en
De avonturen van Stan
t
van den da$
Ons Nederlandsch in het buitenland
H
F 250.-
B) AKKERTJES
Volgens recept van Apotheker Dumont
DE GEHEIMZINNIGE
Hl KAMERS Hl
DOOR SVEN ELVESTAD
Dl
EMAILLE
KAN EEN ERG SOORT
JARGON ZIJN
Mevrouw had „gebellt”
Pekings Universiteit
Wol uit bananen
1001
AKKER.CACHETS
Deze
HANDSCHRIFT VAN
PAGANINI
I Het geldige
smoesje
Iemand die „satt” is, behoeft nog
niet te luisteren naar de
benaming „satterik”
VRIJDAG 28 MEI 1937
KEUKENUITRUSTINGEN
VAN f 2150 Af.
dat ónze tafelronde
sprak over de wijze.
een meer eenvoudig
Product
Ze zagen thans hoe de juffrouw een jurkje bekeek, waar een
wild was mat spelen,en ze zocht In haar naaidoosje naar wol
om de scheur te stoppen.
op dit blad zijn Ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen
onophoudelijk.
(Wordt vervolgd)
Rasch blijft vanavond liever thuis."
1
groote scheur in was. „O, o, zuchtte de juffrouw, dat ia nu al
de tweede keer van de week. Ik wou dat ze eens wat minder
h(j volkomen
oude, rustig
ihtschen leider
was gestuurd.
Zatei
Duitsche
dat hü
„Ja,” bevestigde de dokter, ,4k ga liever wat
rusten.”
Toen eenige minuten later de detective en
Bengt in de slede stapten begreep dokter Rasch,
dat Krag het spel doorzién had en een weldadige
kalmte kwam over hem
Za-
van
Pe-
ult-
zorgvuldig aan den kapstok
deur van het prlvé-kantoor.
ontving hem waardig:
Ook de poet wil zich
zelf wel eent be
wonderen
■••■(«(•••«•••••■•Ss»»»»»»»»»»»*»» ■•••■•tasMMss»
gruwelijk bij dit thema, dat hem niet X minst
interesseerde.
Op een zijner wandelingen door de kamer,
bleef Bengt plotseling voor den detective staan
„U schijnt moe te zijn." zij hij. „Zou X niet
't verstandigste zijn, als u naar uw kamer ging,
om wat te slapen7”
„Neen, dank u.” antwoordde Krag geeuwend,
„X zal wel spoedig overgaan."
„Dat komt er van." merkte Bengt sarcastisch
op. .als u den nacht niet gebruikt om te rusten.”
„1 Is mogelijk."
Onder dit schijnbaar zoo onschuldig gesprek,
zat de dokter in een bijna ondraagijke spanlnng.
HU begreep heel goed, dat die slaperigheid van
zUn vriend slechts geveinsd was. Maar waarom
speelde hU deze comedie? Wat was hij toch van
plan?En wat beteekende die scène met de
pistolen? Waarom was de oude Aakerholm zoo
doodelUk geschrokken, toen Krag die nietszeg
gende opmerking-,over diens wapen maakte? En
waarom wilde Bengt deze stinkende kamer niet
verlaten?
Dokter Rasch peinsde en peinsde, doch hoe-
meer hü er over nadacht, hoe geheimzinniger
hem de geheele zaak voorkwam. Doch hU kreeg
niet langer tUd om na te denken, want plotse
ling gebeurde er iets, dat volkomen onbegrüpe-
lUk was. Asbjöm Krag, die wel 'tien minuten
onafgebroken gezwegen had. vroeg plots:
.Luistér eens, meneer Aakerholm. weet u wel
heel zeker dat t een man was. die gisteravond
tn X paviljoen stond en op u schoot?"
De arme Aakerholm schrok zichtbaar op deze
bij verlies van een band,
een voet of een oog.
hem omjle ooren floten."
„En toen wjj de kamer binnenrenden, lachte
hu ons uit,” zei een ander.
„Wie zou er toch geschoten hebben?"
«De oude natuurlük”
„Of anders meneer Bengt."
Zoo werd er gevraagd en geantwoord tot laat
tn den nacht, in de keuken en de badiandenk»- i
7
De meiden en knechts waren op de schoten
angstig komen aanhollen. Asbjöm Krag las
duidelijk op hun ontstelde gezichten, dat zij
een ongeluk vermoedden. Bengt echter gaf hun
een teeken, dat zü zich moesten verwUderen
Vanuit de gang klonk het fluisteren van ge
dempte stemmen, over de zeven schoten en den
dwazen patroon. Thans waren zü X er allen
over eens. dat hun meester volslagen krank
zinnig was.
