koperen jubileum
Bij
een
i
Sint Aegidius'
Opening Staten-
Generaal
IJl
J*
ui
R.K. KERKMUZIEKSCHOOL
TE UTRECHT
SECRETARIS-GENERAAL
VAN DEFENSIE
ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1937
Algeheele vorming
te
DE NIEUWE VOGELWET
Orgelfond»
METROPOUT AAN KAPITTEL
Eere-kanunniken benoemd
Een hui», waar muziek in zat
verdwenen
Het prinselijh echtpaar zal de
plechtigheid niet bywonen
Bewapening van loods*
booten
Ter bewaking van den Nieuwen
W aterweg
Loonsverhooging bij
de mijnen
r heeft zich te veel
toegeëigend
Toetlag van 5 pct. met ingang
van 1 October
Het dreigend conflict
te Vlaardingen
Benoeming van den heer C. Ringe
ling te verwachten
Pater dr. Caecilianu» Huigen»
O.F.M. vertelt intere»»ante
bijzonderheden over voor
geschiedenis en bedoe
ling van dit in»tituut
Hoe pater Huigen» aan
tchool kwam
Mededeelingen over de uitvoering
ij
r
De R.K. Kerkmuziekschool te Utrecht herdenkt
haar
12Vs
jarig
bestaan
den «aam draagt van Sint Gilles
Sint Aegidius de patroon der
nu
Het
(comptabiliteit)
den In
daarover
„Och,
l
f
Tokio, de hoofdstad van Japan, biedt een weerspiegeling van de ontwikkeling van
het Japansche Rijk tot een modernen staat. Luchtfoto van een modern stads
kwartier van Tokio
In verband met de in de laatste weken ver
schenen persberichten omtrent de uitvoering der
vogelwet, verzoekt men ons het volgende on
der de aandacht van onze lezers te brengen:
Het houden en het kweeken van vogels is ge
heel vrij, alleen het vangen, vervoeren en han
delen is aan bepalingen onderworpen.
De Vogelwet spreekt over de in Europa in
het wild levende soorten, kortweg genoemd in
landsche vogels, dat wil dus zeggen, dat alle
Naar verluidt zal het prinselijk echtpaar
de plechtige opening van de nlguwe zitting
der Staten-Generaal op Dinsdag 21 dezer
niet bijwonen.
lenigingen zullen de voorstellen
n hare hooldbesturen bespreken,
kgevers nader zullen overwegen,
pensioenen en verlofregeling meer
•n toezeggen.
Pater dr. C. Huigens O.F.M., directeur
van de R.K. Kerkmuziekschool
Wij vernemen, dat in verband met de
noodzakelijkheid, voor den Nieuwen Water
weg by Hoek van Holland over eenig
machtsmiddel te beschikken, de loodsboo-
tch, die voor den Waterweg den loódsdienst
doen, van kanonnen zullen worden voor
zien.
Door middel van draadlooze telefonie zal
de buitengaats zijnde boot dan worden ge
waarschuwd, wanneer daadwerkeljjk Ingrij
pen tegen een schip, dat zich aan eenig
misdrijf heeft schuldig gemaakt, noodig is.
als
onze
werktijdverkorting
Zijne Hoogwaardige Excellentie de Aarts
bisschop van Utrecht heeft benoemd tot
Eere-Kanunniken van het Metropolitaan
Kapittel van Utrecht Zijne Hoogwaardige
Excellentie Mgr. J. O. Smit alsmede den
Zeereerwaarden Heer A. E. Rientjes, pastoor
te Maarssen.
ZOoals men weet, is de R. K. Kerkmuziekschool
ondergebracht in een prachtig patriciërshuis
op de Plompetorengracht en we merkten onzer,
-as th eer op. dat men het met het onderdak
brengen der onderwijsinrichting wel schitterend
getroffen heeft. -
„Ja, dat hebben we en door een toeval is
De rjjksbemiddelaar prof. mr. Josephus Jitta.
heeft partijen, betrokken bjj het dreigend con
flict in het kuipers- en hanngpakkersbedrljf te
Vlaardingen bijeengeroepen tot een bespreking
in het departement van Sociale Zaken op
Woensdag a-.s.
Er hangt eerder een zekere rust, verklaar
baar na de groote vacantie en het is juist de
eerste dag van het schooljaar, als pater
Huigens ons hier ontvangt, kort nadat we
hem per telefoon gevraagd hadden aan den
vooravond van het jubileum eens over de
school te mogen komen praten.
