Stet wtfaal aan den dag Pol I I - ten aan haar die mij steeds vervuld hebben, sinds wij gisteren scheidden; de gedachten, die m|jn grootste troost zullen zjjn, tot w(j in Mei elkaar weer zullen ontmoeten. Ik denk, dat U wel eindigen zal. met haar te gehoor zamer ofschoon ik ml) nu nog niet kan voor stellen. dat ik den moed zal hebben, om steeds De avonturen van Stan if Nu: remplaceeren F 250.- I PLICHT en ’I DUnSCHE ECONOMIE LUCHTBESCHERMING ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1937 ONS PRIJSRAADSEL baar te Oplossing vorig raadsel Oorkonde H. Doopsel 4 n On Be ken Verking Ont den On On dig Be eld Ont ning Verigd Verlen Ver On tig Ge heid Ver ing Door tig Een exemplaar, dat niet meeviel Besproken Verzaking Ontbieden Onzichtbaar Onkundig Beduimeld Ontkenning Verzadigd Verhalen lenste kttig nd he id Veiftroosting Doorzichtig j De Martelaar NAAR HET Tgeluk ENCELSCH 1- Mgr. dr. Beyens ATT E* A D/’XKTA.T^’ °P bIad inc«volge de verzekenngsvoorwaarden tegen 17 7^0 bU levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door 17 bV een ongeval met /Al <1 <r« fiyy J11 l» O onKevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen doodelljken afloop AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Over hout en boter I I i srsiiu iruii als er van Een huldeblijk Prijswinnaars die Het nieuwe raad tel [1 blad i (Nadruk verboden.) too vers taf je Den hadden van konden „Best, ael Btan ea de'vriendjes gingen elk huns weegs. 5 Januari 1* 12 Januari 1 ik r N J 0 I 1 I 2 Pol rei: „Het allereerste wat Ik doe, is myn halen, want dan kan ik niet meer tegen men zin opgesloten worden.” Daarna gingen re weer naar de stad, waar ze juist aankwamen, toen de kinderen na hun vrij speelkwartlertje weer In de scholen terugkeerden. I i .iMyola", te Springwood het noviciaats- huis van de Vrouwen van Nazareth in Australië Zoodat de beginletters de spreuk: ..Deugd verheugt" leveren. i l l i is het werk- snzlchtbare hand, en ik dan uren van onults prekeiykezaligheld tegemoet ga, haast té schoon, om tot waarheid te kunnen worden! Utrecht; Haarlem van toon dan hetgeen zy als ontboezeming gal gedurende de weken die onmiddellijk volgden op Rogers bezoek. Hetgeen Thorbum te lezen had gekregen, toen h(j dien vorlgen avond om tien uur Evelyns dag boek -was begonnen luidde: F lm er te n 1- at ■- ie ar alles t eer te schrijven, zonder eenlge hoop, dat zij eep woord zal lezen van al wat ik haar die vlér lange maanden schrijven zal. Ik geloof niet, dat het in den aard van den man ligt, om ztlke ontboezemingen te doen op papier, alt lans ligt het niet in mijn aard, en ik vrea. dat mijn Evelyn teleurgesteld zal zijn door bet schijnbaar koude van myn toon. Toen ik vanavond terugging van kantoor, dacht schien Ik al zie uitkljken tusschen de gordijnen en dan later de deur voor mij geopend vind, als door een ik ineens, hoe zoo'n thuiskomst mls- over twee jaar voor mij kan zijn, als 'an verre een geliefd gezichtje naar mjj Toen Evelyn eindelijk In bed lag, keu zij niet slapen van opgewondenheid; ondanks al haar pggingen om haar geest te bepalen bij het een of ander kalmeerend onderwerp viel haar tel kens weer een passage van haar eigen dagboek In. Zij wist zeer goed, dat hetgeen zij de laatste weken geschreven had aanmerkelijk kouder was te sp J. IllÉi IIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIHIIIIIIIIIHfllIim ■hittering beroofd, inderllfk vertrouwen in onsjpoorbtf gaan! its ons bespaard! in het luchtruim. volgenden morgen waren ze reeds vroeg wakker. Ze héérlijk geslapen. De familie van Knabbelen had reeds een veilig plaatje voor den dag opgezocht en daarom de kabouters geen afscheid nemen. Van graankorrels i re daarom maar een afscheidsgroet. Mj vurlies van een band, een voet at een oog. de vuisten datkx-blM: handen. „Deae hond zou iemand bijna het sterven leeren." mompelde PJutr Gogol en draalde zich om zijn soldaten. „Grdaf een kuil en gooi hem er in!” beval hy en nam een teug uit zijn veld- flesch. De soldaten namen bun schoppen en spitten in de slapende aarde. Dan sneden zij de tou wen c^oor, zoodat de doode met een doffen slag voorover in bet graf viel.... ..Een lastig exemplaar? O nee! Maar toch viel t hier en daar niet mee: Bij 6 en 12 was t lang studeeren En telkens anders weer probeeren. Die spreuk voor aan kwam goed te pM Tt Wed. dat k er nooit gekomen was. Als deze hulp was uttgebleven. Misschien is ze ook expres gegeven Opdat deez' tocht voor groot en klein Niet al te zwaar zou zijn?” geest, dat ik alles om mij heen vergat voor wat jij toen zei en ik toen voelde." ....Je gebruikt de wapenen van een vrouw. Evelyn, en Je weet re te hanteeren! Wat zie ik er vol vreugde naar uit dat ik Je handen in de mijne zal houden en Je in de schoons oogen mag kijken." Onder de inzenders van een goede oplos sing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12 uur Ingewacht by den heer O. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60. Utrecht. t. ru in er geld voor g w voor e o geeft Rulnerwold. 8 H aan swe - a er t geeft Hans- weert. 10. E V erd in O E N geeft Everdlngen 11. u In Th - n oor n geeft Uithoorn 12. 1/10 DG gram ster voor t b g en geeft Gramsbergen. 13 Ter.W.is.bel-b p geeft Ter- wispel. toegeeflijkheid het martelaars- Een der toegezegde „dito's”, vermeld. Uit onze woordreeks links moeten dus tel kens eenlge letters in net midden vervallen zoodat men rechts op elke rij den kop en den staart van het woord links aantreft. Op de plaats der puntjes moeten dan letters worden geplaatst, welke een nieuw woord doen ont staan. De beginletters van die Ingelaschte stuk ken geven van boven naar beneden een regee- rings-college te lezen. I *1 We „ontcijferen" cure 13 rebussen als volgt: 1. door N Su. pyi-1 k geeft Doornspijk. 2. E in D h op en voor p v geeft Eindhoven. 3. ui met t ui met h z en geeft Uithuizen. 4. G e ndr in gen geeft Qendrtngen. 5. 2-maal De ms'v aan t voor n r geeft Dedemsvaart. 8. vóór S ch op e n voer p t geeft Voorschoten. 7. E G m tn D voor 1 o b in N en geeft Egmond-Blnnen. Naar aanleiding van vragen van verschillen de Inzenders, moeten we mededeelen. dat het Inderdaad sbms doch lang niet altijd! voorkomt, dat men uit de reeds gevonden num mers het geheel weet te bepalen, en aldus de open plekken vullend. een flinken aanloop krijgt tot het voltooien van het gansche pro bleem. Puzzelen is een mooie geestesarbeid, waarbij de combinatie van goed nadenken en handigheid tot steeds grooter liefhebberij en Interesse voert! Gedurende eenlge avonden ben ik te druk bezig geweest, dan dat ik een regel op papier kon zetten, die mijn liefste zal kunnen lezen in de gelukkige dagen, die komen