik dacht juist, ik Zal dat mooie blikje maar niet
vuil maken.”
zyn mlnd?r reine voeten trok hy op den stoel,
en ging ritten vragen, wat dit en wat dat was.
Hy zag een fleschje met lym en nam het om te
probeeren en stak het maar zonder te vragen in
zyn sirihtasch om mee te nemen. Ik bood hem
een strootje aan (de goedkoopste soort sigaret
ten van 10 voor een cent) en hy ledigde het
heele pakje maar in zyn sirihtasch en stak de
lucifers er maar by in. Ik vroeg hem wat hy
kwam doen, maar hy zei: „Ik kom niks doen”.
Nu dat was ook niet veel. Dan konden wy on
zen tyd beter gebruiken. Daarom vroeg ik hem
maar eens, of hy zich nog herinnerde wat ik ge
zegd had. - Waarop ik tot antwoord kreeg de
vraag of ik gek was, dat hy zich dat nog her
innerde. Metéén draaide hy rich om en ging
een plaat staan bekyken, een reclame-kalender.
Ineens scheurde hy er een bladzyde af om de
volgende ook te kunnen bekyken. Ik zelde, dat
In de bladen heeft men kunnen lezen, dat de
Koninklijke Vereeniging „Ons Leger” een op
roep het licht doen zien, waarin ejop aange
drongen wordt, gelden te storten, ten einde te
komen tot een verbetering van het houten ge
denkteeken op een graf, aan den driesprong na
bij het Paleis Soestdyk. Op 27 Juli a.s., zal het
n.l. hondervyftlg jaar geleden zyn. dat hier de
eenvoudige grenadier Christoffel Pullmann den
heldendood stierf. Pullmann was een 28-jarige
grenadier van de lyfcompagnie in het regiment
van den Prins van Hessen-Darmstadt. Hy boette
zyn daad van trouw aan zyn soldatenplicht met
het leven.
Weinig bekend is een medaille, welke enkele
Jaren na dit gebeuren geslagen werd, en waar
van wy hier een afbeelding geven. De keerzyde
dezer medaille vertoont het Provinciale
Utrechtsche wapen, omringd door een krans van
oranje en laurieren en het devies: „Concordia
res parvae crescunt”. rustende op een kapiteel,
waarvan een kleed afhangt, waarop de inscrip
tie.
502
227.
167*4
.34
,4a.”
„U bent X zeker geureest, die daar ook den
ouden heer op attent maakte.”
,4ulst.”
Krag bleef staan en legde zyn hand betee-
kenisvol op den schouder van den ander. Hoe
wel hy op ieder woord sterken nadruk legde,
zei hy toch op vertrouweiyken toon:
.Reken t nu liever maar ronduit, mri jonge
vriend. Er waren wel sporen in de sneeuw,
sporen die vanuit X paviljoen kwamen."
Bengt deed verbluft een stap terug en mom
pelde iets.
„Wat voor sporen bedoelt u?”
Krag antwoordde kalm:
,De uwe. meneer.Ja.uw voetsporen.”
„Wat, alle duivels! Myn sporen?”
Krag antwoordde niet direct, doch keek Bengt
lang en onderzoekend aan. Het was duldeiyk,
dat deze een hevige, inneriyke gemoedsaan
doening trachtte te verbergen. Toen brak Krag
opeens in een harteiyk en bevrydend lachen
uit.
„Natuuriyk,” zei hy, .moeten uw voetsporen
uit het paviljoen leiden. U bent er toch binnen
geweest. Hoe had u anders kunnen weten, dat
zich daar niemand bevond?”
Nu lachte ook Bengt. hoewel ‘n tikje gemaakt
En de belde heeren traden het slot binnen, zoo
opgewekt, alsof zy juist een grappig avontuur
beleefd hadden.
De vier heeren namen plaats in de woon
kamer van den ouden Aakerholm en in den loop
van den avond kreeg Krag hoe langer hoe meer
de overtuiging, dat Bengt iemand was met een
285
230*4
177
160
250*4
84
5%
die in ’t p/aviljoen kwam?”
,4a. maar er was niemand te vinden.”
