3ïet a&fiaal oan den dag
De avonturen van Stan en Pol
.1
r
I
I
I
I
SI
PLICHT en
naar het Tgéluk
i
Over hoat en boter
,4
a
DUITSCHE ECONOMIE
LUCHTBESCHERMING
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
p
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1937
i
Mgr. dr. Beyens
De Martelaar
Een huldeblijk
n
tl
Aalbessen jam
Oorkonde H. Doopsel
1
1
-
0
a
me
ENCELSCH --
1'
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
i
zyn
die
SS
enkele
beval hij den
een
k
,ts
k
(Nadruk: verboden.)
B
r
1
4
239
Voor een bewaarschool, dat tevens een school voor grootere
too vers tafje
had
van
maakten ze daarom maar een afscheidsgroet.
„Best, zet Stan en de vriendjes gingen elk huns weegs.
Roger
1
5 Januari
14
tot
juist
B
12 Januari
>»d
S Januari
t
ie
i
t
1
s
reeds een veilig plaatje voor den dag opgezocht en daarom
konden de kabouters geen afscheid nemen. Van graankorrels
kinderen was. bleven de vriend Jes staan. Ik heb wel eens sin
om bij de kleintjes rond te neuzen," zei Pol, ga JU dan zoolang
eens tyj de grooten kijken, dan vinden we elkaar later weL"
1
t
1
1
1
1
i
1
1
i
a
a
a
„Loyoia”, te Springwood het noviciaats-
huis van de Vrouwen van Nazareth In
Australië
Hebben wij gevaar te duchten
Uit Gods vrije, wijde lucht.
Waar de vogelen des hemels
Dartelen in speelsche vlucht;
Uit het rijk der zonnestralen.
Die gezondheid, levenskracht
Brengen met hun lichte blijheid
Na den donk’ren, somb’ren nacht;
Waaruit zachte, milde regen
Op ons neervalt, koel en frisch.
Om de aarde te verschaffen
Vruchtbaarheid en lafenis?
Moeten wij gevaren duchten
Van een wreeden, gruwb’ren dood.
Uit het luchtruim, zoo oneindig.
Indrukwekkend schoon en groot?
Worden dan die held’re sterren
Van hun schittering beroofd.
Waar het kinderlijk vertrouwen
Ons den Hemel had beloofd?
Moge dit aan ons voorbij gaan!
Blifve zóóiets ons bespaard!
Vrede zij er in het luchtruim.
Vrede zij er op de aard'!
HERMAN KRAMER
dergelijke
hield
van toon dan hetgeen zij als ontboezeming gaf
gedurende de weken die onmiddellUk volgden op
Rogers bezoek.
Hetgeen Thorburn te lezen had gekregen, toen
hij dien vorigen avond om tien uur Evelyns dag
boek was begonnen luidde:
legde teeder het open boeit op zijn
knieen, terwijl hjj zich overgaf aan de ontroe-
die Evelyns woorden by hem gewekt
he
lur
toegeeflijkheid
martelaars -
Gedurende eenige avonden ben ik te druk
bezig geweest, dan dat Ik een regel op papier
kon zetten, die mijn liefste zal kunnen lezen
in de gelukkige dagen, die komen zullen, als
wij elkaar weer mogen ontmoeten.
Nu, beste Evelyn, moet ik herroepen, wat
ik tot Je gezegd heb. toen wy langs den vijver
liepen. Dierbaar als je mij bent, weet ik, dat
•e
j
-10
-10
-17
L I
tte
»P
iet
lo-
ler
de
le
en
d-
JO
fc-
Toen Evelyn eindelijk in bed lag, kon zij niet
slapen van opgewondenheid; ondanks al haar
pogingen om haar geest te bepalen bU het een
of ander kalmeerend onderwerp viel haar tel
kens weer een passage van haar eigen dagboek
in. ZIJ wist zeer goed, dat hetgeen zy de laatste
weken geschreven had aanmerkelijk kouder was
De kerkelijke k&nstenaar Herman Walstra te
Utrecht heeft de gedachte gehad een oorkonde
te teekenen, als herinnering aan en bewijs van
het Heilig Doopsel. In deze oorkonde is plaats
voor den naam van den doopeling, voor de na
men van de ouders, voor den datum, den naam
van den priester die het H. Doopsel toediende,
voor dien van de kerk waar de gebeurtenis
plaats vond, voor den peter en de meter.
