De avonturen van Stan en Pol
oertaal aan den dag
DE RUSSISCHE LUCHTMACHT
F 250.-
F 750.-
F 750.-
Een veeleischend
genotmiddel
DE GEHEIMZINNIGE
Hl KAMERS Hl
DOOR SVEN ELVESTAD
DONDERDAG 27 MEI 1937
GEEN DEFENSIEF
KARAKTER
van een neef
L
C
1
i
4700 moderne vlieg
tuigen sterk
Doodenvereering te
Haïti
r
ATT T? A 0,3 dlt blad z|Jn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen |4* 7^0 b^ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door I4’ 7^f~l bü een ongeval met
4| «r1! AA T w aj ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen Uv» verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen doodelljken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Driekwart van het wapen ia naar
het Weaten georiënteerd en
vrywel geheel voor een
aanval beachikbaar
HONIG 5 BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 257. zwaarder dan de meeste andere.
dit
in
en Pol vonden het erg mooi en ook de Maan vond het prachtig.
Nu konden ze alles goed hooreru Schuin onder zich keken
hem
kunnen doen. Thans toonde de maan hun een ander huls. Hier
ze In een kamertje, dat er erg armoedig uitzag. In een verve
loos bedje zat een kindje rechtop en keek naar de Maan.
Pol beslooot om het huisje waar het jongetje woonde, goed
„Maantje tuurt, maantje gluurt,zong het kind zacht. Stan
IV
(Wordt vervolgd)
„Het is een lief Jongetje," zei de Maan. „Eiken avond zingt hü
een liedje voor' mU, tenminste als hü mij zien kan.
was een groote kamer. Het licht was uit en ook de gordijnen
waren dicht. De kabouters waren erg teleurgesteld.
Twee
hebben
spanning en de dokter voelde, dat er nu.iets
moest gebeuren.
IN DEN WINTERNACHT, BUITEN
GESTORVEN
1
1
1
1
ka
ril
lei
de
de
de
au
va
b
h
1
<1
I
v
11
o
d
t
r
C
m
U
Ie
ry
el'
ge
ra
dl
OF
e
1<
1
i
i
t
1
1
he
vei
.loc
te
1
In 1936 werd in de Ver. Staten
meer geld voor tabak dan
voor brood uitgegeven
HiiiiiiinniiHiiwHiiiiiiMiimiNiiii
I Zoo 'n sukkel
„AJs je eens wist hoe potslerlijk je er uitzag,
toén je als een hardlooper dien trein achterna
holde. X Is alleen maar jammer, dat je hem
niet gehaald hebt."
.Jk behoef je niet te zeggen,” ging Olly voort,
„dat ik opgelucht was, toen ik Ella zag, maar
haar spottende toon beviel me volstrekt niet,
en,nog minder de blik, waarmede de lange be
jaarde heer, die haar oom bleek te zijn, me van
*t hoofd tot de voeten mat en duidelijk ver
staanbaar zei:
„Zoo’n sukkel van een neefl!"
„Waarom vind je X zoo jammer, als Ik je
vragen mag?” vroeg Ik aan m’n vrouw.
Ze lachte en zei: „XSchijnt dat je den naam
van dit station niet eens gezien hebt."
.Heen, dat heb Ik ook niet.”
Ik keek op en daar stond met groote letters:
Vehvllle.
Het was het station, waar we moesten uit
stappen. Dat is alles. Maar om nu dagelijks
door mijn oom voor een halven idioot, voor een
sukkel te worden aangezien, neen, daar moest
ik niets van hebben. Trouwens, die oom van
Ella beviel me niets. Op den duur had ik toch
niet met hem kunnen opschieten. Daarom be
sloot ik de beenen te nemen en weer bjj jullie
te komen. Nu weet Je de heele historie, maar
spreek er met niemand over."
Ik beloofde dit en hield woord, maar dat ik
er niet over zou „schrijven” had Olly niet ge
zegd. Dus....
Het Is een proef. We zijn overigens erg scep
tisch ten opzichte van het resultaat. Zelden
aanvaarden de menschen Ersatz voor een een
maal ingeburgerd genotmiddel.
Het woord vereering is hier eigenlijk mis
plaatst, althans in onze Westersche oogen. De
ceremoniën, die de aanhangers van den voedoe-
cultus hun dooden doen ondergaan, zijn na
melijk allesbehalve eerbiedig. Onder anderen
worden de begravenen na enkele dagen wel
eens <®>gegraven en men maakt bij die gele
genheid uit hun hersens een soort zalf, waar
aan dan het meedeelen van een zekere intel
ligentie wordt toegeschreven. Het hart van het
Hik wordt gedroogd en verleent aan dengenc,
die er een stukje van eet, of het In een leeren
zakje op zjjn borst draagt, den moed van een
leeuw, en uit de overige deelen van het doode
lichaam worden liefdesdranken en talismans
voor alle mogelijke doeleinden geprepareerd.
