De avonturen van Prof je en Struis je
s
w^Aaal van den da^
1
M
TWEE NICHTEN
EN TWEE NEVEN
t
ONDERWIJSPROBLEEM
DINSDAG 21 SEPTEMBER 1937
Zorg voor de christelijke
scholen
I
Fooièti voor politie*
agenten
De Wallische Alpen
ENCELSCH I
NAAR HET
REINIGT ALLES
maar beast
nooit
Hier kent men geen genade, wan
neer het om het kostbare
water gaat
Waarom zij
niet kwam I
mwj
aangifte hokt, op straffe van verlies van alle rechten, geschieden uit er lijk drie maal vier en twintig uur na het ongeval
1
en
en
h
Erger nog:
een
het
hier suggereert.
Het „gevaar” dat de niet-confessioneele
te
wilde
ze
HOOFDSTUK VHI
(Wordt vervolgd.)
„The Orange” gebracht had.
c ÜOOt*
schreit
ver-
,Kan je niet een eindje op je roet loopen, struiken door, het dogkarretje, dat haar naar
Charlie?”
schrijft de
besturen van
hulst,
bergte
Al deze verwijten
streek» tegen de Christelijke
ren.
dat
ge
en afkeu-
iterover op
het wankelen
Al haar gekrenkten trots vergetend, knielde
se naast Charlie en sloot het snikkende kind
in de armen.
„Huil nu maar niet zoo, vent! Vandaag zal
ik nog niet gaan.”
„En morgen ook niet; en overmorgen niet
en, o» nog in héél, héél veel dagen niet! Beloof
je dat?"
Krampachtig hield hy de handjes in de hare
gesloten. Ze drukte een kus op het verwarde
haar.
„Ik beloof het je!"
Rorke zei niets meer verroerde zich niet
eens maar toen zij opstond, nog altijd met
Charlie in de armen, ging hy naar de deur én
hield die voor haar open, met het handvat van
«un ryzweep.
Beschuldigingen aan het adres der
Londensche bobbies
De bijzondere scholen de Protestantsch
Christelijke met name, want katholieke
vallen voor niet-confessioneele ouders ten
eenen male buiten beschouwing de bij
zondere scholen moeten echter weten wat
ze beginnen. Zij halen het paard van Troje
in hun veste.
Profje keek eerst nog eens in zyn boekje
de afstanden en richtingen na en zei toen,
dat Struisje zulke groote stappen moest ne
men als hy kon, doch niet te hard mocht
loopen, daar ze nog een heelen dag voor hen
hadden.
Waarschuwend heft de .Avondpost” den
Vinger op. Zij heeft sommige Anti-Revo-
lutionnalre bladen zien wijzen op het ge
vaar:
richten zich recht-
schoolbestu-
De Engelsche politie heeft een voortreffeiyken
naam. Om de zooveel jaren doet zich evenwel
een of ander schandaal voor. Dan worden er
een paar hoogere en lagere beambten ontslagen,
waarna de politie weer voortgaat een goeden
naam te hebben. ZU «tankt dit aan de perio
dieke schandalen. Niemand gelooft dat zich In
een corps van vele tienduizenden mannen niet
eenigen bevinden die daarin niet thuis hooren.
Hoort men nooit van eenig schandaal, hebben
nooit min of meer opzienbarende disciplinaire
maatregelen plaats, dan gaat het publiek niet
denken dat het corps onberispelijk en boven
„Men moet het betreuren, dat ook de pro-
testantach-confessloneele scholen langzamer
hand bevolkt zjjn geraakt met een gemêleerd
publiek, waarin geen geestelijke binding meer
aanwezig la.”
Profje nam hem dan ook gauw de krant af,
want de menschen zaten Struisje uit te
lachen, en begon zelf nog even te lezen. Wel
dra was echter het eindpunt bereikt en de
conducteur zei dit aan Profje.
leeggeplunderd
onderwijs. Dit
scholen óók in moeilijkheden brengen, mee
nen zij. Want dat op deze Instellingen uit
sluitend kinderen van confessloneele ouders
Kitten, dat wil er bij hen niet in.
Heel graag erkennen zij, dat niet-confes
sioneele ouders goede gronden hebben om
hun kinderen uit de openbare school te
houden.
Het is niet zelden gebeurd,
.Avondpost”, dat hoofden en
bijzondere scheden voor hun inrichting pro
paganda maakten onder andersdenkenden,
teneinde het leerlingen-aantal op te drijven
en zelfs kwam het voor, dat het hoofd van
een bijzondere school kinderen van zulke
ouders vergunde, om by bjjbelsch onderricht
afwezig te zjjn, wat toch alles-behalve prin
cipieel moet worden genoemd. In leder ge
val maakte het altijd den indruk, dat dia
leerlingen op de protestantache bijzondere
school welkom waren.
Turkije werd eenmaal geregeerd door de
„bakslsj”, de fooi, ten slotte ging het er aan
ten onder. De fooi bevat de kiem der om-
koopery.
tegen aanranders der aloude rechten strengs
straffen elschen. Hier kent men geen genade,
wanneer het om het kostbare water gaat.
Het gaat Immers om het leven. Het gaat
om den oogst, om de akkers, om de tuinen.
Vele bewoners der kleine dorpen in de Wal-
lls-Alpen hebben zich by de overheid als vrij
willigers, bewakers van het kostbare water, op
gegeven. Ieder zorgt dat de waterloop normaal
biyft. