koperen jubileum Bij een i Sint Aegidius' Opening Staten- Generaal IJl J* ui R.K. KERKMUZIEKSCHOOL TE UTRECHT SECRETARIS-GENERAAL VAN DEFENSIE ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1937 Algeheele vorming te DE NIEUWE VOGELWET Orgelfond» METROPOUT AAN KAPITTEL Eere-kanunniken benoemd Een hui», waar muziek in zat verdwenen Het prinselijh echtpaar zal de plechtigheid niet bywonen Bewapening van loods* booten Ter bewaking van den Nieuwen W aterweg Loonsverhooging bij de mijnen r heeft zich te veel toegeëigend Toetlag van 5 pct. met ingang van 1 October Het dreigend conflict te Vlaardingen Benoeming van den heer C. Ringe ling te verwachten Pater dr. Caecilianu» Huigen» O.F.M. vertelt intere»»ante bijzonderheden over voor geschiedenis en bedoe ling van dit in»tituut Hoe pater Huigen» aan tchool kwam Mededeelingen over de uitvoering ij r De R.K. Kerkmuziekschool te Utrecht herdenkt haar 12Vs jarig bestaan den «aam draagt van Sint Gilles Sint Aegidius de patroon der nu Het (comptabiliteit) den In daarover „Och, l f Tokio, de hoofdstad van Japan, biedt een weerspiegeling van de ontwikkeling van het Japansche Rijk tot een modernen staat. Luchtfoto van een modern stads kwartier van Tokio In verband met de in de laatste weken ver schenen persberichten omtrent de uitvoering der vogelwet, verzoekt men ons het volgende on der de aandacht van onze lezers te brengen: Het houden en het kweeken van vogels is ge heel vrij, alleen het vangen, vervoeren en han delen is aan bepalingen onderworpen. De Vogelwet spreekt over de in Europa in het wild levende soorten, kortweg genoemd in landsche vogels, dat wil dus zeggen, dat alle Naar verluidt zal het prinselijk echtpaar de plechtige opening van de nlguwe zitting der Staten-Generaal op Dinsdag 21 dezer niet bijwonen. lenigingen zullen de voorstellen n hare hooldbesturen bespreken, kgevers nader zullen overwegen, pensioenen en verlofregeling meer •n toezeggen. Pater dr. C. Huigens O.F.M., directeur van de R.K. Kerkmuziekschool Wij vernemen, dat in verband met de noodzakelijkheid, voor den Nieuwen Water weg by Hoek van Holland over eenig machtsmiddel te beschikken, de loodsboo- tch, die voor den Waterweg den loódsdienst doen, van kanonnen zullen worden voor zien. Door middel van draadlooze telefonie zal de buitengaats zijnde boot dan worden ge waarschuwd, wanneer daadwerkeljjk Ingrij pen tegen een schip, dat zich aan eenig misdrijf heeft schuldig gemaakt, noodig is. als onze werktijdverkorting Zijne Hoogwaardige Excellentie de Aarts bisschop van Utrecht heeft benoemd tot Eere-Kanunniken van het Metropolitaan Kapittel van Utrecht Zijne Hoogwaardige Excellentie Mgr. J. O. Smit alsmede den Zeereerwaarden Heer A. E. Rientjes, pastoor te Maarssen. ZOoals men weet, is de R. K. Kerkmuziekschool ondergebracht in een prachtig patriciërshuis op de Plompetorengracht en we merkten onzer, -as th eer op. dat men het met het onderdak brengen der onderwijsinrichting wel schitterend getroffen heeft. - „Ja, dat hebben we en door een toeval is De rjjksbemiddelaar prof. mr. Josephus Jitta. heeft partijen, betrokken bjj het dreigend con flict in het kuipers- en hanngpakkersbedrljf te Vlaardingen bijeengeroepen tot een bespreking in het departement van Sociale Zaken op Woensdag a-.s. Er hangt eerder een zekere rust, verklaar baar na de groote vacantie en het is juist de eerste dag van het schooljaar, als pater Huigens ons hier ontvangt, kort nadat we hem per telefoon gevraagd hadden aan den vooravond van het jubileum eens over de school te mogen komen praten. Natuurlijk waren we nieuwsgierig om te we ten. hoe juist pater Huigens, al waren zjjn muzikale gaven destijds