9fóm£aal
aan
De avonturen van Stan en Pol
cfen iaq
De Vakwerkbouw
F 750.-
11
H i
i
r
DE 'GEHEIMZINNIGE
Hl KAMERS J1L_
door sven elvestad
De waarde van
standsorganisatie
ZATERDAG 29 MEI 1937
De verstuikte
I
Een czardas
S auto's Haast ^Cfausjt.!
Hout als bouwmateriaal
I
voet i
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
1
is,
Oost-
:e-
9
n
De kinderen babbelden ondertusschen door. Het meisje zei.
U
irgekomen.
3
aan de bevelen
allen
van den
u
en Bengt tegelUk.
de commissaris en
trappen
ondervroeg
allereerst den
hem.
„Waar bevond u zich op dat oogenblik?”
(Wordt vervolgd)
i
e
l-
dat ze er niets aan kon doen. De wind vloog onder haar rokje
en zoo tegen het Ijzerdraad aan. Het jongetje liet zijn kousjes
zien, waarin een groot gat was. Dat was er tijdens het spelen
„O, Bertje, wat vreeaelük." Het meisje huilde haast. „Weet
Je wat, ik zal probeeren of Ik het gat kan stoppen. Ik heb het
laatst van juf afgekeken, en hier staat mijn werkmandje.” Ze
deed de gordijnen wat meer open om licht te krijgen en zette
zich bij het venster. Bertje keek toe.
De juf in de andere kamer had echter argwaan gekregen.
„Het is net o( ik die ondeugden hoor," zei ze. „Ik zal direct
eens gaan kijken.” Star.' hoorde dit en wilde dé kinderen graag
helpen. ..Laat me even vlug naar beneden", vroeg hij aan de
maan. Deze liet een straal op het venster neer.
uit
xh
n
n
l
I
V
DE DOODE
Toen Kragen Bengt na een razenden slede tocht
op Kvamberg aankwamen, waren alle vensters
bij levenslange geheele c
verlies van belde armen.
kwamen de gewlll
al heel gauw en
[ér. Weer knalden de
kostelijk aangekleede
d. in een luchtig blü-
sen
it-
jrs
cht
?n.
op
it
e
r>
i
L
I
I
e-
let
W
na
d.
ills,
17e-
ng.
if-
•n
i.L
at
en
en
te
en
00
k-
ct
te
n.
n
ït
k
tfk
de
■u-
ieti
ux.
iet
we
*rs
Propaganda-nummer van de
„R.K. Werkgever”
Bij een bal ter eere van het Italiaansche ko
ninklijke paar is te Boedapest door 15 paren
een echte czardas gedanst.
Ook wie overigens
nationale muziek
Inderdaad: maar al te vaak vergeet men,
dat het noodzakelijk pendant van het libe
ralisme het socialisme en het communisme
is, en dat alleen de religie de voor orde en
rust noodzakelijke samenwerking van alle
volksgroepen duurzaam kan waarborgen!
Mogen ook andere sociale organisaties de
geciteerde vraag overnemen en haar ter
overweging voorleggen aan die standgenoo-
ten die tot nu toe ongeorganiseerd bleven!
„Mijne heeren* riep de Jonge man eindelijk
uit, ..onze stad en onze club hebben een zwaar
verlies geleden. Ik had zoojuist een telefoon
gesprek met Kvamberg. Aakerholm is enkele
minuten geleden gestorven. Men vond zijn lijk
in het park."
De diepe stilte, die op deze woorden volgde,
werd onderbroken, door het rinkelen van een
aan scherven vallend glas. Het was Bengt's glas
geweest. Krag keek hem aan. Doodsbleek stond
hij tegen den deurpost geleund.
f-v oo biedt dit nummer, dat nog veel an-
X dere artikelen bevat, elck wat wils. In
het bijzonder trof ons echter de vraag,
die dr. Kortenhorst in zijn Inleidend arti
kel aan de orde stelt, een vraag die men
niet genoeg kan overdenken en die helaas
bij zoo weinigen opkomt: wat heeft de prin-
dpieele organisatie in het verleden reeds
bereikt en waarvoor heeft zij ons behoed?
riep Bengt uit „Dat is Aet
dacht, dat hem een beroerte
Wanneer men van de Duitsche hoofdstad
uit westwaarts rijdt, ziet men voorbij Maagden
burg, waar de beboschte hellingen van den
Harz beginnen, de eigenaardige, min of meer
bonte en versierde huizen, welker muren be
staan uit een vertakt houten geraamte met
daartusschen metselwerk: hulzen in vakwerk
bouw. Zij zijn‘een kenmerk van het geheele
Neder-Saksische gebied, tot het Teutoburger
Woud toe.