Natuurlijk waren we nieuwsgierig om te we
ten. hoe juist pater Huigens, al waren zjjn
muzikale gaven destijds reeds bekend, aan de
school als leider verbonden werd. We vernamen
dan, hoe hierbij nog de oorlog een rol heeft
gespeeld, omdat daardoor pater Huigens. die
a’ tot leeraar van de Kerkmuziekschool in Aken
was benoemd, voor ons land behouden is geble
ven.
„Na
Pater Huigens doet dit met zichtbaar plel-
zler. want de R K. Kerkmuziekschool, een In
stelling, die in den korten tyd van haar be
staan de waardeerlng van velen, ook van niet-
katholieken heeft verworven, ligt hem ni aan
het hart. Wanneer we hem een en ander om.
trent den geboortedag van de jubilaresse vra
gen. gaat hU even zjjn geheugen te rade en
glimlachend nog om het schoone toeval of
was het niet eerder een wondere beschikking
van God, die op deze wijze zichtbaar Zijn ze
gen wou verleenen? vertelt hij, hoe juist op
den feestdag van den H. Gregorius den Groeten,
den grooten leeraar van den kerkzang, op 12
Maart 1925 de notarleele acte van de stichting
tot stand kwam. Den avond te voren, toen de
oprichters, het bestuur van de St. Gregorius-
vereeniging vast bij elkaar kwamen en het Juist
de vespers van den grooten heilige waren, had
een der heeren er op gewezen.
Sindsdien is ook 12 Maart als de dies natalis
der school gevierd.
i van eenigê, langs deze Ijjn ge
en, is een aanklacht ingediend
soper van partijen materiaal en
belangrijk meer zou hebben toe-
raarop hij recht had. Het politie
onderzoek is op het oogenblik in vollen gang en
strekt zich o.m. uit tot Amsterdam en Rotter
dam. waarheen de verdwenen materialen zou
den zijn vervoerd.
nen, zijn ernstige onregelma-
licht gekomen bij de afbraak
jen spoorweg Alphen aan den
We zitten in de examenkamer van de Ne-
derlandsche R. K. Kerkmuziekschool te Utrecht,
die Zondag haar 12S-Jarig bestaan herdenkt
Het is heusch geen angstwekkende omgeving, dit
vertrek, waar leerlingen aan den tand gevoeld
worden en zoo er op andere tijden een sfeer
van strengheid mocht zjjn. dan is die op dit
moment, nu we tegenover onzen vrlendelljken
gastheer, pater-directeur dr. Caecillanus Hui
gens O.F.M. zitten, verdwenen.
In de Vrijdag gehouden vergadering van de
contactcommissie voor het mijnbedrijf werden
de loonregeling en de daarmede samenhangende
voorstellen van de mijnwerkersbonden behan
deld.
Namens de R.K. en de Prot. Chr. bonden
werd de meening geult, dat de bedrijven een
loonsverhooging van 10 pCt. kunnen dragen.
Hiernaast zou dan nog een verbetering dienen
te worden gebracht in de jiensioenen en de
verlofregeling, waarbij de Prot. Chr. Bond oox
de doorbetaling van loon op Christelijke feest
dagen overwogen zou willen zien. De vertegen
woordiger van den Nederlandschen MJjnwer-
kersbond verdedigde met het oog op
vele gezinnen bestaanden achterstand een uit-
keering ineens te verstrekken.
mijn aandacht op dit huisogevallen. Eerst had
den we het huis op den hoek van de .Zuilen
straat aan de Nleuwegracht willen hebben, dat
ook een uitstekend pand voor dit doel was.
Toen kwam echter dit open, waaraan we de
voorkeur gaven. Het huls heeft een prachtigen
tuin, de indeeling Hels niets te wenschen over,
er waren zalen, die uitstekend voor ons kon
den dienen. Zoodra de stichting officieel tot
stand kwam, heeft het bestuur dit huis ge
kocht van den vader van Henri van Goud
oever.”
„Er zat dus wel muziek in het huis.”
„Ik ben vervolgens in overleg met het be
stuur de school gaan inrichten en u begrijpt,
dat alles in het begin nog zeer primitief was.
Zoo hadden we in de kapel een houten kist als
altaar.
Het moet gezegd worden, dat ik van vele kan
ten hartelijke medewerking heb ondervonden,
in het bijzonder een grooten steun van het
Episcopaat en voorts van het bestuur der St.
Gregoriusvereeniging, vele koren en particulie
ren.
3 November 1925 zijn we begonnen met zeven
leerlingen intern en twee extern. Op 19 Novem
ber had de officleele opening plaats door pas
toor Jansen uit Den Haag, die toen in de als
kapel ingerichte zaal voor het eerst in het huls
een H. Mis opdroeg en daarna de huiszegenlng
verrichtte.”
„Hebt u dan ook externe leerlingen?”
„Neen, al sinds lang niet meer. De ervarin
gen hebben ons geleerd, dat de leertifigen in
tern moeten zijn, wil de geheel geestelijke en
muzikale opvdeding, zooals wij die beoogen,
volledig tot haar recht komen."
Dr. .Huigens weidde dan uit over hetgeen de
Kerkmuziekschool eigenlijk wil.
Pater Huigens vertelde ons nog zijn toekomst-
idealen. Zoo wachten er nog eenlge muurvlak,
ken op gen beschildering.
Het gróóte Ideaal van dr. Huigens is echter
een concertzaaltje, waarvan hjj zich de in
richting reeds gedroomd heeft. Het is echter
noodig. dat er al spoedig een groot orgel komt.
Dit zal de feestgave wordén by het koperen
jubileum en voor dit doel hebben oud- leerlin
gen een loterij georganiseerd, waarvan de
trekking vóór 12 September van het volgend
jaar Zal plaats hebben.
..Misschien-' zoo merkte pater Huigens on
deugend op „bedenkt men ons wel zoo goed,
dat we dien dag ons orgel al kunnen inwijden.”
We deelden deze hoop.
vier jaar in Weenen te hebben gestu
deerd”, aldus pater Huigens, „ben ik eerst nog
een jaar lector in de Liturgie aan ons klooster
te weert geweest. Ik werd toen het was in
1916 benoemd tot leeraar aan het- Gregorius-
haus, ook een kerkmuziekschool in Aken, met
de bedoeling daar het Gregoriaansch volgens
de leer van Solesmes in te voeren. Het lag in
de bedoeling, dat ik ook de redactie van het
Gregoriusblatt. juist zoo’n tijdschrift als we
hier kennen, op me zou nemen. Ik werd daar
voor door mjjn overste afgestaan. Het w«s mid.
den in den oorlog. De correspondentie ging
vanwege de censuur zeer langzaam. Ik was nog
hier, toen er vanuit Aken een telegram kwam
met de boodschap: „nicht abreisen. Brief
folgt". Intusschen wis het al begin December
en na Kerstmis zouden de lessen beginnen. Dit
telegram is mede aanleiding geweest, dat in
Nederland de R. K. Kerkmuziekschool werd
opgericht.
Uit het schrijven, dat op het telegram volgde,
bleek, dat de school leegliep, omdat alle jon
gelieden tusschen de 18 en 45 jaar ojider de
wapenen werden geroepen. Men leefde daar in
de veronderstelling, dat de oorlog niet lang
zou dyren, maar u kent het verloop en daar
stond Ik nu. „Ga maar naar Woerden”, zei mjjn
overste, „misschien kunt ge meewerken aan de
St. Gregoriusvereeniging.”
„Ik had” zoo vervolgde pater Huigens
„echter een andere opvatting omtrent
verschillende dingen betreffende de muzl.
kale actie in ons vaderland. Zoo was ik o.a.
van meening. dat de discussies in het Gre-
goriusblad omtrent den rhythmus van het
.Gregoriaansch ten zeerste nadeelig werk
ten op de beoefening van het Gregoriaansch
op de koren. Men wist niet, waaraan men
zich te houden had. Ook zag ik de toen
hier en daar opkomende Korenbonden als
een noodzakelijke schakel in de organisa
tie der St. Gregoriusvereeniging. Ook leek
me voor de herleving van de kerkmuziek
een Kerkmuziekschool noodzakelijk.