reeds bekend, aan de school als leider verbonden werd. We vernamen dan, hoe hierbij nog de oorlog een rol heeft gespeeld, omdat daardoor pater Huigens. die a’ tot leeraar van de Kerkmuziekschool in Aken was benoemd, voor ons land behouden is geble ven. „Na Pater Huigens doet dit met zichtbaar plel- zler. want de R K. Kerkmuziekschool, een In stelling, die in den korten tyd van haar be staan de waardeerlng van velen, ook van niet- katholieken heeft verworven, ligt hem ni aan het hart. Wanneer we hem een en ander om. trent den geboortedag van de jubilaresse vra gen. gaat hU even zjjn geheugen te rade en glimlachend nog om het schoone toeval of was het niet eerder een wondere beschikking van God, die op deze wijze zichtbaar Zijn ze gen wou verleenen? vertelt hij, hoe juist op den feestdag van den H. Gregorius den Groeten, den grooten leeraar van den kerkzang, op 12 Maart 1925 de notarleele acte van de stichting tot stand kwam. Den avond te voren, toen de oprichters, het bestuur van de St. Gregorius- vereeniging vast bij elkaar kwamen en het Juist de vespers van den grooten heilige waren, had een der heeren er op gewezen. Sindsdien is ook 12 Maart als de dies natalis der school gevierd. i van eenigê, langs deze Ijjn ge en, is een aanklacht ingediend soper van partijen materiaal en belangrijk meer zou hebben toe- raarop hij recht had. Het politie onderzoek is op het oogenblik in vollen gang en strekt zich o.m. uit tot Amsterdam en Rotter dam. waarheen de verdwenen materialen zou den zijn vervoerd. nen, zijn ernstige onregelma- licht gekomen bij de afbraak jen spoorweg Alphen aan den We zitten in de examenkamer van de Ne- derlandsche R. K. Kerkmuziekschool te Utrecht, die Zondag haar 12S-Jarig bestaan herdenkt Het is heusch geen angstwekkende omgeving, dit vertrek, waar leerlingen aan den tand gevoeld worden en zoo er op andere tijden een sfeer van strengheid mocht zjjn. dan is die op dit moment, nu we tegenover onzen vrlendelljken gastheer, pater-directeur dr. Caecillanus Hui gens O.F.M. zitten, verdwenen. In de Vrijdag gehouden vergadering van de contactcommissie voor het mijnbedrijf werden de loonregeling en de daarmede samenhangende voorstellen van de mijnwerkersbonden behan deld. Namens de R.K. en de Prot. Chr. bonden werd de meening geult, dat de bedrijven een loonsverhooging van 10 pCt. kunnen dragen. Hiernaast zou dan nog een verbetering dienen te worden gebracht in de jiensioenen en de verlofregeling, waarbij de Prot. Chr. Bond oox de doorbetaling van loon op Christelijke feest dagen overwogen zou willen zien. De vertegen woordiger van den Nederlandschen MJjnwer- kersbond verdedigde met het oog op vele gezinnen bestaanden achterstand een uit- keering ineens te verstrekken. mijn aandacht op dit huisogevallen. Eerst had den we het huis op den hoek van de .Zuilen straat aan de Nleuwegracht willen hebben, dat ook een uitstekend pand voor dit doel was. Toen kwam echter dit open, waaraan we de voorkeur gaven. Het huls heeft een prachtigen tuin, de indeeling Hels niets te wenschen over, er waren zalen, die uitstekend voor ons kon den dienen. Zoodra de stichting officieel tot stand kwam, heeft het bestuur dit huis ge kocht van den vader van Henri van Goud oever.” „Er zat dus wel muziek in het huis.” „Ik ben vervolgens in overleg met het be stuur de school gaan inrichten en u begrijpt, dat alles in het begin nog zeer primitief was. Zoo hadden we in de kapel een houten kist als altaar. Het moet gezegd worden, dat ik van vele kan ten hartelijke medewerking heb ondervonden, in het bijzonder een grooten steun van het Episcopaat en voorts van het bestuur der St. Gregoriusvereeniging, vele