ER STAAT WEER NIETS IN Zomertoiletjes fl GEBREIDE JUMPER EENVOUDIG JURKJE Plaats dan een „Omroeper” voor 80.000 gezinnen Personeel? I FOTOREPORTAGE j Korte mouwtjes en opstaand boordje H f p:ln- *e* Juttana be proeft een der handbogen, aangeboden door den Zuid Holl. Bond van Handboog- schutterijen Voor meisje van 4-5 jaar ■nM«mM6«Mii6HMM6MiHMMifflMHi!muiuiHmtiMHiiiiRiifmiiiiiiiHiiiffiiinnmmmmiiiiiiQ 0 MAANDAG 2 AUGUSTUS 1937 - *7?3**^’ der Katholieke verkenner* Z. K. H. Prins Bernhard op het paleis de C. M. A. Bgl. DORA I 1 deelnemer* Augustus doo i«t ii*< men den d E t l 1 1 I I I s 1 X t I r 1 1 1 Osendarp (rechts) behaalde zonder zichtbare inspanning het kampioenschap In het nummer 100 meter hardloopen tijden* do nationale athletlek-kampioenschappen op de Slntelbaan te Amsterdam Bovenwijdte 72 c.M. lengte midden voor 80 cM Schouder breed te 8 c.M., borstbreedte 25 c.M., rugbreedte 26 cM. - Benoodigd 2 meter stof of zijde van 70 c.M. breed. De stof wordt dubbel gevouwen en we plaatsen alle -deelen onder elkander op de stof; naast vóór- en rugpand het kraagje- Da Japansche Prins on Prinsos Chlchlbu arriveerden Zondag voor een bezoek aan ons land aan het C.S. te Amstor- dam, waar zij door Japansche deel nemer* aan de Wereldjamboree be groet werden weg naar het waterkamp voor jongen*, dat van 31 Juli Ver. tot Bevordering van de Watersport op de Kager- plassen wordt gehouden Eenige tot 9 J De Vereeniging _De Princeviag' heeft Zaterdag aan H. K. H. Prinses Juliana en Soestdijk de standaardvlaggen aangeboden stolpplooitjes. Ook de mouwen bestaan ge heel uit plooien. We zullen het beste doen, effen stof te gebruiken en zoodoende het módel beter tot zijn recht te doen komen. We dragen er een grooten typisch ge- knipten witten kraag op en een afstekend strikje en ceintuur. De taille wordt van achteren met knoopjes gesloten en de rok heeft een achterbaan. Er wordt in dit pakje 3.30 M. stof verwerkt. De patronen voor deze beide modellen zijn te verkrijgen In de maten 42, 44, 46 en 48. POLA. -w w et een zwaren plof valt op het einde van den dag de dikke gevouwen A-» X krant de hulzen binnen en zoo tus- schen half zes en negen gaan grijze, blon de, donkere hoofden gedurende een tijd, varieerend van drie minuten tot meerdere kwartieren schuil achter de enorme pa gina’s, volgekrieuweld met fijnen druk. Maar wat is de krant eigenlijk voor de meesten van ons méér dan een wereld- kaleidoscoop, vol bonte beelden, die t eene oog In en t andere oog uitgaan! Want LEZEN wij vrouwen een krant eigenlijk? Is t niet eer een grasduinen in aensatio- neele opschriften, korte berichtjes, recla me’s, aankondigingen.... De courantenreclame is er op gebaseerd (dat heeft zich in den loop der tijden zoo ontwikkeld) de advertenties zóó op te stel len, dat ze spreken tot de vrouw, omdat het nu eenmaal gebleken is, dat al wat ad vertentie is door de» mannelijke lezers hoogstens per ongeluk opgemerkt wordt, maar de bijzondere belangstelling heeft van de krantenlezende vrouw! Ook te het bij herhaling geconstateerd, da* het meerendeel van de vrouwen de krant van achteren naar voren leest. Het is gebleken, dat de vrouw naar de krant grijpt om te beginnen met de plaatjes op de achterste pagina en dan naar voren toe de pagina’s doorneemt, via de verlovingen en geboorten, de aanbiedingen van coupons en spotgoedkoope hoedjes en vla de langnteanta Garbo’s en smtlende Cheva liers, om langs de advertenties te belanden bij de voor-pagina met het belangrijkste nieuws, dat alleen maar goed te om over geslagen te worden. En rats, wordt het lijvige dagblad dichtgeslagen met een. voor wie t hooren wil: er staat weer niets in vandaag. Zoo te ’t nu eenmaal, de vrouw pikt, uit al de vele kolommen druks, oppervlakkig weg wat van haar gading te, en de man kauwt en herkauwt