Koning Lodewijk Wagner en s De avonturen van Stan en Pol ^CdwuAaal uan den daq midden in de verkeersdrukte, in den schouw brug of waar dam ook plotseling iemand op hem toe zou stormen met den uitroep: .Daar heb ik elndelUk mijn splksplintemleuwen hoed weer." En als hU zou probeeren, zich te verdedigen, dan zou de ander misschien zeggen: „VergelUkt de kwaliteit van de hoeden; dan weet U dade- lUk. wie m verruild heeft." ra F 250. I I 'Tyc Hè die vervelende kies._ BRIEFWISSELING NU GEPUBLICEERD I PLICHT en [GELUK VRIJDAG 13 AUGUSTUS 1937 Ondernemingsgeest Mededeelingen, die overtuigender zyn dan alle overleveringen NAAR HET ENCELSCH De hoed als spelbreker Een geheim ontsluierd bfl verlteg van «an band, •aa voet et eea oog. Iiiiiiihmm HERINNERING """"’"""l dinFg^n^ï^énhm^^hna^rdenmnjf arts ie gaan. Neem dan een "AKKERTJE- helpt U tenminste dadelijk wan do pijn AKKER-CACHETS zijn bijzondere pijn stillen bij Kiespijn, Jioofdpijn, Zenuwpijn, Spierpijn. "AKKERTJES" kosten slechts 5S cent per IS stuks. Overal verkrijgbaaz. AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 277 ■m' scheurde hij den VERK ADC ZAANDAM (Nadruk verboden) o 7 hoogst ernstig en droevig Mary's ge- De Heilige Familie van El Greco, uit het museum te Cleveland, thans op de tentoonstelling te Parijs I telde hü net muisje, waarmede hij evenals met vele andere dieren bevriend was, zijn geschiedenis. dal helpt Spoedig had Pol zjjn pakje we er aangetrokken, dat nu weer een klein beetje gekreukeld was geworden. HWd,” piepte het muisje opeens, „als ik het goed zie ben jij Pol. Hoe gaat het en hoe kom jij hier opeens zoo verzeild?" „Dat is een heele geschiedenis," antwoordde «rf. HU vond een klein poppendekentje en zette er zich op neer, daarna ver- .Jk west wel een weg naar buiten," zei ze. „maar die la veel te nauw, daar kun je toch niet door. Konden we het raam maar open krUgen." Pol klom in de hoogte om bü het raam te komen, maar daar zat een stevige knip vdor, die hü er met zün zwakke kracht niet af kon krUgen. Moedeloos kwam hij weer naar beneden. het Aan de buitenlandsche gasten Zijn pakketjes uitgereikt, Waarvan d'inhoud zoo in ‘t eerst toch Waarlijk niet erg fleurig lijkt. Drie onoogelijke bollen. Hyacinten maar in spe! Nemen thans zeer veel verkenners Over heel de wereld mee. Maar wanneer ze in hun woning Eindelijk ontkiemen gaan En al kleurend en al geurend In hun schoonsten bloei eens staan, Als zij eenmaal in de kleuren Van de Nederlandsche vlag Staan te bloeien in een schoonheid Als men nimmer grooter zag, Dan moog’ zoo’n verkenner denken Aan het kleine, lage land, Waar de jamboree geweest is. Bij de duinen, bij het strand; En dan kome Neerlands schoonheid Hem opnieuw weer voor den geest. En het volk, dat eenige weken Graag zijn gastheer is geweest. Dan moog’ hij zich ook herinn'ren Dat in ’t wereld-vredesplan Nederland graag bij zal dragen En ook doen zal wat het kan. Dan zal dit geschenk in bloemen Van een land, zoo ver en klein. Weer een boodschap van den vrede Aan de heele wereld zijn. HERMAN KRAMER nog niet even af wat de natuur je ingeeft; of je reeds gelukkig genoeg zult zUn. de liefde van een goeden man te beantwoorden, of dat je nog steeds verlangt je eerzuchtige plannen na te streven. Niemand kan je kwaluk nemen, dat je wat tijd wilt hebben, om met jezelf te bera den. Bovendien weet je nog maar heel weinig af van