VIM De avonturen van Stan en Pol aan den daq ALLE ABONNÊ’S F 750.- F 750.- F 250.- [PLICHT ent Ministerieels etikette Geverfde nagels Een mode-dwaasheid'—^ De schade aan Britsch staats- eigendom in het buiten land b|J verlies van aan band, aan voet af aan oog. REINIGT ALLES maar Iceast nooit Gewoonten en gebruiken in het Engelsche kabinet NAAR HET I GELUK I ENCELSCH 1-1 Dubieuze vorderingen De doos van i juffrouw Houfaer AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE NfAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DONDERDAG 2 SEPTEMBER 1937 opwinding, van I(J1 (Nadruk verboden) Nu de de deur open en onmiddellUk HOOFDSTUK XXI (Wordt vervolgd) „Nu, mijnheer Jansen, sei deze, u stuurt de kinderen vandaag al vroeg naar huis. Mijnheer Jansen die dacht dat de boven meester juist andersom bedoelde, zei: ,4a mijnheer, ik heb ze een beetje school laten blijven, om wat sommen af te maken." „School laten blijven?” vroeg de bovenmeester verbaasd. Maar het is nog niet eens twaalf uur? En hij haalde zijn horloge voor den dag. aan pagnon na een houd. „O, doen?" „Als alles weer tot rust Is gekomen, nadat je weg bent, dan zal Ik er op aandringen, dat ze toch niet hun huwelijk uitstellen. Ik heb ge sproken met Mr. Ashburton; hij zal nog een stroomde. Het was kleeden, meende alleen blijven met haar gedachten. Ze verliet het vertrek en ging naar den salon, om te zien, of ze er ook iets te lezen vond Op tafel lagen de papieren, die zU en George dien vorigen avond geteekend hadden. Ook stonden er nog de twee stoeten, waar stf naast elkaar met nog een paar andere dingen. De sleutel der safe zal je door m*n executeur worden over handigd. Wil je er voor zorgen, dat m’n wensch stipt wordt uitgevoerd? „Natuurlijk, tante. Ik beloof het u.” De doos is wel is waar niet op slot, want dat kin niet, maar noggens, denk er om....** ,4a, tante, ik heb alles goed begrepen. Maar wat een prachtig bewerkte doos Is dat. Zeker uit Indië of China?” Op deze vraag gaf juffrouw Houfaer geen antwoord. Zjj stond op en borg de doos weer in haar safe. Elvlre verliet de woning van haar tante, ver vuld van de blijde gedachte, hoe ze na tante's dood, de 150.000 francs zou besteden. De bovenmeester die er niets van begreep klopte den geplaag- den man eens op zijn schouder. Drink «ens een koud glas water en ga eens een paar avonden vroeg naar bed, mijnheer Jansen, raadde hij aan. Dat deed mijnheer Jansen ook en er gebeurden geen gekke dingen meer, want Stan kwam niet meer in de school terug. uffrouw Euphémle Houfaer woonde alleen in een groot, prachtig huis op den Boule vard des Itallens in Parijs. Ze was schat rijk en werd dus otnzwermd door tal van neven en nichten, die oogenschjjnlljk alles deden om hun oude tante het leven zoo aangenaam mo- geljjk te maken. Een uitzondering daarop maak te haar nicht Elvlre. de vrouw van een advo caat. Ze kon geen half uur bjj d'r tante zijn, zonder van d’r karig huishoudgeld te spreken en er met nadruk op te wijzen, dat ze nauwe lijks haar kinderjuffrouw kon betalen. Bij den aanvang van t jaar kwam Elvlre haar tante weer eens bezoeken. Het ontging echter de scherpzinnige oude dame niet, dat Elvlre's glimlachjes en belangstellende vragen meer gekunsteld waren dan ooit. Op dit oogen- bllk bekroop Juffrouw Houfaer een gevoel van afkeer voor haar nicht. Na de thee trok ze haar leunstoel bij den haard en keek met haar droefgeestige oogen peinzend in de vlammen. Eensklaps keerde zU zich tot haar nicht, die weer een mistroostig verhaal over d’r huiselijke omstandigheden aan X opdisschen was, en zei: „Luister eens Elvlre, me dunkt dat ik niet zooveel medelijden met je behoef te hebben. Ik geloof wel. dat jij en je man veel van elkaar houden, maar je hebt van X begin af geweten, dal hij geen groote practjjk had en niet ver mogend was. Overigens heb je een tehuis, een goeden man en lieve kinderen, en toch klaag je