Pauselijk bezoek aan Weenen
De avonturen van Stan
Pol
withaal wm den dag
startten ze op weg naar de landelyke herberg,
welke de schoone onbekende ben uitduidde.
en
MIVA krachtig
MISSIE machtig
HOE JOZEF II PIUS VI
ONTVING
PLICHT en
[geluk
WOENSDAG 11 AUGUSTUS 1937
I
I
BOEK EN BLAD
I
Na den dood van Maria
Theresia
Zorg voor het groote
gezin
Een maand vertoefde de H. Vader
binnen de muren der Ooeten-
rijkache hoof dat ad
Het manke
avontuur
c
naar het
ENCELSCH
r-
r-
I nl I 11 O onKevallen veraekerd ▼oor een der volgende uitkeerlngen i UVe verlies van belde armen, belde beenen of beloe oogen w\#e doodelijken afloop
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Hoe haar in te richten?
t
(Nadruk verboden)
het
ie
d
1
i:
n
VHtKAOC. ZAANDAM
8
8
1
we
Evelyn
HOOFDSTUK V
zyn
zou
zijn
riep Rosamond
„Hè.
en
(Wordt vervolgd.)
i
4
3
i;
Opeens hoorde Pol voetstappen, die de deur van de kast na
derden. Wat moest hij doen? Ijlings blies h(j het lichtje uit,
opdat er geen brandgevaar kon ontstaan en zette het heete
Uzertje ergens neer waar het niets kon doen schroeien. Tijd om
zijn kleeren aan te trekken en zicht onzichtbaar te maken had
hy riet, want dte deur ging al open
de
de
de
Wanneer men het bovenstaande zorgvul
dig overweegt blijkt wel, dat de zorg voor
groote gezinnen niet zóó eenvoudig is. O.i.
i
i
j
i
i
t
n
n
e
t
n
L
tl
I.
n
i
1
i;
y
n
i;
n
l;
n
mijn voet zóó verstuikt. Ik ben heelemaal mank!
Hoe kom Ik nu verder?"
De vrienden letten niet op dit diplomatiek
advies, zij boden vanzelfsprekend hun motor,
aan en omdat die van Gaston het dichtst bij
stond, werd bet meisje daar op geholpen en
tegemoet, die mij uit de stad op zyn motor
komt halen,
ouder» deert
bloemen of I
zal zij In een verscheidenheid van maatre
gelen op verschillend gebied tot uiting moe
ten komen: in de eerste plaats door ver
mindering van den druk der Indirecte be
lastingen, vervolgens door het scheppen
van onderwijs-facillteiten, ook aan mlddel-i
bare en hooge scholen, en dan aanvullend
mogelijk nog door een stelsel van subsidies.
Bij dit laatste zal men echter niet kunnen
ontkomen aan een indlvldueele behandeling
van leder afzonderlijk géval. Alleen dan kan
men''een stelsel opbouwen waarbij recht
vaardigheid en sociale doelmatigheid hand
in hand gaan.
blijven? Die waarborgen zyn er niet; alle ..orde
ning” ontbreekt hier. Uit het feit, dat zjj (n.l.
de katholieken) sterilisatie naar Duttsch model
verfoeien, behoeft toch nog niet voort te vloeien,
dat zij in het tegenovergestelde euvel vervallen
en zonder schijn van contróle de procreatie
kunstmatig aanmoedigen. Dit stelsel kan een
premie op lichtzinnigheid, zorgeloosheid, ja ge
wetenloosheid worden, als het ten minste iets
zal beteekenen en meer dan een ijdel gebaar is.
Naast groote gezinnen, die een zegen voor de
samenleving zijn, zouden andere gezinnen,
waarvan precies het tegendeel gezegd moet wor
den, gesteund worden ten koste van duizenden,
die te veel verantwoordelijkheidsgevoel hebben
om te huwen voordat zy er zeker van zijn, een
gezin te kunnen onderhouden.'
Vlug liet hij zich voorover op zjjn kleertjes vallen, misschien
zagen ze hem wel over t hoofd. Wjjd open ging de deur en een
strenge - hoofdzuster stond In den ingang. „Nee maar”, riep
deze, „hoe komt het licht hier nu aan. ik weet zeker, dat ik
kieten en andere insecten te weren, was in
brand geraakt, doordat Evelyn er te dicht de
kaars bij had gehouden, waarmee zij in de
schuur had willen kijken, in het watervat. De
brand was dadelijk gebluscht en andermaal ver
zocht Evelyn iedereen, de keuken te verlaten.
Toen Mary een half uur later zich by de
anderen had gevoegd, ging ze toch nog eens
even van uit de veranda door het keukenvenster
naar binnen kijken: Evelyn had niet meer dan
de helft van de vaten gewakschen. Ze sprong als
een ongelukkige in het rond, met een wolk
muskieten om zich heen, die binnengedrongen
waren toen de keukendeur openstond zonder be
schutting van de gazen deur, die immers voor
een deel vernield was.
„O, Mary!" riep ze. toen haar zuster binnen
trad. „Wat is het toch verschrikkeiyk. dat wy
nog zijn bootgesteld aan zoovele kleine bezwaren,
die het leven hier zoo ondraagiyk maken.”
„Beste Evelyn. We hebben je nu eens alleen je
gang laten gaan, zooals je dit Immers verlangcie.
Maar je ziet wel. dat dit werk niet geschikt Is
voor Je. Je kunt immers nog zooveel anders
vinden, zonder dat Je in de keuken komt."
Maar Evelyn was niet te overtuigen. De eerste
tien dagen, die zy op Iriya doorbracht, waren,
één aaneenschakeling van ongerlefelykheden voor
heel het gezin en vernederingen voor haar zelf.
Onervaren als zij was in de kunst van les
geven, maakte zij al gauw, dat de kinderen «en
hekel kregen aan hun lessen, in plaats, dat zij
ze prettig vonden; de Jongens morden over haar
overgroote strengheid. Rosamond bracht de helft
van den tyd in tranen door.
inneer wy den Zondag bij zyn
-een ku ik vroeg ben, pluk Ut
men. Dien Zondag struikelde ik
over den wo^el van een heester en tuimelde
naar beneden op den weg. Deze heeren brach
ten my naar een café-tje. waar Ik prachtig op
mijn verloofde kon wachten, daar ik mijn voet
verstuikt had. Juist toen zy een woordenwis
seling kregen, kwam myn verloofde aanrUden
en daar zy daarop zoo al hun aandacht by het
vechten hadden, zyn wy maar zonder hen voor
hun hulp te danken weggegaan."
Paul en Gaston, in het ontnuchterend licht
der werkelijkheid, zagen verontwaardigd naar
de toch heel bekooriyke gestalte hunner eens
zoo plotselinge verliefdheid. Na het vonnis reik
ten zy belden, buiten, elkaar de hand. De des
illusies van het leven leeren oude vriendschap
beter te waardeeren.
„Veel heb ik er niet van gezien, edelacht
bare.” verklaarde het blonde kind vry onver
schillig „Zondags ga ik geregeld myn verloofde
klaar zyn."
De Jongens hadden er misschien wel anders
over gedacht, maar zy wilden zich niet de baas
laten zyn door een meisje.
Evelyn moest zich dus tevreden stellen niet
Gary’s bewondering, ofschoon die ook veel liever
gewacht zou hebben tot een geschikter uur.
„Wat kan ik nu eens doen?" vroeg Evelyn.
„Want Je begrypt toch wel, dat ik er niet zoo
stil by wil zitten, térwyi jullie allemaal Uverig
bezig bent?"
„Als je niet tegen de warmte opziet, ga dan
>at vruchten plukken en zet ze zoo lang in den
kelder, om af te koelen. Grace doet dat in den
?egel. maar zy heeft vanochtend erge hoofdpyn
dus wilde ik haar niet uit bed laten gaan.”
-Dat is fyn dameswerk, Mary. Ik zal het nü
Toen Mary naar aanleiding daarvan eens
ernstig met haar sprak, beweerde zy. dat het
onvermydeiyk was, dat de kinderen het land
zouden krijgen aan hun werk, naarmate dit
moellyker werd, maar dat zy haar taak van
onderwyzeres wel wilde opgeven, als Mary rich
niet met haar leerwyze vereenigen kon.
Mrs. Gilbert had naar Melbourne moeten
terugkeeren. omdat haar huisbewaarster ziek was
geworden, anders zou zy Evelyne's al te groote
energie wel hebben weten te remmen. Nu wilde
het jonge meisje by voorbeeld ook het eten
koken en tracteerde het gezin op vleesch. wild
of vlsch, die beurtelings te hard gebakken of
in het geheel niet gaar was.
„Ik wil door eigen ervaring leeren.” heette het
al tyd.
Maar zy verloor hierby uit het oog, dat het
ook zeer onaangename lessen waren voor de
anderen! Die droegen deze proeven met de
grootste lydzaamheld, want ze waardeerden in
leder geval Evelyn's streven, om ook een werk
zaam aandeel te nemen in de huiselyke bezig
heden.
