den daq tfUtutfifaaL van Pol De avonturen van Stan en L de geheimzinnige III KAMERS III door sven elvestad H F 250.- F 750.- Wanneer de „Hindenburg” met helium gevuld was geweest De onderwereld DE VRIJGEZEL ONDER DE ELEMENTEN I' WWlSbKG 26 MEI 1937 MVZS EN- en SME TT KATHOLIEKE ILLUSTRATIE 71e jaargang no. 35 Kostbaar winnings- procédé Onttroning van het goud Doordat dit gaa zich niet of uitar at langzaam mengt, brandt ontploft het niet X i Begin en einde van een carrière i 1 f I a >C! °P bl*d 2*Jn ^gevolge de verxekenngsvoorwaarden tegen pblJ levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 by eea ongeval met .f*1, f\ IAi l\ O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen I VFVFa verlies van belde armen, belde beenen ot beide oogen doodelljken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL A*n vyf 1 J- be- journalisten van Daar zaten ze thans, aan lederen kant van den sikkel een Dus liet de Maan een van haar stralen naar beneden, waar Ze zagen heel wat huizen en kamertjes. In sommige brandde In X begin waren ze wel een been en keken naar omlaag. beetje duizelig, want het was zulk een groote hoogte, maar langzamerhand wenden ze wel daaraan. waar ze anders moeilijk konden komen. je zag, hooren, ook al waren de ramen dicht. Beiden zegden thans de spreuk op. bij levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door bestaat dan 1 Inmiddels iedere (Wordt vervolgd) .Nog zoo laat op jacht?" vroeg Krag. de kaboutertjes vlug langs omhoog klauterden. Ze hadden dit al eens meer gedaan, als ze eens op een plaats wilden kijken licht, anderen waren reeds donker. Pol wist nog een spreuk. Als je die opsel, dan kon je alle geluiden in de kamertjes die Een graatje van onderwater 9572 19721 9508 032S 0699 1088 1889 2242 2955 4047 4708 5403 6387 7053 7975 ZOU moet het be- professor 302 1418 2036 3541 3188 3756 4395 5033 5569 8210 8758 7501 7879 8634 duizenden de onder bedoelen, aan ransche le mor ales «n «windt oU uit. •hdsche maak- 6—2 te daarna el geen 't 6—0, 133 507 688 1030 283 436 591 869 115 367 698 843 980 150 338 590 769 106 136 >10 568 784 X» 300 384 >99 m !93 >30 133 99 >19 74 84 75 39 87 01 89 72 60 26 11 15 II 15 M 19 10 13 K 17 il 0 5 1 5 7 1 I 5 3 3 I i r i i i 7 auto- >team- Zater- i-Hol- team Pord), nelius Ik Biet vanzjjs gooten zjjn te kort. Maar, hoe kant dat zeggen me vrouw, ze komen toeh allo vier, op den grond. (Hol. Humoor) en de Spoedig land- Van >beker- vooral I. kon sterke itacha- ,,'t Is dus maar goed, dat ik je ben wezen roepen.” „Ik ben je er dankbaar voor.” „Het zijn dus niet enkel hallucinaties van den ouden heer?” .Absoluut niet.” Krag was volkomen kalm. Niemand kon X hem aanzien, dat hij zooeven in groote spanning geleefd had. HU stond met den rug naar den haard en warmde zich de handen. ..Hier wordt *n afschuwelijke misdaad voor bereid," zei hij. ..En alleen de Hemel weet, of ik de uitvoering daarvan nog verhinderen kan." woorden stond de dokter op en detective ontzet en met groote Doch Bengt antwoordde niet. HÜ stond in de open deur en nam Krag hoonend op. gemoedelijk een tot de leerlingen, als ze 's morgens het schoollokaal treden btj verlies van een hand, een voet of een oog. Wat ons bij het doorbladeren van dit nieuwe nummer herhaaldeljjk opvalt, is de bijzonders sierlijkheid van de met foto’s verluchte blad zijden. Wellicht hebben de onderwerpen meege werkt. Het begint, na een aquarel van Ris Cramer: Op het hobbelpaard, met een pracht- serie afbeeldingen van Marokkaansche kin deren. Een film levert vervolgens mooie blad zijden op. Een aantal actualiteiten en dan. vol aantrekkelljken eenvoud, foto’s van bet beken de kapelletje van Kiissnacht. Op de midden pagina’s: Zigeunervolk en Zigeunerleven; weer een fraaie weergave van kostelijke