Van Zonneschijn en Kinderen e Dré III is veurgoed op den hof e t a h. r c d Vermenigvuldigen als tijdpasseering ZATERDAG 5 JUNI 1937 miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiN K VERTELLINGEN VAN SIBOTAK 'ïi'i ONS PRIJSRAADSEL i i s 6 V h 0 n 1 4 K, 'f L ‘h O plotting vorig raad tel UIT DE OUDE DOOS EEN VOEDZAME SOEP VAN ONZE ADVERTEERDERS Het wasschen van leeren handschoenen Pr ij t winnaar t Het nieuwe raad tel BRABANTSCHE BRIEVEN Frisch jong bloed in ‘t bedrijf Thans wederom een figuur-puzzle Ook na ie de opgave weer: op zoek naar een bekend spreekwoord X iS tav. t besloot met dit tweetal regels: tt De De zes uitgeloofde pryzen vielen ten'deel aan: op de plek, toekomende Ülvenhout, 3 Juni 1937 werkt. werkt nog beschaving, van niet 4 58844 vrede 705339 gevaar „Zoo'n nummertje” schreef een inzender „elschte nog al inspanning met die hitte op Zondag j.L", en een stukje rijmwerk, dat aan ving met: Nu krijgen onze lezers een flguur-puzzle vol gens bijgaand schema: 21 in 5. 860048 steeds voor n over. dus 420186 x Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60, Utrecht. 2. 7. - 10. 11. 12. 13. 14. een deel van het wagenspan, een geneeskrachtige drank, op bloote voeten. teekengerei 's Heeren Verrijzenis, het grootste deel, de meerderheid, de affaire van den melkboer, kerker. Inwoner van eefi Italiaansche stad, lekkernij uit den slagerswinkel, de rechterzijde van een schip misnoegd, aalmoes, onderzoek, proefneming. Een goede vingerwijzing voor den auteur van een paar nummers in petto, om deze dus tot het koeler jaargetij uit te stellen. KERRYSOEP (voor 4 personen) y2 L. melk en L. water; óf L. room en X L. water. 3 bouillonblokjes 1 theelepel kerry en een uitje 50 gram boter (2'/2 afgestreken eetlepels) 40 gram bloem (5 afgestreken eetlepels). "k Raad iedereen aan voer zoo’n som te gaat’ zitten. Als X lekker koel weer is, en niet bij zoo’n hitte.” als it hU «1, te Eerst zat ik een tijdje te prutsen, te suffen: X Probleem nog al taal, en het weer Om te puffen” Ben der eerste oplossingen, welke de post ons bezorgde, ving aan met: „Hè! wat 'n fijne denkpuzzlel” En by dit eene getuigenis bleef het lang niet Echter ten aanzien van de bewering, dat het vraagstuk niet zoo lastig was, ging men niet algemeen met ons accocrd, waar bij evenwel werd opgemerkt, dat opnieuw het warme weer heel storend werkte. Als men een soep vooraf wil hebben, kiese men bij voorkeur een lichte, geurige soep, die vooral niet te voedzaam mag zijn. Deze soep dient dan tot eetlustopwekklhg. maar moet de maag niet te veel vullen, daar er nog an dere gerechten volgen. Heldere bouillonsoepen komen in dit geval hoofdzakelijk in aanmer king. Is de maaltijd wat eenvoudiger, zoodat cr slechts een licht gerecht op volg*, dan komen de gebonden soepen in aanmerking. Voor een gewonen huiselüken maaltijd Is een voedzame soep niet te versmaden; vanzelfspre kend moet dit gerecht evengoed geurig en smakelijk zijn. We zullen hiervan een voor beeld geven in onderstaand recept. De voed zaamheid is hierbij te danken aan het gebrul^ van room of melk. Hoewel room de soep wat fijner maakt, is ook met melk een bijzonder smakelijk gerecht te bereiden. Da ’k Tn de eer van X uniform, die altjj weer minder eer is, dan X uniform mee 'n ster- reke of ander goudspatje méér wou besparen! Da Tt Tn wou besparen, de „onbezorgdheid” van den ambtenèèr. die heel z’n leven tobt mee maanden die te lang duren. Met als beloonlng ’n pensioentje veurz’n weduwe. Da 'k m veur alles wou besparen den roem