De Federatie van Liturgische Vereenlglngen
In Nederland hechtte hare goedkeuring aan
het ontwerp, evenals de R. K. Kunstenaarsver-
eenlglng. Belde vereenlglngen gaven toestem
ming, de oorkonde te voorzien van haar stem
pel.
De oorkonde is verlucht met een religieusa
voorstelling en wordt in twee uitvoeringen, een
gekleurde en een ongekleurde, in den handel
gebracht
De uitgeefster Is de NV. J. H. van Wees Jr.
te Utrecht.
Den volgenden morgen waren ze reeds vroeg wakker. Ze
hadden heerlijk geslapen. De familie van Knabbelen
atholleken, God heeft alleen aan
onze Kerk de eenige eeuwige waar
heid gegeven om haar te dienen, te
beschermen en te verspreiden. Waakt
en bidt in het vertrouwen op Christus'
woord, dat de poorten der hel. on
danks alles, haar nimmer sullen over
weldigen.
geest, dat ik alles om mij heen vergat voor
wat JU toen zei en ik toen voelde."
....Je gebruikt de wapenen van een vrouw.
Evelyn, en Je weet ze te hanteerenf
Wat zie ik er vol vreugde naar uit dat ik
Je handen in de mijne aal houden en Je in de
schoone oogen mag kijken."
ten aan haar die mj) steeds vervuld hebben,
sinds wij gisteren scheidden; de gedachten,
die mijn grootste troost zullen zijn, tot wij in
Mei elkaar weer zullen ontmoeten. Ik denk,
dat ik wel eindigen zal, met haar te gehoor
zamen. ofschoon Ik my nu nog niet kan voor
stellen, dat ik den moed zal hebben, om steeds
alles neer te schrijven, zonder eenige hoop, dat
zij een woord zal lezen van al wat ik haar
die vier lange maanden schrijven zal. Ik geloof
niet, dat het in den aard van den man ligt,
om zulke ontboezemingen te doen op papier,
althans ligt het niet in myn aard, en
ik vrees, dat mijn Evelyn teleurgesteld zal zijn
door het schijnbaar koude van mijn toon.
Toen ik vanavond terugging van kantoor,
dacht ik Ineens, hoe zoon thuiskomst mis
schien over twee jaar voor my kan zijn, als
ik al van verre een geliefd gezichtje naar mij
zie ultkjjken tusschen de gordijnen en dan
later de deur voor mij geopend vind, als door
een onzichtbare hand, en ik dan uren van
onuitsprekelijke zaligheld tegemoet ga, haast
te schoon, om tot waarheid te kunnen warden I
Myn geliefde Evelyn heeft mij bevolen, om
W» deze bladzijden bloot te leggen de gedach-
verlge stem: waarom verlos je me niet, mijn
God?" Een oogenblik hield de woesteling zijn
mond dicht en dan kwam hy fleemen: „Zeg
my. wie je helpers xyn, dan zal ik je laten zien,
dat mijn hand machtlger is dan die van Jouw
God, want met myn eigen hand zal ik je dan
bevryden.
De soldaten lachten. Pjotr Gogol had veel
m de melk te brokkelen en was voor promo
tie een onmisbare hindernis. De gekwelde pro
beerde zyn gezicht op te heffen
„Waarom wil Je dan kermen en bloeden?
Doe wat ik je zeg en morgen kan je je oogen
otnhqog.
de diepe
groeven drupte 1
zweet en ver
mengde zich met
Pol zei: ,Ket allereerste wat ik doe, is myn
halen, want dan kan ik niet meer tegen men zin opgesloten
worden." Daarna gingen ze weer naar de stad, waar ze Juist
aankwamen, toen de kinderen na hun vry speelkwartlertje
weer in de schalen terugkeerden.
In het eerst toen Je weg was. voelde ik
my erg saai; later zeer ongelukkig en om die
beide gevoelens van my af te schudden ga ik
dus maar gauw aan je schryven, al zal Je
Je het dan ook pas in Mei onder de oogen
krijgen.
Dat vader nog niet zyn toestemming heeM
gegeven tot onze officlëele verloving berust
daarop, dat ik te weinig van Je weet, om nu
al, voor goed, myn woord te verpanden.
Moeder bracht mjj onder het oog, dat jy my
ook maar op goed vertrouwen hebt gevraagd.
