9fóm£aal aan De avonturen van Stan en Pol cfen iaq De Vakwerkbouw F 750.- 11 H i i r DE 'GEHEIMZINNIGE Hl KAMERS J1L_ door sven elvestad De waarde van standsorganisatie ZATERDAG 29 MEI 1937 De verstuikte I Een czardas S auto's Haast ^Cfausjt.! Hout als bouwmateriaal I voet i AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 1 is, Oost- :e- 9 n De kinderen babbelden ondertusschen door. Het meisje zei. U irgekomen. 3 aan de bevelen allen van den u en Bengt tegelUk. de commissaris en trappen ondervroeg allereerst den hem. „Waar bevond u zich op dat oogenblik?” (Wordt vervolgd) i e l- dat ze er niets aan kon doen. De wind vloog onder haar rokje en zoo tegen het Ijzerdraad aan. Het jongetje liet zijn kousjes zien, waarin een groot gat was. Dat was er tijdens het spelen „O, Bertje, wat vreeaelük." Het meisje huilde haast. „Weet Je wat, ik zal probeeren of Ik het gat kan stoppen. Ik heb het laatst van juf afgekeken, en hier staat mijn werkmandje.” Ze deed de gordijnen wat meer open om licht te krijgen en zette zich bij het venster. Bertje keek toe. De juf in de andere kamer had echter argwaan gekregen. „Het is net o( ik die ondeugden hoor," zei ze. „Ik zal direct eens gaan kijken.” Star.' hoorde dit en wilde dé kinderen graag helpen. ..Laat me even vlug naar beneden", vroeg hij aan de maan. Deze liet een straal op het venster neer. uit xh n n l I V DE DOODE Toen Kragen Bengt na een razenden slede tocht op Kvamberg aankwamen, waren alle vensters bij levenslange geheele c verlies van belde armen. kwamen de gewlll al heel gauw en [ér. Weer knalden de kostelijk aangekleede d. in een luchtig blü- sen it- jrs cht ?n. op it e r> i L I I e- let W na d. ills, 17e- ng. if- •n i.L at en en te en 00 k- ct te n. n ït k tfk de ■u- ieti ux. iet we *rs Propaganda-nummer van de „R.K. Werkgever” Bij een bal ter eere van het Italiaansche ko ninklijke paar is te Boedapest door 15 paren een echte czardas gedanst. Ook wie overigens nationale muziek Inderdaad: maar al te vaak vergeet men, dat het noodzakelijk pendant van het libe ralisme het socialisme en het communisme is, en dat alleen de religie de voor orde en rust noodzakelijke samenwerking van alle volksgroepen duurzaam kan waarborgen! Mogen ook andere sociale organisaties de geciteerde vraag overnemen en haar ter overweging voorleggen aan die standgenoo- ten die tot nu toe ongeorganiseerd bleven! „Mijne heeren* riep de Jonge man eindelijk uit, ..onze stad en onze club hebben een zwaar verlies geleden. Ik had zoojuist een telefoon gesprek met Kvamberg. Aakerholm is enkele minuten geleden gestorven. Men vond zijn lijk in het park." De diepe stilte, die op deze woorden volgde, werd onderbroken, door het rinkelen van een aan scherven vallend glas. Het was Bengt's glas geweest. Krag keek hem aan. Doodsbleek stond hij tegen den deurpost geleund. f-v oo biedt dit nummer, dat nog veel an- X dere artikelen bevat, elck wat wils. In het bijzonder trof ons echter de vraag, die dr. Kortenhorst in zijn Inleidend arti kel aan de orde stelt, een vraag die men niet genoeg kan overdenken en die helaas bij zoo weinigen opkomt: wat heeft de prin- dpieele organisatie in het verleden reeds bereikt en waarvoor heeft zij ons behoed? riep Bengt uit „Dat is Aet dacht, dat hem een beroerte Wanneer men van de Duitsche hoofdstad uit westwaarts rijdt, ziet men voorbij Maagden burg, waar de beboschte hellingen van den Harz beginnen, de