z De avonturen van Stan en Pol F 250. F 750. TWEE NICHTEN EN TWEE NEVEN AKKERTJES Volgens racept •nn Apotheker Dumonf LOFLIED OP HET BROOD HET WONDER VAN OAK hét werk verliefd Russische mozaïeken Zes millioen voor de wetenschap ENCELSCH I NAAR HET I ^Ja moet eerlük wezen, Janie! Voor Tante btj verlies van een hand, een voet of een oog. verdrijven die HOOFDPUN. VRIJDAG 10 SEPTEMBER 1937 aan "AKKERTJES" 2<)f Be hield nog Dat moet ik immers is een ren baksel. Brood Fretsch? verbaasde zich b helder gewild gasten. Langzamerhand was Pol gekomen aan het huis, Maan beloofde dat. HOOFDSTUK I 1 (Wordt vervolgd.) AKKER. CACHETS 1 1 1 1 woonde. HU ging daar op den stoep zitten en vroeg aan de Maan of die hem soms zou kunnen helpen om Stan te vinden. De ver- mo- di ■s V I I HU probeerde den halsband en het touw los te krijgen, maar zün zwakke vingertjes konden het zware werk niet doen. Nel was in haar bed gestapt en sliep even daarna, zonder zich van hei kaboutertje iets aan te trekken. Opeens verhelderde Stan’s gelaat. HU hoorde het kabouterliedje fluiten, dan was Pol In de buurt. t 1 i bij levenslange geheele oi verlies van belde armen. polste de <1 si P 1 1 „Neen, dat begrüp ik en ik had er dan ook niet op moeten antwoorden, maar ik wilde u geruststellen.'* „En ik had elgenlUk niet het recht, die vraag te doen aan een, die de „vrouw" niet verdedigen kon.” „Toch kan ik 't m(j hael goed plaatsen." „Maar ik geloof, dat u zich vergist; dat u mü voor iemand anders houdt.” .Heen, neen, ik weet heel goed, wie u is!" HU deed het hek open en wachtte, tot zU bin nentrad. Maar toen zü wat ter zUde ging, zei hU eenigszins teleurgesteld: „Nu zie ik toch, dat ik mü vergist heb. Dat spüt mü ’l HU ging naar binnen met den sleutel, op de hielen gevolgd door den hemd. Zoodra Elizabeth verscheen, trad Janie ver langend op haar toe. „Wel, hoe is t?” „Nu. ik hèb het baantje! Mrs. Warrener was heel vriendelük. Ze heeft haar leven gewüd aan maatschappelUk werk, maar ze schUnt geen hoo- gen dunk te hebben van de menschheld in het algemeen. Ik geloof ook niet, dat se mU met veel illusie nam, maar toch schUnt ze het goed met mü te meenen „Waaruit bestaat het gezin?" „Ze heeft alleen een zoon. HU kwam binnen, juist toen ik wegging en ze stelde hem voor. HU is knap, maar hü lUkt mü wat trotsch of ver waand.” „Hè. Beps. je bent ook altUd zoo hard in Je oordeel! HU leek mU Juist heel aardig.** „Hoe weet Je dat nu?" de dr ell m uv wi 11c pc or SC al is ve H 11 H Sf H ze rê 1 1 Q di r I 1 i 1 re H Hi vc n di H 's H V h< D v< De Zweedsche groot-Industrieel Axel Wenner Oren heeft een bedrag van meer dan zes mil lioen gulden beschikbaar gesteld, waarvan de rente bestemd zal worden om wetenschappelUk werk op het gebied van sociale economie, na tuurwetenschappen en medicünen aan te moe digen en te financieren. Een commissie, bestaande uit vooraanstaande Zweden, zal Jaarlüks de beschikbare bedragen toewUzen. Hermione was het ook niet makkeluk. Ze zit immers met vUf ongetrouwde dochters en een steeds verminderend inkomen. Hoe zou JU het dan in haar plaats hebben gevonden, als Je er Ineens twee arme nichtjes bU kreeg?” „NatuurlUk zou het mü ook niet makkeluk zUn gevallen; maar ik geloof en vertrouw, dat ik er steeds bü in het oog zou hebben gehou den, hoe het door de ongelukkige speculaties van mUn man was. dat die nichtjes zoo arm waren! Maar het is waar, het wks hard voor haar, want haar eigen dochters waren meer dan leelUk en één van de nichtjes iseen ware schoonheid, mag ik wel zeggen!” Elizabeth Gilchrist was een slanke, statige verschUnlng, met een fUn-besneden gezichtje, goudblond haar en een prachtige gelaatskleur. Haar amandelvormlge oogen konden zoo vrien delUk. maar ook zoo verachtelUk