Maar, als wy nu niet in de gelegenheid zyn,
elkaar te ontmoeten, hoe zullen wy elkaar dan
nader leeren kennen. In ieder geval zal Ik
myn beschouwingen en opvattingen hier voor
Je bloot leggen, net als ik ze voel.
Als door ons eigen toedoen, of door de een
of andere onvoorziene omstandigheid wy ooit
soms gescheiden mochten worden, dan weet
Ik, dat ik nooit weer liefde zou kunnen voe
len. Ofschoon ik ook verschrlkkeiyk sou op
alen tegen het saaie, huiseiyk leven, dat een
ongetrouwde vrouw leidt, sou ik er ook niet
aan denken, om ooit het leven te willen door
gaan aan de zyde van een man voor wien ik
niets voelde.
heeft de Duitsche regeering een nieuw be
sluit af gekondigd, volgens hetwelk „ook ge
bruikte vaten voor de verpakking van
boter mogen warden gebruikt.” Dit was tot
dusverre verboden, daar boter in gebruikte
vaten gauw ranzig wordt.
De Duitscher zal dus thans ranzige boter
op zijn brood moeten smeren.... als er
tenminste nog boter is.
Zou bet niet verstandiger zijn indien de
leiders va^i het Derde Rijk, inplaats van
zich teil koste van veel welvaart tegen een
oorlog té wapenen, een oorlog geheel zoch
ten te vermijden door in hun optreden
naar binnen en naar buiten wat minder
aggressief te zijn?
Zondag, 22 Augustus, wordt in Nancy
standbeeld voor den uitvinder van de aalbes
senjam. een zekeren monsieur Lamothe, voor
malig keldermeester van den hertog van Lo
tharingen. plechtig onthuld. Hy moet in het
Jaar 1364 als eerste getracht hebben, aalbessen
te ontpitten en tot Jam in te koken.
De Franschen. die van oudsher als meesters
in de kookkunst bekend staan, leveren met het
standbeeld van Monsieur Lamothe een nieuwe
bijdrage voor den cultus, die te allen tijde
rondom da stenen vah de culinaire kunst is
beoefend. Reeds by da cultuurvolken van de
Oudheid stond de kookkunst in hoog aanzien.
Nancy staat met dit eerbetoon aan den uitvin
der van de aalbessenjam dan ook niet alleen.
Zooals bekend, noemt men thans nog een ken
ner van byzonder geslaagde gerechten een Sy-
e knieën van den pastoor sidderden en de
1 koude lucht, die door zyn sjovele kleeren
-L-' drong, deed hem beven, zyn voeten wei
gerden verder te gaan, maar de soldaten trok
ken hem voort, zonder ophouden, ver weg uit
het dorp, waar een bange menschenmenlgte den
Almachtige om erbarmlng smeekte.
De weg steeg. Boven ruischten de takken van
de boomen en de Jonge takken, die als halmen
door den wind gebogen werden, maakten een
zwiepend geluid. Plotseling scheurde het dichte
wolkendek als wilde de hemel het drama aan
schouwen en getuige zyn van de marteling van
den priester.
Het sweet druppelde den priester van het
doodsbleeks gelaat. Zyn lippen, die uitgedroogd
en open waren, fluisterden als die van een
stervende. Zachte manestralen maakten het
tooneel nog aangrijpender en teekenden tegen
den nachteiyken hemel een forschen paal scherp
af.
..Bindt hem vast!" beval Pjotr Gogol, com
mandant van dentroep. Enkele soldaten wierpen
hun geweren op den grond en trokken oen
pastoor ruw zijn warme overjas uit; dan bon
den ze het lichaam aan den paal vast, zóó ste
vig, dat er een Simson-kracht voor noodig ware
geweest, om los te komen. Een pyniyk vertrek
ken van de mondhoeken was de eenige reactie
op deze beestachtige behandeling. Zyn hoofd
hing diep naar beneden, zoodat zyn gezicht'al
lengs de onbestemde kleur kreeg van iemand,
die den verstikkingsdood gestorven is. Een be
angstigend kreunen was t eenige levensteeken
van dezen gefolterden mensch.
Pjotr Gogol, de geweldenaar, ging voor hem
staan. .Kijk me aan!”
Het hoofd zakte nog dieper weg.
„Kyk me aan, hond!" snauwde hy opnieuw.
