I
De avonturen van Stan en Pol
can den dag
F 250.-
F 750.-
HET RAADSEL VAN
DEN
AZEPOOT
I
.1
Een belangrijke
brochure
in
Verleiding,
LI
WOENSDAG 23 JUNI 1937
Maya-schrift
Kard. Mundelein
En de Duitsche regeering
D
ui
.Bj
De
Bo
kel<
tref
DOOR THEO BLANKENSEE
IJ* met een laag
smeltpunt
LO
nota.
Ribbe
„Al te stadig**
/Al «I «F» /A TbVjJI W I w r\ O ongevallen vertekend voor een der volgende uitkeerlngen ISJtJ» verlies van belde armen, belde bee
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VtER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Over Spanje
het politieblad!
Poging tot ontraadseling
zei hy. „Ellendig, dat
(Nadruk verboden)
voor zijn
rl
l>
heeft
aa
St
▼o
te<
rei
Meester haalde de blaadjes weer op. HU kon aan Jan’s ge-
voor
zicht wel zien dat het meegevallen was. In zUn vreugde over
eei
dei
van het schuine tafelblad op den grond.
Loi
op dit blad zijn ingevolge de versekenngsvoorwaarden tegen
ten
den
onbewogen
oogen
▼an
(Wordt vervolgd)
verte
I
•*«rte
’••xetnei
ield tot werken door
beenen of belde oogen
Er volgde een plof. Jan'i buurman sag hem voorzichtig buk
ken, Iets oprapen en naast hem neerzetten. „Wat doe JU raar",
zei hy tegen Jan. Deze schrok en zei: „Bemoei je met je eigen.
Daarna fluisterde hij tegen Pol. ,J<eem me niet kwalijk hoor.
Heb Ik je pyn gedaan.
de goedgemaakte sommen, zwaaide Jan met zijn arm over het
tafelblad en o, wee, daar veegde hy <Un arm klein vriendje
Pol, onzichtbaar, wreef sUn bezeerde knie. Je moet wat voor
zichtiger zUn, zei hu tegen Jan, want anders zou er wel eens
een grooter ongeluk kunnen gebeuren. Jans buurman boog zich
over zUn bank heen, want hij vertrouwde het zaakje niet erg.
Jan was erg benauwd dat hU Pol er af zou gooien of het
ventje sou kunnen ontdekken.
met oprechtheli
schreven inl
regeei
vin B
handi
dedee
systee:
sie te
gende
„Hulle Is maar al te stadig, al te stadig, het
president Paul Krijger van die Nederlanders gesé.
„Toe ek geld wou hé vir die Delagoabaaise spoor-
lyn stuur die Hóllanders myn kabel om te sé dat
ek "h bietjie geduld moes hê, want daar was
gerugte van' oorlog. En weet jullie wat ek ge
antwoord het? Ek het ’n telegram gestuur uit
Deutemomlum; „OU die uw goederen opbergt
op geruchten van oorlog, bergt ze op tot den
dag des oordeels, als wanneer er geen gerucht
van oorlog meer zal zijn."
Vol
tenla
natlo
die o
inter
gens
den
Hg" I
k<
le
er
r
Mfinaa 6 meter «sa
ttrvaOnotitMK art-
^Raea met auto’s ea
andere voertuigen ta-
geawoortlg ver bodea I
reeds in Januari 1033 U de dankbaarheid be
tuigd van het Dultsche volk. Ik stel er prijs op
deze dankbetuiging te herhalen en tegelijkertijd
strek Ik haar uit over de daarop gevolgde pe
riode gedurende welke UW Eminentie op waar-
lyk grootmoedige wyse hebt deelgenomen in de
verzachting van het leed In Dultachland. Dat
oeze boeken, welke in Dultschland zyn samen
gesteld en ernstige Duitsche wetenschap bieden,
aan allen, die ze zien en lesen, mogen verkon
digen. dat het Dultsche volk altUd hun gedach
tig is. die in den dienst der naastenliefde zün
Ijlden en zUn nood hebben gelenigd."
Dat het Dultsche volk in SUn geheel even
min als eenlg ander volk ter wereld ooit zijn
weldoeners zou miskennen of zelfs maar ver
geten. weigeren wy te gelooven, zoo slechts aan
één voorwaarde is voldaan: dat het nageslacht
over het lUden en strUden van het voorgeslacht
op de juiste wijze wordt Ingelicht.
Dat er nog ooit een tyd zou komen, dat het
laatste niet sou gebeuren en dat een weldoener
van het Dultsche volk door een Dultsche re
geering gehoond zou worden, kon men tien jaar
geleden niet weten.
zich zelf te kalmeeren. Pas een kwartier ge
leden kwam je van de bank, er is nog niet
eens aangifte gedaan!
En toch was die man verdacht.... dat was
een polltie-agent. Waarom maakte hit nu toch
in een ander *n paar boeken, meest reislectuur.