eigenaardige, min of meer bonte en versierde huizen, welker muren be staan uit een vertakt houten geraamte met daartusschen metselwerk: hulzen in vakwerk bouw. Zij zijn‘een kenmerk van het geheele Neder-Saksische gebied, tot het Teutoburger Woud toe. Geheele steden schijnen in dezen stijl te zijn gebouwdBronswijk, Hildesheim, Halberstadt. Ook Zuidwaarts en Westwaarts echter van dit groote kerngebied van de vakwerkbouwwijze vindt men Interessante voorbeelden van dezen stijl, in het Frankische tot den Main toe en in het Rijn- en Moezelgebied. Miltenberg aan den Main. Michelstadt In het Odenwoud. Dinkelsbuehl en kleine Rünstadjes zooals Bacharach, om slechts enkele voorbeel den te noemen, zijn bijzonder rijk aan mooie vakwerkhuizen. Het is geen toeval, dat de vakwerkstül zich In deze streken ontwikkeld heett„ welke de kernlanden zijn van de houtleverende gebieden. Reeds volgens Tacitus* gaven de Germanen als bouwmateriaal aan hout de voorkeur en dit is in hun landen, In tegenstelling tot d» Romeinsch-Romaansche bouwwijze, door de Middeleeuwen heen zoo gebleven. Vakuitdrok- kingen, zooals kalk, mortel, muur, zijn dan ook van Latjjnschen oorsprong. De Franken hebben die voorkeur voor hout als bouwmateriaal naar Noord-Galliè meege- ns niets van de Hongaarsche ^ÏWêét. keHt toch in leder geval twee namen? den Rakocsy-marsch. welk-j fn Hongarije eenzelfde rol speelt als de Marseil laise in Frankrijk, en den czardas, den eigen lijken Hongaarschen nationalen dans. Er bestaat geen operette en natuurlijk ook geen sprekende film, waarin geen czardas voor komt, indien het verhaal in Hongarije speelt. En het overige voor de verspreiding van den czardas heeft de radio gedaan. Wanneer men een echten en origineelen czardas wil hooren, behoefte men slechts op het radiostation Boe dapest, dat eiken avond zigeunermuziek uit zendt, af te. stemmen. Alle dansen hebben in den loop der tijden een verandering ondergaan. Ook de czardas is daar- vïn niet verschoond gebleven. Het was derhalve een buitengewoon aardig idee, dat men aan het Italiaansche koninklijke paar den dans In zijn oervorm demonstreerde. Hoe oud deze nationale dans eigenlijk is, heeft men nimmer kunnen vaststellen. De eerste czardasmelodieén ech ter zijn in een boek van het jaar 1502 opgetee- kend. het eigenaardige van deze muziek be staat hierin, dat slechts weinige melodieën lan gen tijd populair blijven. De zigeuners vinden voortdurend nleuwe wijsjes uit. En deze wor den weer spoedig vergeten, wijl zij nimmer op- ge teek end worden. Strenge dansfiguren kent men bij den czardas niet, de bewegingen moeten evenwel steeds gra cieus zjjn. De dans bestaat uit twee deelen, nJ. een langzaam eerste deel, lassoe genaamd, en een levendiger en sneller tweede deel, friska geheeten. In het eerste deel pakt de danser zijn danseres om de heupen en draait met haar naar links en naar rechts. Het met de handen slaan op de hooge laarzen verlevendigt, het ge heel. De friska behoort tot de typische „vluchtdan- sen”, waarbij de danser de hem ontvliedende danseres achtervolgt, om haar tenslotte te grij pen en in een uiterst snel tempo in het rond te draaien. De czardas met zijn bonte Hongaarsche cos- tuums en de echte zigeqpermuzlek is een lu>t voor oogen en ooren. roeiend, legde ik onder de wilgen aan. Het ge zelschap zag er wel niet gedistingeerd, maar toch vrij onschadelijk uit. Maaren daarover stond ik verwonderd, het had al