Stet wtfaal aan den dag
Pol
I
I -
ten aan haar die mij steeds vervuld hebben,
sinds wij gisteren scheidden; de gedachten,
die m|jn grootste troost zullen zjjn, tot w(j in
Mei elkaar weer zullen ontmoeten. Ik denk,
dat U wel eindigen zal. met haar te gehoor
zamer ofschoon ik ml) nu nog niet kan voor
stellen. dat ik den moed zal hebben, om steeds
De avonturen van Stan
if
Nu: remplaceeren
F 250.-
I
PLICHT en
’I
DUnSCHE ECONOMIE
LUCHTBESCHERMING
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1937
ONS PRIJSRAADSEL
baar
te
Oplossing vorig raadsel
Oorkonde H. Doopsel
4
n
On
Be ken
Verking
Ont den
On
On dig
Be eld
Ont ning
Verigd
Verlen
Ver
On tig
Ge heid
Ver ing
Door tig
Een exemplaar, dat niet
meeviel
Besproken
Verzaking
Ontbieden
Onzichtbaar
Onkundig
Beduimeld
Ontkenning
Verzadigd
Verhalen
lenste
kttig
nd he id
Veiftroosting
Doorzichtig
j De Martelaar
NAAR HET Tgeluk
ENCELSCH 1-
Mgr. dr. Beyens
ATT E* A D/’XKTA.T^’ °P bIad inc«volge de verzekenngsvoorwaarden tegen 17 7^0 bU levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door 17 bV een ongeval met
/Al <1 <r« fiyy J11 l» O onKevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen doodelljken afloop
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Over hout en boter
I
I
i
srsiiu
iruii
als er
van
Een huldeblijk
Prijswinnaars
die
Het nieuwe raad tel
[1
blad
i
(Nadruk verboden.)
too vers taf je
Den
hadden
van
konden
„Best, ael Btan ea de'vriendjes gingen elk huns weegs.
5 Januari
1*
12 Januari
1
ik
r
N
J
0
I
1
I
2
Pol rei: „Het allereerste wat Ik doe, is myn
halen, want dan kan ik niet meer tegen men zin opgesloten
worden.” Daarna gingen re weer naar de stad, waar ze juist
aankwamen, toen de kinderen na hun vrij speelkwartlertje
weer In de scholen terugkeerden.
I
i
.iMyola", te Springwood het noviciaats-
huis van de Vrouwen van Nazareth in
Australië
Zoodat de beginletters de spreuk: ..Deugd
verheugt" leveren.
i
l
l
i
is het
werk-
snzlchtbare hand, en ik dan uren van
onults prekeiykezaligheld tegemoet ga, haast
té schoon, om tot waarheid te kunnen worden!
Utrecht;
Haarlem
van toon dan hetgeen zy als ontboezeming gal
gedurende de weken die onmiddellijk volgden op
Rogers bezoek.
Hetgeen Thorbum te lezen had gekregen, toen
h(j dien vorlgen avond om tien uur Evelyns dag
boek -was begonnen luidde:
F
lm
er
te
n
1-
at
■-
ie
ar
alles t eer te schrijven, zonder eenlge hoop, dat
zij eep woord zal lezen van al wat ik haar
die vlér lange maanden schrijven zal. Ik geloof
niet, dat het in den aard van den man ligt,
om ztlke ontboezemingen te doen op papier,
alt lans ligt het niet in mijn aard, en
ik vrea. dat mijn Evelyn teleurgesteld zal zijn
door bet schijnbaar koude van myn toon.
Toen ik vanavond terugging van kantoor,
dacht
schien
Ik al
zie uitkljken tusschen de gordijnen en dan
later de deur voor mij geopend vind, als door
een
ik ineens, hoe zoo'n thuiskomst mls-
over twee jaar voor mij kan zijn, als
'an verre een geliefd gezichtje naar mjj
Toen Evelyn eindelijk In bed lag, keu zij niet
slapen van opgewondenheid; ondanks al haar
pggingen om haar geest te bepalen bij het een
of ander kalmeerend onderwerp viel haar tel
kens weer een passage van haar eigen dagboek
In. Zij wist zeer goed, dat hetgeen zij de laatste
weken geschreven had aanmerkelijk kouder was
te
sp
J.