altijd.” „Ja. tante, maar X zijn die zorgen, die knel lende zorgen; dure scholen en zware belastin gen. Een nieuwe mantel of japon schiet er bijna nooit over.” „Och, dat begrijp Ik." antwoordde juffrouw Houfaer, .maar dat moet je niet te zwaar tel len. Liefde, gezondheid en huiselijke vrede zijn kostbare schatten. Denk daaraan. Geld geeft wel groot gemak, maar die drie schatten kan je daarvoor niet koopen. In m'n testament heb ik je met 75:000 francs bedacht, maar ik zal het zoo regelen, dat dit tot 150.000 francs verhoogd wordt.” Elvlre's oogen schitterden toen ze dit hoorde. „O. tante I" riep ze. De oude dame maakte een afwerende hand beweging. .Niet te voorbarig, verzocht ze. ..Dat geld laat ik je na onder één voorwaarde. Je moet me daar een kleinen dienst voor bewijzen, maar ik moet er zeker van zijn, dat dit ook gebeurt. Wacht even, dan zal Ik je iets laten zien.” Juffrouw Houfaer verliet het vertrek en kwam even later terug met een platte, ovale doos van kunstig Indisch snijwerk en zwaar met zilver beslagen. „Dit,” zei ze langzaam, ,Js een doos, die me jaren geleden gegeven is. ZU bevat alles, wat mij dierbaar op aarde is. Ook in den dood wil ik er niet van gescheiden worden. Ik verlang nu van Je, Elvlre, dat, als ik sterf, die doos naast me in de kist komt te liggen. Het gaat niemand aan, wat er in de doos zit, noch welke geschiedenis er aan verbonden is. Het is dus m’n volstrekte wensch, dat zU niet geopend wordt.” .NatuurlUk niet, tante." „Wat ik je vraag.” hernam juffrouw Houfaer, .kost je maar weinig moeite. Dus, denk er aan, je mag de doos niet openen en legt haar precies zooals ze is aan m’n linkerUde in m'n doodkist. Zoo moet ze met mU worden be graven." Even zweeg de oude dame, keek peinzend voor zich en ging voort: „De doos ligt in m’n safe de. temeer omdat het zich niet tot de vingers bepaalt. Aan boord had hU ontdekt dat ook de teenen aldus werden opgesierd. En wU zul len het nog beleven, vreesde hU. dat. in navol ging van andere gebruiken der wilden, ook an dere deelen van het lichaam, waarvan tegen woordig zoo'n groot deel te zien komt, beschil derd zullen worden. Hopen we maar, dat deze mode-dwaasheid zich zoover niet ultbreidt. Noorden bevond, eenlgen zUner collega’s ter be raadslaging - bUeenriep. Dat toen niet in deze officieels .kablnetskamer", maar in Mr Chamberlain's studeerkamer vergaderd werd, had geen andere reden dan dat de etikette den Eersten Minister verbiedt Downingstreet over te steken naar het departement van een onder geschikt collega. De kablnetskamer aan X Foreign Office wordt alleen dan nog voor formeele kablnets- zlttlngen gebruikt wanneer de Eerste Minister tevens Minister van Buitenlandsche Zaken is Mr. MacDonald heeft deze beide functies vruch teloos in zijn persoon pogen te vereenigen in 1923-"24, maar hield toch ook toen de meest» kabinetszittingen in No. 10. Dat het Foreign Office, ofschoon in rang na het Home Office (Blnnenlandsche Zaken) en de kanselarij der schatkist komend, een .ka blnetskamer'’ heeft, is waarschijnlijk hieraan toe te schrijven dat er tot in de achttiend} eeuw eigenlijk slechts twee offlcieele staats secretarissen waren, namelijk die van buiten landsche zaken: één voor de .Noordelüke Pro vincie" en één voor de „ZuidelUke Provincie’ (d.l. Noord- en Zuld-Europa). George I, die een vreemdeling was en geen woord Engelsch sprak, was genoodzaakt Sir Robert Walpole Eersten Minister te maken een rang die eerst door Edward VII officieel erkend werd en aldus ontwikkelde zich datgene wat wij thans een kabinet noemen, maar de bijeenkomsten van dit lichaam werden aan vankei Uk aan het Fo reign Office gehouden. Een farmer te Newbur in Amerika mag zich verheugen in het bezit van dit reu- zen-varken, dat ongeveer 725 K.G. weegt. Het heeft den farmer heel wat gekost, dit dier zoo vet te mesten. Het kreeg n.l. dagelijks vele liters melk en eenige dozijnen eieren