en De avonturen van Stan t van den da$ Ons Nederlandsch in het buitenland H F 250.- B) AKKERTJES Volgens recept van Apotheker Dumont DE GEHEIMZINNIGE Hl KAMERS Hl DOOR SVEN ELVESTAD Dl EMAILLE KAN EEN ERG SOORT JARGON ZIJN Mevrouw had „gebellt” Pekings Universiteit Wol uit bananen 1001 AKKER.CACHETS Deze HANDSCHRIFT VAN PAGANINI I Het geldige smoesje Iemand die „satt” is, behoeft nog niet te luisteren naar de benaming „satterik” VRIJDAG 28 MEI 1937 KEUKENUITRUSTINGEN VAN f 2150 Af. dat ónze tafelronde sprak over de wijze. een meer eenvoudig Product Ze zagen thans hoe de juffrouw een jurkje bekeek, waar een wild was mat spelen,en ze zocht In haar naaidoosje naar wol om de scheur te stoppen. op dit blad zijn Ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen onophoudelijk. (Wordt vervolgd) Rasch blijft vanavond liever thuis." 1 groote scheur in was. „O, o, zuchtte de juffrouw, dat ia nu al de tweede keer van de week. Ik wou dat ze eens wat minder h(j volkomen oude, rustig ihtschen leider was gestuurd. Zatei Duitsche dat hü „Ja,” bevestigde de dokter, ,4k ga liever wat rusten.” Toen eenige minuten later de detective en Bengt in de slede stapten begreep dokter Rasch, dat Krag het spel doorzién had en een weldadige kalmte kwam over hem Za- van Pe- ult- zorgvuldig aan den kapstok deur van het prlvé-kantoor. ontving hem waardig: Ook de poet wil zich zelf wel eent be wonderen ■••■(«(•••«•••••■•Ss»»»»»»»»»»»*»» ■•••■•tasMMss» gruwelijk bij dit thema, dat hem niet X minst interesseerde. Op een zijner wandelingen door de kamer, bleef Bengt plotseling voor den detective staan „U schijnt moe te zijn." zij hij. „Zou X niet 't verstandigste zijn, als u naar uw kamer ging, om wat te slapen7” „Neen, dank u.” antwoordde Krag geeuwend, „X zal wel spoedig overgaan." „Dat komt er van." merkte Bengt sarcastisch op. .als u den nacht niet gebruikt om te rusten.” „1 Is mogelijk." Onder dit schijnbaar zoo onschuldig gesprek, zat de dokter in een bijna ondraagijke spanlnng. HU begreep heel goed, dat die slaperigheid van zUn vriend slechts geveinsd was. Maar waarom speelde hU deze comedie? Wat was hij toch van plan?En wat beteekende die scène met de pistolen? Waarom was de oude Aakerholm zoo doodelUk geschrokken, toen Krag die nietszeg gende opmerking-,over diens wapen maakte? En waarom wilde Bengt deze stinkende kamer niet verlaten? Dokter Rasch peinsde en peinsde, doch hoe- meer hü er over nadacht, hoe geheimzinniger hem de geheele zaak voorkwam. Doch hU kreeg niet langer tUd om na te denken, want plotse ling gebeurde er iets, dat volkomen onbegrüpe- lUk was. Asbjöm Krag, die wel 'tien minuten onafgebroken gezwegen had. vroeg plots: .Luistér eens, meneer Aakerholm. weet u wel heel zeker dat t een man was. die gisteravond tn X paviljoen stond en op u schoot?" De arme Aakerholm schrok zichtbaar op deze bij verlies van een band, een voet of een oog. hem omjle ooren floten." „En toen wjj de kamer binnenrenden, lachte hu ons uit,” zei een ander. „Wie zou er toch geschoten hebben?" «De oude natuurlük” „Of anders meneer Bengt." Zoo werd er gevraagd en geantwoord tot laat tn den nacht, in de keuken en de badiandenk»- i 7 De meiden en knechts waren op de schoten angstig komen aanhollen. Asbjöm Krag las duidelijk op hun ontstelde gezichten, dat zij een ongeluk vermoedden. Bengt echter gaf hun een teeken, dat zü zich moesten verwUderen Vanuit de gang klonk het fluisteren van ge dempte stemmen, over de zeven schoten en den dwazen patroon. Thans waren zü X er allen over eens. dat hun meester volslagen krank zinnig was. „Zag je hóe bang de dokter en Bengt waren?" vroeg de kok, die het eerst de kamer bereikt had. ..En hebben