Na verloop van een maand was Evelyn er met
recht aan gaan twyfelen. of zy zich ooit wel zou
weten aan te passen aan het leven op Iriya,
zoodat ze al haast van plan was. haar ouders
te vragen, haar naar het huis van tante Fanny
in Melbourne te laten terugkeeren. Haar jogen
deden haar voortdurend pyn van het terugdrin
gen van tranen en het was haar telkens, of zy
een brok in de keel had.
Op een dag tegen het eind van Februari
hoorde Evelyn voor het eerst de geschiedenis
Slaperig-tevreden kijken de jonge leeuwtjes in den helderen middag,
terwijl de leeuwin een waakzaam oog houdt
bij vorUea van oen band,
een voet of een oog.
van Stogdale's komst op Iriya. Mary, die haar
zuster zoo terneergeslagen zag onder haar eigen
leed, trachtte haar wat afleiding te bezorgen,
door haar te vertellen, hoe verwonderlyk vader
ineens dien jongen man als 't ware tot zich ge
voerd kreeg:
„Om Kersttyd wist vader niet, hoe by er zich
doorheen sou slaan, en ziet Mr. Stogdale
daagde op en met diens hulp zullen wy Iriya
nog tot een bloeiend bedryf kunnen maken!*
Evelyn had ook zoo levendig belang gesteld in
deze geschiedenis, dat ze waariyk weer veel
opgewekter werd gestemd en zich dien middag
met byzondere zorg kleedde. Ze zat op haar
eigen kamer te lezen, tot ze niet langer zien
kon en ging toen naar den salon. »»»r zy haar
vader en Mr. Thorbum tn de schemering byeen
vond zitten.
Het feit op zichzelf al. dat ér bezoek was op -
Iriya, zou een verrassing zyn geweest voor
Evelyn en vooral, nu zy overtuigd was. dat
haar tegenwoordigheid allereerst aanleiding had
gegeven tot de komst van Mr. Thorbum.
Zy reikte hem de hand en nam toen eer>.stoel,
zoo ver van hem af, ais de ruimte van het ver
trek dat maar toeliet. Ze sprak maar heel weinig,
maar het leek Thornbum. dat zy zyn gedachten
las. Ze verstond uitstekend de kunst van luiste
ren en de jongeman genoot enkel by het zien
van haar persoontje.
8
„Ze doen: wie het meeste sommen afkrygt in
het uur." zei Mary.
laat ze dan nu ook maar eens naar myn
pryzen kijken Dan kunnen ze meteen zien, wat
ik. na vier jaren, van hard werken verkregen
heb.”
„O, maar we kunnen nu niet ophouden
zelfs niet om jou, Evelyn! Eerst moeten
„Waar zyn de waarborgen, dat lieden, dié
wegens hun llchameiyke of geesteiyke gesteld
heid zeer onmaatschappelijk handelen, als zy
hun gezin jaar in jaar uit vermeerderen, van
deze uitkeerlng van rijkswege verstoken sullen
Het blondje kende het café-tje, zy gingen ge
zamenlijk in het priëel zitten en bestelden een
verfrissching. Het aardige meisje in haar leuke,
gebloemde voorjaarstoUetje laobte ben beiden
even dankbaar toe. praatte allerprettigst met
hen. zag hen af en toe een beetje spottend aan
en trok geen van beiden ook maar een ietsje
voor. Dat was voldoende om binnen een half
uur tyd. zoowel Gaston als Paul te overtuigen,
dat zy tot over de ooren verliefd waren.
Plotseling verontschuldigde zich Paul en liet
de beide anderen een oogenbllk alleen. Gaston
raakte er door verward en onrustig, met moeite
hield hy het gesprek gaande. Om een aanmer
king te voorkomen, sag hij wat hulpeloos om
zich heen; juist
kwam Paul terug
van den kant, j
waar de motoren
stonden. Een on-
behaaglijk gevoel
gaf het Gaston,
hy sprong op en
rende weg. De achterband van zyn motor was
met iets scherps doormidden gesneden!
Op deze ontdekking van Gaston volgde, on
geacht de tegenwoordigheid van het lieve blond
je. een hevige woordenwisseling en een nog
heviger vechtparty. Toen men tenslotte de
vijanden gescheiden had. bleek de vreemdelinge
spoorloos verdwenen.