koren en particulie ren. 3 November 1925 zijn we begonnen met zeven leerlingen intern en twee extern. Op 19 Novem ber had de officleele opening plaats door pas toor Jansen uit Den Haag, die toen in de als kapel ingerichte zaal voor het eerst in het huls een H. Mis opdroeg en daarna de huiszegenlng verrichtte.” „Hebt u dan ook externe leerlingen?” „Neen, al sinds lang niet meer. De ervarin gen hebben ons geleerd, dat de leertifigen in tern moeten zijn, wil de geheel geestelijke en muzikale opvdeding, zooals wij die beoogen, volledig tot haar recht komen." Dr. .Huigens weidde dan uit over hetgeen de Kerkmuziekschool eigenlijk wil. Pater Huigens vertelde ons nog zijn toekomst- idealen. Zoo wachten er nog eenlge muurvlak, ken op gen beschildering. Het gróóte Ideaal van dr. Huigens is echter een concertzaaltje, waarvan hjj zich de in richting reeds gedroomd heeft. Het is echter noodig. dat er al spoedig een groot orgel komt. Dit zal de feestgave wordén by het koperen jubileum en voor dit doel hebben oud- leerlin gen een loterij georganiseerd, waarvan de trekking vóór 12 September van het volgend jaar Zal plaats hebben. ..Misschien-' zoo merkte pater Huigens on deugend op „bedenkt men ons wel zoo goed, dat we dien dag ons orgel al kunnen inwijden.” We deelden deze hoop. vier jaar in Weenen te hebben gestu deerd”, aldus pater Huigens, „ben ik eerst nog een jaar lector in de Liturgie aan ons klooster te weert geweest. Ik werd toen het was in 1916 benoemd tot leeraar aan het- Gregorius- haus, ook een kerkmuziekschool in Aken, met de bedoeling daar het Gregoriaansch volgens de leer van Solesmes in te voeren. Het lag in de bedoeling, dat ik ook de redactie van het Gregoriusblatt. juist zoo’n tijdschrift als we hier kennen, op me zou nemen. Ik werd daar voor door mjjn overste afgestaan. Het w«s mid. den in den oorlog. De correspondentie ging vanwege de censuur zeer langzaam. Ik was nog hier, toen er vanuit Aken een telegram kwam met de boodschap: „nicht abreisen. Brief folgt". Intusschen wis het al begin December en na Kerstmis zouden de lessen beginnen. Dit telegram is mede aanleiding geweest, dat in Nederland de R. K. Kerkmuziekschool werd opgericht. Uit het schrijven, dat op het telegram volgde, bleek, dat de school leegliep, omdat alle jon gelieden tusschen de 18 en 45 jaar ojider de wapenen werden geroepen. Men leefde daar in de veronderstelling, dat de oorlog niet lang zou dyren, maar u kent het verloop en daar stond Ik nu. „Ga maar naar Woerden”, zei mjjn overste, „misschien kunt ge meewerken aan de St. Gregoriusvereeniging.” „Ik had” zoo vervolgde pater Huigens „echter een andere opvatting omtrent verschillende dingen betreffende de muzl. kale actie in ons vaderland. Zoo was ik o.a. van meening. dat de discussies in het Gre- goriusblad omtrent den rhythmus van het .Gregoriaansch ten zeerste nadeelig werk ten op de beoefening van het Gregoriaansch op de koren. Men wist niet, waaraan men zich te houden had. Ook zag ik de toen hier en daar opkomende Korenbonden als een noodzakelijke schakel in de organisa tie der St. Gregoriusvereeniging. Ook leek me voor de herleving van de kerkmuziek een Kerkmuziekschool noodzakelijk. „Het is niet alleen noodig, de studenten tot goede en bekwame musici te vormen, neen ook geestelijk moeten zij gevormd worden, als mensch. christen en liturgist, waarvoor een Intensieve opvoeding noodig is en daarom stellen wy bjj het aannemen van nieuwe leerlingen hooge eischen. Zij moeten0 natuurlijk op de eerste plaats aan leg hebben, maar ook een goede dosis al- gemeene ontwikkeling. Bjj de twintig fc dertig candidaten. die zich elk jaar aanbie. den. zijn er gewoonlyk