Jullie dien vreemden meneer gezien? Dat is een rare sinjeur! HU zat daar kalm z'n sigaartje te rooken, terwUl, de kogels In het clubgebouw van de kleine provincie stad had zich een gemengd gezelschap ver zameld. Krag en Bengt kwamen zoo laat, dat hier en daar reeds duidelUk de sporen van over dadig alcohol-verbruik te constateeren viel. Toen Bengt zich in de deuropening vertoonde, werd hU met gejubel begroet en de Ijdele jonge man nam deze hulde lachend en met een bui ging in ontvangst. Reeds na enkele minuten zat Krag midden tusschen de notabelen van het stadje. Er zat een dikke burgemeester, die onbehoorlUk veel dronk. HU had blauwe vlekken achter de ooren en scheen zeer kort van adem te zUn. Verder de commissaris van politie, een stille man, maar die zwijgend het eene glas na X andere ledigde. Op alles wat men hem vroeg, antwoordde hU slechts: „OngetwUfeld. ongetwij feld." Dan nog een verpolitiekt advocaat HU 8e" sticuleerde wild en sprak uitermate veel. Trouwens, deze bleek niet de eenige te zijn, die aan politiek deed en allen waren zü hevig In de oppositie. Af en toe kwam Bengt langs hun tafeltje gewandeld. nam complimentjes in ontvangst, ..Neen," antwoordde de detective vlug, „meneer lachte gevleid en ging dan weer verder. L.uSi a 11s_ M 1 «arenlffHl Brussel overnachten. Er is dus alle tüd, wat me elgenlUk heel goed uitkomt. Vertel me nu eerst eens, waarom je te laat gekomen bent. Ik ben buitengewoon nieuwsgierig van Iemand, die K ruim dertig jaren lang nog nooit te laat kwam, te hooren. welk geldig smoesje hU kan hebben." En Jansen bekende: „Dat de klok achter ging, kan ik niet zeggen, en de wekker is op tUd afgeloopen. Ik ben op rijd opgestaan en van huis gegaan, voor een brug heb Ik niet gewacht en de tram had geen oponthoud, maar twee halten vóór het kan toor kwam ik tot de ontdekking, dat u toch niet met me op reis wilde gaan voor verschillende dagen, als ik mün tanden niet in den mond zou hebben.” Niet meer in staal nog iets M doen aan het vele werk, dat te wachten ligt? Dan sullen één of twee van die kleine "AKKERTJES" snel en zeker Uw nare hoofdpijn verdrijven en Uw geest weer helder maken I Onscnadeliikl *t Zijn ideale pijn stillers bij Zenuwpijn. Kiespijn, enz. Per 12 stuks slechts 52 cent. n.l. Natuur- oe algemeen ook de naam van Jansen mocht zün, des te uitzonderlUker waren zUn kwaliteiten. Jansen was betrouwbaar als de Nederland- sche Bank en accuraat als een seismograaf, hU was tactisch als het weerbericht en soepel in zUn optreden als een verkiezlngscandidaat. Jan sen was procuratie-houder bü de firma Klein jan in grutterswaren, doch hü zou tpet zün kwa liteiten niet minder voldaan hebben als zetbaas in één der filialen, welke de firma had gesticht voor den verkoop van de meeste van haar pro ducten. Bovendien was hü de regelmaat in eigen persoon en in zUn ruim dertig-jarige dienstbe trekking bü de firma, ook in de .mindere" func ties, was hU niet éénmaal te laat gekomen of vóór zün tüd naar huls gegaan Of Jansen ver kouden was en grieperig, of het snikheet weer was, of het ijzelde en de straten vrUwel onbe gaanbaar waren: Jansen verscheen kwart voor negen voor het kantoor en zette de deuren open. HU controleerde met een voortreffelUke onop vallendheid de andere employé 's en noteerde in een zakkalender glimlachend zün bevindingen. Op het voor hem gunstigste oogenblik wist hü den betrokkene met een aantal van die notities zoodanig „schaak-mat" te werken, dat deze zün bepaalde voornemens liever uitstelde tot be spreking bU een gunstiger gelegenheid. Jansen bereikte met zUn taktlek. dat men zich niet Al te Ontevreden voelde, hüzelf voor een heeleboel verwikkelingen bleef