De twee vrienden zagen elkander voor het
eerst weer terug ruim drie maanden later, voor
den politierechter. Paul was beschuldigd van
moedw|lllge vernieling en Gaston stond terecht
wegens het toebrengen van lichameiyk letsel,
m de rechtszaal zagen ze voor het eerst ook
weer het schattige blondje terug, dat was ult-
genoodigd in beide zaken te getuigen. Zy was
in gezelschap van een keurigen. energiek, uit
kienden jongeman.
ATT TT* A OP dlt blad z^n ïfiRevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen E* 7^0 by levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 by ongeval met F 250.-
jf Mr, veel meer dan een jaar lang hadden
Paul en Gaston gespaard en zich in hun
XvA vrijgezellenbestaan van alles ontzegd om
één hunner meest begeerde verlangens te kun
nen verwerkeiyken Nu knetterden ze reeds een
paar maanden lang, leder op zyn eigen motor
fiets, door de schitterende omstreken van Parijs
en de vreugde over de vervulde verlangens be
gon reeds plaats te maken voor nieuwe wen-
schen.
De lente bloeide reeds naar den zomer en
da lucht was vol zonnewarmte en heerlijke geu
ren van bloemen en boomen.
Onder hen ploften de knalpotten van hun
motoren. Paul en Gaston reden met een matig
vaartje en snoven de verjongende lentelucht in
Ze wezen elkander op plekjes in de omgeving
of in de verte aan den horizon, want hun fon
kelende machines waren te nieuw om hun aan
dacht op aanstaande technische problemen ge
spannen te houden.
„Wat is het toch eigenlyk Jammer.” ver
zuchtte Gaston in de zonnigste stemming, .dat
wy geen damesgezelschap heTben.”
„Hoe kom je er by?" verwonderde zich Paul,
„we hebben toch een motor?"
„Jawel, maar wat zou het niet leuk zyn. met
vieren te loeren, ergens af te stappen, te luieren
op een schaduwryk plekje, onder elkaar te
eten en zoo"n echte landelijke herberg en achter
je voortdurend een vroolyken lach en gepraat
te hooren."
„Het weer heeft je te pakken, een zonne
steek I" grijnsde Paul, „maar in zoo'n sprookjes-
stemming mag je alles wenschen Wil ik het
voor je doen. Een. twee, drie....”
Op dat oogenbllk kraakte het hevig in het
kreupelhout boven aan den hollen weg. waar
door zy nu reden en plotseling tuimelde half
loopend. half glydend iets gebloemds, iets blonds.
Iets heel sieriyks van boven naar beneden en
plekte onder aan den weg op het mos met een
klagenden kreet neer.
Met eenzelfde beweging hadden de vrienden
hun gas-handle afgesloten en staarden in uiter
ste verbazing naar de verrassing, welke door
bet kreupelhout op het mos was gevallen.
Het stapeltje vrooiyke tentekleuren ontpopte
zich als een alleraardigst Jong meisje, dat met
een ptjniyk gezicht haar linkervoet wreef, toen
haar blonde kopje ophief en heel prozaïsch bits
te: „Hoe lang blijven Jelui me nog aan staan
kijken? Dou niet één van belden me eens over
eind helpen?”
Van den zevenden hemel kwamen Paul en
Gaston op aarde terug, zy trokken hun motor
in den bok en snelden het lente-geschenk ter
hulp.
„O.... o....” steunde toet bekooriyke blond
je, als zy door hen omhoog werd getild. „Ik heb
„Kyk hier eens,” riep de hoofdzuster uit. .Daar ligt nu een
pop met allerlei losse kleeren over den grond. Wat zyn de
zusters toch slordig met het opbergen van het speelgoed, en
meteen stapte ze op den doodsbenauwden Pol af. greep hem
heb het uitgedaan. Zuster Martha, komt U eens hier. Weet met kleeren en al en wierp hem in een kartor.nen. doos, die
U er iets van? Zuster Martha begreep er echter ook niets open stond, waarna ze mopperend het licht uitdraaide en de
van, wunt ze had niemand in de gang zien loopen. kast sloot.
groóte gezin vooral! Niet in dien zin dat de
Staat het gezin uitschakelt en de opvoeding
ovemeemt. maar zóó. dat hij het aan het
gezin zoo gemakkelijk mogelijk maakt om
zijn functie uit te oefenen.
Kan men het over het beginsel eens z^n
moellyker wordt het, de juiste maat
regelen te ontwerpen, waarin die zorg voor
het (groote) gezin belichaamd behoort te
worden. Sommigen meenen, dat die zaak
heel eenvoudig is. Hef een flinke belasting,
zoo schrijven zy, van alle vrijgezellen, en
zoo noodig ook nog van de gezinnen met
geen of weinig kinderen, en sta aan de
groote gezinnen vrystelling van belasting
c.q. toe, dan is de zaak in orde.