De ondehte lade verdiende echter meer aan
dacht. Robbl vond daarin ’n stapeltje bankpa
pier, meest Fransche en Engelsche biljetten. Ook
'n klein, groen strookje papier, achteloos samen
gefrommeld. De detective vouwde het voorzichtig
open, las het met niet geringe verbazing en legde
het voorzichtig in s'n portefeuille, terwijl hu het
geld liet liggen. HU opende nu ook nog even het
geheime vak. Robbl stond even te peinzen. Het
was den moordenaar blUkbaar te doen geweest
om den Inhoud van dit vakje, want het geld had
hij onaangeroerd laten liggen. ’n Roofmoord
was dus uitgesloten. Maar wat kon dan wel de
drijfveer tot deze gruweiyke daad geweest zyn?
Robbl geloofde niet, dat hU in deze kamer nog
iets van belang sou kunnen ontdekken, behalve
dan het kleine, groene strookje papier, dat hu
in z*n portefeuille geborgen had.
Zoojuist was een polltie-auto gearriveerd, om
het lUk te vervoeren. Robbl volgde de belde
dragers tot bU den uitgang en zag de twee be
dienden van Hallstein In den tuin, waar zU een
praatje maakten.
„Wie van u is Franz Herbet?" vroeg hy.
„Dat ben ik, meneer."
„Zorgt u niet altUd voor de post?”
,4a. dat wil zeggen, als er post is. Maar dat
gebeurt maar zelden."
.Moest u dan niet vaak groots stukken naar
hst postkantoor brengen, als meneer Hallstein
zich zoo eens voor 'n paar weken onzichtbaar
had gemaakt?" f
.Meen, wel tegen den tyd dat hy aooieta van
plan was."
doordringende
detective.
„Een treffende geiykenis tusschen twee per
sonen komt zeker wel meer voor.” merkte Robbl
op. „Dan zou Ik graag van u willen weten, of u
met zekerheid kunt zeggen, dat de brief, welken
de commissaris u gisteren liet zien. Inderdaad
door uw overleden echtgenoot geschreven is.”
,4a. Het was zUn hand."
„Uw echtgenoot verliet dit slot nooit?”
.Hooit.”
„U alleen mocht s’n kamer betreden, als hij
zich voor enkele weken terugtrok?"
«Ja.”
„Wat deed hy dan?”
„Ik weet t niet."
„Als u hem s'n maaltijden bracht, waar was
hU dan mee bezig?"
„HU zat steeds aan z’n schrijfbureau.”
..Hebt u er ooit op aangedrongen, dat hU s’n
kamer voor *n paar uurtjes sou verlaten, om wat
frissche lucht te hebben en do kamer te reini
gen?"
,4a. maar daar lette hU nog niet eens op. HU
at wat Ik hem bracht, en dan kon Ik weer ver
trekken.”
„Gelooft u, dat hy al dien tUd schreef?”
,4k moet zulks wel veronderstellen.”
„Liet hy u nimmer iets van zyn werk zien?"
„Nooit-"
„Vroeg u daar ook nooit naar?”
„Verscheidene malen heb ik daar op aange
drongen, maar ik kreeg zelfs geen antwoord.”
..HU moet in dien tyd heel wat geschreven
hebben. Waar Hot hy dat allemaal?1*
Robbl opende nu de deur en daarna direct ook
de belde vensters. De frissche lucht en geur van
planten en bloemen stroomden naar binnen.
Ook Robbl constateerde op het eerste gezicht,
dat de verslagene onverhoeds en van achter
aangevallen was geworden. Volgde Robbl het
spoor terugop, dan moest de moordenaar even
voor s'n gruwelUke daad in Edith Beuth's
kamer geweest zUn, had daar den dolk geno
men en was toen hierheen geslopen, met de
kennelUke bedoeling om te dooden. De moorde
naar moest derhalve met de inrichting van dit
huls vertrouwd zUn, anders had hU bezwaarluk
den dolk kunnen vinden.
Nu besteedde Robbl s’n aandacht aan het
schrijfbureau. Alles lag hier zoo precies afge
meten op z'n plaats, als slechts voorkomt, wan
neer het bureau zelden of nooit gebruikt wordt.
De inkt was byna totaal opgedroogd.
Dit klopte dus niet met de bewering van me
vrouw Hallstein, volgens welke Rudolf Hallstein
zich veertien dagen of drie weken op s'n kamer
opsloot, om ongestoord te kunnen schrijven.
De schuifladen bleken afgesloten te rijn, soo-
dat de detective eerst de sleutels diende op te
zoeken. HU knielde naast het lUk neer en
achtereenvolgens kwamen te voorschijn een por-
temonnale met geld, een zakmes, een leege porte
feuille, een étui met naamkaartjes en paspoorten
en uit een der vestzakken een ring met kleine
sleuteltjes. Deze laatste bleken van het schryf-
bureau te zyn. In de laden - lag niets dat van
eenlge beteekenis was. De meeste waren leeg.