gespaard en de „baas” geen mededeeling behoefde van aanmerkingen op het personeel. Jansen was dus geliefd bU den baas en zUn collega's en hü genoot ervan. De collega's genoten, wanneer Jansen met den baas op reis moest. Want hoe geliefd ook, zoo n paar „vrije” dagen hielden er den moed in en de werkzaamheden in evenwicht. Jansen zei daar nooit iets over, maar hU begreep er al les van en daarom waren de eenlgste dingen, die hü uit de school klapte, juist dergelUke aan kondigingen. Twee weken voor Pinksteren deelde dan ook Jansen met zün gebrulkelUken tact mede, dat hU waarschUnlUk den Woensdag vóór de feest dagen op reis moest en die week uit wegbleef en men met de werkzaamheden daar rekening mee moest houden. Van af dat moment werd er dus vooruit gewerkt, want de afwezigheid van Jansen had voor het kantoorpersoneel hetzelfde effect als'de moderne „ztf'-staklngen. Het werd Woensdag vóór Pinksteren. Iedereen was op tUd behalve Jansen! BU negenen stond het voltallige personeel der firma Klelnjan in zijn beste humeur op de stoep voor een gesloten deur. „Hoe bestaat het!” grinnikte de loopjongen. ,HÜ móet een ongeluk gehad hebben," meen de de expediteur. Dat was het sein tot de meest verschrikke- Ujke veronderstellingen, want iets anders was, wat Jansen betreft, volkomen uitgesloten. Even negen uur arriveerde in hoogst eigen persoon de firmant, die zich al sedert jaren bad afgewend een sleutel van het kantoor bü zich te dragen. Met verbazing zag hü zün vergaderd perso neel aan. „Ja meneer, ziet u, meneer Jansen is *r niet!" begon de oudste bediende. „Wat? Jansen is "r niet!.... En hebben Jelui dan geen maatregelen genomen? Half tien moe ten we op reis,” viel de „baas” uit. „Vooruit! Iemand moet gaan informeeren aan zUn huls. Het was ruim vüf over negenen; daar stapte zwaar remmend een taxi, die in wilde vaart was komen aanstormen. Het portier ging open en met een hoofd als de ondergaande zon viel Jan sen büna uit den wagen. De sleutel van het kantoor stak hü ver voor zich uit, hü rende zon der spreken naar de deur, stak den sleutel in het slot, deed de deur open en liet het perso neel door. Als laatste volgde de „baas" in stom me verbazing Jansen hing met den rug tegen den deurpost gedrukt, zün bolhoed stond achter op zUn hoofd, zweetdruppels rolden langs zUn voorhoofd en wangen en kaken in zUn hals De heer Klelnjan zag hem sprakeloos aan. Jansen A 17 A 015 dlt £lad z^n lnKev°lge de verzekenngsvoorwaarden tegen 17 b*J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 hü een ongeval met XsJL^JLjA-s zaOVzlvliLJ ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen A tJKJt verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen A Mv» doodelijken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL - I mer. En allen kwamen tot de conclusie, dat 't zoo zoetjesaan levensgevaarlUk begon te wor den op het slot. Inmiddels hadden de vier heeren hun conversatie voortgezet Daar het in de kamer nog steeds erg naar krult rook, stelde Asbjörn Krag voor, om in een ander vertrek te gaan zitten. Bengt echter, verzette zich hier tegen, tot nlet-gerlnge verbazing van Krag. „Waarom van kamer veranderen?" vroeg Bengt „Is X hier niet gezellig? Bovendien mag vader 'n beetje kruitdamp wel. HU is niet zoo verfUnd als jullie stadskinderen." Krag glimlachte even om deze tegenwerping, doch Aakerholm viel zü* schoonzoon bU. ..Laat ons blUven waar we zUn," zei hU, ,Jk vind, dat we hier goed zitten." En daarbU bleef het Krag zat als vastgegroeid in zUn fauteuil. HU rookte onophoudelijk, de eene sigaar na de andere, als wilde hü zich in een nevel van rook hullen. Dokter Rasch verloor hem geen oogen blik uit X oog. De