en dus X geboefte, dat er geregeld aan pulkt! Da *k *m geren wou besparen de fabriek en de kantoren. Maar veural. da "k Tn wou be sparen 'n grote kans op gediplomeerd stempe leer. De kans ’n vak of studie bemeesterd te hebben, om na X examen te ervaren dat 'n stomme machlen X veul beter kan, of dat X vak is.... afgeschaft. X Leed, X ergste leed veur den jongenmensch wou Tt ‘m zoo geren besparen: dat is, op den aangewezen oogenblik nle bij machte te zijn, X aanstaande wefke Tien thuis aan te blejen. Kortom: ik wou Tn, aooveul als ik kon. be sparen. de vruchten van de X cultureele tijdperk, waarin: Jan Tweester, mee Ti tientje tractement meer per maand. X leven verzuurt van Plet Eénster. Ti Beschavlngsverschynsel in de weareld van Democratie én Dictatuur, waarveur ge geren in de wildernis zou wonen, mee Ti lendendoeks- ke zonder sterren. Waarin: den ambtenèèr in de schaduw leeft van al z’n „hoogere" collega’s, wat le geren rullen zou, veur de zon in den wildernis. Waarin: de roem Ti cel Is. waarin alty den onschul dige wordt opgesloten deur de schuldigen! En waarveur ge gèren de vrijheid van den rimboe zou bezitten. Waarin: ge altjj te maken hebt met ..Afgodjes", die nle den hemel veur oe openzetten, maar wel de hel veur oe wermstoken! Afgodjes, die ge gèren in de vrijheid, van man tot num ’ns ei kens den nek zou willen omdraaien! Waarin: ge werkt of studeert, om eenmaal In de stem pelende slavernij te geraken, die In de onbe schaafde wildernis nle bestaat! Zie dat alles wou Ik m'nen oogappel zoo- Tot de zeldzaamste katten behooren de langharige Per zische poesen, welke dit jonge meisje den fotograaf voorhoudt In de 14 horizontale rijen wooroen van 10 letters te plaatsen, waarvan beurtelings de 5e en de 6e letter gegeven zijn: Deze woorden hebben de volgende beteekenlssen v w re zullen ditmaal eens in de oude doos \/y snuffelen en om te beginnen na- gaan, hoe de meer met aardsche goe deren gezegende Hollanders ten tijde van de OJ.C. het aanlegden, hun leven te veraan genamen. Zoo schrijft zekere Cornelia van Beveren die weliswaar een Raad-Extra ordinair tot va der, maar „slechts een particulier” tot man had in antwoord op een vraag, wat haar 59 sic ven toch wel uitvoeren, X volgende: drie vier jongens loopen achter mij en mijn man, als wij uitgaan, ook zooveel meiden, vjjf zes staatjonkers en staatjoffers, die achter onzen stoel aan tafel staan, drie Jongens, die op de bas, viool en harp spelen als wij aan tafel zitten en verder nog koks, baboes, naaisters, nacht wakers, koetsiers, grassnijders, tuinlieden, spens, wakers bij de koekraal en X pluimvee enz. en?. Een landheer ging zelden uit, zonder een ge volg bU zich te hebben van eenlge inlanders te paard en achttien gewapende slaven of vrij gelatenen te voet. Een zekere heer Hartingh maakte zich boos op de Residenten van Java’s N. O.-Kust, meer speciaal over de voorname heertjes, die uit Holland waren gekomen, met goede aanbeve lingsbrieven, wier verwaandheid en baatzuchtig gedrag jegens den inlander, hem geducht er gerden, evenals hun grootspreker!) en belache lijke verbeelding en groote staat, dien zy voer den. Ieder Inlander buigt ter aarde, wanneer men hen ziet en rekent het tot een groote eer. door hen te worden aangesproken. Een commissaris, die bulten de stad woonde, had des nachts altijd een wacht van inlanders aan zijn huis en twintig oppassers stonden altijd gereed om direct zijn bevelen ten uitvoer te brengen. Zoo lees ik van een gerepatrieerd ambtenaar, die zich in Zuid-Laren