.Rn hebt u ook direct opgemerkt, dat
geen voetsporen in de sneeuw waren?”
Asbjörn Krag deed *n stap terug, zoodat hy
aan de rugzyde gedekt werd door den muur.
Zoo bleef hy «pnbeweegiyk staan. Diepe duister
nis omgaf hem. Hy zag niets dan 'n blauwig
streepje reflexlicht van de sneeuw buiten, dat
door 'n reet onder de deur naar binnen vieL
Maar hy voelde, dat er een mensch in zyn
nabyheid was. Twee minuten verliepen, zonder
dat er iets gebeurde.
Opeens hoorde de detective een onderdrukt
lachje. Hy schrok hevig.
„Wat doet u zoo laat in den nacht nog buiten,
dokter?" vroeg de stem van den pleegzoon uit de
donkerte, vergezeld van ‘n grijnslach.
Zoodra Krag wist, wie de onbekende was. had
hy ook zyn koelbloedigheid en zelfbeheerschlng
weer terug.
■Deze vraag zult u zelf wel kunnen beant
woorden," zei hy.
Bengt stapte den detective voorby naar de
deur. Krag zag. dat hy nog steeds zyn jacht-
costuum droeg. Hy was dus nog niet naar bed
geweest Over zyn schouders hing een weitasch
aan een leeren riem. Onder den arm droeg hy
een geweer.
i was de uit-
>nd aan den
ngendyk, het
te Oudka».
heer C. ter
knaagde zelfs aan de muren van het oude huis,
dat hier en daar in zyn voegen kraakte.
Asbjörn Krag plees zich gelukkig, dat t zoo
donker was. Hy kroop voorzichtig langs den
muur, tot hy voor de drie kamers stond. Hy
ontdekte, dat de kelders onder deze kamers voor
opslagplaats dienden en gevuld waren met
kisten, vaten en andere emballage. De kamers
boven schenen* niet in gebruik te zyn. De
kamers van Aakerholm zyn dus met opzet zoo
eenzaam gehouden, dacht Krag. Hy hield zich
'n paar minuten heel stil en luisterde. Doch
hy vernam geen geluid. In een der hoeken van
den vleugel van het slot liep een yzeren buis
van X dak naar beneden. Krag probeerde er
tegen op te klauteren, doch X ging niet ge-
makkeiyk, hy gleed telkens weer naar beneden.
Hy begon opnieuw en met bovenmenscheiyke
krachtinspanning gelukte het hem, de ramen
van de eerste verdieping te bereiken.
Opeens hoorde hy een gedempten uitroep
of liever een doffen gil. Het klonk, alsof X ge
luid heel uit de verte kwam, of uit een afgrond.
Hy klemde zich vast aan de buis en luisterde.
Het gegil herhaalde zich. Er schoot hem 'n ge
dachte door X hoofd, die z’n hart sneller deed
kloppen. Het gegil kwam uit Aakerholm’s kamer
en het klonk hier bulten zoo gedempt, alsof
de muren met kussens behangen waren. Krag
luisterde met Ingehouden adem en weer vernam
hy het hulpgeschrei, doch nu nog zwakker:
.Daar heb je heflk weer.... jou duivel!"
Krag liet zich vllfc naar beneden glijden en
nam denzelfden weg. dien hy gekomen was.
maar nu in heel wat minder tyd.
1) Bijdragen kunnen worden gestort op de
girorekening van den Penningmeester Vereeni
ging voor Nationale Veiligheid, no 237177, Den
Haag.
g dochtertje
terwyi zy
iet ongeluk.
*k door <±r.
t kind haar
tad.
geruischloos ver-
hy kort tevoren
duizelingwekkend
diep donker gat. Voorzichtig was hy er naar
toe geloopen en er nog slechts enkele deci
meters van verwyderd. toen uit de diepte een
stem klonk, zoo vreemd en kort, dat ze als van
een berggeest was. Een oogenblik dreigde hy
zyn bezinning te verliezen, toen drong het tot
hem door, dat het de stem van zyn broer ge
weest was. Hy leefde dus nog. Hoe was dat mo-
gelijk? Vlug hadden ze overlegd wat hun te
doen stond, toen had hy zyn rugzak als een
herkennlngsteeken in de sneeuw neergelegd en
was naar het dorp gerend. In één stuk door,
drie uren achtereen, om hulp te halen.
