Pauselijk bezoek aan Weenen De avonturen van Stan Pol withaal wm den dag startten ze op weg naar de landelyke herberg, welke de schoone onbekende ben uitduidde. en MIVA krachtig MISSIE machtig HOE JOZEF II PIUS VI ONTVING PLICHT en [geluk WOENSDAG 11 AUGUSTUS 1937 I I BOEK EN BLAD I Na den dood van Maria Theresia Zorg voor het groote gezin Een maand vertoefde de H. Vader binnen de muren der Ooeten- rijkache hoof dat ad Het manke avontuur c naar het ENCELSCH r- r- I nl I 11 O onKevallen veraekerd ▼oor een der volgende uitkeerlngen i UVe verlies van belde armen, belde beenen of beloe oogen w\#e doodelijken afloop AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Hoe haar in te richten? t (Nadruk verboden) het ie d 1 i: n VHtKAOC. ZAANDAM 8 8 1 we Evelyn HOOFDSTUK V zyn zou zijn riep Rosamond „Hè. en (Wordt vervolgd.) i 4 3 i; Opeens hoorde Pol voetstappen, die de deur van de kast na derden. Wat moest hij doen? Ijlings blies h(j het lichtje uit, opdat er geen brandgevaar kon ontstaan en zette het heete Uzertje ergens neer waar het niets kon doen schroeien. Tijd om zijn kleeren aan te trekken en zicht onzichtbaar te maken had hy riet, want dte deur ging al open de de de Wanneer men het bovenstaande zorgvul dig overweegt blijkt wel, dat de zorg voor groote gezinnen niet zóó eenvoudig is. O.i. i i j i i t n n e t n L tl I. n i 1 i; y n i; n l; n mijn voet zóó verstuikt. Ik ben heelemaal mank! Hoe kom Ik nu verder?" De vrienden letten niet op dit diplomatiek advies, zij boden vanzelfsprekend hun motor, aan en omdat die van Gaston het dichtst bij stond, werd bet meisje daar op geholpen en tegemoet, die mij uit de stad op zyn motor komt halen, ouder» deert bloemen of I zal zij In een verscheidenheid van maatre gelen op verschillend gebied tot uiting moe ten komen: in de eerste plaats door ver mindering van den druk der Indirecte be lastingen, vervolgens door het scheppen van onderwijs-facillteiten, ook aan mlddel-i bare en hooge scholen, en dan aanvullend mogelijk nog door een stelsel van subsidies. Bij dit laatste zal men echter niet kunnen ontkomen aan een indlvldueele behandeling van leder afzonderlijk géval. Alleen dan kan men''een stelsel opbouwen waarbij recht vaardigheid en sociale doelmatigheid hand in hand gaan. blijven? Die waarborgen zyn er niet; alle ..orde ning” ontbreekt hier. Uit het feit, dat zjj (n.l. de katholieken) sterilisatie naar Duttsch model verfoeien, behoeft toch nog niet voort te vloeien, dat zij in het tegenovergestelde euvel vervallen en zonder schijn van contróle de procreatie kunstmatig aanmoedigen. Dit stelsel kan een premie op lichtzinnigheid, zorgeloosheid, ja ge wetenloosheid worden, als het ten minste iets zal beteekenen en meer dan een ijdel gebaar is. Naast groote gezinnen, die een zegen voor de samenleving zijn, zouden andere gezinnen, waarvan precies het tegendeel gezegd moet wor den, gesteund worden ten koste van duizenden, die te veel verantwoordelijkheidsgevoel hebben om te huwen voordat zy er zeker van zijn, een gezin te kunnen onderhouden.' Vlug liet hij zich voorover op zjjn kleertjes vallen, misschien zagen ze hem wel over t hoofd. Wjjd open ging de deur en een strenge - hoofdzuster stond In den ingang. „Nee maar”, riep deze, „hoe komt het licht hier nu aan. ik weet zeker, dat ik kieten en andere insecten te weren, was in brand geraakt, doordat Evelyn er te dicht de kaars bij had gehouden, waarmee zij in de schuur had willen kijken, in het watervat. De brand was dadelijk gebluscht en andermaal ver zocht Evelyn iedereen, de keuken te verlaten. Toen Mary een half uur later zich by de anderen had gevoegd, ging ze toch nog eens even van uit de veranda door het keukenvenster naar binnen kijken: Evelyn had niet meer dan de helft van de vaten gewakschen. Ze