kUken, als Iemand haar soms te ni kwam! Voorzichtig deed ze de twee kleine schepjes thee in den trekpot en antwoordde glimlachend: „Toch geloof Ik, dat we nóg In Gochester zouden zUn, als het alleen van mij had afge- hangeife maar dat het een zeker iemand was, die hier tegenover mü zit, die den doorslag gaf tot ons uitééngaan.” Janie was lang niet zoo mooi, rfiaar met haar blauwe oogen en bruin haar en In den regel zoon vrlendelUken glimlach op het gelaat, had zU iets heel innemends over zich. Nu, dan mag JU er die „zeker iemand” dank baar voor zUn!” riep ze vroolUk. „Ik houd on- beachrUflUk veel van Londen; je mag er dan van zeggen, wat Je wiltl" Ze liet zich het ontbUt goed smaken en be studeerde intusschen de kolommen advertenties in het ochtendblad. Janie telde negentien en zü bezat een zeer opgewekte natuur; haar zuster was drie jaar ouder en zag de dingen zwaarder In, vandaar dat zU zich nu en dan ook met hoogst-ernstige uitdrukking op het gelaat In haar stapel corres pondentie ging zitten verdiepen. Toen haar tante hesloten had, om de Jongste meisjes op kostschool te doen en met de rest van de familie buitenslands te gaan, voelde Eli zabeth, dat het tUd was, om te trachten in haar eigen onderhoud te voorzien. Op haar vUf-en- twintlgste Jaar zou zü in het bezit zUn van een legaatje, waardoor ze althans onafhankelUk kon wezen. Maar gedurende die drie Jaren moesten zé er nog wat bü verdienen. Janie zag hier In het geheel niet tegenop; Londen wak Immers zóó groot, dat er zeker voor haar beiden ook nog wel een plaatsje te vinden zou zUn. De meisjes hadden gehoopt, dat ze bezighe den zouden krUgen. waardoor ze dan toch nog In één huls hadden kunnen blUven Elizabeth was secretaresse geweest bü haar oom; dus hoopte ze weer een dergelUke betrekking te krU gen en voor een opgewekt persoontje als Janie zou er toch ook wel wat te vinden sUn. Maar dit was haar erg tegengevallen. Ineens zei Elizabeth: ,KUk, dat antwoord van Mrs. Warrener lükt mü toch al büsonder gunstig I Ze herinnert zich Moeder heel goed; het spüt haar, dat ze haar zoo geheel uit het oog verloren bad en dat het Nahwiyk Is praeMtg afc ovwa w* igten neer oase pleefjee-meé-*»-praatje over veiile verkeer. Ea took kebbea <ve m* bevaa de* e ae overalee*. asha.... e dee meer eg •ad* al dto tranltaa la praat brengt „Wat zün mannen toch bedrieglUk" dacht zün moeder. Werklieden die bezig waren met de restau ratie van de St. Soph la-kathedraal te Klew ontdekten mozaïekwerk uit het begin van de 11e eeuw. Onder olieverf schilderingen en pleis terwerk kwam een prachtige beeltenis van den profeet Akron te voorschijrf*, waarna men der ging en ongeveer 180 vierkante meter zaiek blootlegde. schlktheld tot werken door T7 *7^0 bU ®en onK®T&1 met ilde beenen of belae oogen *-rk/e doodelljken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERUJK. DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL „Wat er ook gebeuren moge”, riep Janie over tuigd. ,Jk zal er nooit spüt van hebben, dat wü bü Tante Hermione weg zün!" Ze stond voor het open venster en keek de vrU armelUke straat in. Het was èen voorjaars- ochtend en de frissche lucht bracht bloemen geur aan. VriendelUk bescheen de zon het lieve gezichtje en het aardige figuurtje. ,Jk hoop dat je altUd bü die opvatting blUft”. zei Elizabeth zacht. „O. vind JU dan ook niet verreweg de vrU- held al komt er misschien wat stille ar moede bU te verkiezen boven de afhankelük- held van een tante, die je alles als liefdadigheid aanrekent en die altUd zoo van die zUdellngsche opmerkingen maakt over mUn .gezonden eet lust" en mUn sleetschheid aan mün kleeren en schoenen? Nu kan Je tenminste weer Jezelve zün!” ,Jk hoop, dat Ik er niet verkeerd aan heb ge daan, Dick, dat