De avonturen van Prof je en Struis je s w^Aaal van den da^ 1 M TWEE NICHTEN EN TWEE NEVEN t ONDERWIJSPROBLEEM DINSDAG 21 SEPTEMBER 1937 Zorg voor de christelijke scholen I Fooièti voor politie* agenten De Wallische Alpen ENCELSCH I NAAR HET REINIGT ALLES maar beast nooit Hier kent men geen genade, wan neer het om het kostbare water gaat Waarom zij niet kwam I mwj aangifte hokt, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uit er lijk drie maal vier en twintig uur na het ongeval 1 en en h Erger nog: een het hier suggereert. Het „gevaar” dat de niet-confessioneele te wilde ze HOOFDSTUK VHI (Wordt vervolgd.) „The Orange” gebracht had. c ÜOOt* schreit ver- ,Kan je niet een eindje op je roet loopen, struiken door, het dogkarretje, dat haar naar Charlie?” schrijft de besturen van hulst, bergte Al deze verwijten streek» tegen de Christelijke ren. dat ge en afkeu- iterover op het wankelen Al haar gekrenkten trots vergetend, knielde se naast Charlie en sloot het snikkende kind in de armen. „Huil nu maar niet zoo, vent! Vandaag zal ik nog niet gaan.” „En morgen ook niet; en overmorgen niet en, o» nog in héél, héél veel dagen niet! Beloof je dat?" Krampachtig hield hy de handjes in de hare gesloten. Ze drukte een kus op het verwarde haar. „Ik beloof het je!" Rorke zei niets meer verroerde zich niet eens maar toen zij opstond, nog altijd met Charlie in de armen, ging hy naar de deur én hield die voor haar open, met het handvat van «un ryzweep. Beschuldigingen aan het adres der Londensche bobbies De bijzondere scholen de Protestantsch Christelijke met name, want katholieke vallen voor niet-confessioneele ouders ten eenen male buiten beschouwing de bij zondere scholen moeten echter weten wat ze beginnen. Zij halen het paard van Troje in hun veste. Profje keek eerst nog eens in zyn boekje de afstanden en richtingen na en zei toen, dat Struisje zulke groote stappen moest ne men als hy kon, doch niet te hard mocht loopen, daar ze nog een heelen dag voor hen hadden. Waarschuwend heft de .Avondpost” den Vinger op. Zij heeft sommige Anti-Revo- lutionnalre bladen zien wijzen op het ge vaar: richten zich recht- schoolbestu- De Engelsche politie heeft een voortreffeiyken naam. Om de zooveel jaren doet zich evenwel een of ander schandaal voor. Dan worden er een paar hoogere en lagere beambten ontslagen, waarna de politie weer voortgaat een goeden naam te hebben. ZU «tankt dit aan de perio dieke schandalen. Niemand gelooft dat zich In een corps van vele tienduizenden mannen niet eenigen bevinden die daarin niet thuis hooren. Hoort men nooit van eenig schandaal, hebben nooit min of meer opzienbarende disciplinaire maatregelen plaats, dan gaat het publiek niet denken dat het corps onberispelijk en boven „Men moet het betreuren, dat ook de pro- testantach-confessloneele scholen langzamer hand bevolkt zjjn geraakt met een gemêleerd publiek, waarin geen geestelijke binding meer aanwezig la.” Profje nam hem dan ook gauw de krant af, want de menschen zaten Struisje uit te lachen, en begon zelf nog even te lezen. Wel dra was echter het eindpunt bereikt en de conducteur zei dit aan Profje. leeggeplunderd onderwijs. Dit scholen óók in moeilijkheden brengen, mee nen zij. Want dat op deze Instellingen uit sluitend kinderen van confessloneele ouders Kitten, dat wil er bij hen niet in. Heel graag erkennen zij, dat niet-confes sioneele ouders goede gronden hebben om hun kinderen