den daq
tfUtutfifaaL
van
Pol
De avonturen van Stan
en
L
de geheimzinnige
III KAMERS III
door sven elvestad
H
F 250.-
F 750.-
Wanneer de „Hindenburg” met helium
gevuld was geweest
De onderwereld
DE VRIJGEZEL ONDER DE
ELEMENTEN
I'
WWlSbKG 26 MEI 1937
MVZS
EN-
en
SME
TT
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
71e jaargang no. 35
Kostbaar winnings-
procédé
Onttroning van het
goud
Doordat dit gaa zich niet of uitar at
langzaam mengt, brandt
ontploft het niet
X
i Begin en einde
van een carrière
i
1 f I a >C! °P bl*d 2*Jn ^gevolge de verxekenngsvoorwaarden tegen pblJ levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 by eea ongeval met
.f*1, f\ IAi l\ O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen I VFVFa verlies van belde armen, belde beenen ot beide oogen doodelljken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
A*n vyf
1 J-
be-
journalisten
van
Daar zaten ze thans, aan lederen kant van den sikkel een
Dus liet de Maan een van haar stralen naar beneden, waar
Ze zagen heel wat huizen en kamertjes. In sommige brandde
In X begin waren ze wel een
been en keken naar omlaag.
beetje duizelig, want het was zulk een groote hoogte, maar
langzamerhand wenden ze wel daaraan.
waar ze anders moeilijk konden komen.
je zag, hooren, ook al waren de ramen dicht. Beiden zegden
thans de spreuk op.
bij levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door
bestaat
dan 1
Inmiddels iedere
(Wordt vervolgd)
.Nog zoo laat op jacht?" vroeg Krag.
de kaboutertjes vlug langs omhoog klauterden. Ze hadden dit
al eens meer gedaan, als ze eens op een plaats wilden kijken
licht, anderen waren reeds donker. Pol wist nog een spreuk.
Als je die opsel, dan kon je alle geluiden in de kamertjes die
Een
graatje van
onderwater
9572
19721
9508
032S
0699
1088
1889
2242
2955
4047
4708
5403
6387
7053
7975
ZOU
moet
het be-
professor
302
1418
2036
3541
3188
3756
4395
5033
5569
8210
8758
7501
7879
8634
duizenden
de onder
bedoelen,
aan
ransche
le mor
ales «n
«windt
oU uit.
•hdsche
maak-
6—2 te
daarna
el geen
't 6—0,
133
507
688
1030
283
436
591
869
115
367
698
843
980
150
338
590
769
106
136
>10
568
784
X»
300
384
>99
m
!93
>30
133
99
>19
74
84
75
39
87
01
89
72
60
26
11
15
II
15
M
19
10
13
K
17
il
0
5
1
5
7
1
I
5
3
3
I
i
r
i
i
i
7
auto-
>team-
Zater-
i-Hol-
team
Pord),
nelius
Ik Biet vanzjjs
gooten zjjn te kort.
Maar, hoe kant
dat zeggen me
vrouw, ze komen
toeh allo vier, op den
grond.
(Hol. Humoor)
en de
Spoedig
land-
Van
>beker-
vooral
I. kon
sterke
itacha-
,,'t Is dus maar goed, dat ik je ben wezen
roepen.”
„Ik ben je er dankbaar voor.”
„Het zijn dus niet enkel hallucinaties van den
ouden heer?”
.Absoluut niet.”
Krag was volkomen kalm. Niemand kon X
hem aanzien, dat hij zooeven in groote spanning
geleefd had. HU stond met den rug naar den
haard en warmde zich de handen.
..Hier wordt *n afschuwelijke misdaad voor
bereid," zei hij. ..En alleen de Hemel weet, of
ik de uitvoering daarvan nog verhinderen kan."
woorden stond de dokter op en
detective ontzet en met groote
Doch Bengt antwoordde niet. HÜ stond in de
open deur en nam Krag hoonend op.
gemoedelijk
een
tot
de leerlingen, als
ze 's morgens het
schoollokaal
treden
btj verlies van een hand,
een voet of een oog.
