SCetwtfiaal' win den dag De avonturen van Stan en Pol LUCHTVERDEDIGINGSFONDS F 250.- MM R.K.STMTSPARTU DE GEHEIMZINNIGE Hl KAMERS Hl door sven elvestad HET CHRISTENDOM i I Nieuwe gangen ontdekt MJ verlies van een hand. Ervaringen van een zendeling VOOR NATIONALE VEILIGHEID ..to i met XIs l een maar Verbetering van een gedenkteeken Gevangene van den gletscher 'X t medewerker van -De Tyd" met Ze besloten dan ook het boek te verbergen, vlak by bet doel Dan konden ze altyd, wanneer er iets moest Ze groeven nogal klein, dus het werk vorderde veel tyd. op dit blad zijn Ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen III SCHOTEN er te .Dat geloof ik graag. U was zeker de eerste er worden opgezocht, het boek te voorschijn halen. thans een kuiltje, waarin het boek werd verborgen. Ze waren het gedeelte van de opleiding, door dit fonds verzorgd wordt. Om met de ons omringende landen, wat de ontwikkeling van de luchtvaart betreft, gelijken tred te houden, is zeer veel geld noodig. De regeerlng steunt reeds op veel gebied naar vermogen, doch hiernaast heeft de burgerij ook een taak te vervullen. 1) De Vereeniging voor Nationale Veiligheid sprekend zullen eenige betreffende lichamelijke algemeene ontwikkeling gesteld moeten worden. 103 133 123»/. 127% 114 116 gevraagi plicht V ’ureau heeft oen Ai die wegens zijn aangewezen 244*4 320 122 o30 st. zyn korten jovialen groet minstens even harteiyk. De i Berlijner te zyn, die zyn va le bergen wilde doorbrengen, pt hem meegekomen, zy had- Toen hy de trap op wilde gaan, hoorde hy iemand boven zich. Iemand, die misschien in de deuropening zyn silhouet op de witte sneeuw gezien had. 104 l«Vs 16'/» 2» had. waar een re rzen Hedta 13 3i?4 Intuaschen was de maan opgekomen. Dat vonden beiden fyn, want nu konden ae eens met de Maan overleggen wat ze moesten doen. Die had al zooveel van de wereld gezien, dat ze hun beet goeden raad zou kunnen geven. Ze vertelden daarom alles wat ze samen hadden overlegd, aan hun vriendin daar boven. Deze zette een ernstig gezicht. ,4e bent toch volkomen op de hoogte van de indeeling van t huis éh de omgeving?" vroeg hy. „Kan Ik van hieruit de slaapkamer van Aakerholm zien?” dokter stond op en trad op het venster het niet mocht, en het eenige antwoord was: „O." Het eenige wat ik doen kon, was hem te zeggen, dat hy nu maar weg moest gaan, maar hy zelde: „Neen, nog niet, u moet my eerst een sigaar geven.” Ik beloofde hem dat, als hy maar ging. Hetgeen hy ook deed met de woorden: „Ik ga.” Dat was nu niet bepaald een bezoek, dat uitblonk in beleefdheid; dat was nu eens echt, wat men noemt onbeschaafd. Zoo dacht Ik. Maar een paar jaar later was Re tang Christen geworden. En toen herinnerde ik hem nog eens aan zyn bezoek. Ja, daar schaamde hy rich wel wat over, .maar,” zeide hy openhartig, „dat was ook uw eigen schuld.” „Myn eigen schuld?” ,4a, want toen u hier pas op Soemba was, gedroeg u zich tegenover ons ook vreeseiyk onbeleefd, zoodat ik dacht, dat ik tegenover u doen kon wat ik wilde, omdat u toch geen manieren kende.” „Kende ik geen manieren?” „Neen, toen niet; dat zal ik u dui delijk maken. Als u by ons op bezoek kwam, dan bleef u soms staan, en ging hiet eens ritten om wat te praten. Dat is vreeseiyk onbeleefd. Als u wat te vertellen had, dan begon u maar dadelijk en begon niet eerst eens over wat anders te pra ten, maar viel zoo maar met de deur in huis. Dat zyn geen manieren. Als wy u een kop koffie gaven, dan begon u zoo maar te drinken, zon der eerst te wachten, dat de gastheer begon en u uitnoodlgde ook te drinken, dat was vreeselyk gulzig. Als wy u een mandje met sirih-pinang aanboden, dan nam u er niets van en u nam het