uit de openbare school te houden. Het is niet zelden gebeurd, .Avondpost”, dat hoofden en bijzondere scheden voor hun inrichting pro paganda maakten onder andersdenkenden, teneinde het leerlingen-aantal op te drijven en zelfs kwam het voor, dat het hoofd van een bijzondere school kinderen van zulke ouders vergunde, om by bjjbelsch onderricht afwezig te zjjn, wat toch alles-behalve prin cipieel moet worden genoemd. In leder ge val maakte het altijd den indruk, dat dia leerlingen op de protestantache bijzondere school welkom waren. Turkije werd eenmaal geregeerd door de „bakslsj”, de fooi, ten slotte ging het er aan ten onder. De fooi bevat de kiem der om- koopery. tegen aanranders der aloude rechten strengs straffen elschen. Hier kent men geen genade, wanneer het om het kostbare water gaat. Het gaat Immers om het leven. Het gaat om den oogst, om de akkers, om de tuinen. Vele bewoners der kleine dorpen in de Wal- lls-Alpen hebben zich by de overheid als vrij willigers, bewakers van het kostbare water, op gegeven. Ieder zorgt dat de waterloop normaal biyft. Men heeft ook signalen uitgedacht, wel ke worden gebruikt by diefstal of wanneer er een lek in de leiding is gestooten. Klinkt een dergeiyk signaal door de stilte, dan trekken de wakers er op uit. Heeft men een dief ont dekt, die de duisternis van den nacht heeft benut om water voor zyn akkers te stelen, dan staat hy reeds den volgenden morgen voor het gerecht, om verantwoording af te leggen. Een kort proces begint en de waterdlef ondergaat na afloop zyn gerechte straf. Het water in de Wallis-Alpen is wél duur Sinds eenigen tijd komen in de gletscher- streken geleerden te zamen, om het water te onderzoeken. Men weet, dat het gletscherwater z.g. zwaar water is, dat deslnfzeteervnd is. Van daar, dat de WaTIlser boeren nogal wantrou wend staan tegenover de vreemde geleerden, omdat men vreest, dat hun apparaten het wa ter ondrinkbaar zullen maken. De bodem heeft den boeren nooit veel gegeven en wanneer het water van de gletschers nu eens van minder gehalte zou worden, zou er voor deze lieden niets anders opzitten, dan hun huisraad te pak ken en zich elders te vestigen. Het is dus wel begrypeiyk, dat men bevreesd is, dat de vreem delingen het water zullen bederven. Zwaar of licht volgens het atoomgewlcht voor de Walliser boeren is water een kostbaar vocht, waarvoor men zelfs zyn leven veil heeft. Dit getuigen wel de eenvoudige kruisjes, die men in de Wallls-Aipen by tientallen aantreft. Op die plaatsen vielen menschen, als slachtoffers van hun plicht Zij vonden den dood, meestal by reparaties aan de waterleidingen. De Walli ser boeren willen ook niet van een moderni- seering der waterleiding hooren. zy schuwen de vreemde ingenieurs, die hen willen overhalen wat meer modem te werk te gaan. Men biyft het liefst by de methoden welke reeds voor eeuwen werden gebruikt en men stoort zich niet aan den vreemdeling. Laat ons het kind maar precies by den naam noemen, schreef onlangs de .Avond post”. De bezwaren van die ouders golden voomamelyk het feit, dat er op de open bare school zooveel „roode”. zooveel socialis tische onderwijzers zyn en het was met name de actie dezer onderwyzers bulten de school, die vele ouders „kopschuw” maakte, hun kinderen aan hen toe te vertrouwen. Ook zou het voorkomen dat Clty-garagehou- ders 's avonds bezoek ontvangen van den wacht- hebbenden politieman, die hun mededeelt dat