typen. Ver volgens en dat moet wel elegant zyn een groep uitgezóchte beelden van zwanen: Aristo craten uit de dierenwereld Naast series, waarbij de verluchting hoofdzaak is, nog weer andere artikelen, zooals een stuk leven van Don Bosco, het 500-jarig kerkjublleum te Gernert, en verschillende opstellen, die meer in het bijzonder voor de dameswereld zijn be stemd. Gelijke verscheidenheid ontmoeten wy by de verhalen. Oruut van Ooijen heeft een Maria- vertelling vol Vlaamschen humor: Het licht op den hoek; Charles C. Leavitt een aardig vliegeniersgeval: De Ijjn naar het Westen; F. Crawl een schetsje: Initiatief en daarbij hebben we de twee romans, die belde ongemeen boeiend zijn. In de voornamelijk humoristische bijlage De Narrenkap treedt dezen keer- het spook op den voorgrond, doch daarnevens is er nog zooveel aardigs en goeds, dat men graag enkele uurtjes met het tijdschriftje zoek brengt. Zoo Is het ook met Okki. het blaadje voor de kinderen: zy vinden er uitstekende lectuur en prettig knut selwerk In. Voor het katholieke gezin is zoo'n illustratie werkelijk een weldaad! de menschen niet meer; hij vergat, dat mllllos- nen aan den luidspreker nu zijn stem hoorden: hu Het zijn gepijnigde ziel spreken. Ademloos luisterde het publiek en toen hij klaar was. bleef het secondenlang heel stil; maar dan brak een storm, een orkaan van bijvalsbetuigingen los. Mechanisch boog Conny telkens. Hjj was ver baasd. mateloos verbaasd Dat zoo Iets mogelijk was. dat men in New-York zijn gedichten begeesterd kon aanhooren? Hij hield dat alles voor een droom. Pas. toen hjj met de jury In een hotel aan een rijkelijk voorzienen disch zat. drong het tot Conny door, dat alles geen droom, doch werke lijkheid was. De voorzitter van de jury hield een toespraak: ..In onzen tyd van onrust hebben wij ons tot taak gesteld, te zoeken naar de begenadigden, die wezenlijk dichters zijn Gij. beste vriend, zijt uitverkoren, in onzen donkeren, moeilijken tijd licht te brengen aan de menschen.” En hjj liep op Conny toe. En met hem de anderen. Allen hielden de glazen in de hand. Conny wilde opstaan, spreken, danken, maar hj) kon niet. Zijn oogen verduisterden. Gloeien de, vurige kringen draalden voor hem hjj hoorde muziek dan werd het stil. Veertien dagen later werd de beroemde, niet moer onbekende Conny Newton begraven. Zijn verzwakt lichaam had de emoties en ontberin gen niet langer kunnen weerstaan. Onder de bergen bloemen was een groote krans van de jury, die hem ontdekt had, een ontdekking, die zoowel het begin als het einde van zijn carrière beteekende. et goud is een gestadige verwekker onrust in onze toch al niet zoo heel rus tige wereld. Van tjjd tot tijd brengt het zoo eens alle beurzen in rep en roer. Wij hooren dan. dat een of ander land „het goud heeft losgelaten" of dat het een of ander „met den goudprijs van plan zou zjjn”. Een groep menschen wordt ar mer. een andere rijker.... en de wereld draait verder. In het flnancleele kamp zijn er daarom men schen, die vóór het goud zjjn en ook. die er te gen zjjn. Deze laatsten willen het goud „ont tronen". ZU zjjn dus vijanden van het goud. Ook In het wetenschappelijke kamp zijn er belagers van het goud. En zoo hoort men bij tusachenpoozen van den een of ander, die beweert naar believen goud te kunnen maken. Dat is dan een alchimist van den modernen tijd. Het is echter nog nooit waarheid gebleken. Gelukkig maar het is zeer sterk de vraag, of de wereld er maar iets mee vooruit sou zijn. Het verhaal van konlng Mldas is niet zoo gek als het lijkt! Engelsche bladen brachten onlangs richt, dat een Japansche geleerde. TJutorna Kasa er in geslaagd was een nieuwe metaallegeering samen te stellen, welke in elk opzicht de eigenschappen en toepassingsmoge lijkheden van goud zou