ik Miss Gilchrist maar dadelUk geëngageerd heb. Ze leek mü een aardig, ver standig meisje!” „Waarom zou een mensch nu eens niet zoo deugdzaam zün. als ze lükt?" „Ze Is heel knap. Ik heb nog nooit een secre taresse In huis gehad. Ik vertrouw, Dick, dat Je niet met haar flirten zult?” „Stel u gerust. Moeder, als Miss Gilchrist zoo’n knap meisje Is. dan heeft mü dit in het geheel niet getroffen.' ft’ Janie vertelde van de toevallige ontmoeting en haar suster kon niet nalaten, haar te ver manen: .Je bent ook altUd zoo onvoorzichtig! Als er jongelui met een innemend ulterlUk in het huis zün. waar JU nog eens een betrekking krUgt. .Nat Lot zal heusch zoo gunstig niet wezen in zUn beschikkingen tegenover twee leden van hetzelfde huisgezin!” .Maar, kind, wat bezielt Je toch? Ik word geen secretaresse bU Mr. doch bU Mrs. Warrener! We hebben in het geheel niets met elkaar te maken.” ..Dat meent ze nu volkomen!" dacht Janie. .Je kunt er van op aan, dat. als die vriendelUke Jonge man eens wat tegen haar zegt, ze hem gewoon afsnauwt Ja, ik ken mün Koningin Elizabeth!" hem den volgenden morgen afzette, niet veel meer dan een celluloldfabriek. Regisseur Stobrech was de eerste, die Fretsch bartel Uk verwelkomde. „Ik wist wel, dat Ik op je kon rekenen. Beter dan op mevrouw Seels- man. Die heeft me uit ParUs een telegram ge zonden. dat ze absoluut niet In staat was, haar rol te vervullen." „Dus kan ik elgenlUk nog niets doen,” inter rumpeerde Fretsch. .Maar waarom heb Je me dan over laten komen?” „Sst, sst. Ik heb een plaatsvervangster ge ëngageerd. Of dacht JU soms, dat ik om die mevrouw Seelsman verlegen zit? Nou dan!| Maar schiet een beetje op met het omkleeden want „tUd is geld”!” In de flatteerende uniform van ritmeester der OostenrUksche huzaren verscheen Willy Fretsch ^•••••ssseevse*se«eeeen*(se«eieeeeelll(elta((|(|t((( i Incognito werd niet veel wUzA. Willy Fretsch baars. „Ik moest u nog namens Juffrouw Blandine mededeelen".Eensklaps zat Willy Fretsch rechtop en keek de gastvrouw strak aan. „Ik moet u mededeelen, dat zü gisterenavond tele grafisch Is weggeroepen. Daar u al ter ruste was, heeft zü mü verzocht, u haar hartelUkste groeten over te brengen!” .Dank u zeer!" meer zei Fretsch niet. De schoone droom, waarvan het einde hem zooveel moeilUkheden had berokkend, was eensklaps vervlogen, zonder dat van hem eenlge inspan ning was gevraagd. De reis naar Amsterdam vond Fretsch lang en vervelend, zUn eigen kamer een muf en stof fig hok en tenslotte de studio's, waar een taxi ons zoo tegengeloopen is; maar ze bewondert onze energie en onzen onafhankelUkheidszln en ae hoopt, dat de toestand eens gauw wat beter voor ons mag worden. De post van secretaresse bU haar Is nog open en met genoegen zal ze mU vanmiddag bü zich wachten. Ga je mee. Janie?” De meisjes vergezelden elkaar altUd bü der gelUke gelegenheden; ze aten nu vroeg en daar het mooi weer was, genoten ze van het ritje met den bus. Ze bereikten de plaats van haar bestemming een mooi, ouderwetsch huis met een grooten voor- en achtertuin en Janie zou wat op en neer blüven loopen, terwUl Elizabeth haar ge luk ging beproeven. Daar wachten Immers altUd zoo lang duurt was Janie blU. dat zeeen grooten Deenschen dog zag. die het tuinpad afkwam, dat haar zuster naar het huis had moeten volgen. Ze streelde het dier over den kop en zei: ,Ja, ik weet wel, dat je vriendelUk gezind zou wezen vogr een nederige werkneemster, maar is de „vrouw" ook vriendelUk. of behandelt se haar ondergeschikten uit de hoogte?" „Ik hoop van niet," klonk er een stem achter haar. Janie zag een Jongen man bü het hek staan, die zóó onhoorbaar naderbU gekomen was, dat zU er niets van gemerkt had. HU was heel knap en een welwillende glimlach