detective had de oogen half gesloten, alsof hü zich slechts met moeite wak ker kon houden. De dokter echter begreep, dat hem integendeel niets ontging en dat hü alles scherp in zich opnam. Bengt sprong van X eene onderwerp op t andere, om 't gesprek gaande te houden. Hji sprak met den ouden heer en den dokter over scheeps- en vrachtaangelegenheden en beklaagde zich over de trage kolenleverantlea van Enge land. Asbjöm Krag maakte zoo nu en dan een korte opmerking en bewees daardoor, dat hl! voor alles, wat X openbare leven betrof, een open oog had. Dokter Rasch verveelde zich onverwachte vraag en X kostte hem moeite om kalm te blüven. „Volkomen zeker," antwoordde hü. Krag deed een paar halen aan zün twaalfde sigaar en vroeg dan verder: ..Hoe was hü gekleed?" De oude heer werd zenuwachtig. Hü zweeg een lange poos; elndelük antwoordde hü ver ward „Dat kan ik me niet meer herinneren; ik kan 't u niet zeggen. Overigens vind ik X zeer onaan genaam om aan deze misselüke zaak herinnerd te worden. X Ia toch niet noodzakelük om juist daarover te spreken.” .Neen." antwoordde Krag onverschillig, „bovendien ik weet nu ook genoeg.” Aakerholm draaide zich om naar zün schrüf- bureau. Dan stiet hü plotseling, als in doods angst. een ruwen gil uit Hü bedekte het gezicht met beide handen, doch scheen zich plots te willen beheerschen. De dokter stond op X punt om toe te snellen, doch de detective gaf tem een wenk om kalm te blUven. Bengt was juist in de aangrenzende kamer. De oude heer nam een papier van zün bureau en verfrommelde het haastig tusschen de krampachtig saamgewrongen vingers. Dan be gon hü koortsachtig in een boek te bladeren. De dokter kon zün gezicht niet zien, doch aan X knikken van zün knieën zag hü. dat de man aan een hevige gemoedsaandoening ten prooi moest zün. Asbjörn Krag kon vanaf zün plaats het schrijfbureau geheel overzien en met de half gesloten oogen volgde hü iedere beweging van den ouden heer. Deze scheen iets in het boek te zoeken en bladerde Vlug en nerveus. Eindelük scheen hü X gezochte gevonden te hebben, want mompelend las hü. hoewel slechts één enkelen regel. Dan sloeg hü X boek met een klap dicht en wierp het op de tafel. Doodsbleek en wankelend verliet hü de kamer. De dokter volgde hem op den voet, doch zag nog juist, hoe Krag met de handigheid van een gauwdief, het boek in een züner zakken liet verdwünen. Dokter Rasch nam Aakerholm’» arm. Op den drempel .ontmoetten zü Bengt, ge kleed in een pelsjas en hoed. Deze zoo merkwaardige scène had niet langer dan twee minuten geduurd. Toen de dokter enkele oogenblikken later terugkwam, stonden Asbjöm Krag en Bengt rustig té praten. Lachend vroeg de detective aan zün vriend: „En. mocht u hem door alle drie de kamen volgen?” .Neen,” antwoordde de dokter, .hü wierp de deur zonder meer voor m'n neus dicht” Krag lachte luid op. Hü wendde zich weer tot Bengt: „Uw vader was moe geworden," zei hü- „Is u van plan om uit te gaan?" „Ik ga naar de club,” antwoordde Bengt Krag rekte zich geeuwend uit en zei dan: „Ik wou. dat ik mee kon gaan, om eens wat op te kikkeren.” Maar waarom zou u niet meegaan? Ik hoor, <Jat de slee al voor staat. En u, dokter Raach?"| „Geduld maar, mannetjes," zei de maan. „Wachten Jullie maar even af.’ „Stan. je trappelt tegen mün gezicht als Je dat weer doet gooi er Je er af." Ze wachtten thans af, en ja hoor, eensklaps werden de gordüntje» een beetje opzU ge schoven en een paar nieuwsgierige oogen keken naar de Maan. Even later verscheen er nog een gezicht voor het raam. Een hügde: „Acht minuten te laat, dat kost me acht jaar van mün leven. Maar de reis gaat door, een schoonen boord heb Ik bü me.” .Jansen," antwoordde Klelnjan, „betaal je taxi, ga naar binnen, kom tot jezelf, en vertel me de reden van je te laat-komen.” Jansen ging naar binnen, smeet zün Jas en hoed op zün bu reaustoel en ver dween in het toi let. Toen Jansen terugkeerde, was de en zelfverzekerd. HU hing jas en hoed en klopte aan de De heer Kleinjan ontving hem .Jansen, we zullen een trein later gaan en in Want heusch. ook werkelük ontwikkelde men- schen zien er heelemaal geen been in om tü- dens een spelletje domino hetwelk onder de Nederlanders zoo Ijverig beoefend wordt, dat de Duitschers het voor ons nationale spel aan zien; de vraag te stellen: „Wie heeft er elgenlUk aangevangen?” Zooals het ook tot den bon ton behoort, te zeggen: ,4a, weet u, ik heb hem kennen geleerd En ook voor vergissingen hebben wü lang zaamaan een begrip gekregen, dat in sommige opzichten wel wat al te breed is. Büvoorbeeld is de Nederlandsche kolonie zeer boos geweest op de redactie van een groote Amsterdamsche krant, omdat zü haar BerlUnschen correspon dent een „Anschnautzer” had gegeven, wü> deze een of andere beroemdheid onder „een zee van vlier” Met begraven. „Hoe komt een mensch nou ook op seringen, als die dingen hier ..Flieder” heeten?” Het feit, dat het Dultsch en het Nederlandsch vele woorden gemeen hebben, die echter lang niet hetzelfde beteekenen, geeft dlkwüls aan leiding tot de zonderlingste misverstanden. Zoo hoort men in Dultschland zeer veel het woord .satt" gebruiken, dat heel nuchtertjes .genoeg” beteekent. Maar wanneer een lid der Nederlandsche kolonie te BerlUn na een gezel lig etentje en een goede flesch verklaart: ,Jk ben volkomen zat!” dan zün er gedachten associaties met de minder vleiende betiteling van „zatterik", welke men in onze Zuldelüke provincies aan al te üverige dienaren van Bacchus pleegt te verleenen, envermüdelük. Eveneens weet men soms geen raad met het woord „hochherzlg", dat in het Dultsch het hoogtepunt van rechtschapenheid, grootmoedig heid en nog verschillende andere deugden be teekent. Helaas echter alleen maar in het Dultsch. En de redenaar, die een gestorven landgenoot uitluidde met de verzekering: „De overledene was steeds een hooghartig mensch!" schiep dan ook een zeer pünlUk oogenblik. Het zwaarst gezondigd wordt er ten slotte nog wel met het woord „overzien”, hetwelk precies het tegenovergestelde beteekent van het Duitsche „Ubersehen". De verwarring van deze twee woorden heeft zelfs büna noodlottige ge volgen gehad voor den vertegenwoordiger te BerlUn eener 'Nederlandsche firma. De man had een fout begaan en trachtte zich schrifte- lük te verontschuldigen door te verklaren, dat hü de gevolgen van zün optreden „volkomen overzien”' had. Waarop zün firma hem per om gaande ontsloeg. Het kostte nogal wat moeite om de zaak weer in het reine te brengen. Overigens kunnen wü ons troosten met de wetenschap, dat het den Duitschers in Neder land al even zoo vergaat als ons Nederlanders te BerlUn. Nog onlangs hoorden wü een dame vertellen, dat zü te Den Haag haar dienstmeisje zeer nüdig had aangekeken, omdat zü het arme kind aan de werkster had hooren vertellen, dat „mevrouw gebeM" had. („Gebellt" beteekent in het Dultsch: geblaft). En zoo schUnt ook een oud-officier te Amsterdam eens een café op stelten gezet te hebben, omdat iemand, die bü hem aan tafel zat, een ander influlsterde: „Denk er om, hü Is een beetje doof". (Niet in het Dultsch, maar in de volkstaal is „doof" de superlatief van dom of suf). Een wel eenlgszins gecompliceerd, maar bü- zonder aardig geval van waarlük Babylonische spraakverwarring hoorden wü onlangs van een Dultschen ingenieur, die al jaren te Londen woont. In gezelschap werd een aardige mop ge