„Het is niet alleen noodig, de studenten
tot goede en bekwame musici te vormen,
neen ook geestelijk moeten zij gevormd
worden, als mensch. christen en liturgist,
waarvoor een Intensieve opvoeding noodig
is en daarom stellen wy bjj het aannemen
van nieuwe leerlingen hooge eischen. Zij
moeten0 natuurlijk op de eerste plaats aan
leg hebben, maar ook een goede dosis al-
gemeene ontwikkeling. Bjj de twintig fc
dertig candidaten. die zich elk jaar aanbie.
den. zijn er gewoonlyk maar vier of zes,
die we kunnen aannemen.”
ja”, zoo riep onze gastheer ons
terug, toen we onze voeten reeds op de trap
pen vóór het huis hadden gezet „wilt u
ook schrijven, dat het van zoo n groot be
lang is, dat de Z.Eerw. Heeren Pastoors bij
vacatures zich tot onze school wenden. Zij
zijn dan verzekerd van goede krachten en
zll kunnen jonge menschen aan werk hel
pen.”
„Voor hoeveel studenten is er plaats?”
„We kunnen er ruim twintig bergen,
getal studenten, dat we hebben, varieert zoo
van 12 tot 17.
„U vormt op den duur wel een keurbende
van koordirigenten”, merkten wjj op.
„Natuurlijk, een keurbende, daar is het Juist
om te doen. Hun stand moet omhoog. Gisteren
heb ik het nog op de reünie van oud-studen
ten gezegd: „niet nur Musiker!”
We wezen op benoemingen als onlangs van
Sjef van Eerden tot dirigent van het koor der
Kathedrale Kerk, een oud-leerling van de R.K.
Kerkmuziekschool. welke benoeming toch wel
een eervolle onderscheiding van de School be-
teekent.
Pater Huigens beaamde dit volledige
Als Utrechtenaar deed het ons goed te ver
nemen. hoe pater Huigens in Utrecht alle fac
toren had gevonden, die hjj voor zjjn instituut
noodig achtte. Utrecht met zjjn concerten, die
door de studenten geregeld bezocht worden en
met vele andere uitingen van een hoogstaand
cultureel leven als musea enz.
We vonden, dat we lang genoeg beslag Had
den gelegd op den tijd van den directeur der
school. Vooral zoo’n eerste dag van het nieuwe
schooljaar is er nog veel te doen.
Pater Huigens wilde ons echter niet laten
gaan, voor wjj nog even de wondcrschoone
I kapel en de aankleeding van het huis hadden
gezien. Het trof ons. hoe in dit alles tot uiting
is gebracht het karakter van deze school,
waardoor een sfeer is geschapen van schoone
harmonie en rust, zoo geschikt voor de studie,
waarop de bewoners van dit huis zich toeleg
gen.
In een volgende vergadering kan
dan een beslissing Wmden genomen.
Voorts kwam nog tew^prake het vraagstuk
van den arbeidsduur. Tegenover het standpun-,
der vakbonden, die een beperkïhg^yan de werk
week reeds thans wenschelljk achten, herhaal
den de directies, dat zij ook in het belang van
de in het mijnbedrijf werkzame personen een
van de werkweek slechte ut
ten nemen, als de voor-
w lartegen onze mijnbouw
eren, tot
zoogenaamde exotische vogels geheel buiten de
Vogelwet vallen.
Vangers en verkoopers van in Europa in het
wild levende vogels (inlandsche vogels dus)
moeten een vergunning hebben, die aangevraagd
kan worden bjj den Inspecteur van den Land
bouw. Departement van Economische Zaken.
Bezuidenhoutscheweg 30 te Den Haag.
Den vogelliefhebbers, die inlandsche vogels
houden of kweeken. wordt geadviseerd, aan den
Inspecteur van den Landbouw, Bezuidenhout
scheweg 30 te Den Haag, op te geven, hoeveel
inlandsche vogels zij houden en van welk soort.
Het is in het belang van de vogelhouders dit te
doen vóór 1 October as„ omdat. In geval var.
behoefte aan verplaatsing van op geoorloofde
wijze voorhanden gehouden vogels, bijvoorbeeld
wanneer een vogelhouder wil verhuizen, ge-
makkeiyk een vergunning tot het vervoer van de
beschermde vogels verstrekt kan worden.
Opgezette vogels worden ook onder het
grip „vogels” verstaan. Hieruit volgt, dat net
vervoeren van en het handelen in doode en
geprepareerde inlandsche vogels niet zonder
vergunning kan geschieden.
Zjj, die nadere mededeelingen wenschen te
ontvangen, kunnen zich wenden tot den ge
machtigde van het bestuu/ der Vereeniging van
belanghebbenden bjj den handel in vogels, vo
gelhouders en aanverwante artikelen (HAVOVE)
den heer L. Hansma te Weesp, die bjj K. B.
van 9 Aug. j.l. benoemd is tot lid van de Vo-
gelwet-Commissie.