haln is op ik terug.” In gepeins verzonken, staarde Elvire eenige oogenblikken voor zich uit. Wat een drukte, dacht ze. om zoo *n doos. Maar advocaten zijn nu eenmaal verzot op zulke formaliteiten. ZU scheurde de enveloppe open, haalde den sleutel er uit en ging naar de safe, waaruit zU de met zilver versierde doos nam. ZU schudde de doos heen en weer, doch er kwam geen geluld uit. Nu viel haar blik op een klein Ivoren knopje. Neen, de doos was niet op slot. Wat zou er toch in zitten? Wat was het, dat met tante Euphé mie moest begraven worden? Ze wilde het weten, ze moest het weten. Haar belofte? Tante was dood, en zou het nooit te weten ko men Ze drukte op het knopje, de doos sprong open en bevatte niets dan een ouden en veel gedragen glacé heerenhandschoen. Daar onder lagen een paar brieven, met het op schrift: „Mijn lieveling.” Ze begon te lezen. De schrUver scheen uit Fransch Cochin-China te zUn op een plantage. HU scheen die te willen verkoopen en naar Parijs te komen. Ze las dit met verwondering, legde alles weer in de doos en trachtte die weer te sluiten. Maar dat ging niet, hoeveel moeite zU er ook toe aanwendde. Op dit oogenbllk traden de heeren Loménie en Dolhaln het vertrek binnen. Elvire schrok. Beide mannen keken haar zwUgend aan. Mijn heer Loménie verbrak het eerst de stilte: „U hebt de doos toch geopend, mevrouw. Deae heer hier is m'n compagnon, mUnheer Dol haln.a Bevend van angst en opwinding hield vrouw Dulong de doos omkneld. „Laat Ik u even helpen," zei mr. Loménie sarcastisch. „Alleen m’n confrater en Ik kennen het geheim van het slot. Zoo, dank u. Ik zal de doos nu in de safe opbergen en haar straks naast het stoffelUk overschot van m'n cliënte in de kist leggen.” Elvire Dulong stond beschaamd voor denman der wet. „Uw tante, mevrouw,” vervolgde deze, „ver eerde u met haar vertrouwen. Ik zelf heb u er nog op gewezen, dat zU een afteer had van nieuwsgierigheid. ZU liet u een prachtig legaat van 150.000 francs na, onder de u bekende een voudige voorwaarde. WU moesten u. op haar wensch, een minuut of tien in de bibliotheek alleen laten. Als de doos, bU onze terugkomst niet geopend was, zouden we nog 75.000 francs bU uw legaat voegen. In X tegenovergestelde geval, zou het geheele legaat: 225.000 franca aan X groote weeshuis vervallen. We xUn tot de bevinding gekomen, dat u niet eens den wensch van een doode, die het zoo goed met u meende, heeft kunnen eerbiedigen. Er valt verder niets meer te zeggen, mevrouw. Het is niet noodig dat wU u langer ophouden." Elvire Dulong keek vol ontzetting van den een naar den ander. „Maar.... maar.... mUn geld? Wat gebeurt er dan met m’n geld?” „Van uw ongepaste nieuwsgierigheid aal al leen het weeshuis profiteeren en dus 225.000 francs ontvangen,” luidde het kalme antwoord. Bleek van woede liep Elvire naar de deur, maar keerde direct op haar schreden terug. „O.ik had moeten bedenken," riep ae als in vertwUfellng, „dat die oude, valsche slang tot zoo iets in staat was. Ik vraag me af, wie die man was; of hU haar soms in den steek ge laten had, zooals ze verdiende!" En met verwrongen gelaatstrekken liep de gestrafte woordbreukster de deur uit, die mijn heer Dolhaln voor haar open hield en geruisch- loes achter haar sloot. huwelUksvergunning 'Aanvragen en dan moeten zU dadelijk een reisje maken.” „O, moeder, ging ik maar niet morgen al trouwen! Ik ben nog te jong, om weggezonden te worden met een vreemden man! Nu alles mU geschonken is, wat ik maar verlangde, lukt het mU zoo waardeloos!” „Maar liefste kind! Voor jou zal de zon wel weer schUnen, maar tracht zoo gauw mogelUk de les te leeren. die het leven ons geeft: zoo lang onze wenschen zich alleen op onszelf con- centreeren, zullen wU nooit vinden, wat wU loeken.