tapt en hU gaf als zUn meenlng te kennen, dat dit nu „the real British lobster” was. Stomme verbazing, omdat er heelemaal geen sprake was geweest van kreeft. Waarop de spreker plotse ling zün vermakelUke vergissing begreep. HU had willen zeggen, dat de mop een ty pisch voorbeeld van „the real British humor” was. De uitspraak van het Engelsche „humor” grenst vrü dicht aan die van het .Bummer". Wat ten gevolge had, .Bummer" vertaalde in „lobster" en dus over echte Engelsche kreeft sprak, terwül hü echten Engelschen humor bedoelde.... jongetje en een meisjes waren het. „Kük, de maan achünt,” fluisterde het Jongetje. „Sesst. ze is in de kamer hiernaast, laat ze ons niet hooren." fluisterde het meisje. „Over wie hebben ze het,” vroeg Star.-. „Over de klndèrjuf," zei de maan, en toen ze in een kamer naast die van de kinderen keken, zagen ze Juf zitten met wat naaiwerk aan de tafel. Tenslotte is de R K. Universiteit van Peking de eenige Büzondere Hoogeschool in China, die een van staatswege erkende academie voor inheemsche kunst (schilderkunst) heeft. Deze academie is nog een stichting van den vroegeren Apost. Delegaat Z H.Exc. Mgr. Celso Constan tin! Wanneer we dan nog vernemen, dat de Uni versiteit verschillende wetenschappelüke, poly glotte rijdschriften uitgeeft en daarnaast ook vele wetenschappelüke werken, zal het ons geenszins verwonderen, dat ook de Chlneesche regeering haar den hoogs ten lof toekent. Jam mer, dat geldgebrek de oprichting van twee nieuwe faculteiten: Landbouw en Medlcünen nog steeds verhindert. Met Mgr. Zanin hopen wü. dat de Universi teit haar weldoeners moge vinden. X Was na een vergadering, waarin het niet on-interessante onderwerp „de N.8.B. en het nationaal-sociallsme in Dultschland" behan deld werd en waarbü de te BerlUn geaccredi teerde Nederlandsche pers, op uitnoodiging, vrü- wel voltallig aanwezig was. dat een gezelschap van wél en nlet-houzeeërs nog eenlgen tüd broe- derlUk te zamen zat. (Nederlanders tn het bui tenland hebben namelük zoo ongeveer uit sluitend met de Engelschen deze deugd ge meen. dat zü alleen maar Nederlanders zün en geen leden van een of andere partü.) Het was gezellig als steeds wanneer een groep landgenooten elkaar treft en honor cui ho nor de meneer, die door den Utrechtschen leider naar de hoofdstad van Germanje was ge stuurd, viel niet uit den vorm. Hü ook zat broe- derlük. als Nederlander en niet als houzeeër, aan onze tafel en sprak niet over politiek: iets dat men in Dultschland nog beter weet te waar- deeren dan in Nederland, omdat men uit den aard der zaak doqr vüf miljoen nazi's nog heel wat smartelüker wordt doorgezaagd dan door vüftig-dulzend. En toen gebeurde het, plotseling huiverde. De meneer, die door den Ukrecl naar de hoofdstad van Germanje Beide: „Wanneer wü aan de regeering komen....” Du* toch politiek? Het was Ineens volslagen stil, terwül hü zün Volzin voltooide: dan beginnen wü meteen een cursus in de Nederlandsche taal voor de Neder landers te BerlUn. Gratis, maar verplichtend Die zAt! Ook de niet-houzeeërs konden thans moellük anders doen dan hun bUval betuigen. Nog nooit heeft een N.S.B.