zullen, als wjj elkaar weer mogen ontmoeten. Nuj beste Evelyn, moet ik herroepen, wat je gezegd heb, toen wjj langs den rijver Dierbaar als je mij bent, weet ik, dat Voor een bewaarschool, dat tevens een school voor grootere kinderen was, bleven de vriendjes staan. Ik heb wel eens zin om bij de kleintjes rond te neuzen," rel Pol, ga JU dan zoolang eens bij de grooten kijken, dan vinden we elkaar later wel.” In het eerst toen je weg was, voelde ik mij erg saai; later zeer ongelukkig en om die beide gevoelens van my af te schudden ga ik dus maar gauw aan Je schrijven, al zal je Je het dan ook pas in Mei onder de oogen krijgen. Dat vader nog niet zijn toestemming heeft gegeven tot onze offlclëele verloving berust daarop, dat ik te weinig van je weet, om nu al, voor goed, mijn woord te verpanden. Moeder bracht mij onder het oog. dat Jij mij ook maar op goed vertrouwen hebt gevraagd. Maar, als wjj nu niet in de gelegenheid zijn, elkaar te ontmoeten, hoe zullen wij elkaar dan nader leeren kennen. In leder geval zal ik mjjn beschouwingen en opvattingen hier voor Je bloot leggen, net als ik ze voel. Als dóór ons eigen toedoen, of door de een of andere onvoorziene omstandigheid wij ooit soms gescheiden mochten worden, dan weet ik, dat ik nooit weef liefde zou kunnen voe len. Ofschoon ik ook verschrikkelijk zou op zien tegen het saaie, huiselijk leven, dat een ongetrouwde vrouw leidt, zou ik er ook met aan denken om ooit het leven te willen door gaan aan de zijde van een man voor wien ik niets voelde. Puzzelen is een mooie geestes arbeid, welke tot steeds grooter liefhebberij en interesse voert Joh Th. Peterse, Groen van Prlnstererstraa'. 20, Arnhem; N. Smit, C 20. Spierdijk; J. Rei vers, Grootestraat 27, Nljverdal (O.); mei Dolly Budde, Heerenstraat 33, Amsterdam <C.); mevr. A. M. Copler-de Roos, Heerenweg 3* mej. H. A. v. d. Berg. Plein 18 op zijn brood moeten smeren.... tenminste nog boter Is. Zou het niet verstandiger zijn indien de leiders van het Derde Rijk, inplaats van zich ten koste van veel welvaart tegen een oorlog te wapenen, een oorlog geheel zoch ten te vermijden door in hun optreden naar binnen en naar buiten wat minder aggresslef te zijn? Mrs. Gilbert vroeg hem met, om wat langer t« blijven, dus verliet Sir George haar woning al gauw'na de thee. .Den Hemel zy dank, zijn wij ontslagen van dien baronet!” riep Evelyn „Moet hU ons nu steeds Wijven achtervolgen, omdat wij hem op irtya eenlge beleefdheden hebben beweren?” ,Jk ben blij, dat wjj een» een kalmen avond hebben," meende Mary, die er zeer moe uitzag •Maar weet je. wat ik wèl vind, Evelyn; toen y in Iriya niemand beters was, heb je Je met hem geamuseerd en nu acht je hem zoo minder waardig!” «Ja, dat is misschien wel zoo," Dien avond, toen de groote klok op het post kantoor tien sloeg, ontsloot Evelyn het dagboek ren Thorburn en Roger, die dJezelfde klok ook zijn moeders woning,'ontsloot verige stem: waarom verlos je me niet, myn God?” Een oogenblik hield de woesteling zijn mond dicht en dan kwam hij fleemen: „Zeg mij, wie je helpers zijn, dan zal ik je laten zien, dat mijn hand machÜger is dan die van Jouw „Och, waren alia menschee wijs. (Dat te heelenwal niet noodig, ai» ze achter het «tuur maar te klein beetje beter wilden opletten, dan konden we al héél tevreden zijn I) De kerkelijke kunstenaar