zwaarwichtige be schouwingen. Dit te allerminst bedoeld om de vrouw te laken. Het zou immers een onmogelijk heid zijn, nu alles zoo enorm te opgevoerd, ook de kwantitatieve en kwalitatieve in houd van het dagblad, om de geheele krant behoorlijk uit te spellen. We dienen ons dagblad te beschouwen als een hoorn des overvloede, die voor elk wat wils bevat en Een overzicht In het kamp der Katholieke verkenner* op de Wereldjamboree tijden* de Heilige Mi», welke Zondag door don Pauielijken Internuntius, Z. Exc. Mgr. Giobbe, werd opgedragen waaruit ieder naar zijn staat en ambities put, wat voor hem/haar van belang te. Maar de groote kunst te nu juist om te kunnen ziften, wat we Ikten en wat we lezen zullen. Want naast al den lichten kost, dien we met onze vrouwelijke, nieuwsgierige belangstelling vanzelf oppikken is er toch een-en-ander, waarvan we, zelfs als vrouw, kennis moeten nemen. Daar is, in groote trekken, alles wat het plaatselijke belang raakt, daar zijn de hoofdlijnen van de bln- nenlandsche politiek, de ingrijpende stroo- mlngen en schokken in het wereldgebeu ren, de literatuur- en kunstbeschouwingen. Van dat alles kan en mag een vrouw zich niet afzijdig houden, omdat de vrouw daarvoor in de huidige wereld te veel aan den weg timmert; omdat de vrouw, die stemrecht heeft, moet weten wat de belan gen van haar land zijn, omdat de vrouw, die kinderen op te voeden heeft voor de maatschappij, ook moet weten, wat er roert in die maatschappij en omdat de werkende vrouw belang dient te stellen in al hetgeen haar werkkring raakt. ledér pikke uit de krant wat van *’n ga ding te, maar leze dat dan ook zóó, dat men bet opneemt; want daar heeft men toch meer profijt van, dan van ’t doorjachten der bladzijden, Waarbij er van *t gelezene evenveel blijft hangen, als van zand, dat door een zeef glijdt. 2de toer: II korrelst., 12 aver., 12 korrel- steken, 23 aver. Deze beide toeren herhaalt men nog 13 keer en dan nog eens den Isten toer. Voor den hals: 10 st. afkanten en verder, aan het begin van eiken toer aan den kant van den hals, 2 st. samenbr. tot er nog 36 st. overblijven. Dan breit men nog 1 toer. Voor het afschuinen van den schouder, laat men in de volgende 2 toeren, aan den kant van het armsgat, telkens 12 st. op de naald over. Dan kant men de steken van dezen schouder, aan den linkerkant van het werk, af, tegelijk met den schouder van den rug. Men legt daarvoor beide helften met de rechter kanten op elkaar, breit 2 st. samen (1 van den rug en 1 van het voorpand). Telkens als men 2 st. op de naald heeft, wordt de 1ste over den 2den gehaald, tot alle steken zijn afgekant. Nu breit men den 2den schouder op de zelfde manier en kant ook dien af, gelijk met den schouder van *t voorpand. Het kraagje wordt met een steekje gegar neerd. We sluiten het jurkje midden vóór en voor overslag wordt 1 c.M. en voor dek king 2 c.M. aangeknipt. Het rokje versieren we aan den vóór- en achterkant met smockwerk, waarvoor we het ruitjespatroon gebruiken. De mouw wordt met ruimte in het jurkje geplaatst. Den onderkant van de mouw kunnen we afwerken met smockwerk, of een elastiek doorrijgen. Bij de lengte van het rokje knippen we nog 5 cM. voor zoom aan. Voor naden overal IS aanknippen. Fig. 415 „mantel jkjxjti” te wel de meest geschikte naam voor dit moderne avond toilet. Voor wat oudere dames te het bij uitstek geschikt, doch ook jonge dames zul len er niet minder elegant in uitzien. Van voren te het geknipt als een kort manteltje en van achteren als een lange klokkende kazak. Het rokje te natuurlijk heel een voudig en ook het lichte afstekende blousje, dat er onder gedragen wordt, heeft geen enkele versiering. Wij hebben voor dit complet 3 25 M. stof noodig van 140 c.M. breed en voor het blousje slechts 2 M. van 90 cJ4. Fig. 418. Een pittig jongemetejestoüetje. De taille heeft een schootje, bestaande uit De hieronder beschreven jumper is versierd met strepen. Het opstaande boordje is met ’n strik afgewerkt. De rug. Men begint te breien met naal den no. 2, zet 110 st. op en breit 46 toeren 1 r. 1 aver. Dan meerdert men. Men breit 5 si. en meerdert nu verder in eiken 4den st., tot men 24 st. heeft gemeerderd. Verder breit men, met naalden no. 354. eerst 1 toer aver, en dan begint het patroon. 