IllÉi
IIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIHIIIIIIIIIHfllIim
■hittering beroofd,
inderllfk vertrouwen
in onsjpoorbtf gaan!
its ons bespaard!
in het luchtruim.
volgenden morgen waren ze reeds vroeg wakker. Ze
héérlijk geslapen. De familie van Knabbelen had
reeds een veilig plaatje voor den dag opgezocht en daarom
de kabouters geen afscheid nemen. Van graankorrels
i re daarom maar een afscheidsgroet.
Mj vurlies van een band,
een voet at een oog.
de vuisten
datkx-blM:
handen.
„Deae hond zou iemand bijna het sterven
leeren." mompelde PJutr Gogol en draalde zich
om zijn soldaten. „Grdaf een kuil en gooi hem
er in!” beval hy en nam een teug uit zijn veld-
flesch.
De soldaten namen bun schoppen en spitten
in de slapende aarde. Dan sneden zij de tou
wen c^oor, zoodat de doode met een doffen slag
voorover in bet graf viel....
..Een lastig exemplaar? O nee!
Maar toch viel t hier en daar niet mee:
Bij 6 en 12 was t lang studeeren
En telkens anders weer probeeren.
Die spreuk voor aan kwam goed te pM
Tt Wed. dat k er nooit gekomen was.
Als deze hulp was uttgebleven.
Misschien is ze ook expres gegeven
Opdat deez' tocht voor groot en klein
Niet al te zwaar zou zijn?”
geest, dat ik alles om mij heen vergat voor
wat jij toen zei en ik toen voelde."
....Je gebruikt de wapenen van een vrouw.
Evelyn, en Je weet re te hanteeren!
Wat zie ik er vol vreugde naar uit dat ik
Je handen in de mijne zal houden en Je in de
schoons oogen mag kijken."
Onder de inzenders van een goede oplos
sing worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12
uur Ingewacht by den heer O. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60. Utrecht.
t. ru in er geld voor g w voor e o
geeft Rulnerwold.
8 H aan swe - a er t geeft Hans-
weert.
10. E V erd in O E N geeft Everdlngen
11. u In Th - n oor n geeft Uithoorn
12. 1/10 DG gram ster voor t b
g en geeft Gramsbergen.
13 Ter.W.is.bel-b p geeft Ter-
wispel.
toegeeflijkheid
het martelaars-
Een der toegezegde „dito's”,
vermeld.
Uit onze woordreeks links moeten dus tel
kens eenlge letters in net midden vervallen
zoodat men rechts op elke rij den kop en den
staart van het woord links aantreft. Op de
plaats der puntjes moeten dan letters worden
geplaatst, welke een nieuw woord doen ont
staan. De beginletters van die Ingelaschte stuk
ken geven van boven naar beneden een regee-
rings-college te lezen.
I
*1
We „ontcijferen" cure 13 rebussen als volgt:
1. door N Su. pyi-1 k geeft Doornspijk.
2. E in D h op en voor p v geeft
Eindhoven.
3. ui met t ui met h z en geeft
Uithuizen.
4. G e ndr in gen geeft Qendrtngen.
5. 2-maal De ms'v aan t voor n r
geeft Dedemsvaart.
8. vóór S ch op e n voer p t geeft
Voorschoten.
7. E G m tn D voor 1 o b in N en
geeft Egmond-Blnnen.
Naar aanleiding van vragen van verschillen
de Inzenders, moeten we mededeelen. dat het
Inderdaad sbms doch lang niet altijd!
voorkomt, dat men uit de reeds gevonden num
mers het geheel weet te bepalen, en aldus de
open plekken vullend. een flinken aanloop
krijgt tot het voltooien van het gansche pro
bleem. Puzzelen is een mooie geestesarbeid,
waarbij de combinatie van goed nadenken en
handigheid tot steeds grooter liefhebberij en
Interesse voert!
Gedurende eenlge avonden ben ik te druk
bezig geweest, dan dat ik een regel op papier
kon zetten, die mijn liefste zal kunnen lezen
in de gelukkige dagen, die komen zullen, als
wjj elkaar weer mogen ontmoeten.