proviand. Fram- bozen- en citroenlimonade parelden aan de randen der glazen en broodjes met ham en ros bief gingen van hand tot hand en verdwenen in de grage magen der plcknlckers. „t Spijt ma erg, dat ik zoo laat ben." begon ik het vroolijke gesprek, maar m n vrouw heeft haar voet verstuikt, en Op het onvriendelijke gelaat der aangespro kene verscheen een uitdrukking van medelijden „Wjj stellen het thans levend werkgeversge- dacht slechts deze ééne vraag": zoo schrijft dr. Kortenhorst „hoe zouden de verhoudin gen in ons land zijn, wanneer er geen confes- doneele vereenlglngen waren geweest? Anders gezegd, wanneer alle werkgevers neutraal (lees liberaal) georienteerd zouden geweest zijn en .Houdt dokter." Zich tot Krag wendend ging hij verder: „Ik geef u volmacht, alles te doen in dezen, wat u noodzakelijk acht. Krag knikte onverschillig. Ik zou graag willen beschikken over een lichte slede en een vlug paard," zei hU- „Ik moet onmlddeilijk een paar telegrammen ver zenden." HU wees op de deur. .Laat die nieuwsgierigen gaan. zü hebben hier niets te maken. En laat dan hem of hen hier komen, die t lük gevonden hebben." ,Jk heb het lük t eerst gezien." riep de kok en stapte, overtuigd van zUn gewicht in deze zaak, met,opgeheven hoofd de kamer binnen. „En ik hoorde de schoten.riep een knecht en volgde hem. .Schoten?" vroeg Krag „Waren er dan meerdere?" .Ja." antwoordde de dokter, die weer wat op bij verlies van een band, een voet of een oog. A T T 17 A D NT AT C* op <Ut blad zijn Ingevolge de verzekenngzvoorwaarden tegen /Al «I /A lal l\ 1 T F\ O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen gezelschap en trad op een ander tafeltje toe. Overal werd stevig gedronken en de politiek was niet van de lucht; de verkiezingen waren op handen. In een ander vertrek amuseerden zich de jon geren. Het waren meest jonge groothandelaren, officieren en nieuwbakken ambtenaren. Er werd piano gespeeld. Plots brak het gejuich los, gevolgd door her haald schaterlachen allerwegen. Enkele andere heeren kwamen toegesneld, om te vernemen wat er gebeurd was. De oude kapitein Evensen, dronken als ge- woonlUk, was, gelokt door de tonen van de muziek, de kamer binnengekomen en wiegend op de maat van de melodie, liep hü uit een volle flesch te drinken. De flesch was hem echter uit de hand gegle den en in de openstaande piano-kast gevallen. Twee snaren waren gesprongen. Het gejuich klonk minuten lang .door het geheele gebouw. De advocaat vond hierin aanleiding om het woord te nemen en een gloeiende speech af te steken op- het Vaderland. Men stond voor de verkiezingen; de allerhoogste belangen van het land stonden op het spel. Begeesterd door de enthousiaste woorden, zetten enkelen het volks lied in. Plotseling echter werd de deur opengerukt, een der jonge lieden stortte binnen en gebood stilte. HU was bleek en snakte naar adem. Alle blik ken waren op hem gevestigd. Krag vermoedde, dat htf iets ernstigs mede te deelen had en een angstig voorgevoel maakte zich van hem meester. verhaal gekomen was, ,jer werden twee schoten gehoord." .