Wat ons bij het doorbladeren van dit nieuwe
nummer herhaaldeljjk opvalt, is de bijzonders
sierlijkheid van de met foto’s verluchte blad
zijden. Wellicht hebben de onderwerpen meege
werkt. Het begint, na een aquarel van Ris
Cramer: Op het hobbelpaard, met een pracht-
serie afbeeldingen van Marokkaansche kin
deren. Een film levert vervolgens mooie blad
zijden op. Een aantal actualiteiten en dan. vol
aantrekkelljken eenvoud, foto’s van bet beken
de kapelletje van Kiissnacht. Op de midden
pagina’s: Zigeunervolk en Zigeunerleven; weer
een fraaie weergave van kostelijke typen. Ver
volgens en dat moet wel elegant zyn een
groep uitgezóchte beelden van zwanen: Aristo
craten uit de dierenwereld Naast series,
waarbij de verluchting hoofdzaak is, nog weer
andere artikelen, zooals een stuk leven van
Don Bosco, het 500-jarig kerkjublleum te
Gernert, en verschillende opstellen, die meer
in het bijzonder voor de dameswereld zijn be
stemd.
Gelijke verscheidenheid ontmoeten wy by de
verhalen. Oruut van Ooijen heeft een Maria-
vertelling vol Vlaamschen humor: Het licht op
den hoek; Charles C. Leavitt een aardig
vliegeniersgeval: De Ijjn naar het Westen; F.
Crawl een schetsje: Initiatief en daarbij
hebben we de twee romans, die belde ongemeen
boeiend zijn.
In de voornamelijk humoristische bijlage De
Narrenkap treedt dezen keer- het spook op den
voorgrond, doch daarnevens is er nog zooveel
aardigs en goeds, dat men graag enkele uurtjes
met het tijdschriftje zoek brengt. Zoo Is het
ook met Okki. het blaadje voor de kinderen: zy
vinden er uitstekende lectuur en prettig knut
selwerk In. Voor het katholieke gezin is zoo'n
illustratie werkelijk een weldaad!
de menschen niet meer; hij vergat, dat mllllos-
nen aan den luidspreker nu zijn stem hoorden:
hu Het zijn gepijnigde ziel spreken. Ademloos
luisterde het publiek en toen hij klaar was. bleef
het secondenlang heel stil; maar dan brak een
storm, een orkaan van bijvalsbetuigingen los.
Mechanisch boog Conny telkens. Hjj was ver
baasd. mateloos verbaasd Dat zoo Iets mogelijk
was. dat men in New-York zijn gedichten
begeesterd kon aanhooren? Hij hield dat alles
voor een droom.
Pas. toen hjj met de jury In een hotel aan
een rijkelijk voorzienen disch zat. drong het tot
Conny door, dat alles geen droom, doch werke
lijkheid was.
De voorzitter van de jury hield een toespraak:
..In onzen tyd van onrust hebben wij ons tot
taak gesteld, te zoeken naar de begenadigden,
die wezenlijk dichters zijn Gij. beste vriend,
zijt uitverkoren, in onzen donkeren, moeilijken
tijd licht te brengen aan de menschen.”
En hjj liep op Conny toe. En met hem de
anderen. Allen hielden de glazen in de hand.
Conny wilde opstaan, spreken, danken, maar
hj) kon niet. Zijn oogen verduisterden. Gloeien
de, vurige kringen draalden voor hem hjj
hoorde muziek dan werd het stil.
Veertien dagen later werd de beroemde, niet
moer onbekende Conny Newton begraven. Zijn
verzwakt lichaam had de emoties en ontberin
gen niet langer kunnen weerstaan. Onder de
bergen bloemen was een groote krans van de
jury, die hem ontdekt had, een ontdekking,
die zoowel het begin als het einde van zijn
carrière beteekende.
et goud is een gestadige verwekker
onrust in onze toch al niet zoo heel rus
tige wereld.
Van tjjd tot tijd brengt het zoo eens alle
beurzen in rep en roer. Wij hooren dan. dat een
of ander land „het goud heeft losgelaten" of
dat het een of ander „met den goudprijs van
plan zou zjjn”. Een groep menschen wordt ar
mer. een andere rijker.... en de wereld draait
verder.
In het flnancleele kamp zijn er daarom men
schen, die vóór het goud zjjn en ook. die er te
gen zjjn. Deze laatsten willen het goud „ont
tronen". ZU zjjn dus vijanden van het goud.
Ook In het wetenschappelijke kamp zijn er
belagers van het goud.
En zoo hoort men bij tusachenpoozen van den
een of ander, die beweert naar believen goud te
kunnen maken. Dat is dan een alchimist van
den modernen tijd.
Het is echter nog nooit waarheid gebleken.
Gelukkig maar het is zeer sterk de vraag,
of de wereld er maar iets mee vooruit sou zijn.
Het verhaal van konlng Mldas is niet zoo gek
als het lijkt!
Engelsche bladen brachten onlangs
richt, dat een Japansche geleerde.