hebben. Maar vooral, zoo luidden de berichten, zijn de vervaardigingskoeten van deze nieuwe stof zóó gering, dat het goud daardoor volledig zijn waarde zal verliezen. Deze veronderstelling nu wijst op een volsla gengemis aan psychoiogische scholing bU het brein waaraan zy ontsproot. Nog nooit immers, was er een goedkoope jurk, die even mooi was als een durevraag het uw vrouw maar. Bovendien bevestiging van wetenschappe lijke zjjde ontbreekt nog. Het goud zal dus wel duur blijven. En het zal wel weer met een sisser afloopen. - Ing. D. Bengt beet zich van woede de lippen stuk, begon met den trekker van z’n geweer te spelen en wendde den loop dreigend Krag's kant uit. „Als men iemand in den nacht zoo door *t huis ziet sluipen," zei hjj, „dan is X alleszins redelijk te veronderstellen, dat zoo'n man ’n misdadiger is. Het scheelde niet veel, of ik had van m’n wapen gebruik gemaakt” „t Is niet de eerste maal, dat ik den loop van 'n geweer voor me zie.” „Och, ik zeg X u maar, opdat u in de toe komst wat voorzichtiger zult zjjn.” Krag lachte weer. „Wilt u daarmee zeggen, dat ik den volgenden keer den kogel niet zal ontloopen?" „Ik meen, dat u wel ooren zult hebben naar ’n goeden raad. Wilt u zoo goed zjjn den hond weer vrij te laten? Wel te rusten." Bengt wierp het geweer over den schouder en stapte het park in. De harde sneeuw kraakte onder zijn voeten. Krag keerde terug naar zijn kamer. De dokter lag reeds in spanning op hem te wachten. „Ik hoorde stemmen. Met wien sprak je?” „Met Bengt „Ging hjj uit?" Krak knikte. „Waarheen?” De detective weea in de richting van *n groot bosch, dat zich als ’n groot zwart meer achter het park uitstrekte. ..Heb je Iets ontdekt?" „Ja." „Iets gewichtigs?" ommander Rosendahl. die over verschil- f lende Amerikaansche luchtschepen het be- fej voerde en die als commandant der juchthaven te Lakehurst den ondergang van de „Hindenburg” beleefde zeide, toen hy door Amerikaansche journalisten met vragen be stormd werd: „Wat er gebeurd Is, weet ik niet. Ik weet alleen, dat het niét gebeurd zou zjjn, wanneer bet luchtschip met helium gevuld was geweest!” En terwijl commander Roeendahl zjjn ouden vriend, kapitein Lehmann, kort voordat deze aan zjjn verwondingen stierf, voor het laatst de jiand drukte, beloofde hjj: „Dat mag nooit meer voorkomen. Jullie krij gen helium. Reken erop!” Eenige uren nadat een verterende gloed de LZ 139 „Hindenburg” fn minder dan een minuut tot een vormloos wrak had gemaakt, drong een goed deel der Amerikaansche pers er bij de re ferring van Washington op aan, dat zij ten behoeve der Duitsche luchtscheepvaart het uit voerverbod van helium ten minste gedeeltelijk zou opheffen Een dag later beraadslaagde een senaatscommissie hierover. Nóg een dag later besloot de „Zeppelin Reederel" de LZ 127 „Graf Zeppelin" uit den dienst te nemen en de LZ 130 voortaan „Ersatz-Hlndenburg” ha haar voltooiing niet de lucht in te sturen, alles in afwachting van het oogenblik, dat de gas kamers der beide luchtreuzen met helium ge vuld kunnen worden. Of Dultschland dan zelf geen helium heeft? Ja en neen. Dultschland heeft helium, omdat het lucht heeft. Helium is een bestanddeel van de lucht,"welke ons omgeeft. De wetenschap heeft uitgemaakt, dat er ongeveer honderd kilo meter boven de aardkorst niets anders dan helium bestaat. Doch het' is ontzaglijk moeilijk en ongelooflijk kostbaar om het helium uit de lucht af te scheiden. Practlsch valt daaraan biet te denken? Helium treedt voorts overal op, waar aardolie aangetroffen wordt. Doch gewoonlijk ook hier in heel kleine hoeveelheden. In heel Duitsch- land zou men aan de verschillende aardolle- bronnen niet voldoende helium kunnen onttrek ken om twee Zeppelins te vullen. Veel rijkere helium-houdende aardoliebronnen in Canada, Japan en Noord-Afrlka wordenXnog steeds na genoeg niet geëxploiteerd, qgndat niemand er zjjn kapitaal in durft te steken. Aardoliebronnen, die een loonende exploitatie mogelyk maken, vindt men alleen in de Ver- eenigde Staten van Noord-Amerika, namelijk in Texas, Kansas, Colorado en Utah. Ook hier fs de^iroductie echter zeer beperkt, terwijl er geen twijfel aan bestaat, of binnen enkele tientallen Ja.