De voedoe-cultus, een oerpude, maar sterk
verbasterde traditie uit den Soedan van het
zwarte Afrika, vanwaar Immers de voorouders
der huidige negerbevolking naar West Indlö
werden getransporteerd, is echter op het eiland
niet meer algemeen.
De boeren op het land kennen aan de doo
den niet meer zooveel tooverkracht en geheim
zinnige Invloeden toe, maar staan met hen op
een zeer vertrouwelijk te noemen voet. Seabrook,
een goed kenner van deze streken en van de
K M. per uu
Tweepersot
machinegewe
weren, actief
KM. per
Alle Ji
hujn mi
De
De oude heer werd steeds vroolljker.
.Heen maar, dat Is 'n mop!” riep hij uit.
.Hoor dat jongmensch eens! M’n beste jongen,
heb je in je leven al wel eens kruit geroken?”
.Schieten is mijn eenlggte liefhebberij,” ant
woordde Krag, „en met ’n revolver heb Ik ’n
tamelijk zuiver schot.”
.Dat wil ik zien.”
„Ik ben gaarne tot uw dienst. Als de heeren
een oogenbllk geduld hebben...." en met deze
woorden verliet hij de kamer.
Spoedig kwam hij terug, het kleine zwarte
kistje in de hand. HIJ opende dit en nam er
twee revolvers uit, twee kleine dingetjes, met
goud beslagen. De geringschatting van den ouden
heer begon plaats te maken voor ontzag. HU
bekeek ze nauwkeurig en geïnteresseerd en legde
ze voorzichtig op zUn hand, als was hij bang,
dat hü ze anders tot gruis zou knüpen.
Wat een fün stuk werk was dat!
..Laat ons eens 'n schot zien!” riep hU uit en
reikte Krag een der revolvers over. De andere
hield hü zelf.
Krag bevestigde een stukje papier aan den
dikken eiken balk onder het bovenlicht van de
veranda-deur. Daarna stapte hjj zoover moge-
lük de tegenoverliggende, aangrenzende kamer
binnen, mikte een oogenbllk en schoot. De
kogel boorde een gaatje door het middelpunt
van het kleine papiertje. Het was een prachtig
schot. Aakerholm stond op en had Krag, uit
louter bewondering, wel willen omhelzen.
„Ik bied m’n excuses aan,” riep hU uit, „ver
geef me. Dat was een voortreffelijk schot. Maar I
nu wil ik X ook eens probeeren.”
glasfabrikanten
een onbreekbare
flesch vervaardigd. Om nu
hun uitvinding bij het pu
bliek ingang te doen vin
den, lieten zij zich in deze
houding- fotografeeren.
We vragen ons echter af,
of zij wel ernstig gepoogd
hebben, uit te maken, wie
het langer zou uithouden:
hun schedel of de flesch.
luchtmacht,
de passieve
organiseert.
eind 1936
4
„Zü is dus betrekkeluk nog jong en n knappe
vrouw?”
„Ja.”
De detective keek Bengt doordringend aan,
doch stelde zijn vragen op 'n ietwat schertsen
den toon.
„Zou X elgenlUk niet beter zün, als u met haar
trouwde?”
Bengt wilde het gesprek afbreken. HU stond
op en toonde zich uiterst beleedlgd. Doch Krag
hield hem tegen.
„EerlUk gezegd, komt X mU voor,” ging Krag
verder, „dat uw vader te oud is om nog te trou
wen.”
,D*t vind ik ook,” antwoordde Bengt.
Jute». Maar dan diende u toch die trouw
plannen tegen te werken, of hebt u dat mis- i
schien reeds gedaan?”
Bengt aarzelde even. Dan antwoordde hjj:
,Jk heb vader natuurlUk gezegd, hoe ik er
over denk. Maar,” ging hjj verder, terwUl hjj op i
■n komische wUze een overdadig gebruik van
vreemde woorden maakte, „het was van mün
kaart vast Het was hartenaas. HU schoot van
uit de nevenkamer en trof de kaart midden in
het hart.
De kamer hing nu vol kruitdamp. Maar den
ouden heer scheen de prikkelende reuk goed te
doen. Met opgeheven hoofd trad hjj op Asbjöm
Krag toe, om diens complimenten over zün
meester! Uk schot in ontvangst te nemen. Krag
echter bleef onverschillig en kalm in zUn stoel
zitten. HU verzocht Aakerholm, hem het pistool
even te laten zien. Deze reikte X hem over.