ook niet mee naar huis. Dat is een groote beleediglng, net alsof u onze gaven versmaadt en u te hoog acht voor wat wy aan u geven.' En als u wegging, vroeg u niet eens permissie om weg te gaan, u stond zoo maar op en zei, dat u wegging. Daarom dachten wy: „die man kent geen manieren, hy doet als een buffel, daarom hindert het niet, hoe wy ons tegenover hem gedragen, hy weet zelf niet eens, hoe hy rich gedragen n»oet.” Ik had niets te antwoorden. (Ned. Chr. Persbureau) Ds. P. J. Lambooy, Gereformeerd missionnalr predikant te Pajetl op Soemba, schrijft in het Zendingsblad het volgende mooie stukje: „Retang, een Soembanees uit het binnenland, een kennis uit de kampong, kwam my eens opzoeken in myn kamertje, dat in de consisto riekamer achter de kerk te Pajetl is. Zonder kloppen kwam h^ binnen, met een gericht alsof hy zeggen wilde: „dat had je nooit gedacht, hè, dat ik je hier eens opzoeken zou. Ben je niet erg biy?" Ik had hem in zyn huis ook eenige malen bezocht en dat bezoek wilde hy nu beantwoorden met een tegenbezoek. Ik zat juist te werken aan een belangrijk stuk, maar enfin, zoo iemand wegjagen gaat ook niet. Zyn vieze, bemodderde hand stak hy uit, en om hem niet te beleedigen. drukte Ik die maar, ofschoon niet van harte. Zonder te vragen zette hy zich op den gemakkelyksten stoel neer, en spuwde het sirihpinang-vocht zoo maar op den grond. Toen zette ik een leeg blikje naast hem, maar consequent spuwde hy aan den anderen kant van den stoel. Na een beetje geduldig dit te hebben aangezien, wees ik hem op het blikje, dat hy het overtollige mondvocht daar maar in moest deponeeren. „O”, zei hy, „dat is ook goed, ik dacht juist, ik Zal dat mooie blikje maar niet vuil maken.” zyn mlnd?r reine voeten trok hy op den stoel, en ging ritten vragen, wat dit en wat dat was. Hy zag een fleschje met lym en nam het om te probeeren en stak het maar zonder te vragen in zyn sirihtasch om mee te nemen. Ik bood hem een strootje aan (de goedkoopste soort sigaret ten van 10 voor een cent) en hy ledigde het heele pakje maar in zyn sirihtasch en stak de lucifers er maar by in. Ik vroeg hem wat hy kwam doen, maar hy zei: „Ik kom niks doen”. Nu dat was ook niet veel. Dan konden wy on zen tyd beter gebruiken. Daarom vroeg ik hem maar eens, of hy zich nog herinnerde wat ik ge zegd had. - Waarop ik tot antwoord kreeg de vraag of ik gek was, dat hy zich dat nog her innerde. Metéén draaide hy rich om en ging een plaat staan bekyken, een reclame-kalender. Ineens scheurde hy er een bladzyde af om de volgende ook te kunnen bekyken. Ik zelde, dat In de bladen heeft men kunnen lezen, dat de Koninklijke Vereeniging „Ons Leger” een op roep het licht doen zien, waarin ejop aange drongen wordt, gelden te storten, ten einde te komen tot een verbetering van het houten ge denkteeken op een graf, aan den driesprong na bij het Paleis Soestdyk. Op 27 Juli a.s., zal het n.l. hondervyftlg jaar geleden zyn. dat hier de eenvoudige grenadier Christoffel Pullmann den heldendood stierf. Pullmann was een 28-jarige grenadier van de lyfcompagnie in het regiment van den Prins van Hessen-Darmstadt. Hy boette zyn daad van trouw aan zyn soldatenplicht met het leven. Weinig bekend is een medaille, welke enkele Jaren na dit gebeuren geslagen werd, en waar van wy hier een afbeelding geven. De keerzyde dezer medaille vertoont het Provinciale Utrechtsche wapen, omringd door een krans van oranje en laurieren en het devies: „Concordia res parvae crescunt”. rustende op een kapiteel, waarvan een kleed afhangt, waarop de inscrip tie. 502 227. 