Nogmaals schreeuwde Pjotr Gogol. Allen haat,
die in hem was, legde hy in zyn stem, zoodat
deze in een rauwen kreet oversloeg. Dan sloeg
hy met zyn volle vuist tegen het hangende ge
hot hoofd rukte zywaarts en gleed dan
hier slechts aan den beroemden Franschen kok
Vatel, die zelfmoord pleegde, omdat hy den
smaad niet te boven kon komen, dat by een
feestmaal, dat Lodewyk XIV ter eere van Con-
dé had aangericht, een gerecht van zeevisch
niet tydlg op tafel was verschenen.
Een waar veldheer van de keuken was Mom-
mlrel. Waarheen deze meester ook werd ont
boden Parijs. Rome en Weenen riepen om
stryd zyn diensten in overal nam hy een
heelen generalen staf van koks met zich mede.
Keizers en-konlngen wierven om de gunst van
Anton Varème. die aanvankelyk voor 'n maan-
deiyksch salaris van 2400 francs voor Tsaar
Alexander van Rusland kookte, doch door Ko-
nlng George van Engeland tegen een Jaarwedde
van 1000 pond sterling van het Russische Hof
werd weggelokt, tot ten slotte de bankkoning
en industriemagnaat Carème hem met
millloenen voor zich wist te veroveren.
Deze meesters van de gastronomie,
allures op nahielden als tegenwoordig
filmsterren zich
bQ veilles van Mn hand,
•en voet of mb oog.
In de middeleeuwen kende men
culinaire uitspattingen niet meer. Wel
men ook toen nog van goed eten en drinken,
doch nu kwam het meer aan op de hoeveel
heid dan op de kwaliteit. Tegenwoordig kun
nen wy ervan rillen, als wy hooren, wat er
bijvoorbeeld op een vorstenbrulloft in de mid
deleeuwen allemaal door de keel ging. Dui
zenden gebraden ossen, varkens en kalveren,
wildbraad in onnoemelyk aantal en reusachti
ge vaten vol wyn en bier werden niet zelden
in enkele dagen tyds door eenige honderden
gasten verzwolgen. Niettegenstaande deze
zwelgpartyen, waarby voor een werkeiyke eet
cultuur geen plaats meer was, hebben er ook
van dien tyd af tot op heden toe ware mees
ters In de gastronomie bestaan. Wy herinneren
ATT E* A MNïÊ op blad ingevolge de verzekenngrvoorwaarden tegen T7 7^0 levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door T7 7^Xï"l een ongeval met 17
/Al zl <r, ADUINnE O ongevallen verzekerd voor oen der volgende ultkeerlngen verllee van beide armen, beide beenen of belde oogen UU»“ doodehjken afloop
laat;
weer terug.
„Wie zyn je helpers?" siste Gogol den pas
toor in het oor.
Geen antwoord.
,Je zult vry zyn, als Je het zegt."
Doodsche stilte. Gespannen keek Gogol toe.
Het leek hem of zyn slachtofefr wilde spreken,
want de lippen gingen open, de tanden werden
zichtbaar, doch slechts enkele bloeddruppels
gleden er tusschen door.
Gogol meende hieruit eenige
te kunnen concludeeren, hief het
hoofd omhoog en vroeg „Waar geloof Je dan
aan?” Nog eens herhaalde hy zyn vraag.
.Kan God," mummelend, maar voor Gogol
niet minder verstaanbaar klonken deze gehate
oorden, die hem eensklaps weer in een waren
demon veranderden.
„Roep hem dan, idioot I”
„Hy is by my by my.” klonk het nog
eens als een bevestiging. Maanlicht viel op het
vale gelaat, waarvan bloed druppelde. Pjotr
Gogol liet het los, zoodat het terugviel op de
borst en dof naklonk.
„Hy is by my," bekende de lydende
opnieuw.
„Let op, Idioot," schreeuwde Gogol, „H ben
by Je en zeg je: als Je my vertelt, wie Je hel
pers waren om een revolutie te beginnen, dan
zal je vry zyn! Heb je dat gehoord?"
„God God is by myi" Een korte kreet, die
een zee van zielepyn en llchaamsellende uit
stootte, kalmeerde Gogol voor een oogenblik.
Maar dan begon hy zyn geniepige plageryen op
nieuw.
„Waar is die groote onbekende dan wel, ik zou
graag eens met hem kennis maken!"
De martelaar zweeg. Gogol rukte een soldaat
het geweer Uit de hand en gaf den priester met
de kolf een harden stoot in de zy.