..Hulp?" De assisteerende bergbewoner, die
met den knecht binnentrad, was het, die sprak:
.Als wy daar aankomen, is hy van kou om
gekomen." Vitos Mahler gaf hem in zyn hart
geiyk, maar zweeg. Enkele minuten later waren
ze op pad. In versneld marschtempo ging net.
Onderweg werden her en der nog wat mannen
gd, om mee te gaan helpen een droeven
té vervullen: het lyk van een veronge
lukte te bergen.
In het holst van den nacht werd de gletscher
bereikt. Zaklantaarns wierpen een flauw licht
vooruit en opzy, totdat de rugzak in den stra
lenbundel vieL
Vitos Mahler bond zich het touw om het
lichaam vast, dat vyf mannen voorzichtig lieten
vieren. Heel langzaam, maar zeker kroop hij
naar het gapende gat. dat een dooden man ge
vangen hield. Nauweiyks heeft hy het bereikt
en zyn lantaarn in de diepte laten schynen,
of duidelyk klonk van onder-ult een mensche-
lyke stem. Hy leefde dus nog. Ongelooflyk!
Meer dan zes uur zat hy nu al in dien yskou-
den gletscher-kelder en nog was hy by machte
geluid te geven. Zelfs het touw, dat Vitos liet
zakken, kon hy zich zelf ombinden.
Diep onder den Indruk, dat het hun mogeiyk
was iemand te redden, dien ze zeker dood waan
den, spanden zes lichamen zich tot het uiterste
in om den gletscher zijn prooi te ontrukken.
Achttien meter diep was de jongeman gevallen
en bovenhatuuriyke Inspanning was er toe noo
dle hem daaruit op te trekken.
Acht, wellicht negen meter was men gevor
derd, toen een dof gedreun, dat eenige seconden
aanhield, de nachteiyke stilte verscheurde. 'Een
oogenblik ontspanden zich de mannenlyven en
zes paar oogen keken angstig naar de gapende
kloof. Dan beseften zy wat daar, vlak by hen,
gebeurd was. De jongeman was by zyn val op
eèn sneeuwbrug terecht gekomen, op een diepte
van ongeveer achttien meter, zonder zich noe-
menswaardlg te bezeeren. Zes volle uren had
ze hem gedragen. Maar nu, enkele minuten na
dat ze was verlaten, stortte ze met een beang
stigend gerommel en bonken van dikke zware
stukken ys en sneeuw ineen. Een tunnel van
minstens negentig meter diepte was nu onder
den jongeman, die stevig aan een touw ben
gelde en binnen enkele minuten over den glet-
scherrand In veiligheid was.
Zonder een woord te zeggen, maar met een
handdruk die tot in de ziel ontroerde, drukten
de mannen elkaar de hand. Over den nachte-
lyken gletscher glinsterde zachtjes tooverachtig
maanlicht.
getrokken, dat ze steeds verder waren gegaan:
nu eens hier, dan weer daar namen ze een
plaatsje. Plotseling was zyn broer, die rechts
van hem geloopen
dwenen. Op de plek,
gestaan had. gaapte
my
merkwaardige menschen.”
Een bediende bracht de beide heeren naar de
logeerkamers op de tweede verdieping.
De dokter was doodmoe en legde zich direct
te bed. Asbjörn Krag echter was nog even
frisch en monter als altyd.
ligt aan gebrek en sparen van de vliegers,
dan aan gebrek aan vliegtuigen. Daarom
wordt in alle ons omringende landen ook
bijzondere aandacht besteed aan de oplei
ding van een groot aantal reserve-vllegers.
Vooral voor ons land is dit laatste van
groot belang. Door de uitbreiding van de
militaire luchtvaart, zoowel in ons land
als in Indië dreigt een tekort aan militaire
vliegers.