Mr. Thorbum. HU kan wel lastig of onge duldig. of wie weet wat anders zUn, dat je niet aanstaat op den duur." .Jawel, maar iedere man heeft natuurlUk zün fouten. Daar ben ik niet bang voor. Ik ken hem al lang, heb hem dikwUls ontmoet in Melbourne en we hebben gezamenlUk met tante Fanny de bootreis gemaakt, zooals je weet.” „Toch moest geen meisje er ooit over denken, om heel haar verder bestaan met een man te willen deelen op een zoo geringe bekendheid met elkaar. Als Mr Thorburn met eenig aanzoek te voorschUn komt, eer hU vertrekt, dan hoop ik. dat je met moeder even vrU uit zult praten, als met mij Het zal makkelUker zUn voor haar of voor vader, om hem je gemoedstoestand mee te deelen, dan voor jou. En als hü je waarlijk lief heeft, dan zal zijn gevoelen er niet minder innig om worden.” .Maar zullen vader en moeder er zich niet aan ergeren? Zouden ze niet denken, dat ik heel tevreden moest zUn?” ,Jk weet niet, wat ze denken zullen, maar je ktmt er wel zeker van zün. dat ze nog beter je moeilijkheid zullen vatten, dan JU die tegen over hen kunt uitsprekep. En het eind zal zün, zün hoed, welken hü had afgenomen en op de bank gelegd had. Of hü 'm al lang droeg? HU stond hem niet zoo goed, meende ze. Koert sprak haar heftig tegen. HU stond hem goed. Buitengewoon zelfs. Waar hü *m gekocht had, wilde ze weten. Bü een werkelUk eerste rangs firma. Hoe de firma heette. Nu is het gelUk. dacht Koert, de hoed wordt verdedigd, koste wat het kost. HU noemde een of andere bekende zaak. .Daar hebt U *m dus gekocht?" .NatuurlUk." ,Js dat waar?" Ja. Maar waarom Interesseert U zich Ze liet hem niet uitspreken. .Dat schrijf ik U, mUnheer Nieuwveld. Wilt U mü Uw adres ge ven?" - „Graag.” zèl hü en overlegde, of bet niet beter zou zUn, het geheim van dezen verschrikkelUken vilthoed te openbaren, want de stem van het meisje klonk heelemaal niet zoo zilver meer als voorheen. Doch hü kwam hier niet toe, want het meisje zag hem met goede, maar strenge oogen aan, gaf hem de hand en nam heel snel afscheid. n September van het jaar 1884 trokken twee Nederlanders, Theo F. Koch van de firma Koch A Co in Groningen en Martin d. firma Prins en Zwanenburg te wacht tenminste nog een jaar, eer je je aan iemand verbindt." .Maar ik kan zóó geen jaar meer leven!" riep Evelyn. „Als ik het heele geval onder hun aan dacht breng, denk je dan. dat ze mü naar tante Fanny zouden laten teruggaan? Ik zal mij vreeselUk verslagen voelen, maar ik weet er niets beters op. Als ik hier blUf en ik kan maar zoo weinig wennen aan deze levenswijze, dan vrees Ik, dat ik de eerste de beste gelegenheid te baat neem, om te ontsnappen." ,Zeg hun dat, Evelyn. Het mag hun niet aan genaam in de ooren klinken, ze zullen toch allereerst aan jou denken. En nu moet ik voor de thee gaan zorgen.” „O. Hemeltje! Alweer potten an pannen!” „Het zün de zinnebeelden van iets hoogerz." .Dat klinkt allemaal heel mooi voor degenen, die zich met een dergelUke leer vereenigen kun nen. Maar denk. eens aan. hoe anders ik ben opgevoed, hoe hard ik op school gewerkt heb en hoe trotsch ik dacht, dat jullie allen op mij zou wezen. En vind je dan zelf niet, dat het toch zonde en jammer is, om die kennis hier nu geheel braak te laten liggen? Je zou toch ook niet een Chlneesche vaas gebruiken voor het varkens voer?" Hoe zlchtje onder dit gesprek ook had gestaan, nu barstte zü bü die laatste