Geheele steden schijnen in dezen stijl te zijn
gebouwdBronswijk, Hildesheim, Halberstadt.
Ook Zuidwaarts en Westwaarts echter van dit
groote kerngebied van de vakwerkbouwwijze
vindt men Interessante voorbeelden van dezen
stijl, in het Frankische tot den Main toe en
in het Rijn- en Moezelgebied.
Miltenberg aan den Main. Michelstadt In het
Odenwoud. Dinkelsbuehl en kleine Rünstadjes
zooals Bacharach, om slechts enkele voorbeel
den te noemen, zijn bijzonder rijk aan mooie
vakwerkhuizen.
Het is geen toeval, dat de vakwerkstül zich
In deze streken ontwikkeld heett„ welke de
kernlanden zijn van de houtleverende gebieden.
Reeds volgens Tacitus* gaven de Germanen als
bouwmateriaal aan hout de voorkeur en
dit is in hun landen, In tegenstelling tot d»
Romeinsch-Romaansche bouwwijze, door de
Middeleeuwen heen zoo gebleven. Vakuitdrok-
kingen, zooals kalk, mortel, muur, zijn dan ook
van Latjjnschen oorsprong.
De Franken hebben die voorkeur voor hout
als bouwmateriaal naar Noord-Galliè meege-
ns niets van de Hongaarsche
^ÏWêét. keHt toch in leder
geval twee namen? den Rakocsy-marsch. welk-j
fn Hongarije eenzelfde rol speelt als de Marseil
laise in Frankrijk, en den czardas, den eigen
lijken Hongaarschen nationalen dans.
Er bestaat geen operette en natuurlijk ook
geen sprekende film, waarin geen czardas voor
komt, indien het verhaal in Hongarije speelt.
En het overige voor de verspreiding van den
czardas heeft de radio gedaan. Wanneer men
een echten en origineelen czardas wil hooren,
behoefte men slechts op het radiostation Boe
dapest, dat eiken avond zigeunermuziek uit
zendt, af te. stemmen.
Alle dansen hebben in den loop der tijden een
verandering ondergaan. Ook de czardas is daar-
vïn niet verschoond gebleven. Het was derhalve
een buitengewoon aardig idee, dat men aan het
Italiaansche koninklijke paar den dans In zijn
oervorm demonstreerde. Hoe oud deze nationale
dans eigenlijk is, heeft men nimmer kunnen
vaststellen. De eerste czardasmelodieén ech
ter zijn in een boek van het jaar 1502 opgetee-
kend. het eigenaardige van deze muziek be
staat hierin, dat slechts weinige melodieën lan
gen tijd populair blijven. De zigeuners vinden
voortdurend nleuwe wijsjes uit. En deze wor
den weer spoedig vergeten, wijl zij nimmer op-
ge teek end worden.
Strenge dansfiguren kent men bij den czardas
niet, de bewegingen moeten evenwel steeds gra
cieus zjjn. De dans bestaat uit twee deelen, nJ.
een langzaam eerste deel, lassoe genaamd, en
een levendiger en sneller tweede deel, friska
geheeten. In het eerste deel pakt de danser zijn
danseres om de heupen en draait met haar
naar links en naar rechts. Het met de handen
slaan op de hooge laarzen verlevendigt, het ge
heel.
De friska behoort tot de typische „vluchtdan-
sen”, waarbij de danser de hem ontvliedende
danseres achtervolgt, om haar tenslotte te grij
pen en in een uiterst snel tempo in het rond
te draaien.