straalde uit zün blauwe oogen. „Neem me niet kwal Uk," zei se verontschuldi gend, „maar die opmerking was elgenlUk niet voor tl bestemd." behoudt als een woordentwist ontstaat. ZU drin ken rooden wijn. WUn is. evenals het brood, „i dlscrétion". Wittebrood en wUn op kleine tafels aan den rechterkant der straat. ParUs is een schoone stad. Brood In cellophaan. WU In Amerika zün bang voor ziektekiemen. Een rUk diner met kalkoen en vele gangen, maar geen brood, In het geheel geen brood, zelfs geen cracker. „Wat Is dat: sta Je In de keuken te eten? Een stuk brood? En dat na zoo’n maal. Die Russen zün toch wel gulzig." Wittebrood In Amerika ziet er fUn uit; mis schien een beetje te fUn, zoodat het mü aan katoen doet denken. De Amerikanen hebben zeker geen echten smaak voor brood. Toch zal Ik niet klagen. Amerika werd waar lijk mijn tweede vaderland. Misschien dat juist het, ontbreken van den echten smaak voor brood in Amerika mijn ver bazing opwekte en deed zoeken naar de dieper liggende reden van mijn eigen voorliefde voor het brood. En Ik heb deze gevonden. In Amerika zag Ik het in: God kan in het brood gevonden worden. Welk een geluk voor een brood-eter! WerkelUk, ik ben niet gulzig. MU trekt het Brood des Levens aan. Om dien wonderbaren adem der sterkte, om het rhythme der vaste, lichte stappen van den priester, om den ronden klank en zachten spoed van het LatUn. om den helderen licht straal, die ons oog treft door de spiegeling dei pateen. Om de gezichten die je aanzien, en je geen schaamte meer doen ondervinden. Om de kleuren, die zoo helder werden. Om het geheimnisvolle ©ogenblik, waarop Ik niet meer bidden kan omdat God te dicht na- bU Is. Om de bevrUdlng van alle vrees. Om de overtuiging der ziel, dat overwonnen werd de dood: God zU dank voor het Brood.” Lenons rekenkunstig genie schUnt van anderen aard te zUn. HU is een bezielde re kenmachine. Nog nooit heeft, voor zoover ons bekend is, een der rekenwonderen ons onthuld hoe hU te werk gaat. Nog nooit heeft een hun ner gepoogd zUn geheimzinnige macht over cüfers aan anderen mede te deelen. Allen heb ben steeds hun beroepsgeheim streng bewaard. Maar ofschoon Lenon Beeson ook In de ge wone rekenkunst zeer bedreven schUnt te zUn. datgene waarvan hU waarnemers versteld doet staan, toch veeleer het gevolg van mechanisch proces in zUn brein dan van In- tellectueele ontspanning. Men geeft hem een vermenigvuldig- of deelsom op. 't Komt er niet op een paar cUfers meer of minder op aan. HU vermenigvuldigt in minder dan geen tUd 795 0*8 216.937.708 met 937, of andere getallen van soortgelUk kaliber. HU kUkt de getallen cU- fer voor cUfer aan. zoodat ze voor het oogen- blik In zUn hersenen .gegrift" zUn. En dan wordt de bewerking uitgevoerd als met een re kenmachine. Noemenswaardige Inspanning schUnt hiertoe niet van den Jongen geëischt te worden, evenmin als het veel Inspanning vergt de rekenmachine te bedienen. Waar- schUnlUk is hU nog te Jong om te kunnen ont leden wat er in zUn brein gebeurt, maar men krUgt den Indruk (die natuurlUk onjuist kan zUn), dat een menscheUflTMachine aan het werk Is. Nu kan een leder, met een helder hoofd, na eenlge oefening het product van een getal, hoe groot ook, en een getal van twee, drie of vier cUfers, onmlddellUk van achteraf neerschrUven. Dit vereischt geen buitengewone Inspanning, en de bewerking neemt Iets minder tUd In be slag dan de gebrulkelUke methode. waarbU men het vermenigvuldigtal eerst met het cUfer der eenheden, daarna met dat der tientallen enz vermenigvuldigt, endaarna de producten bU elkaar optelt De bewerking evenwel eischt meer concentratie, en biedt praktisch geen noemenswaardige voordeelen, behalve dat men veel minder cUfers behoeft neer te