167*4 .34 ,4a.” „U bent X zeker geureest, die daar ook den ouden heer op attent maakte.” ,4ulst.” Krag bleef staan en legde zyn hand betee- kenisvol op den schouder van den ander. Hoe wel hy op ieder woord sterken nadruk legde, zei hy toch op vertrouweiyken toon: .Reken t nu liever maar ronduit, mri jonge vriend. Er waren wel sporen in de sneeuw, sporen die vanuit X paviljoen kwamen." Bengt deed verbluft een stap terug en mom pelde iets. „Wat voor sporen bedoelt u?” Krag antwoordde kalm: ,De uwe. meneer.Ja.uw voetsporen.” „Wat, alle duivels! Myn sporen?” Krag antwoordde niet direct, doch keek Bengt lang en onderzoekend aan. Het was duldeiyk, dat deze een hevige, inneriyke gemoedsaan doening trachtte te verbergen. Toen brak Krag opeens in een harteiyk en bevrydend lachen uit. „Natuuriyk,” zei hy, .moeten uw voetsporen uit het paviljoen leiden. U bent er toch binnen geweest. Hoe had u anders kunnen weten, dat zich daar niemand bevond?” Nu lachte ook Bengt. hoewel ‘n tikje gemaakt En de belde heeren traden het slot binnen, zoo opgewekt, alsof zy juist een grappig avontuur beleefd hadden. De vier heeren namen plaats in de woon kamer van den ouden Aakerholm en in den loop van den avond kreeg Krag hoe langer hoe meer de overtuiging, dat Bengt iemand was met een 285 230*4 177 160 250*4 84 5% die in ’t p/aviljoen kwam?” ,4a. maar er was niemand te vinden.” .Rn hebt u ook direct opgemerkt, dat geen voetsporen in de sneeuw waren?” Asbjörn Krag deed *n stap terug, zoodat hy aan de rugzyde gedekt werd door den muur. Zoo bleef hy «pnbeweegiyk staan. Diepe duister nis omgaf hem. Hy zag niets dan 'n blauwig streepje reflexlicht van de sneeuw buiten, dat door 'n reet onder de deur naar binnen vieL Maar hy voelde, dat er een mensch in zyn nabyheid was. Twee minuten verliepen, zonder dat er iets gebeurde. Opeens hoorde de detective een onderdrukt lachje. Hy schrok hevig. „Wat doet u zoo laat in den nacht nog buiten, dokter?" vroeg de stem van den pleegzoon uit de donkerte, vergezeld van ‘n grijnslach. Zoodra Krag wist, wie de onbekende was. had hy ook zyn koelbloedigheid en zelfbeheerschlng weer terug. ■Deze vraag zult u zelf wel kunnen beant woorden," zei hy. Bengt stapte den detective voorby naar de deur. Krag zag. dat hy nog steeds zyn jacht- costuum droeg. Hy was dus nog niet naar bed geweest Over zyn schouders hing een weitasch aan een leeren riem. Onder den arm droeg hy een geweer. i was de uit- >nd aan den ngendyk, het te Oudka». heer C. ter knaagde zelfs aan de muren van het oude huis, dat hier en daar in zyn voegen kraakte. Asbjörn Krag plees zich gelukkig, dat t zoo donker was. Hy kroop voorzichtig langs den muur, tot hy voor de drie kamers stond. Hy ontdekte, dat de kelders onder deze kamers voor opslagplaats dienden en gevuld waren met kisten, vaten en andere emballage. De kamers boven schenen* niet in gebruik te zyn. De kamers van Aakerholm zyn dus met opzet zoo eenzaam gehouden, dacht Krag. Hy hield zich 'n paar minuten heel stil en luisterde. Doch hy vernam geen geluid. In een der hoeken van den vleugel van het slot liep een yzeren buis van X dak naar beneden. Krag probeerde er tegen op te klauteren, doch X ging niet ge- makkeiyk, hy gleed telkens weer naar beneden. Hy begon opnieuw en met bovenmenscheiyke krachtinspanning gelukte het hem, de ramen van de eerste verdieping te bereiken. Opeens hoorde hy een gedempten uitroep of liever een doffen gil. Het klonk, alsof X ge luid heel uit de verte kwam, of uit een afgrond. Hy klemde zich vast aan de buis en luisterde. Het gegil herhaalde zich. Er schoot hem 'n ge dachte door X hoofd, die z’n hart sneller deed kloppen. Het gegil kwam uit Aakerholm’s kamer en het klonk hier bulten zoo gedempt, alsof de muren met kussens behangen waren. Krag luisterde met Ingehouden