De czardas met zijn bonte Hongaarsche cos-
tuums en de echte zigeqpermuzlek is een lu>t
voor oogen en ooren.
roeiend, legde ik onder de wilgen aan. Het ge
zelschap zag er wel niet gedistingeerd, maar toch
vrij onschadelijk uit. Maaren daarover
stond ik verwonderd, het had al proviand. Fram-
bozen- en citroenlimonade parelden aan de
randen der glazen en broodjes met ham en ros
bief gingen van hand tot hand en verdwenen
in de grage magen der plcknlckers.
„t Spijt ma erg, dat ik zoo laat ben." begon
ik het vroolijke gesprek, maar m n vrouw heeft
haar voet verstuikt, en
Op het onvriendelijke gelaat der aangespro
kene verscheen een uitdrukking van medelijden
„Wjj stellen het thans levend werkgeversge-
dacht slechts deze ééne vraag": zoo schrijft
dr. Kortenhorst „hoe zouden de verhoudin
gen in ons land zijn, wanneer er geen confes-
doneele vereenlglngen waren geweest? Anders
gezegd, wanneer alle werkgevers neutraal (lees
liberaal) georienteerd zouden geweest zijn en
.Houdt
dokter."
Zich tot Krag wendend ging hij verder:
„Ik geef u volmacht, alles te doen in dezen,
wat u noodzakelijk acht.
Krag knikte onverschillig.
Ik zou graag willen beschikken over een
lichte slede en een vlug paard," zei hU- „Ik
moet onmlddeilijk een paar telegrammen ver
zenden."
HU wees op de deur.
.Laat die nieuwsgierigen gaan. zü hebben
hier niets te maken. En laat dan hem of hen
hier komen, die t lük gevonden hebben."
,Jk heb het lük t eerst gezien." riep de kok
en stapte, overtuigd van zUn gewicht in deze
zaak, met,opgeheven hoofd de kamer binnen.
„En ik hoorde de schoten.riep een knecht
en volgde hem.
.Schoten?" vroeg Krag
„Waren er dan meerdere?"
.Ja." antwoordde de dokter, die weer wat op
bij verlies van een band,
een voet of een oog.
A T T 17 A D NT AT C* op <Ut blad zijn Ingevolge de verzekenngzvoorwaarden tegen
/Al «I /A lal l\ 1 T F\ O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen
gezelschap en trad op een ander tafeltje toe.
Overal werd stevig gedronken en de politiek
was niet van de lucht; de verkiezingen waren
op handen.
In een ander vertrek amuseerden zich de jon
geren. Het waren meest jonge groothandelaren,
officieren en nieuwbakken ambtenaren. Er werd
piano gespeeld.
Plots brak het gejuich los, gevolgd door her
haald schaterlachen allerwegen. Enkele andere
heeren kwamen toegesneld, om te vernemen wat
er gebeurd was.
De oude kapitein Evensen, dronken als ge-
woonlUk, was, gelokt door de tonen van de
muziek, de kamer binnengekomen en wiegend
op de maat van de melodie, liep hü uit een
volle flesch te drinken.
De flesch was hem echter uit de hand gegle
den en in de openstaande piano-kast gevallen.
Twee snaren waren gesprongen. Het gejuich
klonk minuten lang .door het geheele gebouw.
De advocaat vond hierin aanleiding om het
woord te nemen en een gloeiende speech af te
steken op- het Vaderland. Men stond voor de
verkiezingen; de allerhoogste belangen van het
land stonden op het spel. Begeesterd door de
enthousiaste woorden, zetten enkelen het volks
lied in.
Plotseling echter werd de deur opengerukt, een
der jonge lieden stortte binnen en gebood stilte.
HU was bleek en snakte naar adem. Alle blik
ken waren op hem gevestigd. Krag vermoedde,
dat htf iets ernstigs mede te deelen had en een
angstig voorgevoel maakte zich van hem
meester.
verhaal gekomen was, ,jer werden twee schoten
gehoord."
.*Goed," zei Krag. „Sluit de deur.”
Het personeel verwUderde zich en dedeur
werd gesloten.
Asbjorn Krag
knecht.
„U hoorde dus de twee schoten." vroeg hü
hel Verlicht, als bU een feest.
De beide mannen hadden gedurende de snelle
vaart niet veel woorden met elkaar gewisseld.
Maar Bengt had een opmerking gemompeld, die
Krag goed in ’t oor geknoopt had. HU had ge
zegd:
„Men vond het lük in het park. Dat is merk
waardig."
De slede hield stil voor de breede trappen
van het bordes. Bleek en blootshoofds verscheen
de dokter in de deur. HU was zoo onder den
Indruk, dat hü haast geen woord uit kon bren
gen. Doch Krag vroeg hem ook niets.
Een bediende kwam naar bulten, om de heeren
behulpzaam te zUn bU t uitstUgen. In den cor
ridor stonden een paar dienstboden, de handen
voor t gezicht, en snikten. De dikke, roode kok
kwam naderbü en verwUderde hen.
I
..Een voortreffelijk mensch," merkte een der
“«eren op. „en een gewiekste, handige kerel."
„Ongetwijfeld,” mompelde de commissaris.
.Met »Un pleegvader leeft hU zeker niet op al
besten voet?" informeerde de burgemeester.
"Uli is er niet over te spreken, dat de oiïde
hog met de „Modedame" wil trouwen. En daar
over hoeft men zich toch werkelUk niet te ver-
•onderen.”
„OngetwUfeld,” meende
dronk zUn glas leeg.
Plbts staken zU de koppen bU elkaar. Krag
hoordedat zü over de .Modedame” spraken en
vhig enkele woorden van den advocaat op:
„Of Bengt zelf niet....’’
_Op hetzelfde oogenblik kwam Bengt naderbü
Do advocaat stond vlug op en hield een korte
toespraak:
«Do hope van onze stad, de stut van onze
PofMJ. ons aller vriend Bengt.hU leve hoog!”
bengt dankte hem en zei: „WU. gentle
mans.
De rest hoorde Krag niet* Want hU verliet het
van Ne-
derland en Indië in het k^der der Rijks-
lelljkt 0e ln-
lentie
ih tegenover
Cterwijl mr. W. P.
ongeschiktheid tot werken door p 7^x0 hij een ongeval met p Qfwfl
a, belde beenen of belde oogen OlZo doodelijken afloop fcivv»
a^o arbeiders socialistisch of communistisch,
hoe zou de godsdienstige, cultureele en politie
ke landkaart van ons vaderland er dan wel
uitgezien hebben? -
Wie daarover nadenkt, moet wel huiveren bU
de gedachte wat er van de toepassing der be
ginselen van ons Geloof terecht zou zUn ge
komen."
hem rijdende andere auto In te
halen mag men dit voertuigen
paar niet voorbijrijden, dus:
nooit drie auto’s naast elkaar.
schuivlngen van het houten geraamte bU fron
tale wlndstooten. De vrUstaanoe en hoek
huizen moesten echter ook beschermd worden
tegen stormwinden evenwUdlg aan de straat
zijde. Hiertoe dienen zg. „strevers”, die taps-
gewUze verbonden zUn met de steunbalken en
de dorpelbalken op de grondmuren.
Uit schoonheidsoverwegingen werden deze
„strevers” later volgens bepaalde regels ge
plaatst, zooals b.v. bU het Glldehuls te Hildes
heim. Kreeg een onderhuis meer bovenverdie
pingen, dan stak natuurlUke elke hoogere met
zUn balkenlaag boven de vorige uit. Als voor
beeld hiervan noemen wU het stadhuis van
Hildesheim, dat trouwens ook het belangrUkste
Gothische gebouw in vakwerkstijl is.
BUna alle genoemde constructleonderdeelen
werden rUkelUk met beeldhouwwerken versierd,
ofwel beschilderd. Vooral het dennenhout loont
zich zoo mooi voor het versleren. Het rUkste
snUwerk vinden wU dan ook tusschen Thtlrin-
gen en den Harz; in Westfalen en het RUn-
land, waar de elk domineert, vinden we het
slechts spaarzaam, omdat eikenhout niet ge-
makkeUjk te bewerken ia.
De oude hulzen van Neder-Dultschland heb
ben tultgevels, geen zadeldaken. Huizen met
tultgevels, die in den voorgevel een bovendrie
hoek hebben, vinden wU vooral in het Opper-
Duitsche, waar de grondperceelen meest smal
en diep zUn. In Zuld-Dultschland zUn de hul
zen veelal door open galerUen en vooral door
berceau's verlevendigd. De huizen zUn hier ook
bonter, schllderachtiger, maar niet zoo sterk.
In de Renaissance bereikte de bouwstUl >Un
hoogtepunt. De huizen werden steeds fraaier
en rUker van ulterlUk. Om 'de facade losser te
maken, brengt men wel erkers aan, die zoo
mogelUk weer een tultgevel kregen. Maar met
het hoogtepunt van den RenaksancebouwstUl
komt tevens het verval, dat niet te herstellen
scheen. De door het hout als materiaal voorge-
schreven grenzen werden overschreden. De zin
voor het schoone en rUke overheerscht de con
structieve noodzakeUjkheld. Men begint wat
met de steenen bouwwUze te knoeien, die in de
mt en het
hout langzaam verdringt. De 30-jarltp» Oorlog
tnet zijn branden sluit den bloeltUd van het
vakwerkgebouw voorgoed af. De steen heeft
de toekomst! Niet alleen hier, maar ook in
bet buitenland. En de typische oude huizen,
welke Duitschland thans nog bezit, worden nu
alleen npg maar bewonderd door de vreemde
lingen, die door Duitschland trekken, en het
bezoek van de typische houten-huizen-bezlt-
tende stadjes op hun programma hebben staan.
„Waar is het lUk?” vroeg Bengt.
„In de woonkamer," werd hem geantwoord.
Bengt ging voorop. Krag en de dokter volgden
hem. Krag ving enkele woorden op van een der
dienstmeisjes.
„Och. de patroon heeft zich zelf...."
Verbaasd en vragend keek Krag zUn vriend
aan.
,MU heeft zich gezelfmoord,” fluisterde deze,
..midden in 't hart geschoten."
De detective verhaastte zUn schreden en be
reikte tegelUk met Bengt de woonkamer. Het
lUk lag op een sofa, toegedekt met een wit laken
Bengt trad naderbU en wilde het laken weg
trekken, doch Krag belette hem zulks.
,Hent u sterk genoeg, om het lUk te zien?"
vroeg hU hem.
Bengt wierp hem een minachtenden blik toe
en antwoordde:
„Acht u t nu wel het juiste oogenblik voor
scherts?"
.JBcherts of ernst, in ieder geval heeft een
dokter in deze aangelegenheid te beslissen De
doode pleegde zelfmoord.”
„Zelfmoord?”
mogelUk! Ik
getroffen had.”
„Dat dacht ik ook," zei Asbjöm Krag zachtjes
en trok toen langzaam het laken weg, doch
slechts zoover, dat het gelaat bedekt bleef.
Aakerholm droeg zUn gewone dagelUksche
costuum en een overjaa HU lag op den rug. De
linkerhand hield krampachtig het pistool om
sloten, waarmede hu enkele uren nog zoo
meesterlUk geschoten had. Een roode vlek op
Het oudste overgebleven
voorbeeld van Duitschen
vakwerkbouw is het Raad
huis van het idyllische stadfe
Michelstadt bei Erbach, in
het Odenwald. Dit gebouw is
450 jaar oud. Men ziet hier ‘t
schilderachtige marktplein
met het raadhuis op den
achtergrond
-a -r u het economisch tU gekeerd is
acht de Alg. Katholieke Werkgevers-
A vereenlglng den tijd gekomen, haar
gelederen aan te vullen met al die onderne-
iners, die tot nu toe bulten haar organisatie
bleven. In crisistijd is de tijd daartoe min
der gunstig, want dan laten sommige men-
schen zich maar al te veel beheerschen
door defaitisme, en wegen de geldelljke
offers, die nu eenmaal onafscheidelijk aan
organisatie verbonden zijn, maar al te
zwaar.
Thans echter Is iedereen In zaken weer
optimist, men kan zich financieel, weer wat
meer veroorloven en bij dien gunstigen
wind wil de Werkgeversvereeniging alle
zeilen bijzetten en haar bemanning ver
sterken om des te sneller te kunnen varen
naar het land van een betere toekomst
niet naar een idyllisch eiland Utopia, maar
naar een land met gewone menschen en
gewone zaken, waarin echter de chrlste-
lUke beginselen wat méér den toon aan
geven dan in onze samenleving het geval
is. Moge het werkgeversschip op deze vaart
geflankeerd blijven door de schepen der
andere R.K. Standsorganlsaties!