1ste toer: (rechterkant van *t werk) 32 r, 6 keer: 1 aver, en 1 r., 12 r, 11 keer: 1 aver, en 1 r, 12 r., 6 keer: 1 aver, en 1 r., 32 r. 2de toer: 32 aver., 6 keer: 1 r. en 1 aver., 12 r, 11 keer: 1 r. en 1 aver., 12 aver., 6 keer: 1 r. en 1 aver., 32 r. Deze beide toeren herhaalt men en meerdert 1 st. aan beide kanten van naald in eiken 18den toer, tot men 140 st. op de naald heeft. Dan breit men nog on geveer 26 toeren tot aan de armsgaten. Voor de armsgaten kant men, achtereen volgens, aan het begin der 4 volgende toe ren, 4 st. af. Verder breit men daar, om den anderen toer, 2 st. samen, tot men nog 116 st. op de naald overhoudt. Dan breit men nog ongeveer 56 toeren tot aan den hals. Daarvoor breit men 23 st. r., 12 in korrelst., 5 r„ kant 36 ot. af voor den hals en breit (mét den overgebL st.) 5 r„ 12 kor relst., 11 r. Dan keert men het werk om en breit terug in patroon. De laatste 2 st. breit men samen. Volgenden toer breit men de eerste 2 st. samen en breit in patroon tot er behalve de 12 van den vorigen toer nog 12 st. op de naald overblijven, breit nog in patroon en breit de laatste 2 st. samen. Volgende toer: de 2 eerste st. samenbr^ de naald uitbreien en de steken bewaren op ■n hulpnaald met de punt naar den schou der. Men breekt den draad af en breit op dezelfde manier den 3den schouder, be ginnende aan den kant van den bals. De 1ste toer, aan den linkerkant, wordt dan: 5 aver., 12 korrelst., 11 aver. Is deze schou der klaar dan zet men de steken eveneens op *n hulpnaald, met de punt naar den hals toe.i Het vobrpand breit men precies eender als de rug tot er, na de minderingen voor de armsgaten, nog 116 st. overblijven. Hier op breit men nog 16 toeren in patroon. Dan verdeelt men de steken voor de hals opening. I Linker-ach ouder. 1ste teer: 23 12 fcor- retet., 12 r„ 11 korrelst. Omkeeren. Korte mouwtjes. 24 st. opzetten. 1ste toer: 1 r, 11 keer: 1 aver, en 1 r, 1 r. Verder meerdert men 1 st. aan weerskan ten van de naald, in eiken toer tot men 104 st. op de naald beeft. Daarbij breit men de middelste 22 st. steeds in korrelst. en de rest, aver, aan den linker en r. aan den rechter-kant. Men breit in dit patroon door en mindert in eiken 6den toer, 1 st. aan weerskanten van de naald, tot men nog 94 st. ovêrhoudt. Daarna breit men nog 13 toeren. In den daaropvolgenden toer min dert men 12 st., door om den 6den st. 2 st. samen te breien. Met de fijnere naalden breit men tot slot nog 10 toeren 1 r., 1 aver. Lange mouwen breit men aanvankelijk op dezelfde manier. Men blijft later min deren tot de mouw de goede wijdte heeft en breit door tot de veretechte lengte te be reikt. Met de fijnere naalden breit men ongeveer 5 cJ4. 1 r. 1 aver, voor de man chet. Voor de halsafwerklng breit men op 14 st. ongeveer 35 cM. steeds r. afkanten. Het breiwerk wordt, als de mouwen zijn aangezet, onder "n vochtigen doek aan den linkerkant gestreken. Het bandje voor den hals strijkt men echter niet. Tot slot worden de zijnaden dicht ge naaid en bet bandje in de halsopening ge naaid. Daarbij laat men aan een kant on geveer 5 cM meer overblijven dan aan den anderen kant. langs dat gedeelte van t bandje dat om den hals sluit, kan men, voor de stevigheid ’n toertje vaste steken haken. Het bandje wordt van voren ge strikt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 14