TJutorna Kasa er in geslaagd was een nieuwe
metaallegeering samen te stellen, welke in elk
opzicht de eigenschappen en toepassingsmoge
lijkheden van goud zou hebben.
Maar vooral, zoo luidden de berichten, zijn
de vervaardigingskoeten van deze nieuwe stof
zóó gering, dat het goud daardoor volledig zijn
waarde zal verliezen.
Deze veronderstelling nu wijst op een volsla
gengemis aan psychoiogische scholing bU het
brein waaraan zy ontsproot.
Nog nooit immers, was er een goedkoope jurk,
die even mooi was als een durevraag het
uw vrouw maar.
Bovendien bevestiging van wetenschappe
lijke zjjde ontbreekt nog.
Het goud zal dus wel duur blijven.
En het zal wel weer met een sisser afloopen.
- Ing. D.
Bengt beet zich van woede de lippen stuk,
begon met den trekker van z’n geweer te spelen
en wendde den loop dreigend Krag's kant uit.
„Als men iemand in den nacht zoo door *t
huis ziet sluipen," zei hjj, „dan is X alleszins
redelijk te veronderstellen, dat zoo'n man ’n
misdadiger is. Het scheelde niet veel, of ik had
van m’n wapen gebruik gemaakt”
„t Is niet de eerste maal, dat ik den loop
van 'n geweer voor me zie.”
„Och, ik zeg X u maar, opdat u in de toe
komst wat voorzichtiger zult zjjn.”
Krag lachte weer.
„Wilt u daarmee zeggen, dat ik den volgenden
keer den kogel niet zal ontloopen?"
„Ik meen, dat u wel ooren zult hebben naar
’n goeden raad. Wilt u zoo goed zjjn den hond
weer vrij te laten? Wel te rusten."
Bengt wierp het geweer over den schouder en
stapte het park in. De harde sneeuw kraakte
onder zijn voeten.
Krag keerde terug naar zijn kamer.
De dokter lag reeds in spanning op hem te
wachten.
„Ik hoorde stemmen. Met wien sprak je?”
„Met Bengt
„Ging hjj uit?"
Krak knikte.
„Waarheen?”
De detective weea in de richting van *n groot
bosch, dat zich als ’n groot zwart meer achter
het park uitstrekte.
..Heb je Iets ontdekt?"
„Ja."
„Iets gewichtigs?"
ommander Rosendahl. die over verschil-
f lende Amerikaansche luchtschepen het be-
fej voerde en die als commandant der
juchthaven te Lakehurst den ondergang van
de „Hindenburg” beleefde zeide, toen hy door
Amerikaansche journalisten met vragen be
stormd werd:
„Wat er gebeurd Is, weet ik niet. Ik weet
alleen, dat het niét gebeurd zou zjjn, wanneer
bet luchtschip met helium gevuld was geweest!”
En terwijl commander Roeendahl zjjn ouden
vriend, kapitein Lehmann, kort voordat deze
aan zjjn verwondingen stierf, voor het laatst de
jiand drukte, beloofde hjj:
„Dat mag nooit meer voorkomen. Jullie krij
gen helium. Reken erop!”
Eenige uren nadat een verterende gloed de
LZ 139 „Hindenburg” fn minder dan een minuut
tot een vormloos wrak had gemaakt, drong een
goed deel der Amerikaansche pers er bij de re
ferring van Washington op aan, dat zij ten
behoeve der Duitsche luchtscheepvaart het uit
voerverbod van helium ten minste gedeeltelijk
zou opheffen Een dag later beraadslaagde een
senaatscommissie hierover. Nóg een dag later
besloot de „Zeppelin Reederel" de LZ 127
„Graf Zeppelin" uit den dienst te nemen en
de LZ 130 voortaan „Ersatz-Hlndenburg”
ha haar voltooiing niet de lucht in te sturen, alles
in afwachting van het oogenblik, dat de gas
kamers der beide luchtreuzen met helium ge
vuld kunnen worden.
Of Dultschland dan zelf geen helium heeft?
Ja en neen. Dultschland heeft helium, omdat
het lucht heeft. Helium is een bestanddeel van
de lucht,"welke ons omgeeft. De wetenschap
heeft uitgemaakt, dat er ongeveer honderd kilo
meter boven de aardkorst niets anders dan
helium bestaat. Doch het' is ontzaglijk moeilijk
en ongelooflijk kostbaar om het helium uit de
lucht af te scheiden. Practlsch valt daaraan
biet te denken?