Nuj beste Evelyn, moet ik herroepen, wat
je gezegd heb, toen wjj langs den rijver
Dierbaar als je mij bent, weet ik, dat
Voor een bewaarschool, dat tevens een school voor grootere
kinderen was, bleven de vriendjes staan. Ik heb wel eens zin
om bij de kleintjes rond te neuzen," rel Pol, ga JU dan zoolang
eens bij de grooten kijken, dan vinden we elkaar later wel.”
In het eerst toen je weg was, voelde ik
mij erg saai; later zeer ongelukkig en om die
beide gevoelens van my af te schudden ga ik
dus maar gauw aan Je schrijven, al zal je
Je het dan ook pas in Mei onder de oogen
krijgen.
Dat vader nog niet zijn toestemming heeft
gegeven tot onze offlclëele verloving berust
daarop, dat ik te weinig van je weet, om nu
al, voor goed, mijn woord te verpanden.
Moeder bracht mij onder het oog. dat Jij mij
ook maar op goed vertrouwen hebt gevraagd.
Maar, als wjj nu niet in de gelegenheid zijn,
elkaar te ontmoeten, hoe zullen wij elkaar dan
nader leeren kennen. In leder geval zal ik
mjjn beschouwingen en opvattingen hier voor
Je bloot leggen, net als ik ze voel.
Als dóór ons eigen toedoen, of door de een
of andere onvoorziene omstandigheid wij ooit
soms gescheiden mochten worden, dan weet
ik, dat ik nooit weef liefde zou kunnen voe
len. Ofschoon ik ook verschrikkelijk zou op
zien tegen het saaie, huiselijk leven, dat een
ongetrouwde vrouw leidt, zou ik er ook met
aan denken om ooit het leven te willen door
gaan aan de zijde van een man voor wien ik
niets voelde.
Puzzelen is een mooie geestes
arbeid, welke tot steeds
grooter liefhebberij
en interesse voert
Joh Th. Peterse, Groen van Prlnstererstraa'.
20, Arnhem; N. Smit, C 20. Spierdijk; J. Rei
vers, Grootestraat 27, Nljverdal (O.); mei
Dolly Budde, Heerenstraat 33, Amsterdam <C.);
mevr. A. M. Copler-de Roos, Heerenweg 3*
mej. H. A. v. d. Berg. Plein 18
op zijn brood moeten smeren....
tenminste nog boter Is.
Zou het niet verstandiger zijn indien de
leiders van het Derde Rijk, inplaats van
zich ten koste van veel welvaart tegen een
oorlog te wapenen, een oorlog geheel zoch
ten te vermijden door in hun optreden
naar binnen en naar buiten wat minder
aggresslef te zijn?
Mrs. Gilbert vroeg hem met, om wat langer
t« blijven, dus verliet Sir George haar woning al
gauw'na de thee.
.Den Hemel zy dank, zijn wij ontslagen van
dien baronet!” riep Evelyn „Moet hU ons nu
steeds Wijven achtervolgen, omdat wij hem op
irtya eenlge beleefdheden hebben beweren?”
,Jk ben blij, dat wjj een» een kalmen avond
hebben," meende Mary, die er zeer moe uitzag
•Maar weet je. wat ik wèl vind, Evelyn; toen
y in Iriya niemand beters was, heb je Je met
hem geamuseerd en nu acht je hem zoo minder
waardig!”
«Ja, dat is misschien wel zoo,"
Dien avond, toen de groote klok op het post
kantoor tien sloeg, ontsloot Evelyn het dagboek
ren Thorburn en Roger, die dJezelfde klok ook
zijn moeders woning,'ontsloot
verige stem: waarom verlos je me niet, myn
God?” Een oogenblik hield de woesteling zijn
mond dicht en dan kwam hij fleemen: „Zeg
mij, wie je helpers zijn, dan zal ik je laten zien,
dat mijn hand machÜger is dan die van Jouw
„Och, waren alia menschee wijs.