hy in den loop van den dag zooveel auto's naar de garage gezonden heeft. Hy verwacht dan voor elk dier auto's een fooi. Weigert de garage houder zich aldus te laten omkoopen, dan weet hy zeer goed dat deze politieagent, wanneer iemand hem naar een garage vraagt, steeds een andere dan de zyne zal opgeven. Het tekort aan garages en parkeerplaatsen te Londen, en vooral in de City, en de buiten sporige tarieven van vele garages zyn oorzaak dat de bestuurders van auto's in hooge mate af- hankeiyk worden van de hulp der politie. Er zyn er natuuriyk onder hen velen die hopen door 't aanbieden van een fooi Jets gedaan te kunnen krygen”. Corruptie van dien aard be gint zelden met het elschen, maar met het aan bieden van fooien. De grondoorzaak van het kwaad moet gezocht worden by de overheden, die in gebreke gebleven zyn voor eenigszlns afdoende parkeergelegenheid te zorgen, en aldus den weg tot onregelmatigheden geopend hebben Ons Is het bekend, dat in sommige andere steden; zooals Manchester, vele zakenmenschen hun auto's in de buurt hunner kantoren, meestal in een stille straat, laten staan, en dan gemid deld eenmaal per maand bekeurd worden. De boete Is dan veel lager dan wat zy in een maand Maar m'n brein en dreef me naar 't kantoor van den directeur. Zeer waarschyniyk had hy haar zelf ontslagen. De deur viel met een harden slag achter me dicht, en de blik, waarmee hy me aankeek, kal meerde me een beetje. „Neem me niet kwaiyk, mynheer,” begon Ik op onzekeren toon, „maar er is iets gebeurd; er moet iets gebeurd zyn. zy.zy is er nog niet.” „Zoo." zei hy, „en?” Voordat ik het zelf wist, waren de woorden al over m’n lippen: „Heeft u haar ontslagen?” Hy hief z'n hoofd naar me op en z*n heldere, gryze oogen keken me doordringend aan. „Ja!” riep hy met z’n zware stem, „Ja, Ik heb haar ontslagen! Dat heb Ik gedaan, omdat jy er den moed voor miste.” Een gevoel van haat en Woede steeg in mi) op; met moeite kon Ik me inhouden en vroeg stotterend „Maar... dat.... in 'shemelsnaam gedaan?” .Dat zal ik Je zeggen. Omdat ik begreep, dat ik dat hulpelooze schepseltje niet alleen door het leven kon laten gaan, omdat zy steun en hulp nootUg had, en om haar dit alles te kunnen geven, beft Ik vanmorgen met haar getrouwd. Over een paar uur gaan we op onze huweiyks- rels. Neem dus de leiding der zaken In de eer ste weken van my over. En ga nu aan Je werk; ik heb nog een en ander voor ons vertrek te doen." Wat de .Avondpost” dat er schoolbesturen zijn, die de kinderen vrijstellen van het godsdienstonderwijs, kAn eenvoudig niet waar zijn. Dat mag een schoolbestuur niet. Alleen van licha melijke oefeningen mag het vrijstelling verleenen op verzoek van een medicus maar dat geldt voor geen enkel ander vak van den lesrooster. Behoudens het geval, dat in de betreffende plaats geen openbare school is gevestigd. Doch dat blijven uit zonderingen. Met zóó grove zieltjesvange- rlj als de .Avondpost” schildert kunnen en mogen de christelijke scholen zich niet op houden. 