Als inzet van die vernieuwde actie-naar-
buiten is verschenen een propaganda
nummer van het vereenigingsorgaan „De
RK. Werkgever”. Wij hebben er vroeger
reeds meermalen op gewezen, dat dit week-
blad van belang is voor veel breeder kringen
dan die der werkgevers alléén. Onder de
uitstekende leiding van dr. L. G. Korten
horst tot voor zeer kort bijgestaan door
den op PinXgteren overleden mr. H. Fran
ses H^WpW^W^BrtMBÉFlkkeld In de
richting van een algemeen económisch
weekblad met polltleken Inslag onmis
baar voor ieder die In het economisch
leven van ons land belang stelt.
Het propaganda-nummer handhaaft deze
reputatie. Het is een bundel hoogst Inte
ressante lectuur. Het bevat niet alleen de
gebruikelijke „gelegenheids"-artikeltjes van
den voorzitter, geestelijke adviseurs en ver
schillende bestuursleden. Door een keur van
substantieele artikelen over verschillende
actueele onderwerpen toont het metterdaad
aan, welk een uitstekende voorlichting deze
standsorganisatie door haar orgaan alm
haar leden geeft. Niet alleen de secretaris
sen en functionarissen der vereenlglng en
haar afdeelingen; ook dé leden zelf wer
ken actief mee aan deze voorlichting. Wij
doen slechts een greep wanneer wij noemen
een uiteenzetting van de beteekenls van de
nieuw-voorgestelde wijziging der Crlsls-
Invoert*t?‘fMbiJ'«hW ‘itobWhtef déf federa
tie, Ir. K, een artikel van den
heer ,Ch. Btulemeljer, waarin deze een
Fransch vóórontwerp van wet betreffende
de ordening van het bedrijfsleven be
spreekt. Dit bevat een bedenjrelijke mate
van staatsinmenging en vormt een waar
schuwing door te toonen, waartoe men ver
valt Indien het bedrijfsleven niet tijdig zelf
tot ordening overgaat. Mr. I,. J. van der
Valk geeft In dit nummer een beschouwing
over economische samenwerking
derland en Indië in het kadei
eenheid, mr. W. J. Vroom vWg<
dische en de Nederlandsche jurj
over hetgeen concurrenten,
elkaar mogen veroorlo'
M. van der Loo cArimentaar levert op een
arrest van den Hoogen Raad waardoor het
ethische postulaat van het „lustum pre-
tium" in gevaar wordt gebracht.
-j- n één opzicht hebben Wanda, m’n vrouw,
I en ik. een verschillenden smaak. ZU houdt
dol veel van picknicks, en ik sta er meer dan
onverschillig tegenover. Ik geraakte dus aller
minst ui geestdrift, toen Wanda haar voet ver
stuikte. een uur vóór ze uit zou gaan, om op
de Waal te gaan picknicken en mU als haar
plaatsvervanger aan wees..
.Maar kindlief," bracht ik daar tegen in. ,Jk
ken niemand van al die menschen.."
„Geen nood.” zei Wanda. ,Je hebt niets an
ders te doen dan er proviand heen te brengen
en vroolük te zUn. Bovendien, de gasten zUn
heelemaal niet lastig. Ze gaan van 1 oude boot-
huls de rivier op en ze komen op een lief plekje
bU elkaar, net op t derde punt links. Ik heb
aan den eigenaar permissie gevraagd Dus vlug
aan 't werk en laad alles in *t wagentje, en.
.Maar als je alles zoo mooi geregeld hebt."
viel ik haar in de rede, .hoef Je toch niet
..Maar man. ze moeten toch den proviand heb
ben. Maak voort, anders kom je te laat.”
Nu. ik kwam te laaf. BU t boothuls gekomen,
zag ik geen picknlcksgasten. Alleen was er de
slaperige bootjesverhuurder.
.Heb je ook ergens een picknick gezien?’’
vroeg ik.
„Wat?” riep hU-
„Een picknick. Heb Je er een gezien?’»
.JEn als ik 'm nou es gezien had?" vroeg hü
weer.