„Zag je hóe bang de dokter en Bengt waren?"
vroeg de kok, die het eerst de kamer bereikt
had. ..En hebben Jullie dien vreemden meneer
gezien? Dat is een rare sinjeur! HU zat daar
kalm z'n sigaartje te rooken, terwUl, de kogels
In het clubgebouw van de kleine provincie
stad had zich een gemengd gezelschap ver
zameld. Krag en Bengt kwamen zoo laat, dat
hier en daar reeds duidelUk de sporen van over
dadig alcohol-verbruik te constateeren viel.
Toen Bengt zich in de deuropening vertoonde,
werd hU met gejubel begroet en de Ijdele jonge
man nam deze hulde lachend en met een bui
ging in ontvangst.
Reeds na enkele minuten zat Krag midden
tusschen de notabelen van het stadje. Er zat
een dikke burgemeester, die onbehoorlUk veel
dronk. HU had blauwe vlekken achter de ooren
en scheen zeer kort van adem te zUn.
Verder de commissaris van politie, een stille
man, maar die zwijgend het eene glas na X
andere ledigde. Op alles wat men hem vroeg,
antwoordde hU slechts: „OngetwUfeld. ongetwij
feld."
Dan nog een verpolitiekt advocaat HU 8e"
sticuleerde wild en sprak uitermate veel.
Trouwens, deze bleek niet de eenige te zijn,
die aan politiek deed en allen waren zü hevig
In de oppositie.
Af en toe kwam Bengt langs hun tafeltje
gewandeld. nam complimentjes in ontvangst,
..Neen," antwoordde de detective vlug, „meneer lachte gevleid en ging dan weer verder.
L.uSi a 11s_ M 1 «arenlffHl
Brussel overnachten. Er is dus alle tüd, wat
me elgenlUk heel goed uitkomt. Vertel me nu
eerst eens, waarom je te laat gekomen bent. Ik
ben buitengewoon nieuwsgierig van Iemand, die K
ruim dertig jaren lang nog nooit te laat kwam,
te hooren. welk geldig smoesje hU kan hebben."
En Jansen bekende:
„Dat de klok achter ging, kan ik niet zeggen,
en de wekker is op tUd afgeloopen. Ik ben op
rijd opgestaan en van huis gegaan, voor een
brug heb Ik niet gewacht en de tram had geen
oponthoud, maar twee halten vóór het kan
toor kwam ik tot de ontdekking, dat u toch niet
met me op reis wilde gaan voor verschillende
dagen, als ik mün tanden niet in den mond
zou hebben.”
Niet meer in staal nog iets M
doen aan het vele werk, dat
te wachten ligt? Dan sullen
één of twee van die kleine
"AKKERTJES" snel en zeker Uw
nare hoofdpijn verdrijven en
Uw geest weer helder maken I
Onscnadeliikl *t Zijn ideale pijn
stillers bij Zenuwpijn. Kiespijn,
enz. Per 12 stuks slechts 52 cent.
n.l.
Natuur-
oe algemeen ook de naam van Jansen
mocht zün, des te uitzonderlUker waren
zUn kwaliteiten.
Jansen was betrouwbaar als de Nederland-
sche Bank en accuraat als een seismograaf, hU
was tactisch als het weerbericht en soepel in
zUn optreden als een verkiezlngscandidaat. Jan
sen was procuratie-houder bü de firma Klein
jan in grutterswaren, doch hü zou tpet zün kwa
liteiten niet minder voldaan hebben als zetbaas
in één der filialen, welke de firma had gesticht
voor den verkoop van de meeste van haar pro
ducten. Bovendien was hü de regelmaat in eigen
persoon en in zUn ruim dertig-jarige dienstbe
trekking bü de firma, ook in de .mindere" func
ties, was hU niet éénmaal te laat gekomen of
vóór zün tüd naar huls gegaan Of Jansen ver
kouden was en grieperig, of het snikheet weer
was, of het ijzelde en de straten vrUwel onbe
gaanbaar waren: Jansen verscheen kwart voor
negen voor het kantoor en zette de deuren open.
HU controleerde met een voortreffelUke onop
vallendheid de andere employé 's en noteerde in
een zakkalender glimlachend zün bevindingen.