Herman Walstra te Utrecht heeft de gedachte gehad een oorkonde te teekenen, als herinnering aan en bewijs van het Heilig Doopsel. In deze oorkonde is plaats voor den naam van den doopeling, voor de na men van de ouders, voor den datum, den naam van den priester die het H. Doopsel toediende, voor dien van de kerk waar de gebeurtenis plaats vond, voor den peter en de meter. De Federatie van Liturgische Vereenlglngen in Nederland hechtte hare goedkeuring aan het ontwerp, evenals de R. K. Kunstenaarsvej- eenlging. Beide vereenlglngen gaven toestem ming, de oorkonde te voorzien van haar stem pel. De oorkonde ia verlucht met een religieuze voorstelling en wordt in twee uitvoeringen, een gekleurde en een ongekleurde, in den handel gebracht. De uitgeefster is de N.V. J. H. van Wees Jr. te Utrecht. »rde, vanuit Mr rtagtingk. Zij las! De martelaar h^t gesfe^r uit- de kolf een harden sthot in de zij. „Ik zie hem niet, jij wel? Ik zie niets! Heele- maal niets, versta je!" „Bij mij „Vervloek dien God dan, die je laat hangen en uit lafheid onzichtbaar blijft! Vervloek hem dan tocht Vloek! Vloek! Roep dan met Je zal- - .-f atholiekon. God heeft alleen aan onze Kerk do eenlge eeuwige waar heid ggejpMen ont’ te diepen, te beschermen on te verspreiden. Waótkt en bidt in het vertrouwen op Christus' woord, dat do poorten der hel, on danks alles, baar nimmer sullen over weldigen. tenland textielproducten in te vi het den nazi’s immers om begouffen is. Dit is de normale weg. De Duitscher van heden ten dage heeft echter eenlge omwe gen noodig, maar daarvoor is hij ook nationaal-socialist. De geschiedenis is hiermede nog niet qlt. Thans volgt de klap op den vuurpijl. Ook het eikenhout is betrekkelijk schaarsch, in het bijzonder in de vatenlndustrie, die al leen deze houtsoort gebruiken kan. Daarom heeft de Dultsche regeerlng een nieuw be sluit afgekondlgd, volgens hetwelk „ook ge bruikte vaten voor de verpakking van boter mogen worden gebruikt.” Dit was tot dusverre verboden, daar boter in gebruikte vaten gauw ranzig wordt. De Duitscher zal dus thans ranzige boter Hebben wij gevaar te duchten Uit Gods vr{je, wijde lucht, Waar de vogelen des hemels Dartelen in speelsche vlucht; Uit het rijk der zonnestralen. Die gezondheid, levenskracht Brengen met hun lichte blijheid Na den donk’ren, somb’ren nacht; Waaruit zachte, milde regen Op ons neervalt, koel en frisch, Om de aarde te verschaffen Vruchtbaarheid en lafenis? Moeten wij gevaren duchten Van een wreeden, gruwVren dood. Uit het luchtruim, zoo oneindig. Indrukwekkend schoon en groot? Worden dan die held’re sterren Van hun sen Waar het kit CWVflftn Hen Moge ddt pa Blyve zóóieti Vrede zij ër Vrede zij er op de aard’! HBRMAN KRAMIR «HniHIIHIHHniffllI ik je, ate je dit verlangde, Je vrijheid zou kun nen teruggeven. Naarmate de liefde inniger wordt, wordt ze gelouterd van zelfzucht. Al moet ik nu ook toegeven de waarheid van je vaders beweringen betreffende Je jeugd en je onervarenheid en de noodzakelijkheid, om je vrijheid te geven, om te kleren tusschen de mannen, die onder de bekoring van je schoon heid en lieftalligheid geraken, blijft het een feit, dat het *t gevoel is en niet de belofte, die bindt. Een tijdje geleden had ik haast gewenscht, dat je maar niet in Iriya gekomen was, waar door ik mjjn leven aan je verpand heb. Daarmee