gevestigd had. en die er op stond, dat een ieder hem met ..Edele Heer” aansprak. Ook hield deze er een specialen para- soldrager op na. die ZEd.’s blijkbaar verwarde hersenen tegen de verzengende zonnestralen moest beschermen. De weelde, die by het sluiten van huwelijken tentoongesteld werd, ging soms alle perken te buiten. Zoo verspilde een jonge dame, alleen voor haar uitzet en bruiloft, een bedrag van dertig duizend gulden en alhoewel haar aanstaande „maar” een onderkoopman was, kon ze zich deze uitgaaf best veroorloven, daar dit bedrag makkelijk in 2 of 3 jaren terug verdiend kon worden. i dezen drang niet had zou X nooit zooveel mo gelijkheden hebben zich te ontwikkelen. Het 1 ziet een hekje en wil er over heen klimmen al klimmend oefent het niet alleen zijn han digheid in het stevig vasthouden, maar tevens geeft het een gevoel van zelfvertrouwen. Heeft het niet iets moeilijks verricht iets waarbij het puntje van zijn tong naar buiten stak vanwege de inspanning? Denk niet dat X overdreven is wanneer ik zeg, dat het X kind een gevoel van zelfvertrouwen geeft, wanneer het er in geslaagd is zijn opgave, al heeft het zich die zelf opgedragen, te volbrengen. Kijk eens naar zjjn van plezier stralend gezichtje wanneer het ons toeroept, dat het er werkelijk overheen kon klimmen. Het Is dól-biy over zijn eigen kunnen. En iets presteeren beteekent toch ook voor ons een versterking van ons gevoel van eigenwaarde? Wanneer het kind achter steentjes loopt te trappen, oefent het niet alleen zijn beenspieren, maar ook zijn concentratievermogen. Want tel kens als .het op een bepaald punt wil mikken moet het zich een seconde concentreeren om precies déér uit te komen. En zoo is het met ieder spel, met al zijn klimmen én springen’, al tijd weer zijn hier de twee zijden van de phy- sleke en psychische oefening aan verbonden, die het kind voorbereiden moeten voor zijn latere positie in de maatschappij. Het is haast niet te zeggen, welk een ont zaglijk groeten Invloed de eerste levensjaren op een kind hebben. Het „ingepakte kind", uiting van een angstlg- bezorgde moeder mag nl^t hard loopen. omdat het dan zoo warm wordt (hoe kén het anders), hU mag niet heerlijk voetballen op dien zon- migen dag, waarop iedere spier in zjjn jong lijfje gewoonweg om beweging roept, hij zou bezweet kunnen raken en kou vatten daarna. Het „smettelooze” kind mag niet in de zand bank spelen, het mag niet over het grasveld rol len anders wordt zijn pakje vuil en het zou vieze nagels kunnen krijgen, die Juist zoo netjes schoon waren gemaakt „ter eere" van het uit gaan. En het „snoezige” kind mag ueberhaupt niets want wil het even snoezig weer thuis komen als het de deur uitging, dan kan dat alleen maar wanneer het plechtstatig naast Moeder voort wandelt. Wanneer we wisten wat we door angst en onze Ijdelheid om schoone en lief uitziende kin dertjes met ons mee te voeren, verknoeiden, zouden we op slag ons leven verbeteren. We hebben al zoo veel dagen dat het weer werke lijk te guur, te nat of te mistig is om buiten te spelen. Buiten spelen Iets wat toch altijd on eindig veel meer mogelijkheden biedt dan het spelen binnen. Buiten kunnen ze hun drang naar springen en hollen immers, ongehinderd door de vele obstakelen die er binnen zijn, uit leven. Buiten vinden ze met hun altijd gereed staande phantasle immers duizendmaal meer J. Bay, John Frankllnstraat 73III, Amster- dam-W Mevr. CocxMuller. Roompotstraat 21, Amsterdam-Z.; H J. Olas, Zuidpolderstraat 126. Haarlem; O. J. Meyer, Kerkweg