Naar wij uit goede bron vernemen
is dezer dagen een Koninklijk Besluit
te verwachten. waarbij benoemd
wordt tot secretaris-generaal van het
departement van Defensie de heer
C. Ringeling, administrateur, hoofd
van de afdeeling comptabiliteit van
dat departement.
Wjj beloofden dit gaarne en namen afscheid.
De zware deur viel achter ons dicht en we
stonden weer midden in het drukke stads
gewoel.
VAN WEEK TOT WEEK zame- dle 000 “ekt- Het w“-en soms gruwe-
- -lijke nachten, door dagen van verschrikking
gevolgd, waarin de daemonen hem kwelden
terwijl zjjn lichaam verzwakte, zijn geest be
vangen werd door lusteloosheid. Hevige hallu
cinaties achtervolgden den kluizenaar, maai
tenslotte, na hardnekkig strijden, ontvlamde
hem de gloeiende liefde, en nu begon hij de
schepping Gods met een geheel gezuiverd hart
te beminnen. HU verzorgde de wilde dieren,
die tegenover hem hun wreedheid en hun
schuwheid aflegden, omdat zij van dezen be
woner hunner woeste verblijfplaatsen geen
kwaad te duchten hadden. Men kent uit den
tegen woordlgen tijd de fantastische wildernis -
verhalen, die het dankbare onderwerp leveren
van avontuurlijke films, zooals Tarzan, doch
niemand denkt eraan, hoe in de barbaarsche
eeuwen, toen heele streken van Europa nog den
naam des Verlossers niet kenden, zulke avon-
ti«irlljke fantasieën reeds werkelijkheid moeten
gefeest zijn. Want wal- Aegidius beleefde, heb
ben in die tijden vele kluizenaars ervaren. Door
hun jarenlang verblijf in woudgrotten en berg
spelonken ontwend aan den omgang met men
schen, vierden zij met de dieren vertrouwd en
juist dit proces is een nieuwe beproeving, want
nu dreigt de verdierlljking dengene, die, ge
heel opgenomen in den schoot der w71de natuur,
zich zou laten gaan. Die macht van de natuur
over de gedachte, dien tegenstand van het oer
woud tegen den ordenenden geest, kan men
zich, rustig in een hedendaagsche huiskamer
gezeten, niet licht meer voorstellen, doch deze
macht vooral is de oorzaak, dat de Kerk het
kluizenaarschap begon te ontraden, om het
monnikswezen te bevorderen.
Geheel buiten de menschel ij ke maatschappij,
zich voedend met het voedsel der dieren, zich
omhangend met dorre bladeren en met beesten
vellen, leefde de kluizenaar Aegidius, en de
legende wil, dat hjj gevoed werd door een herte-
koe. God echter zoo vervolgt het vrome ver
haal wilde niet, dat de deugden van zijn
eenzamen dienaar langer verborgen zouden
blijven, en zoo geschiedde het, dat een hoveling
uit het gevolg van den Gothenkoning Wamba
in deze streek kwam jagen en er het spoor
van de hertekoe vond. Het schichtige dier was
gevlucht naar haren beschermer, en de Pijl
trof niet het wild, doch den kluizenaar. Zoo
vond hem de koning, gewond en bloedend, maar
rechtop vóór het angstige hert. Vriéndelijk bood
hij hem verzorging en onderdak aan, maar
Aegidius weigerde en bleef tot zijn dood in de
grot. HU stierf omstreeks 725, op hoogen ouder
dom. Koning Wamba richtte op de plaats, waar
de kluizenaar geleefd had, een klooster op, dat
nog heden
klooster.
Waarom
biechtelingen is? Karei Martel had een zware
misdaad begaan, en schaamde zich hierover
zoozeer, dat hij den naam van deze misdaad
ook in de biecht niet over zijn lippen kon krij
gen. Men had hem gesproken over den eenza
men Aegidius en nu verzocht Karei dezen klui
zenaar ten hove. Hier las Aegidius de Heilige
Mis en tijdens deze Heilige Mis zoo wil de
legende legde een engel een blad papier op
het altaar, waarop de zonde vermeld stond.
Aegidius hoorde nu de biecht van Karei Martel
en gaf hem de absolutie, na hem geholpen te
hebben bij de belijdenis. Daarom is Sint Aegi
dius een van de zoogenaamde noodheljiers en
de patroon der biechtelingen.