In één er van bevonden zich een potje Ujm,
tl staafje zegellak en wat zchryfbenoodlgdheden,
All t* A °P <ut blad E1Jn Ingevolge de versekeringsvoorwaarden tegen IJ *7^0 levenslange geneele ongesctilkthi
zou de zaak niet
zoo erg zUn. Mis
schien laat hij my
dan wel vrijuit
gaan! Ik ben dan
mijn betrekking
wel kw Ut, maar
blUf bulten de ge
vangenis! Jlm dacht en zweette, hy was tot
stlkkens toe benauwd.
De man tegenover hem haalde zUn horloge
voor den dag.
„Nog vier minuten,
lange wachten!"
Jlm Oaklands keek hem een oogenbllk aan.
Alles draalde voor zyn oogen. Dan greep hy
de tasch, die vlak naast hem stond, smeet het
portier open on sprong den coupé uit. Als een
waanzinnige rende hy het perron over, naar den
uitgang, zenuwachtig zocht hy naar zyn kaartje
vond het tenslotte in zyn portemonnale en
duwde het den beambte in de hand.
..Als u nog pp tyd terug wilt zyn, moet u zich
haasten, mynheer!” riep - deze hem na. Jlm
Oaklands hoorde hem niet. Drie, vier treden
tegeiyk sprong hy de trap af. wierp slch in een
taxi en schreeuwde oen verbaasden chauffeur
het adres toe.
„Gered.” Jubelde het In hem. toen hy van den
vloer opkrabbelde en voor op de kussens ging
zitten. Met alle onverwachte wendingen en
kronkelingen, een taxi eigen, snorde Jlm Oak
lands naar de Regentstreet, waar hy voor het
onoogiyke kantoor van de firma Benshor uit
stapte.
„Zoo bent u daar etndeiyk, mijnheer Oak
lands?” brotne de patroon. „Ik vind, dat u nog
al lang weggebleven bent. Ik wilde al naar de
bank telefoneeren! U ziet er miserabel uit. wat
scheelt u?”....
,Jk heb het ontzettend warm....” steunde
Jlm Oaklands. „Ziet u, mynheer, vyftlen hon
derd pond precies!”
„U aoudt my enkele vragen, kunnen beant
woorden.”
„Daartoe ben Ik gaarne bereid.”
„Wie is toch elgenlyk die Emlllo?"
Mary Hallstein verbleekte:
„Hoe komt u aan dien naam?”
„Wel, toen Wilhelm Köhler gisteravond bin
nentrad, hebt u hem toch by Vergissing zoo ge
noemd?”
Ja dat dan van aoo groot belang?"
„Dat niet,” gaf Robbl ontwykend ‘ten ant
woord. „U zag Wilhelm Köhler op t eerste ge
zicht voor een ander aan, is *t niet zoo?”
„Inderdaad zoo is X Ik zag trouwens zelf in.
dat t een vergissing was.”
.Maar wie is dan de echte Emlllo?"
Zoo heette mjjn eerste verloofde, Emlllo
Alvares' hy is echter in Brazilië gestorven."
„Daar valt niet aan te twyfelen?”
„Wat stelt u toch zonderlinge vragen! Natuur
lijk valt daar niet aan te twyfelen; hU is al
jaren dood.”
Mary Hallsteta ontweek by dsae woorden de
t -v j anneer men aan koolzuurgas door af-
yy koeling veel warmte onttrekt, kan het
T vloeibaar gemaakt warden en daarna
zelfs in vasten toestand gebracht worden, de
z.g. koolzuursneeuw. Deze koolzuursneeuw heeft
een zeer lage temperatuur (-60 gr.). Bovendien
is ze niet duur en ook niet moeliyk te verkrijgen.
Vloeibare koolzuur wordt in groote cylinders
in den handel gebracht. Wanneer men uit
zulk een cylinder, schuin naar beneden gehou
den. vloeibaar koolzuur laat stroomen In een
zakje of een wollen deken, dan verdampt een
deel en dit onttrekt hiervoor aan de rest zooveel
warmte, dat die rest als een vaste stof de
bovengenoemde koolzuursneeuw achterblijft.
Voor koeltechnlsche doeleinden zou deze stof
prachtige diensten kunnen bewijzen, ware het
niet, dat ze een eigenschap bezat die haar daar
toe toch weer ongeschikt maakt, ze vervluchtigt
namelijk te snel.
Daarom perst men deze sneeuw onder hoogen
druk tot blokken. In dezen vorm verdampt dit
vast koolzuur slechts langzaam. In den handel
gebracht onder den naam droog ys heeft het
zich spoedig een vry groote bekendheid verwor
ven en zyn weg gevonden naar tal van bedrij
ven als bierbrouwerijen, slachthuizen enz.
Voor korten tyd heeft het hier echter een
concurrent gekregen in ys met een smelt
punt van -20 gr. Dit byzondere ijs wordt verkre
gen, doordat men een sterk geconcentreerde pe-
keloplosslng tot bevriezen brengt.
Dit ys kan weliswaar niet voor het bereiden
van ysdranken gebruikt worden, maar in koel
kasten en koelwagens kan men er veel lagere
temperaturen mee bereiken dan tot nu toe.