4 Voor het paleis van Justitie in Hasselt vervaardigde de jonge beeldhouwer J. Boedts drie fraaie beelden, die de wet, de gerechtigheid en de kracht voorstellen. ouders een ongewenschten Invloed zullen uitoefenen In de vergaderingen van de schoolvereenlglng heeft ook weinig te be ttekenen. Die Invloed hangt heelemaal af van de statuten der betrokken vereenlging. Levert een groep niet-confessioneele ouders bij de bestaande statuten een ge vaar op. dan bestaat altijd nog de moge lijkheid deze te wijzigen. Het heele ..probleem” lijkt eenigzlns op geblazen. Deed de .Avondpost” niet beter met zich af te vragen of het „probleem”, dat zij stelt, geen oplossing kan vinden aan den anderen kant, aan d?n kant van de open bare school? Zij zegt het zelf: de sterke roode Inslag In het onderwijzend perso neel heeft vele ouders kopschuw gemaakt. Hoe kwam dat? Waar kwam die sterke roode Inslag vandaan? Is de .Avondpost” vergeten, dat zij zelf meermalen de hou ding verdedigde van schoolbesturen, die een rooden onderwijzer aan de openbare school de voorkeur gaven boven een ka tholiek of protestant? .Jullie hebt je eigen scholen”, heette het dan: „Blijf dAAr maar en laat de openbare school den „openba ren onderwijzer”. En of daar onaerzyds al tegen werd Ingebracht, dat een „open baar onderwijzer” een onding is en krachtens de grondwet alle burgers lijkelijk benoembaar zUn voor een open baar ambt dat Is ook het onderwijzer schap aan een openbare school de „Avondpost” hield voet bij stuk. En nu treuren over de gevolgen! Van tweeën één: schel uit met dat on logische praten over „openbare onderwij zers” of: sticht bijzondere neutrale scho len, waar kopschuwe ouders geen vrees voor roode leerkrachten hoeven te koeste ren. Kom met ons mee in het schuitje: bijzonder onderwijs regel; openbaar onder wijs uitzondering! „Niet alleen, dat vele kinderen uit gezin nen waar Bybel noch godsdienst In eere Is een plaats vinden op de christeiyke school, ook de ouders worden lid van de schoolver eenlglng en oefenen daar soms een zeer merkwaardlgen invloed uit.” „Volksontwikkeling", een blad, dat zich anders nooit één woord van zorg voor de bijzondere school verwaardigde, heete krokodillentranen over deze wording: derde my, dat ik nog niet In het hol leeuw was geroepen om de gewone portie drachten en standjes in ont vangst te nemen. De uren gingen voorby en het Jonge meisje, on ze typiste, dat er al lang had moe ten zyn. kwam maar niet opdagen. Een invallende gedachte doorflitste eensklaps Ze ging nog een paar passen verder over de brug. maar hoorde hem schreeuwen: „TerugI Terug! Hoe komt u er by, om die bouwvallige brug te vertrouwen?" „Is die dan niet veilig?" „Vèillg? Het hout is geheel vergaan. Ziet u dit dan niet? Er heeft een bordje naast gestaan, om de menschen te waarschuwen voor het ge vaar, maar door den storm van vannacht zal het omgewaaid zyn.” .Maar. „Terug! We kunnen dit alles bespreken, als u veilig op den oever staat.” °P <feB-W» jaCJta.OTCrfc»Bt Wl Win. - - „Maarsou Charlie er dan-niet over kunnen? Hy heeft zyn voet bezeerd en ik zou graag heb ben, dat u hem naar huls reed. Hy is toch imaar licht!" Daar ligt eigenlijk ,,des Pudels Kern”. Wat malen de voorstanders van de open bare school cm het christelijk karakter der bijzondere? Zij zoeken alleen maar ar gumenten om de christelijke school van de niet-confessioneele kinderen af te hou den wanneer het niet lukt om de niet- confessioneele kinderen van de bijzondere school Af te houden I Ze stapten beiden uit, nadat Struisje eerst nog den hoed van Profje beleefd voor den conducteur had afgenomen. En het tweetal stapte weg. Struisje vroeg aan Profje hoe hard hy moest loopen. bij verlies van een hand, een voet ek een oog tyds aan garagegeld zouden kwyt zyn. van omkoopery is hierbij geen sprake. Door gebrek aan parkeerplaatsen is in de groote