adem en weer vernam hy het hulpgeschrei, doch nu nog zwakker: .Daar heb je heflk weer.... jou duivel!" Krag liet zich vllfc naar beneden glijden en nam denzelfden weg. dien hy gekomen was. maar nu in heel wat minder tyd. 1) Bijdragen kunnen worden gestort op de girorekening van den Penningmeester Vereeni ging voor Nationale Veiligheid, no 237177, Den Haag. g dochtertje terwyi zy iet ongeluk. *k door <±r. t kind haar tad. geruischloos ver- hy kort tevoren duizelingwekkend diep donker gat. Voorzichtig was hy er naar toe geloopen en er nog slechts enkele deci meters van verwyderd. toen uit de diepte een stem klonk, zoo vreemd en kort, dat ze als van een berggeest was. Een oogenblik dreigde hy zyn bezinning te verliezen, toen drong het tot hem door, dat het de stem van zyn broer ge weest was. Hy leefde dus nog. Hoe was dat mo- gelijk? Vlug hadden ze overlegd wat hun te doen stond, toen had hy zyn rugzak als een herkennlngsteeken in de sneeuw neergelegd en was naar het dorp gerend. In één stuk door, drie uren achtereen, om hulp te halen. ..Hulp?" De assisteerende bergbewoner, die met den knecht binnentrad, was het, die sprak: .Als wy daar aankomen, is hy van kou om gekomen." Vitos Mahler gaf hem in zyn hart geiyk, maar zweeg. Enkele minuten later waren ze op pad. In versneld marschtempo ging net. Onderweg werden her en der nog wat mannen gd, om mee te gaan helpen een droeven té vervullen: het lyk van een veronge lukte te bergen. In het holst van den nacht werd de gletscher bereikt. Zaklantaarns wierpen een flauw licht vooruit en opzy, totdat de rugzak in den stra lenbundel vieL Vitos Mahler bond zich het touw om het lichaam vast, dat vyf mannen voorzichtig lieten vieren. Heel langzaam, maar zeker kroop hij naar het gapende gat. dat een dooden man ge vangen hield. Nauweiyks heeft hy het bereikt en zyn lantaarn in de diepte laten schynen, of duidelyk klonk van onder-ult een mensche- lyke stem. Hy leefde dus nog. Ongelooflyk! Meer dan zes uur zat hy nu al in dien yskou- den gletscher-kelder en nog was hy by machte geluid te geven. Zelfs het touw, dat Vitos liet zakken, kon hy zich zelf ombinden. Diep onder den Indruk, dat het hun mogeiyk was iemand te redden, dien ze zeker dood waan den, spanden zes lichamen zich tot het uiterste in om den gletscher zijn prooi te ontrukken. Achttien meter diep was de jongeman gevallen en bovenhatuuriyke Inspanning was er toe noo dle hem daaruit op te trekken. Acht, wellicht negen meter was men gevor derd, toen een dof gedreun, dat eenige seconden aanhield, de nachteiyke stilte verscheurde. 'Een oogenblik ontspanden zich de mannenlyven en zes paar oogen keken angstig naar de gapende kloof. Dan beseften zy wat daar, vlak by hen, gebeurd was. De jongeman was by zyn val op eèn sneeuwbrug terecht gekomen, op een diepte van ongeveer achttien meter, zonder zich noe- menswaardlg te bezeeren. Zes volle uren had ze hem gedragen. Maar nu, enkele minuten na dat ze was verlaten, stortte ze met een beang stigend gerommel en bonken van dikke zware stukken ys en sneeuw ineen. Een tunnel van minstens negentig meter diepte was nu onder den jongeman, die stevig aan een touw ben gelde en binnen enkele minuten over den glet- scherrand In veiligheid was. Zonder een woord te zeggen, maar met een handdruk die tot in de ziel ontroerde, drukten de mannen elkaar de hand. Over den nachte- lyken gletscher glinsterde zachtjes tooverachtig maanlicht. getrokken, dat ze steeds verder waren gegaan: nu eens hier, dan weer daar namen ze een plaatsje. Plotseling was zyn broer, die rechts van hem geloopen dwenen. Op de plek, gestaan had. gaapte my merkwaardige menschen.” Een bediende bracht de beide