Voor koelkasten in dienst van onze normale
huishoudingen heeft het gebruik van dit ijs geen
sin, doch het bedrijfsleven zal bet ongetwyfald
dankbaar aanvaarden.
Von
te Lon<
Eden; i
bnslinrilni
„Weet u niet aan wien die brieven geadres-
seerd waren?”
..Dat kan ik me niet herinneren, t Was altyd
aan een ander adres, maar altyd poste restante.”
.Mn Rudolf Hallstein had nooit post, als hy
na een onzichtbare periode weer voor den dag
kwam?”
„Nooit”
„Wanneer verdween hy voor de laatste maal?"
.JJit is geweest ongeveer einde Mei of begin
Juni. Toen zagen we hem In geen vier weken.”
„U weet den datum niet precies?”
..Neen, zoo precies niet”
.Bent u gisteren in den namiddag op de
logeerkamer geweest?"
„Tegen twee uur. Mevrouw Beuth had me
gebeld en zy zeide, dat ze wat wilde slapen en
niet gestoord wilde worden. Omdat Ik toen toch
niets te doen had, ging ik op myn beurt ook
•n uiltje knappen, m de keuken.”
.Juist. Hebt u er misschien nog op gelet, of
de Maleische dolk nog In de schede stak?”
„Die ivoren hasenpoot?"
■4a”
„Die wat er nog.”
.Hebt u heel den middag door geslapen?”
„Ja, 1 was warm.”
„Wur was de keukenmeid?”
„Op haar kamer. Ze schreef een brief aan
haar fatniMa.”
,Moe laat werd u wakker?”
„Dat zal tegen half zes geweest zyn. toen me
vrouw ons de verachrikkeiyke boodschap kwam
brengen."
_Ik dank u."
lh- den dierentuin te Frankfort aan
den Main heeft men een der grootste
giraffen uit Europa. Dit geweldige dier
bereikt een hoogte van vijf meter
n het seminarie van 8t. Mary of the Laks te
Madison op een afstand van ongeveer 60
K.M. van Chicago, bevindt zich een noten
houten boekenkast met meer dan 100 deelen
In prachtband van wit varkensleer gebonden.
Een inscriptie op deze boekenkast geeft aan,
dat dit alles Is een: Eeregift van de Dultsche
Regeering.
Tien Jaar geleden, aldus de Universe, bood
de toenmalige Dultsche Rljkskanseller deze
kast en deze boeken Kardinaal Mundelein aan
als een dankbare erkenning voor zyn „ware
chrlsteiyke naastenliefde.”
In den brief, van welken hy zyn schenking
vergezeld deed gaan, schreef de kanselier: ,J2«c
Uwe EminenUe deze boekenkast en haar Inhoud
moge beschouwen als een uitwendig teeken van
den grooten en oprechten dank, welken het
Dultsche volk U verschuldigd is, daar U in de
moeilyke na-oorlogsjaren met ware chrlatelyke
naastenliefde zulk een onvermoeibaar mede
leven hebt getoond in het lyden van de groote
massa In Dultachland en voornameiyk In dat
van de ondervoede Dultsche kinderen.
Een myner voorgangers in dit ambt
MJ verilea van een band,
•en voet o? <x*
zal weten te houden, voor de belemmering in
den groei van een van beide stroomingen een
waarborg zal willen en zal moeten zijn. Het is
om deze reden, dat Ik de houding van een groot
aantal Spaansche katholieken, die zich hebben
uitgesproken ten gunste der Volksfrontregeerlng,
niet kan begrijpen of en dit is de uiterste
konsekwentie van deze houding niet anders
kan zien dan als een hardnekkig vasthouden
aan waarden, In wier deugdelijkheid In sociaal
en economisch opzicht een groot deel der
Spaansche bevolking moeliyk meer kan geloo
ven, dit op grond van de lange reeks van bit
tere ervaringen, opgedaan gedurende den tyd
dat deze waarden in Spanje voor gemeengoed
door gingen, en niet omdat, zooals de schryver
van wlen men overigens geen objectief oor
deel in pollticls behoeft te verwachten be
weert. dat een aantal „militaire en fascistische
opstandelingen" zou trachten aan de bewezen
hechtheid dier waarden te tornen. Want al be
rust hetgeen de heer Semprün mededeelt om
trent de ernstige nalatigheden, voornameiyk op
sociaal gebied, der Spaansche geesteiykheid
grootendeels op waarheid, het staat tevens on-
omstooteiyk vast, dat de regeering der Spaan
sche republiek in gebreke bleef, In de door deze,
fouten ontstane wantoestanden op afdoende
wyze, met de haar toch beschikbare middelen.
te voorzien. Een deel der sombere nalatenschap I
van dictatuur en monarchie was het zeer groot A
percentage aan analphabetlsme, de bestryding
en beperking waarvan tot een minimum slechts
aan een volk ten goede kan komen. Welnu, wat
heeft de Spaansche regeering meer gedaan dan
een einde maken aan de spreekwoordeiyk ge
worden armoede van den Spaanschen onder-
wyzer, door diens hongerloon van enkele pe
setas te veranderen in een behooriyk solaria?