* üiiiimmiiuiiiitmmHummmmmauwi MUnheer Jansen begreep er niets van. Plotseling wees hu triomfantelUk naar de klok. O, schrik, die stond ook voor twaalf. De ondeugende Stan had fluks den wüzer weer teruggezet. De meester greep naar zUn hoofd. Nu bcgrUp ik er heelemaal niets meer van, kreunde hU- Er gebeuren hier zulke gekke dingen. den gestegen Is. Niet minder groot is, vooral in latere jaren, de schade geweest welke Engeland geleden heeft in het Verre Oosten in China, waar met geen mogelijkheid eenige vergoeding verkregen kan worden voor schade, hetzU in de eindelooze burgeroorlogen, hetzU in verband met de Japansche Invallen aangericht. Ook in het nabije Oosten heeft Engeland schade ge leden, onder anderen in Abessinlë. maar het is waarschUnlUk dat Italië, als Engeland zUn heerschappij over laatstgenoemd land eenmaal formëel en ten volle erkend heeft, ook ten volle de financieele verantwoordelijkheid op zich nemen zal voor schade, gedurende, of tenge volge van de campagne, aan buitenlandsche eigendommen aangericht. De bolsjewistische revolutie van twintig Ja ren geleden is oorzaak geweest van de vernie ling van veel officieel bultenlandsch eigendom te Petrograd of Leningrad, geluk het later ge noemd werd. Zoo gingen de meubelen, tapij ten en gordUnen van de Britsche Ambassade In den revolutionnalren chaos ten onder. Het was maar een heel klein deel van de mllliar- den-schade die Engeland en andere landen in Rusland leden, maar het was een principieel belangrijk deel. Want zelfs wanneer de Sov jets, van hun standpunt bezien, misschien met eenig recht konden beweren dat zU niet aan- sprakelUk waren voor de schulden, door hun voorgangers en aartsvUanden onder een kapita listisch stelsel aangegaan, ze konden toch be zwaarlijk volhouden niet verantwoordelijk te zUn voor schade, aan buitenlandsche mogend heden en onderdanen toegebracht, toen zU zelf de macht in handen kregen. Desniettemin hielden zU vol, wellicht op grond hiervan dat Engeland en Frankrijk gedurende de eerste ja ren feitelljk oorlog voerden tegen Sovjet Rus land. Whitehall heeft nooit officieel een vorde ring Ingesteld tot vergoeding van de aan de Ambassade te Petrograd aangerichte zeer aan zienlijke schade. Het parlementslid Sir William Davison even wel, die de onvermoeide kampioen is van alle Britsche crediteuren van Rusland, heeft er herhaaldelUk op aangedrongen, dat ’n rekening aan Moskou zal worden toegestuurd. Den laatsten tUd heeft hU hierbU steun ge kregen van Sir Alfred Knox, die thans lid van het Lagerhuis is. maar tUdens de revolutie van 1917 militair attaché te Petrograd was. De laatste twee malen dat Sir William de zaak in het Lagerhuis te berde bracht, stond ook Sir Alfred op en vroeg met klagende stem of de Regeerlng niet een vordering wilde indienen voor zUn uniformbroek, die in de revolutie ver loren ging, bUna twintig jaren geleden. hadden gezeten. Het naaiwerk, waaraan moeder was bezig geweest, lag op een tafeltje daar dichtbij. Een wonder, dat moeder dit niet had opgeruimd, dacht zU nu weer. Op den grond lag de „Avondster de krant, die Mr. Ashburton bU zich had gehad. Ze raapte het blad op en nam het mee naar haar kamer. .Passagiers met de mailboot „De Rome". Voor Londen: Mr. en Mrs. Simpson, Mrs. Clyde. Mr. Tomlin. Voor Venetië; Mr. liarpur, Mr. Martin, Mr. Thorburn." Met een kreet wierp zU de krant neer, mssr ging toen weer moedig de andere kolommen in- kUken en daar zag zU onder een van de hoofd den staan: .Begrafenis van Mrs. Thorburn". Met popelend hart las zU het berichtje, dat Roger Thorburn nu alleen stond en dat hU op rand van den dokter den dag na de begrafenis Zuld-Australië had verlaten en met een mail boot naar Venetië was vertrokken. De krant gleed op den grond en werktuiglijk begon Evelyn toilet te maken en was er in ge slaagd. op dat oogenbllk de gedachten aan haar huwelUk te verdringen, tot zU in de kast haar bruldstoUet zag. Toen besefte zU pas in al z*n verschrikking, wat ze dien ochtend sou doen: dat zU een man sou trouwen, voor wien zU al heel weinig