Gelijk gezegd, is veel in dit verhaal eenvou
dige volksverbeelding, tegen een achtergrond
van historische werkelijkheid. Waar precies de
feiten ophouden en de fantasie begint, is moei
lijk te zeggen. Niemand behoeft het verhaalde
te gelooven.
Toch hebben zulke vertelsels hun waarde,
want ze brengen ons in kennis met de gods
vrucht van het verre voorgeslacht. Den heiligen
Aegidius navolgen is, strikt genomen, niet meer
mogelijk en zou ook niet worden goedgekeurd,
nu de omstandigheden zoo geheel veranderd
zijn. Maar uit zjjn legende leeren wjj, hoe zware
offers de ouden zich getroostten om de ingeto
genheid te kunnen bewaren, en bovendien
dit is het waardevolle menschelijke trekje
hoe de middeleeuwers hun toevlucht namen tot
een heiligen „noodhelper wanneer zy hun
biecht moesten spreken en door valsche
schaamte weerhouden werden. Zijn het alleen
de middeleeuwers, die dezen ,,nood” kenden?
Of zou de voorspraak van den heiligen Aegidius
nog heden een benauwde ziel kunnen helpqp?
Hy is misschien niet in elk opzicht „een hei
lige voor dezen tijd”, de vroeger zoo vurig ver
eerde Sint Aegidius, maar in den nood zijn ge
slachten en geslachten tot hem gevlucht, zijn
voorspraak vragend om een goede biecht te mo
gen spreken. A. v. D.
De nieuw te benoemen secretaris-generaal
werd geboren 8 Mei 1875. doorliep de H B S.
te Hoorn en werd op 1 October 1892 toegela-
ten tot den toenmaligen artilleriecursus te Delft,
en op 4 October 1895 tot tweede-luitenant bij
het 2e regiment vesting artillerie benoemd.
Na van 1900 tot 1905 gedetacheerd te zijn ge
weest bjj het wapen der artillerie in Neder-
landsch Oost-Indlë, werd hij in 1906 werkzaam
gesteld bij de munitiefabriek aan de Hembrug.
waar hij ook na zijn bevordering op 1 Novem
ber 1912 tot kapitein, werkzaam bleet tot 1 No
vember 1913, toen hy tot het verrichten van
troependienst by het 3e regiment vesting artil
lerie werd overgeplaatst. Op 1 Mei 1914 werd
hy tot kapitein van speciale diensten by dat
regiment benoemd, om op 1 Januari 1916 by
het in den mobilisatietijd opgerichte munitie-
bureau te worden geplaatst. Daar bleef hy
werkzaam tot Juli 1919, toen hy belast werd
met de afwikkeling van het spaarfonds der
vreemde geïnterneerde militairen. Juli 1921
werd hy na liquidatie van dit spaarfonds weder
als kapitein van speciale diensten by zyn re
giment teruggeplaatst. In de in dien tüd door
den minister van oorlog benoemde commissie
tot reorganisatie van de afdeeiingen VIII (mi
litaire administratie) en IX
werd hy als lid opgenomen.
Het door deze commissie ingediende rapport
gaf in overweging beide afdeeiingen samen te
voegen, met welk voorstel de minister van Oor
log zich vereenigde. Op 1 Februari 1923 werd
de kapitein Ringeling benoemd als waarnemend
hoofd der gecombineerde afdeeling. waarna hy
op 1 Mei, na zyn ontslag als kapitein en be
noeming tot reserve-kapitein, benoemd werd
tot referendaris, hoofd der afdeeling. 1 Mei 1924
werd hy benoemd tot reserve-majoor, 1 Octo
ber 1926 tot reserve-luitenant-kolonel en als
zoodanig met ingang van 8 Mei 1930 eervol ont
slagen.
Na samenvoeging yan de afdeeiingen comp
tabiliteit van de toenmalige departementen van
Oorlog en Marine werd hy op 1 Januari 1930
tot administrateur bevorderd.
De directies verklaarden zich bereid
boven den loopenden toeslag van vjjf pro
cent met ingang van 1 October as. voor
den duur van 6 maanden een nieuwen toe
slag op dé. loonen van v(jf procent en voorts
de kwestie van de pensioenen en de ver
loven nader onder het oog te zien.
In een nieuw program van actie was een der
punten oprichting van een Kerkmuziekschool.’