steden 't aantal auto’s dat „onwettig" op straat staat, zóó aanzleniyk, dat de politie er onmogeiyk het oog op houden kan. Deed zy dit wel, dan zou de automobielindustrie hiervan reeds zeer spoedig de nadeellge gevolgen onder vinden, en zy Is een zeer machtige factor in het economische leven, en wordt zonder cor ruptie en zonder fooien ontzien door de hoogsten in den lande! Een heelen tyd bleven ze zoo zwygend naast elkaar zitten, tot de stilte haast benauwend werd en zy vroeg: .Moet ik u nu bedanken, dat u my het leven hebt gered?" „Neen, zeker niet, dat hoeft u niet te doen én als het u onaangenaam is, te voelen, dat u aan my het leven te danken heeft, dan is u niet eens verplicht, dit te dénken.” .Maar Is het dan zoo?” Was het water diep genoeg, dat ik anders verdronken zou zyn?" „Er zyn heel wat menschen verdronken. Géén plek aan de rivier heeft een slechteren naam!" ,Maar Ik kan zwemmen." .Anderen, die verdronken zyn by „The Step". zooals ze die plek noemen konden óók zwemmen. De stroom daar is snel en verraderiyk en er zyn heel wat ongelukken gebeurd. Eigen aardig is het ook, dat geen poging, om de rivier op dat punt te overbruggen, ooit geslaagd Is; d.w.z. voor eenigen tyd dan. De tegenwoor dige brug is niet heel oud en u ziet: ze Is nu al byna vergaan. Ik geloof, dat ze zeggen, dat er een vloek rust op die plek. U kunt de geschie denis daarvan lezen in onze locale gids." „Hoe Interessant! Gelooft u er aan?" ,Jn den vloek niet Er zal wel een natuuriyk» oorzaak bestaan.” Gedurende de rest van den rit heerschte er een onverbroken zwygen. an tyd tot tyd hoort men uW de Wal lische Alpen van een doodeiyk ongeval, voorgekomen by het watertransport, of men leest van een gerechtsverhandeling we gens waterdlefstal. Alles schypt in deze Alpenwereld om water te draaien. Alles schynt In de Wallische Alpen van het water af te hangen. Wanneer men deze stille, schoone en toch weer zoo harde wereld doorkruist, dan begrypt men. waarom men hier het water als het kost baarste goed beschouwt. Nergens In Europa vindt men zulk ’n groote droogte als juist in het Wallis-gebergte. De bodem die dun ne, magere bodem die op de steenen ligt, Janle stond stil. Als Rorke haar nu soms helpen wilde, zou dit een uitkomst zyn. Hy kon toch moeiyk weigeren, zyn broertje naar huls te ryden. Het was nu de vraag, of de llchameiyke verlichting, die zyn bystand zou schenken, opwoog tegen de vernedering van het te vragen. Neen, dit vond zy toch eigeniyk niet. Gedu rende een week waren die twee nu al op vyan- dlgen voet. Als zy Rorke ontmoette In het huis, of In den tuin, dan had ze hem totaal ge negeerd. Zonder eenlge* vriendschappeiyke toe nadering te toonen, was hy toch wel wat be leefder geworden In zyn houding tegenover haar. Maar hy had haar té zeer beleedigd. Of hy nu een neef was, of gé*n neef, se wilde niets meer met hem te maken hebben! „Ik zou er m||n hond nog niet op vertrouwen! Wilt u het kind dan dood Hebben?" Met een zucht van verlichting keerde Janle zich om en liep terug. Toen zy weer op den oever stond, riep hy: „Moet u het kind dragen? Kan hy dan niet loopen?" „zyn voet doet hem zoo'n pyn; daarom wilde Ik er hem over dragen; dat u hem zon meenemen." Charlie klemde zich steeds krampachtiger aan haar vast. „Is u van plan, hem heel den weg naar huis te dragen?” „Ik moet wel, als u my niet de brug laat oversteken.” „Neen, dat wil ik zeker niet. Ik heb geen lust, om