Helium treedt voorts overal op, waar aardolie
aangetroffen wordt. Doch gewoonlijk ook hier
in heel kleine hoeveelheden. In heel Duitsch-
land zou men aan de verschillende aardolle-
bronnen niet voldoende helium kunnen onttrek
ken om twee Zeppelins te vullen. Veel rijkere
helium-houdende aardoliebronnen in Canada,
Japan en Noord-Afrlka wordenXnog steeds na
genoeg niet geëxploiteerd, qgndat niemand er
zjjn kapitaal in durft te steken.
Aardoliebronnen, die een loonende exploitatie
mogelyk maken, vindt men alleen in de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika, namelijk in
Texas, Kansas, Colorado en Utah. Ook hier fs
de^iroductie echter zeer beperkt, terwijl er geen
twijfel aan bestaat, of binnen enkele tientallen
Ja.-cr. is de voorraad mtgéput;-
De Amerikanen onttrekken het zuivere helium
aan de uitwasemingen van aardoliebronnen door
middel van een koude-procédé, waarbij tempe
raturen tot zeventienhonderd graden Celsius
onder nul verwekt worden. De koeten zijn zeer
hoog, ook al hepft men ze in den loop der jaren
zeer sterk weten te drukken. In 1920 kostte een
kubieke meter helium honderd-en-tien gulden,
thans ongeveer een daalder! Ook dit laatste be
drag is nog niet zoo gering als het misschien
Ujkt. Berekent men, dat een luchtschip als de
„Hindenburg” een kleine vijf millloen gulden
kost en dat er rond twee-honderd-dulzend ku
bieke meter helium noodig zijn om het de hoogte
in te dragen, dan kan men nagaan, dat een
helïum-vulllng een grooten invloed heeft op den
totalen prijs en dus op de exploitatie van zoo'n
luchtreus.
Het helium, dat te zamen met het neon, het
argon, het xenon en het ki"ytton tot de edel
gassen behoort, werd ontdekt door den Fran-
schen astronoom Janssen. Tijdens de totale zons
verduistering van 1868 stelde hjj in het spec
trum der protuberanties een llcht-gele streep
vast, wat het bestaan bewees van een nog on
bekend soort gas. Hjj doopte zijn geesteskind
met den naam van den zonnegod Helios. Dertig
jaren later slaagde de Engelsche geleerde air
William Ramsay er in, zuiver helium te pro-
duceeren.
Voor het „lichter dan de lucht” heeft helium
dezelfde goede eigenschappen als lichtgas en
waterstofgas, het weegt even veel en heeft
een draagvermogen van 1.05 kilo per kubfeken
meter tegen waterstofgas 1.1 kilo terwijl het
bovendien het belangrijkste nadeel mist, door
dat het onbrandbaar is. Helium, „de vrijgezel
onder de elementen", vermengt zich niet, of
althans uiterst en uiterst langzaam. Deae che
mische traagheid. heeft tengevolge, dat de zuur
stof nagenoeg geen invloed op het helium heeft,
waardoor brand en ontploffing ónmogelijk wor
den.
felijk. Toch was hij gisteren danig in de war.
WH je misschien weten, waarom hij zoo opge
ruimd is? Wel. omdat ik t geheim van de drie
kamers ontdekt heb.”
.Dat is niet mogelijk! Wanneer gelukte je
dat?"
„Dezen nacht. Toen je lekker lag te slapen."
,Js er dan vannacht nog iets gebeurd?”
„Neen. Maar ik heb in dezen gemakkelljken
fauteuil gezeten en over de zaak nagedacht. Ik
rookte en dacht en ik dacht en rookte. En
plotseling stond het geheele geval me klaar en
helder voor den geest."
.Je tergt me, Krag, waarin
geheim?”
.Dat kan ik je nu nog niet zeggen; je zult
dus nog ’n tijdje langer getergd worden.”
„En de misdaad?"
„Wordt voorbereid. Doch deze heeft niets met
de drie kamers te maken. Dat raadsel is opge
lost. maar met die oplossing ben ik weer voor
'n ander probleem komen te staan. Maar laten
we nu naar beneden gaan voor ’t ontbijt.”
De detective en de dokter ontbéten gezamen
lijk met den ouden Aakerholm en diens pleeg
zoon. Asbjöm Krag scheen bijzonder geneigd te
zjjn. allerlei grapjes uit te halen en z.yn.vrooiyk-
heid werkte aanstekelijk op den ouden heer.