In de Tweede Kamer is dit onderwerp
reeds ter sprake gekomen en daarbij wees
de Minister er op dat een regeling in voor
bereiding is, opdat bjj mobilisatie dadelijk
kan worden beschikt over reeds ten deele
als militair vlieger geschikt personeel, dat
dus, na een korte aanvullende opleiding,
als verhooging van het aantal reserve-
vliegers zal beschikbaar komen voor het
uitbreiden van vliegdiensten en voor hèt
aanvullen van tijdelijke en blijvende ver
liezen.
Het zorgen voor een groot aantal reserve-
vllegers is dus een by uitstek nationaal
belang en daarom kunnen wy het streven
tot het instellen van een fonds om daaruit
financieelen steun te verleeneii by het
opleiden van reserve-vllegers zeer toe jui
chen en iedereen aansporen daaraan deel
te nemen, want daardoor wordt medege
werkt aan eigen verdediging, aan eigen
veiligheid tegen gevaren uit de lucht.
De Vereeniging voor Nationale Veiligheid
heeft gemeend zyn activiteit tot de inza
meling van gelden te moeten beperken en
de besteding aan een andere, meer des
kundige instantie te moeten overlaten.
Als voorzitter van het Luchtverdediglngs-
fonds zal optreden Ir. J. E. F. de Kok.
Wanneer een voldoende kapitaal bijeen-
gebracht zal zyn, stelt men zich voor steun
te verleenen aan een zoo groot mogelijk
aantal jongelieden, om zich een graad van
geoefendheid te verwerven, die tusschen
de eischen, gesteld aan het vllegbewys A
(sportbrevet) en het militaire brevet ligt.
Tevens zal aan deze personen de gelegen
heid geboden worden om gedurende een
nader te bepalen aantal uren ’s jaars, hun
vliegvaardlgheid te onderhouden. Vanzelf-
toelatingseischen
geschiktheid en
aan candldaten
alsmede een be
reidverklaring, verband houdende met het
doel.
Samenwerking is reeds verkregen
andere luchtvaartfondsen die eenzelfde doel
beoogen, zoo o.a. met het „Fokkerfonds”.
Waar het Fokkerfonds tot brevet A opleidt,
zal het Luchtverdedigingsfonds de voort
gezette opleiding verzorgen, terwijl tevens
een onderlinge financleele regeling getrof
fen is, om het Fokkerfonds uit het Lucht
verdedigingsfonds steun te verleenen voor
hetwelk
zeer onsympathiek karakter. Hy trachtte vooral
door zyn spreken een intellectueelen indruk te
maken, en maakte meer dan noodig was ge
bruik van vreemde uitdrukkingen en woorden.
Hy was van ’n robuste gestalte, en om den
indruk van brute kracht te versterken, droeg hy
de haren, wild en slordig.
De oude heer daarentegen beviel Krag uit
stekend en de detective had werkelyk medeiyden
met hem. zyn opwinding was nog niet tot be
daren gekomen, doch hy sprak by na geen
woord.
„Beste papa,” zei Bengt, ,Jk geloof dat we X
beste doen, als we rustig gaan slapen. Ik voel
er tenminste veel voor. En u weet toch, dat ik
steeds X beste met u voor heb.”
Hy deed, alsof hy volkomen kalm was, doch
zyn oogen dwaalden onrustig rond, en toen hy
even later de kamer verliet, dreunde het huls,
met zulk een kracht wierp hy de deur achter
zich dicht
Ook Aakerholm begaf zich nu te bed.
Nu hy weg was, zei de dokter:
„Nu stapt hy door zyn drie kamers, waar
niemand hem mag volgen. Wat denk je van
deze historie?”
De detective antwoordde:
,Jk geloof, dat zyn dagen geteld zyn. U hebt
In een merkwaardig oord gebracht met
ATT T? A DMKTIVTE’ ,C! °p bIad z^n toKé’olRe de verzekeringsvoorwaarden tegen p *7^0 M b|J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p *7^0 bW een ongeval met
XX .p, XV TaI_JI xl 111 Ft o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen AAK/» verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen WAZo doodeUjken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN U1TERL1JK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
beslqlt haar oproep tot steun met de vol
gende woorden:
„Wy vertrouwen er dan ook op, dat na
rustige en ernstige overwegingen vele
landgenooten hun nationalen plicht zullen
verstaan en door een bydrage zullen too-
nen een extra-offer te willen brengen als
het er om gaat, in dezen verdwaasden
tyd op te komen voor «het behoud van onze
schoonste nationale goederen, voor het
behoud van onze zelfstandigheid.”