sprong als een ongelukkige in het rond, met een wolk muskieten om zich heen, die binnengedrongen waren toen de keukendeur openstond zonder be schutting van de gazen deur, die immers voor een deel vernield was. „O, Mary!" riep ze. toen haar zuster binnen trad. „Wat is het toch verschrikkeiyk. dat wy nog zijn bootgesteld aan zoovele kleine bezwaren, die het leven hier zoo ondraagiyk maken.” „Beste Evelyn. We hebben je nu eens alleen je gang laten gaan, zooals je dit Immers verlangcie. Maar je ziet wel. dat dit werk niet geschikt Is voor Je. Je kunt immers nog zooveel anders vinden, zonder dat Je in de keuken komt." Maar Evelyn was niet te overtuigen. De eerste tien dagen, die zy op Iriya doorbracht, waren, één aaneenschakeling van ongerlefelykheden voor heel het gezin en vernederingen voor haar zelf. Onervaren als zij was in de kunst van les geven, maakte zij al gauw, dat de kinderen «en hekel kregen aan hun lessen, in plaats, dat zij ze prettig vonden; de Jongens morden over haar overgroote strengheid. Rosamond bracht de helft van den tyd in tranen door. inneer wy den Zondag bij zyn -een ku ik vroeg ben, pluk Ut men. Dien Zondag struikelde ik over den wo^el van een heester en tuimelde naar beneden op den weg. Deze heeren brach ten my naar een café-tje. waar Ik prachtig op mijn verloofde kon wachten, daar ik mijn voet verstuikt had. Juist toen zy een woordenwis seling kregen, kwam myn verloofde aanrUden en daar zy daarop zoo al hun aandacht by het vechten hadden, zyn wy maar zonder hen voor hun hulp te danken weggegaan." Paul en Gaston, in het ontnuchterend licht der werkelijkheid, zagen verontwaardigd naar de toch heel bekooriyke gestalte hunner eens zoo plotselinge verliefdheid. Na het vonnis reik ten zy belden, buiten, elkaar de hand. De des illusies van het leven leeren oude vriendschap beter te waardeeren. „Veel heb ik er niet van gezien, edelacht bare.” verklaarde het blonde kind vry onver schillig „Zondags ga ik geregeld myn verloofde klaar zyn." De Jongens hadden er misschien wel anders over gedacht, maar zy wilden zich niet de baas laten zyn door een meisje. Evelyn moest zich dus tevreden stellen niet Gary’s bewondering, ofschoon die ook veel liever gewacht zou hebben tot een geschikter uur. „Wat kan ik nu eens doen?" vroeg Evelyn. „Want Je begrypt toch wel, dat ik er niet zoo stil by wil zitten, térwyi jullie allemaal Uverig bezig bent?" „Als je niet tegen de warmte opziet, ga dan >at vruchten plukken en zet ze zoo lang in den kelder, om af te koelen. Grace doet dat in den ?egel. maar zy heeft vanochtend erge hoofdpyn dus wilde ik haar niet uit bed laten gaan.” -Dat is fyn dameswerk, Mary. Ik zal het nü Toen Mary naar aanleiding daarvan eens ernstig met haar sprak, beweerde zy. dat het onvermydeiyk was, dat de kinderen het land zouden krijgen aan hun werk, naarmate dit moellyker werd, maar dat zy haar taak van onderwyzeres wel wilde opgeven, als Mary rich niet met haar leerwyze vereenigen kon. Mrs. Gilbert had naar Melbourne moeten terugkeeren. omdat haar huisbewaarster ziek was geworden, anders zou zy Evelyne's al te groote energie wel hebben weten te remmen. Nu wilde het jonge meisje by voorbeeld ook het eten koken en tracteerde het gezin op vleesch. wild of vlsch, die beurtelings te hard gebakken of in het geheel niet gaar was. „Ik wil door eigen ervaring leeren.” heette het al tyd. Maar zy verloor hierby uit het oog, dat het ook zeer onaangename lessen waren voor de anderen! Die droegen deze proeven met de grootste lydzaamheld, want ze waardeerden in leder geval Evelyn's streven, om ook een werk zaam aandeel te nemen in de huiselyke bezig heden. Na verloop van een maand was Evelyn er met recht aan gaan twyfelen. of zy zich ooit wel zou weten aan te passen aan het leven