-er zoo volkomen ge- lUk gehad als dien avond. En het aardigste was nog wel, dat een dame in een knal-oranje blouse en met een rood-wlt-blauwe stropdas om zich tot ons wendde: „Was melnt der Herr?" En gesteld dus dat de N.S.B. aan de regee ring komt. En gesteld vooral, dat de N.S.B. tegen dien tüd de Nederlandsche taal niet al lang heeft afgeschaft, want het is een heel karwei om Uitdrukkingen als „blutbedingt", „artfremd", „Rasseerbgut" en dergelUke op een aannemelüke wüze te vertalen, en onze moedertaal wordt er heelemaal niet beter van, dat men haar verrukt met begrippen als „een staat uit God”, „een bloedverbonden volksgemeenschap”, „Godge- wild”, „demoUberaal” en zoo; Dan krUgen wü. Nederlanders in BerlUn, dus een gratuïten, maar verplichten cursus in de Nederlandsche taal. Slaken wü daarom uit pure dankbaarheid een daverend Hou Zee! Weliswaar is de N.8B. ook in dezen alleen maar origineel voor zoover als zü dwang achter het geval wil zetten, maar daar bü gebrek aan belangstelling op het oogen blik geen cursus in de Nederlandsche taal meer gegeven wozdt. kan. aü eventueel nuttig werk verrichten. Want het Netderlandsph, dat men door vele Nederlanders te BerlUn hoort spreken, is in derdaad een zeer erg soort van jargon. Nog niet zoo heel lang geleden hoorden wü een Neder lander voor de Berlünsche rechtbank overi gens met volledig succes zün onschuld be tuigen. De man, die zich-zelven verdedigde, sprak Dultsch. Bedoelde althans klaarblükelük dat te doen. Doch het leek slechts een zeer ver fomfaaid Nederlandsch, dat hü Met hooren. Doch het kon ook nog erger. Toen wü ons later In onze moedertaal met hem trachtten te on derhouden, verstonden wü geen woord meer. De eenige mogelükheid was het, Dultsch te praten, en dan maar te raden wat hü wilde antwoorden. In alle gezelschappen ontmoet men landge nooten, die van hun Nederlanderschap practlsch niets meer over hebben dan een paspoort. ZU küken iemand de woorden uit zün mond wan neer hü Nederlandsch spreekt, om vervolgens antwoorden te geven, die bewUzen, dat ze er niets van gesnapt hebben. Doch ook degenen, die hun taal nog volkomen beheerschen, schieten in de haast van het ge sproken woord bokken, die in de tweede klas van H.B S. of gymnasium met homerisch ge lach begroet zouden worden. Natuurlük ondergaat men op den duur on- herroepelük den Invloed van de taal, welke men dagelüks lezen en spreken moet. Er is zelfs ver schil in de spreektaal van Nederlanders, die te Rome en Nederlanders, die te Parüs wonen, on danks dat zoowel het Itallaansch als het Fransch tot de latünsche talen behooren. Trou wens, ook de Londensche Nederlander spreekt heel anders dan de Nederlander uit New York. Doch verreweg het meest .Jieruntergekommen" is de spreektaal van den Nederlander te BerlUn. Het Dultsch schünt op net Nederlandsch den invloed te hebben, welken, tenminste volgens de huisvrouw, tabaksrook op pas gewasschen gordünen heeft. ort geleden richttfe de Apostolische Dele gaat voor China, Z.H. Exc. Mgr. M. nln, een schrüven aan den rector de Katholieke Fu-Jen-Universlteit van king, waarin hü zün volle tevredenheid waarop deze universiteit haar gewichtige taak vervult. Tevens ultte de Apost. Delegaat den wensch, dat het bestuur van de Fu Jen edele weldoeners zou mogen vin den. die het in staat zullen stellen de voorhan den en hoognoodlge uitbreidingsplannen ten uitvoer te brengen. De Fu Jen is een stichting van den Benedic- tün dr. OToole en den Chlneeschen geleerde Ignatius Ying en zü bestaat thans twaalf Ja ren. In 1933 werd de leiding ervan toevertrouwd aan het Gezelschap van het Goddelük Woord, inzonderheid aan de Noord-Amerikaansche provincie. De Universiteit bezit drie faculteiten, Letteren, met 339 studenten; Wis- en 1. kunde met 329 en Paedagogie met 142 studen ten. Voor het laatste studiejaar meldden zich meer dan 1000 studenten, terwül er maar 334 konden worden toegelaten. Deze studenten ko men uit alle deelen van China, uit Mandsjoe- kwo, Malacca, Nederlandsch-Indië, Rusland. Roemenië en van de Hawal-ellanden. De mees te zün moderne heidenen, slechts 80 zün ka tholiek, doch het aantal catechumenen is vrü groot. De faculteit voor wis- en natuurkunde bezit een eigen natuurkundig