(Dat te heelenwal niet noodig, ai»
ze achter het «tuur maar te klein
beetje beter wilden opletten, dan
konden we al héél tevreden zijn I)
De kerkelijke kunstenaar Herman Walstra te
Utrecht heeft de gedachte gehad een oorkonde
te teekenen, als herinnering aan en bewijs van
het Heilig Doopsel. In deze oorkonde is plaats
voor den naam van den doopeling, voor de na
men van de ouders, voor den datum, den naam
van den priester die het H. Doopsel toediende,
voor dien van de kerk waar de gebeurtenis
plaats vond, voor den peter en de meter.
De Federatie van Liturgische Vereenlglngen
in Nederland hechtte hare goedkeuring aan
het ontwerp, evenals de R. K. Kunstenaarsvej-
eenlging. Beide vereenlglngen gaven toestem
ming, de oorkonde te voorzien van haar stem
pel.
De oorkonde ia verlucht met een religieuze
voorstelling en wordt in twee uitvoeringen, een
gekleurde en een ongekleurde, in den handel
gebracht.
De uitgeefster is de N.V. J. H. van Wees Jr.
te Utrecht.
»rde, vanuit
Mr rtagtingk.
Zij las!
De martelaar
h^t gesfe^r uit-
de kolf een harden sthot in de zij.
„Ik zie hem niet, jij wel? Ik zie niets! Heele-
maal niets, versta je!"
„Bij mij
„Vervloek dien God dan, die je laat hangen
en uit lafheid onzichtbaar blijft! Vervloek hem
dan tocht Vloek! Vloek! Roep dan met Je zal-
- .-f
atholiekon. God heeft alleen aan
onze Kerk do eenlge eeuwige waar
heid ggejpMen ont’ te diepen, te
beschermen on te verspreiden. Waótkt
en bidt in het vertrouwen op Christus'
woord, dat do poorten der hel, on
danks alles, baar nimmer sullen over
weldigen.
tenland textielproducten in te vi
het den nazi’s immers om begouffen is.
Dit is de normale weg. De Duitscher van
heden ten dage heeft echter eenlge omwe
gen noodig, maar daarvoor is hij ook
nationaal-socialist.
De geschiedenis is hiermede nog niet qlt.
Thans volgt de klap op den vuurpijl. Ook
het eikenhout is betrekkelijk schaarsch, in
het bijzonder in de vatenlndustrie, die al
leen deze houtsoort gebruiken kan. Daarom
heeft de Dultsche regeerlng een nieuw be
sluit afgekondlgd, volgens hetwelk „ook ge
bruikte vaten voor de verpakking van
boter mogen worden gebruikt.” Dit was tot
dusverre verboden, daar boter in gebruikte
vaten gauw ranzig wordt.
De Duitscher zal dus thans ranzige boter
Hebben wij gevaar te duchten
Uit Gods vr{je, wijde lucht,
Waar de vogelen des hemels
Dartelen in speelsche vlucht;
Uit het rijk der zonnestralen.
Die gezondheid, levenskracht
Brengen met hun lichte blijheid
Na den donk’ren, somb’ren nacht;
Waaruit zachte, milde regen
Op ons neervalt, koel en frisch,
Om de aarde te verschaffen
Vruchtbaarheid en lafenis?
Moeten wij gevaren duchten
Van een wreeden, gruwVren dood.
Uit het luchtruim, zoo oneindig.
Indrukwekkend schoon en groot?
Worden dan die held’re sterren
Van hun sen
Waar het kit
CWVflftn Hen
Moge ddt pa
Blyve zóóieti
Vrede zij ër
Vrede zij er op de aard’!
HBRMAN KRAMIR
«HniHIIHIHHniffllI
ik je, ate je dit verlangde, Je vrijheid zou kun
nen teruggeven. Naarmate de liefde inniger
wordt, wordt ze gelouterd van zelfzucht. Al
moet ik nu ook toegeven de waarheid van je
vaders beweringen betreffende Je jeugd en je
onervarenheid en de noodzakelijkheid, om je
vrijheid te geven, om te kleren tusschen de
mannen, die onder de bekoring van je schoon
heid en lieftalligheid geraken, blijft het een
feit, dat het *t gevoel is en niet de belofte,
die bindt.