*Goed," zei Krag. „Sluit de deur.” Het personeel verwUderde zich en dedeur werd gesloten. Asbjorn Krag knecht. „U hoorde dus de twee schoten." vroeg hü hel Verlicht, als bU een feest. De beide mannen hadden gedurende de snelle vaart niet veel woorden met elkaar gewisseld. Maar Bengt had een opmerking gemompeld, die Krag goed in ’t oor geknoopt had. HU had ge zegd: „Men vond het lük in het park. Dat is merk waardig." De slede hield stil voor de breede trappen van het bordes. Bleek en blootshoofds verscheen de dokter in de deur. HU was zoo onder den Indruk, dat hü haast geen woord uit kon bren gen. Doch Krag vroeg hem ook niets. Een bediende kwam naar bulten, om de heeren behulpzaam te zUn bU t uitstUgen. In den cor ridor stonden een paar dienstboden, de handen voor t gezicht, en snikten. De dikke, roode kok kwam naderbü en verwUderde hen. I ..Een voortreffelijk mensch," merkte een der “«eren op. „en een gewiekste, handige kerel." „Ongetwijfeld,” mompelde de commissaris. .Met »Un pleegvader leeft hU zeker niet op al besten voet?" informeerde de burgemeester. "Uli is er niet over te spreken, dat de oiïde hog met de „Modedame" wil trouwen. En daar over hoeft men zich toch werkelUk niet te ver- •onderen.” „OngetwUfeld,” meende dronk zUn glas leeg. Plbts staken zU de koppen bU elkaar. Krag hoordedat zü over de .Modedame” spraken en vhig enkele woorden van den advocaat op: „Of Bengt zelf niet....’’ _Op hetzelfde oogenblik kwam Bengt naderbü Do advocaat stond vlug op en hield een korte toespraak: «Do hope van onze stad, de stut van onze PofMJ. ons aller vriend Bengt.hU leve hoog!” bengt dankte hem en zei: „WU. gentle mans. De rest hoorde Krag niet* Want hU verliet het van Ne- derland en Indië in het k^der der Rijks- lelljkt 0e ln- lentie ih tegenover Cterwijl mr. W. P. ongeschiktheid tot werken door p 7^x0 hij een ongeval met p Qfwfl a, belde beenen of belde oogen OlZo doodelijken afloop fcivv» a^o arbeiders socialistisch of communistisch, hoe zou de godsdienstige, cultureele en politie ke landkaart van ons vaderland er dan wel uitgezien hebben? - Wie daarover nadenkt, moet wel huiveren bU de gedachte wat er van de toepassing der be ginselen van ons Geloof terecht zou zUn ge komen." hem rijdende andere auto In te halen mag men dit voertuigen paar niet voorbijrijden, dus: nooit drie auto’s naast elkaar. schuivlngen van het houten geraamte bU fron tale wlndstooten. De vrUstaanoe en hoek huizen moesten echter ook beschermd worden tegen stormwinden evenwUdlg aan de straat zijde. Hiertoe dienen zg. „strevers”, die taps- gewUze verbonden zUn met de steunbalken en de dorpelbalken op de grondmuren. Uit schoonheidsoverwegingen werden deze „strevers” later volgens bepaalde regels ge plaatst, zooals b.v. bU het Glldehuls te Hildes heim. Kreeg een onderhuis meer bovenverdie pingen, dan stak natuurlUke elke hoogere met zUn balkenlaag boven de vorige uit. Als voor beeld hiervan noemen wU het stadhuis van Hildesheim, dat trouwens ook het belangrUkste Gothische gebouw in vakwerkstijl is. BUna alle genoemde constructleonderdeelen werden rUkelUk met beeldhouwwerken versierd, ofwel beschilderd. Vooral het dennenhout loont zich zoo mooi voor het versleren. Het rUkste snUwerk vinden wU dan ook tusschen Thtlrin- gen en den Harz; in Westfalen en het RUn- land, waar de elk domineert, vinden we het slechts spaarzaam, omdat eikenhout niet ge- makkeUjk te bewerken ia. De oude hulzen van Neder-Dultschland heb ben tultgevels, geen zadeldaken. Huizen met tultgevels, die in den voorgevel een bovendrie hoek hebben, vinden wU vooral in het Opper- Duitsche, waar de grondperceelen meest smal en diep zUn. In Zuld-Dultschland zUn de hul zen veelal door open galerUen en vooral door berceau's verlevendigd. De huizen zUn hier ook bonter, schllderachtiger, maar niet zoo sterk. In de Renaissance bereikte de bouwstUl >Un hoogtepunt. De huizen werden steeds fraaier en rUker van ulterlUk. Om 'de facade losser te maken, brengt men wel erkers aan, die zoo mogelUk weer een tultgevel kregen. Maar met het hoogtepunt van den RenaksancebouwstUl komt tevens het verval, dat niet te herstellen scheen. De door het hout als materiaal voorge- schreven grenzen werden overschreden. De zin voor het schoone en rUke overheerscht de con structieve noodzakeUjkheld. Men begint wat met de steenen bouwwUze te knoeien, die in de mt en het hout langzaam verdringt. De 30-jarltp» Oorlog tnet zijn branden sluit den bloeltUd van het vakwerkgebouw voorgoed af. De steen heeft de toekomst! Niet alleen hier, maar ook in bet buitenland. En de typische oude huizen, welke Duitschland thans nog bezit, worden nu alleen npg maar bewonderd door de vreemde lingen, die door Duitschland trekken, en het bezoek van de typische houten-huizen-bezlt- tende stadjes op hun programma hebben staan. „Waar is het lUk?” vroeg Bengt. „In de woonkamer," werd hem geantwoord. Bengt ging voorop. Krag en de dokter volgden hem. Krag ving enkele woorden op van een der dienstmeisjes. „Och. de patroon heeft zich zelf...." Verbaasd en vragend keek Krag zUn vriend aan. ,MU heeft zich gezelfmoord,” fluisterde deze, ..midden in 't hart geschoten." De detective verhaastte zUn schreden en be reikte tegelUk met Bengt de woonkamer. Het lUk lag op een sofa, toegedekt met een wit laken Bengt trad naderbU en wilde het laken weg trekken, doch Krag belette hem zulks. ,Hent u sterk genoeg, om het lUk te zien?" vroeg hU hem. Bengt wierp hem een minachtenden blik toe en antwoordde: „Acht u t nu wel het juiste oogenblik voor scherts?" .JBcherts of ernst, in ieder geval heeft een dokter in deze aangelegenheid te beslissen De doode pleegde zelfmoord.” „Zelfmoord?” mogelUk! Ik getroffen had.” „Dat dacht ik ook," zei Asbjöm Krag zachtjes en trok toen langzaam het laken weg, doch slechts zoover, dat het gelaat bedekt bleef. Aakerholm droeg zUn gewone dagelUksche costuum en een overjaa HU lag op den rug. De linkerhand hield krampachtig het pistool om sloten, waarmede hu enkele uren nog zoo meesterlUk geschoten had. Een roode vlek op Het oudste overgebleven voorbeeld van Duitschen vakwerkbouw is het Raad huis van het idyllische stadfe Michelstadt bei Erbach, in het Odenwald. Dit gebouw is 450 jaar oud. Men ziet hier ‘t schilderachtige marktplein met het raadhuis op den achtergrond -a -r u het economisch tU gekeerd is acht de Alg. Katholieke Werkgevers- A vereenlglng den tijd gekomen, haar gelederen aan te vullen met al die onderne- iners, die tot nu toe bulten haar organisatie bleven. In crisistijd is de tijd daartoe min der gunstig, want dan laten sommige men- schen zich maar al te veel beheerschen door defaitisme, en wegen de geldelljke offers, die nu eenmaal onafscheidelijk aan organisatie verbonden zijn, maar al te zwaar. Thans echter Is iedereen In zaken weer optimist, men kan zich financieel, weer wat meer veroorloven en bij dien gunstigen wind wil de Werkgeversvereeniging alle zeilen bijzetten en haar bemanning ver sterken om des te sneller te kunnen varen naar het land van een betere toekomst niet naar een idyllisch eiland Utopia, maar naar een land met gewone menschen en gewone zaken, waarin echter de chrlste- lUke beginselen wat méér den toon aan geven dan in onze