op Iriya, zoodat ze al haast van plan was. haar ouders te vragen, haar naar het huis van tante Fanny in Melbourne te laten terugkeeren. Haar jogen deden haar voortdurend pyn van het terugdrin gen van tranen en het was haar telkens, of zy een brok in de keel had. Op een dag tegen het eind van Februari hoorde Evelyn voor het eerst de geschiedenis Slaperig-tevreden kijken de jonge leeuwtjes in den helderen middag, terwijl de leeuwin een waakzaam oog houdt bij vorUea van oen band, een voet of een oog. van Stogdale's komst op Iriya. Mary, die haar zuster zoo terneergeslagen zag onder haar eigen leed, trachtte haar wat afleiding te bezorgen, door haar te vertellen, hoe verwonderlyk vader ineens dien jongen man als 't ware tot zich ge voerd kreeg: „Om Kersttyd wist vader niet, hoe by er zich doorheen sou slaan, en ziet Mr. Stogdale daagde op en met diens hulp zullen wy Iriya nog tot een bloeiend bedryf kunnen maken!* Evelyn had ook zoo levendig belang gesteld in deze geschiedenis, dat ze waariyk weer veel opgewekter werd gestemd en zich dien middag met byzondere zorg kleedde. Ze zat op haar eigen kamer te lezen, tot ze niet langer zien kon en ging toen naar den salon. »»»r zy haar vader en Mr. Thorbum tn de schemering byeen vond zitten. Het feit op zichzelf al. dat ér bezoek was op - Iriya, zou een verrassing zyn geweest voor Evelyn en vooral, nu zy overtuigd was. dat haar tegenwoordigheid allereerst aanleiding had gegeven tot de komst van Mr. Thorbum. Zy reikte hem de hand en nam toen eer>.stoel, zoo ver van hem af, ais de ruimte van het ver trek dat maar toeliet. Ze sprak maar heel weinig, maar het leek Thornbum. dat zy zyn gedachten las. Ze verstond uitstekend de kunst van luiste ren en de jongeman genoot enkel by het zien van haar persoontje. 8 „Ze doen: wie het meeste sommen afkrygt in het uur." zei Mary. laat ze dan nu ook maar eens naar myn pryzen kijken Dan kunnen ze meteen zien, wat ik. na vier jaren, van hard werken verkregen heb.” „O, maar we kunnen nu niet ophouden zelfs niet om jou, Evelyn! Eerst moeten „Waar zyn de waarborgen, dat lieden, dié wegens hun llchameiyke of geesteiyke gesteld heid zeer onmaatschappelijk handelen, als zy hun gezin jaar in jaar uit vermeerderen, van deze uitkeerlng van rijkswege verstoken sullen Het blondje kende het café-tje, zy gingen ge zamenlijk in het priëel zitten en bestelden een verfrissching. Het aardige meisje in haar leuke, gebloemde voorjaarstoUetje laobte ben beiden even dankbaar toe. praatte allerprettigst met hen. zag hen af en toe een beetje spottend aan en trok geen van beiden ook maar een ietsje voor. Dat was voldoende om binnen een half uur tyd. zoowel Gaston als Paul te overtuigen, dat zy tot over de ooren verliefd waren. Plotseling verontschuldigde zich Paul en liet de beide anderen een oogenbllk alleen. Gaston raakte er door verward en onrustig, met moeite hield hy het gesprek gaande. Om een aanmer king te voorkomen, sag hij wat hulpeloos om zich heen; juist kwam Paul terug van den kant, j waar de motoren stonden. Een on- behaaglijk gevoel gaf het Gaston, hy sprong op en rende weg. De achterband van zyn motor was met iets scherps doormidden gesneden! Op deze ontdekking van Gaston volgde, on geacht de tegenwoordigheid van het lieve blond je. een hevige woordenwisseling en een nog heviger vechtparty. Toen men tenslotte de vijanden gescheiden had. bleek de vreemdelinge spoorloos verdwenen. De twee vrienden zagen elkander voor het eerst weer terug ruim drie maanden later, voor den politierechter. Paul was beschuldigd van moedw|lllge vernieling en Gaston stond terecht wegens het toebrengen van lichameiyk letsel, m de rechtszaal zagen ze voor het eerst ook weer het schattige blondje terug, dat was ult- genoodigd in beide zaken te getuigen. Zy was in gezelschap van een keurigen. energiek, uit kienden jongeman. ATT TT* A OP dlt blad z^n ïfiRevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen E* 7^0 by levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 by ongeval met F 250.