Een tijdje geleden had ik haast gewenscht,
dat je maar niet in Iriya gekomen was, waar
door ik mjjn leven aan je verpand heb.
Daarmee wil ik niet zeggen, dat ik nu wensen,
nooit geluk gekend te hebben, maar ik weet
wèl. dat ik mij mljnjrolgend leven heel anders
had voorgesteld, vol eerzuchtig streven. Toch
kwam geen van die toekomstdroomen ooit het
geluk nabij, dat mij doorstraalde, op dien
avond, toen Je die enkele woorden tot mij
sprak: Jk heb je lief.”
In dezen geest waren de aanteekenlngen in
■Bvelyns dagboek gedurende de eerste paar
weken. Toen volgde de njededeellng van haar be
sluit om de haar ingeschapen zelfzucht te over
winnen en Mary te helpen.
Roger was èèn en al bewondering voor die
zelfopoffering, want hjj wist, dat zij van het
werk self een afkeer had.
Op den eersten Maart schreef zij:
Mjjn dagboek is een voortdurend verzet
tegen de omstandigheden, maar ik kan je die
mededeellng niet sparen, omdat je daaruit
zien zult, wat een koppige natuur Ik heb. Zoo
kan ik er mijzelf maar niet toe krijgen, om
van de levenswijze hier te houden. Het weer
is nu mttoi, de' muskieten zijn weg, de tuin
staat vol prachtige chrysanten, die zich tegen
zonsondergang in de rijkste tinten in het meer
weerspiegelen. En avonds, met die heldere
sterrenlucht, denk ik aan jou! Vanavond ben
Ik nog eens gaan zitten op dat plekje, waar
je mij Je liefde verklaarde, en zóó levendig
stond mij toen het heele tooneel weer voor den
ringen,
hadden.
Dat zij in opstand bleef tegen de leefwijze op
Iriya. dit kon hjj zich zeer goed begrijpen.
HIJ vond het barbaarsch van haar vader, dat
die zijn doeditertje veroordeelde tot een leven
van zwaar huishoudelijk werk, waarvoor zij. zoo
wel van nature als van opvoeding, geheel onge
schikt was.
„Ik zal nog eens kort en duidelijk met dokter
Underwood spreken,” besloot hij zijn overdenking
over die laatste dagboek-aanteekening. „De
Jeugd van mijn Evelyn zal niet bedorven worden
door de bekrompenheid van opvattingen van
haar vader!"
Hij las weer verder en voelde zich niet aange
naam getroffen door de veelvuldigheid, waarmee
de naam van Sir George Illingworth voorkwam
op de volgende bladzijden. Zoo las hij bij voor
beeld. dat Evelyn in geen drie dagen haar dag
boek had xunnen bijhouden, omdat: „die op
schepper van een George den heelen dag by hen
geweest was,” öf, omdat: .jsir George hen te
picnicken had gevraagd met »yn jachtgerel-
schapje op het eiland.”
De mededeellngen werden M korter, tot einde
lijk nog maar èèn regeltje moest dienen, om
Evelyns bevindingen van een heelen dag aan
haar verloofde op te teekenen.
(Wordt vervolgd)
in ons
-j—e knieën van den pastoor sidderden en da
1 koude lucht, die door zijn sjovele kleeren
-L-' drong, deed hem beven. Zijn voeten wei
gerden verder te gaan, maar de soldaten trok
ken hem voort, zonder ophouden, ver weg uit
het dorp, waar een bange menschenmenlgte den
Almachtige om erbarming smeekte.
De weg steeg. Boven ruischten de takken van
de boomen en de jonge takken, die als halmen
door den wind gebogen werden, maakten een
zwienend geluld. Plotseling scheurde bet dichte
wolkendek als wilde de hemel het drama aan
schouwen en getuige zijn van de marteling van
den priester.
Het zweet druppelde den priester van het
doodsbleeke gelaat. Zijn lippen, die uitgedroogd
en open waren, fluisterden als die van een
stervende. Zachte manestralen maakten het
tooneel nog aangrijpender en teekenden tegen
den nachteiyken hemel een forschen paal scherp
al.