-cr. is de voorraad mtgéput;- De Amerikanen onttrekken het zuivere helium aan de uitwasemingen van aardoliebronnen door middel van een koude-procédé, waarbij tempe raturen tot zeventienhonderd graden Celsius onder nul verwekt worden. De koeten zijn zeer hoog, ook al hepft men ze in den loop der jaren zeer sterk weten te drukken. In 1920 kostte een kubieke meter helium honderd-en-tien gulden, thans ongeveer een daalder! Ook dit laatste be drag is nog niet zoo gering als het misschien Ujkt. Berekent men, dat een luchtschip als de „Hindenburg” een kleine vijf millloen gulden kost en dat er rond twee-honderd-dulzend ku bieke meter helium noodig zijn om het de hoogte in te dragen, dan kan men nagaan, dat een helïum-vulllng een grooten invloed heeft op den totalen prijs en dus op de exploitatie van zoo'n luchtreus. Het helium, dat te zamen met het neon, het argon, het xenon en het ki"ytton tot de edel gassen behoort, werd ontdekt door den Fran- schen astronoom Janssen. Tijdens de totale zons verduistering van 1868 stelde hjj in het spec trum der protuberanties een llcht-gele streep vast, wat het bestaan bewees van een nog on bekend soort gas. Hjj doopte zijn geesteskind met den naam van den zonnegod Helios. Dertig jaren later slaagde de Engelsche geleerde air William Ramsay er in, zuiver helium te pro- duceeren. Voor het „lichter dan de lucht” heeft helium dezelfde goede eigenschappen als lichtgas en waterstofgas, het weegt even veel en heeft een draagvermogen van 1.05 kilo per kubfeken meter tegen waterstofgas 1.1 kilo terwijl het bovendien het belangrijkste nadeel mist, door dat het onbrandbaar is. Helium, „de vrijgezel onder de elementen", vermengt zich niet, of althans uiterst en uiterst langzaam. Deae che mische traagheid. heeft tengevolge, dat de zuur stof nagenoeg geen invloed op het helium heeft, waardoor brand en ontploffing ónmogelijk wor den. felijk. Toch was hij gisteren danig in de war. WH je misschien weten, waarom hij zoo opge ruimd is? Wel. omdat ik t geheim van de drie kamers ontdekt heb.” .Dat is niet mogelijk! Wanneer gelukte je dat?" „Dezen nacht. Toen je lekker lag te slapen." ,Js er dan vannacht nog iets gebeurd?” „Neen. Maar ik heb in dezen gemakkelljken fauteuil gezeten en over de zaak nagedacht. Ik rookte en dacht en ik dacht en rookte. En plotseling stond het geheele geval me klaar en helder voor den geest." .Je tergt me, Krag, waarin geheim?” .Dat kan ik je nu nog niet zeggen; je zult dus nog ’n tijdje langer getergd worden.” „En de misdaad?" „Wordt voorbereid. Doch deze heeft niets met de drie kamers te maken. Dat raadsel is opge lost. maar met die oplossing ben ik weer voor 'n ander probleem komen te staan. Maar laten we nu naar beneden gaan voor ’t ontbijt.” De detective en de dokter ontbéten gezamen lijk met den ouden Aakerholm en diens pleeg zoon. Asbjöm Krag scheen bijzonder geneigd te zjjn. allerlei grapjes uit te halen en z.yn.vrooiyk- heid werkte aanstekelijk op den ouden heer. Alleen Bengt bleef norsch en zwijgzaam voor zich uit”Ti!tWh sTtiNqj De dag verliep, zonder dat er iets bijzonders voorviel. Even na X ontbijt belde een besteller aan. die naar Asbjörn Krag vroeg en hem ’n klein kistje overhandigde. De detective zei, dat hij zich enkele boeken had laten zenden. den geboden, ieder 25 minuten uit eigen wer- rondvaarten maken. Het Weenache kanalen- net is al even uitgebreid als dat van de Fran- sche hoofdstad, maar de stad heeft haar toe gangen tot deze onderwereld voor de leeken versperd, omdat het zoo vaak voorkwam, dat misdadigers hun heil zochten onder den aard bodem. New York spant natuurlijk weer de kroon Dat bezit de meest uitgebeelde onderwereld. De ze wereldstad bezit onder de eigenlijke city de dimensies van een wezenlijke onderaardsche stad, waarin slechts een klein aantal insiders den weg kent. Men kan er urenlang ronddwa len, meermalen slechts gebukt, soms zelfs krui pend. doch vaak komt men er nevennissen bochten en hooge ruimten tegen, zoo groot als woonvertrekken. Wanneer men als vreem deling zonder hulp var) een gids de onderwe reld van New York bezoekt, kan men er ho peloos verdwalen, doch voor de misdadigers, die zich door de politie achtervolgd weten, is de onderwereld van deze grootstad vaak een uitkomst geweest. Geweest, zeggen we. want, zooals onlangs in de New Yorksche bladen te lezen stond, heeft de politie zich genoodzaakt gezien in de nog voor vele inwoners van de stad onbekende on derwereld een razzia te houden en dat deze noodig bleek, hebben de resultaten van de jacht uitgewezen. Talrijke dakloozen heeft men In deze onderwereld gevonden, die het zich onder de stad, daar, waar de booten niet komen en waar het te duister Is om er vreem delingen rond te lelden, zoo huiselijk mogelijk hadden gemaakt. Deze menschen waren zeer verontwaardigd, toen de politie hen som meerde naar de wereld boven hun hoofd te rug te keeren; zy leidden een rustig bestaan en waren tenslotte niemand tot last. Sommigen dezer crisisslachtoffers hadden hun woonvertrekken zoo comfortabel ingericht, dat men er zelfs electrisch licht en frisch wa ter bezat. In deze moderne catacomben heerscht gewoonlijk een goette temperatuur; hiervoor zorgen de warmwaterleidlngen onder den grond. Bovendien hadden de onderwereld- bewoners over te weinig frlssche lucht niet te klagen. Degenen, die door de politie op het spoor gekomen zijn, zijn lang niet allen men schen van verdacht allooi. Misdadigers maak ten het zich niet zoo gemakkelijk. Het mee- rendeel der uitgestootenen waren werkloozen. die de hooge wonlnghuren de belastingen enr trachtten te ontloopen. De New Yorksche politie is voornemens der gelijke tochten onder den aardbodem meer» dere malen te houden. Bovendien wil men de bij de politie bekende toegangen tot de on derwereld versperren; slechts aan arbeiders, die aan de ondergrondsche leidingen moeten werken, zal in het vervolg toestemming wor den gegeven naar de moderne catacomben af 3988 .k )888 )653 ken voor te lezen. In den tusschentijd zullen wij onze gasten met muziek bezig houden.” Conny voelde zich nu zeer rustig Mechanisch ging hij staan en begaf zich naar de andere «al waar aan een groote tafel de jury gezeten was Stotterend en stamelend stelde Conny zich voor en bood zijn gedichten aan De voorzitter keek hem even onderzoekend aan en begon glimlachend te lezen. Maar buitengewoon zacht klonk Zijn stem, toen hij het manuscript .neer- legde en zei: „Gaat u in de studlozaal uw ge dichten voorlezen. Wees niet bang en zet uw bescheidenheid opzij Wat u ons gebracht hebt, is waard, door de menschen aangehoord te worden De omroeper stelde hem aan het auditorium voor zijn keel leek wel toegesnoerd. Het liefst zou hij weggeloopen zijn, maar eensklaps had hij zijn zelfbeheerschlng teruggevonden. Hjj zag Toen de dokter den volgenden ochtend om negen uur ontwaakte, kwam Asbjöm Krag reeds van zijn morgenwandeling terug. De detective schertste en lachte en was in de beste stem ming. „Wat ’n prachtig winterweer," riep hij uit, „en wat ’n heerlijk landschep. De dokter sprong vlug uit t bed. ,Je ziet er zoo opgeruimd uit,” zet hij. „Is alles In