Op het voor hem gunstigste oogenblik wist hü
den betrokkene met een aantal van die notities
zoodanig „schaak-mat" te werken, dat deze zün
bepaalde voornemens liever uitstelde tot be
spreking bU een gunstiger gelegenheid. Jansen
bereikte met zUn taktlek. dat men zich niet Al
te Ontevreden voelde, hüzelf voor een heeleboel
verwikkelingen bleef gespaard en de „baas”
geen mededeeling behoefde van aanmerkingen
op het personeel. Jansen was dus geliefd bU den
baas en zUn collega's en hü genoot ervan.
De collega's genoten, wanneer Jansen met
den baas op reis moest. Want hoe geliefd ook,
zoo n paar „vrije” dagen hielden er den moed
in en de werkzaamheden in evenwicht. Jansen
zei daar nooit iets over, maar hU begreep er al
les van en daarom waren de eenlgste dingen,
die hü uit de school klapte, juist dergelUke aan
kondigingen.
Twee weken voor Pinksteren deelde dan ook
Jansen met zün gebrulkelUken tact mede, dat
hU waarschUnlUk den Woensdag vóór de feest
dagen op reis moest en die week uit wegbleef
en men met de werkzaamheden daar rekening
mee moest houden. Van af dat moment werd
er dus vooruit gewerkt, want de afwezigheid van
Jansen had voor het kantoorpersoneel hetzelfde
effect als'de moderne „ztf'-staklngen.
Het werd Woensdag vóór Pinksteren. Iedereen
was op tUd behalve Jansen!
BU negenen stond het voltallige personeel der
firma Klelnjan in zijn beste humeur op de
stoep voor een gesloten deur.
„Hoe bestaat het!” grinnikte de loopjongen.
,HÜ móet een ongeluk gehad hebben," meen
de de expediteur.
Dat was het sein tot de meest verschrikke-
Ujke veronderstellingen, want iets anders was,
wat Jansen betreft, volkomen uitgesloten.
Even negen uur arriveerde in hoogst eigen
persoon de firmant, die zich al sedert jaren bad
afgewend een sleutel van het kantoor bü zich
te dragen.
Met verbazing zag hü zün vergaderd perso
neel aan.
„Ja meneer, ziet u, meneer Jansen is *r niet!"
begon de oudste bediende.
„Wat? Jansen is "r niet!.... En hebben Jelui
dan geen maatregelen genomen? Half tien moe
ten we op reis,” viel de „baas” uit.
„Vooruit! Iemand moet gaan informeeren aan
zUn huls.
Het was ruim vüf over negenen; daar stapte
zwaar remmend een taxi, die in wilde vaart was
komen aanstormen. Het portier ging open en
met een hoofd als de ondergaande zon viel Jan
sen büna uit den wagen. De sleutel van het
kantoor stak hü ver voor zich uit, hü rende zon
der spreken naar de deur, stak den sleutel in
het slot, deed de deur open en liet het perso
neel door. Als laatste volgde de „baas" in stom
me verbazing Jansen hing met den rug tegen
den deurpost gedrukt, zün bolhoed stond achter
op zUn hoofd, zweetdruppels rolden langs zUn
voorhoofd en wangen en kaken in zUn hals De
heer Klelnjan zag hem sprakeloos aan. Jansen
A 17 A 015 dlt £lad z^n lnKev°lge de verzekenngsvoorwaarden tegen 17 b*J levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 hü een ongeval met
XsJL^JLjA-s zaOVzlvliLJ ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen A tJKJt verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen A Mv» doodelijken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
- I
mer. En allen kwamen tot de conclusie, dat
't zoo zoetjesaan levensgevaarlUk begon te wor
den op het slot. Inmiddels hadden de vier heeren
hun conversatie voortgezet Daar het in de
kamer nog steeds erg naar krult rook, stelde
Asbjörn Krag voor, om in een ander vertrek te
gaan zitten. Bengt echter, verzette zich hier
tegen, tot nlet-gerlnge verbazing van Krag.
„Waarom van kamer veranderen?" vroeg
Bengt „Is X hier niet gezellig? Bovendien mag
vader 'n beetje kruitdamp wel. HU is niet zoo
verfUnd als jullie stadskinderen."
Krag glimlachte even om deze tegenwerping,
doch Aakerholm viel zü* schoonzoon bU.
..Laat ons blUven waar we zUn," zei hU, ,Jk
vind, dat we hier goed zitten."
