BEVEILIG U TEGEN DEN MOTTEN-
AANVAL
Zomersch complet
T”X e mode brengt alweer gebloemde stof;
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
MANTELTJE
Plaats dan een „Omroeper”
gezinnen
-r
Gebreid baby-jasje
I
•j-
fc I
Met bijpassend mutsje
VOOR KINDJE VAN
4-5 JAAR
214
- -
c;
MM
MAANDAG 31 MEI 1937
immiiiminmmfflnfflimiinnnni^
1
1
^^4'. I
I I
r-A^-
81
C. M.
DORA.
den handel, welke we zelf in elkaar kun
nen zetten en die toch goed is afgesloten.
Een teekenlng van deze handige motten-
kast, die al uw wlnterkleeding kan bevat
ten, ziet'u hierbij af^ebeeld.
Pi,
1
uil
scl
zie
vo<
de,
aai
tot
•cl
•cl
tl
vl
br
tr
ui
Ps
tu
in
dr
w:
ga
Pi
z«
he
ui,
ee
Ba
st<
en
op
va
Vil
al
lx
ei
di
hi
in
81
8i
z<
zc
UI
si
ai
vt
ze
P<
z^
bl
vt
ra
k<
W1
or
h
h
d
o
bi
d:
k
li
st
n
Ir
U
Bl
binnenkant van het jasje met schuin bials-
band afwerken. Voor naden is IS c.M. bere
kend, wel moeten we voor zoom bij de lengte
nog 5 cM. bij aanknippen.
dat uit 2 toeren bestaat.
1ste toer: 1 st. aver, afhalen, 2 r. Verder
steeds: 5 aver., 1 r. De laatste 3 st. breit
men r.
2de toer: 1 st. aver, afhalen. Verder alles
r. (Dit is de goede kant van het werk).
Heeft men nu, in het geheel, 18 c_M. ge
breid, dan verdeelt men de steken voor de
armsgaten. Men houdt aan het begin en
aan het einde van de naald, 42 st. apart
voor de voorpandjes. Op de middelste 71 st.
breit men den rug zonder minderen en
steeds in patroon, tot het werk 27 c.M. lang
is. Dan breit men beide voorpanden even
lang.
Aan den kant van de armsgaten worden
nu aan beide zijden 20 st. van rug en voor
pand te zamen afgekant aan den linker
kant van het werk; ofwel men maast de
steken aan elkaar.
Voor het halsje houdt men dan over: 31
st. bij den rug en 22 st. bf] elk voorpandje
Deze 75 steken neemt men alle op één
naald en hierop breit men r- voor een om-
J niet veel groote bloemen, doch wel
zoo'n dooreengewerkte massa mille
fleurs en dan liefst in de sterke contras-
teerende kleuren van het nationale Hon-
gaarsche costume. Natuurlijk zien we die
stof ook dit seizoen weer verwerkt tot
complet, bestaande uit een japon met drie
kwart of kort jasje. Deze jasjes worden ge
tailleerd gedragen of hangen los neer, al
naar ons figuur het eischt. De hier afge-
beelde japon heeft een schouderpas van ef
fen zijde en een klein wit gamituurtje aan
den hals. De rok heeft twee smalle zjjbanen,
die van boven ook zijn omgeschulpt met
een rand van zijde. Er past een ceintuurtje
bij van dezelfde stof en korte rechte mouw
tjes. Het losse jasje heeft ook een effen
schouderstuk met aansluitende breede bies
en lange mouwen. Als sluiting wordt de
stof aan den hals in *n bevallige lus gelegd.
Dit model is geschikt voor lederen leeftijd.
Het patroon is dan ook te verkrijgen in de
maten 42, 44, 46 en 48. We hebben er 6.50
meter gebloemde en 80 cM. effen stof voor
noodig. POLA
Dat de jeugd zien niet kan indanken, dat w
eenmaal ook oud aal worden is eerder te ver
geven, dan dat de ouderdom zich niet kan in
denken, dat ze ook eenmaal jong waa.
Men breit zóó, dat er 4 steken komen op
1 c.M.
Het Jasje. Men begint aan den onder
kant van het jasje en zet, voor de geheele
wijdte, 155 steken op. Hierop breit men
eerst 14 toeren r. voor *n randje van rib-
Deze maand bergen we beslist al het
bont op dat we in huis hebben en voor zoo
ver de koude dagen het toelaten, zooveel
mogelijk het wintergoed en wollen goed.