„Toen hebt u zeker direct de handen aan den_
ploeg geslagen?"
„Dat wil zeggen, dat op den eersten Katho
liekendag te Utrecht in 1919 door Mgr. van
Schalk in de Liturgische Sectie, waar als spre
kers optraden Pastoor, Beukerlng en onderge
teekende. werd afgekondlgd. dat het Hoogwaar
dig Episcopaat aan de 8t. Gregoriusvereeniging
opdracht had gegeven tot stichting van een
Kerkmuziekschool. Daar zaten we zonder geld
of iets. Mij weid gevraagd de stichting voor te
bereiden. Door het St. Gregorlusblad. waarvan
ik tevens de redactie kreeg met als mede
redacteur Mgr. van Schalk, werd eerr actie op
touw ggzet om aan geld te komen. Hierin heb
in grooten steun ondervonden van de koren.”
»U zult toen best uw handen vol gehad heb.
bep?”
,Ju, Ik zat in die- ja ren voortdurend tusschen
de wielen. Gaf cursussen, zoowel in Lutjebrock
als Sas van Gent, reisde naar Dokkum en
Maastricht. Na 1919 heb ik by de 100 cursussen
gegeven. Het slot was gewoonlyk. dat ter plaat
se een Korenbond werd opgericht en ik greep
de gelegenheid aan om tevens donateurs of be
gunstigere te werven voor de op te richten
school.
In 1924 zagen we. dat we in 1925 konden be
ginnen. -Toen is die Stichting tot stand geko
men."
- ommige heiligen worden vergeten, nadat
ze gedurende langen tyd door groote me-
K-J nlgten vereerd zyn. Ze beantwoorden niet
meer in dezelfde mate, zoo schynt het, aan de
nooden der menschheid, die zich andere idea
len koos en andere voorbeelden voor oogen wil
zien. De heilige Aegidius, in onze Zuiderprovin-
cles bete» bekend als Sint Gilles, was een der
noodhelpers in de middeleeuwen, maar in den
nleuwsten tyd hoort men weinig meer over
hem, hoewel hy nog hier en daar in Vlaanderen
en in Noord-Frankryk de patroon van een pa
rochie is. Er bestaat een tooneelstuk over zyn
leven, door den bekenden Henri Ghëon, maar
het is moeilyk op te voeren en dus weinig be
kend. Verder is er in de laatste jaren weinig
over Sint Aegidius geschreven. Hoe komt het
toch, dat hy zoo op den achtergrond is geraakt,
deze patroon van de goede biecht? Het heeft,
dunkt ons, een dubbele reden. Ten eerste is de
helligenvereerlng na de middeleeuwen veel wte-
tenschappeiyker geworden, dank zy vooral den
arbeid van de Bollandisten. Figuren, waarom
trent we maar heel weinig met historische
zekerheid weten, genieten sedertdien niet meer
dezelfde voorkeur als in de meer jx>ëtische
maar minder wetenschappelyke middeleeuwen.
Hiermee hangt nog iets samen. Na het concilie
van Trente legde men by de prediking sterk
den nadruk op de navolging van het voorbeeld,
dat de heiligen gavjpn, zoodat vanzelf meer
aandacht werd geschonken aan die heiligen.
Wier deugden uit betrouwbare documenten be
kend waren. De argelooze middeleeuwers zoch
ten in de- helligenvereerlng vaker het andere
element, dat wy misschien wel eens te veel ver-
wfaarloozen. Zy zagen nameiyk in het leven van
den heilige op de allereerste plaats het werk
Gods. Wy zien meer dan zy het aandeel, dat
de mensch zelf bijdraagt door mede te werken
met de genade. Dit verschil van accent brengt
mee, dat onze vereering over het algemeen
lichter uitgaat naar heiligen, die we navolgen
kunnen, en dat we minder waarde hechten aan
de ietwat legendarische, maar niettemin stich-
teiyke wonderverhalen, waardoor God in zyn
heiligen verheerlykt werd.
Zhlk een verhaal nu is hetgeen bekend bleef
omtrent den heiligen Aegidius. Men behoeft het
niet allemaal te gelooven. Door de mondelinge
overlevering is het waarschyniyk wel mooier en
vooral wonderiyker gemaakt dan het in werke-
lykheld geweest is. Geschiedenis te scheiden
van verbeelding valt niet altyd makkeluk,
wanneer de betrouwbare documenten ontbre
ken, maar ook de fantastische legende behoort
tot de geschiedenis. Is het niet wtaarachtlg ge
beurd, dan heeft men toch rekening te houden
met het feit, dat het waarachtig verteld is.
