bil DE BOOM BRACHT UITKOMST hoofdstad. EEN GRAPPIG MISVERSTAND Zoekt gij betrouwbaar Personeel? gezinnen J Plaats dan een „Omroeper” voor 80. De Javaansche blad- bloem MR Een Oostersche vertelling DONDERDAG 12 AUGUSTUS 1937 AVONTUREN OP ZEE t - ook niet uithouden en huilend I Piet Broos. ..de zijn het een 1 Maar oogen lachje En net toen het monster hem op wilde eten, kwam op zijn geschreeuw de boot aangestoomd! die nam hem weer op....! ik zeg, je beleeft wat.... of.... ja.... *f kan ook zijn dat ie 1 maar heeft gedroomd! Brrrr. ...en die oogen, twee vurige kolen, Japie zat stokstijf van schrik in zijn schuit, 'n Meermin, een kleintje, op den kop van a het monster, Jaap wordt er nog boos omdie lachte hem uit! De slimme Tisus wreef in zijn handen, want hij had met opzet den boom als ge tuige genomen. Thuis nam hij zijn broer in vertrouwen en beloofde hem een flin ke som gelds, wanneer hij hem wilde hel pen. De broer wilde er eerst niets van we ten, maar op aandringen van Tisus en het zien van de glanzende goudstukken, be zweek hij tenslotte. ,Jk wil het doen", zei hij nog, „wanneer het heel gering is, wat ik moet verrichten, want ik steek mijn handen niet graag in een wespennest.*’ „Het is de moeite niet waard." ’t Wonderlijkste is hem wel overkomen, Eens in de Zuidzee, heel dicht bij 't strand, toen hij alleen met een roeiboot ging varen, op nog geen meter of tien van den kant. Plots gingen daar de golven aan *t bruischen En stak een zeeslang haar kop naar omhoog, Jaap kreeg een klap met een tong om zijn ooren zoodat zijn pet de golven invloog. ant woordde Tisus, Je hoeft je alleen in den boom te verbergen." zei de broer, „hoe moet ik dat hij het kroop hij uit den stam en viel aan de voe ten van den kadi om hulp en genade af te smeeken. „Hoe heeft de zaak zich toegedragen?" vroeg de kadi streng. De broer vertelde wat Tisus misdreven had en hoe hij hem verleid had in den boom te kruipen. Hazims onschuld was nu zonneklaar be wezen en Tisus en zijn broer zuchtten spoedig er na in een donkere gevangenis. Hazim kreeg al het geld als loon voor zijn eerlijkheid en kon voortaan een zor geloos bestaan leiden. Een professor hield een lezing over mi croben. Zooals jelui wel zullen weten zijn dit van die onzichtbaar kleine diertjes, die op allerlei manieren in het lichaam van den mensch kunnen komen en soms ern stige ziekten veroorzaken. In die lezing zei hij onder meer ook, dat diep ademhalen veel microben doodt. Toen hij was uitgesproken, vroeg hij of er onder zijn toehoorders ook waren, die naar aanleiding van zijn lezing iets wilden vragen, waarop een oude dame opstond en vroeg: „U hebt nu wel verteld, professor, dat diep ademhalen veel microben doodt, maar wat hebben we daaraan, als u ons niet vertelt hoe je de microben er toe kan krijgen dat ze diep ademhalen." een toBetje is aangebracht. Dat tolletje nu is de bloembodem en daarop zie je zes kleine slipjes, die den kelk van het bloempje vormen. Het tolletje en de kelk blaadjes zijn geelachtig-wit gekleurd. Snijdt men zoo*n tolletje overlangs door, dan ziet men, dat de meeldraden onder op den bloembodem zijn ingeplant en dat het beele tolletje hol is, zoodat dit een aardige schuilplaats biedt voor kleine diertjes, als het eens hevig regent. Uit de stamperbloempjes ontwikkelen zich de vruchtjes, die ongeveer zoo groot zijn als een grauwe erwt. Zoo'n stamperbloempje met vrucht ziet men ook op onze teekénlng. De kleur van het erwtje wordt prachtig rood, zoodat een tak van die roode vrucht jes ook weer een aardige tafelversiering oplevert. o daar klonk langzaam en lukt een stem uit bet binnenste van den een stem