DE RATTENVANGER VAN HAMELN
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
iu
Plaats dan een „OmTOeper”
gezinnen
W
DE WAAKHOND EN DE KATI
NIET THUIS
AFSCHEID NEMEN
Hebben wormen geheugen?
DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1937
een
PIET BROOS
had de rattenvanger zijn werk gedaan en
voor het eerst sinds drie maanden sliepen
de bewoners van Hameln weer rustig in.
den rattenvanger, die zich er soo fijn had
laten tusschen nemen.
De
kwam
voor
alle wormen reeds na M maal den schok
te hebben gevoeld, naar links se herin
nerden zich dus nu al veel vlugger dan de
eerste maal, wttur het niet pluis voor hen
was.
Nlde SenK, Olympisch zwemkamploene
en Schetter, Ned. recordhouder op de
100 meter borstcrawl, hebben zich
verloofd
De arme ouders klaagden en treurden en
de mannen grepen houweelen en schoppen
om den ingang van den berg op te sporen.
Maar se zochten vergeefs en troosteloos
gingen ze weer naar de stad terug. Wat er
van de kinderen geworden is? Niemand kan
het vertellen. Mogelijk zijn ze later met den
rattenvanger uit den berg gegaan, of mis
schien zijn se voor altijd in het binnenste
van den berg gebleven.
De bekende Amerikaansche schaak
speler R. Fine h Woensdag te Amster
dam In het huwelijk getreden met mej.
L Th. Keeslng. Het bruidspaar
Van alles wordt er door de geleerden on
derzocht en zoo is er ook een op het denk
beeld gekomen om eens na te gaan, of
wormen ook geheugen hebben.
En Werkelijk is het hem gelukt te bewij
zen, dat dit bet geval is.
Ir. M. H. Damme, vice-president van het Kon. Instituut van Ingenieurs,
reikt aan den voorzitter, prof. L A. van Royen, het eerelldmaat-
schap uit tijdens do herdenking van hot 90 jarig bestaan van het
Instituut te Den Haag
De ontscheping van Japansche troepen-
afdeelingen na aankomst per oorlogs
schip te Sjanghai
borst over elkaar en maken daarbij een
kleine buiging.
Het afscheid nemen op de Fldsjl-eilan-
den is een heel gedoetje. Mannen zoowej
als vrouwen dragen daar altijd roode vee-
ren bij zich, die ze, als ze van elkaar af
scheid nemen, in de hand houden en
schuin voor het lichaam houden, zoodat de
beide veeren der tegenover elkaar staande
personen een kruis vormen. Zij willen
daarmee zeggen dat, hoewel zij nu van
elkaar moeten gaan, hun harten, nu hun
wegen elkaar eenmaal gekruist hebben,
steeds Innig met elkaar verbonden zullen
blijven. x
Japanners nemen afscheid door elkaar
met hun sloffen toe te wuiven.
Op *t schuurtje van boer Hazelaar
Zat op een dag een kat;
Die hoorde daar beslist niet thuis
Die was misschien verdwaald van huis
't Was vreemd dat zij daar zat/
Boer Hazelaar, die had een hond
Die aan een ketting lag;
Die hond keek naar het dak een poos,
£n maakte zich verschrikkelijk boos.
Toen hij die kat daar zag!
Hij rekte zich en bromde luid:
„Waj.... zeg wat doe je daarf
Ga jij maar naar je huis terug
En liefst een beetje heel erg vlug
Anders.nou.raad dat maart"
heeft,
bezoek
wilden
len en
om tegen eiken handelsreiziger te zeggen,
dat hij niet thuis was.
Op zekeren dag, toen de winkelier wer
kelijk uit was, kwam er een nieuwe reizi
ger met een grooten koffer met monsters
binnen en vroeg:
„Kan ik mijnheer even spreken?”
„Dat zal niet gaan, mijnheer,” antwoord
de de bediende, „want mijnheer Is uitge
gaan.”
„Dan zal ik wel even wachten tot hij
thuis komt,” zei de reiziger en hij maakte
zijn koffer open om den bediende enkele
van zijn monsters te laten zien.
Terwijl hij daarmee bezig was, kwam de
winkelier zelf binnen. Onmiddellijk begreep
hjj den toestand en voor de bediende nog
een woord had kunnen zeggen, vroeg hjj:
,Js mijnheer op kantoor?"
.Keen, mijnheer,” antwoordde de bedien
de, die snapte waar het om ging, „kan ik
de boodschap ook aannemen?”
„Neen, dank u. dan kom ik morgen wel
terug,” zei de winkelier, ging de deur uit
en kwam door een achterdeur zijn huis
weer binnen.
„Voor minder kan ik het niet doen," ant
woordde de vreemdeling en wilde zich ver
wijderen.
burgemeester weifelde. Maar dan
n hem plots de schrikkelijke plaag
oogen, hoe hij 's nachts niet kon sla
pen, hoe het eten onsmakelijk werd ge
maakt, hoe hij nooit een middagdutje kon
doen en hij riep:
„Wat het ook moge kosten, de ratten moe
ten uit onze stad verdwijnen.”