Nadenkend liet de detective het pistool op zün
hand rusten, las schUnbaar zonder eenlge inte
resse de inscriptie op de kolf en zei dan plot
seling, opkUkend naar Aakerholm:
„Zoo, en dit pistool was X dus.”
Deze woorden werkten op den ouden man als
een dolksteek. Met van ontzetting wyd-openge-
spalkte oogen staarde hü den detective aan en
schreeuwde met heesche stem:
„Wa.... wat.... wat wilt u daarmee zeggen?”
Krag antwoordde onverschillig:
„Wat ik daarmee zeggen wil? Niets bUzon-
ders. Dit is dus uw pistool, wil ik zeggen. Het
schiet zuiver.”
De oude heer zweeg. Een halve minuut lang
keek hü Krag onderzoekend en doordringend
aan. Toen hü zich elndelUk in zün stoel liet
vallen, waren de angst en schrik van zün ge
zicht nog niet verdwenen. i
Vensters en deuren werden door binnensnel
lende bedienden geopend en de dikke rook
zweefde in lange slierten naar bulten.
bij verlies van een band,
een voet of een oog.
ret oily Parson werk ik op X zelfde kan
lij toor. Toen Olly het kantoor verliet om
-L’-t- bU een oom van z’n vrouw z’n geluk te
beproeven, speet me dat geweldig, want met
Olly en z’n vrouw Ella was ik zeer bevriend.
M’n collega had dien oom nog wel nooit gezien,
maar Ella verzekerde, dat d*r man daar een
levenspositie zou krUgen.
Een week na z’n vertrek met den Cumberley-
express, toen we hem allen op X kantoor erg
misten. want hü was niet alleen een knap
zakenman, maar ook een joviale kerel kwam
Olly op een morgen weer doodkalm binnenstap
pen en vroeg beleefd en bedaard aan den direc
teur of hU z’n hoed weer mocht ophangen.
Sindsdien is hü weer een der onzen.
Eenige dagen later vroeg ik aan Olly waarom
hu weer zoo vlug teruggekomen was..’..
„Het spreekt van zelf,” zei ik, „dat we dolblU
zUn, nu je weer bü ons bent, maar we hadden
toch gedacht, dat je bü je oom een levens
positie zou krügen.”
„M’n oom,” begon Olly z’n verhaal. ,4s dlrec-
teur-generaal en grootste aandeelhouder van de
Bondelcund-Company, een prachtzaak. maar
we konden het niet best met elkaar vinden. Ik
geef toe,” grinnikte m’n collega, „dat de eerste
indruk, dien hU van me kreeg, wellicht niet de
snuggerste was, maar dit was mi. nog geen
reden, om me aanhoudend te plagen en me
aan z’n kennissen voor te stellen als „z’n sukkel
van een neef.” Dat hield ik nog geen week uit;
toen begon het me geweldig de keel uit te han
gen, en dat heb ik duidelUk te kennen gegeven
ook.
„ElgenlUk kwam het zoo. In den trein zei ik
tegen Ella, dat ik een beetje door de wandel
gangen ging loopen om een sigaar te rooken.
Toevallig trof ik een paar kennissen aan en
onder X praten lette ik niet op den tUd. De
trein begon langzamer te rüden en stopte. Ik
vond toen, dat ik tegenover m’n vrouw niet al
te hoffelUk geweest was. Dit wilde ik weer goed
maken, begaf me naar de stationsrestauratie en
kocht daar een groote doos met bonbons. Ik
moest op wisselgeld wachten en, enfin, om X
niet te lang te maken, toen ik weer op X perron
kwam, had de trein zich reeds in beweging ge
zet. Als een idioot rende ik het perron af, den
trein achterna. X Was natuurlUk te laat. De
trein reed al heel gauw „full speed”. Door X
harde loopen op X uiterste puntje van X perron
struikelde ik ook nog, en viel languit op den
grond. M’n doos bonbons vloog open en de lek-
et te bekend genoeg, dat Duitschland zich
sterk voor Ruslands militaire macht in
teresseert, in het bUzonder voor de lucht
macht, die door Duitsche deskundigen tot de
sterkste ter wereld gerekend wordt. Daarom zal
er zeker belangstelling bestaan voor een aan
Duitsche bronnen ontleende beschouwing in het
Fransche blad L’Aéro, die we hier in hoofd
trekken laten volgen.