En daarbU bleef het
Krag zat als vastgegroeid in zUn fauteuil. HU
rookte onophoudelijk, de eene sigaar na de
andere, als wilde hü zich in een nevel van rook
hullen. Dokter Rasch verloor hem geen oogen
blik uit X oog. De detective had de oogen half
gesloten, alsof hü zich slechts met moeite wak
ker kon houden. De dokter echter begreep, dat
hem integendeel niets ontging en dat hü alles
scherp in zich opnam.
Bengt sprong van X eene onderwerp op t
andere, om 't gesprek gaande te houden. Hji
sprak met den ouden heer en den dokter over
scheeps- en vrachtaangelegenheden en beklaagde
zich over de trage kolenleverantlea van Enge
land. Asbjöm Krag maakte zoo nu en dan een
korte opmerking en bewees daardoor, dat hl!
voor alles, wat X openbare leven betrof, een
open oog had. Dokter Rasch verveelde zich
onverwachte vraag en X kostte hem moeite om
kalm te blüven.
„Volkomen zeker," antwoordde hü.
Krag deed een paar halen aan zün twaalfde
sigaar en vroeg dan verder:
..Hoe was hü gekleed?"
De oude heer werd zenuwachtig. Hü zweeg
een lange poos; elndelük antwoordde hü ver
ward
„Dat kan ik me niet meer herinneren; ik kan
't u niet zeggen. Overigens vind ik X zeer onaan
genaam om aan deze misselüke zaak herinnerd
te worden. X Ia toch niet noodzakelük om juist
daarover te spreken.”
.Neen." antwoordde Krag onverschillig,
„bovendien ik weet nu ook genoeg.”
Aakerholm draaide zich om naar zün schrüf-
bureau. Dan stiet hü plotseling, als in doods
angst. een ruwen gil uit Hü bedekte het gezicht
met beide handen, doch scheen zich plots te
willen beheerschen. De dokter stond op X punt
om toe te snellen, doch de detective gaf tem
een wenk om kalm te blUven. Bengt was juist
in de aangrenzende kamer.
De oude heer nam een papier van zün bureau
en verfrommelde het haastig tusschen de
krampachtig saamgewrongen vingers. Dan be
gon hü koortsachtig in een boek te bladeren.
De dokter kon zün gezicht niet zien, doch aan
X knikken van zün knieën zag hü. dat de man
aan een hevige gemoedsaandoening ten prooi
moest zün.
Asbjörn Krag kon vanaf zün plaats het
schrijfbureau geheel overzien en met de half
gesloten oogen volgde hü iedere beweging van
den ouden heer. Deze scheen iets in het boek te
zoeken en bladerde Vlug en nerveus.
Eindelük scheen hü X gezochte gevonden te
hebben, want mompelend las hü. hoewel slechts
één enkelen regel. Dan sloeg hü X boek met een
klap dicht en wierp het op de tafel. Doodsbleek
en wankelend verliet hü de kamer.
De dokter volgde hem op den voet, doch zag
nog juist, hoe Krag met de handigheid van een
gauwdief, het boek in een züner zakken liet
verdwünen. Dokter Rasch nam Aakerholm’»
arm. Op den drempel .ontmoetten zü Bengt, ge
kleed in een pelsjas en hoed.
Deze zoo merkwaardige scène had niet langer
dan twee minuten geduurd.
Toen de dokter enkele oogenblikken later
terugkwam, stonden Asbjöm Krag en Bengt
rustig té praten.
Lachend vroeg de detective aan zün vriend:
„En. mocht u hem door alle drie de kamen
volgen?”
.Neen,” antwoordde de dokter, .hü wierp de
deur zonder meer voor m'n neus dicht”
Krag lachte luid op. Hü wendde zich weer tot
Bengt:
„Uw vader was moe geworden," zei hü- „Is u
van plan om uit te gaan?"
„Ik ga naar de club,” antwoordde Bengt
Krag rekte zich geeuwend uit en zei dan:
„Ik wou. dat ik mee kon gaan, om eens wat
op te kikkeren.”
Maar waarom zou u niet meegaan? Ik hoor,
<Jat de slee al voor staat. En u, dokter Raach?"|
„Geduld maar, mannetjes," zei de maan. „Wachten Jullie
maar even af.’ „Stan. je trappelt tegen mün gezicht als Je
dat weer doet gooi er Je er af." Ze wachtten thans af, en ja
hoor, eensklaps werden de gordüntje» een beetje opzU ge
schoven en een paar nieuwsgierige oogen keken naar de Maan.