„Och. ik wilde alleen maar weten, of Je er
een gezien hebt De menschen tenminste.”
De bootenverhuurder keek me met toegene
pen oogen aan.
,Jk kan ze gezien hebben en ik kan ze ook
niet gezien hebben." luidde zUn orakeltaal.
..maar nou je t zegt, heb ik 'n stel dames en
heeren de rivier op zien gaan met manden en
zoo."
„Uitstekend, en waren de booten besproken
door een dame?”
De manMM^t even diepzinnig na. .Nou u 1
zegt. mUnheer, waren ze door een dame besnro-
ken."
.Mooi zoo, als ge me nu even wilt helpen met
die manden
Een minuut of vUf later zat Ik in een boot.
Op 't oog was het geen stevig vaartuig, waar
mee ik van wal stak. Maar ik moest wel stevig
roeien tegen den stroom op, en dat op een snlk-
heeten middag. Ook zag ik geen spoor van een
picknick, tenminste niet van een picknick, die
er uitzag alsof ze door Wanda georganiseerd
was. Ik wist dat ze nooit toegang zou verleend
hebben aan een harmonica. Maar eindelUk. juist
toen ik naar het boothuls terug wilde keeren.
vond ik ze. Met m'n stuurboordriem alleen
zUn borst, wees waar de kogel hem getroffen
had.
„Midden in ’t hart." fluisterde de dokter.
.HU wist, waar hU moest treffen, de oude
heer."
Bengt sprak minutenlang geen woord. Dan zei
hU plotseling, terwUl hU zich over den doode
heenboog:
„Arme, anne vader. Moest u dan op deze
wUae uw rust vinden?”
Vanuit de open deur, wam- het personeel
saamgestroomd was, klonken lulde snikken.
Op dat oogenblik verwUderde Krag ook het
laken van het gezicht van den doode. Bengt
deed ontzet eenlge passen terug en sloeg beide
handen voor de oogen. als was hU bang. Iets
ontzettends te zullen zien.
Inderdaad was het doodenmasker van den
ouden Aakerholm zoo afschrikwekkend, dat zelfs
de sterkste man er van moest sidderen.
Het was verstard op het oogenblik. dat het
gelaat een boverunenschelUken angst en schrik
uitdrukte; de oogen puilden uit hun kassen, de
mond was verwrongen. Wat had de ongelukkige
onmlddellUk voor zUn dood gezien?
„Bedek dat gezicht.” smeekte Bengt met afge
wend hoofd, „t is ontzettend."
Krag Het het laken weer vallen.
„Ik verbied ieder, het lUk aan te raken,” be
val hü dan streng. .Het moet op deze plaats
blüven liggen, tot ik nadere orders zal geven.
Bengt scheen aanvankelUk verbaasd en ont
stemd over zUn bevelenden toon. Doch hü be-
heerschte zich spoedig en zei tot de bedienden-
en er liep 'n ge
mompel door het
heele groepje der
plcknlckers.
.^k ben blü dat
u niet gewacht
hebt," gtng tk
voort. „Maar Ik
schün toch net op tüd te komen. Dus. als een
of twee van u me een handje willen helpen..
Nu weet Ik, dat Wanda haar picknicks altijd
uitstekend organiseert. Zoodra de plcknlckers
dan ook de lekkere lading in t vizier kregen.
;e handen De kurken knalden
iroodjes met cavlaar en ge
rookte paling verdrongen al spoedig hun meer
bescheiden mededingers. Langzamerhand kwa
men de tongen los, de pret werd algemeen, er
werd verstoppertje gespeeld, waarbü ik een vrü-
gezellln van twüfelachtlgen leeftüd in haar
schuilhoek ving.
Toen de avond begon te vallen, zaten we allen
weer op den oever der rt
kurken en gingen de]
broodjes van hand tot hai
de stemming.
De vrUgezellln van twüfelachtlgen leeftüd
keek dankbaar naar den fonkelenden wUn. toen
ze d’r glas omhoog hief naar T gouden westen.
„Hoe Jammer dat Koosje niet komen kon,”
zei ze.
„Wie?” vroeg ik.
„Koosje: ze zou echt genoten hebben.”
„Dat zal wel." beaamde ik.
..Beroerd toch, om zoo onverwacht je voet te
verstuiken. Hoe kwam dat zoo?”