schrUven. Maar Lenon past deze methode klaarblUkelUk niet toe. Op een deelsom zou zU trouwens niet toegepast kunnen worden. Men is dus geneigd aan te nemer., dat zUn hersenen werkelUk als ■n machine werken. Hiertegenover staat, dat deze jongen In alle leervakken uitmunt Zelfs indien het mogelUk zou zUn, dat zUn brein een rekenmachine Is, kunnen wU moeilUk aannemen, dat het ook een atlas, een geschiedenisboek en een spraakkunst Is. Op zUn schoolrapporten, waarvan zün trot- A T T E* A 0/^1 XT XT TT* >O °P blad zijn ingevolge de versekenngsvoorwaarden tegen I <1 fA Tly^rJ w 1 Is O °hgevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen Dat was ook zoo. Pol. die ongerust was geworden over het lange wegblüven van zün vriendje, was besloten hem te gaan zoeken. Fluitend liep hü door de straten, in de hoop, dat Sten hem zou kunhen hooren. Een groote hond, die hü tegen kwarr.. dacht dat hü een stuk speelgoed was en wilde hem in zün bek nemen. Pol schreeuwde: „Zet Je me gauw neer, stoute hond." De hond schrok er van. held te bezitten cüfers, letters en formules in zün hersenen vast te houden. Als kind van drie Jaar zei hü in zün wagen het alphabet van voren naar achteren en van achteren naar voren op. (Probeer dit laatste eens!). Toen hü vier Jaar was kon hü den tüd precies van de klok aflezen en een Jaar later begon hü te goochelen met millioenen. CUfers zün zün speelgoed. Hü vermaakt zich er even goed mee als andere jongens met speelgoedtrelnen, auto's en vliegmachines. Wat hü worden wil? Er was een tüd dat hü er aan dacht dokter te worden. Dokters zün de eenlge „deftige menschen", met wie de volksklassen, waartoe hü behoort, vrü vaak in aanraking komen, en wanneer een jongen een vage eerzucht heeft om „hooger-op" te y n het kleine hotel In een bergstadje In Op- I per-Beieren rinkelde de telefoon. Het was -*■ een schril, storend geluid In de plechtige stilte der bergen en het klonk zeer scherp uit de geopende deuren van de hal. De Jongeman, die In het late herfstzonnetje voor het hotel op en neer wandelde, dacht bU zichzelf: „Dat Is voor mü. let maar eens op, Willy" daarmede bedoelde hü zichzelf „dat is Amsterdam." Het was werkelUk Amsterdam Willy werd aan de telefoon geroepen, meldde de portier. Zuchtend begaf Willy zich naar de telefooncel. .Neen,” zei hü. „dat Is werkelük sterk, mün- heer Stobrech. „Toen Ik vertrok zet U, dat de opnamen op zUn vroegst In December zouden beginnen en nu opeens moet het direct. Had Ik dat kunnen denken, dan was ik toch niet op vacantie gegaan.” De stem van den regisseur klonk kalmeerend door den draad. Niemand had er lets van ge weten. maar het was nu eenmaal noodzake- lük, vroeger te beginnen. .Noodzakelük, ach wat!” riep Willy. „Tech nisch noodlg. U kunt niet denken, hoe V me nu toch komt storen. Ik werk altUd, zooals U weet, buitengewoon graag, maar Juist nu....” De regisseur grinnikte. „Verliefd, münheer Fretsch? Dat zal met den afstand wel beter worden.” ,Ach, wat!” riep Fretsch, „maak geen grap pen." ,Dus u komt direct?” .NatuurlUk kom ik. wel. Tot ziens." Met een slag wierp Willy den hoorn op den haak. Het was een geluk, dat het hotel nage noeg uitgestorven was, zoodat niemand zün be paald onvrlendelüke woorden kon verstaan. BUna alle gasten namen deel aan een excursie naar de meren aan de andere züde van den Alpenpas. NatuurlUk ook Blandine. TerwUl hü zich omkleedde, rekende Willy uit, dat het reisgezelschap nog niet terug zou zün, als hü reeds In den trein moest zitten. Die el lendige verbindingen ook. Maar wat moest hü aan Blandine schrUven, want te spreken kreeg hü haar voorloopig niet meer. Hü had haar zün beroep verzwegen. Hü wilde eens zien, of een aardig, knap meisje op hem als man en niet alleen als tooneelspeler