uw dood op myn geweten te hebben. Een zeventig meter verder op Is er een doorwaadbare plaats. Als u het kind zoo ver dragen kunt, zal Ik het komen halen." Dit was ook verreweg het beste, wat er in de gegeven omstandigheden kon gedaan worden en Janle verzette zich hier niet tegen, maar Char lie wél. Toen ze de plaats bereikte, die Rorke bedoeld had, kwam de Jonge man er doorgewaad, maar het kind fluisterde haar in: „O. Janie, laat my toch niet gaan! Draag my liever zélf. Ik zAl niet zwaar zyn. Ik zal my licht houden; of ik wil zelfs wel loopen. Toe, Janle, Janle!” „Wat heeft het kind toch?” vroeg Rorke ongeduldig. .Denkt hy, dat Ik hem pyn aal doen?" „Hy is heel licht verschrikt." „Ik kan niet, Janle. Hy buigt door, als ik er even op sta.” Het was het kind aan te zien, dat hy erge pyn had en hy deed toen zóó zyn best, om niet te hullen; Janle keek ook niet vroolyk; deels uit sympathie, deels uit zorg. Ze waren een eind verder gegaan, dan het oorspronkelyk haar be doeling was en het werd al laat. Het was warm en vochtig In de lucht na een week van aanhoudenden regen. Charlie was licht maar tóch om hem nu over de weide, over de oude steenen brug en over den onbe- schaduwden weg naar „The Grange” te dragen, op het heetst van den dag dit was wel wat véél gevergd. Janle stond aan den oever van de rivier en keek weifelend naar den gezwollen, bruisenden stroom en het bouwvallige bruggetje, dat dien overspande. Hoe meer ze er naar keek, hoe minder het haar beviel; maar als ze er gebruik van maakte, dan zou dit den weg naar huls wonderwel verkorten. Een glimlach verhelderde weer haar Hef gezichtje en hoopvol zei ze: „Het ding is nu wel niet zoo stevig als de Londensche Brug over de Theems, maar toch zal het ons nog wel houden. De rivier Is datp niet breed en Ik geloof, ook niet diép; en in het ergste geval kan Ik altyd nog zwemmen. Dus we zullen het er maar op wagen, Charlie!” Maar toen ze al met den eenen voet op de wiebelende' plank van de brug stond, hoorde ze l i ATT T7 A 011 J?**1 Ingevolge de veraekenngsvoorwaarden tegen p 7^0 b« levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 b|J een ongeval met P /A I «I «F- zAJDvxl w 1 w O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen «AVa verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen vV« doodelljken afloop aéWa alle verdenking verheven is, maar dat al wat ondeugdeiyk is, In den „doofpot” gedaan wordt. En het corps verliest zyn reputatie. Er is thans opnieuw sprake van een polltle- schandaal te Londen. De vraag of politiebeambten zich wel eens laten verleiden tot het aannemen van fooien, is van zeer teederen aard. De gemiddelde Lon densche agent Is zeker voor zulk een verlei ding immuun, maar even zeker bestaan er uit zonderingen. Zoo de gelegenheid den dief maakt, zy maakt ook den fooienjager, en indien een fooien jager een amtenaar is, dan stelt hy zich bloot aan het gevaar van corruptie. Sir H. Tumbull. commissaris der Londensche Citypolltle, zal waarschyhiyk een onderzoek In stellen naar aanleiding van klachten, door Clty- mannen, Ingediend tegen sommige politie agenten. Deze klachten houden alle verband met het parkeeren van auto’s. De gelegenheid welke In dit geval den corrup- ten agent zou maken, is.... het gebrek aan ge legenheid tot het parkeeren van auto's In de City, welke, met haar nauwe en overvolle straten, volstrekt niet beantwoordt aan de elschen van onzen door