Alleen Bengt bleef norsch en zwijgzaam voor
zich uit”Ti!tWh sTtiNqj
De dag verliep, zonder dat er iets bijzonders
voorviel. Even na X ontbijt belde een besteller
aan. die naar Asbjörn Krag vroeg en hem ’n
klein kistje overhandigde. De detective zei, dat
hij zich enkele boeken had laten zenden.
den geboden, ieder 25 minuten uit eigen wer-
rondvaarten maken. Het Weenache kanalen-
net is al even uitgebreid als dat van de Fran-
sche hoofdstad, maar de stad heeft haar toe
gangen tot deze onderwereld voor de leeken
versperd, omdat het zoo vaak voorkwam, dat
misdadigers hun heil zochten onder den aard
bodem.
New York spant natuurlijk weer de kroon
Dat bezit de meest uitgebeelde onderwereld. De
ze wereldstad bezit onder de eigenlijke city de
dimensies van een wezenlijke onderaardsche
stad, waarin slechts een klein aantal insiders
den weg kent. Men kan er urenlang ronddwa
len, meermalen slechts gebukt, soms zelfs krui
pend. doch vaak komt men er nevennissen
bochten en hooge ruimten tegen, zoo groot
als woonvertrekken. Wanneer men als vreem
deling zonder hulp var) een gids de onderwe
reld van New York bezoekt, kan men er ho
peloos verdwalen, doch voor de misdadigers,
die zich door de politie achtervolgd weten, is
de onderwereld van deze grootstad vaak een
uitkomst geweest.
Geweest, zeggen we. want, zooals onlangs in
de New Yorksche bladen te lezen stond, heeft
de politie zich genoodzaakt gezien in de nog
voor vele inwoners van de stad onbekende on
derwereld een razzia te houden en dat deze
noodig bleek, hebben de resultaten van de
jacht uitgewezen. Talrijke dakloozen heeft
men In deze onderwereld gevonden, die het
zich onder de stad, daar, waar de booten niet
komen en waar het te duister Is om er vreem
delingen rond te lelden, zoo huiselijk mogelijk
hadden gemaakt. Deze menschen waren zeer
verontwaardigd, toen de politie hen som
meerde naar de wereld boven hun hoofd te
rug te keeren; zy leidden een rustig bestaan
en waren tenslotte niemand tot last.
Sommigen dezer crisisslachtoffers hadden
hun woonvertrekken zoo comfortabel ingericht,
dat men er zelfs electrisch licht en frisch wa
ter bezat. In deze moderne catacomben
heerscht gewoonlijk een goette temperatuur;
hiervoor zorgen de warmwaterleidlngen onder
den grond. Bovendien hadden de onderwereld-
bewoners over te weinig frlssche lucht niet te
klagen. Degenen, die door de politie op het
spoor gekomen zijn, zijn lang niet allen men
schen van verdacht allooi. Misdadigers maak
ten het zich niet zoo gemakkelijk. Het mee-
rendeel der uitgestootenen waren werkloozen.
die de hooge wonlnghuren de belastingen enr
trachtten te ontloopen.
De New Yorksche politie is voornemens der
gelijke tochten onder den aardbodem meer»
dere malen te houden. Bovendien wil men de
bij de politie bekende toegangen tot de on
derwereld versperren; slechts aan arbeiders,
die aan de ondergrondsche leidingen moeten
werken, zal in het vervolg toestemming wor
den gegeven naar de moderne catacomben af
3988 .k
)888
)653
ken voor te lezen. In den tusschentijd zullen
wij onze gasten met muziek bezig houden.”
Conny voelde zich nu zeer rustig Mechanisch
ging hij staan en begaf zich naar de andere
«al waar aan een groote tafel de jury gezeten
was Stotterend en stamelend stelde Conny zich
voor en bood zijn gedichten aan De voorzitter
keek hem even onderzoekend aan en begon
glimlachend te lezen. Maar buitengewoon zacht
klonk Zijn stem, toen hij het manuscript .neer-
legde en zei: „Gaat u in de studlozaal uw ge
dichten voorlezen. Wees niet bang en zet uw
bescheidenheid opzij Wat u ons gebracht hebt,
is waard, door de menschen aangehoord te
worden
De omroeper stelde hem aan het auditorium
voor zijn keel leek wel toegesnoerd. Het liefst
zou hij weggeloopen zijn, maar eensklaps had
hij zijn zelfbeheerschlng teruggevonden. Hjj zag
Toen de dokter den volgenden ochtend om
negen uur ontwaakte, kwam Asbjöm Krag reeds
van zijn morgenwandeling terug. De detective
schertste en lachte en was in de beste stem
ming.
„Wat ’n prachtig winterweer," riep hij uit,
„en wat ’n heerlijk landschep.
De dokter sprong vlug uit t bed.
,Je ziet er zoo opgeruimd uit,” zet hij. „Is
alles In orde?”