..Bindt hem vast!" beval Pjotr Gogo!, com
mandant van dentroep. Enkele soldaten wierpen
hun geweien op den grond en trokken oen
pastoor ruw zlfn warme overjas uit; dan bon
den ze het lichaam aan den paal vast, zóó ste
vig, dat er een Simson-kracht voor noodig ware
geweesf, om los te komen. Een pyniyk vertrek
ken van de mondhoeken was de eenige reactie
op deze beestachtige behandeling. Zijn hoofd
hing diep naar beneden, zoodat zyn gezicht al
lengs de onbestemde kleur kreeg van iemand,
die den verstikkingsdood gestorven is. Een be
angstigend kreunen was t eenige levensteeken
van dezen gefolterden mensch.
Pjotr Gogol, de geweldenaar, ging voor hem
staan. „Kyk me aan!”
Het hoofd zakte nog dieper weg.
„Kyk me aan. hond!" snauwde hU opnteuw.
Nogmaals schreeuwde Pjotr Gogol. Allen haat,
die in hem was, legde hy in zyn stem, zoodat
deze in een rauwen kreet oversloeg. Dan sloeg
hy met zün volle vuist tegen het hangende ge.
laat; het hoofd rukte zijwaarts en gleed dan
weer terug.
„Wie zyn je helpers?” siste Gogol tien pas
toor in het oor.
Geen antwoord.
„Je zult vry zyn, als je het regt.”
Doodsche stilte. Gespannen keek Gogol toe.
Het leek hem of zyn slachtofefr wilde spreken,
want de lippen gingen open, de tanden derden
zichtbaar, doch slechts enkele bloeddruppels
gleden er tusschen door.
Gogol meende hieruit eenlge
te kunnen concludeeren. hief
hoofd omhoog en vroeg „Waar geloof je dan
aan?” Nog eens herhaalde hy zyn vraag.
..Aan God," mummelend, maar voor Gogo)
niet minder verstaanbaar klonken deze gehate
oorden, die hem eensklaps weer in een waren
demon veranderden.
„Roep hem dan, idioot!”
„Hy is by my by my,” klonk, het nog
eens als een bevestiging. Maanlicht viel op l.et
vale gelaat, waarvan bloed druppelde. Pjotr
Gogol liet het los, zoodat het terugviel op de
borst en dof naklonk.
.Hy is by my," bekende de lydende
opnieuw.
„Let op. idioot," schreeuwde Gogol, „ik ben.
by je en zeg je: als je my vertelt, wie je hel
pers waren om een revolutie te beginnen, dan
zal je vry zyn! Heb je dat gehoord?"
„God God is by my!" Een korte kreet, die
een zee van zielepyn en lichaamsellende uit
stootte, kalmeerde Gogol voor een oogenblik.
Maar dan begon hy zyn geniepige plageryen op
nieuw.
„Waar is die groote onbekende dan wel. ik zou
graag eens met hem kennis maken!”
aarxweegsq^ol rukte «me»ldikR
lit Og Mnd en gaf den priester met
harden stoot in de zy. V
er gelegenheid van het gouden pries
terfeest van Mgr. Dr. J. Th. Beysens
op 15 Aug. JJ. Is In een'dubbel num
mer van Studia-Cathollca een hulde door
de Nederlandsche Katholieke Wetenschap
gebracht aan dezen nestor en grootmees
ter der nieuw-scholastieke wijsbegeerte, die
te Voorburg zijn otium cum dignitate slijt.
Vrienden, vereerders en leerlingen hebben
zich vereenigd om hem te huldigen op een
wijze, zijn uitstekende verdiensten waar
dig. Uit de dankbaarheid en bewon
dering, die zij den oud-hoogleeraar der
Utrechtsche Hoogeschool toedragen, is het
Beysens-nummer geboren, dat duurzaam
zal getuigen van de vereerlng, waarmee de
Katholieke wetenschap tot hem blijft op
zien.