verliefd kon worden. Hü kon dus niet schrijven, dat hU wegens de repe tities vertrokken was. Wrevelig zette hü zich eenigen tüd later aan zün tafeltje in de diner- zaal. De stoel tegenover hem stond leeg. Blan dine amuseerde zich aan den anderen kant van de Alpen. terwUl hü hier met zün eigen figuur geen raad wist. „Wat kükt u een half uur later weer In de stu dio’s. HU onder- zich met enkele bekenden, eens wie plaatst ver vangster was. maar Toen klonk de doordringende stem van Sto brech en eensklaps verstomde alle geroezemoes. Op een afgesproken teeken flitsten de groote lampen aan. Statig, met de hand aan den degen, schreed Fretsch door het kartonnen por taal. dat twee bedienden In kniebroek en züden kousen voor hem openrukten. Aan het einde van de kamer stond de zetel van de Oosten rUksche prinses, waarheen Fretsch zich begeven moest, om zün opwachting te maken. TerwUl hü met gebogen hoofd naderbU kwam, ver- wenschte Fretsch den scenarlo-schrüver, die hem In zoo’n houding had gedwongen. Het was hem een Hef ding waard geweest, heel even een oogje aan de OostenrUksche schoone te wagen. De regisseur Stobrech knikte tevreden, deze scène behoefde althans niet herhaald te wor den. De zaal was vol en prachtig belicht en de houdlngi van de OostenrUksche prinses onoe- rispelük. HU gaf het teeken om met de klank opnamen te beginnen. .Doorluchtigheid” begon Fretsch. Maar dan Het hU zün kepi met een klap op den grond vallen, sloeg belde handen met een slag In el kaar en riep: „Blandine.” v Het antwoord op dezen uitroep kwam den regisseur, die schreeuwde: „Ben JU idioot geworden, Fretsch!” ..Hoe komt u hier?" ondervroeg Fretsch ver der. ZUn rol was hü totaal vergeten, al zün ge dachten waren op hiér geconcentreerd. ..Fretsch!!" tierde de regisseur. Even keek Willy Fretsch in de richting, waar de opgewonden man achter de groote schijn werpers verborgen moest zün, dan nam hü zün kepl weer op, ging stram in de houding staan en sprak: „Doorluchtigheid, het doet mü veel leed, maar ik moet dit slot door mün mannen laten doorzoeken!” Wanneer Gij aan hoofdpijn lijdt, probeer dan eens een "AKKERTJE’In minder dan 10 minuten is Uw arm hóófd dat Ge dacht dat bersten sou, volkomen vrij en Ge kunt weer met lusf Uw bezigheden hervatten. “AKKERTJES" bevatten een bijzonder poeder, zeer werkzaam en toch onschadelijk voor de gezondheid/ zij tasten maag, hart noch nieren aan. De cachet-vorm heeft het groote voordeel, dat men niets proeft. Het zijn vlugge afdoende pijnstiller* in gevallen van Hoofdpijn, Migraine, Kies pijn, Spierpijn, Zenuwpijn, Neuralgie, Vrouwenpijn en Rheumatische pijnen. Waarom toch langer lijden dan noodigl Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent. „Gaat uw gang, waarde ritmeester” was het onbewogen antwoord. .Maar Ik verzeker u, dat u noch den gewonden officier noch den brief zult vinden!” ..Brief? Brief? Waarom heb Je me elgenlUk geen briefje geschreven voor Je zoo pverhaast wegging?” „Ik wilde U verrassen.” ,Dat Is u maar al te zeer gelukt.” stoof de regisseur op. „Zoo’n gekkenhuis kan de beste scenarlo-schrüver niet In elkaar flansen. Wat mankeert u elgenlUk. Komt u hier om te wer ken of om wat lieve woordjes met elkaar te smoezen?" Maar noch Blandine, noch Fretsch luisterden naar zün wanhoopskreten. „Wist u dan. wie ik was?” Fretsch. .NatuurlUk! Hoe kunt u zoo naïef zün. Over al hangt uw foto.” klonk het büna verwütend. ,Dat Is waar, dsmr heb ik geen ©ogenblik bü stil gestaan. Mün Incognito is wel een belache- lüke historie geworden." „Zeg, luister eens," kwam Stobrech nu weer tusschen beiden, klaarblUkelUk was hem de si tuatie wat helderder geworden, „wanneer je particuliere aangelegenheden behandelen wilt, ga dan even nz»r buiten. Mü