A 184, Llm- men (by Alkmaar); Mevr. O. van Rjjn, Bella- mystraat 17 bis. Utrecht; O. F. Steenvoorden. Leidschestraat 53, HUlegom. veul als X kon besparen. De kool van de stad, mee de geniepige tralies van onrecht, onmacht, onfatsoen, verguld mee namaak-goud. Zelfs nou. op deuzen tijdstip, dat allerweuge wordt geschreven, gedrukt of op andere manier te schoon veurgesteld: dat-alles-beter-worden- gaat. Ik merk, zie, hoor daar maar te weinig van! (De verkiezlngsbombarle nie meegerekend, toen hoorde-n-ik X genogt). Wa Tc wèl merk: Den doctor staat aan den leeraar. Den leeraar staat op de plek, toekomende aan den onderwijzer. Den onderwijzer staat als kweekellng en wie kweekellng moest zijn, die staat thuis bij z’n moeder te stofzuigen. Terwijl den arbeler, die tn.... X buitenland! Verlejen week schreef ik oe, amico: „Oe ver staat zeker zóó wel. dat er nog al Iets luien kwam, veur Dré III mee Pinkster veurgoed op den hof kwam." Wat hierboven staat, is daar ’n belangrijk deel van. X Zijn de tonen die 1 k geluid heb, In de ooren van m’nen zeun uit Amsterdam en by Broeder Overste. Wat Dré III .geluid" hee.... daarover mis schien nog 'ns ’nen anderen keer, als de zaak 'n bietje „bestorven" is. Want, zonder da Tc me veur Tn behoef te ge- neeren belange nle! ik laat die affaire Xi bietje „verjaren." X Is mee hum nou eenmaal zóó! hy pakt de koel alty by d> horens dat X beest er suf van wordt. En zoo-eenen Is beter in Ülvenhout op z’n gemak dan op kostschool! Maar zoo-eenen mot ik nou sjuust hebben. .1 Nou schel Tc er toch af X Is zo nen schoonen windstillen avond. ’k gaal mee Dré III *n bietje oefenen op pijl en boog. Zondag schoot te Ti roos. Hij mot er volgende week twéé zien te raken in éénen heul! Ti Scherp oog is teugenwoordig van groot be lang! Veul groeten van Trui. Dré III en als altlj, gin horke minder van oewen DRE. hanteerd mot worden! Want daar gaan meer bedrijven naar den kelder kort na den veur- spoed, dan lang na den teugenspoed! De faillissementslljsten kort na de vette jaren, wa ren langer, amico, dan die In de leste magere jaren. Maar als ik m’n boske daar zie gaan mee den langzamen, aangeboren tred van den boer, den grooten rustlgen pas den echten boer eigen, dan heb ik telkens weer opnieuw meer vertrou wen in deus jonge keareltje, dat ’smergens om vier uren den zwaren dag tegemoet gaat, als 'n feest! Nou, in deus tij van vollen zomer, veur dag-en-daauw de velden intrekt mee de gereed schappen, locht op den vierkanten schouwer, ’n stukske zeep in den broekzak en veur ie aan X werk gaat boven van X ronde boog- brugske duikt in de mergenkoele Mark en zwemmende z’n eigen wascht en plast in ’n bad van borrelend schuim! En als ik 'm dan tien minuten later, frisch en pittig als X bedaauwde gewas, zingende als ’nen mearel, aan den ar beid zie trekken, daar onder d' opkomende zon, dan dan slaat weer zo'nen breejen golf van vertrouwen deur m’n zlelement en dank ik stil- lekens O. L. H. veur deuzen troonopvolger! Jaha! Troonsopvolger Want als ik nou m’nen grond afkijk, m’n vel den. mee X bonte vee, aan weerszljen de Mark; als ik ben in m’n akkers, waar X koren alweer hoog te pluimen staat in de tinten van den terwe, den rog en den garst; m’n eerpelland, |mot worden, gaat ie af, op de andere punten Snipper het uitje zeer fijn en smoor het, met de kerry. in da boter gaar, zonder het bruin te laten worderj Breng ondertusschen het water taan den kook, los er de bouillonblokjes in op en voeg de melk er aan toe (als men tenmin ste geen room