Het hier bedoelde gezegde bestaat werkelyk; in
het Spaansch luidt het: „tlene més hambre que
Un maestro de escuela", de vertaling ervan is:
.hU is er slechter aan toe dan een schoolmees
ter".
In den onhoudbaren toestand van het school
wezen en de verschillende Inrichtingen van
onderwys zelf, werden maar weinig verbeterin
gen aangebracht. Daarentegen biykt uit de
statistische gegevens voor begin 1036, dat de ka
tholieke of byzondere school er, vooral In Madrid
en provincie, steeds op vooruit ging, voortdu
rend naar expansie zocht en dat de organisaties
belast met de verbreiding van het onderwys op
.Misschien trachtte hy wel naam te maken
als romanschryver en heeft hy dé manuscripten
allemaal verzonden.”
„Dat Is heel goed mogelyk. Wie bracht z’n
correspondentie naar de post?”
„TjaIk meen dat Franz daarmee belast
was.”
„U weet, met welk wapen uw echtgenoot ver
moord Is geworden en ook waar dat wapen van
daan gehaald is?”
.Moe laat kwam Edith Beuth by de in den
salon?”
„Even over vyf. Zy zei, dat ze geslapen had.”
.Bemerkte u niets opvallends aan haar, of was
zy volkomen rustig?" vroeg de detective verder.
,4k kon niets aan haar merken.”
„U verdenkt niemand?”
.Been.”
.Hoeveel toegangen heeft dit slot?"
„Eén. langs welke u binnengekomen bent”
,JJus door de deur komt men In de corridor,
vlakby is de trappenhall en daarnaast de
logeerkamer. Is dat juist?"
.4a."
,4>an weet ik genoeg. Ilc dank u rost uwe
Inlichtingen. Mag ik nu misschien de kamer van
den overledene nóg even zien?”
Daar aangekomen onderzocht Robbl eerst het
door Werner aangebrachte zegel en consta
teerde, dat dit nog onbeschadigd was.
„U kunt intusschen gerust uw gang gaan, en
als de politie komt om het iyk gerechteiyk te
vervoeren, wilt u hen wel hierheen sturen.”
Mar/ Hallstein ging.
t-x y de uitgeverij Gemeenschap" te Bilt-
hoven verscheen onlangs in brochurevorm
de Nederlandsche vertaling van het ook In
Katholieke dag- en weekbladen al eens gesig
naleerde. zeer belangrijke artikel, dat de heer
José Maria de Semprün y Gurrea. vertegen
woordiger der regeering van Valencia te Den
Haag, onder den titel ,X* question d’Espagne
inconnuef. liet opnemen In een der laatste afle
veringen' van het katholieke Fransche tijd
schrift ..Esprit", jrg. 1036. By de Nederlandsche
uitgave, die „Een Katholiek Spanjaard over
Spanje" heet, schreef de bekende hispanist Dr.
J. Brouwer een kort voorbericht, waarin hy
vooral wjjst op het feit, dat „velen ondanks
de gecompliceerdheid van het Spaansche pro
bleem tegen alle elschen van voorzichtigheid
en redeiykheid in een beslissend oordeel over
feiten en toestanden hebben uitgesproken
en anderen opgelegd zonder voldoende kennis
van inzicht." Hy gaf deze brochure een aanbe
veling mee. omdat, meent hy zeer terecht, „dé
religie alleen met de waarheid, gerechtigheid
en eerbied voor den naaste kan worden gediend".
Behalve een bewonderenswaardlge bydrage
tot de kennis, dieper en grondiger, van bepaalde
facetten der Spaansche volksziel, b.v. hoe het
Spaansche volk zyn geloof ondergaat, hoe het,
sneller dan de gedachte, meedoogenloos reageert
op al wat In Katholiek Spanje het Christendom
ns^r de letter neemt en niet naar den g>est en
hoe dit volk, tenslotte want armoede kén een
voorrecht zyn! veel dichter by een zuivere
beleving van het Christendom staat dan men
zoo oppervlakkig wel zou meenen. behalve een
theld en katholieke overtuiging ge-
itroductle tot deze, voor niet-Span
jaarden en onlngewyden welhaast ontoeganke-
lyke uithoeken der Spaansche psyche, wil dit
boekje óók zyn: een aannemelyker uiteenzetting
der elgeniyke oorzaken en het zyn er vele,
zeer vela, vooral wanneer men. zooals de schrij
ver doet, Spanje’s tragiek mede In het onder-
aoekt betrekt van den bloedlgen broederstrijd,
dia er nu toch reeds langer dan tien maanden
gaande is. In hoever achryvers zienswyze, steeds
waar deze den louter polltleken kant van de zaak
betreft, afwykt van die. welke sommige katho
lieken, die met de Spaansche toestanden van
vóór den burgeroorlog niet geheel onbekend
zyn. plegen te aanvaarden op waarlijk niet
minder reéele gronden van eveneens onloochen
bare feiten, kan en mag niet worden nagegaah,
zonder eerst te wyzen op de aanwezigheid van
bepaalde factoren, die den schryver ten dienste
stonden en het uitgangspunt vormden voor de
conclusies aan het eind van zyn boek.