die de omstanders met Een deputatie van Tsjechische pad vinders die de Wereldjamboree bij woonden, heeft Woensdag een bezoek gebracht aan het Comeniusmausoleum Naarder», waar een kranslegging plaats vond on de kapel bezichtigd werd tusschen de wortels van den eikenboom waar ze onder zaten. Daarna gingen ze naar de stad waar ze woonden. Maar het was nog nauwelijks donker, of Tisus haastte zich terug naar de plek waar de schat verborgen lag, groef alles naar boven en eigende zich zoodoende alles toe Bij Hazim was het niet in zijn hoofd op gekomen dat zijn vriend hem zoo zou kun nen bedriegen. Maar toen het eerste deel op was, ging hij weer naar zijn handels- vriend en vertelde hem dat hij opnieuw geld noodig had. „Best," antwoordde Tisus, „ik heb gauw genoeg ook weer wat noodig, laten we sa men gaan.” Ze wandelden naar de bekende plaats en zochten ijverig naar den schat, maar er werd natuurlijk niets gevonden. „Hoe is dat mogelijk?" zei Hazim ten slotte. „Hoe is dat mogelijk?” schreeuwde Tisus en greep den verschrikten Hazim bij zijn kraag. „Schurk, je hebt je natuurlijk den heelen zak toegeëigend. Beken! Niemand wist immers iets van den schat af, be halve Jij en ik!” Hazim bezwoer dat hjj er geen vinger naar uitgestoken had, maar Tisus die dacht op deze manier nog meer geld te krijgen, klaagde den armen Hazim aan en den volgenden dag reeds moesten ze voor den kadi verschijnen. Hazim werd eerst aan het woord gela ten, maar hij wist niets anders te verkla ren, dan dat hij onschuldig was. Maar Tisus beschuldigde hem het geld te hebben gestolen. „Bewijzen", zei de kadi. „Getuigen heb ik niet,” antwoordde Ti sus, „behalve den boom, aan wiens voet de schat begraven was. Ik hoop maar dat deze boom zal gaan spreken en getuigen zal tegen den man die mij zoo bedrogen heeft." De kadi was verwonderd over die woor den en streek nadenkend over zijn langen zwarten baard. „Goed”, zei hij, „we zullen morgen vroeg den eik laten getuigen. Spreekt de boom, dan kan Hazim zijn straf niet ontgaan." 'in een rustig hoekje van mijn tuin vond ik op een keer het plantje, welks naam hierboven prijkt en dat Je hierbij ziet af- gebeeld. Ik heb het aardige ding eens bestudeerd en zal jullie nu eens iets vertellen van dit merkwaardige plantje. Waarom heet het eigenlijk bladbloem? Je ziet op de afbeelding een takje van de plant met bloempjes er aan. En als Je nu eens nauwkeurig kijkt, dan zie je, dat de bloempjes zijn ingeplant op.... eind van de korte bladsteeltjes; op deel van het blad dus! En nu kun je dus wel begrijpen, waarom ons bloempje den naam draagt van blad bloem. Het zijn maar kleine bloempjes, die deze plant voortbrengt, een beetje - geelachtig van kleur, en nu kun je je denken, hoe aardig zoo’n bloeiende tak er uit ziet! Fraai steken die bloempjes af tegen het blauw achtig groen der bladeren, vandaar, dat ze tot eén ruiker bet moet echter een flinke bos zijn! bijeengebonden, het keurig doen in een mooie bloemvaas. De plant is éénsiachtig, d.wx elke plant draagt óf alleen mannelijke bloempjes, óf alleen vrouwelijke (dus bloempjes met alleen meeldraden of met alleen stampers). De meeldraadbloempjes zien er zóó uit als onze teekening aangeeft. Het lijkt dus net een steeltje, waarop nog nooit voorgekomen, dat een boom zou moeten getuigen. De kadi stak zijn hand op en een leder zweeg. Toen zei hij luid: „Volgens de beschuldiging van Tisus heeft Hazim het geld dat onder je wortels lag en aan beiden toebehoorde, weggeno men. Boom, geef raad in deze duistere geschiedenis r* En klare boom, stomme verbazing sloeg: „Hazim heeft het geld weggenomen en Tisus onrecht aangedaan!” Hazim