orde?” .Alles loopt uitstekend. De oude heer is weer wat op verhaal gekomen en maakt t voortref- De wereld onder het plaveisel, waarop de wereldstads-menschen dagelijks voetstappen zetten, kan met recht wereld worden genoemd. De onderwereld, welke wij hier heeft niets te maken met die soort wereld, wélke men gewoonlijk denkt, als men dit woora hoort. Die onderwereld In de groote steden hebben wij, moderne, verwende menschen, zeer noodig. Het stadsleven zou uit zijn voegen ge raken, wanneer zij haar plichten niet meer deed. Zij zorgt voor de kanaliseering, voor de gasleidingen, voor het telefoon- en electrische net en natuurlijk ook de waterleidingen loo- pen door deze onderwereld. Een leek zou in deze warnetten geen weg weten; dat men dan ook aan de vaklieden overlaten. In menige wereldstad kan de vreemdeling, en natuurlijk ook de stadsbewoner zelf, zulk ’n wereld onder den grond, tegen betaling van entreegeld, bezichtigen. In Parijs b.v. vinden in de „egouts", bet reusachtige kanalennet, tweemaal per weer, rondvaarten voor de vreemdelingen plaats Men stapt in een daarvoor bestemde boot en laat zich door de gidsen, die in deze wereld even zoo goed thuis zijn als in de wereld bo ven onze hoofden, rondleiden. Natuurlijlt wordt er voor de noodlge belichting gezorgd. Ook In Weenen kon men vroeger dergelijke .Mijn studie neemt me zoozeer In beslag." verklaarde hij, „dat Ik op reis steeds boeken bjj me heb." Hjj liet het kistje direct naar zijn kamer bren gen. De dokter had bjj deze comedie stil toegezien, innerlijk ten zeerste verbaasd. HU wist, dat Asbjörn Krag zich met geen andere lectuur bezighield, dan voor X uitoefenen van zUn be roep strikt noodzakelUk was. Er moest dus iets anders achter zitten en zoodra de detective zich naar zijn kamer begaf, volgde hU hem. Toen hU binnentrad, had Krag het kistje reeds geopend. „Sluit de deur achter Je,” riep hij den dokter toe, „Wat ben je nu weer van plan?" vroeg deze nieuwsgierig. ,Jk breng 'n beetje orde In m'n boeken,” ant woordde Krag. De dokter trad naderbij De kist bevatte niets anders dan glasscherven. Krag haalde het eene stuk glas na 1 andere te voorschijn en legde ze voorzichtig voor zich neer, als was X 'n kost- bare schat. o „Zie Je niet, wat X is?" vroeg hy en zuchtte van inspanning HU nam een nieuwe scherf uit de kist en onderzocht die nauwkeurig. ..Het zijn de scherven van den spiegel, dien Aakerholm stukgesmeten heeft.” „Allemachtig! Waar heb je die toch vandaan gehaald?" „Dezen morgen vroeg trok ik al op onderzoek uit en een der gewichtigste vragen voor mu was. of alle stukken van den spiegel nog aanwezig „U bent my nog altyd X antwoord schuldig °P mUn vraag,” zei hy. „Wat doet u zoo laat *n den nacht nog buiten, dokter? Het is toch niet X paviljoen, dat u zoo interesseert?” Asjörn Krag greep dit uitgangspunt met beide handen vast. Juist, X was X paviljoen," zei hU. ,4k geloof no« altyd, dat X een levend wezen was, dat °P uw vader schoot. En toen ik naar bed wilde gaan, viel me in, dat er misschien in de fun damenten van X paviljoen nog ’n schuilplaats kon zyn. Die werden Immers door de arbeiders niet onderzocht?” .Maar was X dan wel noodig om dat midden hl den nacht te doen?" •Jk kon m’n nieuwsgierigheid niet langer be dwingen." hU sluipt door X huis als 'n dief, dokter" „Of als ’n detective," .antwoordde Krag, luid lachend. By deze staarde den oogen aan. „Wie is dan de misdadiger?” „Dat weet ik nu nog niet, maar ik denk wel, dat ik morgen meer zal weten. Overigens kunnen we nu niets beters doen, dan gaan slapen, maar maak eerst den hond even los." In 1930 hééft men een nieuwe methode ont dekt om helium te winnen. Men stelde nameiyk vast, dat zich uit monazlet-zand vroeger een zeer waardevol mineraal, omdat men het noo dig had by de