automobilisme gekenmerkten tyd. Volgens een der aantyglngen zou een auto mobilist, door betaling van een vast wekelyksch bedrag aan den wachthebbenden agent in zekere wyken der City van dezen verlof krygen zyn auto uren lang op straat te laten staan zonder eenlge kans op bekeuring. Sommige politieagenten zouden er een lyst van Automoblel-klanten” op na houden, en op geregelde tyden him fooien ophalen als be- loonlng voor hun toestemming auto's uren lang op straat te laten staan. Verder wordt beweerd, dat als een automobilist weigert aldus ..schat- ting” te betalen, hy in t byzonder voor bekeu ringen uitgepikt wordt. maar.... maar waarom heeft u aak, dat Je van d'r afkomt! Ontsla die Juffrouw!” M'n directeur zei het met klem een soort van minachting tegeiyk. „Ontsla haar, zeg ik je!” herhaalde hy, ging achter z'n eikenhouten bureau zitten. Het bevel leek inderdaad eenvoudig genoeg, ofschoon het voorwerp van z’n verbolgenheid een alleraardigst Jong meisje was, dat ik als chef van het groote kantoor, eenlge dagen ge leden als stenotypiste in dienst had genomen. Achter z'n bureau gezeten, mompelde de di recteur nog eenlge allesbehalve vleiende woor den aan het adres der nieuwe typiste. Ik wacht te tot hy uitgemompeld was, en vroeg: „Voldoet ze u dan niet, mynheer?” „Voldoen?” riep hy, woedend, „Voldoen? Maar man. vind jy soms dat iemand voldoet, als je vyf en veertig verkeerd overgeschreven woorden in een dictaat van zestig woorden vindt? Een uitstekende typiste, eenig in haar soort, dat moet ik zeggen! Hoe hééft zoo iemand nog de brutaliteit om te solliciteeren „Men heeft my haar toch warm aanbevolen,” bracht ik in het midden. .Aanbevolen of niet.” .foeterde hy. ,4» kent er niets van. Ontsla haar dus zoo gauw tnoge- lyk.” M'n directeur gaf met een kort en krachtig gebaar te kennen, dat ons onderhoud geëindigd was. Ik verliet het privé-kantoor en ging aan m’n werk. Onze stenotypiste, een allerliefste blondine met prachtige blauwe vergeet-my-nlet oogen. hief haar onschuldiger! blik vragend naar my op. Op hetzelfde oogenblik klonk' het driftige gebel van den directeur, dat haar, gewapend met bloc-note en potlood, by hem riep. By de deur gekomen keerde de typiste haar hoofd om en keek me met een beteekenlsvollen blik aan Op dit oogenblik Was ik er my van bewust, dat ik het bevel van myn patroon: haar te ont slaan, onmogeiyk ten uitvoer zou kunnen bren gen. Ik miste ten eenenmale den moed, om het lieve meisje onbeschermd de wereld in te zenden. Even dacht ik na en kwam, toen tot een geniaal besluit, tevens, naar het me voorkwam, een afdoende oplossing. Ik zou haar ten huweiyk vragen en met haar trouwen. Vervuld van dit schitterend voornemen ging ik aan m’n werk. Zoo gingen 14 dagen voorby, waarin ik in de ochtenduren vry geregeld door den directeur Intusschen nam hy Charlie van haar over, Janie in het geheel niet geneigd, om te praten, zette hem op den anderen oever in het gras en keek toen naar haar. „Hoe moet het nu met Is u van plan, den weg door het veld te volgen, of zal ik u ook overdragen?" De geest van verzet in Janle was gewekt en vol waardigheid antwoordde zy: „Ik loop liever." „Zoo u wilt, natuuriyk.” „O, ga toch niet weg. Janle! Ga met my mee! Toe, llève, llève Janle!” zyn broer keek met verwonde: ring naar hem, terwyi hy zich het gras liet vallen. Maar Janle s besluit was aan gebracht. „Denkt u, dat.... u.... my’erg zwaar zou vinden, als u my, net als Charlie, overdroeg?” vroeg ze langzaam. „Ik denk, dat het best zal gaan.”