stond geslagen en ook de kadi was een moment geheel overbluft door *t wonder dat een boom sprak. toen zag hij plots de spottende van Tisus en het triomfantelijke op diens smalle lippen en plots ging hem een licht op. Hij was bedrogen Er moest iemand in den boom verborgen zijn. „Haal hout”, beval hij zachtjes, jua leg dat rondom den boom!" -Zoo”, doen?” „Stil nou,” riep Tisus ongeduldig, boom waar we ons gejd onder verstopt hebben, is hol. Dat wist ik. Er kunnen daar gemakkelijk twee menschen binnen in staan. Jij moet daar vannacht inkrulA pen en als de kadi morgenochtend komt en de waarheid vraagt, leg jij een behoor lijke getuigenis af." ,,’t Is gevaarlijk!" antwoordde broer, „ik voel er niet veel voor!” „Ook goed.” antwoordde Tisus, „dan laat ik een ander al dat geld wel verdienen Dat was te veel. De broer zette zijn harnas van waar heid aan den kant, rolde het tapijt van ridderlijkheid op, en verstopte zich des nachts in den hollen elkeboom. Toen *s morgens de zon haar gulden stralen over het landschep tooverde, stap ten de kadi met zijn gevolg en de twee kooplieden naar den boom. Rijen men- schen verdrongen zich rondom, want zoo- iets was in de geschiedenis van het land r leefden eens twee kooplieden. De een was een eenvoudig en verstandig man, de ander was verwaand en nam het niet zoo nauw met zijn geweten. Hij was daarbij ook sluw en trachtte op aller lei manieren zijn klanten te bedriegen, terwijl Hazim, de eerste, rechtvaardig bleef in al zijn handelingen. Op zekeren dag klopte Tisus, de sluwe, bij Hazim aan en vroeg hem of hij er niets voor voelde te gaan reizen en samen zaken te doen. Hazim had daar wel ooren naar en vol goeden moed en prachtige voorne mens togen ze op weg. Ze trokken van stad tot stad en van dorp tot dorp en op een warmen dag vonden zij op een eenzamen landweg een groote beurs vol goudstukken. Zij informeerden overal at er ook iemand was die het geld kon ver loren hebben, maar nergens kon iemand hun daarover inlichtingen verschaffen. „We zullen den schat dan maar zelf hou den,” zei Tisus. JMt zal het beste zijn.” meende ook Ha zim. Jk voel er veel voor om naar huis te gaan en verder in vrede van het gevonden geld te gaan leven,” opperde Tisus. Hazim was van hetzelfde gevoelen en ze keerden dus naar huls terug. .We zullen den schat samen deelen,” zei de eenvoudige Hazim, „dat lijkt me vrijwel het verstandigste." Tisus had echter onderweg allerlei plan nen gesmeed om den heelen schat in zijn bezit te krijgen. Toen ze onder een boom rustten, zei hij: Jk weet niet ot deelen wel het beste is. Ik geloof dat het veel veiliger is, nu zoo veel te nemen als we voor de eerste weken noodig zuilen hebben en de rest met de uiterste voorzichtigheid in een gat te stop pen. Is ons geld op. dan keeren we weer hierheen terug en nemen opnieuw zooveel als we moeten hebben. Dat is de zekerste weg voor ons om niet bestolen te worden Hazim niet# vermoedend, liet zich over- balen. Ze namen-teder een deel van het geld en stopten de rest in een diep gat FOTOREPORTAGE Tot directeur der T weetic he Bank te benoemd de heer F. Rosingh, die tot dusver de leiding had van hot bijkantoor Japie, de zeeman, kan heel wat verhalen, van avonturen, beleefd op de zee, schipbreuk en stormen en woeste orkanen, Japie, die maakte dat allemaal mee. Hij haalde zijn tondeldoos voor den dag en spoedig hulden dikke' rookwolken den boom in een grijzen nevel. Tisus verbleekte en hoopte vurig dat zijn broer genoeg frissche lucht zou kunnen krijgen om het een tijdlang uit te hou den. En deze zelf wachtte ook zoo lang J Ijl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 13