maar vier of zes, die we kunnen aannemen.” ja”, zoo riep onze gastheer ons terug, toen we onze voeten reeds op de trap pen vóór het huis hadden gezet „wilt u ook schrijven, dat het van zoo n groot be lang is, dat de Z.Eerw. Heeren Pastoors bij vacatures zich tot onze school wenden. Zij zijn dan verzekerd van goede krachten en zll kunnen jonge menschen aan werk hel pen.” „Voor hoeveel studenten is er plaats?” „We kunnen er ruim twintig bergen, getal studenten, dat we hebben, varieert zoo van 12 tot 17. „U vormt op den duur wel een keurbende van koordirigenten”, merkten wjj op. „Natuurlijk, een keurbende, daar is het Juist om te doen. Hun stand moet omhoog. Gisteren heb ik het nog op de reünie van oud-studen ten gezegd: „niet nur Musiker!” We wezen op benoemingen als onlangs van Sjef van Eerden tot dirigent van het koor der Kathedrale Kerk, een oud-leerling van de R.K. Kerkmuziekschool. welke benoeming toch wel een eervolle onderscheiding van de School be- teekent. Pater Huigens beaamde dit volledige Als Utrechtenaar deed het ons goed te ver nemen. hoe pater Huigens in Utrecht alle fac toren had gevonden, die hjj voor zjjn instituut noodig achtte. Utrecht met zjjn concerten, die door de studenten geregeld bezocht worden en met vele andere uitingen van een hoogstaand cultureel leven als musea enz. We vonden, dat we lang genoeg beslag Had den gelegd op den tijd van den directeur der school. Vooral zoo’n eerste dag van het nieuwe schooljaar is er nog veel te doen. Pater Huigens wilde ons echter niet laten gaan, voor wjj nog even de wondcrschoone I kapel en de aankleeding van het huis hadden gezien. Het trof ons. hoe in dit alles tot uiting is gebracht het karakter van deze school, waardoor een sfeer is geschapen van schoone harmonie en rust, zoo geschikt voor de studie, waarop de bewoners van dit huis zich toeleg gen. In een volgende vergadering kan dan een beslissing Wmden genomen. Voorts kwam nog tew^prake het vraagstuk van den arbeidsduur. Tegenover het standpun-, der vakbonden, die een beperkïhg^yan de werk week reeds thans wenschelljk achten, herhaal den de directies, dat zij ook in het belang van de in het mijnbedrijf werkzame personen een van de werkweek slechte ut ten nemen, als de voor- w lartegen onze mijnbouw eren, tot zoogenaamde exotische vogels geheel buiten de Vogelwet vallen. Vangers en verkoopers van in Europa in het wild levende vogels (inlandsche vogels dus) moeten een vergunning hebben, die aangevraagd kan worden bjj den Inspecteur van den Land bouw. Departement van Economische Zaken. Bezuidenhoutscheweg 30 te Den Haag. Den vogelliefhebbers, die inlandsche vogels houden of kweeken. wordt geadviseerd, aan den Inspecteur van den Landbouw, Bezuidenhout scheweg 30 te Den Haag, op te geven, hoeveel inlandsche vogels zij houden en van welk soort. Het is in het belang van de vogelhouders dit te doen vóór 1 October as„ omdat. In geval var. behoefte aan verplaatsing van op geoorloofde wijze voorhanden gehouden vogels, bijvoorbeeld wanneer een vogelhouder wil verhuizen, ge- makkeiyk een vergunning tot het vervoer van de beschermde vogels verstrekt kan worden. Opgezette vogels worden ook onder het grip „vogels” verstaan. Hieruit volgt, dat net vervoeren van en het handelen in doode en geprepareerde inlandsche vogels niet zonder vergunning kan geschieden. Zjj, die nadere mededeelingen wenschen te ontvangen, kunnen zich wenden tot den ge machtigde van het bestuu/ der Vereeniging van belanghebbenden bjj den handel in vogels, vo gelhouders en aanverwante artikelen (HAVOVE) den heer L. Hansma te Weesp, die bjj K. B. van 9 Aug. j.l. benoemd is tot lid van de Vo- gelwet-Commissie. Naar