.Alles loopt uitstekend. De oude heer is weer
wat op verhaal gekomen en maakt t voortref-
De wereld onder het plaveisel, waarop de
wereldstads-menschen dagelijks
voetstappen zetten, kan met recht
wereld worden genoemd.
De onderwereld, welke wij hier
heeft niets te maken met die soort wereld,
wélke men gewoonlijk denkt, als men dit woora
hoort. Die onderwereld In de groote steden
hebben wij, moderne, verwende menschen, zeer
noodig. Het stadsleven zou uit zijn voegen ge
raken, wanneer zij haar plichten niet meer
deed. Zij zorgt voor de kanaliseering, voor de
gasleidingen, voor het telefoon- en electrische
net en natuurlijk ook de waterleidingen loo-
pen door deze onderwereld. Een leek zou in
deze warnetten geen weg weten; dat
men dan ook aan de vaklieden overlaten.
In menige wereldstad kan de vreemdeling,
en natuurlijk ook de stadsbewoner zelf, zulk
’n wereld onder den grond, tegen betaling van
entreegeld, bezichtigen.
In Parijs b.v. vinden in de „egouts", bet
reusachtige kanalennet, tweemaal per weer,
rondvaarten voor de vreemdelingen plaats
Men stapt in een daarvoor bestemde boot en
laat zich door de gidsen, die in deze wereld
even zoo goed thuis zijn als in de wereld bo
ven onze hoofden, rondleiden. Natuurlijlt wordt
er voor de noodlge belichting gezorgd.
Ook In Weenen kon men vroeger dergelijke
.Mijn studie neemt me zoozeer In beslag."
verklaarde hij, „dat Ik op reis steeds boeken bjj
me heb."
Hjj liet het kistje direct naar zijn kamer bren
gen.
De dokter had bjj deze comedie stil toegezien,
innerlijk ten zeerste verbaasd. HU wist, dat
Asbjörn Krag zich met geen andere lectuur
bezighield, dan voor X uitoefenen van zUn be
roep strikt noodzakelUk was. Er moest dus iets
anders achter zitten en zoodra de detective
zich naar zijn kamer begaf, volgde hU hem.
Toen hU binnentrad, had Krag het kistje reeds
geopend.
„Sluit de deur achter Je,” riep hij den dokter
toe,
„Wat ben je nu weer van plan?" vroeg deze
nieuwsgierig.
,Jk breng 'n beetje orde In m'n boeken,” ant
woordde Krag.
De dokter trad naderbij De kist bevatte niets
anders dan glasscherven. Krag haalde het eene
stuk glas na 1 andere te voorschijn en legde
ze voorzichtig voor zich neer, als was X 'n kost-
bare schat. o
„Zie Je niet, wat X is?" vroeg hy en zuchtte
van inspanning HU nam een nieuwe scherf uit
de kist en onderzocht die nauwkeurig. ..Het zijn
de scherven van den spiegel, dien Aakerholm
stukgesmeten heeft.”
„Allemachtig! Waar heb je die toch vandaan
gehaald?"
„Dezen morgen vroeg trok ik al op onderzoek
uit en een der gewichtigste vragen voor mu was.
of alle stukken van den spiegel nog aanwezig
„U bent my nog altyd X antwoord schuldig
°P mUn vraag,” zei hy. „Wat doet u zoo laat
*n den nacht nog buiten, dokter? Het is toch
niet X paviljoen, dat u zoo interesseert?”
Asjörn Krag greep dit uitgangspunt met beide
handen vast.
Juist, X was X paviljoen," zei hU. ,4k geloof
no« altyd, dat X een levend wezen was, dat
°P uw vader schoot. En toen ik naar bed wilde
gaan, viel me in, dat er misschien in de fun
damenten van X paviljoen nog ’n schuilplaats
kon zyn. Die werden Immers door de arbeiders
niet onderzocht?”
.Maar was X dan wel noodig om dat midden
hl den nacht te doen?"
•Jk kon m’n nieuwsgierigheid niet langer be
dwingen."
hU sluipt door X huis als 'n dief, dokter"
„Of als ’n detective," .antwoordde Krag, luid
lachend.
By deze
staarde den
oogen aan.
„Wie is dan de misdadiger?”
„Dat weet ik nu nog niet, maar ik denk wel,
dat ik morgen meer zal weten. Overigens kunnen
we nu niets beters doen, dan gaan slapen, maar
maak eerst den hond even los."