voelde. terwUl ze enkel en alleen door haar koppig doordrüven den man had opgegeven, dien XU hef had met al de vurigheid van haar onstui mige natuur. Neen, ik spreek uit eigen bezorgdheid voor je beider toekomstig geluk.” „Geluk voor mU beduidt, dat ik Evelyn tot vrouw heb. Met héér zou ik alle belangstelling in het leven verliezen. Ik kan er niet aan den ken, haar vrUheid te geven, zich terug te trékken. Als zU eens mijn vrouw is, zal Ik haar wel dwingen, mU Hef te hebben. In leder ge-’ val vindt u het toch goed, dat wU de volgende week trouwen?” „Als het Je beider verlangen is, zéker!” Dokter Underwood was weer in zooverre hersteld, dat hU het gewone voedsel kon ge bruiken; dat hU in een ziekenstoel in den tuin kon gereden worden en dat hU de verschillende leden van het gezin toelachte, ofschoon het nog de vraag was. of hU ze herkende. Maar hU kon niets anders zeggen dan .Ja” of „neen”, en bedoelde dlkwUls het tegengestelde van het woord, dat hU gebruikte. ZUn vrouw herkende hU altijd en hU voelde zich in niet geringe mate afhankelUk van haar. De jongelui hadden nog alle hoop, dat de behandelde geneesheer zich vergist bad en dat kén het ook zUn, dat de gebeurtenis van morgen haar zenuwgestel zoozeer aangrUpt en dat zU na Evelyns huwelUk weer wat sterker wordt.” „Goed, liefste. Als jou dit beter dunkt, zal het ook wel X beste zün. Laten we dan een maand wachten." Dien avond lag Evelyn lang wakker, tijd gekomen was, vond ze het zelf vreemd, dat ze zoozeer verlangd had, om het ouderlUk huls te verlaten, en voelde zU eerst, hoe gezellig het gezinsleven op Irlya was. Zacht ging vroeg Evelyn: „Is daar, moeder?” ,4a, lieve. Ik wilde nog even met je praten. Na morgen loopen onze wegen ver uiteen.” „Ik ben biU. dat u gekomen is, moeder! Ik voelde mU ongelukkig bU de gedachte, dat ik morgen het huls verlaten zal. Misschien dat in het eerst mUn verlangen daarnaar enkel déér vandaan kwam, dat Ik hier niet goed wortel ge schoten heb. TerwUl ik weg was, had u het zon der mU leeren stellen en toen ik terugkeerde, scheen ik mijn plaats niet te kunnen vinden, tot Ik nü, na vatlers ziekte, eerst gemerkt heb, dat ik noodig ben.” .Maar, lieve, lieve kind! We hebben je altUd noodig” gehad. En nu heb Ik tegen jou in het bUzonder iets te zeggen. Ik heb een voorgevoel dat ik het niet lang meer maken zal." „Maar moeder, waarom hebt u er mU niet eerder van gesproken, dat u zich ziek voelde? - - -- -- u houdt rnu toch niet voor zoo hardvochtig, gemerkt, hoe teer zU er den laatsten tUd uit- dat ik bU u weg had willen gaan, als ik dit ge- ziet?..,. Gisterenavond vooral trof mjj dak Nu «weten had? Ik geloof ook niet, ik kan bet niet .Dat duidelijk dwaas!" Evelyn barstte in onstuimig snikken uit „Wind je niet zoo op, liefste! Zelfbeheersching is een eerste verelschte voor den mensch, die verstandig wil wezen! Tracht een goeden in vloed uit te oefenen op George, kindje. En nu goeden nacht, liefste kind! Ik ben al zoo lang van vader weggebleven." aannemen, dat uw toestand gevaarlUk is. U ziet er bjeek en mager uit, maar vaders ziekte heeft ook zooveel van uw krachten gevergd. Wat zal ik doen?” „Enkel dit, liefste: als ik verkeerd heb ge zien, welnu, dan zal er nog niets mee mis daan zUn. dat ik je over mUn vrees gesproken heb; en heb ik juist gezien, dan is er ook geen tUd te verliezen. Eén ding is er, waarover ik mU vreeselUk ongerust maak, namelUk, dat Mary's leven bedorven zou zUn. Je kent haar onzelfzuchtigheid; haar sterk plichtsbesef. Als ik soms mocht heengaan, vóór zU getrouwd is, zal je mU dan oprecht beloven, dat je weer hier terugkeert en voor vader zult zorgen? Dat zal George toch ook wel goed vinden.” ja, wat zouden wU niet voor u willen bit zUn vooral vorderingen, ontstaan door het aanrichten van schade aan Britsch staats eigendom in het buitenland. Het „Office of Works”, dat verantwoordelUk is voor gezantschaps- en consulaatsgebouwen