Op zichzelf is de bundel een verzameling
van bydragen, welke deze wetenschap tot
eer strekt. Bij een portret van prof. Beysens
schrijft prof. P. J. M. Heskes over diens
leven en werk. Daarna volgen bijdragen
door de professoren Barge, Van den Berg,
Cobbenhagen, Hermignle, Hermesdorf,
Kreling, Pompe, Sassen, Veraart, mgr. dr.
van Noort, dr. H. van der Hoff, dr. F. Tum-
mers en arts J. B. Deelen over verschillen
de onderwerpen van wetenschap.
het bloed. De oogen schitterden koortsachtig
fel.
„God ia in my!" kwam het zacht,
maar duideiyk verstaanbaar over zyn lippen.
Dan viel het hoofd weer naar beneden, als een
overrype vrucht, die te zwaar is voor den dra-
genden halm.
Pjotr Gogol's oogen rolden in het hoofd
van toomelooze woede. Met een geweldigen
zwaai rukte hy zyn lange cavalerie-zwaard uit
de scheede en schreeuwde zyn ondergeschikten
toe: „Schiet hem dood, dien papenhond!” En
met zijn mond op het oor van den priester
brulde hy opnieuw: „Schiet hem dood!”
Als gold het de meest gewone schietoefening,
zoo doodnuchter namen de soldaten afstand
en brachten de geweren in den aanslag. Eén
van hen geeuwde luid en ongedisciplineerd.
Langzaam ging -het hoofd Van den veroor
deelde weer omhoog en een flauw lachje gleed
om zyn bebloeden mond. Verwonderd keken
de soldaten toe. begrepen er niet byster veel
van en wachtten op het commando van hun
commandant.
Terzyde van de lange rits gerichte geweren
stond Pjotr Gogo! en rookte straf een cigaret.
Ook hy had de weinige bewegingen van den
gemartelde scherp waargenomen, maar wat hl)
zoo hartgrondig verhoopte bleef uit. De grijs
aard sprak geen woord. Gogol's oogen ver
nauwden zich tot een spleet.
„Klaar” commandeerde hy.
„Richt op de rechterhand." beval hy den
naast hem «taanden soldaat. „Vuur!"
Een schot weerklonk, een doffe echo volgde.
De getroffen arm hing slap omlaag, bloed «y-
pelde lang de vingers.
Gogol sprong op den martelaar toe en siste:
„Zeg me wie je helpers zyn! Spreek en we
sullen je in kussens leggen en je wonden met
verkoelende zalf verbinden I”
De Ujdende glimlachte opnieuw, zoodat Gogo!
van woede de tanden knarste en met enkele
haastige stappen weer naast bet vuurpeloton
ging staan.
„Schiet dien gek in"»yn linkerbeen!”
Weer kraakte een schot; bet bloed spoot
hoog op en kleurde de zwarte broekspyp don
kerrood.
„Spreek! Spreek!"
Het gelaat van den stervende viel op de
borst.
„Schiet hem in het hart!”
Tien loopen werden op de borst gericht.
„Jezus!” De doodskreet gilde door het zwij
gende woud.
„Vuur!" was de vreeseiyke echo.
De geweren gingen omhoog en het werd dood-
Mtt Fjótf AogkUUMt^Ml hef’dèiÜM» en balde
tegen zyn kloppende slapen. De sol-
hun wanfeA adem?lw de koude
-j—e liberale economie kende als eenlg
J richtsnoer: de prtjzen der goederen
en wel de prijzen zooals die In volle
vrijheid, door het .tepel van vraag en aan
bod” gevormd werden. Als iedereen maar
kocht waar hij het goedkoopst terecht kon,
liep alles gesmeerd, aldus de liberaal
den ouden stempel.
Van deze leer is thans In de practijk niet
veel meer over. Iedere Staat neemt maat
regelen die van Invloed zijn op de prijzen
en voor »t meerendeel ten doel hebben, de
burgers te bewegen, het duurdere blnnen-
landsch product te gebruiken Inplaats van
het goedkoopere buitenlandsche. Waar het
gebruik van nationale producten de werk
verruiming bevordert, is zulke politiek ten
volle verantwoord. De Staat heeft voor al
zijn burgers te zorgen en mag van de eene
groep (de verbruikers) een offer vragen
ten behoeve van een andere groep (de
arbeiders, die anders werkloos zouden
worden).