Even later verscheen er nog een gezicht voor het raam. Een
hügde: „Acht minuten te laat, dat kost me
acht jaar van mün leven. Maar de reis gaat
door, een schoonen boord heb Ik bü me.”
.Jansen," antwoordde Klelnjan, „betaal je
taxi, ga naar binnen, kom tot jezelf, en vertel
me de reden van je te laat-komen.”
Jansen ging naar binnen, smeet zün Jas en
hoed op zün bu
reaustoel en ver
dween in het toi
let. Toen Jansen
terugkeerde, was
de
en
zelfverzekerd. HU
hing jas en hoed
en klopte aan de
De heer Kleinjan ontving hem
.Jansen, we zullen een trein later gaan en in
Want heusch. ook werkelük ontwikkelde men-
schen zien er heelemaal geen been in om tü-
dens een spelletje domino hetwelk onder de
Nederlanders zoo Ijverig beoefend wordt, dat
de Duitschers het voor ons nationale spel aan
zien; de vraag te stellen:
„Wie heeft er elgenlUk aangevangen?”
Zooals het ook tot den bon ton behoort, te
zeggen:
,4a, weet u, ik heb hem kennen geleerd
En ook voor vergissingen hebben wü lang
zaamaan een begrip gekregen, dat in sommige
opzichten wel wat al te breed is. Büvoorbeeld
is de Nederlandsche kolonie zeer boos geweest
op de redactie van een groote Amsterdamsche
krant, omdat zü haar BerlUnschen correspon
dent een „Anschnautzer” had gegeven, wü> deze
een of andere beroemdheid onder „een zee van
vlier” Met begraven.
„Hoe komt een mensch nou ook op seringen,
als die dingen hier ..Flieder” heeten?”
Het feit, dat het Dultsch en het Nederlandsch
vele woorden gemeen hebben, die echter lang
niet hetzelfde beteekenen, geeft dlkwüls aan
leiding tot de zonderlingste misverstanden.
Zoo hoort men in Dultschland zeer veel het
woord .satt" gebruiken, dat heel nuchtertjes
.genoeg” beteekent. Maar wanneer een lid der
Nederlandsche kolonie te BerlUn na een gezel
lig etentje en een goede flesch verklaart: ,Jk
ben volkomen zat!” dan zün er gedachten
associaties met de minder vleiende betiteling
van „zatterik", welke men in onze Zuldelüke
provincies aan al te üverige dienaren van
Bacchus pleegt te verleenen, envermüdelük.
Eveneens weet men soms geen raad met het
woord „hochherzlg", dat in het Dultsch het
hoogtepunt van rechtschapenheid, grootmoedig
heid en nog verschillende andere deugden be
teekent. Helaas echter alleen maar in het
Dultsch. En de redenaar, die een gestorven
landgenoot uitluidde met de verzekering: „De
overledene was steeds een hooghartig mensch!"
schiep dan ook een zeer pünlUk oogenblik.
Het zwaarst gezondigd wordt er ten slotte
nog wel met het woord „overzien”, hetwelk
precies het tegenovergestelde beteekent van het
Duitsche „Ubersehen". De verwarring van deze
twee woorden heeft zelfs büna noodlottige ge
volgen gehad voor den vertegenwoordiger te
BerlUn eener 'Nederlandsche firma. De man
had een fout begaan en trachtte zich schrifte-
lük te verontschuldigen door te verklaren, dat
hü de gevolgen van zün optreden „volkomen
overzien”' had. Waarop zün firma hem per om
gaande ontsloeg. Het kostte nogal wat moeite
om de zaak weer in het reine te brengen.
Overigens kunnen wü ons troosten met de
wetenschap, dat het den Duitschers in Neder
land al even zoo vergaat als ons Nederlanders
te BerlUn. Nog onlangs hoorden wü een dame
vertellen, dat zü te Den Haag haar dienstmeisje
zeer nüdig had aangekeken, omdat zü het arme
kind aan de werkster had hooren vertellen, dat
„mevrouw gebeM" had. („Gebellt" beteekent in
het Dultsch: geblaft). En zoo schUnt ook een
oud-officier te Amsterdam eens een café op
stelten gezet te hebben, omdat iemand, die bü
hem aan tafel zat, een ander influlsterde:
„Denk er om, hü Is een beetje doof". (Niet in
het Dultsch, maar in de volkstaal is „doof" de
superlatief van dom of suf).