- jf Mr, veel meer dan een jaar lang hadden Paul en Gaston gespaard en zich in hun XvA vrijgezellenbestaan van alles ontzegd om één hunner meest begeerde verlangens te kun nen verwerkeiyken Nu knetterden ze reeds een paar maanden lang, leder op zyn eigen motor fiets, door de schitterende omstreken van Parijs en de vreugde over de vervulde verlangens be gon reeds plaats te maken voor nieuwe wen- schen. De lente bloeide reeds naar den zomer en da lucht was vol zonnewarmte en heerlijke geu ren van bloemen en boomen. Onder hen ploften de knalpotten van hun motoren. Paul en Gaston reden met een matig vaartje en snoven de verjongende lentelucht in Ze wezen elkander op plekjes in de omgeving of in de verte aan den horizon, want hun fon kelende machines waren te nieuw om hun aan dacht op aanstaande technische problemen ge spannen te houden. „Wat is het toch eigenlyk Jammer.” ver zuchtte Gaston in de zonnigste stemming, .dat wy geen damesgezelschap heTben.” „Hoe kom je er by?" verwonderde zich Paul, „we hebben toch een motor?" „Jawel, maar wat zou het niet leuk zyn. met vieren te loeren, ergens af te stappen, te luieren op een schaduwryk plekje, onder elkaar te eten en zoo"n echte landelijke herberg en achter je voortdurend een vroolyken lach en gepraat te hooren." „Het weer heeft je te pakken, een zonne steek I" grijnsde Paul, „maar in zoo'n sprookjes- stemming mag je alles wenschen Wil ik het voor je doen. Een. twee, drie....” Op dat oogenbllk kraakte het hevig in het kreupelhout boven aan den hollen weg. waar door zy nu reden en plotseling tuimelde half loopend. half glydend iets gebloemds, iets blonds. Iets heel sieriyks van boven naar beneden en plekte onder aan den weg op het mos met een klagenden kreet neer. Met eenzelfde beweging hadden de vrienden hun gas-handle afgesloten en staarden in uiter ste verbazing naar de verrassing, welke door bet kreupelhout op het mos was gevallen. Het stapeltje vrooiyke tentekleuren ontpopte zich als een alleraardigst Jong meisje, dat met een ptjniyk gezicht haar linkervoet wreef, toen haar blonde kopje ophief en heel prozaïsch bits te: „Hoe lang blijven Jelui me nog aan staan kijken? Dou niet één van belden me eens over eind helpen?” Van den zevenden hemel kwamen Paul en Gaston op aarde terug, zy trokken hun motor in den bok en snelden het lente-geschenk ter hulp. „O.... o....” steunde toet bekooriyke blond je, als zy door hen omhoog werd getild. „Ik heb „Kyk hier eens,” riep de hoofdzuster uit. .Daar ligt nu een pop met allerlei losse kleeren over den grond. Wat zyn de zusters toch slordig met het opbergen van het speelgoed, en meteen stapte ze op den doodsbenauwden Pol af. greep hem heb het uitgedaan. Zuster Martha, komt U eens hier. Weet met kleeren en al en wierp hem in een kartor.nen. doos, die U er iets van? Zuster Martha begreep er echter ook niets open stond, waarna ze mopperend het licht uitdraaide en de van, wunt ze had niemand in de gang zien loopen. kast sloot. groóte gezin vooral! Niet in dien zin dat de Staat het gezin uitschakelt en de opvoeding ovemeemt. maar zóó. dat hij het aan het gezin zoo gemakkelijk mogelijk maakt om zijn functie uit te oefenen. Kan men het over het beginsel eens z^n moellyker wordt het, de juiste maat regelen te ontwerpen, waarin die zorg voor het (groote) gezin belichaamd behoort te worden. Sommigen meenen, dat die zaak heel eenvoudig is. Hef een flinke belasting, zoo schrijven zy, van alle vrijgezellen, en zoo noodig ook nog van de gezinnen met geen of weinig kinderen, en