interesseeren ae maar matig. Volgende scène," beval hü- Arm in arm slenterden Blandine en Fretsch het portaal uit. „Waarom heb je me je beroep verzwegen, Blandine?” „Om dezelfde reden als JU, ik wilde ook eens om mezelf bemind worden.” ,D»n hebben wü belden hetzelfde en.... gevonden!” zellngwekkende hoogte. Maar als cüferaar had hü toch niet de ware medische ambitie, en op het oogenbllk denkt hü er over landmeter te worden. Hü is pas elf en zal zich waar- schünlük wel nog eens bedenken. Niet dat landmeter geen mooi en nuttig beroep Is. maar terwUl wü wel van wonderdokters gehoord hebben, hebben wü nooit van wonder-landme- ters gehoord of van groote landmeters of van een Napoleon der landmeters. Een kind als Lenon Beeson schUnt veeleer voorbestemd te zün om de radio uit te vinden (als die al niet uitgevonden was), of de relatlvitelts-theorie te ontdekken (als die al niet ontdekt was). Maar piisschien is er nog Iets anders, dat uitgevon den of ontdekt kan worden, en Is Lenon Bee son de man op wlen gewacht wordt. Met zoo’n hoofd voor cüfers zou hü mis schien de aangewezen man zün om kanselier van de schatkist te worden. Enfin, over een Jaar of dertig spreken we elkaar nader. Zal men over vüftien. of vüf-en-twlntlg of vüf-en-dertig jaren alom in Engeland en alom ter wereld spreken van Lenon Beeson, den grooten wiskunstenaar, den grooten uitvinder, den grooten geleerde, den grooten hervormer, of wat hü ook maar dan In t groot te gen dien tüd geworden zal zün? Op het oogenbllk Is hü nog slechts een elf jarige Jongen te Burnt Oak. een volkswük van de groote noordelüke voorstad Hendon. HU is, om te zien, een heel gewone jongen, en heeft uiteMUk dus niets van een „wonderkind". de dokVlr zyn ,ldeaa_I van dul’ Maar hü doet dingen, die geen andere Jon gen, en weinig volwassenen doen. HU schUnt er een zeer merkwaardig stel hersens op na te houden. HU Is op de eerste plaats een rekenwonder. Rekenwonders zün ook onder zeer Jeugdigen niet zoo heel zeldzaam geweest. Daar was er een zün naam Is ons ontgaan wlen een getal van ik weet niet hoeveel cü fers voorgelegd werd, dat wiskundigen steeds voor ondeelbaar gehouden hadden. HU keek het eenlge ©ogenblikken aan en ontbond het toen in zün twee eenlge factoren. .Mangez done avec du pain" zoo herinner Ik mü. dat de Fransche gouvernante vaak tot ons zei toen wü nog klein waren. „Het is zondig om brood op den vloer te wer pen” zoo zei tot ons het boerenmeisje, dat op ons passen moest. „Is God daarin te vinden?" zoo vroeg Ik als jongen van vüf Jaar aan mün vader, wü- zende op een uithoUlng in een kapje witte brood: een van die wonderlüke grotten met in gewikkelde |p- en uitgangen. „Zoo Is het. Jongen." „O. nu begrüp ik ook waarom ze zeggen: Iaat geen brood verloren gaan." Kleine versche broodbrokken met harde korst, in melk geweekt voor een heel vroeg ont- büt, terwUl Iedereen, behalve het kindermeisje, nog slaapt. Nooit zal Ik vergeten hoe heerlük dit was. zoo zuiver als de vlekkeloos witte blouse en de blauwe, blauwe ochtendhemel En wat een vreugde om het goedkoopste rog gebrood te eten met witbestoven korst, samen met schoolkameraden aan den oever van de Wolga. Het diner, dat thuis klaarstaat, wordt vergeten. Het brood heeft een büzonderen, zou ten, rüken smaak. Dit past zoo goed bü het gevoel, dat wü staan aan het begin van een groot leven, en bü de dokken en de lucht en de wüde rivier. Een heel bUzonder soort wittebrood In den vorm van een portefeuille met handvat, een fantasie van FiHpoo, die ook aan den Czaar brood levert. Een zeer füne smaak na brood met versche boter in een nachttroin van Moskou naar Pe tersburg. Het paste zoo goed bü de antieke sfeer van grootmoeder s eetzaal. Roode fluweelen divans langs de