Then Stan en Pol haar vertelden, dat ze nu ook eens de
kinderen wilden helpen, klaarde haar gezicht op. Dat was een
prachtig idee en ze" Wist wel eenige kindertjes die best wat
hulp konden gebruiken. Dat vond de maan best^ Ze wilde hen
graag eens in de kamertjes laten kyken. waar de kindertjes
sliepen.
De militaire
schrijft:
■w T et behoort tot de taak van den ml-
I—I litairen medewerker de lezers op de
hoogte te houden van alle byzon-
derheden betrekking hebbende op de weer
macht, te wyzen op tekortkomingen en de
daarvoor noodig geachte verbeteringen aan
te geven, doch tevens te wyzen op geluk
kige omstandigheden, die biyk geven van
vermeerderde belangstelling in onze weer
macht. Dan is het onze taak dezen meer be
kendheid te geven by onze lezers, de plan
nen die het gevolg zyn van deze meerdere
belangstelling aan te moedigen en de lezers
te bewegen daaraan ieder naar zyn ver
mogen mede te werken.
De vereeniging voor Nationale Veiligheid,
die opgericht is 20 October 1934, heeft tot
doel: „de ontwikkeling der nationale krach
ten, die dienstbaar gemaakt kunnen worden
aan de verhooging der nationale en in
verband daarmede der internationale vei
ligheid. zy beoogt een geest van weerbaar
heid vaardig te doen worden en de mili
taire weerkracht te verhoogen.”
De vereeniging tracht dit doel te bereiken
door het houden van vergaderingen, het
uiteenden,van redevoeringen, lezingen enz.,
het uitgeven of doen verschynen van ge
schriften, artikelen in tijdschriften en
bladen, kortom door alferlei middelen
voorlichting te geven op militair en mari
tiem gebied, teneinde aan ieder Nederlan
der duidelyk te maken dat Nederland, als
het noodig is, in staat is om voor de ver
dediging van zyn zelfstandigheid ook met
terdaad op te komen.
De vereeniging wenscht thans verder te
gaan, nJ. „door de landgenooten op te wek
ken tot het brengen van vrywillige offers
ter verhooging van de nationale veiligheid."
Na rijp beraad werd toen besloten tot de
stichting van een Luchtverdedigingsfonds
over te gaan, omdat de vereeniging daar
door niet slechts symbolisch, maar ook
daadwerkeiyk ter ondersteuning van de
defensie-belangen werkzaam kan zyn, zon
der te treden op het terrein van de Over
heid.
Het Luchtverdedigingsfonds heeft aller
eerst ten doel, om personen die zelf niet
over de noodige middelen beschikken, fi
nancieelen steun te verleenen, zoodat zy
op nader vast te stellen voorwaarden hun
vliegbreyet kunnen behalen. De opleiding
van militaire vliegers valt niet hieronder,
de bedoeling is een zoo groot mogeUjk aan
tal reserve-vliegers op te leiden, omdat in
verband met de ontwikkeling van het
luchtwapen in geval van nood vele reserve-
krachten aanwezig zullen moeten zyn.
Door deze vooropleiding zal het mogelijk
zyn dat by mobilisatie in korten tyd na
een korte militaire aanvullende opleiding,
kan worden beschikt over de benoodigde
militaire vliegers.