wil ik niet zeggen, dat ik nu wensen, nooit geluk gekend te hebben, maar ik weet wèl. dat ik mij mljnjrolgend leven heel anders had voorgesteld, vol eerzuchtig streven. Toch kwam geen van die toekomstdroomen ooit het geluk nabij, dat mij doorstraalde, op dien avond, toen Je die enkele woorden tot mij sprak: Jk heb je lief.” In dezen geest waren de aanteekenlngen in ■Bvelyns dagboek gedurende de eerste paar weken. Toen volgde de njededeellng van haar be sluit om de haar ingeschapen zelfzucht te over winnen en Mary te helpen. Roger was èèn en al bewondering voor die zelfopoffering, want hjj wist, dat zij van het werk self een afkeer had. Op den eersten Maart schreef zij: Mjjn dagboek is een voortdurend verzet tegen de omstandigheden, maar ik kan je die mededeellng niet sparen, omdat je daaruit zien zult, wat een koppige natuur Ik heb. Zoo kan ik er mijzelf maar niet toe krijgen, om van de levenswijze hier te houden. Het weer is nu mttoi, de' muskieten zijn weg, de tuin staat vol prachtige chrysanten, die zich tegen zonsondergang in de rijkste tinten in het meer weerspiegelen. En avonds, met die heldere sterrenlucht, denk ik aan jou! Vanavond ben Ik nog eens gaan zitten op dat plekje, waar je mij Je liefde verklaarde, en zóó levendig stond mij toen het heele tooneel weer voor den ringen, hadden. Dat zij in opstand bleef tegen de leefwijze op Iriya. dit kon hjj zich zeer goed begrijpen. HIJ vond het barbaarsch van haar vader, dat die zijn doeditertje veroordeelde tot een leven van zwaar huishoudelijk werk, waarvoor zij. zoo wel van nature als van opvoeding, geheel onge schikt was. „Ik zal nog eens kort en duidelijk met dokter Underwood spreken,” besloot hij zijn overdenking over die laatste dagboek-aanteekening. „De Jeugd van mijn Evelyn zal niet bedorven worden door de bekrompenheid van opvattingen van haar vader!" Hij las weer verder en voelde zich niet aange naam getroffen door de veelvuldigheid, waarmee de naam van Sir George Illingworth voorkwam op de volgende bladzijden. Zoo las hij bij voor beeld. dat Evelyn in geen drie dagen haar dag boek had xunnen bijhouden, omdat: „die op schepper van een George den heelen dag by hen geweest was,” öf, omdat: .jsir George hen te picnicken had gevraagd met »yn jachtgerel- schapje op het eiland.” De mededeellngen werden M korter, tot einde lijk nog maar èèn regeltje moest dienen, om Evelyns bevindingen van een heelen dag aan haar verloofde op te teekenen. (Wordt vervolgd) in ons -j—e knieën van den pastoor sidderden en da 1 koude lucht, die door zijn sjovele kleeren -L-' drong, deed hem beven. Zijn voeten wei gerden verder te gaan, maar de soldaten trok ken hem voort, zonder ophouden, ver weg uit het dorp, waar een bange menschenmenlgte den Almachtige om erbarming smeekte. De weg steeg. Boven ruischten de takken van de boomen en de jonge takken, die als halmen door den wind gebogen werden, maakten een zwienend geluld. Plotseling scheurde bet dichte wolkendek als wilde de hemel het drama aan schouwen en getuige zijn van de marteling van den priester. Het zweet druppelde den priester van het doodsbleeke gelaat. Zijn lippen, die uitgedroogd en open waren, fluisterden als die van een stervende. Zachte manestralen maakten het tooneel nog aangrijpender en teekenden tegen den nachteiyken hemel een forschen paal scherp