gebruikt). Voeg, als het uitje gaar is, de bloem bij de boter; roer deze be- standdeelen tot een glad mengsel. Voeg daarna, bjj kleine scheutjes tegelijk en onder goed roe ren. de bouillon hieraan toe. Laat de soep eve n doorkoken om te binden, en voeg den room toe (als men geen melk gebruikt heeft). Giet de soep door een zeef in de soepterrine. Presen teer by de soep desgewenscht gebakken dobbel steentjes brood (in een klein pannetje met wat boter lichtbruin gebakken). die "k 'm wees, naar den „hoogen” grond en mee Xi spaal keurt ie 'm op den vocht, mee de schup peilt ie de slooten; "k zie 'm de rooibon- ten naar de vetwei leien, te peerd! mjjn or ders daarover deurgeven aan X volk en na Xi uur is al wa Tc m verteld had. z’n eigendom ge worden, stuurt ie Bles X veld weer in, pakt de schup en gaat le eerpel-uitdoen. Zoo leert le den grond In al z’n elgenaardig- hedens, zoo zal le 'm openploegen en leeren kennen van vezel tot vezel, zoo zal in z’n jonge zlelement gegrift worden Xi kaart van zyn toe komstige Land, waarvan gin schup eerde nog één geheim veur m achterhouwen kan. Zoo zal over ennigte jaren ’n kaart in z’nen geest staan geëtst, waarop gin slooike, gin hek. gin bed, ja, ginnen kool ontbreekt, 'n Kaart waarop ie lezen kan alle meugelykheden van, dleën weerbarstigen grond, dien te leeren zal te zetten naar eigen wil; dien ie temmen zal. dresseeren, onderwerpen aan z’n macht eigenaar, als meester, als koning! Wui zal motten leeren te staan op eigen beene vertrouwen op eigen inzicht, te steunen op: zwaren arbeid en stil gebed. Wie dat allegaar kan, stug teugen ailes en allen in, die is meester! Die is onafhan- keiyk van zynen medemensch, die staat boven den konkelefoes, boven den wangunst, die is vry I Die leeft in de Zon van X Goddelijke leven eigens en niet in de schaduw van de men- schen! Die vliegt als ’nen veugel mee breejen wiek slag deur den vryen hemel; die is nie gekooid achter de tralies van cipier Alleman I Ge zult wel beseffen ja, Ir sou X oe al nie meer hoeven te verklaren da Tc veul, heel veul van m’n boske hou! Van zXi geboort af was Dré III nou eenmaal m’n oogappel. En X keareltje hee altlj aan me .gehangen”. Ge verstaat dus, ge kunt X voelen aan de teuten van oew schoenen, da "k uit ben op X geluk van m’n keareltje. En X is veural daarom, da Tc hum in deus maatschappy ’n paar vleugels wil geven, waar mee le z’n zlelement vry en onbelemmerd kan laten wegwieken onder Gods zonbestraalden hemel waar de goudgele nieuwe patatten mee duuzen- den In den grond zitten; de hofstee eigens, mee de sollede bouwsels van huls en stallen, schuren en zolders, den bloelenden erf en "k zie ieverans m’n volk op slag in deus tij is X druk! 'k zie X vrouwvolk melken, d’arbeiers hooien, wyerop zie ’k ze in de groentes, dan dan pak ik m'nen Dré III by z’n schouwer en "k wys ’m dat allegaar. .Zie, Dré, daar gunderwyd. teugen dleën boschmuur aan, daar zetten we volgend jaar niks uit, dleën grond mot rusten; daar, die peeënvelden, zie ze leggen nou sjuust in den schaduw van dleën wolkenstapel, die motten van X najaar dalyk open en zwaar ge mest worden; daar gunder die rooie runders, die hebben d'ren tyd g’ad, die doen we weg, dus zurgt veur den vetwei en daar, daar achter dleën bocht van de Mark zetten we volgend Jaar den terw, deuzen aerde hier is te schraal geworden, daar zullen we ’nen lochten eerpel probeeren en hou er ’ns goed oog op, dat daar, ten oosten van ons land de slooten worden uit gediept, dleën grond lee nogal hoog en mot dus sjecuur