Het is een gelukkige gedachte dat juist
deze vorm van daadwerkeiyke medewer
king aan de defensie-belangen door de
Vereeniging voor Nationale Veiligheid is
gekozen. Indien er één element in de na
tionale veiligheid van groot belang is voor
de burgerbevolking, dan is het wel de ver
dediging van die bevolking tegen aanval
len uit de lucht. Elk deel van het land is
door vliegtuigen te bereiken, overal bestaat
het gevaar dat door vyandehjke vliegtuigen
bommen worden af ge worpen, hetzy op
zettelijk, hetzij onopzettelijk. leden, Neder
lander, waar hy ook woont, heeft belang
by een goed georganiseerde en krachtige
luchtverdediging. Wij wezen er reeds eerder
op dat voor een goede luchtverdediging sa
menwerking noodig is van luchtvaart,
luchtdoel-artillerie en mitrailleurs, zoek
lichten, luchtwachtdienst en luchtbescher-
ming.i Voor de luchtvaart zyn noodig:
vliegtuigen, vliegers en verder personeel
en materieel.
Een luchtvaart zonder goed geoefende,
ervaren en voldoende vliegers komt niet
tot zyn recht en kan de opgedragen taak
niet vervullen. Vliegtuigen kunnen in kor
ten tyd worden aangemaakt of gekocht,
doch het opleiden van goede vliegers kost
veel tyd. De ervaring leert dan ook dat in
tyden van geringe vliegactie dit veel meer
Onder de bekende ruïne van het Kasteel van
Valkenburg rijn, zooals reeds gemeld, een aan
tal vluchtgangen ontdekt. Hierdoor is het mt>-
geUjk. dat men vanaf de ruïne in de bekende
Fluweelen Grot kan komen onder den Dalhe-
merweg door. Een nieuwe attractie derhalve
voor Valkenburg, die onwillekeurig indruk zal
maken op vreemdelingen zoowel als Inhemera
Duidelyk komt hier aan den dag wat een
geweldig werk het voor onze voorzaten moet
geweest zijn, om dergelyke gangen in de mer-
gelrotsen uit te houwen.
Dwalende trappen af, trappen op, komt men
by de Fluweelen Grot, waar de gids zyn scher
pe carbid-lamp op den koepel richt, teneinde
dit majestueuze gewelf tot zyn volle recht te
doen komen.
Verder gaat het langs voorwereldiyke ge
drochten, typische teekeningen, zoowel histori
sche als caricaturen en komt ten slotte uit in
de fraaie historische kapel van wijlen pastoor
v. Wildershoven uit de Fransche revolutie.
De
toe.
„Kyk daar,” zei hy en wees naar guiten. ,Rle
je de vensters, die de eerste verdieping van den
zygevel afsluiten? Dat zyn z’n drie kamers.”
Het laatste venster was verlicht Plotseling
werd ook daar X licht uitgedoofd.
„Nu stapt Aakerholm in ïn bed,” meende
Krag. Daarna wendde hy zich weer tot den
dokter:
,J4u zou je me nog één dienst moesten bewy-
zen. vóór je gaat slapen," zei hy.
.Met pleizler, als X tenminste mogeiyk is.”
,4e moet den hond binnenhalen."
Krag wees naar beneden in X park, waar een
koolzwarte schaduw heen en weer liep.
„Waarom?"
„Het is noodzakeiyk.”
De dokter ging.
Eenige minuten later hoorde Krag van onder
zyn venster een zacht gegrom. Dan was alles
stil. Het dier had den dokter als een vriend des
huizes herkend. Spoedig trad de dokter, ver
kleumd van kou weer binnen, biy, dat hy onder
de warme dekens kon kruipen.
Krag wachtte nog *n half uur, tot hy voor
geen enkel venster meer licht zag.
Hy sloop de trappen af, deed een deur van
X nachtslot en bevond zich buiten. Met volle
teugen ademde hy de koude lucht in. Het was
windstil. De koude beet hem In de ooien en
van hun tocht.
nog met hem gesproken. Helpt u hem alsje
blieft!”
Zonder naar verdere byzonderheden te vra
gen, nam Vitos Mahler zyn maatregelen. Een
knecht snelde naar den dichtbywonende om
hulp te halen, terwyi Vltos zelf zich reisvaardig
maakte en zyn reddingsmiddelen aan een nauw
keurige inspectie onderwierp. Ondertusschen
was de bezoeker weer wat op verhaal gekomen
en vertelde de gebeurtenissen van dien dag,
welke zoo n tragisch einde gevonden hadden.