Rusland te het eenige land van Europa, dat
door zUn geweldige uitgestrektheid nimmer uit
de lucht alléén voldoende bestreden zou kunnen
worden. Al zün industrieën zün ver van de
grenzen verwUderd en beschermd door vele jia
tuurlUke hindernissen. Moskou, de hoofdsnwi
te op 700 K M. van de Poolsche grens verwüdero
en de industrieele centra aan de Wolga. den Dom»
in den Oeral en in Siberië liggen op zulke enorme
afstanden van de naastbUzUnde grens, dat zü
reeds daardoor tegen eiken luchtaanval Be
schermd zün. Daarom heeft Rusland practise!)
gesproken geen defensieve luchtmacht noodlg
en niettemin heeft het zich een geweldig lucht
wapen gesmeed, waarschUnlUk het machtigste
ter wereld. De Sovjet-luchtmacht bestaat op het
oogenbllk uit 4700 moderne vliegtuigen van ver
schillende categorieën, en dit aantal wordt nog
voortdurend uitgebreid.
Politieke en geographteche factoren maken,
dat Rusland zich op twee fronten moet kunnen
^verdedigen: vooreerst aan zUn Westgrens in
Europa, en verder in het Verre Oosten. Tegen
het einde yan 1936 waren nabU deze Westgrens
ongeveer 3500 vliegtuigen samengetrokken, en
1300 aan de Oostgrens in Azië.
In het Westen heeft Rusland vUf luchtmacht-
centra geschapen: le. het centrum Leningrad
dat 1000 vliegtuigen omvat en het NoordelUl
gedeelte van de Oostzee, Finland en de Baltische
staten bestrijkt; 2e. het centrum Smolensk
(WitebskMinsk), gericht tegen Polen en War
schau, dat 1000 vliegtuigen omvat; 3e. het cen
trum in de Oekraïne (Klew. Odessa), dat Roe
menië en de Zwarte Zee domineert en onge
veer 400 vliegtuigen omvat; 4e. het centrum
Moskou, dat zich achter de eerstgenoemde cen
tra bevindt en een reserve voor hen beteekent;
hier bevinden zich ongeveer 700 vliegtuigen; 5e
het centrum Charkow, dat de Zwarte Zee be-
heerscht en de bUzondere reserve van de
Oekraïne vormt, hier bevinden zich ongeveer
400 vliegtuigen.
De eerste linie van centra der luchtmacht
volgt dus de Westgrens en strekt zich met regel
matige tusschenrulmten uit tusschen Leningrad
en Odessa. Daar achter bevindt zich een tweede
linie, die zich uitstrekt van Charkow naar Mos
kou. Deze verspreiding te uit strategisch oogpunt
zeer-gunstig, omdat elke bedreiging van de flan
ken uitgesloten is; de Noordkant wordt be
schermd door de Ijszee en de zwakheid der
Baltische staten, de Zuidkant door de Zwarte
Zee en de onvoldoende militaire sterkte van
Roemenië.
Driekwart van Ruslands militaire luchtmacht
is dus naar het Westen georiënteerd; voor de
verdediging is zü. practlsch gesproken, niet
noodlg, zU kan dus geheel voor een aanval ge
bruikt worden.
Het primaire element van de Russische lucht
macht vormt het escadrille. Een eskader be
staat uit verschillende escadrilles, terwUl de uit
verschillende eskaders bestaande brigade de
grootste tactische eenheid van de Russische
luchtmacht vormt. Divisies en corpsen der lucht
macht bestaan er niet.
Een brigade bestaat uit formaties van aller
lei categorie. Niettemin te men op het oogenbllk
bezig brigades van homogene samenstelling te
formeeren; in den sector Leningrad büvoor-
beeld zün reeds verschillende brigades uitgerust
met hetzelfde type zware bombardementsvlieg
tuigen voor lange-afstandvluchten.
De vorming van homogene brigades, jacht
vliegtuigen en verkenners is in voorbereiding.
In de omgeving der groote steden bevinden zich
formaties jachtvliegtuigen en verkenners, die
uitsluitend belast zün met de samenwerking
met de luchtafweerafdeellngen op den grond;
uit organisatorisch oogpunt zUn zü gescheiden
van de aan het front opereerende luchtmacht.
DergelUke beschermingsbrigades bevinden zich
o. a. nabU Moskou en Leningrad.
Buiten het kader der luchtmacht vallen
voorts de speciale formaties, die tot de land
macht behooren en alleen verbindingsdiensten
verrichten, het richten der artillerie regelen
enz. Deze zün ingedeeld bü de landmacht en
de marine.
Den Isten October 1936 omvatte de Sovjet-
luchtmacht ongeveer 1400 zware bommenwer
pers voor operatie over langen afstand, 1700
kemjjen buitelden over de rails. Ik krabbelde
weer op en liep terug. Er zat niets anders op.
NatuurlUk had ik geweldig X land. De statior».
chef, die moeite had een spottend lachje te on
derdrukken, vertelde me, dat de volgende trein
eerst over 3 uren, 54 minuten vertrok. Even
dacht ik na en besloot een telegram aan Ella
te zenden. HU gaf me een formulier en vroeg:
„Naar welke plaats?”
.Haar Venville.” antwoordde ik.