woorden In lachen uit en zei: „Toch sou ik nog liever die vaas voor varkens voer gebruiken, dan dat ik de dieren honger zou laten lüden." x e sinds Jaren de vriendschap nn den I I Beierschen vorst LodewUk II met Richard •L-' Wagner omhullende sluier is elndelUk op gelicht. De omvangrijke briefwisseling tusschen deze beide interessante persoonlijkheden, welke dezer dagen door een ultgeverü te Karlsruhe in vier banden werd gepubliceerd, heeft alle geheimzinnigheid uit den weg geruimd. Wat wjj tot dan toe van de vriendschap tusschen den vorst en den musicus afwisten, steunde op en kele, deels waar, deels onwaar weergegeven fei ten, overleveringen van tUdgenooten. Het boek werkje „LodewUk en Richard Wagner”, waarvan Sebastiaan Roeckel de verteller Is, bevatte nog de meeste waar gebleken feiten, waarop men steunen kon. Doch overtuigender dan alle overleveringen zUn de persoonlijke brieven, 183 in totaal, waar bij nog een tweetal gedichten en 85 telegram men des konlngs aan Wagner persoonlijk ge richt. De 587 documenten omvattende briefwis seling (19 oorkonden zijn verloren gegaan) zün nog waardevoller geworden door de bUvoeging van zes achriftelüke bijlagen van Wagner, een brief van den koning aan mevrouw von Bülow. Al deze kostbaarheden zijn thans In een viertal banden bUeengebracht en voor het nageslacht bewaard gebleven, inderdaad een schoone aan winst voor de Wagner-vereerders. ja voor alle muziekliefhebbers. Doch In het laatste boek werk vindt men tevens enkele brieven van Wag ner aan diens echtgenoote. Coslma, en tenslotte een honderdtal tot nu toe geheel onbekende brieven en briefjes van andere met den vorst en Wagner In nauwe relatie gestaan hebbende persoonlUkheden. Ook het dagboek van Wagner zal, met goedkeuring van de nabestaanden, bin nenkort worden gepubliceerd, en hierin zal men veel kunnen lezen over de vriendschappelijke betrekkingen tusschen Hans von Bülow en den grooten Hongaarschen componist Franz Liszt. Degene, die deze belangrijke boeken heeft samengesteld, is een groot Wagnerbevorderaar. ZUn naam is Dr. Strobel, archivaris te Bayreuth, de stad der jaarlUksche .Festspiele”. De samen steller heeft, ter verduidelijking voor den lezer, vele noten onder iedere bladzUde geplaatst, waardoor het lezen ten zeerste wordt vèrgemak- kelükt. De publlceering der brieven zal vele mis verstanden ophelderen. Velen toch, vooral in Duitschland, hadden een totaal verkeerde op vatting van de hechte vriendschap, die er be stond tusschen den fantastischen jongen koning LodewUk en het excentriek genie, Richard Wag ner. Hoe groot het geestelijk contact was tus schen den koning en Richard Wagner bewijst de inhoud van sommige der koninklUke brie ven. Toen Wagner, niet zonder eigen schuld, de stand München moest verlaten, was de ko ning „van binnen gebroken”, zooals hü dit zelf uitdrukte, en het is zeker, dat de vorst hier onder heeft geleden. Doch zelfs deze koning was niet bü machte Wagner te München te rehablllteeren, en ook de koningin-moeder, die zoo veel voor den jon gen vorst gedaan kon krUgen, wilde van een eerherstel niet hooren. De moeite, welke de koning voor Wagner deed, was dus vergeefsch. HU schreef den jongen musicus, wat hu voor hem had gedaan en in een bloemrijke taal antwoord de Wagner, dat hü des konlngs bemoeiingen ten zeerste op prUs stelde en hem voor alles, wat hU voor hem deed, ten hoogste