sta aan de groote gezinnen vrystelling van belasting c.q. toe, dan is de zaak in orde. Zoo eenvoudig is de zaak echter niet. Het is geenszins de taak van den Staat, zoo maar, botweg de vorming van de groote gezinnen aan te moedigen, en de zorg daarvoor op zich te nemen. Ook al zyn groote gezinnen in het algemeen sociaal gewenscht; dat sluit niet uit dat er voldoende gevallen over blijven waarin om eugenetische of ook om economische redenen voortplanting niet verdlensteiyk is en een wijze zelfbeperking, die niet van ongeoorloofde middelen ge bruik maakt, verre de voorkeur verdient. Van den anderen kant zou een belasting die ruwweg van alle vrijgezellen geheven werd allerminst rechtvaardig zyn. Velen die vrijgezel biyven hebben immers daar toe zeer goede redenen wy spreken nu niet van priesters en kloosterlingen die om idealistische redenen het celibaat behou den. maar van velen die niet in het huweiyk treden óf omdat hun inkomsten dit in het geheel niet toelaten, óf omdat zy ouders of andere familieleden hebben te onderhouden. Zulke menschen met een by zondere belasting te treffen zou wellicht onrechtvaardigheden medebrengen, verbit tering kweeken, lichtzinnige huweiyken in de hand werken en het pauperisme bevorderen, wy kunnen het begrijpen, dat de „Vrijheid” over een uitkeerlng aan groote gezinnen schrijft, al zyn we het niet in alles met dit blad eens: liet zich niet weerhouden, zich overal publiek te toonen en de merkwaardigheden der stad te be zichtigen. Een van zyn eerste bezoeken gold het graf der groote keizerin Maria Theresia. Op 28 Maart. Witten Donderdag, deelde de paus aan den keizer en aartshertog Maxi mil 1- aan de H. Communie uit en nam de voetwaz- schlng en spyzlglng van twaalf armen der stad over van den keizer. Op Goeden Vrydag werden in seven kerken de graven bezocht, te voet Paaschdag echter vormde het hoogtepunt De Paus pontificeerde, geassisteerd door drie kardinalen, onder in Weenen nog ongekende plechtigheden, dan gaf hy den pauselyken ae- gen met aflaat aan zestigduizend menschen voor de kerk Am Hof Weenen telde.met de voorsteden in 1782 206000 inwoners dat wa ren hoogtepunten. Om een levensgevaariyken toestroom van menschen te verhinderen, was tevoren verkondigd, dat alle geloovlgen. die op het oogenbllk van den pauselyken zegen, door kanongebulder verkondigd, een acte van geloof, hoop en liefde verwekten, deelachtig werden aan dien zegen. Te oordeelen naar de schilderingen van tyd- genooten, moet deze plechtigheid ook by tegen standers een overweldigenden indruk gewekt hebben. Na Paschen werd de conferentie tusschen paus en keizer voortgezet. Tusschendoor be zocht de paus de Weensche musea, galerijen, schatkamers, de hof stallen, de ingenieursacade- mie. enz., enz., steeds geëscorteerd door eenige compagnleén militairen, om de begeesterde menigte op eenlgen afstand te houden. Zoo vertoefde de paus nu een maand bin nen de gastvrije muren van Weenen en maakte dan zyn afscheldsvislte op 20 April by keizer en aartshertog, die nog op denzelfden dag een cont re visite brachten. De Paus vertrok 22 April, begeleid door den keizer en diens broeder tot de bedevaartplaats Mariabrunn. Over Salzburg keerde de H. Vader naar de Eeuwige Stad te rug Een volle maand confereerden paus en kei zer; het resultaat was maar gering. .Het ging niet over dogma's,” schryft Jozef aan keizerin Katharina van Rusland, „doch over bestuurs- kwesties in verband met de zoo twyfelachtlge grenzen tusschen de geestelyke en de wereld- lyke macht.” Had hy een dogma aangegrepen, hy ware geëxcommuniceerd zooals meer dan een groote dezer aarde. Keizer Jozef was geen vrydenker. al werd er nog zooveel over den „vrydenker op Habsburgs troon” geschreven. Hy ontving de H. Communie uit de handen van den