samenleving het geval is. Moge het werkgeversschip op deze vaart geflankeerd blijven door de schepen der andere R.K. Standsorganlsaties! Als inzet van die vernieuwde actie-naar- buiten is verschenen een propaganda nummer van het vereenigingsorgaan „De RK. Werkgever”. Wij hebben er vroeger reeds meermalen op gewezen, dat dit week- blad van belang is voor veel breeder kringen dan die der werkgevers alléén. Onder de uitstekende leiding van dr. L. G. Korten horst tot voor zeer kort bijgestaan door den op PinXgteren overleden mr. H. Fran ses H^WpW^W^BrtMBÉFlkkeld In de richting van een algemeen económisch weekblad met polltleken Inslag onmis baar voor ieder die In het economisch leven van ons land belang stelt. Het propaganda-nummer handhaaft deze reputatie. Het is een bundel hoogst Inte ressante lectuur. Het bevat niet alleen de gebruikelijke „gelegenheids"-artikeltjes van den voorzitter, geestelijke adviseurs en ver schillende bestuursleden. Door een keur van substantieele artikelen over verschillende actueele onderwerpen toont het metterdaad aan, welk een uitstekende voorlichting deze standsorganisatie door haar orgaan alm haar leden geeft. Niet alleen de secretaris sen en functionarissen der vereenlglng en haar afdeelingen; ook dé leden zelf wer ken actief mee aan deze voorlichting. Wij doen slechts een greep wanneer wij noemen een uiteenzetting van de beteekenls van de nieuw-voorgestelde wijziging der Crlsls- Invoert*t?‘fMbiJ'«hW ‘itobWhtef déf federa tie, Ir. K, een artikel van den heer ,Ch. Btulemeljer, waarin deze een Fransch vóórontwerp van wet betreffende de ordening van het bedrijfsleven be spreekt. Dit bevat een bedenjrelijke mate van staatsinmenging en vormt een waar schuwing door te toonen, waartoe men ver valt Indien het bedrijfsleven niet tijdig zelf tot ordening overgaat. Mr. I,. J. van der Valk geeft In dit nummer een beschouwing over economische samenwerking derland en Indië in het kadei eenheid, mr. W. J. Vroom vWg< dische en de Nederlandsche jurj over hetgeen concurrenten, elkaar mogen veroorlo' M. van der Loo cArimentaar levert op een arrest van den Hoogen Raad waardoor het ethische postulaat van het „lustum pre- tium" in gevaar wordt gebracht. -j- n één opzicht hebben Wanda, m’n vrouw, I en ik. een verschillenden smaak. ZU houdt dol veel van picknicks, en ik sta er meer dan onverschillig tegenover. Ik geraakte dus aller minst ui geestdrift, toen Wanda haar voet ver stuikte. een uur vóór ze uit zou gaan, om op de Waal te gaan picknicken en mU als haar plaatsvervanger aan wees.. .Maar kindlief," bracht ik daar tegen in. ,Jk ken niemand van al die menschen.." „Geen nood.” zei Wanda. ,Je hebt niets an ders te doen dan er proviand heen te brengen en vroolük te zUn. Bovendien, de gasten zUn heelemaal niet lastig. Ze gaan van 1 oude boot- huls de rivier op en ze komen op een lief plekje bU elkaar, net op t derde punt links. Ik heb aan den eigenaar permissie gevraagd Dus vlug aan 't werk en laad alles in *t wagentje, en. .Maar als je alles zoo mooi geregeld hebt." viel ik haar in de rede, .hoef Je toch niet ..Maar man. ze moeten toch den proviand heb ben. Maak voort, anders kom je te laat.” Nu. ik kwam te laaf. BU t boothuls gekomen, zag ik geen picknlcksgasten. Alleen was er de slaperige bootjesverhuurder. .Heb je ook ergens een picknick gezien?’’ vroeg ik. „Wat?” riep hU- „Een picknick. Heb Je er een gezien?’» .JEn als ik 'm nou es gezien had?" vroeg hü weer. „Och. ik wilde alleen maar weten, of Je er een gezien hebt De menschen tenminste.” De bootenverhuurder keek me met toegene pen oogen aan. ,Jk kan ze gezien hebben en ik kan ze ook niet gezien hebben." luidde zUn orakeltaal. ..maar nou je t zegt, heb ik 'n stel dames en heeren de rivier op zien gaan met manden en zoo." „Uitstekend, en waren de booten besproken door een dame?” De manMM^t even diepzinnig na. .Nou u 1 zegt. mUnheer, waren ze door een dame besnro- ken." .Mooi zoo, als ge me nu even wilt helpen met die manden Een minuut of vUf later zat Ik in een boot. Op 't oog was het geen stevig vaartuig, waar mee ik van wal stak. Maar ik moest wel stevig roeien tegen den stroom op, en dat op een snlk- heeten middag. Ook zag ik geen spoor van een picknick, tenminste niet van een picknick, die er uitzag alsof ze door Wanda georganiseerd was. Ik wist dat ze nooit toegang zou verleend hebben aan een harmonica. Maar eindelUk. juist toen ik naar het boothuls terug wilde keeren. vond ik ze. Met m'n stuurboordriem alleen zUn borst, wees waar de kogel hem getroffen had. „Midden in ’t hart." fluisterde de dokter. .HU wist, waar hU moest treffen, de oude heer." Bengt sprak minutenlang geen woord. Dan zei hU plotseling, terwUl hU zich over den doode heenboog: „Arme, anne vader. Moest u dan op deze wUae uw rust vinden?” Vanuit de open deur, wam- het personeel saamgestroomd was, klonken lulde snikken. Op dat oogenblik verwUderde Krag ook het laken van het gezicht van den doode. Bengt deed ontzet eenlge passen terug en sloeg beide handen voor de oogen. als was hU bang. Iets ontzettends te zullen zien. Inderdaad was het doodenmasker van den ouden Aakerholm zoo afschrikwekkend, dat zelfs de sterkste man er van moest sidderen. Het was verstard op het oogenblik. dat het gelaat een boverunenschelUken angst en schrik uitdrukte; de oogen puilden uit hun kassen, de mond was verwrongen. Wat had de ongelukkige onmlddellUk voor zUn dood gezien? „Bedek dat gezicht.” smeekte Bengt met afge wend hoofd, „t is ontzettend." Krag Het het laken weer vallen. „Ik verbied ieder, het lUk aan te raken,” be val hü dan streng. .Het moet op deze plaats blüven liggen, tot ik nadere orders zal geven. Bengt scheen aanvankelUk verbaasd en ont stemd over zUn bevelenden toon. Doch hü be- heerschte zich spoedig en zei tot de bedienden- en er liep 'n ge mompel door het heele groepje der plcknlckers. .^k ben blü dat u niet gewacht hebt," gtng tk voort. „Maar Ik schün toch net op tüd te komen. Dus. als een of twee van u me een handje willen helpen.. Nu weet Ik, dat Wanda haar picknicks altijd uitstekend organiseert. Zoodra de plcknlckers dan ook de lekkere lading in t vizier kregen. ;e handen De kurken knalden iroodjes met cavlaar en ge rookte paling verdrongen al spoedig hun meer bescheiden mededingers. Langzamerhand kwa men de tongen los, de pret werd algemeen, er werd verstoppertje gespeeld, waarbü ik een vrü- gezellln van twüfelachtlgen leeftüd in haar schuilhoek ving. Toen de avond begon te vallen, zaten we allen weer op den oever der rt kurken en gingen de] broodjes van hand tot hai de stemming. De vrUgezellln van twüfelachtlgen leeftüd keek dankbaar naar den fonkelenden wUn. toen ze d’r glas omhoog hief naar T gouden westen. „Hoe Jammer dat Koosje niet komen kon,” zei ze. „Wie?” vroeg ik. „Koosje: ze zou echt genoten hebben.” „Dat zal wel." beaamde ik. ..Beroerd toch, om zoo