* Ér volgde weer een pauze. „Het is zaak, om maar zoo gauw mogelyk thuis te komen, is t niet?” vroeg zy met een lichte huivering. „Ja, dat geloof ik ook.” Meer hoefde zy niet te zeggen; hy waadde andermaal door de rivier, terwyi het water tegen zyn leeren slobkousen spatte, en pakte haar op. Een aller-onaangenaamste gewaarwording vond zy dit; maar wat was hy sterk! Hy droeg haar met een gemak, of zy zoo licht was als Charlie! Men ziet graag kracht in een man! Toen hy haar voorzichtig op den oever neer zette en haar In het dogkarretje hielp, was achter z'n eikenhouten bureau, dan voor de eene, dan weer voor de andere zaak, werd aan geblaft. Een gevoel van ellende maakte zich van my meester. Ik besloot er een einde aan te maken door m’n voorgenomen huwelijks»enwxk te doen. Ik zat voor m’n bureau en wachtte op haar komst. Reed» zat ik er een uur en het verwon derde my, dat ik nog niet in het hol van den op schreeuwt voortdurend om water.' Reeds ten tyde van de oude Romeinen heeft men in de Wallische Alpen waterwerken ge bouwd, op welker resten men thans nog hier en daar stoot, voor zoover zy voor de moderne leidingen van geen nut meer zyn. Later kwam men er toe, het land met hooge waterleidin gen te doorklieven. De reden van deze hoog gelegen waterleidingen was, dat men geen druppel water, dat van het gebergte komt, ver loren wil laten gaan. En wat voor soort water is het, die men zoo zorgvuldig opvangt? Gletscherwater. De zon laat haar stralen heet en gloeiendop «ie witte bergmassa's vallen. Op zulke warme da gen zetten de menschen reusachtige waterbak ken aan den voet van het gebergte. Op som mige plaatsen zet men de bakken 100 A 200 meter hoog neer en op enkele plaatsen, waar het water, hoe meer het naar beneden komt, verlorengaat in den bodem, plaatst men de bakken op honderden meters boven den zee spiegel. Vele kilometers ver stort het water zich dan. via de bakken, naar de kunstleiding in het dal, waar het meerendeel der bewoners Warmte beteekent voor het Wallis-ge- geen droogte. Integendeel. De warmte 1 brengt het frissche water naar omlaag, dat by aankomst in het dal heeriyk koel smaakt. Daarby komt het er slechts op aan, dat de genen, die het water, dat niet in de leidin gen kan komen, naar beneden sleepefi, niets van het kostbare vocht verliezen. De buisleidingen dlkwyis slechts uitgeholde boomststmmen, kunstig aan elkaar verbonden worden voort durend gecontroleerd. De boeren, die met de contróle belast zyn, de akkerbouwers, die hen helpen, stellen vaak hun leven In gevaar, wan neer een der leidingen dient te worden gere pareerd. Doch de kunst van klimmen verstaat men in de Wallls-Aipen als nergens anders in Midden-Europa. Toch komen er wel ongeluk ken voor, meestal door de gladheid van het berggesteente. In de geheele Wallls-Aipen bestaan strenge wetten, welke de waterrechten beschermen en die tegen waterdieven e^- vernielers, alsmede „dat de toevloed van leerlingen uit on godsdienstige gezinnen zoo groot is, dat er voor het minste op de speelplaats een gods dienstig- vyandig milieu ontstaat". a angenaam vinden de voorstanders ZX van de openbare school het allesbe halve. dat hun troetelkind den laat- sten tijd zoo in de verdrukking raakt, zoo wordt door het bijzonder moet toch de bijzondere

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1937 | | pagina 10