Op blz. 14 dan merkt hy scherp op, dat het
een karakteristieke eigenschap Is van de Span
jaarden om te overdrijven. Een klein détail;
maar dat zeker niemand, die met Sevlljanen
heeft mogen omgaan, zal onderschattenby de
eerste, oppervlakkige kennismaking met deze
Zuid-Sponjaarden. krygt men al te vaak het
orteangename gevoel beleedigd te worden, zon
der dat daarvoor eenlgerlel reden bestaat; pas
later, als men heeft geleerd, de uitingen van
deze menschen te ontdoen van haar te veel aan
overdrijving, surplus aan leven, zou men haast
willen zeggen, wordt de omgang normaal en de
„beleedlglng" niet meer gevoeld. Op deze ka
rakteristiek baseert de schrijver den volgenden,
als voorlichting bedoelden passus:
„In leder land van Europa zou een aanval
tegen de Kerk een duldelyk teeken van gods
diensthaat zyn. In Spanje kan het een ruwe
manier zyn om een gevoel van protest weer te
geven of een middel om zich afdoend te bevei
ligen tegen mln of meer denkbeeldige gevaren.
Ik wil dergeiyke handelingen in t geheel niet
rechtvaardigen. Ik stel er echter prys op met
een sulver geweten te verklaren, dat zy niet be
antwoorden of niet behoeven te beantwoor
den aan de geestesgesteldheid, waaruit zy
schynen voort 'te komen, en dat het een groote
dwaling zou zyn om ze buiten hun verband te
willen beoordeelen volgens een criterium, dat
voor andere landen geldig Is". Tegen deze mee-
nlng van den heer Semprün y Gurrea, die hier
mede bewijst ds Spaanschheld van het conflict
niet uit het oog te verliezen, kan hoegenaamd
niets worden ingébracht; men zou er slechte
aan willen toevoegen, dat zy ook geldt by de
beoordeeling door de Spanjaarden van bepaalde
anti-godadlenstlge stroomingen communisme,
anarchisme welke beoordeeling dan, op z’n
minst, overdreven gunstig moet zyn geweest.
Want piet alleen In den aanval, doch ook in
den byval pleegt de Spanjaard te overdryven.
De heer de Semprün heeft deze mogeiykheld
niet over het hoofd gezien: op bis. 34 schrijft
hy: .het communisme 13 op 't oogenbllk (Octo
ber 1036) in Spanje zeker niet het gevaar van
het oogenbllk". En inderdaad, op het moment
van het uitbreken van den burgeroorlog, was
het aantel werkelyke communisten ongeveer
•ven groot als dat der echte fascisten. d.wx.
verhoudingsgewijs zeer gering. De voor den In
houd van zyn boekje zoo beslissende karak
teristiek geldt voor het geheele Spaansche volk
al biyft men geneigd de Basken, wier gees-
telyk leven naar buiten een aanmerkeiyk, gun
stig te noemen verschil vertoont met dat der
bewoners van Zuld-Spanje, er bulten te houden
zoodat men mag aannemen, dat. waar de
aanhankeiykheld der Spanjaarden voor het
communisme geringer is dan zy, zelfs op het
oogenbllk. lijkt, het Spaansche fascisme, op
dezelfde wyze tot zyn ware proporties terugge-
bracht, evenmin zoo gevaariyk Is als de schryver
wel wil doen vóórkomen en dat In belde ge
vallen het Spaansche volk het Juiste midden
een polltie-agent. Waarom maakte hy nu toch
geen einde aan die ondraagiyke spanning? Waar
om haalde hy zyn boelen niet voor den dag
Waarom zei hy niet „In naam der wet. gy zyt
mjjn gevangene’"?
Als ik ronduit beken dat ik er met de vyftlen
honderd pond vandoor wil gaan, dacht Jlm. dan
sa»»«»aaas»ea„»aaa«a»q„»«aa„....
Oaklands er naar. In een oogopslag had hy het
herkend.... het politieblad! Misschien..
Maar dat is onzin. Jlm, trachtte hy meteen
zich zelf te kalmeeren. Pas een kwartier ge-
Op het Jaariyksche congres van de Anthro-
pologische Vereeniging te Parijs werd medege
deeld. dat het B. L. Whorf, een nog betrekke-
lyk jong geleerde, gelukt was. het géheim van
het tot nog toe volkomen raadselachtige Maya-
schrift op het spoor te komen.