„In orde," zei de muzikant, „vanavond
wanneer de maan aan den hemel staat, zal
ik beginnenI"
Tegen negen uur ’s avonds verscheen de
rattenvanger weer op het marktplein. HU
haalde zUn fluit voor den dag en speelde
eerst een zoete melodie. Maar allengs wer
den de tonen luider en schriller, tot zU ten
slotte over ’t marktplein snerpten en dóór
drongen In alle hoeken van de stad en me
nig burger een rilling over den rug deden
loopen. Uit de diepste kelders, uit de meest
verborgen schuilplaatsen kwamen ze te
voorschijn, de ratten, zwarte en grijze. Ze
zochten den weg naar de voordeur, snelden
als dol door de straten naar het marktplein.
Geen rat bleef achter en het plein was wel
dra gevuld met een wriemelende, krljschen-
de en butende massa. De fluitspeler wan
delde nu langzaam door de straten naar de
rivier die rondom de stadsmuren van Ha
meln stroomt. De ratten volgden hem.
BU de rivier gekomen, draalde hU zich om.
„Hop, hop." riep hU en wees naar de
rivier.
Zonder te dralen stortten de beesten zich
in het water en verdwenen om nooit meer
terug te komen. Dat ging zoo door tot mid
dernacht.
Eén rat bleef tenslotte over. Dat was de
rattenkoning, een groot grijs beest.
„Zijn ze er allemaal?” vroeg de ratten
vanger.
„Allemaal,” antwoordde de rat.
.Jloeveel waren het er, Witbaard?" vroeg
hU opnieuw.
„WWW”.
„Ik dank je wel. tot weerziens!"
De witte rat sprong eveneens in den
stroom en verdween in de diepte. Daarmee'
De vreemde kat daar op de schuur
Rekte zich lui eens uit;
Ze gaapte en zei heel brutaal
,Jk ga voor jou niet aan den haal
Al blaf je nog zoo luid/"
Nu werd de hond verschrikkelijk kwaad
„Pas op.ik pak je hoor!
Ik duld geen vreemde katten hier,
En medelij heb ik geen zier, -
Daar ben ik waakhond voor F
O, o wat had dat poesje op
Het schuurtje een plezier.
Ze riep: „ik heb van jou geen last.
Want je ligt aan dien ketting vast;
Kom jü dan maar eens hier.
Toen heeft de booze, groote hond.
Verstandig maar gedaan;
Hij bromde wat en draaide vlug,
Naar poes z"n breeden hondenrug.
En zei: „Loop naar de maan..../"
o
R. Fr. W.
Dat doen wU, doöc elkaar de hand toe te
steken, of wel, vooral vrouwen en meisjes,
door elkaar een zoen op de wang te druk
ken.
Maar niet In aDe landen doet men het
zool
Op de Zuldzee-ellanden neemt men af
scheid, door elkaar stevig aan den halsket
ting te trekken, dien daar zoowel de mannen
als de vrouwen dragen.
De Turken kruisen hun armen op de
HU maakte een doos in dea vorm van de
letter T, die MJ met een glazen plaat sloot,
zoodat >hU de bewegingen der dieren zien
kon. In het lange einde van de T deed hij
een aantal wormen en aan het einde der
beide korte armen legde hU voedsel voor
de dieren.
Al spoedig kropen de wormen er op af
en op de splitsing gingen «r een aantal
naar links en een aantal naar rechts.
Na eenlgen tijd bracht hU een Inrichting
aan, waardoor de wormen die naar links
kropen, een zeer nletigen, cmgevaarUjken,
maar duideUjken electrlschen schok kregen.
In bet eerst schenen de dieren daar niet
veel van te begrijpen, maar na ongeveer
tweehonderd maal te hebben ondervonden
dat het in den linkerarm van de T niet
erg aangenaam verb lijven was, gingen ze
allemaal naar rechts.
Toen werd de electrische stroom naar
den rechterarm overgebracht en nu gingen
Een winkelier, die altijd zUn Inkoopen
op de Utrechtsche Jaarbeurs doet en dus
tusschentUds in den regel niets noodig
ontving niettemin herhaaldehjk
van reizigers, die hem van allerlei
verkoopen. Dat begon hem te verve-
daarom gaf hU zUn bediende last
Nog dagelijks arriveeren in Santander- groote troepenafdeelingen der Spaaruche
nationalistische strijdkrachten, welke door de bevolking hartelijk verwelkomd worden
ens werd de stad Hameln door een
rattenplaag bezocht. Het waren groo
te, zwarthuidige dieren, die zelfs bU
klaarlichten dag door de straten liepen. In
ds hulzen wemelde het zoo erg van onge
dierte, dat de bewoners nauwehjks hun
handen of voeten konden verroeren, zonder
op een of ander dier te trappen of ze op
4e schrikken. Wanneer men zich ’s morgens
aankleedde, vond men in broeken en jas
sen, in sakken en plooien, In schoenen en
kousen een stel van die brutale beesten,
terwijl al het eetbare in keuken en kasten
verdween als sneeuw voor de zon. ’s Nachts
was het een verschrikkelijk rumoer van
knagen en trippelen op vloeren en plafonds.