onverwacht je voet te verstuiken. Hoe kwam dat zoo?” „Wie?" vroeg ik weer. „Wel. Koosje., U zei toch dat ze haar voet verstuikt had.” JJt....” meer zei Ik niet. Eensklaps was er een kwaad vermoeden In mü opgekomen, een vermoeden, dat tot waarheid bevestigd werd, toen ik eenlge oogenbllkken daarna een droef geestig optochtjc van drie bootjes langzaam stroomafwaarts zag drüven. Als ooit toorn, te leurstelling. honger en dorst op gezichten van menschen stonden afgeteekend. dan was het op de aangezichten dier ongelukkige wezens, welke in die drie bootjes zaten. „Wat kunnen sommige menschen toch zuur en boos zien, ook als ze uit sün!” riep de vrUge zellln van twüfelachtlgen aard. „Ik begrüp niet dat zulke menschen nog uitgaan. U?” De drie booten verdwenen langzaam om de bocht In de steeds aangroeiende schemering. ,Jk vrees dat ik ’t wel begrüiV zei Ik. nomen, de Saksen naar Engeland. Talrüke Huizen In vakwerkstül in Noord-FrankrUk en In Engeland bewüzen dit nog, zooals het huls van den groeten Shakespeare te Stratford en Avon In het boschrüke Germanlë bood zich het hout als van zelf als bouwmateriaal aan, en toen de bosschen op vele plaatsen verdwe nen, handhaafde de stül zich daar, waar het woud behouden bleef. Te Hildesheim, de klas sieke stad van den vakwerkstUl. zUn er nau- welüks een dozün middeleeuwsche steenen buizen. Slechts in het Zuiden van Duitschland waar talrüke steengroeven zün, wordt veel in steen geboftwd. terwül In het Noorden, arm zoowel aan hout als aan steenen, vooral in het kustgebied een tffeheel ander bouwmateriaal domineert: de baksteen. Toch zUn hier ook ge bouwen in vakwerkbouw. b.v. de pakhuizen in de oude Hanzesteden Hamburg, Danzig, enz. Zelfs was hier de vakwerkbouw ook de oor- spronkelüke bouwwüze. Vakwerkhuizen uit de oudste tüden vindt men nog In de Pruisische steden Braunsberg en Tilsit. De vakwerkbouw ontwikkelt zich in de tüden der Gothiek en der Renaissance tot vollen bloei en vooral In Neder-Saksen werden de oude tradities tot nieuw leven gewekt. De con structie der vakwerkhuizen stond sterk onder den Invloed der verschillende stemgebruiken en berustte In hoofdzaak toch overal op dezelfde principes. Het materiaal dwong nu eenmaal tot een bepaalde techniek. Vooral het Gothische vak-- werkhuis is streng en duidelük van stül. De steunbalken op de grondmuren zün hoog, zoo- dat boven de geUJkvloersche vertrekken men achtte een kamerhoogte van 250 M. voldoende nog ruimte bleef .voor een tusschenverdie- ping van 130 M. voor slaapvertrekken, enz. Boven dezen onderbouw met zün grootere be neden- en kleinere bovenvensters is de boven bouw „uitgekraagd”, d.w.z. de balkenlaag springt ten opzichte van het straatfront naar voren. Dit maakte een volgens de üzeren wetten der statica zeer uitgebalanceerd gebruik der bal kenlaag en vormde voor hét onderhuis een kwutuzi nnM etak- tegen wmarouwtwEw Me en Me «eaw steeds méér opkom inaien een auto bezrg rs een voor nuttige ruimte werd bovendien aanzlenlük vergroot, maar dit zal in die tijden we! geeh beslissend motief zün geweest. Eerst in de 19e en 20e eeuw kwamen problemen van ruimte- economie naar voren. Door z.g. .Jcnaggen”, driehoekige stukken hout, worden de uitstekende balken tegen de opstaande palen gestut en draagkrachtlger ge maakt. Tegelük verkrügt men hierdoor een be veiliging tegen de büzonder gevaarlüke ver- 23 S 2 7 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 7