„Ik zie hem niet, jy wel? Ik zie niets! Heele-
tnaal niets, versta Je!"
..By my
„Vervloek dien God dan. die je laat hangen
en uit lafheid onzichtbaar blijft! Vervloek hem
dan toch! Vloek! Vloek! Roep dan met Je ral-
bariet By de oude Grieken, die hun beste
koks, evenals hun beroemde sportflguren en
oorlogshelden met lauwerkransen, het teeken
van het hoogste eerbewys, tooiden, gold name-
iyk Sybaris als .Jconlng" van de fynproevers.
Ja, de waardeering voor de gastronomie ging
in die dagen in Griekenland zelfs zóó ver, dat
men voor de uitvinding van nieuwe gerechten
niets meer of minder dan patenten verleende.
Een heel Jaar lang mocht geen andere kok op
deze wyze „wetteiyk beschermde" gerechten
toeberelden.
Wat Sybaris by de Grieken was, was Lucul-
lus by de oude Romeinen, zyn naam is even
eens tot op den huldigen dag bewaard geble
ven. wy spreken nog van een „Lucullusmaal",
als wy de gastronomische genietingen van een
byzonder uitgelezen diner willen omschryven.
De oude Romeinen waren trouwens meesters
in het zwelgen. Hun gelagen duurden dlkwyis
dagen en nachten achtereen, waarby de spy-
zen niet zittend, doch In liggende houding, op
zachte kussens, werden genoten. Was men ver
zadigd. zoodat zelfs de geraffineerdste lekker-
nyen niet meer smaakten, dan liet men zich
door speciaal hiervoor aangestelde slaven zoo
lang met *n pauweveer.in den hals kiete
len, dat men moest overgeven, waarop het ge
lag kon worden voortgezet Een onmatigheid die
walgiyk werd.
ik Je, als Je dit verlangde, Je vryheld zou kun
nen teruggeven. Naarmate de liefde inniger
wordt, wordt ze gelouterd van zelfzucht. Al
moet ik nu ook toegeven de waarheid van je
vaders beweringen betreffende je Jeugd en je
onervarenheid en de noodzakelykheid, om Je
vryheld te geven, om te kiezen tusschen de
mannen, die onder de bekoring van Je schoon
heid en lieftalligheid geraken, blyft het een
feit, dat het ’t gevoel is en niet de belofte,
die bindt
Een tydje geleden had ik haast gewenscht,
dat je maar niet in Irlya gekomen was. waar
door ik myn leven aan Je verpand heb.
Daarmee wil ik niet zeggen, dat ik nu wen-vh,
nooit geluk gekend te hebben, maar ik weet
wèl, dat ik my myn volgend leven heel anders
had voorgesteld, vol eerzuchtig streven. Toch
kwam geen van die toekomstdroomen ooit het
geluk naby, dat my doorstraalde, op dien
avond, toen je die enkele woorden tot my
sprak: ,Ik heb Je lief."
In dezen g;est wazen de aanteekeningen in
Evelyns dagboek gedurende de eerste paar
weken. Toen volgde de mededeellng van haar be
sluit om de haar Ingeschapen zelfzucht te over
winnen en Mary te helpen.
Roger was één en al bewondering voor die
zelfopoffering, want hy wist, dat zy van het
werk zelf een afkeer had.
Op den eersten Maart schreef zy:
Myn dagboek is een voortdurend verzet
tegen de omstandigheden, maar ik kan Je die
mededeellng niet sparen, omdat je daaruit
zien zult, wat een koppige natuur ik heb. Zoo
kan Ik er myzell maar niet toe krygen, om
van de levenswyse hier te houden. Het weer
is nu mooi, de muskieten zyn weg, de tuin
staat vol prachtige chrysanten, die zich tegen'
zonsondergang in de rykste tinten in het meer
weerspiegelen. En ’s avonds, met die heldere
sterrenlucht, denk ik aan Jou! Vanavond ben
ik nog eens gaan zitten op dat plekje, waar
je my je liefde verklaarde, en zóó levendig
stond my toen het heele tooneel weer voor den
Mrs. Gilbert vroeg hem niet, om wat langer
te biyven, dus verliet Sir George haar woning al
gauw na de thee.
.Den Hemel zy dank, zyn wy ontslagen van
dien baronet!" riep Evelyn. „Moet hy ons nu
steeds biyven achtervolgen, omdat wy hem op
-dya eenige beleefdheden hebben bewezen?”