Zoo eenvoudig is de zaak echter niet. Het
is geenszins de taak van den Staat, zoo maar,
botweg de vorming van de groote gezinnen
aan te moedigen, en de zorg daarvoor op
zich te nemen. Ook al zyn groote gezinnen
in het algemeen sociaal gewenscht; dat
sluit niet uit dat er voldoende gevallen over
blijven waarin om eugenetische of ook om
economische redenen voortplanting niet
verdlensteiyk is en een wijze zelfbeperking,
die niet van ongeoorloofde middelen ge
bruik maakt, verre de voorkeur verdient.
Van den anderen kant zou een belasting
die ruwweg van alle vrijgezellen geheven
werd allerminst rechtvaardig zyn. Velen
die vrijgezel biyven hebben immers daar
toe zeer goede redenen wy spreken nu
niet van priesters en kloosterlingen die om
idealistische redenen het celibaat behou
den. maar van velen die niet in het
huweiyk treden óf omdat hun inkomsten
dit in het geheel niet toelaten, óf omdat zy
ouders of andere familieleden hebben te
onderhouden. Zulke menschen met een by
zondere belasting te treffen zou wellicht
onrechtvaardigheden medebrengen, verbit
tering kweeken, lichtzinnige huweiyken in de
hand werken en het pauperisme bevorderen,
wy kunnen het begrijpen, dat de „Vrijheid”
over een uitkeerlng aan groote gezinnen
schrijft, al zyn we het niet in alles met
dit blad eens:
liet zich niet weerhouden, zich overal publiek te
toonen en de merkwaardigheden der stad te be
zichtigen. Een van zyn eerste bezoeken gold het
graf der groote keizerin Maria Theresia.
Op 28 Maart. Witten Donderdag, deelde de
paus aan den keizer en aartshertog Maxi mil 1-
aan de H. Communie uit en nam de voetwaz-
schlng en spyzlglng van twaalf armen der stad
over van den keizer.
Op Goeden Vrydag werden in seven kerken
de graven bezocht, te voet
Paaschdag echter vormde het hoogtepunt
De Paus pontificeerde, geassisteerd door drie
kardinalen, onder in Weenen nog ongekende
plechtigheden, dan gaf hy den pauselyken ae-
gen met aflaat aan zestigduizend menschen
voor de kerk Am Hof Weenen telde.met de
voorsteden in 1782 206000 inwoners dat wa
ren hoogtepunten. Om een levensgevaariyken
toestroom van menschen te verhinderen, was
tevoren verkondigd, dat alle geloovlgen. die op
het oogenbllk van den pauselyken zegen, door
kanongebulder verkondigd, een acte van geloof,
hoop en liefde verwekten, deelachtig werden
aan dien zegen.
Te oordeelen naar de schilderingen van tyd-
genooten, moet deze plechtigheid ook by tegen
standers een overweldigenden indruk gewekt
hebben.
Na Paschen werd de conferentie tusschen
paus en keizer voortgezet. Tusschendoor be
zocht de paus de Weensche musea, galerijen,
schatkamers, de hof stallen, de ingenieursacade-
mie. enz., enz., steeds geëscorteerd door eenige
compagnleén militairen, om de begeesterde
menigte op eenlgen afstand te houden.
Zoo vertoefde de paus nu een maand bin
nen de gastvrije muren van Weenen en maakte
dan zyn afscheldsvislte op 20 April by keizer
en aartshertog, die nog op denzelfden dag een
cont re visite brachten. De Paus vertrok 22 April,
begeleid door den keizer en diens broeder tot de
bedevaartplaats Mariabrunn. Over Salzburg
keerde de H. Vader naar de Eeuwige Stad te
rug
Een volle maand confereerden paus en kei
zer; het resultaat was maar gering. .Het ging
niet over dogma's,” schryft Jozef aan keizerin
Katharina van Rusland, „doch over bestuurs-
kwesties in verband met de zoo twyfelachtlge
grenzen tusschen de geestelyke en de wereld-
lyke macht.” Had hy een dogma aangegrepen,
hy ware geëxcommuniceerd zooals meer dan
een groote dezer aarde.