In 1930 hééft men een nieuwe methode ont
dekt om helium te winnen. Men stelde nameiyk
vast, dat zich uit monazlet-zand vroeger een
zeer waardevol mineraal, omdat men het noo
dig had by de fabricatie van gaskousjes, doch
sinds den triomftocht van de electrische gloei-
lamp sterk op den achtergrond geraakt
neer men dit sterk verhit, heUum afscheidt. Be-
[éénvoudig Is Intusschen ook dit procédé
niet Om één enkele Zeppelin te vullen toch zou
men honderd-vyftig-dulzend ton monazlet-
zand moeten bewerken.
Men treft dit mineraal In groote hoeveelheden
voomamelyk aan In BrazUié en op Ceylon. En
geland, dat zelf geen luchtschepen meer bezit
of bouwt, doch dat niettemin niet afhankeiyk
Khynt te willen wezen van Amerika, heeft ern
stige plannen om uit het monazlet-zand op
Ceylon helium te gaan winnen.
Dr. Eckener, de bekende Duitsche luchtvaar
der, heeft er steeds voor gestreden om de Zep
pelins met helium en niet met waterstofgas te
vullen. Hy diende indertyd een plan in, dat be
oogde, de Duitsche luchtschepen, telkens wan
neer zy een tocht over den Oceaan maakten,
zoo veel mogelyk helium mee te laten nemen
naar Dultschland, waar het dan In speciale hou
ders kon worden bewaard. Vermoedelyk voor
zag hy, wat later ook gebeurd is. dat Amerika
vr°eg of laat den uitvoer van helium, waarvan
het maar een kleinen, snel verminderenden voor
raad heeft, zou gaan belemmeren. Dr. Eckener
vond echter weinig steun. Naar aanleiding van
de Hlndenburg-ramp verschuUen zfch wel-ls-
waar vele Instanties achter zijn officieel oor
deel, dat de vulling met waterstofgas by de
proefvluchten uitstekend voldaan heeft, doch
men mag gerust aannemen, dat dr. Eckener dit
oordeel pas uitaprak, toen hy ook weg inzag,
dat er van een vulling met helium niets komen
zou en hy dus tusschen twee kwaden het min
ste moest Jtiezenopstygen met waterstofgas of
de „Hindenburg" in haar hangar laten.
Intusschen wordt er in Dultschland hard ge
werkt om een surrogaat te vinden voor helium.
Onafhankelyk zijn van het buitenland, dat is
het groote ideaal aan gene zyde onzer Ooster-
grenzen. En het valt niet te ontkennen, dat de
Duitsche chemici al dikwijls het ónmogelijke
mogelyk maakten.
Of dit nog eens lukken zal....?
onny had er ten langen laatste geen zin
meer in. te vechten om een slaapplaats in
de gangen van de Subway. Conny wilde
veer werken, verdienen en bovenal in een bed,
een echt bed slapern Wat was dat voor h leven,
dat hy nu al sinds maanden In New York leid
de? Er moest wat gebeuren. Wat. dat wist de
goede Conny abeoluut niet; maar het was nu
pas 6 uur Op de gewone manier een .Job" te
vinden, was zoo goed als buitengesloten En als
hy er al een vond, dan werd hy ha aes dagen
toch beslist weer ontslagen Hy kende dat al;
In de laatste maanden had hy een menigte be
roepen uitgeoefend. ..uitgeoefend in de ware
beteekenls van het woord. Maar den laatsten
tyd leek het wel, alsof heel New-York tegen
hem aan het samenzweren was Waar hy zich
ook Andiende. overal klonk hem: „We zijn al
Voorzien” als antwoord tegemoet „Keep smiling”,
noemden het de Yankees. Hy voelde er zich te
goed voor, maar anders had hy zich by de
.gangsters" aangesloten. Doch Conny kon nie
mand leed doen, zelfs geen dier, laat staan, dat
hy op menschen zou kunnen schieten. Zelfs
niet, al werd hy nog zoo erg geplaagd door heel
New-York, honger en koude. Hy bleef een
.greenhorn".
Met deze diepzinnige beschouwingen was zijn
geest bezig, toen hy zyn dagelykschen gang
door de straten van de steenen woestijn begon.
Minutenlang stond hy voor een half verrotte
banaan, die de een of ander had verloren. Door
honger gemarteld, greep hy toe en peuzelde,
hoeveel afkeer hy er ook tegen had. de vrucht
op. Dan werd hy door den menschenstroom
verder gedreven. En zyn gedachten bepaalden
zich tot eten, drinken en slapen. Zoo kwam
Conny In de buurt, waar het 60 verdiepingen
hooge paleis van de Radio-Electric-Company,
boven alle omliggende gebouwen uitstekend,
den toon aangaf. Juist werden de nieuwsbe
richten uitgezonden, zooals zesmaal per dag
door middel van zes reuzen-luidsprekers ge
schiedde.