Het hceriyke weer en de witte, zacht-glanzende
sneeuw hadden zyn broer en hem zoo betoo-
vérd, dat zy. Vltos’ waarschuwing ten spyt. toch
op pad waren
gegaan.
De machtige
st eengevaarten.
door zonlicht hel
bestraald. had
den hun fotogra
fenharten zoo
yitos Mahler kwam niet uitgesproken over
het avontuur, dat hem van eén welver-
diende nachtrust beroofd, maar een er
varing ryker gemaakt had. Vitos kon, evenals
alle bergbewoners, met eenvoudige, maar diep-
doorvoelde Woorden spreken over de Alpen. Het
liefst placht hy ze te vergelyken met een be-
minnenswaardige vrouw. Ze kunnen intens ge
luk en zielerust schenken, maar ook erbarmeiyk
onbarmhartig zyn. Menig toerist, die in Jeug
digen overmoed of onwetendheid ze lichtzinnig
benaderde, moest deze vermetele daad met
zyn jong leven betalen. Hoeveel malen on
telbaar moesten ze wel zyn was Vltos Mahler
er by dag en onty niet met zyn dorpsbewoners
op uitgetrokken, om te trachten zoo’n veronge
lukten vacantleganger te redden? Maar meestal
was het met een dood lichaam, dat ze weer
keerden.
Een paar dagen geleden, terwyi Vltos rond
het middaguur voor zyn huisje een pyp rookte,
was een toerist op hem toegekomen. Aan zyn
manier van doen zag Vltos, dat hy meer in de
bergen was ge«(
beantwoordde V
bezoeker bleek e
cantie weer in
zyn broer was
den zich al met de gedachte verzoend, dat er
van groote tochten wel geen sprake zou kunnen
zyn, maar wilden den tyd korten met fotogra-
feeren. En nu wilde de bezoeker van Vltos graag
weten of dit niet een al te gevaariyke ondeme-
ming was. zóó tegen het hartje van den winter.
Met de rondborstige eeriykheid van den berg-
bewoner was Vltos’ prompte antwoord
doet wat u doet, maar laat u de bergen
rust, daar valt nu niet mee te spotten,
levensgevaarlijk. X Beteekent voor u wel
heele misrekening, wat ik u gezegd heb, i
ik kan er ook niets aan veranderen."
Vriendeiyk dankend voor deze waarschuwing,
waaraan hy beloofde zich te zullen houden, ver
liet de Jongeman Vitos Mahler en zocht zyn
hotel weer op. De teleurstelling was hem van
het gezicht te lezen.
Den volgenden dag was het helder en zonnig
weer, maar vinnig koud. De thermometer was
bykans twintig graden onder nul. Voor Vitoe
Mahler verliep ook deze dag als andere lang
zaam en rustig. Toen de avond viel, maakte hy
het zich in de huiskamer gemakkeiyk, pookte
'het vuur nog eens flink op en rookte pUp na
pyp. Eensklaps richtte hy zich op. XWas of hy
haastige voetstappen hoorde. Harde vuistslagen
bomden op de deur, die oogenbllkkeiyk daarop
opengegooid werd. De bezoeker van gisteren
stond eensklaps voor hem, zwaar hygend, nat-
bezweet en lykbleek.
,MUn broer Is in een diepe gletscherspleet
gevallen. Hy leeft nog, want na den val heb ik
4
.Maar ik zal myn vader tori» wel beter ken
nen dan u, die hem nauweiyks feezien hebt. En
ik ben er vast van overtuigd, dat X niets is dan
inbeelding. Juist zooals den eersten keer, toen hy
ook beweerde, dat Iemand hem wilde aan
vallen.”
„Was de oude heer erg opgewonden, toen hy
vanavond X huis binnenrende en zei, dat
iemand op hem geschoten had?”
„X Is eenvoudig niet onder woorden
brengen."
.Maar dah kan ik me uw houding niet ver
klaren. Inplaats van hals over kop naar X
paviljoen te hollen, had u toch beter gedaan,
met eerst uw vader wat te kalmeeren.”
Bengt keek hem verrast aan.
,Jk weet zelf wel. wat ik te doen heb,” merkte
hy uit de hoogte op.
sS;. !S
10