paus; hy beschouwde de verdediging van de alleenzaligmakende Kerk als een van zyn eerste plichten, hy voerde zelfs de „Prilgelstrafe" in voor lichtvaardlgen afval van het geloof. Keizer Jozef was beslist geen vrijdenker, hy was overtuigd katholiek, maar in Febroniaanschen geest. De geschriften van Honthetm, wybisschop van Trier (Febronlus) hebben een beslissenden invloed op hem uitge oefend en in dezen bevond hy zich in gezelschap van de geestelyke keurvorsten van Germaniè (Emser Punktationen). Men vergete niet, dat de onfeilbaarheid van den paus eerst een eeuw la ter gedogmatiseerd werd, dat niet weinig kerk vorsten verder gingen dan de keizer, tè ver zelfs naar diens opvatting (Klopp), dat acht Jaar, voordat hy het getal kloosters in zyn rijk be perkte, paus Clemens XIV niet een paar kloos ters. maar een heele orde ophief (Jezuïeten). Het is nooit tot een breuk tusschen paus en keizer gekomen en toen de keizer later zelf naar Rome trok, was de protestant Kunz Gustav van Zweden, die hem vergezelde, heelemaal niet met hem tevreden, daar Jozef, zooals deze zich uit drukte, ,Jn allen Kirchen herumrutschte”. Niettemin ware het een historische fout, Joseflnlsme en den invloed daarvan op Kerk en Staat in Oostenrijk, tot ver In de negentiende eeuw, gering te schatten. met gehoegen doen, maar Je moet geregeld werk voor my vinden. Ik zie nergens tegenop: ik wil vloeren schrobben, kachels uithalen, messen siypen....” ,Heb Je ooit wel eens zulk werk verricht?" „Neen. Maar dat zyn van die Asschepoetsters- bezigheden, waar toch geen bekwaamheid voor noodig is. en ik ben sterk en gewillig.” .Heen, maar dit werk hoef jy niet te doen. Toch zou je je vergissen, als Je meende, dat niet voor ieder soort werk eenige handigheid of bekwaamheid werd verelscht.” „Nu, ik zal dan maar beginnen met vruchten te plukken,” zei Evelyn en keek om naar een mandje, zooals er wel een stuk of zes onder het aanrecht stonden. Binnen het kwartier keerde zy terug, warm en moe en vrywel uit haar humeur. Mary droeg de vruchten naar den kelder, ter- wyi Evelyn op de bank neerviel, om uit te rusten.' „Ik ben klaar.” zei Brian en gaf Mary lei, zoodra zy weer in de keuken kwam. „Ik het eerst!" riep Charlie, terwyi hy lei op die van zyn broertje legde. .Hè. nog één minuut!" r1-" schreef met een kleur van inspanning de laatste cyfers van haar som op. „Doe nu nog wat mondeling rekenen met ons. Mary," zei Charlie, „want we willen niet achter zyn by de anderen, als wy op school komen." .Heen. natuu?iyk nietl" viel Brian in. ,J4a Paschen ga ik naar de St. Pletersschool. maar jy niet hoor! jy blyft lekker thuis, net als een meisje!” plaagde de groote" broer. Met de woorden: .Hier is myn groote kan- seller” werd kahseller Kaunitz door keizer Jo zef voorgesteld. "Vermoeid van de lange reis en. diep onder den indruk van de onvergeiykelyke ontvangst trok Paus Plus zich in de voor hem bereid ge stelde kamers der overleden keizerin Maria Theresia terug. De sterfkamer der keizerin was als kapel ingericht. Den volgenden dag reeds begonnen de con ferenties tusschen paus en keizer, doch de paus e oude Fritz, Konlng van Pruisen, sprak: 1 „Maria Theresia is gestorven (29 Nov. E-' 1780), een nieuwe tyd begint”, toen hy bericht kreeg van het overiyden der groote kei zerin Maria Theresia. Nauweiyks was de poort van dén keizeriyken grafkelder by de Kapucynen achter Maria The resia gesloten, o'f haar oudste zoon Jozef II be gon reeds zyn befaamde hervormingen op ker- keiyk terrein voor te bereiden. Hy dacht zeker aan een soort van Oostenryksche staatskerk, zooals die ook den machthebbers in Spanje en Frankrijk voor oogen zweefde. Vooreerst kwam het verkeer der bisschoppen met Rome onder staatstoezicht. Hy verbood eigenlyk de uitoefening van de geestelyke