Een wel eenlgszins gecompliceerd, maar bü-
zonder aardig geval van waarlük Babylonische
spraakverwarring hoorden wü onlangs van een
Dultschen ingenieur, die al jaren te Londen
woont. In gezelschap werd een aardige mop ge
tapt en hU gaf als zUn meenlng te kennen, dat
dit nu „the real British lobster” was. Stomme
verbazing, omdat er heelemaal geen sprake was
geweest van kreeft. Waarop de spreker plotse
ling zün vermakelUke vergissing begreep.
HU had willen zeggen, dat de mop een ty
pisch voorbeeld van „the real British humor”
was. De uitspraak van het Engelsche „humor”
grenst vrü dicht aan die van het
.Bummer". Wat ten gevolge had,
.Bummer" vertaalde in „lobster" en dus over
echte Engelsche kreeft sprak, terwül hü echten
Engelschen humor bedoelde....
jongetje en een meisjes waren het. „Kük, de maan achünt,”
fluisterde het Jongetje. „Sesst. ze is in de kamer hiernaast, laat
ze ons niet hooren." fluisterde het meisje. „Over wie hebben ze
het,” vroeg Star.-. „Over de klndèrjuf," zei de maan, en toen ze
in een kamer naast die van de kinderen keken, zagen ze Juf
zitten met wat naaiwerk aan de tafel.
Tenslotte is de R K. Universiteit van Peking
de eenige Büzondere Hoogeschool in China,
die een van staatswege erkende academie voor
inheemsche kunst (schilderkunst) heeft. Deze
academie is nog een stichting van den vroegeren
Apost. Delegaat Z H.Exc. Mgr. Celso Constan
tin!
Wanneer we dan nog vernemen, dat de Uni
versiteit verschillende wetenschappelüke, poly
glotte rijdschriften uitgeeft en daarnaast ook
vele wetenschappelüke werken, zal het ons
geenszins verwonderen, dat ook de Chlneesche
regeering haar den hoogs ten lof toekent. Jam
mer, dat geldgebrek de oprichting van twee
nieuwe faculteiten: Landbouw en Medlcünen
nog steeds verhindert.
Met Mgr. Zanin hopen wü. dat de Universi
teit haar weldoeners moge vinden.
X Was na een vergadering, waarin het niet
on-interessante onderwerp „de N.8.B. en het
nationaal-sociallsme in Dultschland" behan
deld werd en waarbü de te BerlUn geaccredi
teerde Nederlandsche pers, op uitnoodiging, vrü-
wel voltallig aanwezig was. dat een gezelschap
van wél en nlet-houzeeërs nog eenlgen tüd broe-
derlUk te zamen zat. (Nederlanders tn het bui
tenland hebben namelük zoo ongeveer uit
sluitend met de Engelschen deze deugd ge
meen. dat zü alleen maar Nederlanders zün en
geen leden van een of andere partü.)
Het was gezellig als steeds wanneer een groep
landgenooten elkaar treft en honor cui ho
nor de meneer, die door den Utrechtschen
leider naar de hoofdstad van Germanje was ge
stuurd, viel niet uit den vorm. Hü ook zat broe-
derlük. als Nederlander en niet als houzeeër,
aan onze tafel en sprak niet over politiek: iets
dat men in Dultschland nog beter weet te waar-
deeren dan in Nederland, omdat men uit den
aard der zaak doqr vüf miljoen nazi's nog heel
wat smartelüker wordt doorgezaagd dan door
vüftig-dulzend.
En toen gebeurde het,
plotseling huiverde.
De meneer, die door den Ukrecl
naar de hoofdstad van Germanje
Beide:
„Wanneer wü aan de regeering komen....”
Du* toch politiek?
Het was Ineens volslagen stil, terwül hü zün
Volzin voltooide:
dan beginnen wü meteen een cursus
in de Nederlandsche taal voor de Neder
landers te BerlUn. Gratis, maar verplichtend
Die zAt! Ook de niet-houzeeërs konden thans
moellük anders doen dan hun bUval betuigen.
Nog nooit heeft een N.S.B.-er zoo volkomen ge-
lUk gehad als dien avond. En het aardigste was
nog wel, dat een dame in een knal-oranje blouse
en met een rood-wlt-blauwe stropdas om zich
tot ons wendde:
„Was melnt der Herr?"
En gesteld dus dat de N.S.B. aan de regee
ring komt.