fabricatie van gaskousjes, doch sinds den triomftocht van de electrische gloei- lamp sterk op den achtergrond geraakt neer men dit sterk verhit, heUum afscheidt. Be- [éénvoudig Is Intusschen ook dit procédé niet Om één enkele Zeppelin te vullen toch zou men honderd-vyftig-dulzend ton monazlet- zand moeten bewerken. Men treft dit mineraal In groote hoeveelheden voomamelyk aan In BrazUié en op Ceylon. En geland, dat zelf geen luchtschepen meer bezit of bouwt, doch dat niettemin niet afhankeiyk Khynt te willen wezen van Amerika, heeft ern stige plannen om uit het monazlet-zand op Ceylon helium te gaan winnen. Dr. Eckener, de bekende Duitsche luchtvaar der, heeft er steeds voor gestreden om de Zep pelins met helium en niet met waterstofgas te vullen. Hy diende indertyd een plan in, dat be oogde, de Duitsche luchtschepen, telkens wan neer zy een tocht over den Oceaan maakten, zoo veel mogelyk helium mee te laten nemen naar Dultschland, waar het dan In speciale hou ders kon worden bewaard. Vermoedelyk voor zag hy, wat later ook gebeurd is. dat Amerika vr°eg of laat den uitvoer van helium, waarvan het maar een kleinen, snel verminderenden voor raad heeft, zou gaan belemmeren. Dr. Eckener vond echter weinig steun. Naar aanleiding van de Hlndenburg-ramp verschuUen zfch wel-ls- waar vele Instanties achter zijn officieel oor deel, dat de vulling met waterstofgas by de proefvluchten uitstekend voldaan heeft, doch men mag gerust aannemen, dat dr. Eckener dit oordeel pas uitaprak, toen hy ook weg inzag, dat er van een vulling met helium niets komen zou en hy dus tusschen twee kwaden het min ste moest Jtiezenopstygen met waterstofgas of de „Hindenburg" in haar hangar laten. Intusschen wordt er in Dultschland hard ge werkt om een surrogaat te vinden voor helium. Onafhankelyk zijn van het buitenland, dat is het groote ideaal aan gene zyde onzer Ooster- grenzen. En het valt niet te ontkennen, dat de Duitsche chemici al dikwijls het ónmogelijke mogelyk maakten. Of dit nog eens lukken zal....? onny had er ten langen laatste geen zin meer in. te vechten om een slaapplaats in de gangen van de Subway. Conny wilde veer werken, verdienen en bovenal in een bed, een echt bed slapern Wat was dat voor h leven, dat hy nu al sinds maanden In New York leid de? Er moest wat gebeuren. Wat. dat wist de goede Conny abeoluut niet; maar het was nu pas 6 uur Op de gewone manier een .Job" te vinden, was zoo goed als buitengesloten En als hy er al een vond, dan werd hy ha aes dagen toch beslist weer ontslagen Hy kende dat al; In de laatste maanden had hy een menigte be roepen uitgeoefend. ..uitgeoefend in de ware beteekenls van het woord. Maar den laatsten tyd leek het wel, alsof heel New-York tegen hem aan het samenzweren was Waar hy zich ook Andiende. overal klonk hem: „We zijn al Voorzien” als antwoord tegemoet „Keep smiling”, noemden het de Yankees. Hy voelde er zich te goed voor, maar anders had hy zich by de .gangsters" aangesloten. Doch Conny kon nie mand leed doen, zelfs geen dier, laat staan, dat hy op menschen zou kunnen schieten. Zelfs niet, al werd hy nog zoo erg geplaagd door heel New-York, honger en koude. Hy bleef een .greenhorn". Met deze diepzinnige beschouwingen was zijn geest bezig, toen hy zyn dagelykschen gang door de straten van de steenen woestijn begon. Minutenlang stond hy voor een half verrotte banaan, die de een of ander had verloren. Door honger gemarteld, greep hy toe en peuzelde, hoeveel afkeer hy er ook tegen had. de vrucht op. Dan werd hy door den menschenstroom verder gedreven. En zyn gedachten bepaalden zich tot eten, drinken en slapen. Zoo kwam Conny In de buurt, waar het 60 verdiepingen hooge paleis van de Radio-Electric-Company, boven alle omliggende gebouwen uitstekend, den toon