en hun inboedel, heeft heel wat kwade posten. Nemen de gebeurtenissen in Spanje een zoo- danigen keer, dat een régime ontstaat, eenlgs- zlns overeenkomstig met dat in Rusland, dan is het heel onwaarschUnlUk dat Engeland, of eenig ander land, schadeloosstelling krUgt voor de gedurende den burgeroorlog vernielde of beschadigde eigendommen. Maar zelfs in dien Gen. Franco de macht krUgt over het ge heele land, of indien een ander ordelUk be wind gevestigd wordt, is het .onwaarschUnlUk dat schadeloosstelling zal worden uitgekeerd voor vernieling van vreemd eigendom door de communisten en hun medestanders, vooral daar een toekomstige Spaansche Regeering zich erop zal kunnen beroepen terecht of ten onrechte dat de schade aangericht werd met steun en zelfs met de wapenen van andere landen. Maar ook zonder deze overweging zal Spanje Jaren lang financieel wel in zoodanigen toestand verkeeren, dat het aan het buitenland geen schadeloosstelling zal kunnen ultkeeren, tenzU van een eerst door datzelfde buitenland in te willigen leenlng, hetgeen een gewaagd en zeer onzeker procédé is. gelUk in de laatste twintig jaren wel heel duidelUk Is gebleken. De eenlgszins sombere vooruitzichten van X „Office of Works" in Spanje hebben den laat sten tUd eenige belangstelling doen rUzen voor de andere „dubieuze vorderingen” van dit de partement. Offlcieele gegevens hieromtrent zUn wel niet bekend gemaakt, maar men weet toch, dat in den loop van tientallen jaren de onbe taalde schade, toegebracht aan Britsche lega ties en consulaten in Mexico. Midden- en Zuid- Amerika, bU revblutle en oorlogen, tot vele tienduizenden, zoo niet honderdduizenden pon- laatst gehouden bUeenkomst van Engel- I J sche ministers, onder voorzitterschap van -L-b mr. Neville Chamberlain, was geen formeele kabinetsraad. Niet alle leden van het kabinet waren opgeroepen, voornamelUk omdat velen hunner op vacantle zUn, ofschoon weinigen haar ditmaal in het buitenland doorbrengen. Klaar- bhjkelUk heeft mr. Chamberlain zUn collega’s den raad gegeven zich eenlgszins in de buurt te houden. Ofschoon de bUeenkomst niets anders was dan een vergadering van een aantal ministers en vooral van die, welker departementen direct bU de Spaansche en Chlneesche crises betrokken xjjn, kon zU besluiten nemen van dezelfde bin dende kracht als een formeel bUeengeroepen ministerraad. Hiertoe is de aanwezigheid van den Eersten Minister, zUn plaatsvervanger, of zUn gemachtigde, reeds "voldoende. Ofschoon praktisch de Eerste Minister geen politiek zou kunnen voeren, die indruischt tegen de inzich ten van de meerderheid zUner collega’s, heeft hU constitutioneel hiertoe het recht, en elk» door hem of namens hem bUeengeroepen ver gadering van ministers kan uitvoerende beslui ten nemen, zelfs al wisten de overige leden Van het kabinet in het geheel niet dat zulk een bUeenkomst zou plaats hebben. Collectieve mlnisterieele verantwoordelUkheid kennen «d» Engelsche constitutie en de conventies der con stitutie (welk er een hoogst belangrUk deel van vormen) niet, en de Eerste Minister heeft het recht de dagelUksche uitvoerende macht ge heel in handen te leggen van enkele ministers, onder zUn eigen leiding. Dit deed Lloyd George tUdens den oorlog. Iedere conferentie van ministers, door den Premier büeeflgerooepen, heeft dus de waarde van een kablnetszitting tndien de Eerste Mi nister er die waarde aan wil toekennen, of schoon het in strUd met de grondwettige con venties zou zUn op een niet formeel bijeenge roepen bUeenkomst besluiten te nemen waar- bU nationale, politieke en wetgevende beginse len betrokken zUn. Eerste Ministers evenwel la- ^^■^^x^callega's zeer vaak geheel bulten be- langru^P^R^feelegenheden die niet hun eigen departement betreffen en nemen soms zelfs besluiten zonder het hoofd van het betrokken departement hierin te kennen. Vooral minis ters van buitenlandsche zaken zUn