Op dit oogenbllk voelde Ik een hand op m*a
schouder endaar stond Ella, met m’n hoed
in d'r hand en m’n overjas over d’r arm, en
daarnaast een
kruier met de ba
gage en vlak ach
ter haar een
lange, magere,
grUzë heer.
„Lieve schat,"
lachte m’n vrouw.
-Ate i
leen
kant niet meer dan een gentlemanlike, fUnge-
voelde oppositie.”
Het woord .gentleman” gebruikte hü al heel
vaak en soms in den meest zonderlingen samen
hang.
Krag ging onverstoord verder:
„Van 'n zuiver financieel standpunt gezien,
zou X 'n voordeeltje voor u zUn, als dat huwe-
lUk niet tot stand kwam. De erfenis...."
Maar nu stond Bengt ostentatief op en ver-
wUderde zich met een gezicht, alsof hU wilde
zeggen: Bah! wat 'n brutale kerel!
Op hetzelfde oogenbllk lachte de dokter luid
op, om een van Aakerholm’s verhalen. De oude
heer was weer eens op de prairiën aangeland,
temidden van Indianen, buffeljagers en wilde
paarden.
„Geen woord gelogen," beweerde hU met een
ernstig gezicht, ,jk mikte op zUn linkeroog en
trof hem juist in de pupil. En dat op ’n afstand
van meer dan twee honderd pas.”
Asbjöm Krag trad op de belde heeren toe en
vroeg vriendelUk:
„Pardon, was dat met een revolver?”
„Welnee, hoor me nu toch zoo'n groentje eens
aan. Met "n buks natuurlUk, jou onnoozele
dwaas.”
Aakerholm hield er een eigenaardige, zeker
niet conventioneele titulatuur op na, als hu in
’n goede bul was.
Dit was voor Krag echter geen aanleiding om
zich beleedlgd te gevoelen, en hoewel hU Ui tikje
minachting maar moeiljjk wist te onderdrukken
zei hU slechts;
„Wel zoo.”
en dezer dagen heeft men te ParUs in het
["4^ Museum Galliera een tabakstentoonstel-
ling geopend, waarop men de geschiede
nis van de tabaksplant in den loop der eeuwen
kan nagaan. In de laatste jaren zjjn in Frank-
rük vaak stemmen opgegaan, die van de Fran
sche regeering verlangen, dat den beroemden
Jean Nlcot grootere eer zal worden bewezen
door de oprichting van een standbeeld te ParUs.
Thans heeft de ParUsche gemeenteraad einde-
lijk opdracht gegeven tot het plaatsen van een
gedenkteeken voor Jean Nicot. Ook andere
mannen, die in den tUd van de opkomst van
de tabaksplant een belangrUke rol speelden,
zullen door FrankUk niet worden vergeten.
Tot nu toe scheen het historisch vast te
staan, dat Jean Nlcot, als gezant der Fransche
regeering in Portugal, in het Jaar 1559 eerst
met de tabaksplant naar Lissabon ging en van
daaruit de plant naar FrankrUk bracht en
Frans II een geschenk gaf in den vorm van
zulk "n plant; een geschenk, dat overigens met
achterdocht werd aanvaard, en waarover de
vorst niet eens zoo bUzonder enthousiast was.
Doch thans weet men, dat de historicus en
cosmograaf van dienzelfden konlng reeds twee
jaar voordien van een Braziliaansche reis te
rugkeerde, op deze reis de tabak probeerde te
rooken en als eerste de plant op Franschen
bodem bracht. In Spanje was de plant reeds
lang voordien de kronieken schrUven van
het jaar 1550 door den Spaanschen arts Ric
cardo de la Fuente ingevoerd.
De Europeesche geschiedenis van de tabaks
plant heeft een reeks duistere punten, welke
zelfs niet uit den weg warden geruimd door de
Interessante pUpen der groote zeeroovers, thans
geëxposeerd in het Gallieramuseum te ParUs.
De Portugeezen zUn schuldig aan het feit, dat
de tabak over de geheele wereld bekendheid
verwierf en ook naar Azië kwam en in de 17e
eeuw in TurkUe en Duitschland werd gebracht.
In mldden-Europa werd de tabak aanvankelük
met achterdocht beschouwd. Men meende, dat
men met langzaamwerkend vergif te doen had,
doch toen men bemerkte, dat een matig ge
bruik ervan geen schade, noch aan het lichaam,
noch aan de hersenen deed, werd de plant in
alle landen gekweekt en overal scheen zU goe
den gedUgrond te vinden.