Keizer Jozef was geen vrydenker. al werd er
nog zooveel over den „vrydenker op Habsburgs
troon” geschreven. Hy ontving de H. Communie
uit de handen van den paus; hy beschouwde
de verdediging van de alleenzaligmakende Kerk
als een van zyn eerste plichten, hy voerde zelfs
de „Prilgelstrafe" in voor lichtvaardlgen afval
van het geloof. Keizer Jozef was beslist geen
vrijdenker, hy was overtuigd katholiek, maar in
Febroniaanschen geest. De geschriften van
Honthetm, wybisschop van Trier (Febronlus)
hebben een beslissenden invloed op hem uitge
oefend en in dezen bevond hy zich in gezelschap
van de geestelyke keurvorsten van Germaniè
(Emser Punktationen). Men vergete niet, dat de
onfeilbaarheid van den paus eerst een eeuw la
ter gedogmatiseerd werd, dat niet weinig kerk
vorsten verder gingen dan de keizer, tè ver zelfs
naar diens opvatting (Klopp), dat acht Jaar,
voordat hy het getal kloosters in zyn rijk be
perkte, paus Clemens XIV niet een paar kloos
ters. maar een heele orde ophief (Jezuïeten).
Het is nooit tot een breuk tusschen paus en
keizer gekomen en toen de keizer later zelf naar
Rome trok, was de protestant Kunz Gustav van
Zweden, die hem vergezelde, heelemaal niet met
hem tevreden, daar Jozef, zooals deze zich uit
drukte, ,Jn allen Kirchen herumrutschte”.
Niettemin ware het een historische fout,
Joseflnlsme en den invloed daarvan op Kerk en
Staat in Oostenrijk, tot ver In de negentiende
eeuw, gering te schatten.
met gehoegen doen, maar Je moet geregeld werk
voor my vinden. Ik zie nergens tegenop: ik wil
vloeren schrobben, kachels uithalen, messen
siypen....”
,Heb Je ooit wel eens zulk werk verricht?"
„Neen. Maar dat zyn van die Asschepoetsters-
bezigheden, waar toch geen bekwaamheid voor
noodig is. en ik ben sterk en gewillig.”
.Heen, maar dit werk hoef jy niet te doen.
Toch zou je je vergissen, als Je meende, dat
niet voor ieder soort werk eenige handigheid of
bekwaamheid werd verelscht.”
„Nu, ik zal dan maar beginnen met vruchten
te plukken,” zei Evelyn en keek om naar een
mandje, zooals er wel een stuk of zes onder het
aanrecht stonden.
Binnen het kwartier keerde zy terug, warm en
moe en vrywel uit haar humeur.
Mary droeg de vruchten naar den kelder, ter-
wyi Evelyn op de bank neerviel, om uit te
rusten.'
„Ik ben klaar.” zei Brian en gaf Mary
lei, zoodra zy weer in de keuken kwam.
„Ik het eerst!" riep Charlie, terwyi hy
lei op die van zyn broertje legde.
.Hè. nog één minuut!" r1-"
schreef met een kleur van inspanning de laatste
cyfers van haar som op.
„Doe nu nog wat mondeling rekenen met ons.
Mary," zei Charlie, „want we willen niet achter
zyn by de anderen, als wy op school komen."
.Heen. natuu?iyk nietl" viel Brian in. ,J4a
Paschen ga ik naar de St. Pletersschool. maar
jy niet hoor! jy blyft lekker thuis, net als een
meisje!” plaagde de groote" broer.
Met de woorden: .Hier is myn groote kan-
seller” werd kahseller Kaunitz door keizer Jo
zef voorgesteld.
"Vermoeid van de lange reis en. diep onder
den indruk van de onvergeiykelyke ontvangst
trok Paus Plus zich in de voor hem bereid ge
stelde kamers der overleden keizerin Maria
Theresia terug. De sterfkamer der keizerin was
als kapel ingericht.
Den volgenden dag reeds begonnen de con
ferenties tusschen paus en keizer, doch de paus
e oude Fritz, Konlng van Pruisen, sprak:
1 „Maria Theresia is gestorven (29 Nov.
E-' 1780), een nieuwe tyd begint”, toen hy
bericht kreeg van het overiyden der groote kei
zerin Maria Theresia.
Nauweiyks was de poort van dén keizeriyken
grafkelder by de Kapucynen achter Maria The
resia gesloten, o'f haar oudste zoon Jozef II be
gon reeds zyn befaamde hervormingen op ker-
keiyk terrein voor te bereiden. Hy dacht zeker
aan een soort van Oostenryksche staatskerk,
zooals die ook den machthebbers in Spanje en
Frankrijk voor oogen zweefde.