dankbaar was. Toch is er tusschen deze twee vooraanstaande persoonlUkheden wel eens eenige spanning ge weest, die de hechte vriendschap dreigde te verstoren. Dat was in den tUd, dat Richard Wagner zün betrekkingen met mevrouw von Bülow voor den vorst absoluut geheim wilde houden. LodewUk, een goed opmerker,- las tus- schen de regels van Wagner's brieven uit dien tijd, dat zün vriend hem iets te verbergen had en dit maakte hem neerslachtig. De brieven van den koning aan mevr. Cosima Wagner bleven echter in denzelfden hartelUken en oprechten trant. De reden van 's konlngs ontstemming lag evenwel In het feit, dat zün beste vriend hem iets ven.weeg. terwül hü zün geheim niet eens onopgemerkt kon houden. Nogmaals wekte Wagner de ontstemming van koning Lodewjjk op. toen Wagner's artistieke trots hem te ver dreef tegenover degenen, die in de wereld boven hem stonden. Zooals bekend werden de eerste opvoeringen van „Rhelngold” en „Walküre", op uitdrukkelUk verzoek des ko nlngs, in het Münchener Hof-Theater gehouden. Wagner was over dit besluit niet tevreden en schreef dit aan den koning: „Ik ben tot Uw dienst. De opvoeringen zullen plaats hebben te München, de stad, die ik niet liefheb en die mU niet leefheeft. Ik ben er over ontstemd. Voor- loopig zal ik mün vertrouwelUke corresponden tie met mUn koninklijken vriend moeten sta ken....* Er volgde een pauze van een half Jaar. En het was weer de koning, die het eerst toenadering zocht. HU schreef aan Wagner: „Wanneer ik u bU de laatste opvoeringen heb gekrenkt, dan bid ik u opi vergeving. Dit was niet mün bedoeling. Door bUzondere omstan digheden, welke niet te omzeilen waren, moes ten uw laatste premières te München plaats heb- ,Js het je dan nooit Ingevallen, dat juist door die regelmaat van bezigheden leder op z’n beurt hier ook weer eens een uur vrU heeft?” „Wit je nu ook praat of niet, ik vind, dat JU althans niet al dat meidenwerk moest doen en ■Is ik eens met vader alleen ben, zal ik hem dat ook zeggen. HU moest Iriya verkoopen." .Maar je vergeet, dat we hier zUn ter wille van moeders gezondheid en nu wü haar zooveel voelen we ons al dubbel en dwars .Moét? Moét?” riep Bvelyn. „Houd toch op met dat onuitstaanbare woord!" „Het is het mooiste woord van de heele taal,” zei Mary. „Als dat „moet" beduidt, dat je den geest moet bepalen bü hulshoudelüke banaliteiten, dan zal ik nooit dat punt bereiken!.... Arm kind, al ben je ook vier en twintig, je bent nooit in’de wereld geweest, anders zou Je het wel niet in het hoofd krUgen. om mü te willen verzoenen met een bestaan, dat geheel opgaat in de nulli teiten van het huishouden.” .Juist omdat ik nu al vler-en-twintig jaren geleefd heb. ben ik tot de ontdekking gekomen, dat het geluk bestaat in je plicht te doen en wel den plicht, die het dichtst bU de hand is. zonder er bU stil te staan, of dié nu wel vleiend ia voor je üdelheld." „Nu, ik kan daar dan niet tevreden mee zijn! En ik geloof, dat JU toch ook wel wat meer geluk verlangt.” ,Jk geloof, dat voor ons ieder oogenbllkken van geluk komen. Maar in afwachting daarvan, moeten wü trachten, onszelf zooveel mogelük te vergeten." .Dat is alles heel goed voor menschen, die niet weten, wat zü verlangen. Maar ik wel. Ik wil de kans hebben, om aan mün bestemming te kunnen voldoen. Ik wil een poëtisch leven lei den, kunnen genieten van al het schoone, dat de aarde biedt. Ik ben nu op het oogenbllk maar bang. dat.ik door overhaasting.mün kans soms bederven zou.... door....