Maar in dictatoriale staten gaat men op
dezen weg toch wel heel ver. D;
er niet alleen meer om te doen,
gelegenheid van de eigen arbeiders te be
schermen daar streeft men er bewust
naar, het volk geheel onafhankelijk te
maken van het buitenland, wat zijn be
hoeftenvoorziening betreft. Met het oog
op een oorlog kan ook dit doel tot op zekere
hoogte te billijken zijn. Maar dat zulk een
politiek van de bevolking zware offers
vraagt, is zeker. De welvaart wordt er niet
door bevorderd, doch benadeeld.
In Duitschland laat men zich aan zulke
overwegingen thans weinig gelegen liggen.
Zoo lezen wij in „Het Volk”:
Duitschland heeft een tekort aan grond
stoffen. Er Is In het bijzonder gebrek aan
vurenhout voor de papier- en kunstzijde-
fabricage. De Dultsche chemici hebben
eenlgen tijd geleden opdracht gekregen
naar een vervangingsmiddel te zoeken. Zij
hebben dat thans gevonden en een procédé
uitgewerkt om grenenhout te ontharsen.
Het waanzinnige hierbij is, dat grenenhout
veel duurder is dan vurenhout. Maar dit
speelt in de Hltleriaansche economie geen
rol. De fabricage is buitengewoon kostbaar
en verelscht zeer bijzondere Installaties.
Ondertusschen kan men de vraag stellen
of Duitschland over groote hoeveelheden
grenenhout beschikt. Dit Is niet het geval.
De Dultsche „geest” heeft ook hiervoor een
oplossing gevonden: grenenhout kan ver
vangen worden door.... eikenhout, aldus
de „Deutsche Volkswlrt”. Dit Is de waanzin
ten top gedreven, maar het gebeurt in het
Derde Rijk. In de kolenmijnen wordt reed»
jop beperkte schaal” eikenhout In plaats
van grenenhout gebruikt.
Wie erover valt, dat eikenhout driemaal
zoo duur is als grenenhout, is een kniesoor.
Men^attJl^iB< st^lén dTwbTP
tenlandteche hcuthanOrfaar gevonden kan
worden, die kosteloos eiken- tegen grenen
hout zou willen rullen. Dan hadden de
Dultschers hun kostbare cellulosefabrieken
voor de verwerking van grenenhout niet
noodig gehad. De buitenlandsche handela
ren zouden zeer waarschijnlijk bereid zijn
geweest om voor het eikenhout den wereld
marktprijs te betalen. De opbrengst zou
dan kunnen dienen om direct uit het bul-
en, waar
Evelyn las tot diep in den nacht, met
gloeiende wangen en kloppend hart die ont
boezemingen van een man, die over het geheel
juist terughoudend wasmet zyn gedachten.
Maar, toen eenmaal het y» gebroken was, had
het Roger geen moeite meer gekost met zyn
innigste gedachte te voorschyn te treden.
Het .sloeg drie uur toen zy de slotregels las.
die hy dien vorlgen avond geschreven had.
5 Januari
■f-"“-Myn geliefde Evelyn heeft my bevolen, om
«P deae bladzijden bloot te leggen de gedach-
Ood, want met myn eigen hand zal ik je dan
I*De soldaten lachten. Pjotr Gogol had veel
in de melk te brokkelen en was voor promo
tie een onmisbare hindernis. De gekwelde pro
beerde zyn gezicht op te heffen
„Waarom wil Je dan kermen en bloedenï
Doe wat ik Je zeg en morgen kan je je oogen
weer af drogen en je wonden zullen helen! En
overmorgen kan je weer lachen en vrooiyk zyn,
net als wy! Kyk, zoo sterk is een mensch!"
Met groote
moeite hief de
priester het grijze
hoofd omhoog
Door de diepe
groeven drupte t
zweet en ver
mengde zich met
Roger legde teeder het open boek op zyn
knieën, terwyi hy zich overgaf aan de ontroe-
die Evelyns woorden by hem gewekt
l.f
238