laboratorium, waar men de meeste van de benoodlgde apparaten en in strumenten zelf vervaardigt. In de afdeeling Biologie is van heel büzondere beteekenls het microbiologisch instituut, het eenlgste in Oost- Azlë waar serum tegen vlektyphus bereid wordt Daar de vraag naar dit serum steeds grooter wordt, is men doende de moellüke en langzame bereidingsmethode doqr procédé te vervangen. nlangs brachten d? bladen het bericht I dat er in ons land een consortium was opgericht, ten doel hebbende de fabricatie van textiel-caseïne en van „lanltal", dat is de uit ondermelk, volgens het procedee-Ferrettl, vervaardigde kunst wol. Terwül vroeger elk land zün eigen speciaü- telten op de wereldmarkt omruilde tegen die van andere landen, is het streven in den laat- sten tüd er meer en meer op gericht om dat wat de nationale huishouding noodlg heeft zelf te vervaardigen uit de stoffen, die men toe vallig ter beschikking heeft. Heeft een land geen suiker, dan verwacht het maar van zün che mici. dat ze die wel uit hout zullen maken; heeft het geen rubber, dan moeten ze die maar uit iets anders vervaardigen. Van de landen, die nu toevallig veel suiker produceeren, ver wacht men dan natuurlük stilzwijgend, dat hun chemici knap genoeg zullen zün, om van het teveel iets te maken, waaraan men daar even toevallig behoefte heeft, b.v. User, of le vertraan. Dit is elgenlUk de quintessence van het stel sel. dat men met den schoonen, klassiek-klin kenden naam autarkie versierd heeft. Zoo zien wü dan ook een steeds groeiend aantal landen druk doende, om allerlei stoffen langs kunstmatlgen weg te bereiden. Wü heb ben daar al eens eerder enkele artikelen aan gewüd. Nu niemand in het buitenland een groot deel der door ons bereide zuivelproducten meer koo- pen wil. zullen wü nu van het overschot aan geproduceerde melk de wol gaan maken, die onze tcxtlel-industrie wel verwerken zal. Zoo doende raken wü dat lastige overschot kwüt. fan andere landen zien wü iets dergelüks. Terwül de Duitsche kunstvezels voor het grootste deel uit hout worden vervaardigd en de Italiaansehe ons voorbeeld uit melk. ot eigenMJk uit de daarin aanwezige caseïne, heeft een Engelsche chemicus patent verkregen op een origineel procedee. Het heeft iets van het alombekende ei van den ontdekker van „Gods own country.” Oorzaak wus de beruchte bananenschil! Een banaan etend, viel hem de vezelachtige structuur van de schil op, en de sterkte van de vezel. Na experimenteeren slaagde hü erin uit deze vezels een kunstwolsoort te vervaar digen. De nieuwe vezel moet zicji zeer goed te zamen met kunstzijde laten verwerken en op alle ma nieren laten kleuren. En vooral ze moet buitengewoon goedkoop rijn! ING. D. Van de negen vioolconcerten, die Nicolo Pa ganini componeerde, zün er drie verloren ge gaan. Deze handschriften zün tot dan toe steeds vergeefs gezocht. Een ervan is thans te recht gekomen, en wel door een zonderling toe val. Het is het „Vierde Concert". De ontdek ker ervan is *n schoenmaker in Parma, Fochi ge naamd. Hü heeft naast zün schoenlapperü een winkeltje in oude boeken en manuscripten. On langs kocht hü van een oude dame een bundel oude noten voor 20 Uren. Toen hü het doorzag, ontdekte hü het door Paganini eigenhandig geschreven „Vierde Concert" van den compo nist. Dit werk is sinds 106 jaar niet meer uit gevoerd. De laatste maal hoorde men het te Parüs, waar de meester het werk zelf uitvoer de; dat was op 25 Maart 1831. Het teruggevon den werk van Paganini zal in den zomer ten gehoore worden gebracht en wel te Cremona, de geboortestad van Stradivarius, den grooten vioolbouwer. FABRIEK TE DIEBEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 10