** „Door wit?” ben. ik ben zeer benieuwd naar uw nieuwe scheppingen en verlang naar de bUwoning der eerstvolgende opvoeringen Bayreuth zonder koning LodewUk, die zoo veel voor Richard Wagner, den grilligen, lul- migen componist, heeft gedaan, bestaat niet. In den tijd dat Wagner zUn .Lohengrin” en zUn ..Tristan” schiep, heeft de vriendschap met dei\ koning veel Invloed op zUn werk gehad. Toen LodewUk Wagnert .Lohengrin” voor de eerste maal had bügewoond. schreef hU aan een vriend „Gottliches Werk! Wundervoll!” Het mag waar zijn, dat koning LodewUk niet bepaald een zeer muzikaal mensch was, maar zün liefde voor Wagner's muziek was echt, al sproot zü dan ook grootendeels voort uit een hechte vriend schap met den componist. LodewUk, zich volkomen bewust van zün vor- stelUke waardigheid, was een jongeman, die door niemand wilde worden becritlseerd. Maar het is bekend, dat de excentrieke Richard Wag ner vaak heel wat onbeleefdheden In zün brie ven naar den vorst dorst schrijven. Tegenover Wagner stond hü als een gewoon mensch, niet als hooggeplaatst persoon. Vandaar, dat de brie ven dezer beide menschen zulk een volkomen vrijen, eerlUken inhoud hebben, die spreekt van mensch tot mensch. Vandaar dat de correspon dentie zoo waardevol is. „En nu zit ik hier gevangen in een doos met oud kapot speel goed, en ik weet niet hoe Ik hier uit moet komen,” eindigde Pol zün verhaal. terwül hu rijn wenkbrauwen fronste. Ook het muisje dacht ingespannen na, hoe zü haa/* vriendje zou kunnen helpen.. Den volgenden morgen brief open en las: „Ik heb den hoed absoluut herkend, het ze kerst op de plek, waar ik eens met benzine een roestvlek wilde verwUderen; deze plek is daar door lichter geworden. MUn vader heeft 'm op een avond ergens laten liggen en was te laks geweest, om er een onderzoek naar in te stellen. Maar dat. zoowel als de heele hoed, liet mU ta melijk koud. Maar: waarom hebt U gelogen om zoo’n kleinigheidje en dan nog wel met zoo’n eerlUk gezicht? Dat begrijp ik niet. Van alle ongerechtigheden ter wereld- vind ik de leugen het ergste, ook de kleine, ongemotiveerde leu gen. Daarom wensch ik U niet meer te ontmoe ten en verzoek ik U ook, mU niet te schrijven..- HU schreef geen regel, maar liep spoorslags met den hoed In zUn hand naar den vader van het meisje, ‘gaf de familie een lange, psy chologisch opgestelde verklaring van het moei lijke geval en mocht den hoed als aandenken behouden. Aangezien hoeden echter in den loop van den tUd toch eenmaal geheel en al verdwij nen, vond hU bet twee maanden later beter, de z dochter als herinnering mee te nemen. beter zien, beloond!" -Maar nu moeder zooveel beter is, waarom zul len we dan hier blUven wonen?" Mary keek naar de klok en stuurde nu ook Rosamond weg. Jk schijn je nu eenmaal altUd boos te moeten ®*ken," zei Evelyn verontschuldigend. .Maar dat komt: er is ook zooveel, dat mU hindert en dat maakt mU prikkelbaar. Wélken kant ik ook uitkUk, het leven lukt mU steeds een blinde muur!" ■Als je maar den weg gaat, dien je moét fs*n, dan zal je er wel een anderen kUk op Mr. Thorburn zUn best, om gelijke aandacht te schenken aan de dames in huis. Toch merkten dokter Underwood en zUn vrouw heel goed, dat Evelyn de uitverkorene was bU hem. Mr. Thorbum ging dikwUls mee met