heeren naar de logeerkamers op de tweede verdieping. De dokter was doodmoe en legde zich direct te bed. Asbjörn Krag echter was nog even frisch en monter als altyd. ligt aan gebrek en sparen van de vliegers, dan aan gebrek aan vliegtuigen. Daarom wordt in alle ons omringende landen ook bijzondere aandacht besteed aan de oplei ding van een groot aantal reserve-vllegers. Vooral voor ons land is dit laatste van groot belang. Door de uitbreiding van de militaire luchtvaart, zoowel in ons land als in Indië dreigt een tekort aan militaire vliegers. In de Tweede Kamer is dit onderwerp reeds ter sprake gekomen en daarbij wees de Minister er op dat een regeling in voor bereiding is, opdat bjj mobilisatie dadelijk kan worden beschikt over reeds ten deele als militair vlieger geschikt personeel, dat dus, na een korte aanvullende opleiding, als verhooging van het aantal reserve- vliegers zal beschikbaar komen voor het uitbreiden van vliegdiensten en voor hèt aanvullen van tijdelijke en blijvende ver liezen. Het zorgen voor een groot aantal reserve- vllegers is dus een by uitstek nationaal belang en daarom kunnen wy het streven tot het instellen van een fonds om daaruit financieelen steun te verleeneii by het opleiden van reserve-vllegers zeer toe jui chen en iedereen aansporen daaraan deel te nemen, want daardoor wordt medege werkt aan eigen verdediging, aan eigen veiligheid tegen gevaren uit de lucht. De Vereeniging voor Nationale Veiligheid heeft gemeend zyn activiteit tot de inza meling van gelden te moeten beperken en de besteding aan een andere, meer des kundige instantie te moeten overlaten. Als voorzitter van het Luchtverdediglngs- fonds zal optreden Ir. J. E. F. de Kok. Wanneer een voldoende kapitaal bijeen- gebracht zal zyn, stelt men zich voor steun te verleenen aan een zoo groot mogelijk aantal jongelieden, om zich een graad van geoefendheid te verwerven, die tusschen de eischen, gesteld aan het vllegbewys A (sportbrevet) en het militaire brevet ligt. Tevens zal aan deze personen de gelegen heid geboden worden om gedurende een nader te bepalen aantal uren ’s jaars, hun vliegvaardlgheid te onderhouden. Vanzelf- toelatingseischen geschiktheid en aan candldaten alsmede een be reidverklaring, verband houdende met het doel. Samenwerking is reeds verkregen andere luchtvaartfondsen die eenzelfde doel beoogen, zoo o.a. met het „Fokkerfonds”. Waar het Fokkerfonds tot brevet A opleidt, zal het Luchtverdedigingsfonds de voort gezette opleiding verzorgen, terwijl tevens een onderlinge financleele regeling getrof fen is, om het Fokkerfonds uit het Lucht verdedigingsfonds steun te verleenen voor hetwelk zeer onsympathiek karakter. Hy trachtte vooral door zyn spreken een intellectueelen indruk te maken, en maakte meer dan noodig was ge bruik van vreemde uitdrukkingen en woorden. Hy was van ’n robuste gestalte, en om den indruk van brute kracht te versterken, droeg hy de haren, wild en slordig. De oude heer daarentegen beviel Krag uit stekend en de detective had werkelyk medeiyden met hem. zyn opwinding was nog niet tot be daren gekomen, doch hy sprak by na geen woord. „Beste papa,” zei Bengt, ,Jk geloof dat we X beste doen, als we rustig gaan slapen. Ik voel er tenminste veel voor. En u weet toch, dat ik steeds X beste met u voor heb.” Hy deed, alsof hy volkomen kalm was, doch zyn oogen dwaalden onrustig rond, en toen hy even later de kamer verliet, dreunde het huls, met zulk een kracht wierp hy de deur achter zich dicht Ook Aakerholm begaf zich nu te bed. Nu hy weg was, zei de dokter: „Nu stapt hy door zyn drie kamers, waar niemand hem mag volgen. Wat denk je van deze historie?” De detective antwoordde: ,Jk geloof, dat zyn dagen geteld zyn. U hebt In een merkwaardig oord gebracht met ATT T? A DMKTIVTE’ ,C! °p bIad z^n toKé’olRe de verzekeringsvoorwaarden tegen p *7^0 M b|J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p *7^0 bW een ongeval met XX .p, XV TaI_JI xl 111 Ft o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen AAK/» verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen WAZo doodeUjken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN U1TERL1JK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL beslqlt haar oproep tot steun met de vol gende woorden: „Wy vertrouwen er dan ook op, dat na rustige en ernstige overwegingen vele landgenooten hun nationalen plicht zullen verstaan en door een bydrage zullen too- nen een extra-offer te willen brengen als het er om gaat, in dezen verdwaasden tyd op te komen voor «het behoud van onze schoonste nationale goederen, voor het behoud van onze zelfstandigheid.” Then Stan en Pol haar vertelden, dat ze nu ook eens de kinderen wilden helpen, klaarde haar gezicht op. Dat was een prachtig idee en ze" Wist wel eenige kindertjes die best wat hulp konden gebruiken. Dat vond de maan best^ Ze wilde hen graag eens in de kamertjes laten kyken. waar de kindertjes sliepen. De militaire schrijft: ■w T et behoort tot de taak van den ml- I—I litairen medewerker de lezers op de hoogte te houden van alle byzon- derheden betrekking hebbende op de weer macht, te wyzen op tekortkomingen en de daarvoor noodig geachte verbeteringen aan te geven, doch tevens te wyzen op geluk kige omstandigheden, die biyk geven van vermeerderde belangstelling in onze weer macht. Dan is het onze taak dezen meer be kendheid te geven by onze lezers, de plan nen die het gevolg zyn van deze meerdere belangstelling aan te moedigen en de lezers te bewegen daaraan ieder naar zyn ver mogen mede te werken. De vereeniging voor Nationale Veiligheid, die opgericht is 20 October 1934, heeft tot doel: „de ontwikkeling der nationale krach ten, die dienstbaar gemaakt kunnen worden aan de verhooging der nationale en in verband daarmede der internationale vei ligheid. zy beoogt een geest van weerbaar heid vaardig te doen worden en de mili taire weerkracht te verhoogen.” De vereeniging tracht dit doel te bereiken door het houden van vergaderingen, het uiteenden,van redevoeringen, lezingen enz., het uitgeven of doen verschynen van ge schriften, artikelen in tijdschriften en bladen, kortom door alferlei middelen voorlichting te geven op militair en mari tiem gebied, teneinde aan ieder Nederlan der duidelyk te maken dat Nederland, als het noodig is, in staat is om voor de ver dediging van zyn zelfstandigheid ook met terdaad op te komen. De vereeniging wenscht thans verder te gaan, nJ. „door de landgenooten op te wek ken tot het brengen van vrywillige offers ter verhooging van de nationale veiligheid." Na rijp beraad werd toen besloten tot de stichting van een Luchtverdedigingsfonds over te gaan, omdat de vereeniging daar door niet slechts symbolisch, maar ook daadwerkeiyk ter ondersteuning van de defensie-belangen werkzaam kan zyn, zon der te treden op het terrein van de Over heid. Het Luchtverdedigingsfonds heeft aller eerst ten doel, om personen die zelf niet over de noodige middelen beschikken, fi nancieelen steun te verleenen, zoodat zy op nader vast te stellen voorwaarden hun vliegbreyet kunnen behalen. De opleiding van militaire vliegers valt niet hieronder, de bedoeling is een zoo groot mogeUjk aan tal reserve-vliegers op te leiden, omdat in verband met de ontwikkeling van het luchtwapen in geval van nood vele reserve- krachten aanwezig zullen moeten zyn. Door deze vooropleiding