wyi er slechte drie boeken uit den Maya-
tyd tot ons gekomen .zyn, Is de bestudeering
van dit schrift natuuriyk zeer moeliyk. Be
doelde drie boeken liggen In Parijs, Dresden
en Madrid. Whorf heeft deze boeken grondig
bestudeerd. Ander dan dit materiaal, dat ook
aan vroegere onderzoekers bekend was, stond
hem niet ten dienste. By de bestudeering ging
hy echter van een geheel andere these uit
Hy liet zich niet beïnvloeden door het feit,
dat de Spaansche blsschop Landa steeds hard
nekkig beweerd had. dat het Maya-alphabet uit
27 letters bestond. Whorf was veeleer van mee
rling, dat er by de Maya's geen sprake was
van een letterschrift, maar wel van een pho-
netlsch schrift
Vijftig Jaren lang waren namelyk alle pogin
gen, om het schrift met behulp van het alpha
bet van blsschop Landa te ontraadselen, mis
lukt. Met behulp van het phonetlsche schrift
systeem echter en aan de hand van bepaalde
hypothesen, welke later bevestigd werden,
maakte Whorf snelle vorderingen.
Op het oogenbllk kan men reeds een hon
derdtal geschreven woorden, dus samenstellin
gen uit phonetlsche teekens, lezen en verklaren.
Maar men heeft nog met eenlge Interessante
moeliykheden te kampen. Voor hetzelfde be
grip schiepen namelyk de Maya's verschillende
teekens. Maar in ieder geval heeft men nu de
eerste etappe by de ontraadseling van het
Maya-schrift bereikt
Thans heeft Whorf zich tot taak gesteld, het
Maya-schrift te leeren lezen, d.w.z. ook de Juis
te uitspraak te beheerschen. Dearby heeft
Whorf het intusschen veel gemakkeiyker dan
de geleerden, die zich met andere oude talen
bezighouden. Want tenslotte wonen er in Yu
catan en In de aangrenzende gebieden nog
steeds een paar honderd Maya's, die met de
omliggende wereld zoo goed als geen contact
gehad hebben. Afgezien van eenlge kleine ver
anderingen is dan ook de teal vrij goed be
waard gebleven. Dat wil zeggen, zy spreken nog
precies eender als de oude Maya's. Slechts de
kunst van het schryven en lezen hebben zy
Intusschen verleerd.
et had Jlm Oaklands geen hoofdbrekens
gekost om den datum van zyn vacantle
te bepalen. Het eras even gemakkelyk ge
gaan als alle voorgaande vier en twintig jaren:
Jlm Oaklands liet het aan zyn patroon over.
Jlm Oaklands had al kopzorg genoeg hoe hl)
elke week de eindjes aan elkaar moest knoopen
En wie maakt er dan vacantleplannen?
Toch dacht Jlm Oaklands wel eens, hoe
heeriyk het moest zyn zoo'n volle week, zeven
dagen lang, „buiten" te zyn. .Buiten”, dat was
overal waar niets hem aan Birmlngshare. hel
kantoor van mr. Harold Samstrong en mevr.
Oaklands en de drie kinderen kon herinneren.
Dan zou hy vrij zyn en kunnen doen en laten
wat hy zelf wilde. De vryheld sou voor Jlm
Oaklands dagen van ongestoord vischgenot be-
teekenen. En daar hunkerde hy naar, want
mevr. Oaklands meende dat een getrouwde man
en vader al zyn vrijen tyd aan haar zyde moest
doorbrengen. En daar bleef het by.
Op zyn wekelykschen tocht naar de plaat-
seiyke bankinstelling piekerde Jlm Oaklands
over vacanUe en vlsschen en dat deed hy nog
toen hy voor het loket stood., en wachtte op
1500 pond sterling.
„Warm weertje mynheer Oaklands," zuchtte
de employé, toen hy aanstalten maakte het
bedrag In banknoten uit te tellen.
„En of!” beaamde Jlm.
„Prachtig weer om op vacantle te gaan. Nog
vyf dagen en dan is het gelukkig aoo ver.”
,Boo?” weifelde Jlm Oaklands.
,4a. dan ga Ik een weekje naar Schotland.
Schitterend is het daar!” Een vreugdeglans
kwam op het bolronde kale hoofd van den be
diende.
„Hm," was het eenlge. dat Jlm Oaklands liet
hooren. In gedachte maakte hy het reisje, zooals
hy vond, dat het wel zyn moest. Toen de ander
zei: .Biet u wal, mynheer Oaklamds,
vyftlen honderd pond”, schrok hy, zei auto
matisch „dank u wel” en stak het geld by zich.
Binnen tien minuten had een taxi hem aan
het station gebracht. Ben kaartje koopen was
het werk van een oogenbllk. En nu zat Jlm
Oaklands In den trein, die binnen enkele mi
nuten moest vertrekken. In den cóupé zat Jlm
Oaklands alleen, half verscholen achter een
gordyntje. De raampjes had hy open gezet.
Maar de frissche wind bracht den eenzamen
reiziger geen koelte, bet zweet perste zich door
alle porlén.
De deurknop klikte omlaag. Jlm Oaklamds had
een fata morgana van een vacantleweek in
Schotland.
.Blasts vry,” een breed-geschouderde man
stond in de deuropening, keek even naar Jlm en
duwde dan een clty-bag naar binnen. Den
oogenbllk later volgde hy zelf, hygend en trans-
plreerend.