wij uit goede bron vernemen is dezer dagen een Koninklijk Besluit te verwachten. waarbij benoemd wordt tot secretaris-generaal van het departement van Defensie de heer C. Ringeling, administrateur, hoofd van de afdeeling comptabiliteit van dat departement. Wjj beloofden dit gaarne en namen afscheid. De zware deur viel achter ons dicht en we stonden weer midden in het drukke stads gewoel. VAN WEEK TOT WEEK zame- dle 000 “ekt- Het w“-en soms gruwe- - -lijke nachten, door dagen van verschrikking gevolgd, waarin de daemonen hem kwelden terwijl zjjn lichaam verzwakte, zijn geest be vangen werd door lusteloosheid. Hevige hallu cinaties achtervolgden den kluizenaar, maai tenslotte, na hardnekkig strijden, ontvlamde hem de gloeiende liefde, en nu begon hij de schepping Gods met een geheel gezuiverd hart te beminnen. HU verzorgde de wilde dieren, die tegenover hem hun wreedheid en hun schuwheid aflegden, omdat zij van dezen be woner hunner woeste verblijfplaatsen geen kwaad te duchten hadden. Men kent uit den tegen woordlgen tijd de fantastische wildernis - verhalen, die het dankbare onderwerp leveren van avontuurlijke films, zooals Tarzan, doch niemand denkt eraan, hoe in de barbaarsche eeuwen, toen heele streken van Europa nog den naam des Verlossers niet kenden, zulke avon- ti«irlljke fantasieën reeds werkelijkheid moeten gefeest zijn. Want wal- Aegidius beleefde, heb ben in die tijden vele kluizenaars ervaren. Door hun jarenlang verblijf in woudgrotten en berg spelonken ontwend aan den omgang met men schen, vierden zij met de dieren vertrouwd en juist dit proces is een nieuwe beproeving, want nu dreigt de verdierlljking dengene, die, ge heel opgenomen in den schoot der w71de natuur, zich zou laten gaan. Die macht van de natuur over de gedachte, dien tegenstand van het oer woud tegen den ordenenden geest, kan men zich, rustig in een hedendaagsche huiskamer gezeten, niet licht meer voorstellen, doch deze macht vooral is de oorzaak, dat de Kerk het kluizenaarschap begon te ontraden, om het monnikswezen te bevorderen. Geheel buiten de menschel ij ke maatschappij, zich voedend met het voedsel der dieren, zich omhangend met dorre bladeren en met beesten vellen, leefde de kluizenaar Aegidius, en de legende wil, dat hjj gevoed werd door een herte- koe. God echter zoo vervolgt het vrome ver haal wilde niet, dat de deugden van zijn eenzamen dienaar langer verborgen zouden blijven, en zoo geschiedde het, dat een hoveling uit het gevolg van den Gothenkoning Wamba in deze streek kwam jagen en er het spoor van de hertekoe vond. Het schichtige dier was gevlucht naar haren beschermer, en de Pijl trof niet het wild, doch den kluizenaar. Zoo vond hem de koning, gewond en bloedend, maar rechtop vóór het angstige hert. Vriéndelijk bood hij hem verzorging en onderdak aan, maar Aegidius weigerde en bleef tot zijn dood in de grot. HU stierf omstreeks 725, op hoogen ouder dom. Koning Wamba richtte op de plaats, waar de kluizenaar geleefd had, een klooster op, dat nog heden klooster. Waarom biechtelingen is? Karei Martel had een zware misdaad begaan, en schaamde zich hierover zoozeer, dat hij den naam van deze misdaad ook in de biecht niet over zijn lippen kon krij gen. Men had hem gesproken over den eenza men Aegidius en nu verzocht Karei dezen klui zenaar ten hove. Hier las Aegidius de Heilige Mis en tijdens deze Heilige Mis zoo wil de legende legde een engel een blad papier op het altaar, waarop de zonde vermeld stond. Aegidius hoorde nu de biecht van Karei Martel en gaf hem de absolutie, na hem geholpen te hebben bij de belijdenis. Daarom is Sint Aegi dius een van de zoogenaamde noodheljiers en de patroon