En gesteld vooral, dat de N.S.B. tegen dien
tüd de Nederlandsche taal niet al lang heeft
afgeschaft, want het is een heel karwei om
Uitdrukkingen als „blutbedingt", „artfremd",
„Rasseerbgut" en dergelUke op een aannemelüke
wüze te vertalen, en onze moedertaal wordt er
heelemaal niet beter van, dat men haar verrukt
met begrippen als „een staat uit God”, „een
bloedverbonden volksgemeenschap”, „Godge-
wild”, „demoUberaal” en zoo;
Dan krUgen wü. Nederlanders in BerlUn, dus
een gratuïten, maar verplichten cursus in de
Nederlandsche taal.
Slaken wü daarom uit pure dankbaarheid een
daverend Hou Zee! Weliswaar is de N.8B. ook
in dezen alleen maar origineel voor zoover als
zü dwang achter het geval wil zetten, maar
daar bü gebrek aan belangstelling op het oogen
blik geen cursus in de Nederlandsche taal meer
gegeven wozdt. kan. aü eventueel nuttig werk
verrichten.
Want het Netderlandsph, dat men door vele
Nederlanders te BerlUn hoort spreken, is in
derdaad een zeer erg soort van jargon. Nog niet
zoo heel lang geleden hoorden wü een Neder
lander voor de Berlünsche rechtbank overi
gens met volledig succes zün onschuld be
tuigen. De man, die zich-zelven verdedigde,
sprak Dultsch. Bedoelde althans klaarblükelük
dat te doen. Doch het leek slechts een zeer ver
fomfaaid Nederlandsch, dat hü Met hooren.
Doch het kon ook nog erger. Toen wü ons later
In onze moedertaal met hem trachtten te on
derhouden, verstonden wü geen woord meer.
De eenige mogelükheid was het, Dultsch te
praten, en dan maar te raden wat hü wilde
antwoorden.
In alle gezelschappen ontmoet men landge
nooten, die van hun Nederlanderschap practlsch
niets meer over hebben dan een paspoort. ZU
küken iemand de woorden uit zün mond wan
neer hü Nederlandsch spreekt, om vervolgens
antwoorden te geven, die bewUzen, dat ze er
niets van gesnapt hebben.
Doch ook degenen, die hun taal nog volkomen
beheerschen, schieten in de haast van het ge
sproken woord bokken, die in de tweede klas
van H.B S. of gymnasium met homerisch ge
lach begroet zouden worden.
Natuurlük ondergaat men op den duur on-
herroepelük den Invloed van de taal, welke men
dagelüks lezen en spreken moet. Er is zelfs ver
schil in de spreektaal van Nederlanders, die te
Rome en Nederlanders, die te Parüs wonen, on
danks dat zoowel het Itallaansch als het
Fransch tot de latünsche talen behooren. Trou
wens, ook de Londensche Nederlander spreekt
heel anders dan de Nederlander uit New York.
Doch verreweg het meest .Jieruntergekommen"
is de spreektaal van den Nederlander te BerlUn.
Het Dultsch schünt op net Nederlandsch den
invloed te hebben, welken, tenminste volgens
de huisvrouw, tabaksrook op pas gewasschen
gordünen heeft.
ort geleden richttfe de Apostolische Dele
gaat voor China, Z.H. Exc. Mgr. M.
nln, een schrüven aan den rector
de Katholieke Fu-Jen-Universlteit van
king, waarin hü zün volle tevredenheid
waarop deze universiteit
haar gewichtige taak vervult. Tevens ultte de
Apost. Delegaat den wensch, dat het bestuur
van de Fu Jen edele weldoeners zou mogen vin
den. die het in staat zullen stellen de voorhan
den en hoognoodlge uitbreidingsplannen ten
uitvoer te brengen.
De Fu Jen is een stichting van den Benedic-
tün dr. OToole en den Chlneeschen geleerde
Ignatius Ying en zü bestaat thans twaalf Ja
ren. In 1933 werd de leiding ervan toevertrouwd
aan het Gezelschap van het Goddelük Woord,
inzonderheid aan de Noord-Amerikaansche
provincie.
De Universiteit bezit drie faculteiten,
Letteren, met 339 studenten; Wis- en 1.
kunde met 329 en Paedagogie met 142 studen
ten. Voor het laatste studiejaar meldden zich
meer dan 1000 studenten, terwül er maar 334
konden worden toegelaten. Deze studenten ko
men uit alle deelen van China, uit Mandsjoe-
kwo, Malacca, Nederlandsch-Indië, Rusland.