.Ik ben biy, dat wy eens een kalmen avond
hebben," meende Mary, die er zeer moe uitzag.
"M**r weet je. wat ik wèl vind, Evelyn; toen
*r in Irlya niemand beters was, heb Je Je met
hem geamuseerd en nu acht je hem zoo minder-
•aardig!"
•J*. dat is misschien wel zoo."
Dien avond, toen de groote klok op het post-
kantoor tien sloeg, ontsloot Evelyn het dagboek
’an Thorburn en Roger, die diezelfde klok ook
hoorde, vanuit zyn moeders woning, ontsloot
dagboek.
Zy las:
Evelyn las tot diep in den nacht, met
gloeiende wangen en kloppend hart die ont
boezemingen van een man. die over het geheel
terughoudend was met zyn gedachten.
Maar, toen eenmaal het ys gebroken wss. had
het Roger geen moeite meer gekost met zyn
Innigste gedachte te voorschyn te treden.
Het sloeg drie uur toen zy de slotregels las,
die hy dien vorigen avond geschreven had.
a
i.
ringen,
hadden.
Dat zy in opstand bleet tegen de leefwijze op
Irlya, dit kon hy zich zeer goed begrypen.
Hy vond het barboarsch van haar vader, dat
die zyn dochtertje veroordeelde tot een leven
van zwaar huishoudelyk werk, waarvoor zy, zoo
wel van nature als van opvoeding, geheel onge
schikt was.
,Jk zal nog eens kort en duideiyk met dokter
Underwood spreken," besloot hy zyn overdenking
over die laatste dagboek-aanteekening. ,De
jeugd van myn Evelyn zal niet bedorven worden
door de bekrompenheid van opvattingen van
haar vader!"
Hy las weer verder en voelde zich niet aange
naam getroffen door de veelvuldigheid, waarmee
de naam van Sir George Illingworth voorkwam
op de volgende bladzyden. Zoo las hy by voor
beeld. dat Evelyn in geen drie dagen haar dag
boek had kunnen by houden, omdat: „die op
schepper van een George den heelen dag by hen
geweest was," óf. omdat: .Kir George hen te
plcnlcken had gevraagd met zyn jachtgezel-
schapje op het eiland."
De medëdeellngen werden Al korter, tot elnde-
iyk nog maar èèn regeltje moest dienen, om
Evelyns bevindingen van een heelen dag aan
haar verloofde op te teekenen.
Wordt vervolgd)
e liberale economie kende als eenlg
1 richtsnoer: de prijzen der goederen
en wel de prijzen zooals die in volle
vrijheid, door het „spel van vraag en aan
bod" gevormd werden. Als iedereen maar
kocht waar hij het goedkoopst terecht kon,
liep alles gesmeerd, aldus de liberaal van
den ouden stempel.
Van deze leer is thans in de practijk niet
veel meer over. Iedere Staat neemt maat
regelen die van Invloed zijn op de pryzen
en voor t meerendeel ten doel hebben, de
burgers te bewegen, het duurdere blnnen-
landsch product te gebruiken inplaats van
het goedkoopere bultenlandsche. Waar het
gebruik van nationale producten de werk
verruiming bevordert, is zulke politiek ten
volle verantwoord. De Staat heeft voor al
zijn burgers te zorgen en mag van de eene
groep (de verbruikers) een offer vragen
ten behoeve van een andere groep (de
arbeiders, die anders werkloos zouden
wogden).
Maar in dictatoriale staten gaat men op
dezen weg toch wel heel ver. Daar is het
er niet alleen meer om te doen, de werk
gelegenheid van de eigen arbeiders te be
schermen daar streeft men er bewust
naar, het volk geheel onafhankelijk te
maken van het buitenland, wat zijn be
hoeftenvoorziening betreft. Met het oog
op een oorlog kan ook dit doel tot op zekere
hoogte te billijken zijn. Maar dat zulk een
politiek van de bevolking zware offers
vraagt, is zeker. De welvaart wordt er niet
door bevorderd, doch benadeeld.
In Dultschland laat men zich aan zulke
overwegingen thans weinig gelegen liggen.