al. ..Bindt hem vast!" beval Pjotr Gogo!, com mandant van dentroep. Enkele soldaten wierpen hun geweien op den grond en trokken oen pastoor ruw zlfn warme overjas uit; dan bon den ze het lichaam aan den paal vast, zóó ste vig, dat er een Simson-kracht voor noodig ware geweesf, om los te komen. Een pyniyk vertrek ken van de mondhoeken was de eenige reactie op deze beestachtige behandeling. Zijn hoofd hing diep naar beneden, zoodat zyn gezicht al lengs de onbestemde kleur kreeg van iemand, die den verstikkingsdood gestorven is. Een be angstigend kreunen was t eenige levensteeken van dezen gefolterden mensch. Pjotr Gogol, de geweldenaar, ging voor hem staan. „Kyk me aan!” Het hoofd zakte nog dieper weg. „Kyk me aan. hond!" snauwde hU opnteuw. Nogmaals schreeuwde Pjotr Gogol. Allen haat, die in hem was, legde hy in zyn stem, zoodat deze in een rauwen kreet oversloeg. Dan sloeg hy met zün volle vuist tegen het hangende ge. laat; het hoofd rukte zijwaarts en gleed dan weer terug. „Wie zyn je helpers?” siste Gogol tien pas toor in het oor. Geen antwoord. „Je zult vry zyn, als je het regt.” Doodsche stilte. Gespannen keek Gogol toe. Het leek hem of zyn slachtofefr wilde spreken, want de lippen gingen open, de tanden derden zichtbaar, doch slechts enkele bloeddruppels gleden er tusschen door. Gogol meende hieruit eenlge te kunnen concludeeren. hief hoofd omhoog en vroeg „Waar geloof je dan aan?” Nog eens herhaalde hy zyn vraag. ..Aan God," mummelend, maar voor Gogo) niet minder verstaanbaar klonken deze gehate oorden, die hem eensklaps weer in een waren demon veranderden. „Roep hem dan, idioot!” „Hy is by my by my,” klonk, het nog eens als een bevestiging. Maanlicht viel op l.et vale gelaat, waarvan bloed druppelde. Pjotr Gogol liet het los, zoodat het terugviel op de borst en dof naklonk. .Hy is by my," bekende de lydende opnieuw. „Let op. idioot," schreeuwde Gogol, „ik ben. by je en zeg je: als je my vertelt, wie je hel pers waren om een revolutie te beginnen, dan zal je vry zyn! Heb je dat gehoord?" „God God is by my!" Een korte kreet, die een zee van zielepyn en lichaamsellende uit stootte, kalmeerde Gogol voor een oogenblik. Maar dan begon hy zyn geniepige plageryen op nieuw. „Waar is die groote onbekende dan wel. ik zou graag eens met hem kennis maken!” aarxweegsq^ol rukte «me»ldikR lit Og Mnd en gaf den priester met harden stoot in de zy. V er gelegenheid van het gouden pries terfeest van Mgr. Dr. J. Th. Beysens op 15 Aug. JJ. Is In een'dubbel num mer van Studia-Cathollca een hulde door de Nederlandsche Katholieke Wetenschap gebracht aan dezen nestor en grootmees ter der nieuw-scholastieke wijsbegeerte, die te Voorburg zijn otium cum dignitate slijt. Vrienden, vereerders en leerlingen hebben zich vereenigd om hem te huldigen op een wijze, zijn uitstekende verdiensten waar dig. Uit de dankbaarheid en bewon dering, die zij den oud-hoogleeraar der Utrechtsche Hoogeschool toedragen, is het Beysens-nummer geboren, dat duurzaam zal getuigen van de vereerlng, waarmee de Katholieke wetenschap tot hem blijft op zien. Op zichzelf is de bundel een verzameling van bydragen, welke deze wetenschap tot eer strekt. Bij een portret van prof. Beysens schrijft prof. P. J. M. Heskes over diens leven en werk. Daarna volgen bijdragen door de professoren Barge, Van den