volle slooten houwen Amico, als ik zoo mee hum „onzen grond”, „ons land” afkyk mee X gebogen. X knielende en X maaiende volk, dan dan voel Ik me koning op deuzen kykverren eigendom mee de kronkelende rivier en z’n brugskes, mee den majesteiteiyken zonsopgang, mee den bloei in X koren, X gebomte langs de wegels deur mXien grond, X gebomte waaruit den veugelenzang lyk ’nen muzlkalen confetti over deuze eigen weareld werlt- Dan, dan voel ik in m’n hand de schouwer- spleren van m'nen Dré III zwellen, dan merk ik, hoe vast ie zXi vuisten knypt, dan zie ’k Tien seerjeuzen, trotschen glans in z’n half-toeë oogen blinken en dan, Xi oogenblik later, zie 'k m gaan naar de Bles, zie *k Xn van den grond te peerd springen en als ik ’m dan stll- lekes van uit de verte volg, zie "k, hoe le X heele land afrydt, gaat naar de pun ten die *k 'm wees, langs X bosch, waar le af- stygt en den grond deur zXi handen laat gaan, ja! ik zie, hoe le den eerde beruukt. Dan, los te peerd, fier en recht In matige galop, nou en dan in draf, teugen dat er 'n sloot genomen y- eeren handschoenen kunnen heel goed worden gewasschen. mits het waschbaar leer Is. De meeste pigskin varkensleeren) handschoenen zyn waschbaar. Maak een byna koud Lux sopje (1 lepel op 1 Liter water). Trek de handschoenen aan en wasch ze zorgvuldig aan de handen. Naspoelen In schoon koud water. Men rolt ze even In een doek uit om zoveel mogeiyk water te verwyderen, trekt ze weer aan en droogt ze met een handdoek nog eens goed na. Trek ze dan voorzichtig uit, om het Juiste model te behouden. Leg ze op een tochtige plaats (niet In de zon) te drogen Wanneer ze geheel droog zyn en nog een beetje stug aanvoelen, wryft men ze even door de handen. Met het drogen worden de handschoenen nog soepeler. By juiste invulling van het geheele 14-tal wordt nu op de plaats der punten van 1 rmsu- 28 een bekend spreekwoord te lezen gegeven. Onder de Inzending van een goede oplossing worden weer zes fraaie pryzen verloot. Amico, Ge weet X al, Tc heb in m’nen vorigen vorigen brief er van gerept: Dré III is veurgoed op den hof. Frisch, jong bloed kwam daarmee in X bedryf; weer staat ’nen jongen boer (naast my) aan X stuur! En als ik ’m daar over den erf zie stappen In zXi, nog nieuwe pilosche broek, steuvlg in de vierkante „kisten” van schoenen, mee zolen van twee centimeters dik, de mouwen halverweuge d’armen opgestropt, armen als mahoniehout zoo bruin en hoekig als ze van ‘nen échten kearel motten zyn, den trotschen, donkeren nek vier kant en breed op X schouwerkruis, z’n zwarte haar blaauw zie glanzen onder den halfschaduw van den notenleer en *k zie Xn daar gaan mee den rustlgep gang van ’n krachtig, lenig dier, wat niks ontgaat, dan dan slaat er Xien golf deur m'n bloed, waaraan ’k ginnen anderen naam kan geven, dan .geluk". X Geluk van de zekerheid eenmaal X stuur van den hof te kunnen overgeven in 'n paar knuisten, die genogt gespierd en taal zullen zyn om X roer te houwen in ty en onty, in weer en wind, maar óók in tyen van veurspoed. als alles bekanst van eigens gaat maar.... wan neer dén veural X roer rustig en krachtig ge- X Tr T e hebben volop Lente gehad heeriyke yy zonnige dagen met een zachten, warmen wind dagen waarop plotseling alle kinderen, meisjes en vrouwen zich In lichte Jurken en toiletjes langs de wegen vertoonden. En de parken van de groote steden worden even plotseling overstroomd met kinderen en hun diverse begeleidsters, in even groote ver scheidenheid als er in aantal zyn. Daar zyn de .snoezige” kindjes