Zoo lezen wij in „Het Volk”:
Dultschland heeft een tekort aan grond
stoffen. Er is in het bijzonder gebrek aan
vurenhout voor de papier- en kunstzjjde-
fabricage. De Duitsche chemici hebben
fenigen tijd geleden opdracht gekregen
naar een vervangingsmiddel te zoeken. Zij
hebben dat thans gevonden en een procédé
uitgewerkt om grenenhout te ontharsen.
Het waanzinnige hierbij is, dat grenenhout
veel duurder is dan vurenhout. Maar dit
speelt in de Hitlerlaansche economie geen
rol. De fabricage is buitengewoon kostbaar
en verelscht zeer bijzondere Installaties.
Ondertusschen kan men de vraag stellen
of Dultschland over groote hoeveelheden
grenenhout beschikt. Dit is niet het geval.
De Duitsche .Keest” heeft ook hiervoor een
oplossing gevonden: grenenhout kan ver
vangen worden dooreikenhout, aldus
de .Deutsche Volkswlrt”. Dit is de waanzin
ten top gedreven, maar het gebeurt in Jjet
Derde Rijk. In de kolenmijnen wordt n
„op beperkte schaal” eikenhout in pli
van grenenhout gebruikt.
Wie erover valt, dat eikenhout driemaal
zoo duur is* als grenenhout, is een kniesoor.
MerTtah de vraag stellen of er geen bul
tenlandsche houthandelaar gevonden kan
worden, die kosteloos eiken- tegen grenen
hout zou willen ruilen. Dan hadden de
Duitschers hun kostbare cellulosefabrleken
voor de verwerking van grenenhout niet
noodig gehad. De bultenlandsche handela
ren zouden zeer waarschijnlijk bereid zijn
geweest om voor het eikenhout den wereld
marktprijs te betalen. De opbrengst zou
dan kunnen dienen om direct uit het bui
tenland textielproducten in te voeren, waar
het den nazi’s immers om begonnen is.
Dit is de normale weg. De Duitscher van
heden ten dage heeft echter eenige omwe
gen noodig, maar daarvoor is hij ook
nationaal-socialist.
De geschiedenis is hiermede nog niet uit.
Thans volgt de klap op den vuurpijl. Ook
het eikenhout is betrekkelijk schaarsch, in
het bijzonder in de vatenindustrie, die al
leen deze houtsoort gebruiken kan. Daarom
er gelegenheid van het gouden pries
terfeest van Mgr. Dr. J. Th. Beysens
op IS Aug. j.l. is in een dubbel num
mer van Studla-Catholica een hulde door
de Nederlandsche Katholieke Wetenschap
gebracht aan dezen nestor en grootmees
ter der nieuw-scholastieke wijsbegeerte, die
te Voorburg zijn otium cum dignltate slijt.
Vrienden, vereerders en leerlingen hebben
zich vereenigd om hem te huldigen op een
wijze, zjjn uitstekende verdiensten waar
dig. Uit de dankbaarheid en bewon
dering, die zij den oud-hoogleeraar de>
Utrechtsche Hoogeschool toedragen, is het
Beysens-nummer geboren, dat duurzaam
zal getuigen van de vereering, waarmee de
Katholieke wetenschap tot hem blijft op
zien.
Op zichzelf^ de bundel een verzameling
van bijdragen, welke deze wetenschap tot
eer strekt. Bij een portret van prof. Beysens
schrijft prof. P. J. M. Heskes over diens
leven en werk. Daarna volgey bijdragen
door de professoren Barge, Van den Berg,
Cobbenhagen, Hermignie, Hermesdorf,
Kreling, Pompe, Sassen, Veraart, mgr. dr.
van Noort, dr. H. van der Hoff, dr. F. Turn-
mers en arts J. B. Deelen over verschillen
de onderwerpen van wetenschap.
weer af drogen en Je wonden sullen helen! En
overmorgen kan je weer lachen en vroolijk rijn,
net als wy. Kyk, zoo sterk is een mensch!”
Met groote
moeite hief de j
priester het grijze
hoofd
Door
het ’bloed. De oogen schitterden koortsachtig
iel-
„God is in myf” kwam het zacht,
maar duldeiyk verstaanbaar over zyn lippen.
Dan viel het hoofd weer naar beneden, als een
overrijpe vrucht,.die te zwaar is voor den dra-
genden halm.