Het wollen goed wordt zooveel mogelijk
voor het opbergen gewasschen en het bont
van vet ontdaan, uitgeklopt en een poosje
in de zon gehangen.
Vette kragen kunnen afgedaan worden
met een mengsel van lauw water en een
weinig ammonia, en wilt u liever een droge
behandeling, dan gebruikt u warme zeme
len om in het bont te wrijven en na eenigen
tijd er weer uit te kloppen.
Vet is wel zeer geliefd door de motten
en we hangen dus geen kleedingstukken
weg, die niet vooraf schoongemaakt zijn.
De sterke lucht van kajapoet-olie zal
de motten doen afschrikken: een weinig
kunt u in het bont wrijven; peper en ta-
bakszand zijn ook goede middelen om te
gebruiken. Met allerlei soorten mot-prepa-
raten komt men dit seizoen uit, zoo ook
Bovenwijdte 76 cM., lengte midden vóór
58 c.M. Schouderbreedte 8 c.M., borstbreedte
25 c.M. Rugbreedte 26 cM., mouwlengte
38 cM.
Benoodigd 1.40 Meter stof van 130 cM.
breed; 5 knoopen.
We vouwen de stof dubbel en plaatsen
vóór- en rugpand onder elkaar op de stof.
Naast de voorpanden knippen we de boven
mouwen, den kraag en de zakjes, naast het
rugpand de-ondermouwen, de dekkingen en
de ceintuur. Aan het voorpand is een over
slag van 8 cM. geknipt. De dekking knip
pen we in model, zooals de teekenlng aan
geeft. Het plat liggende kraagje wordt mid
den vóór gesloten. We maken dit van dub
bel stof. In de voorpanden zijn afnaaiers
gemaakt van 2 cM. diep en 13 c-M. lang.
Voor afwerking zetten we een loos zakje
daarop. Dit klepje wordt met voering afge
werkt en bovenóp den mantel gezet. Mid
den achter in den rug maken we een plooi
naar elkaar toe van 10 cM. diepte en deze
stikken we in tot op een lengte van 32 cM.
De ceintuur stikken we in de zijnaden mee,
op de hoogte van de taille. We denken er
wel om dat eerst de binnennaad van onder
en bovenmouw op elkander wordt gestikt,
daarna de buitennaden. De mouw wordt on
geveer 6 cM. voor den zijnaad in het armz-
met een geheel nieuw middel, een vloei
stof verkrijgbaar in flesschen, waarmede
kleedingstukken, evenals bontkragen, meu-
belovertrekken enz. blijvend motvrij kun
nen gemaakt worden.
Motvrij gemaakte wol kennen we reeds
langer; dit middel voor het blijvend mot
vrij maken wordt gegarandeerd.
Verder zijn de paradlchloor-benzolpre-
paraten in verschillende verpakkingen op
de markt, zoo ook de doozen met verschil
lende cellen, waarvan we iedere maand één
of twee gaatjes behoeven door te prikken,
om er het heele seizoen mee toe te komen-
Dan de nieuwe motbalstrengen, welke
evenals kralen tot een snoer geregen zijn
en practisch zijn, doordat men ze door de
heele kast, tusschen het goed door, kan
slingeren, daar ze 3 meter lang zijn.
- De speciale blikken doosjes met gaatjes
om te vullen met motballen en ook de spi
raal waarin we de motballen kunnen stop
pen zijn weer nieuw. De spiraal is gemak-
keltjk. omdat deze weinig plaats inneemt,
aan de stang of kleerhaak tusschen de
kleeren gehangen kan worden en omdat de
motballen vrij de lucht kunnen verspreiden
zonder dat ze de witte naftalinepoeder af
laten.
De beste manier om een bontkraag met
vloeistof te bewerken is door een hoeveelheid
in een au-de-colognespuit te doen en daar
mede goed te sproeien.
Het hangen van de kleedingstukken in
een van de practische hoezen (een vier
kant dik ijzerdraad-frame met in ’t mid
den een verbinding, waaraan de kleerhan
gers achter elkaar kunnen hangen, omhuld
door een hoes van stevige cretonne) is niet
voldoende om de mot buiten te sluiten
Ieder kleedingstuk moet afzonderlijk in een
zak^van krantenpapier geborgen worden.