menigmaal door een Eersten Minister gepasseerd. Dit was een van de oorzaken van de slechte verhouding tusschen Mr. Ramsay MacDonald, toen deze aan het hoofd van een Labour-kabinet stond, en Mr. Arthur Henderson, zijn Foreign secre tary. Ook mr. Lloyd George handelde herhaal delUk buiteh zUn Foreign secretary, Mr. (later Lord) Balfour om. Daarentegen hebben Mr. (later graaf) Asquith en Mr. Baldwin de lei ding van bet Foreign Office steeds geheel in handen gelaten van hun ministers van buiten landsche zaken. Tusschen den Eersten Minister en zUn colle ga's bestaat hier niet alleen een grooter gra dueel, maar ook een grooter essentieel verschil dan in bUna elk ander land. De ministers zUn niet alleen lager in rang dan de Premier, maar zU zUn ook zUn ondergeschikten. HU kan lede ren minister naar willekeur ontslaan of over plaatsen, en heeft hierbU met niets anders re kening te houden dan dat hU het parlement en zUn partu niet ontstemt. Overigens lUkt zUn positie meer op die van een dictator dan die van den Eersten Minister in eenig ander de mocratisch land. De onderhavige bUeenkomst had plaats in Mr. Chamberlain's werkkamer fti No. 11, Downingstreet. Dit is de ambtswoning van den kanselier der schatkist, en Mr. Chamberlain is daar nog steeds gehuisvest, daar No. 10 op het oogenbllk gerestaureerd wordt. In den loop van den herfst zal hU naar No. 10 verhuizen, waar op Sir John Simon No. 11 in beslag zal nemen. Als kanselier der schatkist heeft Mr. Cham berlain slechts twee jaren op No. 11 gewoond: van 1932 tot 1935, toen Mr. MacDonald Eerste Minister en Mr. Baldwin Lord President van den Raad (en feitelUk mede-Premler) was, be woonde laatstgenoemde het huis dat eigenlUk voor den Jranseller der schatkist bestemd is. BUeenkShsten van ministers worden anders gehouden, in de kablnetskamer van No. 10, dat in werkelUkheid een particulier vertrek van den Eersten Minister is. Deze kan evenwel minis terraden beleggen waar hU wil ook buiten Londen, en zelfs buiten Britsch gebied. Zittin gen van het kabinet hebben soms plaats in da kamer van' den Eersten Minister in het Lager huis. Er bestaat evenwel nog een andere „kabi- netskamer” en wel aan het Foreign Office, Het was daar dat de vorige week Mr Eden, na overleg met Mr. Chamberlain die zich in het Toen nog geen jaar daarna juffrouw Euphé mie Houfaer vrU plotseling stierf, kwam me vrouw Elvlre Dulong twee dagen vóór de be grafenis, op verzoek der executeuren, naar het groote huls op den boulevard des Itallens. Mr. Loménie, juffrouw Houfaer’s zaakwaarnemer, wachtte haar reeds in de bibliotheek. „We moeten nu even de kleine aangelegen heid met die doos van uw tante regelen,” zoo begon hU- ,4a,” zei mevrouw Dulong, ,Jk heb de doos gezien en tante heeft me precies gezegd, wat er mee gebeuren moet. Ze mocht niet geopend worden. Oude menschen worden toch altUd een beetje vreemd.” .De wensch van m'n cliënte is u dus vol komen duidelUk?” vroeg de advocaat. ,JZij had een hekel aan nieuwsgierigheid, in welken vorm ook.” HU overhandigde haar een verzegelde enve loppe. .Hierin zult u den sleutel van de safe vinden. MUn cliënte heeft hem m'n com- en mU. onder gegeven. En nu, mevrouw Dulong, wilt u me wel even excuseeren; m'n compagnon Dol- komst. Over een paar mnluten ben haar vader best wel weer zou gaan loopen en spreken. Mrs. Underwood was overtuigd, dat zU haar echtgenoot nog zou vóórgaan en dit ver vulde haar steeds met de grootste zorg, tot de datum, voor Evelyns huwelUk vastgesteld, al zeer nabü was en een onbeschrUflUke kalmte zich van haar meester maakte, zooals alleen het geloof die schenken kan. Al bU het begin van de ziekte van hun vader waren de beide jongens naar huls geroepen en ze mochten blUven tot den dag na Evelyns huwelUk. „En hoe zal het nu met óns gaan?” vroeg Anthony, toen ze voor het eerst sinds de ziekte van dokter Underwood samen gingen wandelen. Het was de avond