macht van den Pauselyken Stoel niet, doch de pauseiyke bullen en bepalingen moesten gecon troleerd worden. Het desbetreffende decreet verscheen reeds op 14 April 1781. Stap voor stap ging Jozef dan verder. Op 4 Sept, van het zelfde jaar bepaalde hy, dat de bisschoppen in huweiyksaangelegenheden onafhankeiyk van Rome te beslissen hadden. En den Isten Octo ber elschte hy. dat de geestelyke herders geen eed meer zouden hebben af te leggen, die in strijd kon komen met de plichten van een on derdaan van ’s keizers Staatsraison. Dan begon Jozef met het opheffen van kloosters, van alle kloosters, die niet onmlddeliyk den Staat van dienst waren. Daarbij komt dan nog zyn in vloed op bedevaarten, werken van devotie, ker- kelijke feesten en plechtigheden, en zoo voorts. Daarby verklaarde Jozef steeds een trouwe zoon der Kerk ta zyn, doch meer Katholiek dan Roomsch. Op den Stoel van Petrus zat toen Pius VI, een fyne, hoog-ontwlkkelde. kunstzinnige, aan de kerkeiyke tradities trouwe priesterfiguur. De paus trachtte de inbreuk van Jozef II op rech ten en leven der Kerk te verhinderen en diens hervormingsyver in de juiste baan te lelden, doch tevergeefs. En wyi de paus geen anderen uitweg meer wist, besloot hy zelf naar Weenen te reizen. Dit pauseiyke besluit verbaasde heel de wereld te meer, daar nog nooit het Opper hoofd der Katholieke Kerk binnen de muren van Weenen vertoefde. Met een schrijven van 15 December deelde de H. Vader zyn besluit den keizer mee. Aan het keizerlijke hof was men allesbehalve verrukt over dit aangekondigde bezoek en de raadgevers van den keizer, vooral de nog al vryzlnnlge hof- en staatskanselier vorst Kaunitz. tracht ten den keizer te bewegen, den Paus eenvoudig niet te ontvangen. Blumauer, Eybel. Rauten- strauch en andere vrijzinnige scribenten, voor al de ex-jezuïet Haschka. waren er als de kip pen by. met hoon en smaad tegen den Paus stemming te maken. Tegen alle raadgevingen in besloot keizer Jo zef, nadat zyn voorslag tot een ontmoeting in Florence door den Paus niet werd aanvaard, den H. Vader te schrijven, dat hy 't als een groote eer beschouwde, het Opperhoofd van het christendom in zyn residentie te mogen ont vangen. Op 27 Februari 1782 begon de reis. De paus werd begeleid door zyn ministers Maruccl, pa triarch van Konstantlnopel en vice-regent van Rome, en Contesslni. aartsbisschop van Athene. De reis ging over Venetië, Udine naar Görz. waar de paus in opdracht van den keizer door graaf Cobenzl begroet werd. Dan over Laibach naar Graz. De keizer zelf reisde met zyn broe der. aartshertog Maximiliaan den paus tege moet tot Neunkirchen, waar op 22 Maart de plechtige begroeting plaats vond. Paus en kei zer vielen elkander om den hals. Nu werd de reis voortgezet in den keizendyken wagen, den paus aan de rechterzijde van den keizer. Een triomftocht. Onafzienbare scharen van knie lende menschen, hoog en laag, uren en uren ver. Op de hoogte van den Wienerberg sloten zich afdeelingen van Hongaarsche en Poolsche ruiters als eeregarde aan en dan ging 1 onder het gebulder van^kanonnen en den klokken klank aller Weensche kerken ter binnenstad. Militairen escorteerden den stoet en daarachter, op, voor, naast de tribunes stond letteriyk heel Weenen. Voor den burcht steeg de paus uit den wagen, gesteund op den arm des keizers. De ontvangst was zóó schitterend, dat de paus eenigszins verrast was, zegt Schlmmer, daar, zooals het heette, aan het hof van keizer Jozef de grootste eenvoud heerschte. „Ik ben bang, dat jy geen goed figuur zult slaan op school. Brian,” zei Mary. „Van je som men deugt niet veel. Je hebt zeker naar ons zitten luisteren. En. Charlie, jouw cyfers vallen allemaal om. Zet maar eens gauw een ry betere en verander die drie fouten. Rosamond heeft haar sommen