zal het mogelijk zyn dat by mobilisatie in korten tyd na een korte militaire aanvullende opleiding, kan worden beschikt over de benoodigde militaire vliegers. Het is een gelukkige gedachte dat juist deze vorm van daadwerkeiyke medewer king aan de defensie-belangen door de Vereeniging voor Nationale Veiligheid is gekozen. Indien er één element in de na tionale veiligheid van groot belang is voor de burgerbevolking, dan is het wel de ver dediging van die bevolking tegen aanval len uit de lucht. Elk deel van het land is door vliegtuigen te bereiken, overal bestaat het gevaar dat door vyandehjke vliegtuigen bommen worden af ge worpen, hetzy op zettelijk, hetzij onopzettelijk. leden, Neder lander, waar hy ook woont, heeft belang by een goed georganiseerde en krachtige luchtverdediging. Wij wezen er reeds eerder op dat voor een goede luchtverdediging sa menwerking noodig is van luchtvaart, luchtdoel-artillerie en mitrailleurs, zoek lichten, luchtwachtdienst en luchtbescher- ming.i Voor de luchtvaart zyn noodig: vliegtuigen, vliegers en verder personeel en materieel. Een luchtvaart zonder goed geoefende, ervaren en voldoende vliegers komt niet tot zyn recht en kan de opgedragen taak niet vervullen. Vliegtuigen kunnen in kor ten tyd worden aangemaakt of gekocht, doch het opleiden van goede vliegers kost veel tyd. De ervaring leert dan ook dat in tyden van geringe vliegactie dit veel meer Onder de bekende ruïne van het Kasteel van Valkenburg rijn, zooals reeds gemeld, een aan tal vluchtgangen ontdekt. Hierdoor is het mt>- geUjk. dat men vanaf de ruïne in de bekende Fluweelen Grot kan komen onder den Dalhe- merweg door. Een nieuwe attractie derhalve voor Valkenburg, die onwillekeurig indruk zal maken op vreemdelingen zoowel als Inhemera Duidelyk komt hier aan den dag wat een geweldig werk het voor onze voorzaten moet geweest zijn, om dergelyke gangen in de mer- gelrotsen uit te houwen. Dwalende trappen af, trappen op, komt men by de Fluweelen Grot, waar de gids zyn scher pe carbid-lamp op den koepel richt, teneinde dit majestueuze gewelf tot zyn volle recht te doen komen. Verder gaat het langs voorwereldiyke ge drochten, typische teekeningen, zoowel histori sche als caricaturen en komt ten slotte uit in de fraaie historische kapel van wijlen pastoor v. Wildershoven uit de Fransche revolutie. De toe. „Kyk daar,” zei hy en wees naar guiten. ,Rle je de vensters, die de eerste verdieping van den zygevel afsluiten? Dat zyn z’n drie kamers.” Het laatste venster was verlicht Plotseling werd ook daar X licht uitgedoofd. „Nu stapt Aakerholm in ïn bed,” meende Krag. Daarna wendde hy zich weer tot den dokter: ,J4u zou je me nog één dienst moesten bewy- zen. vóór je gaat slapen," zei hy. .Met pleizler, als X tenminste mogeiyk is.” ,4e moet den hond binnenhalen." Krag wees naar beneden in X park, waar een koolzwarte schaduw heen en weer liep. „Waarom?" „Het is noodzakeiyk.” De dokter ging. Eenige minuten later hoorde Krag van onder zyn venster een zacht gegrom. Dan was alles stil. Het dier had den dokter als een vriend des huizes herkend. Spoedig trad de dokter, ver kleumd van kou weer binnen, biy, dat hy onder de warme dekens kon kruipen. Krag wachtte nog *n half uur, tot hy voor geen enkel venster meer licht zag. Hy sloop de trappen af, deed een deur van X nachtslot en bevond zich buiten. Met volle teugen ademde hy de koude lucht in. Het was windstil. De koude beet hem In de ooien en van hun tocht. nog met hem gesproken. Helpt u hem alsje blieft!” Zonder naar verdere byzonderheden te vra gen, nam Vitos Mahler zyn maatregelen. Een knecht snelde naar den dichtbywonende om hulp te halen, terwyi Vltos zelf zich