dokter Underwood of Mr. Stogdale, als zU nü hier din daar moesten zUn voor hun werk; en ook zat hU in de veranda met Mrs. Underwood en Grace te praten, die wegens haar zwakke gezondheid nogal ontzien moest worden. Evelyn was gedu rende de ochtenduren ook in huls bezig; maar 's middags was zU altijd vrU- Mary werd den heelen dag door huishoudelUk werk in beslag genomen, maar gelukkig scheen haar gezondheid er niet onder te lUden. Avonds vergezelde Mr. Thorbum Evelyn en Grace op haar ritten te paard. Dat wil zeggen: Grace was die kunst al machtig, maar Eve’yn mocht hU leeren rUden, wat hem een waar ge not was. Toch waren er oogenbllkken. dat zU zóó duldelUk zUn belangstelling en bewondering voor Grace zag, dat zU er zich veel minder zeker van voelde, dat zU de uitverkorene was, dan op dien avond, toen zU overleg pleegde met Mary. Na een langen rit liet Evelyn zich overreden, den tuin eens in te gaan met hem. Het was een prachtige mane-xhsjn en zU be greep zeer gord dat deze wrndc ing een end oogenbllk voor haar „■'du 'd- Als Koert nu maar verschillende hoeden ge had had. was bet niet zoo erg geweest. Dan had hU den „vreemdeling" thuis gelaten. Mamr hU hield er uit principe slechts één hoed op na en ais deze al te oud werd, kocht hU na heel lang talmen een nieuwen. In leder geval duurde het weken, eer Koert zich vrU kon maken van het gevoel, op den vol genden straathoek den eigenaar van den hoed te ontmoeten, woorden te moeten stamelen en onaangename opmerkingen aan te moeten hoo ren. Weer wat later stond bU hem vast, dat x w oert Nieuwveld leefde tamelUk terugge- trokken, meer dan men van een 30-jarige a- ZOU verwachten. Slechts eens In zUn le gen, op een dag in de vroege lente, nu vier jaar geleden, was hU verliefd geraakt. Dien dag ver gat hU niet. ZU was zeer jong, zoo Jong zelfs, dat men er nauwelUks aan durfde denken, met dit meisje te willen trouwen. Tenminste, zoo was het met Nieuwveld gegaan. Daarom keek hU haar een heelen avond aan, danste zelfs een wals met haar, maar door de plotseling optre dende schuchterheid beleedlgde hU het vroolUke rhythme van Strauss. Dan bracht hU haar naar haar plaats terug. waarbU hU twee buigingen maakte, één voor haar, de andere voor haar ouders. HU zag haar nooit meer. Haar naam kende hU niet. Het toeval. waaraan jonge menschen zoo graag gelooven. liet hem in den steek. Zoo verliepen er vier jaren. Op een avond zat hü in een café en wilde als laatste gast de zaal verlaten. HU liep naar den kapstok, maar de hoed, welke er nog aan hing, was niet de züne. „U kunt 'm bü gelegenheid wel eens terug brengen en 'm dan voor Uw eigen verruilen.” zei de kastelein. Koert knikte. En met den vreemden hoed op zün hoofd begaf hü zich naar huis. De hoed zat ’m niet en hU verlangde naar het oogenbllk. dat hü rijn goeden, ouden vilt hoed weer terug zou hebben. Driemaal In een week bezocht hü het café en de volgende week zelfs vier keer; toen gaf hU het maar op. Op deze manier werd de hoed hem veej te duur. Eigenaardig, dacht hU, mün vllthoed was lang zoo goed niet meer als deze Waarom brengt de vinder ’m dan niet terug? Of zou die niet weten, in welk café de verwisse ling had plaats gevonden? Voor Koert was de situatie intusschen pünlUk. De hoed hoorde hem toe en hoorde hem niet toe. En hoe ge- makkelUk zou het niet kunnen gebeuren, dat W. Prins. Amsterdam, naar de Vereenlgde