der biechtelingen. Gelijk gezegd, is veel in dit verhaal eenvou dige volksverbeelding, tegen een achtergrond van historische werkelijkheid. Waar precies de feiten ophouden en de fantasie begint, is moei lijk te zeggen. Niemand behoeft het verhaalde te gelooven. Toch hebben zulke vertelsels hun waarde, want ze brengen ons in kennis met de gods vrucht van het verre voorgeslacht. Den heiligen Aegidius navolgen is, strikt genomen, niet meer mogelijk en zou ook niet worden goedgekeurd, nu de omstandigheden zoo geheel veranderd zijn. Maar uit zjjn legende leeren wjj, hoe zware offers de ouden zich getroostten om de ingeto genheid te kunnen bewaren, en bovendien dit is het waardevolle menschelijke trekje hoe de middeleeuwers hun toevlucht namen tot een heiligen „noodhelper wanneer zy hun biecht moesten spreken en door valsche schaamte weerhouden werden. Zijn het alleen de middeleeuwers, die dezen ,,nood” kenden? Of zou de voorspraak van den heiligen Aegidius nog heden een benauwde ziel kunnen helpqp? Hy is misschien niet in elk opzicht „een hei lige voor dezen tijd”, de vroeger zoo vurig ver eerde Sint Aegidius, maar in den nood zijn ge slachten en geslachten tot hem gevlucht, zijn voorspraak vragend om een goede biecht te mo gen spreken. A. v. D. De nieuw te benoemen secretaris-generaal werd geboren 8 Mei 1875. doorliep de H B S. te Hoorn en werd op 1 October 1892 toegela- ten tot den toenmaligen artilleriecursus te Delft, en op 4 October 1895 tot tweede-luitenant bij het 2e regiment vesting artillerie benoemd. Na van 1900 tot 1905 gedetacheerd te zijn ge weest bjj het wapen der artillerie in Neder- landsch Oost-Indlë, werd hij in 1906 werkzaam gesteld bij de munitiefabriek aan de Hembrug. waar hij ook na zijn bevordering op 1 Novem ber 1912 tot kapitein, werkzaam bleet tot 1 No vember 1913, toen hy tot het verrichten van troependienst by het 3e regiment vesting artil lerie werd overgeplaatst. Op 1 Mei 1914 werd hy tot kapitein van speciale diensten by dat regiment benoemd, om op 1 Januari 1916 by het in den mobilisatietijd opgerichte munitie- bureau te worden geplaatst. Daar bleef hy werkzaam tot Juli 1919, toen hy belast werd met de afwikkeling van het spaarfonds der vreemde geïnterneerde militairen. Juli 1921 werd hy na liquidatie van dit spaarfonds weder als kapitein van speciale diensten by zyn re giment teruggeplaatst. In de in dien tüd door den minister van oorlog benoemde commissie tot reorganisatie van de afdeeiingen VIII (mi litaire administratie) en IX werd hy als lid opgenomen. Het door deze commissie ingediende rapport gaf in overweging beide afdeeiingen samen te voegen, met welk voorstel de minister van Oor log zich vereenigde. Op 1 Februari 1923 werd de kapitein Ringeling benoemd als waarnemend hoofd der gecombineerde afdeeling. waarna hy op 1 Mei, na zyn ontslag als kapitein en be noeming tot reserve-kapitein, benoemd werd tot referendaris, hoofd der afdeeling. 1 Mei 1924 werd hy benoemd tot reserve-majoor, 1 Octo ber 1926 tot reserve-luitenant-kolonel en als zoodanig met ingang van 8 Mei 1930 eervol ont slagen. Na samenvoeging yan de afdeeiingen comp tabiliteit van de toenmalige departementen van Oorlog en Marine werd hy op 1 Januari 1930 tot administrateur bevorderd. De directies verklaarden zich bereid boven den loopenden toeslag van vjjf pro cent met ingang van 1 October as. voor den duur van 6 maanden een nieuwen toe slag op dé. loonen van v(jf procent en voorts de kwestie van de pensioenen en de ver loven nader onder het oog te zien. In een nieuw program van actie was een der punten oprichting van een Kerkmuziekschool.’ „Toen hebt u zeker direct de handen aan den_ ploeg geslagen?" „Dat wil zeggen, dat op den eersten Katho liekendag te Utrecht in 1919 door Mgr. van Schalk in de Liturgische Sectie, waar als spre kers optraden Pastoor, Beukerlng en onderge teekende. werd afgekondlgd. dat het Hoogwaar dig Episcopaat aan de 8t. Gregoriusvereeniging opdracht had gegeven tot stichting van een Kerkmuziekschool. Daar zaten we zonder geld of iets. Mij weid gevraagd de stichting voor te bereiden. Door het St. Gregorlusblad. waarvan ik tevens de redactie kreeg met als mede redacteur Mgr. van Schalk, werd eerr actie op touw ggzet om aan geld te komen. Hierin heb in grooten steun ondervonden van de koren.” »U zult toen best uw handen vol gehad heb. bep?” ,Ju, Ik zat in die- ja ren voortdurend tusschen de wielen. Gaf cursussen, zoowel in Lutjebrock als Sas van Gent, reisde naar Dokkum en Maastricht. Na 1919 heb ik by de 100 cursussen gegeven. Het slot was gewoonlyk. dat ter plaat se een Korenbond werd opgericht en ik greep de gelegenheid aan om tevens donateurs of be gunstigere te werven voor de op te richten school. In 1924 zagen we. dat we in 1925 konden be ginnen. -Toen is die Stichting tot stand geko men." - ommige heiligen worden vergeten, nadat ze gedurende langen tyd door groote me- K-J nlgten vereerd zyn. Ze beantwoorden niet meer in dezelfde mate, zoo schynt het, aan de nooden der menschheid, die zich andere idea len koos en andere voorbeelden voor oogen wil zien. De heilige Aegidius, in onze Zuiderprovin- cles bete» bekend als Sint Gilles, was een der noodhelpers in de middeleeuwen, maar in den nleuwsten tyd hoort men weinig meer over hem, hoewel hy nog hier en daar in Vlaanderen en in Noord-Frankryk de patroon van een pa rochie is. Er bestaat een tooneelstuk over zyn leven, door den bekenden Henri Ghëon, maar het is moeilyk op te voeren en dus weinig be kend. Verder is er in de laatste jaren weinig over Sint Aegidius geschreven. Hoe komt het toch, dat hy zoo op den achtergrond is geraakt, deze patroon van de goede biecht? Het heeft, dunkt ons, een dubbele reden. Ten eerste is de helligenvereerlng na de middeleeuwen veel wte- tenschappeiyker geworden, dank zy vooral den arbeid van de Bollandisten. Figuren, waarom trent we maar heel weinig met historische zekerheid weten, genieten sedertdien niet meer dezelfde voorkeur als in de meer jx>ëtische maar minder wetenschappelyke middeleeuwen. Hiermee hangt nog iets samen. Na het concilie van Trente legde men by de prediking sterk den nadruk op de navolging van het voorbeeld, dat de heiligen gavjpn, zoodat vanzelf meer aandacht werd geschonken aan die heiligen. Wier deugden uit betrouwbare documenten be kend waren. De argelooze middeleeuwers zoch ten in de- helligenvereerlng vaker het andere element, dat wy misschien wel eens te veel ver- wfaarloozen. Zy zagen nameiyk in het leven van den heilige op de allereerste plaats het werk Gods. Wy zien meer dan zy het aandeel, dat de mensch zelf bijdraagt door mede te werken met de genade. Dit verschil van accent brengt mee, dat onze vereering over het algemeen lichter uitgaat naar heiligen, die we navolgen kunnen, en dat we minder waarde hechten aan de ietwat legendarische, maar niettemin stich- teiyke wonderverhalen, waardoor God in zyn heiligen verheerlykt werd. Zhlk een verhaal nu is hetgeen bekend bleef omtrent den heiligen Aegidius. Men behoeft het niet allemaal te gelooven. Door de mondelinge overlevering is het waarschyniyk wel mooier en vooral wonderiyker gemaakt dan het in werke- lykheld geweest is. Geschiedenis te scheiden van verbeelding valt niet altyd makkeluk, wanneer de betrouwbare documenten ontbre ken, maar ook de fantastische legende behoort tot