aangaf. Juist werden de nieuwsbe richten uitgezonden, zooals zesmaal per dag door middel van zes reuzen-luidsprekers ge schiedde. Onverschillig luisterde Conny Maar meer ge ïnteresseerd was hy.toen de omroeper bekend maakte, dat 's avonds om acht uur in de groote studlozaal onbekende dichters en schryvers zou den optreden, die by dezer, tot deelname werden opgeroepen Hoorde hy goed of droomde hy? Conny bleef nog even staan en de oproep werd herhaald. Hy had dus goed geluisterd, maar wat baatte het hem nog? Ooit hoe lang was dat alweer geleden? had hy gedacht, een dichter te zyn. Maar de uitgevers hadden steeds beweerd, dat hy niets was en zou blijven. Toen had hy alles, wat hy geschreven had, verbrand, en was geworden, wat hy nu was. Een misluk keling. zooals duizenden anderen. Alleen een paar kleine gedichtjes had hy bewaard. Maar wie las er nu nog gedichten, en dan nog wel gedichten van een onbekende? Nlettemlrl besloot hy naar de studlozaal te gaan; hy kon het toch probeeren. Er kon hem niets anders gebeuren, dan dat men hem op straat zou zetten en daar was hy wel aan ge wend In een koortaachtlgen toestand, welke hem den anders zoo plagenden honger deed vergeten, bleef hy voor het radlogebouw staan. In hoop en vreeze kropen de minuten tergend langzaam voorby. Maar eindelyk was het dan toch acht uur. Een groote angst, dat hy toch niet toegelaten zou worden, belette Conny het dalen. Maar de werkloosheldsellende in New-York is groot en ondanks Roosevelt's ,new deal '-plannen zal het nog lang duren, tot het crisisspook, dat zoovele menschen van den arbeidersstand treft, voorby gegaan* is. De onderwereld van New York zal voorloopig nog wel een veilige toevlucht voor menig crisis slachtoffer biyven. gebouw binnen te treden. Auto na auto reed voor. Deftige heeren. elegante dames gingen hem voorby. Niemand scheen hem te zien. Het was. alsof hy lucht was. Zelfs de politie-agent op den hoek Interesseerde zich niet voor hem. Maar In een plotselinge opwelling van trots ging hy naar binnen. Ongehinderd kwam hy in de studlozaal; de voorzitter van de jury sprak juist een begroetingswoord. Conny hoorde ech ter niet, wat hy zei. Applaus wekte Conny uit zyn apathie. Nu betrad een andere heer het podium en Cwiny, thans geheel wakker gewor den. luisterde met gespannen zenuwen toe: .Dadles en gentlemen. Ik verzoek myn onbe kende collega's zich met hun manuscripten naar de zaal hiernaast te be geven hunner zal de gelegenheid wor- waren. En waarachtig, ze waren er nog. *n Stal knecht had alles op 'n vuilnishoop gesmeten, heel achter in 'n verlaten hoekje van X park. Ik kwam met 'n rondtrekkend voddenkoopman overeen, dat hy X heele zaakje zou opkoopen en my de scherven, netjes verpakt In 'n kistje, zou doen bezorgen. Het arrangeeren van der- geiyke trucjes is myn fort, begryp je. Ik kon toch bezwaariyk aan den knecht vragen of Ik die glasscherven mocht hebben. Bonder daar door opalen en vermoedens op te wekken. Daarom had Ik de hulp noodig van dien koop man." De detective onderzocht scherf nauwkeurig. ,Ja. ze zyn er allemaal,” zei hy. „Ik zou dan spiegel weer compleet kunnen maken." Hy be keek de scherven telkens weer opnieuw en schudde het hoofd. .Ken eigenaardige spiegel," mompelde hij. „een eigenaardige spiegel.” Toen in de huiskamer beneden de lampen aangestoken waren en de koffie en sigaren op tafel stonden, scheen Aakerholm weer de oude te zyn. Asbjörn Krag liet hem met den dokter alleen praten. Hy zelf had Intusschen met Bengt een Interessant gèsprek onder vier oogen. Krag vroeg den pleegzoon, wie de dame was, met wie zyn vader in X huweiyk wilde treden. Bengt gaf van haar een beachryving. <Me vrij wel overeen kwam met wat de dokter hem ver teld had.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 15