vóór Evelyns trouwdag. Binnen zat dominee John Ashburton met de rest van de familie te praten, op «Un vriendelUke, bemoedigende, gezellige wjjze, die h<»n zoozeer geliefd deed zUn. „Wat zullen wU nu doen, Mary? Waarom zouden wU maar steeds wachten en blUven wachten? Laten wU gebruik maken van de ge legenheid en vragen, of dominee Ashburton óns ook wU trouwen. Zoolang je moeder leeft, zullen WU toch geen verandering aanbrengen en hier blUven wonen.” Mary lachte door haar tranen heen: „Wacht nog even langer, Anthony. Ik beloof jé. dat ik je dan geen moeilUkheden meer In den weg zal leggen, maar laat moeder voelen, dat wU althans nog een paaf weken uitsluitend aan héér onze gedachten wUden. Heb je wel op- -j—-v e Britsche Regeerlng is misschien rUker dan die van eenig ander land aan du- bieuze vorderingen, een gevolg waar schUnlUk hiervan dat Engelands belangen zoo wUd-verspreld zUn. WU doelen niet alleen op leenlngeru waar van de rente niet betaald wordt en welker hoofdsom reddeloos verloren schUnt, maar vooral op die diplomatieke vorderingen, welke, tengevolge van revolutionnaire en andere ge beurtenissen, waarschUnlUk nooit geïnd zullen worden. Dien volgenden ochtend werd Evelyn wakker met zoo'n vaag gevoel, of er iets was voorge vallen, waardoor haar huwelUk uitgesteld zou worden. Eer zU zich nog goed rekenschap had gegeven van de wezenlUk** omstandigheden, viel haar ineens de herinnering in aan dien avond, toen ze moeder verteld had van Rogers liefde. Maar neen: er was niets gebeurd, waardoor haar huwelUk met George aou uitgesteld wor den. Moedig stapte zU dus uit bed, dronk vrat koud water en zette het venster open, zoodat de frissche lucht met volle teugen naar binnen- nog te vroeg, om zich te zU, en toch wilde zü niet weet ik. moeder. Het is mU nu alles geworden: Mary was wjja en ik WU voor ons vinden ze zoo fraai niet, die ge verfde nagels, waaraan een deel van het schoo- ne geslacht, en zelfs bUzonder verwUfde exem plaren van het „sterke", z'n hart verpand heeft. Wat de natuur geeft is het mooist, en al kan een vrouw, onder omstandigheden, door een met begrip uitgevoerde maquillage haar schoonheid wel eens verhoogen of aanzetten, meestentUds is dat verven en bUpolUsten een noodmiddel van wie zich misdeeld acht of iets te verbergen heeft. TUdené den komkommertUd is er in de Ti mes veel over dit onderwerp geschreven. Een inzender wilde blUkbaar een poging doen om aan deze mode een eind te maken en schreef daarom aan het cltyblad, vernomen te hebben, dat zU uit Amerika afkomstig en bedacht was om de sporen van ..zwart bloed” zooveel moge lUk te verbergen. (Wie in de Ver. Staten een neger onder zUn of haar voorvaderen heeft, laat dit niet graag merken). NatuurlUk ont ketende deze mededeeling een vloed van inge zonden stukken. Twee daarvan nam de Times op. De eerste was van den redacteur van een tUdschrlft voor parfumeriefabrtcage en schoonheidsmiddelen. Deze inzender schreef, dat de ander van de zaak niets wist. Dit gebruik om de nagels te verven was niet in onzen tUd pas in Amerika ontstaan, maar was reeds meer dan drieduizend jaren geleden bU de Chineezen in zwang. De mandarUnen verguldden hun nagels om te toonen hoe voornaam zU waren. De dames van het oude Egypte volgden dit voorbeeld en Cleo patra wist deze mode nog te verfUnen. Op het vasteland van Europa, zoowel als in Engeland, hebben vrouwen reeds eeuwen lang haar na gels geverfd. Cromwell ging deze en andere verfraalingsbewerklngen tegen, maar bU het herstel van het koningschap herleefden zU- Opnieuw raakten zU in onbruik tUdens de re geering van Koningin Victoria, die een afkeer had van onnatuur. Maar in onzen tUd is het nagelverven weer in zwang gekomen, tegelük met de geheele schoonheidsbehandeling. De tweede brief in de Times was van een tegenstander, die het gebruik barbaarsch noem- TfO

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 9