„Wie?" vroeg ik weer.
„Wel. Koosje., U zei toch dat ze haar voet
verstuikt had.”
JJt....” meer zei Ik niet. Eensklaps was er
een kwaad vermoeden In mü opgekomen, een
vermoeden, dat tot waarheid bevestigd werd,
toen ik eenlge oogenbllkken daarna een droef
geestig optochtjc van drie bootjes langzaam
stroomafwaarts zag drüven. Als ooit toorn, te
leurstelling. honger en dorst op gezichten van
menschen stonden afgeteekend. dan was het op
de aangezichten dier ongelukkige wezens, welke
in die drie bootjes zaten.
„Wat kunnen sommige menschen toch zuur en
boos zien, ook als ze uit sün!” riep de vrUge
zellln van twüfelachtlgen aard. „Ik begrüp niet
dat zulke menschen nog uitgaan. U?”
De drie booten verdwenen langzaam om de
bocht In de steeds aangroeiende schemering.
,Jk vrees dat ik ’t wel begrüiV zei Ik.
nomen, de Saksen naar Engeland. Talrüke
Huizen In vakwerkstül in Noord-FrankrUk en
In Engeland bewüzen dit nog, zooals het huls
van den groeten Shakespeare te Stratford en
Avon In het boschrüke Germanlë bood zich
het hout als van zelf als bouwmateriaal aan,
en toen de bosschen op vele plaatsen verdwe
nen, handhaafde de stül zich daar, waar het
woud behouden bleef. Te Hildesheim, de klas
sieke stad van den vakwerkstUl. zUn er nau-
welüks een dozün middeleeuwsche steenen
buizen. Slechts in het Zuiden van Duitschland
waar talrüke steengroeven zün, wordt veel in
steen geboftwd. terwül In het Noorden, arm
zoowel aan hout als aan steenen, vooral in het
kustgebied een tffeheel ander bouwmateriaal
domineert: de baksteen. Toch zUn hier ook ge
bouwen in vakwerkbouw. b.v. de pakhuizen in
de oude Hanzesteden Hamburg, Danzig, enz.
Zelfs was hier de vakwerkbouw ook de oor-
spronkelüke bouwwüze. Vakwerkhuizen uit de
oudste tüden vindt men nog In de
Pruisische steden Braunsberg en Tilsit.
De vakwerkbouw ontwikkelt zich in de tüden
der Gothiek en der Renaissance tot vollen
bloei en vooral In Neder-Saksen werden de
oude tradities tot nieuw leven gewekt. De con
structie der vakwerkhuizen stond sterk onder
den Invloed der verschillende stemgebruiken
en berustte In hoofdzaak toch overal op dezelfde
principes.
Het materiaal dwong nu eenmaal tot een
bepaalde techniek. Vooral het Gothische vak--
werkhuis is streng en duidelük van stül. De
steunbalken op de grondmuren zün hoog, zoo-
dat boven de geUJkvloersche vertrekken men
achtte een kamerhoogte van 250 M. voldoende
nog ruimte bleef .voor een tusschenverdie-
ping van 130 M. voor slaapvertrekken, enz.
Boven dezen onderbouw met zün grootere be
neden- en kleinere bovenvensters is de boven
bouw „uitgekraagd”, d.w.z. de balkenlaag springt
ten opzichte van het straatfront naar voren.
Dit maakte een volgens de üzeren wetten der
statica zeer uitgebalanceerd gebruik der bal
kenlaag en vormde voor hét onderhuis een
kwutuzi nnM etak- tegen wmarouwtwEw Me en Me «eaw steeds méér opkom
inaien een auto bezrg rs een voor nuttige ruimte werd bovendien aanzlenlük
vergroot, maar dit zal in die tijden we! geeh
beslissend motief zün geweest. Eerst in de 19e
en 20e eeuw kwamen problemen van ruimte-
economie naar voren.
Door z.g. .Jcnaggen”, driehoekige stukken
hout, worden de uitstekende balken tegen de
opstaande palen gestut en draagkrachtlger ge
maakt. Tegelük verkrügt men hierdoor een be
veiliging tegen de büzonder gevaarlüke ver-
23
S 2
7
1