de geschiedenis. Is het niet wtaarachtlg ge beurd, dan heeft men toch rekening te houden met het feit, dat het waarachtig verteld is. Vooraoover het verhaal ons dus in het onze kere laat over den persoon van den vereerde, verschaft het ons Inlichtingen omtrent de per sonen' van de vereerders. En dan is het toch opmerkeiyk, dat Sint Aegidius altyd werd te hulp geroepen door degenen, die hun biecht gingen spreken. Hy is de voorspraak van de biechtelingen. Wisten ze wel, dat ze nog altyd een patroon hadden? Ziehier het leven van Sint Aegidius, zooals het vanouds verteld wordt en zooals het ook in rijke tafereelen afgebeeld staat in de Sint Severipus-kerk te Boppard aan den Ryn: Omstreeks het jaar 640 werd Aegidius te Athene geboren uit vrome ouders, die hem een goede opvoeding gaven. Van jongsaf godvruch tig, voelde hy zich aangetrokken tot de een zaamheid. Hy droomde ervan, kluizenaar te worden in de woestyn, doch zyn ouders hiel den den jeugdigen knaap by zich. Ze lieten hem ongaarne vertrekken. Na hun dood echter Aegidius was toen «05 jaar verdeelde hy hun erfenis onder de armen van de stad enging scheep op de eerste de beste boot, die gereed lag. Ze bracht hem naar Zuld-Frankrijk, onder de* Galliërs. Hy landde te Marseille, doch daar het zyn bedoeling was, zich terug te trekken uit de omgeving der menschen, begaf hy zich landinwaarts als een zwervend bedelaar. Eeni- gen tyd verbleef hy te Artes, toen trok hy de Rhone over en volgde den stroom van een zy- riviertje, de Gard, aan welks boorden hy een eenzame grot hoopte te vinden. Hier ontmoette hy Veredemus, een kluizenaar van hoogen leeftyd, die sedert meer dan dertig jaren eenzaam geleefd had, al zyn gedachten wydende aan God en de goddelyke dingen. Eerbiedig begroette hy den ouden man. en hy maakte hem zyn verlangen naar de eenzaam heid bekend. Maar de ervaren kluizenaar, zien de hoe jong Aegidius nog was, deelde hem mede wat hy in zyn eenzaam leven ondervon den had en waarschuwde hem tegen de ver- schrikkeiyke beproevingen, die hem wachtten. Eenige dagen alleen zyn, dit verdraagt de men- schelyke wilskracht, maar als het maanden en jaren worden, dan moet de genade te hulp komen. Men kan wat bezigheid zoeken, doch daar de ware kluizenaar geen omgang met menschen wenscht, verliezen de meeste bezig heden hun zin. Slechts de concentratie van de gedachte doet den tyd vergeten. Lange, harde oefening is noodig om dezen staat van geeste lijk leven te bereiken. Daarom hield Veredemus den Jeugdigen Aegidius by zich en leerde hem den eenzamen weg naar den inneriyken vrede Toen zyn leermeester gestorven was, bleef Aegidius alleen in de grot, zich voedend met veldkruld en water. Maar in de wereld raasde de verwildering, die stómmen opzette tegen stammen; de zevende eeuw was een wreede eeuw. Volk, uit zyn neder zettingen verjaagd, zocht een schuilplaats in de bosschen en leefde er, zooals de beesten leven. Onder de priesters heerschte een schan- deiyk zedenbederf. Herhaaldeiyk drongen strij dende horden den stroom langs. Soms gebeur de het ook dat vrome menigten den kluizenaar wtilden bewegen, zyn eenzaamheid te verlaten en zich aan hun hoofd te scharen, hetzfj vooi een pelgrimstocht, hetzy voor het vormen eener godsdienstige gemeenschap. Aegidius voelde zich nog te dicht by de wereld, hy liet de beek ach ter zich en trok dieper het woeste gebergte in tot by de bronnen van de Rhone, waar hy een hol vond, welks ingang door doornige braam struiken afgesloten werd. Deze vluchtplaats van beren en wolven koos hy zich tot woning, om •r den grooten strijd te strijden van den een- overweging den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 17