Roemenië en van de Hawal-ellanden. De mees
te zün moderne heidenen, slechts 80 zün ka
tholiek, doch het aantal catechumenen is
vrü groot.
De faculteit voor wis- en natuurkunde bezit
een eigen natuurkundig laboratorium, waar men
de meeste van de benoodlgde apparaten en in
strumenten zelf vervaardigt. In de afdeeling
Biologie is van heel büzondere beteekenls het
microbiologisch instituut, het eenlgste in Oost-
Azlë waar serum tegen vlektyphus bereid wordt
Daar de vraag naar dit serum steeds grooter
wordt, is men doende de moellüke en langzame
bereidingsmethode doqr
procédé te vervangen.
nlangs brachten d? bladen het bericht
I dat er in ons land een consortium was
opgericht, ten doel hebbende de fabricatie
van textiel-caseïne en van „lanltal", dat is de
uit ondermelk, volgens het procedee-Ferrettl,
vervaardigde kunst wol.
Terwül vroeger elk land zün eigen speciaü-
telten op de wereldmarkt omruilde tegen die
van andere landen, is het streven in den laat-
sten tüd er meer en meer op gericht om dat
wat de nationale huishouding noodlg heeft zelf
te vervaardigen uit de stoffen, die men toe
vallig ter beschikking heeft. Heeft een land geen
suiker, dan verwacht het maar van zün che
mici. dat ze die wel uit hout zullen maken;
heeft het geen rubber, dan moeten ze die maar
uit iets anders vervaardigen. Van de landen,
die nu toevallig veel suiker produceeren, ver
wacht men dan natuurlük stilzwijgend, dat
hun chemici knap genoeg zullen zün, om van
het teveel iets te maken, waaraan men daar
even toevallig behoefte heeft, b.v. User, of le
vertraan.
Dit is elgenlUk de quintessence van het stel
sel. dat men met den schoonen, klassiek-klin
kenden naam autarkie versierd heeft.
Zoo zien wü dan ook een steeds groeiend
aantal landen druk doende, om allerlei stoffen
langs kunstmatlgen weg te bereiden. Wü heb
ben daar al eens eerder enkele artikelen aan
gewüd.
Nu niemand in het buitenland een groot deel
der door ons bereide zuivelproducten meer koo-
pen wil. zullen wü nu van het overschot aan
geproduceerde melk de wol gaan maken, die
onze tcxtlel-industrie wel verwerken zal. Zoo
doende raken wü dat lastige overschot kwüt.
fan andere landen zien wü iets dergelüks.
Terwül de Duitsche kunstvezels voor het
grootste deel uit hout worden vervaardigd en
de Italiaansehe ons voorbeeld uit melk.
ot eigenMJk uit de daarin aanwezige caseïne,
heeft een Engelsche chemicus patent verkregen
op een origineel procedee. Het heeft iets van
het alombekende ei van den ontdekker van
„Gods own country.”
Oorzaak wus de beruchte bananenschil!
Een banaan etend, viel hem de vezelachtige
structuur van de schil op, en de sterkte van
de vezel. Na experimenteeren slaagde hü erin
uit deze vezels een kunstwolsoort te vervaar
digen.
De nieuwe vezel moet zicji zeer goed te zamen
met kunstzijde laten verwerken en op alle ma
nieren laten kleuren.
En vooral ze moet buitengewoon goedkoop
rijn! ING. D.
Van de negen vioolconcerten, die Nicolo Pa
ganini componeerde, zün er drie verloren ge
gaan. Deze handschriften zün tot dan toe
steeds vergeefs gezocht. Een ervan is thans te
recht gekomen, en wel door een zonderling toe
val. Het is het „Vierde Concert". De ontdek
ker ervan is *n schoenmaker in Parma, Fochi ge
naamd. Hü heeft naast zün schoenlapperü een
winkeltje in oude boeken en manuscripten. On
langs kocht hü van een oude dame een bundel
oude noten voor 20 Uren. Toen hü het doorzag,
ontdekte hü het door Paganini eigenhandig
geschreven „Vierde Concert" van den compo
nist. Dit werk is sinds 106 jaar niet meer uit
gevoerd. De laatste maal hoorde men het te
Parüs, waar de meester het werk zelf uitvoer
de; dat was op 25 Maart 1831. Het teruggevon
den werk van Paganini zal in den zomer ten
gehoore worden gebracht en wel te Cremona,
de geboortestad van Stradivarius, den grooten
vioolbouwer.
FABRIEK TE DIEBEN