Staten om daar In Minnesota met de Chicago-Milwaukee and St. Paul Railroad Company over den aankoop van land te onderhandelen. ZU werden In Chi cago gastvrü ontvangen en ontvingen daar een kaart van de gebieden, welke in bet bezit van de maatscbappU waren. Spoedig daarop waren de beide ondememlngslustige Nederlanders ge reed, om hun uiterst moellüken tocht te ma ken. Op hun reis van Olivia naar Wllmar kwa men zü door uitgestrekte prairiegebieden, waar in het gras zoo boog stond, dat het reikte tot aan de ruggen van hun paarden. Menschen woonden er niet In deze streek. Als uitgestorven lag het land. Zelfs zagen zü geen kudde buf fels. Inderdaad, dit gebied zag er zeer ongastvrü uit en de heer Prins krabde zich bedenkelük achter het oor. ^n deze woestenü zün geen za ken te doen", meende hü- Maar Theo Koch was van andere meening en stond er op, dat men verder reed. Nadat zü dagenlang door de prairie geréden hadden, zagen zü in de verte een heuvel lig gen. En aan den voet van dezen heuvel ont moetten zü zelfs een man, die voor zün hut zat De man vertelde, dat hü een Zweed was en Eriksen heette. Hü was naar dit gebied ge komen. om het land in zün bezit te nemen. Tci^hü echter hoorde, dat dit pralrie-gebied rcMf^het eigendom van een spoorwegmaat- schappü was, moest hü zün plan wel opgeven, wat hem overigens zeer speet, wül hü meende, dat men van dit gebied iets goeds zou kunnen maken. Indien tenminste de spoorwegverbinding verbeterd werd. Het gelukte Koch spoedig daarop, met de spoorwegmaatschappü een verdrag over den aankoop van een bepaald stuk land te slui ten. Het verdrag kwam tot stand, nadat de belde Nederlanders bun instructies uit het moe derland hadden ontvangen. Telegrammen gin gen over en weer. Het geld werd gestuurd. En in de volgende jaren kochten de beide mannen er steeds meer land bü- Maar nu had men boeren noodlg. die bereid waren zich in dit gebied te vestigen. Tot dit doel stichtten de beide Nederlanders in de South Clark Street te Chicago een bureau, dat al spoedig fMnke propaganda ging maken. In het büzonder richtten de beide mannen zich tot hun landgenooten, die zich reeds vroeger in Michigan, Indiana, Illinois en Iowa hadden ge vestigd. In den zomer van het jaar 1885 von den zü ook de eerste farmers, die naar het westen wilden trekken. Maar daarbü bleef het voorlooplg en al spoe dig bleek, dat de zaak volstrekt niet zoo een voudig was. als de belde Nederlanders het zich hadden voorgesteld. De meeste boeren vonden de prijzen voor den grond te hoog, de streek te veel afgelegen en de verbindingen te slecht. Maar Theo Koch gaf den strüd niet op. Hü Weer wat later stond bü hem vast, dat deze hoed werkelUk zün eigendom was. Hü nam zich voor, eventueel te ontkennen, dat het zün hoed niet was. Slechts op deze wüze slaagde hü erin, alle aanvechtingen te overwinnen en zün medemenschen vrü in de oogen te zien. Maar op zekeren dag geschiedde het wonder. Op een tentoonstelling ontmoette hü het verlo ren meisje zün stille liefde. En omdat hü weer niet vier Jaren wilde wachten, schoot hU zün pUl met meer moed en grootere trefzeker heid af dan destüds tijdens den wals van Strauss. Het meisje ging een wandeling door het park met hem maken en toen zü moe werd, gingen zü op een bank zitten. Midden la het gesprek werd Koert vreemd te moede vroeg ze. als j terloops. maar dan steeds aan- dringend naar ATT T7 