met een hee- leboel ingezette pypekrulletjes een yi batis ten jurkje met vele strookjes witte sokjes en lichte schoentjes en onafscheideiyk daarby de uiterst elegant gekleede mama. Denk niet dat Ik hiermee tegen elegant gekleede moeders een vooroordeel uitspreek. Integendeel. Ik vind het zelfs heel dikwyis maar al te jammer dat een huismoeder zich zoo weinig tyd gunt er welver zorgd uit te zien. Maar de moeders die by der- geiyke meer dan snoezige kindertjes behooren, zyn geen welverzorgde verschijningen meer, maar modepoppen en dat is Iets wat myn sympathie niet heeft. Ze behooren meestal tot het soort moeders, die de kinderen ter opluis tering van eigen persoonlykheld mee uit wan delen nemen. Dan zyn er de „netjes aangekleede” kinderen zy die in smettelooze. hoewel steviger dan batisten, witte jurkjes mee uit mogen maar even smetteloos weer thuis moeten komen. Er zyn de ..Ingepakte’’ kinderen zy, wier angstige moeders nog steeds in de vorige eeuw leven en denken dat respectleveiyke laagjes on dergoed het kind tegen zoogenaamd kou vatten kunnen beschermen: "Enfin, zoo kunnen we door gaan waar het op aan komt is dit: als we met de kinderen er op uit trekken om hun een prettigen middag in het park te bezorgen bereiden we hun dan werkelyk zoo veel genot als hun toekomt? Dat deze .snoezigedeze .smettelooze" en „Ingepakte” kinderen een hoop te kort komen, staat zonder twyfel vast. - Wat is de aard van het kind en waar ver langt het naar als X op 'n zonnlgen warmen dag in de frissche buitenlucht Is? Het wil al leen maar stoeien, hollen, springen, spelen, klimmen, kortom het voelt een bewegingsdrang in zich, die by ons al lang .gedegradeerd” Is tot het verlangen naar rustig zitten In een koesterend zonnetje of wanneer zy al te warm is, naar een koel plekje in de schaduw van een boschje. Wy vinden het leuk om er dan zoo uit te zien, dat, wanneer we een vriendin tegen ko men zy de keuze van ons nieuwe voorjaars- toiletje bewondert en meestal voelen we ons dan zoo gestreeld dat dit genot, gevoegd by dat van een middag in de buitenlucht, rustig i op een bank, met een boek of een handwerkje ons volmaakt prettige uren bezorgt. Maar de verlangens van een kind zyn nu 1 eenmaal anders gericht. Het Is een wonder- schoon iets dat deze drang naar spel en bewe- 1 ging het kind is aangeboren, want wanneer het i Hier volgt de oplossing van het vermenlgvul- diglngsraadsel. We beginnen met het 3e gedeeltelyke produkt: dxt d. Hier zyn 3 gevallen mogelyk: lo. t 1 en d willekeurig dit vervalt, om dat g x t ook g moest zyn. 2o. d 5 en t 1, 3, 7 of 9 in het 4e ged. produkt zou dan rxt (1, 3. 7, 9) d 5 moe ten worden, wat alleen zou kunnen, als r ook - 5 was. 3o. t 6 en d - 2. 4 of 8. Nu moeten wr dus krijgen: d x st dd of d x a6 dd. Voor d 2 wordt 2x6 - 12, en 2xs 1 (van onthouden) d 2; dit is dus niet te verkrijgen. Voor d 4 wordt 4x6 24en4xs 3 (van onthouden) d 4; hier kan s 3 of 8 zyn. Daar in het 6e ged. prod, a x 6 s moet worden, blykt, dat s niet 3 kan zyn. dus 8 is. Voor d 8 wordt 8x6 48 en 8x3 4 (van onthouden) d 8; hier moet weer s 3 of 8 zyn: deze vervallen belde, zoodat we nu hebben: t 6, d.