Vooreerst kwam het verkeer der bisschoppen
met Rome onder staatstoezicht. Hy verbood
eigenlyk de uitoefening van de geestelyke
macht van den Pauselyken Stoel niet, doch de
pauseiyke bullen en bepalingen moesten gecon
troleerd worden. Het desbetreffende decreet
verscheen reeds op 14 April 1781. Stap voor
stap ging Jozef dan verder. Op 4 Sept, van het
zelfde jaar bepaalde hy, dat de bisschoppen in
huweiyksaangelegenheden onafhankeiyk van
Rome te beslissen hadden. En den Isten Octo
ber elschte hy. dat de geestelyke herders geen
eed meer zouden hebben af te leggen, die in
strijd kon komen met de plichten van een on
derdaan van ’s keizers Staatsraison. Dan begon
Jozef met het opheffen van kloosters, van alle
kloosters, die niet onmlddeliyk den Staat van
dienst waren. Daarbij komt dan nog zyn in
vloed op bedevaarten, werken van devotie, ker-
kelijke feesten en plechtigheden, en zoo voorts.
Daarby verklaarde Jozef steeds een trouwe
zoon der Kerk ta zyn, doch meer Katholiek
dan Roomsch.
Op den Stoel van Petrus zat toen Pius VI,
een fyne, hoog-ontwlkkelde. kunstzinnige, aan
de kerkeiyke tradities trouwe priesterfiguur. De
paus trachtte de inbreuk van Jozef II op rech
ten en leven der Kerk te verhinderen en diens
hervormingsyver in de juiste baan te lelden,
doch tevergeefs. En wyi de paus geen anderen
uitweg meer wist, besloot hy zelf naar Weenen
te reizen. Dit pauseiyke besluit verbaasde heel
de wereld te meer, daar nog nooit het Opper
hoofd der Katholieke Kerk binnen de muren
van Weenen vertoefde.
Met een schrijven van 15 December deelde de
H. Vader zyn besluit den keizer mee. Aan het
keizerlijke hof was men allesbehalve verrukt
over dit aangekondigde bezoek en de raadgevers
van den keizer, vooral de nog al vryzlnnlge
hof- en staatskanselier vorst Kaunitz. tracht
ten den keizer te bewegen, den Paus eenvoudig
niet te ontvangen. Blumauer, Eybel. Rauten-
strauch en andere vrijzinnige scribenten, voor
al de ex-jezuïet Haschka. waren er als de kip
pen by. met hoon en smaad tegen den Paus
stemming te maken.
Tegen alle raadgevingen in besloot keizer Jo
zef, nadat zyn voorslag tot een ontmoeting in
Florence door den Paus niet werd aanvaard,
den H. Vader te schrijven, dat hy 't als een
groote eer beschouwde, het Opperhoofd van het
christendom in zyn residentie te mogen ont
vangen.
Op 27 Februari 1782 begon de reis. De paus
werd begeleid door zyn ministers Maruccl, pa
triarch van Konstantlnopel en vice-regent van
Rome, en Contesslni. aartsbisschop van Athene.
De reis ging over Venetië, Udine naar Görz.
waar de paus in opdracht van den keizer door
graaf Cobenzl begroet werd. Dan over Laibach
naar Graz. De keizer zelf reisde met zyn broe
der. aartshertog Maximiliaan den paus tege
moet tot Neunkirchen, waar op 22 Maart de
plechtige begroeting plaats vond. Paus en kei
zer vielen elkander om den hals. Nu werd de
reis voortgezet in den keizendyken wagen, den
paus aan de rechterzijde van den keizer. Een
triomftocht. Onafzienbare scharen van knie
lende menschen, hoog en laag, uren en uren
ver. Op de hoogte van den Wienerberg sloten
zich afdeelingen van Hongaarsche en Poolsche
ruiters als eeregarde aan en dan ging 1 onder
het gebulder van^kanonnen en den klokken
klank aller Weensche kerken ter binnenstad.
Militairen escorteerden den stoet en daarachter,
op, voor, naast de tribunes stond letteriyk heel
Weenen. Voor den burcht steeg de paus uit den
wagen, gesteund op den arm des keizers. De
ontvangst was zóó schitterend, dat de paus
eenigszins verrast was, zegt Schlmmer, daar,
zooals het heette, aan het hof van keizer Jozef
de grootste eenvoud heerschte.
„Ik ben bang, dat jy geen goed figuur zult
slaan op school. Brian,” zei Mary. „Van je som
men deugt niet veel. Je hebt zeker naar ons
zitten luisteren. En. Charlie, jouw cyfers vallen
allemaal om. Zet maar eens gauw een ry betere
en verander die drie fouten. Rosamond heeft
haar sommen goed en zy heeft er nog een meer
af dan jullie. Daar heb jy een stuk gebrande
suiker. - Roos!”