Het zal voor ons, menschen der 20e eeuw,
hetzelfde blUven, of de historici Catharina de
Medici dan wel den Engelschen cavalier Sir
Walter Raleigh aansprakelUk willen stellen
voor het feit, dat het rooken in West-Europa
en later ook in geheel Centraal-Europa en in
het Oosten, een ware plaag werd. Want dat is
het intusschen geworden, al zal men dit op het
eerste gezicht ontkennen. Ouderdom speelt al
lang geen rol meer bU het tabaksgebruik. Wat
evenwel het ergste te: De statistieken der Ver-
eenlgde Staten voor het afgeloopen jaar 1936
hebben uitgemaakt, dat gedurende dit jaar
meer geld voor tabak dan voor brood werd uit
gegeven!
De tabak is dus een wel zeer veel etechend
genotmiddel.
Volgens de statistieken werden in die 366 da
gen niet minder den 334.607.431.257 sigaretten
gerookt. Verder veranderden 4.703.883.947 siga
ren in asch. En tenslotte werden niet minder
dan 95.875 ton tabak in de pUpen gestopt, als
pruimtabak gebruikt of als snuiftabak in den
neus opgesnoven. Ofschoon Amerika aan den
tabakshandel jaarlUks belangrUk verdient, ziet
de regeering der Vereenigde Staten de toekomst
in deze toch allesbehalve rooskleurig in. Roo
sevelt noemt het gebruik van de nlcotlana
tabecum een ondergraving van de volksgezond
heid en het zal niet lang meer duren, of Ame
rika krUgt speciale Tabakswetten, welke vooral
jeugdige personen zullen betreffen.
Aan een tabaks-prohibitie wordt niet ge
dacht. Men weet, dat men door dwangmiddelen
op dit gebied niets zal bereiken; het zou gaan
als gedurende de „droge” jaren van Amerika.
Doch men gelooft een uitweg te hebben ge
vonden, die de regeering zeker zal kunnen hel
pen in haar streven op dit gebied. De commis
sie, welke door de regeering werd samengesteld,
en die opdracht had gekregen onderzoekingen
te doen, heeft een kleine plant ontdekt, welke
den naam van lobelia inflata draagt. Deze
plant heeft tabakachtige bladeren. ZU laat zich
verwerken als dë tabaksplant en heeft zelfs een
tabakssmaak.
Men zal er evenwel voor dienen op te passen,
dat alle, de gezondheid schadende bestanddee-
len, uit de plant worden verwUderd. Dat wil
zeggen, dat de grootste vUand voor de gezond
heid geen vat kan hebben op den mensch, die
de lobalia inflata gebruikt in zün PÜP. zUn
sigaar of sigaret. Het rooken van de sigaretten,
waarin lobalia inflata wordt verwerkt zal bo
vendien niet spoedig een hartstocht worden,
zooals bü de gewone tabak het geval vaak te.
Het is slechts nog de vraag, of het groote pu
bliek de tabak zal willen gebruiken; of het
genegen te de nicotiana tabacum te ruilen tegen
de minder schadelüke, doch minder pittige
lobalia Inflata. Amerika wil het in elk geval
probeeren. En Indien het publiek zich in be
ginsel niet genegen toont de regeering te hel
pen bü haar bestrüdlng van het nlcotinespook,
dan zal de overheid het probeeren met dwang,
of zoo noodlg beslag leggen op de sigaren
en sigarettenfabrieken in geheel de Vereenigde
Staten.
Allen wachtten met ongeduld den terugkeer
van den ouden heer af. Bengt keek verward rond
en speelde zenuwachtig met de rultendrie tus
schen zün bevende vingers, waarvan Asbjöm
Krag de oogen doorboord had met zün kogels,
’n Zóó vaste hand kwam hem ongeloofelük voor.
Krag had, zonder dat de anderen het bemerk
ten, zün stoel vlak naast dien van Aakerholm
geschoven.
ElndelUk kwam deze terug, trlomphantelük
uitroepend:
„Zie eens hier, müne heeren, dat noem ik
tenminste ’n schietwapen.” En hü toonde hun
een dubbelloops pistool van oud systeem.
Schertsend mikte hü op de drie heeren, den
een na den ander. Asbjöm Krag, die naast hem
zat, duwde hü den loop vlak onder den neus.
,HU 1» geladen,” schreeuwde de oude heer
quasi-dreigend, „wees op je hoede. Als u niet
stil zit, scheer ik met één kogel allebei uw
wenkbrauwen af. Dat is tenminste *n ander stuk
werk, dan die dingetjes van u. Die zün goed
om aan ’n horlogeketting te hangen, beste
dokter.”
HU schopte een van Krag’s revolvers, die op
den grond gevallen was, minachtend opzü. Dan
ging hü naar de deur en speldde een nieuwe
Zün wangen hadden hun vroegere frissche
kleur weer gekregen pn zün oogen schitterden.
HU snoof den kruitdamp op, zooals een wild
dier, dat een prooi ruikt.