— 4, s 8. In het 4e ged. prod. Isrxt=:dofrx6=:4, dus r 9. In het 6e ged. prod. Isaxt s of a x 6 8, dus a 3. In het 2è ged. prod, is 1 x t 1 of 1x6 1; hier kan I - 2 of 4 of zyn, doch 4 en 8 zyn al bezet, dus 1 2. In het le ged. prod. isgxt iofgx6 3, dus g 7, en verder: gxst ei of 7x86 02, dus e 0 (nul). In het laatste ged. prod, is v x t e of v x 6 0. dus v 5. Biyft alleen nog de waarde 1 De vermenigvuldiging wordt 5339427, en de zin luidt: mogelykheden om te spelen dan binnen. Welnu laat ze op die weinige zomersche dagen, die we betrekkeiyk hebbes dan ook werkelyk ongehin derd spelen. Maak het hun niet te lastig met kleeren waar ze al te erg op moeten passen. Geef ze practische en niet te lichte kleedlng, waarin ze naar hartelust kunnen spelen, geef ze niet te veel aan zoodat ze zich vrij kunnen be wegen en niet dadeiyk loopen te puffen. Laat hen spelen léét hen klimmen laat hen hun dartelheid uitleven. Uitleven In de goede beteekenis van het woord. Niet in dien zin dat het baldadigheid wordt en een maar raak doen van alles wat er In zyn gedachten komt. Maar om geschikte menschen te kweeken moet het kind zyn aangeboren drang tot spelen en bewe gen kunnen uitleven en dan moet het niet altyd de handicap van snoezige en smettelooze jurkjes en pakjes hebben. Waar zonder veel moeite zooveel geld te ma ken viel, was men vanzelf erg mild. Een boffer was dan ook wel een jong domlné. Vermeer geheeten, die na zyn Intrede-preek te Batavia van Gouvemeur-Oeneraal Van der Par ra die zeer vroom was een vergulde koets met twee paarden en *n koetsier cadeau kreeg. Paarden waren trouwens het meest gebrul- keiyke geschenk. Baane vertelt.* hoe hl! omstreeks 1780 te Che riton kwam, toen W. van der Beke een mede- Zeeuw, hem overigens niet bekend er Resi dent was; van dezen man kreeg hy gedurende zyn verblijf voor meer dan 2000 ryksdaalders cadeau, o.a om te kunnen kaartspelen een zak met eenlge honderden ryksdaalders. Ongeveer twintig jaar geleden is het gebeurd, dat de Inboedel van een met pensioen gaand Resident van Dell, op een publieke veiling ruim veertigduizend gulden opbracht, niettegenstaan de de goederen slechts een waarde van zeker niet meer dan drieduizend gylden vertegen woordigden. o Maar de eene dienst is den anderen waard. Bovenstaand bedrag zinkt echter in X niet, bij hetgeen een Resident van Solo Java (X was in X Jaar 1811). voor zyn Inboedel kreeg uitbetaald. By zyn vertrek ontving hy van zyn opvolger voor den z.g. „Ovemeem" niet minder dan 55.693 Spaansche matten oftewel 139.000 guldens. Ja, wat geld maken betreft, mogen we gerust over „dien goeden ouden tyd” reppen. Er waren in Indlë baantjes te over, om in minder dan geen tyd ’n kans te maken. Het neusje van den ralm was wel het ambt van administrateur op X eiland ..Onrust". Dit was volgens Slberg een der lucratiefste posten in geheel Indië, waar mede enorme schatten zyn gewonnen. Ieder administrateur kon gemiddeld per jaar op een 85 000 ryksdaalders rekenen. De voordeelen bestonden grootendeels uit den verkoop van peper en tin. vooral ingekocht van scheepsoverheden en Inlandsche schippers. „Doorgaans" werd aan peper 10 pet. en meer tekort ingeleverd aan de retours hepenhet tekort heette spillage, Indroging, enz. Trouwens de zoutpakhuismeesters lieten zich In deze ook niet onbetuigd. Een weduwe, wier man gedurende vele jaren de betrekking van zoutpakhuismeester vervuld had, „doch niet had mede willen stelen”, kwam zich by een autoriteit beklagen, dat zy met baar schraal pensioen niet kon leven, zooals zy gewoon was. waarop zy ten antwoord kreeg: „Mevrouw, X spyt my voor u. X lag echter niet aan my; ik heb uw man aan de ruil gezet, maar l»y wilde niet toetasten." Het was een schrale troost, maar kenmerkend voor een toestand, nog slechts eenlge tientallen jaren geleden. Hoe lang zal ik nog leven?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 21