Berg, Cobbenhagen, Hermignle, Hermesdorf, Kreling, Pompe, Sassen, Veraart, mgr. dr. van Noort, dr. H. van der Hoff, dr. F. Tum- mers en arts J. B. Deelen over verschillen de onderwerpen van wetenschap. het bloed. De oogen schitterden koortsachtig fel. „God ia in my!" kwam het zacht, maar duideiyk verstaanbaar over zyn lippen. Dan viel het hoofd weer naar beneden, als een overrype vrucht, die te zwaar is voor den dra- genden halm. Pjotr Gogol's oogen rolden in het hoofd van toomelooze woede. Met een geweldigen zwaai rukte hy zyn lange cavalerie-zwaard uit de scheede en schreeuwde zyn ondergeschikten toe: „Schiet hem dood, dien papenhond!” En met zijn mond op het oor van den priester brulde hy opnieuw: „Schiet hem dood!” Als gold het de meest gewone schietoefening, zoo doodnuchter namen de soldaten afstand en brachten de geweren in den aanslag. Eén van hen geeuwde luid en ongedisciplineerd. Langzaam ging -het hoofd Van den veroor deelde weer omhoog en een flauw lachje gleed om zyn bebloeden mond. Verwonderd keken de soldaten toe. begrepen er niet byster veel van en wachtten op het commando van hun commandant. Terzyde van de lange rits gerichte geweren stond Pjotr Gogo! en rookte straf een cigaret. Ook hy had de weinige bewegingen van den gemartelde scherp waargenomen, maar wat hl) zoo hartgrondig verhoopte bleef uit. De grijs aard sprak geen woord. Gogol's oogen ver nauwden zich tot een spleet. „Klaar” commandeerde hy. „Richt op de rechterhand." beval hy den naast hem «taanden soldaat. „Vuur!" Een schot weerklonk, een doffe echo volgde. De getroffen arm hing slap omlaag, bloed «y- pelde lang de vingers. Gogol sprong op den martelaar toe en siste: „Zeg me wie je helpers zyn! Spreek en we sullen je in kussens leggen en je wonden met verkoelende zalf verbinden I” De Ujdende glimlachte opnieuw, zoodat Gogo! van woede de tanden knarste en met enkele haastige stappen weer naast bet vuurpeloton ging staan. „Schiet dien gek in"»yn linkerbeen!” Weer kraakte een schot; bet bloed spoot hoog op en kleurde de zwarte broekspyp don kerrood. „Spreek! Spreek!" Het gelaat van den stervende viel op de borst. „Schiet hem in het hart!” Tien loopen werden op de borst gericht. „Jezus!” De doodskreet gilde door het zwij gende woud. „Vuur!" was de vreeseiyke echo. De geweren gingen omhoog en het werd dood- Mtt Fjótf AogkUUMt^Ml hef’dèiÜM» en balde tegen zyn kloppende slapen. De sol- hun wanfeA adem?lw de koude -j—e liberale economie kende als eenlg J richtsnoer: de prtjzen der goederen en wel de prijzen zooals die In volle vrijheid, door het .tepel van vraag en aan bod” gevormd werden. Als iedereen maar kocht waar hij het goedkoopst terecht kon, liep alles gesmeerd, aldus de liberaal den ouden stempel. Van deze leer is thans In de practijk niet veel meer over. Iedere Staat neemt maat regelen die van Invloed zijn op de prijzen en voor »t meerendeel ten doel hebben, de burgers te bewegen, het duurdere blnnen- landsch product te gebruiken Inplaats van het goedkoopere buitenlandsche. Waar het gebruik van nationale producten de werk verruiming bevordert, is zulke politiek ten volle verantwoord. De Staat heeft voor al zijn burgers te zorgen en mag van de eene groep (de verbruikers) een offer vragen ten behoeve van een andere groep (de arbeiders, die anders werkloos zouden worden). Maar in