„Goeden middag.” Een zakdoek verborg zyn
gezicht' voor enkele oogenblikksn.
Jlm groette verlegen terug en wachtte tot
de zakdoek zyn verkwikkend werk had gedaan
Dan keek hy zyn mede-passagler schuw aan
en schrok. Waar ter wereld had hy dat ge
zicht eerder gezien? Nu ging Jim's bereisdheid
niet verder dan Birmingshire, zoodat hy met
zyn conclusie gauw gereed was: die man was
van de politie, een rechercheur. Was hy het
niet geweest, die den diefstal by Ouardson had
weten op te helderen. Neen, dat was een ander
geweest. Maar hy had dien banklooper, die er
met tweeduizend pond van door was gegaan,
weten te grijpen! Een rilling kroop over Jlm
Oaklands’ rug tot aan zyn boordenknoopje. Jlm
voelde, dat hy van pompoenrood lykbleek werd,
hy zat als een rat in een val. Geknipt. Jlm
bonsde het door zijn hersenen en nu eerst drong
het tot Jlm Oaklands door, dat hy een misdaad
begaan had.
Zoo gauw de trein in beweging was, zou die
man tegenover hem een pouu' handboeien voor
den dag halen en dan.... „Waarom ben je
ook zoo dom geweest, Jlm?” verweet hy slch zelf.
„Zoo slecht had Je het toeh niet by je patroon.
En Je vrouw en je kinderen.... Wat een schan
de..,. vreeeeiyk."
Jim's mede-passagier haalde een tydschrlft
uit zyn binnenzak. Als gefascineerd keek Jlm
christeiyken grondslag geen kans onbenut lie
ten voor het stichten van nieuwe scholen. Hler-
by vaüt nog op te merken, dat de Staat Jaarlijks
per schoolkind 225 60 pesetas noodlg had, ter-
wyi de katholieken, by zuiniger beheer, voor
leder kind niet meer dan 150 pesetas per jaar
behoefden uit te geven. Kort na de verkiezingen
van 16 Februsiri moesten deze scholen van re-
geerlngswege worden gesloten, waardoor dan
het byzonder onderwys een gevoelige slag
werd toegebracht, dien het allerminst had ter;
dlend. Nu beweert de schryver dort zy, die het
raderwerk der contrarevolutie In beweging
brachten, 4n het beleid der regeering t a. v de
Kerk en hare Instellingen, moeliyk voldoende
reden kunnen hebben gevonden voor een oorlog
als de Spaansche er eene is. Om dit te bewijzen
merkt hy op, dat het. tot kort voor het uitbre
ken van den stryd, In Madrid betrekkeiyk en
in Barcelona zelfs zeer rustig was en dat men
In de Paaachweek ongehinderd zyn kerkelyken
plicht kon vervullen. Dit teatste kan Ik niet
anders dan bevestigen, er was zelfs voor politie
toezicht gezorgd. Op zichzelf genomen echter,
zyn deze feiten van geringe beteekenis, want
de middelen om de Kerk te bestryden zyn vele
al wil Ik hiermee niet beweren, dat de Span
jaarden hun toevlucht zouden hebben genomen
tot de meest schynhelllge en wat, tenslotte,
de rust In de hoofdstad betreft, my wil het
vóórkomen, dat zy een stilte vóór den storm is
geweest, een angst voor wat gebeuren'ging, ge
beuren moest en die viel af te lezen van het
voorhoofd van lederen Spanjaard Men onder
scheidde de politieke richtingen elgeniyk niet
meer, nam, om zoo te zeggen, slechts één enkele
richting waar: die naar de catastrophe, die naar
Spanje’s ruïne.
Het lykt zeer aannemelijk, zooals de heer
de Semprün het doet, de anarchisten aanspra-
kelijk te stellen voor de terreurdaden, welke
vóór en tydens den burgeroorlog werden ge
pleegd. temeer waar men mag aanyóeren „dat
ieder Spanjaard een zekere dosis anarchie in
zich omdraagt" blz. 35). Bedenkeiyk echter
wordt deze stelling, wanneer men haar zou
gaan toepassen op het geval-Calvo Sotelo. Im
mers, deze staatsman werd gearresteerd en af
gemaakt door twaalf stormgardisten en een ka
pitein van de civiele garde in een officleelen
aanvalswagen.
Ik heb deze brochure belangryk genoemd.
En zy Is dat Inderdaad. Niet om de beschuldi
gingen over en weer. Evenmin om de onaom-
vechtbaarheld van veel wat er In beweerd wordt.
Neen, belangryk Is dit kleine boekje in hoofd
zaak om de laatste, onvergeteiyke bladsyden,
waar de schryver zyn keuze: het Spaansche
volk, motiveert en die alleen geschreven kunnen
zyn door een echt Christen. Maar waarom,
vraag ik. is het noodzakelyk. het volk, dat deze
keuze waard is, een donkeren troosteloozen ach
tergrond te geven? m. L.
bij een ongeval met
doodeiykan afloop