Aakerholm ging op dezelfde plaats staan,
die Krag ingenomen had en schoot.
Ook zün kogel trof X midden van het pa
piertje.
„Ik neem m’n hoed voor u af,” zei Krag en
maaktg een buiging. Aakerholm beantwoordde
de buiging en de belde heeren maakten elkaar
wederzüds 'n compliment.
„Een speelkaart!” riep Aakerholm plots. „Vlug
een speelkaart."
Men gaf ze hem en hü bevestigde ook deze
boven de verandadeur. Het was Rultendrie. Hij
schoot en trof de kaart op den rand.
Nu gaf Krag vlug achter elkaar drie schoten.
De dokter haalde de kaart naar beneden en
X bleek, dat Krag juist de drie oogen wegge
schoten had.
Verschrokken en verbluft staarde Bengt den
detective aan. Aakerholm echter wierp het
kleine revolvertje minachtend op den vloer.
„Nieuwerwetsche rommel!” riep hü uit. „Weg
er mee. Néén, müne heeren, dan moet u mü met
mün eigen oud pistool zien schieten.”
Er lag een eigenaardige, weemoedige klank
in zün stem. Het was, als sprak hü van een
bemind, afgestorven kind. De dokter verloor
Krag geen oogenbllk uit X oog. HU begreep
direct, dat de detective deze scène met *n be
paalde bedoeling uitgelokt had. Maar wat was
dan zün bedoeling?
Asbjöm Krag’s gezicht verried een sterke
te onthouden, dan zouden ze later misschien wat voor
heerschende gebruiken, vertelt, dat hü op ze
keren avond in het bergland tusschen Mome
Ruis en Les Verettes opeens geschreeuw, ge
lach en gezang hoorde, zoodat hü meende, dat
er ergens in de buurt feest werd gevierd. Zoo
bleek het inderdaad, doch het was een lükfeest.
De late ruiter werd vroolük begroet en naar
binnen genoodigd met de woorden: „De oude
man te dood, kom hem toch eens Mkljken!*
Binnen in de hut was nauwelüks meer plaats,
de geheele familie zat hier op alle beschikbare
stoelen, krukjes' en oude kisten rondom de
feesttafel, waarop gedroogde haringen, koek,
suikergoed en een vüfliterpot landwün ston
den. Men at, dronk en schertste naar hartelust,
zich zelven af en toe onderbrekend met jam
merklachten.
Op de eereplaats aan de tafel, naast een
ppt rum, zat de doode, in een blauw buis en
blauwe wollen broek; hü had ook nette schoe
nen aan en een stroohoed op den grijzen kroes
kop. In een zeer natuurlüke houding zat hü
daar, vastgebonden in een leunstoel, en het ge
zelschap scheen de aanwezigheid van den doode
niet grotesk of angstaanjagend te vinden. In
tegendeel. Ik moest hem begroeten, zooals ik
de overigen begroet had. Toen ik een doosje
clgaretten uit mün zak haalde, zei een jonge
man: „Vader zou misschien ook wel graag roo
ken", en hü stak een van zün eigen clgaretten
aan en schoof die den doode tusschen de lip
pen. Later gaf men hem ook te drinken, en
uit alles bleek, dat men ervan overtuigd was,
dat de geest van den doode rondom de tafel
waarde en deze kleine attenties aangenaam
vond.
Men noodigde mü uit voor den nacht, opdat
ik den volgenden morgen de begrafenis zou
kunnen bü wonen. Het moest een dansbegrafe-
nls zün, een der eigenaardigste gebruiken op
Haïti. Twee mannen dragen hierbü de doodkist
op hun hoofd, haar met de handen vasthou
dend en beginnen te dansen en te springen.
De heele weg naar het kerkhof wordt op deze
wüze afgelegd en dat zonder onderscheid, of
het een geiükmatige ofwel een slecnte en
steile bergweg te. DaarbU gaan de springers
niet rechtuit, maar dansen in een zigzaglün,
steeds met de kist op het hoofd. Achter hen
volgen de rouwdragenden, schreeuwend, ja
brullend, en zooveel lawaai en gedrulsch ma
kend als maar mogelük is. Het doel van het
gehuppel te, de booze geesten te ontwüken en
hun te verhinderen, om hun intrek te nemen
in het lük. Het afschuweUjk gekrüt, gegil en
ander wangeluid moet dienen, om de booze
geesten geheel op de vlucht te doen slaan.