Eenige vellen op elkaar en aan elkaar gezet
kunnen tot een zak verwerkt worden.
Verschillende van deze goed Ingepakte klee
dingstukken worden nu in den zak gehan
gen, welke voorzien is van eenige rolletjes
paradichloorbenzol in gepersen vorm of
zakjes gevuld met paradichloor-benzol-
kristallen (verkrijgbaar bij den drogist).
Tot nog toe waren de mottensafes zeer
duur.
Een veel goedkooper soort is thans in gat geplaatst. We kunnen de naden aan den
32 toeren en daarbij meerdert men, om den
anderen toer, als volgt:
2 r, 1 st. meerderen, r. breien tot de laat
ste 2 st. Dan 1 st. meerderen, 2 r.
Het kraagje wordt losjes afgekant.
De mouwtjes:. Men begint bij de man
chet, waarvoor men 49 st. opzet en 20 toer
tjes r. breit. Verder breit men in patroon.
Men begint: 1ste toer: 3 aver. Verder
steeds: 1 r„ 5 aver. Aan het einde van de
naald: 1 r., 3 aver.
2de toer: r.
In den 12den toer en verder in eiken
12den toer meerdert men 1 st. aan weers
kanten van de naald. Daarbij zorgt men
ervoor, dat men goed in patroon blijft aan
de zijkanten. Als de mouwtjes ongeveer 21
cM. lang zijn, kant men ze af.
Mouwtjes en jasje worden gestreken eer
men de mouwtjes inzet.
De manchetjes worden omgeslagen.
Het mutsje. Men zet 95 st. op en breit
8 toeren r. Verder breit men in patroon.
Ie toer: r.
2e toer: 3 r. Verder steeds: 5 aver. 1 r.
en eindigen met 3 r.
Men breit zoo 12 toeren. Daarna breit
men in tricotsteek dus r. aan den
rechter- en aver, aan den linkerkant. Wat
men tot nu toe gebreid heeft wordt echter
later omgeslagen, zoodat de goede kant
hiervan aan den linker kant van de tri-
cotst. komt.
Men breit nu 9% cM. in trlcotst.. maar
de eerste 3 en de laatste 3 st. van de
naald worden steeds r. gebreid. Na de tri-
cotsteken 6 toeren r. Dan zet men, aan
weerskanten van de naald, achtereenvol
gens, 6 st. bij op en breit weer 10 toeren
trlcotst, nu zonder 3 st. r. aan weerskan
ten.
Voor den bol van het mutsje mindert
men aldus:
1ste toer: 13 r, 2 samenbr. Dit telkens
herhalen en eindigen met 2 r.
2e toer: aver.
3de toer: telkens 12 r, 2 samenbr.
4de toer: aver.
5e toer telkens: 12 r, 2 samenbr.
Zoo gaat men door tot men 12 toeren
heeft gebreid. Dan mindert men verder op
dezelfde wijze, maar men breit nu steeds
r-, tot men nog 23 st. overhoudt. In den
laatsten toer daarvan rekt men alle steken
ongeveer 54 cM. uit. Daarna breekt men
den draad af, rijgt er alle steken in, haalt
ze bij elkaar en werkt den draad af.
Nu naait men van achteren het mutsje
dicht tot aan de 6 steken die bij werden
opgezet. Het voorstuk wordt omgeslagen
en onder langs haakt men in randje van
telkens: 1 vaste en 1 picot.
Jasje en mutsje worden gesloten met
een zijden lint.
8
<1
1
8
n
t
s
n
h
Aan de gedelegeerden van do Oslo-Staten werd Zaterdag door minister-president dr. H. Colijn in Den Haag
lunch aangeboden. Een kijkje aan een der tafels In hotel Vieux Doelen
Het Schinkelbad te Amsterdam is Zaterdagavond door brand grooten-
deels verwoest Van vele badhokjes Is niet meer dan wat verkoold hout
overgebleven
De watersport-
vereeniging ra
.Amsterdam"
hield op de ra
Nieuwe Meer k|
Zondag natio- ra
nale zeilwed- R
strijden, waar- ra
van hierboven EL
een snapshot M
i
ra
s
La
FOTOREPORTAGE I
KM
Er
A