Vooraoover het verhaal ons dus in het onze
kere laat over den persoon van den vereerde,
verschaft het ons Inlichtingen omtrent de per
sonen' van de vereerders. En dan is het toch
opmerkeiyk, dat Sint Aegidius altyd werd te
hulp geroepen door degenen, die hun biecht
gingen spreken. Hy is de voorspraak van de
biechtelingen. Wisten ze wel, dat ze nog altyd
een patroon hadden?
Ziehier het leven van Sint Aegidius, zooals
het vanouds verteld wordt en zooals het ook
in rijke tafereelen afgebeeld staat in de Sint
Severipus-kerk te Boppard aan den Ryn:
Omstreeks het jaar 640 werd Aegidius te
Athene geboren uit vrome ouders, die hem een
goede opvoeding gaven. Van jongsaf godvruch
tig, voelde hy zich aangetrokken tot de een
zaamheid. Hy droomde ervan, kluizenaar te
worden in de woestyn, doch zyn ouders hiel
den den jeugdigen knaap by zich. Ze lieten hem
ongaarne vertrekken. Na hun dood echter
Aegidius was toen «05 jaar verdeelde hy hun
erfenis onder de armen van de stad enging
scheep op de eerste de beste boot, die gereed
lag. Ze bracht hem naar Zuld-Frankrijk, onder
de* Galliërs. Hy landde te Marseille, doch daar
het zyn bedoeling was, zich terug te trekken
uit de omgeving der menschen, begaf hy zich
landinwaarts als een zwervend bedelaar. Eeni-
gen tyd verbleef hy te Artes, toen trok hy de
Rhone over en volgde den stroom van een zy-
riviertje, de Gard, aan welks boorden hy een
eenzame grot hoopte te vinden.
Hier ontmoette hy Veredemus, een kluizenaar
van hoogen leeftyd, die sedert meer dan dertig
jaren eenzaam geleefd had, al zyn gedachten
wydende aan God en de goddelyke dingen.
Eerbiedig begroette hy den ouden man. en hy
maakte hem zyn verlangen naar de eenzaam
heid bekend. Maar de ervaren kluizenaar, zien
de hoe jong Aegidius nog was, deelde hem
mede wat hy in zyn eenzaam leven ondervon
den had en waarschuwde hem tegen de ver-
schrikkeiyke beproevingen, die hem wachtten.
Eenige dagen alleen zyn, dit verdraagt de men-
schelyke wilskracht, maar als het maanden en
jaren worden, dan moet de genade te hulp
komen. Men kan wat bezigheid zoeken, doch
daar de ware kluizenaar geen omgang met
menschen wenscht, verliezen de meeste bezig
heden hun zin. Slechts de concentratie van de
gedachte doet den tyd vergeten. Lange, harde
oefening is noodig om dezen staat van geeste
lijk leven te bereiken. Daarom hield Veredemus
den Jeugdigen Aegidius by zich en leerde hem
den eenzamen weg naar den inneriyken vrede
Toen zyn leermeester gestorven was, bleef
Aegidius alleen in de grot, zich voedend met
veldkruld en water.
Maar in de wereld raasde de verwildering, die
stómmen opzette tegen stammen; de zevende
eeuw was een wreede eeuw. Volk, uit zyn neder
zettingen verjaagd, zocht een schuilplaats in
de bosschen en leefde er, zooals de beesten
leven. Onder de priesters heerschte een schan-
deiyk zedenbederf. Herhaaldeiyk drongen strij
dende horden den stroom langs. Soms gebeur
de het ook dat vrome menigten den kluizenaar
wtilden bewegen, zyn eenzaamheid te verlaten
en zich aan hun hoofd te scharen, hetzfj vooi
een pelgrimstocht, hetzy voor het vormen eener
godsdienstige gemeenschap. Aegidius voelde zich
nog te dicht by de wereld, hy liet de beek ach
ter zich en trok dieper het woeste gebergte in
tot by de bronnen van de Rhone, waar hy een
hol vond, welks ingang door doornige braam
struiken afgesloten werd. Deze vluchtplaats van
beren en wolven koos hy zich tot woning, om
•r den grooten strijd te strijden van den een-
overweging
den