wanden, glazen kabinetten met verguld Chineesch porceleln, dat een helderen toon laat hooren als Je er voorbülooptEen gevoel van veiligheid voor de zonen eener be voorrechte klasse. Geen wittebrood, geen grüs of zwart brood. Een ongenietbaar vervangsel, gemaakt van de overblüfselen van zonnepitten, waaruit olie werd geperst. Een zwaar en purperkleurig eten is geen vreugde meer. Diamanten broches, echte parels en gouden horloges werden gegeven In ruil voor witte bloem om echt brood te kunnen bakken. Een doldriftig verlangen naar tenminste een dunne broodkorst tüdens het hersteUen na een aanval van Ingewandstyphushet gevolg van giechte voeding. Kruipende op handen en voe ten tracht ik een stuk van het verboden brood te stelen. Wittebrood is nu, gedurende de Revolutie, al leen te krügen op doktersvoorschrift en In sommige bakkerijen. Na twaalf uur des nachts ging ook ik In de rü staan voor brood. Daar waren vooral heel oude en heel Jonge menschen, terwUl de vol wassenen uitrustten voor het werk van den komenden dag. O, het is de moeite waard om daar den hee- len nacht te wachten, met de voeten stampende en van de bevroren aarde opziende naar de sterren. Het is zeker de moeite waard. De oude menschen en de kinderen schünen de waarde te begrüpen van het brood, dat wordt meege nomen naar huis om tien uur In den morgen, na een koude nachtwake. Ronde broodjes In een café te Warschau, den eersten morgen na jiet passeeren der Russische grenzen. Bros en teer als het praten der Pool- sche vrouwen. Frisch en verheugend als de vrü- heid van een natie die na eeuwen van onder drukking opnieuw ontwaakt. „Bonjour, Messieurs. Mesdames.” „Bonjour. Monsieur." »Au revoir, Messieurs, Mesdames." „Au revoir. Monsieur." En een half pond gewoon brood is gekocht In den vroegen morgen bü een Parüschen bak ker. Welk een smaak! Het brood is frlsch, zacht en toch stevig. Een heerlük ontbUt op den weg naar de klei ne werkplaats, waar de dagtaak wacht. Citroenkleurlg morgenlicht, een fUn. schUnsel over groene boulevards, de vervulde droom van een schilder om In ParUs te leven, en een stuk brood. Welk een vreugde! FUn Parüsch brood. Men ziet het door de straten vervoeren met fietsen en manden op wielen. bUzonder lange brooden van büna vü< voet lengte. In sommige restaurants wordt het brood op gediend dlscrétion": het wordt niet afzon- derlük In rekening gebracht, maar men ver trouwt op de bescheidenheid der gasten. De wolvenhonger der kunstenaar* vat dit op als: „Eet zooveel brood als je maar kunt." „Nog een stuk brood. Mademoiselle, alstu- bUeft,” hoort men van glle kanten. Laat Uever het maal koud worden dan dat er geen brood bü is. Maar bet begeerde stuk brood wordt snel geserveerd. Wat een korst heeft het! Het hoort tot de betere soort, die men Fantalsie noemt. Kleine tafels rechts op het trottoir, alle be zet door werklui in blauwe broek. Hun maal vormt een deel van het straatleven. VroolUk praten zU met voorbUganger*. ZU spreken wel luidend Fransch, dat zelfs een beleefden vorm somber, münheer Smaakt het eten niet?”, vroeg de directrice. mompelde iets onverstaan- sche moeder geen geheim maakt, kan men ach ter elk leervak het woord „uitstekend” lezen. Dit is in strüd met de conventioneele voorstel ling van wonderkinderen. ZU zUn zelden won deren van vftlzUdlgheid. Maar cüfers zün toch zün lust en zün leven, oo noemt Alexis Paul Arapoff het brood in /j een büdrage voor het weekblad America. Wü bieden hier den lezers een ver- taling van zün lyrisch proza aan, waarin de diepe zin van de gewone dingen des dagelük- schen levens op schoone wüze werd uitgedrukt. JBrood is zoo goed. Wittebrood, roggebrood, zuiver tarwebrood. '.‘89

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 10