dictatoriale staten gaat men op dezen weg toch wel heel ver. D; er niet alleen meer om te doen, gelegenheid van de eigen arbeiders te be schermen daar streeft men er bewust naar, het volk geheel onafhankelijk te maken van het buitenland, wat zijn be hoeftenvoorziening betreft. Met het oog op een oorlog kan ook dit doel tot op zekere hoogte te billijken zijn. Maar dat zulk een politiek van de bevolking zware offers vraagt, is zeker. De welvaart wordt er niet door bevorderd, doch benadeeld. In Duitschland laat men zich aan zulke overwegingen thans weinig gelegen liggen. Zoo lezen wij in „Het Volk”: Duitschland heeft een tekort aan grond stoffen. Er Is In het bijzonder gebrek aan vurenhout voor de papier- en kunstzijde- fabricage. De Dultsche chemici hebben eenlgen tijd geleden opdracht gekregen naar een vervangingsmiddel te zoeken. Zij hebben dat thans gevonden en een procédé uitgewerkt om grenenhout te ontharsen. Het waanzinnige hierbij is, dat grenenhout veel duurder is dan vurenhout. Maar dit speelt in de Hltleriaansche economie geen rol. De fabricage is buitengewoon kostbaar en verelscht zeer bijzondere Installaties. Ondertusschen kan men de vraag stellen of Duitschland over groote hoeveelheden grenenhout beschikt. Dit Is niet het geval. De Dultsche „geest” heeft ook hiervoor een oplossing gevonden: grenenhout kan ver vangen worden door.... eikenhout, aldus de „Deutsche Volkswlrt”. Dit Is de waanzin ten top gedreven, maar het gebeurt in het Derde Rijk. In de kolenmijnen wordt reed» jop beperkte schaal” eikenhout In plaats van grenenhout gebruikt. Wie erover valt, dat eikenhout driemaal zoo duur is als grenenhout, is een kniesoor. Men^attJl^iB< st^lén dTwbTP tenlandteche hcuthanOrfaar gevonden kan worden, die kosteloos eiken- tegen grenen hout zou willen rullen. Dan hadden de Dultschers hun kostbare cellulosefabrieken voor de verwerking van grenenhout niet noodig gehad. De buitenlandsche handela ren zouden zeer waarschijnlijk bereid zijn geweest om voor het eikenhout den wereld marktprijs te betalen. De opbrengst zou dan kunnen dienen om direct uit het bul- en, waar Evelyn las tot diep in den nacht, met gloeiende wangen en kloppend hart die ont boezemingen van een man, die over het geheel juist terughoudend wasmet zyn gedachten. Maar, toen eenmaal het y» gebroken was, had het Roger geen moeite meer gekost met zyn innigste gedachte te voorschyn te treden. Het .sloeg drie uur toen zy de slotregels las. die hy dien vorlgen avond geschreven had. 5 Januari ■f-"“-Myn geliefde Evelyn heeft my bevolen, om «P deae bladzijden bloot te leggen de gedach- Ood, want met myn eigen hand zal ik je dan I*De soldaten lachten. Pjotr Gogol had veel in de melk te brokkelen en was voor promo tie een onmisbare hindernis. De gekwelde pro beerde zyn gezicht op te heffen „Waarom wil Je dan kermen en bloedenï Doe wat ik Je zeg en morgen kan je je oogen weer af drogen en je wonden zullen helen! En overmorgen kan je weer lachen en vrooiyk zyn, net als wy! Kyk, zoo sterk is een mensch!" Met groote moeite hief de priester het grijze hoofd omhoog Door de diepe groeven drupte t zweet en ver mengde zich met Roger legde teeder het open boek op zyn knieën, terwyi hy zich overgaf aan de ontroe- die Evelyns woorden by hem gewekt l.f 238

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 7