Seabrook vertelt verder, dat hü, daar hü al
verscheidene dansbegrafenlssen had meege
maakt, bedankte voor de ultnoodiging. ,Jk nam
afscheid van de vroolüke rouwgasten, natuur
lUk zonder te vergeten, om ook de koude hand
van den doode te drukken en hem vaarwel te
zeggen, hetgeen op de familie blükbaar een
goeden indruk maakte. De weduwe gaf ik een
kleine büdrage in de onkosten en reed daarna
müns weegs, bedenkend, hoe moeilük het den
welgeorganteeerden geest van een geciviliseerd
man valt, om de ziel van de Haftiaansche boe
ren te begrijpen...."
lichte bommenwerpers, tevens bruikbaar als
verkenners, en 1600 Jachtvliegtuigen. Hierbü
zün niet inbegrepen de bovengenoemde forma
ties, die tot het leger en de vloot behooren.
Volgens de geheime agenten van Berlün be
staat het effectief der luchtmacht uit 50 bri
gades en 100 k 110 onafhankelüke formaties
die tezamen ongeveer 4700 vliegtuigen van de
eerste linie en de beste kwaliteit omvatten;
de reserve wordt geschat op 1500 toestellen. In
totaal te het effectief niet minder dan 6200
vliegtuigen.
Tot 1929 was de Russische luchtmacht ge
heel afhankelük van het buitenland, doch in
1933'34 maakte 'de luchtvaartindustrie zich
onafhankelük.
Van dit oogenbllk ging men typisch Russi
sche methoden volgen en origlneele typen
bouwen, vooral voor de constructie van reu
zenvliegtuigen. Gedurende het tweede vüfjaren-
plan werd het aantal bü de luchtvaart betrok
ken fabrieken uitgebreid tot 74. nl. 28 voor de
fabricage van vliegtuigen. 14 motorfabrleken,
32 fabrieken voor onderdeelen en bü^imdere uit
rustingsstukken, terwUl het aantal arbeiders
190.000 bedraagt. De productie te (theoretisch)
8000 vliegtuigen per jaar.
Hier volgt eer; overzicht van de modernste
producten der Russische vliegtuigindustrie:
Éénpersoons-jachtvliegtuigen: J13: vlet
vaste machinegeweren, actieradius 700 K M
snelheid 360 KM per uur, plafond 1011.000
meter; J-15: vier vaste machinegeweren, ac
tieradius 750 K M snelheid 360 K.M. per uur.
plafond 10.000 meter; J-16: vier vaste machi
negeweren, actieradius 800 K.M., snelheid 450
plafond 9000 meter;
ns jachtvliegtuigen: DJ-6; 4 vaste
;en, twee beweegbare machinege-
adlus 850 K M snelheid 370—400
r, plafond 9500 meter.
bfvllegtuigen kunnen 500 KG. bom-
lemen.
:ussische regeering getroost zich groote
inspanning om personeel te oefenen voor deze
enorme luchtvloot. De voornaamste instellingen
voor de opleiding zün: acht luchtvaartscholen
voor beginners, één school voor beginopleiding
tot piloot van watervliegtuigen, 28 brigade-op-
leldingsscholen, 16 scholen voor meer gevor
derde vliegers, één school voor opleiding tot
bestuurder van een watervliegtuig, 5 scholen
voor waarnemer. 2 voor schutter en bombar-
deur, 1 voor speciale diensten in de luchtmacht,
9 militalr-technlsche scholen voor de lucht
macht te land, 1 militalr-technlsche school
voor de watervllegerü, 1 academie voor lucht-
navlgatie, 1 academie voor militaire chemie, 3
militaire luchtvaartscholen en 1 academie voor
den luchtoorlog.
Bulten het kader dezer opleidingsinstituten
staat de wervlngsarbeld voor de
de Ossoaviachim, die bovendien
verdediging tegen luchtaanvallen
Deze enorme organisatie omvatte
meer dan 13 mlllioen leden; zü bestaat uit 122
aeroclubs, 60 luchtvaart- en 1500 vliegvelden.
In 1935 heeft de Ossoaviachim 3500 vliegers op
geleid, die opgenomen zün in den actleven
dienst der luchtmacht of overgegaan tot de re
serve. In 1936 zün er 8000 vliegers opgeleid.
Voorts heeft de Ossoaviachim 241 zvteef vlieg-
scholen gesticht, waarin van 1934 tot 1936 on
geveer 3000 zweefvliegers opgeleid zün. Verder
bemoeit deze organisatie zich steeds meer met
de opleiding tot parachutist; in 1936 beschikte
zü over 420 sprlngtorens en een aantal vlieg
tuigen ter verdere oefening. Het aantal ge
oefende parachutisten wordt geschat op 75.000.
Deze parachutisten, waaronder zich vele vrou
wen bevinden, zün georganiseerd tot batall-
lons. Elke divisie infanterie zal binnenkort over
een dergelük batalllon beschikken.
Volgens buitenlandsche waarnemers te het
personeel der Russische luchtmacht zeer goed
geoefend.
18