goed en zy heeft er nog een meer af dan jullie. Daar heb jy een stuk gebrande suiker. - Roos!” Het kind brak het stuk in drieën en ge- zameniyk gingen ze toen spelen. .Je hebt ze nog al aardig leeren rekenen. Mary," vond Evelyn. .Maar Je bent niet heel streng. „Toch streng genoeg, als het noodig is. Maar over het geheel doen ze hun best en werken graag; dus wat wil je meer?" „Ik zal ze eens nemen tot de Paascli- vacantle." zei Evelyn, overtuigd, dat de kinderen dan veel harder zouden vooruitkomen. „En wat doet Grace?" „Die is, geloof ik, aan het plano studeeren, of ze heeft Fransch of Dultsch by moeder." 's Avonds na de thee stónd Evelyn er op, om af te wasschen. Mary verzette zichy daar wel tegen, maar moeder gaf haar een wenk Grace bood aan. haar te helpen, maar Evelyn betuigde met nadruk, dat zy liever alleen èiaar gang ging. Stogdale stelde voor, een emmer water voor haar te halen, maar ook dit sloeg zy af. Een kwartier later werd er zoo'n doordrin gende gil uit de keuken gehoord, dat het heele huisgezin om het hardst kwam toeloopen. De gazen deur, die diende om vliegen, mus- HERDRUKKHN Onze letterteekens en hun laznenateDing door N. J van de Vecht, met een «porrede van Johan B. Smite en verlucht met 77 afbeeldingen; uitgave W. L. en J. Brusse's Uitgeversmy. Rot terdam (tweede vermeerderde druk). Ccnunercial English, idiom, grammar and exercises, door P. Eindhoven: uitgave W. Versluys. Amsterdam, deel II (tweede druk). Dultsch leerboek voor de komende (MJUL.O. en Middelbare school: serie B no. 10 (Stella Oratutlna) door ar. Maria Ignstlo en br. Atha nasius. uitgave Paul Brand. Hilversum, deel I (tweede, geheel omgewerkte druk). Poppenkast, 50 schetsboekbladen uit de N. R C. door Ch. A. Cocheret met teekeningen van den schrijver, uitgave W. L. en J. Brusse. Rotterdam (tweede druk). Wat Is dat, de encyclopedie voor jongeren, uitgave N. V. Hollandia-drukkerii, Baarn, deel 3. 4. 5 en 6 (tweede druk). -ja er et, het optrede» van een christelijk I kabinet is het vraagstuk van den steun aan groote gezinnen weer op den voorgrond geschoven. Gelukkig staan- hierin de Christelijke partijen niet meer alleen. Ook de „Avondpost" b.v. heeft reeds herhaaldelijk aangedrongen op verlichting van de lasten, die op het groote gezin druk ken. Inderdaad behoort de zorg voor 't groote gezin zóózeer tot de taak der gemeenschap, dat het alleen uit het verstokte individua lisme der 19e-eeuwsche liberalen te verkla ren is, dat onze gemeenschap zich zóó lang van het gezin niets heeft aangetrokken. Het is de taak van den Staat, vooruit te zien en aan de toekomst te denken. De burgers zullen allen sterven, maar het Volk, gemeenschap, blijft voortbestaan, en Staat moet thans reeds denken aan belangen van die gemeenschap in komende eeuwenMerkwaardig is het. dat de doctri naire liberalen althans in theorie vaak de eersten waren om te waarschuwen tegen een financieele politiek die lasten op het nageslacht zou afwentelen. De latere gene raties mochten niet zoo zeiden zij terecht belast worden met schulden, aangegaan ten behoeve van hun voorouders. Maar aan die generaties zelf, aan hun talrijkheid, huy geestelijke en lichamelijke gezondheid, lie ten zij zich weinig gelegen liggen. Daarvoor wenschten zij geen waarborgen te scheppen dat was niet de zaak van den Staat. Thans breekt een ander inzicht baan en erkent de meerderheid van ons volk, dat het de taak van den Staat is, ook op de toe komst van onze volksgemeenschap zooveel mogelijk invloed ten goede te oefenen: het toekomstig welzijn van ons nageslacht zoo veel mogelijk veilig te stellen. En daarom moet de zorg van den Staat voortdurend gericht zijn op het milieu, waarin het na geslacht opgroeit: op het gezin het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 7