Katten noch honden, vergif noch vallen
konden Iets tegen de dieren doen. Hoe meer
er gedood werden, hoe meer er/>U kwamen,
zoodat de Inwoners van Hamelh In vertwU-
fellng raakten. v
Op zekeren dag kwam een vreemdeling
hun stad bezoeken. HU zag er zonderling
uit en blies op een blokfluit.
HU was slank van gestalte, sterk gebruind
door de zon, had zwarte haren en een baard
en spottende bruine oogen. Op zUn hoofd
droeg hU een kleine vilten hoed met een
pauwenveer. Verder een roode jas met lee-
ren gordel, een roode broek en roode laar
zen. 1
Op de groote markt bleef hU staan, blies
een deuntje op zijn fluit en zong daarna.
„Nu ben ik hier en spoedig zal ik bewijzen
dat ik een rattenvanger ben!”
De burgemeester en wethouders waren
juist zooals de voorgaande dagen op het
stadhuis vergaderd om te overleggen hoe ze
de ratten kwijt konden worden, maar nie
mand wist een goed voorstel te doen, stilte
was er in de zaal getreden en duidelUk
hoorden allen nu de welluidende stem, die
buiten op het marktplein zong. Terstond
werd hU binnengehaald en de burgemeester
vroeg wat hU met zUn lied bedoelde.
De muzikant antwoordde dat hU de stad
nog voor zonsopgang den volgenden morgen
van de ratten sou bevrijden, als men hem
twee cent per kop betaalde.
De burgemeester wilde toestemmen, maar
enkele raadsleden merkten op dat het de
gemeente enkele duizenden zou kosten.
De volgende dag was een Zondag. Al de
bewoners van Hameln gingen naar de kerk
en slechts de kleine kinderen bleven thuis.
Wat keken de menschen vreemd op toen
ze bU hun thuiskomst bemerkten dat al de
kinderen verdwenen waren. Nergens waren
ze te vinden.
„Waar kunnen onze kinderen zijn, waar
zUn ze gebleven?” klonken de stemmen
door de straten. Snikkend liepen vrouwen
en mannen door elkaar.
Daar kwam een jongetje aangeloopen op
krukken. HU huilde dikke tranen en ze kon
den eerst op al ijun vragen geen woord uit
hem krijgen.
EindelUk wist hU te vertellen, dat er plots
een vreemde muziek geklonken had op de
markt, toen de ouders in de kerk zaten.
Terstond waren al de jongens en meisjes
opgesprongen en naar buiten geloopen om
den muzikant te zien. Op de markt waren
allen verzameld, waar de rattenvanger op
zijn fluit stond te spelen. De vreemde mu
zikant was weggewandeld en al de kinde
ren waren hem gevolgd, dansend en sprin
gend op de maat van de muziek tot aan
den voet van den berg, die in de nabUheid
lag. Plots was de berg opengesprongen en
de fluitspeler was met al de kinderen naar
het binnenste van den berg gegaan. Alleen
hU was gered. Want op zUn krukken had hU
de anderen niet zoo snel kunnen volgen en
pas bU den berg gekomen, toen deze zich
juist voor zUn neus sloot.
Den volgenden ochtend om negen uur,
ging de muzikant naar het stadhuis, waar
de raad hem reeds opwachtte.
„Al uw ratten zijn gisteren in de rivier
verdronken,” zei de vreemdeling tot den
burgemeester en zijn raadsleden, „u Is, zoo
als afgesproken, van de plaag bevrijd. Het
waren negenhonderdnegenennegentigdui-
zend negenhonderdnegenennegentlg dieren.
Twee cent root lederen kop. Rekent u zelf
maar uit hoeveel u me schuldig is."
„Pardon,” antwoordde de burgemeester
onnoozel, „laat eens zien hoeveel koppen u
bij zich heeft. U vroeg toch 2 cent voor lede
ren kop?”
Zoo’n schelmenstreek had de rattenvan
ger niet verwacht. Zijn stem trilde van
woede en zijn oogen schoten vuur.
„Wou u koppen zien, ga dan naar den
oever van de rivier!"
„Ja," antwoordde de burgemeester met
een uitgestreken gezicht, „wanneer u zich
niet aan de afspraak houdt, kunnen wU u
ook niet betalen. U heeft ons echter een
grooten dienst bewezen en dus verzoeken
wU u deze ruime belooning aan te willen
nemen.”
Hierbij bood hU den vreemdeling
beurs van honderd gulden aan.
„Behoud die aalmoes," zei de rattenvan
ger, „maar voor uw bedrog zal Ik u straf
fen."
Met opgeheven hoofd verbet hU de zaal
en de stad, zonder een woord verder met
iemand te spreken.
Toen de bewoners van de stad hoorden
boe de zaak verloopen was, wreven zU zich
vergenoegd in de handen en spotten met
FOTOREPORTAGE
.Zoo leerden ze het mij vroeger ook'.
Mr. van Lanschot, burgemeester van
Den Bosch, helpt een tweejarig meisje
bij het sprietloopen tijdens de kinder
spelen In zijn gemeente