Het kind brak het stuk in drieën en ge-
zameniyk gingen ze toen spelen.
.Je hebt ze nog al aardig leeren rekenen.
Mary," vond Evelyn. .Maar Je bent niet heel
streng.
„Toch streng genoeg, als het noodig is. Maar
over het geheel doen ze hun best en werken
graag; dus wat wil je meer?"
„Ik zal ze eens nemen tot de Paascli-
vacantle." zei Evelyn, overtuigd, dat de kinderen
dan veel harder zouden vooruitkomen. „En wat
doet Grace?"
„Die is, geloof ik, aan het plano studeeren,
of ze heeft Fransch of Dultsch by moeder."
's Avonds na de thee stónd Evelyn er op, om
af te wasschen. Mary verzette zichy daar wel
tegen, maar moeder gaf haar een wenk Grace
bood aan. haar te helpen, maar Evelyn betuigde
met nadruk, dat zy liever alleen èiaar gang
ging.
Stogdale stelde voor, een emmer water voor
haar te halen, maar ook dit sloeg zy af.
Een kwartier later werd er zoo'n doordrin
gende gil uit de keuken gehoord, dat het heele
huisgezin om het hardst kwam toeloopen.
De gazen deur, die diende om vliegen, mus-
HERDRUKKHN
Onze letterteekens en hun laznenateDing door
N. J van de Vecht, met een «porrede van Johan
B. Smite en verlucht met 77 afbeeldingen;
uitgave W. L. en J. Brusse's Uitgeversmy. Rot
terdam (tweede vermeerderde druk).
Ccnunercial English, idiom, grammar and
exercises, door P. Eindhoven: uitgave W.
Versluys. Amsterdam, deel II (tweede druk).
Dultsch leerboek voor de komende (MJUL.O.
en Middelbare school: serie B no. 10 (Stella
Oratutlna) door ar. Maria Ignstlo en br. Atha
nasius. uitgave Paul Brand. Hilversum, deel I
(tweede, geheel omgewerkte druk).
Poppenkast, 50 schetsboekbladen uit de N.
R C. door Ch. A. Cocheret met teekeningen
van den schrijver, uitgave W. L. en J. Brusse.
Rotterdam (tweede druk).
Wat Is dat, de encyclopedie voor jongeren,
uitgave N. V. Hollandia-drukkerii, Baarn, deel
3. 4. 5 en 6 (tweede druk).
-ja er et, het optrede» van een christelijk
I kabinet is het vraagstuk van den
steun aan groote gezinnen weer op
den voorgrond geschoven. Gelukkig staan-
hierin de Christelijke partijen niet meer
alleen. Ook de „Avondpost" b.v. heeft reeds
herhaaldelijk aangedrongen op verlichting
van de lasten, die op het groote gezin druk
ken.
Inderdaad behoort de zorg voor 't groote
gezin zóózeer tot de taak der gemeenschap,
dat het alleen uit het verstokte individua
lisme der 19e-eeuwsche liberalen te verkla
ren is, dat onze gemeenschap zich zóó lang
van het gezin niets heeft aangetrokken.
Het is de taak van den Staat, vooruit te zien
en aan de toekomst te denken. De burgers
zullen allen sterven, maar het Volk,
gemeenschap, blijft voortbestaan, en
Staat moet thans reeds denken aan
belangen van die gemeenschap in komende
eeuwenMerkwaardig is het. dat de doctri
naire liberalen althans in theorie vaak
de eersten waren om te waarschuwen tegen
een financieele politiek die lasten op het
nageslacht zou afwentelen. De latere gene
raties mochten niet zoo zeiden zij terecht
belast worden met schulden, aangegaan
ten behoeve van hun voorouders. Maar aan
die generaties zelf, aan hun talrijkheid, huy
geestelijke en lichamelijke gezondheid, lie
ten zij zich weinig gelegen liggen. Daarvoor
wenschten zij geen waarborgen te scheppen
dat was niet de zaak van den Staat.
Thans breekt een ander inzicht baan en
erkent de meerderheid van ons volk, dat
het de taak van den Staat is, ook op de toe
komst van onze volksgemeenschap zooveel
mogelijk invloed ten goede te oefenen: het
toekomstig welzijn van ons nageslacht zoo
veel mogelijk veilig te stellen. En daarom
moet de zorg van den Staat voortdurend
gericht zijn op het milieu, waarin het na
geslacht opgroeit: op het gezin het