reisvaardig maakte en zyn reddingsmiddelen aan een nauw keurige inspectie onderwierp. Ondertusschen was de bezoeker weer wat op verhaal gekomen en vertelde de gebeurtenissen van dien dag, welke zoo n tragisch einde gevonden hadden. Het hceriyke weer en de witte, zacht-glanzende sneeuw hadden zyn broer en hem zoo betoo- vérd, dat zy. Vltos’ waarschuwing ten spyt. toch op pad waren gegaan. De machtige st eengevaarten. door zonlicht hel bestraald. had den hun fotogra fenharten zoo yitos Mahler kwam niet uitgesproken over het avontuur, dat hem van eén welver- diende nachtrust beroofd, maar een er varing ryker gemaakt had. Vitos kon, evenals alle bergbewoners, met eenvoudige, maar diep- doorvoelde Woorden spreken over de Alpen. Het liefst placht hy ze te vergelyken met een be- minnenswaardige vrouw. Ze kunnen intens ge luk en zielerust schenken, maar ook erbarmeiyk onbarmhartig zyn. Menig toerist, die in Jeug digen overmoed of onwetendheid ze lichtzinnig benaderde, moest deze vermetele daad met zyn jong leven betalen. Hoeveel malen on telbaar moesten ze wel zyn was Vltos Mahler er by dag en onty niet met zyn dorpsbewoners op uitgetrokken, om te trachten zoo’n veronge lukten vacantleganger te redden? Maar meestal was het met een dood lichaam, dat ze weer keerden. Een paar dagen geleden, terwyi Vltos rond het middaguur voor zyn huisje een pyp rookte, was een toerist op hem toegekomen. Aan zyn manier van doen zag Vltos, dat hy meer in de bergen was ge«( beantwoordde V bezoeker bleek e cantie weer in zyn broer was den zich al met de gedachte verzoend, dat er van groote tochten wel geen sprake zou kunnen zyn, maar wilden den tyd korten met fotogra- feeren. En nu wilde de bezoeker van Vltos graag weten of dit niet een al te gevaariyke ondeme- ming was. zóó tegen het hartje van den winter. Met de rondborstige eeriykheid van den berg- bewoner was Vltos’ prompte antwoord doet wat u doet, maar laat u de bergen rust, daar valt nu niet mee te spotten, levensgevaarlijk. X Beteekent voor u wel heele misrekening, wat ik u gezegd heb, i ik kan er ook niets aan veranderen." Vriendeiyk dankend voor deze waarschuwing, waaraan hy beloofde zich te zullen houden, ver liet de Jongeman Vitos Mahler en zocht zyn hotel weer op. De teleurstelling was hem van het gezicht te lezen. Den volgenden dag was het helder en zonnig weer, maar vinnig koud. De thermometer was bykans twintig graden onder nul. Voor Vitoe Mahler verliep ook deze dag als andere lang zaam en rustig. Toen de avond viel, maakte hy het zich in de huiskamer gemakkeiyk, pookte 'het vuur nog eens flink op en rookte pUp na pyp. Eensklaps richtte hy zich op. XWas of hy haastige voetstappen hoorde. Harde vuistslagen bomden op de deur, die oogenbllkkeiyk daarop opengegooid werd. De bezoeker van gisteren stond eensklaps voor hem, zwaar hygend, nat- bezweet en lykbleek. ,MUn broer Is in een diepe gletscherspleet gevallen. Hy leeft nog, want na den val heb ik 4 .Maar ik zal myn vader tori» wel beter ken nen dan u, die hem nauweiyks feezien hebt. En ik ben er vast van overtuigd, dat X niets is dan inbeelding. Juist zooals den eersten keer, toen hy ook beweerde, dat Iemand hem wilde aan vallen.” „Was de oude heer erg opgewonden, toen hy vanavond X huis binnenrende en zei, dat iemand op hem geschoten had?” „X Is eenvoudig niet onder woorden brengen." .Maar dah kan ik me uw houding niet ver klaren. Inplaats van hals over kop naar X paviljoen te hollen, had u toch beter gedaan, met eerst uw vader wat te kalmeeren.” Bengt keek hem verrast aan. ,Jk weet zelf wel. wat ik te doen heb,” merkte hy uit de hoogte op. sS;. !S 10

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 19