Pjotr Gogol's oogen rolden In het hoofd
van toomelooze woede. Met een geweldigen
zwaai rukte hy zyn lange cavalerie-zwaard uit
de scheede en schreeuwde zyn ondergeschikten
toe: „Schiet hem dood, dien papenhond!” En
met zyn mond op het oor van den priester
brulde hy opnieuw: ..Schiet hem dood!"
Als gold het de meest gewone schietoefening,
zoo doodnuchter namen de soldaten afstand
en brachten de geweren in den aanslag. Eén
van hen geeuwde luid en ongedisciplineerd.
Langzaam ging het hoofd van den veroor
deelde weer omhoog en een flauw lachje gleed
om zyn bebloeden mond. Verwonderd keken
de soldaten toe, begrepen er niet byster veel
van en wachtten op het commando van hun
commandant.
Terzyde van de lange rits gerichte geweren
stond Pjotr Gogol en rookte straf een cigaret.
Ook hy had de weinige bewegingen van den
gemartelde scherp waargenomen, maar wat hy
zoo hartgrondig verhoopte bleef uit. De grijs
aard sprak geen woord. Gogol’s oogen ver
nauwden zich tot een spleet.
„Klaar" commandeerde hy.„
„Richt op de rechterhand,
naast hem staanden soldaat. „Vuur!”
Een schot weerklonk, een doffe echo volgde.
De getroffen arm hing slap omlaag, bloed rij*
pelde lang de vingers.
Gogol sprong op den martelaar toe en siste:
„Zeg me wie Je helpers zyn! Spreek en we
zullen'je in kussens leggen en Je wonden met
verkoelende zalf verbinden I"
De lydende glimlachte opnieuw, zoodat Gogol
van woede de tanden knarste en met enkele
haastige stappen weer naast het vuurpeloton
ging staan.
..Schiet dien gek in zyn linkerbeen!"
Weer kraakte een schot; het bloed spoot
hoog op en kleurde de zwarte broekspyp don
kerrood.
„Spreek! Spreek!"
Het gelaat van den stervende viel op de
borst.
„Schiet hem in het hartl”
Tien loopen werden op de borst gericht.
.Jezus!" De doodskreet gilde door het zwij
gende woud.
„Vuur!” was de vreeselyke echo.
De geweren gingen omhoog en het werd dood
stil. Pjotr Gogol staarde in het donker en balde
de vuisten tegen zyn kloppende slapen. De sol
daten bliezen hun warmen adem In de koude
handen.
„Deze hond zou iemand byna het sterven
leeren." mompelde Pjotr Gogol en draaide zich
om zun soldaten. „Graaf een kuil en gooi hem
er in!” beval hy en nam een teug uit zyn veld-
flesch.
De soldaten namen hun schoppen en spitten
In de slapende aarde. Dan sneden zy de tou
wen door, zoodat de doode met een doffen slag
voorover In het graf viel....
die er
alleen
de Hollywoodsche filmsterren zich kunnen
veroorloven, plachten nooit zelf te koken of
zelfs maar gewoon keukenwerk te verrichten.
Meestal verbleven zy in een speciaal voor hen
gereserveerd heiligdom, waar zy hun .Inspira
ties” afwachtten, sausen „componeerden" of ’n
zoo opvallend mogeiyken naam voor een nieuw
gerecht bedachten.
Als sprookjes uit overoude tyden klinken
ons thans de levensloop en de daden van die
beroemde koks In de ooren, die menigmaal
machtlger en invloedrijker waren dan de meest
eminente staatslieden. g
In nauw verband met de eetcultuur staat de
ontwikkeling van het kookboek en de spys-
kaart. Een van de oudst bekender» kookboeken
is dat van den Romein Aplclus. die bittere
Ironie ondanks zyn millioenen, uit vrees te
moeten verhongeren, zelfmoord pleegde. Velen
van zyn navolgers hebben met hun werken
millloenen verdiend.
Onze nuchtere tyd heeft voor dergelyke ex
travaganties althans op dit gebied geen
waardeering meer. Als eenlg overblyfsel van
de vroeger overdreven eetcultuur kennen wy
ook thans nog „keukentaal", met haar meest
aan het Fransch ontleende uitdrukkingen..
Toch, geheel zonder culinaire „cultuurdocu-
menten” zyn wy ook thans nog niet, want in
het eenige „plccolo-tehuls", dat de wereld kent,
en dat te München is gevestigd, wordt als een
kostbaar kleinood de spyskaart van het feest
banket ter eere van de eerste Oceaanvliegers
bewaard.
h
I
i