Onverschillig luisterde Conny Maar meer ge
ïnteresseerd was hy.toen de omroeper bekend
maakte, dat 's avonds om acht uur in de groote
studlozaal onbekende dichters en schryvers zou
den optreden, die by dezer, tot deelname werden
opgeroepen Hoorde hy goed of droomde hy?
Conny bleef nog even staan en de oproep werd
herhaald. Hy had dus goed geluisterd, maar
wat baatte het hem nog? Ooit hoe lang was
dat alweer geleden? had hy gedacht, een
dichter te zyn. Maar de uitgevers hadden steeds
beweerd, dat hy niets was en zou blijven. Toen
had hy alles, wat hy geschreven had, verbrand,
en was geworden, wat hy nu was. Een misluk
keling. zooals duizenden anderen. Alleen een
paar kleine gedichtjes had hy bewaard. Maar
wie las er nu nog gedichten, en dan nog wel
gedichten van een onbekende?
Nlettemlrl besloot hy naar de studlozaal te
gaan; hy kon het toch probeeren. Er kon hem
niets anders gebeuren, dan dat men hem op
straat zou zetten en daar was hy wel aan ge
wend In een koortaachtlgen toestand, welke
hem den anders zoo plagenden honger deed
vergeten, bleef hy voor het radlogebouw staan.
In hoop en vreeze kropen de minuten tergend
langzaam voorby. Maar eindelyk was het dan
toch acht uur. Een groote angst, dat hy toch
niet toegelaten zou worden, belette Conny het
dalen. Maar de werkloosheldsellende in
New-York is groot en ondanks Roosevelt's
,new deal '-plannen zal het nog lang duren,
tot het crisisspook, dat zoovele menschen van
den arbeidersstand treft, voorby gegaan* is. De
onderwereld van New York zal voorloopig nog
wel een veilige toevlucht voor menig crisis
slachtoffer biyven.
gebouw binnen te treden. Auto na auto reed
voor. Deftige heeren. elegante dames gingen
hem voorby. Niemand scheen hem te zien. Het
was. alsof hy lucht was. Zelfs de politie-agent
op den hoek Interesseerde zich niet voor hem.
Maar In een plotselinge opwelling van trots
ging hy naar binnen. Ongehinderd kwam hy in
de studlozaal; de voorzitter van de jury sprak
juist een begroetingswoord. Conny hoorde ech
ter niet, wat hy zei. Applaus wekte Conny uit
zyn apathie. Nu betrad een andere heer het
podium en Cwiny, thans geheel wakker gewor
den. luisterde met gespannen zenuwen toe:
.Dadles en gentlemen. Ik verzoek myn onbe
kende collega's
zich met hun
manuscripten
naar de zaal
hiernaast te be
geven
hunner zal de
gelegenheid wor-
waren. En waarachtig, ze waren er nog. *n Stal
knecht had alles op 'n vuilnishoop gesmeten, heel
achter in 'n verlaten hoekje van X park. Ik
kwam met 'n rondtrekkend voddenkoopman
overeen, dat hy X heele zaakje zou opkoopen
en my de scherven, netjes verpakt In 'n kistje,
zou doen bezorgen. Het arrangeeren van der-
geiyke trucjes is myn fort, begryp je. Ik kon
toch bezwaariyk aan den knecht vragen of Ik
die glasscherven mocht hebben. Bonder daar
door opalen en vermoedens op te wekken.
Daarom had Ik de hulp noodig van dien koop
man."
De detective onderzocht
scherf nauwkeurig.
,Ja. ze zyn er allemaal,” zei hy. „Ik zou dan
spiegel weer compleet kunnen maken." Hy be
keek de scherven telkens weer opnieuw en
schudde het hoofd.
.Ken eigenaardige spiegel," mompelde hij.
„een eigenaardige spiegel.”
Toen in de huiskamer beneden de lampen
aangestoken waren en de koffie en sigaren op
tafel stonden, scheen Aakerholm weer de oude
te zyn. Asbjörn Krag liet hem met den dokter
alleen praten. Hy zelf had Intusschen met Bengt
een Interessant gèsprek onder vier oogen. Krag
vroeg den pleegzoon, wie de dame was, met wie
zyn vader in X huweiyk wilde treden.
Bengt gaf van haar een beachryving. <Me vrij
wel overeen kwam met wat de dokter hem ver
teld had.