A T5^\1LT1LT'E’°P ■9° ingevolge de venekenngzvoorwaarden tegen p levenslange geiieele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 m een ongeval met <1 tf<1 <»tek*llen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen vVe verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen vFVre doodelljken afloop ben ik juist hier gekomen, om het je te vertellen. Maar tot nog toe hebben we haast niet anders gedaan, dan gekibbeld." .Al verschilden we nu van opvatting, daarom hebben we nog niet gekibbeld. Maar vertel nu eens even, wat je zoo hindert. Evelyn?" „Och, ik schaam mü eigenlijk, om het uit te spreken. Maar ik zou waarlük zoo graag eens een goeden raad hebben. Weet je, wat ük be doel?” .Ja," zei Mary zacht en na een kleind pauze. ,Jk dacht, dat je heel gelukkig was; Je leek zoo opgewekt. Ik mag hem heel graag.” ",Jk bén ook gelukkig In zekeren zin. Maar zou dit wel het geluk zün, dat ik verlang? Ik verwacht heel wat van het leven. Maar nu ben ik zoo bang, dat. als ik al het andere had. en Ik liet dat eene voorbijgaan, dat ik dan het ware genot van mün andere gaven ook niet zou heb ben. Ik zou wel eens willen weten, wat ik nu het hoogste moet schatten.” .Laten wü duldelUk uitpraten,” zei Mary. ,Jk geloof ook. dat je voor een moe 11 Uk geval staat. Maar onder het spreken er over wordt het je misschien zelf duldelUk. welken weg je volgen moet." ,Jk ben blü. dat Je tenminste niet uitgaat van het standpunt, dat leder vrouw haar geluk moet vinden In den hulselüken kring. Ik weet niet, of ik tevreden zou zün, als ik niet trouwde. Maar ik weet zeker, dat ik mü niet zou kunnen bepalen tot het saaie sleurleven van de dagelüks weerkeerende hulaelüke plichten." .Je bent nog te jong, Evelyn, om een dergelUke wilde er zich In geen geval onder laten krij gen. Dóórzetten dat was zün eenige doel. Na langdurige onderhandelingen gelukte het den Nederlanders elndelUk de maatschappü zoo ver te krUgen. dat zü de spooriün doortrok. Bo vendien hadden zü reeds plannen voor de stich ting van een stad in hun zak^ Intusschen keerde Koch echter eerst nog eens naar Nederland terug. Daar trad hü in het huwelük met Clara Hoebora en tezamen met zün echtgenoote trok hü daarop weer naar de Vereenlgde Staten en wel direct naar Minneso ta. naar ,zün land.” Daar was reeds een kleine nederzetting ontstaan, die van dat oogenbllk af steeds grooter werd. Ter eere van zün Jonge vrouw noemde hü haar Clara City. Toch kwamen er nog vele tegenslagen. Zoo ontstond er eenige malen een gevaarlüke pral- riebrand. Maar de Hollanders waren taai. Zü zagen er niet tegenop, het werk van voren af aan opnieuw te ondernemen. Zoo groeide Clara City van jaar tot Jaar. Nieuwe farmers kwamen en vestigden zich voor goed In dit gebied. Op het oogenbllk is Clara City vUftig Jaar oud. In dien tUd is de stad tot een belangrijk agrarisch centrum geworden. Naar aanleiding van dit jubileum heeft „The Clara Herald" een extra nummer uitgegeven, waarin de geschiede nis van de stichting der stad uitvoerig beschre ven wordt. Helaas kan de stichter Theo Koch. die kort geleden zün gouden bruiloft heeft ge vierd. dit alles niet meer lezen, want hü is volkomen blihd geworden. Mevrouw Clara leeft nog aan zün züde. Een stad draagt haar naam en zal dezen blüven dragen, ook als zü zelf reeds lang niet meer is. 2/c7

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 9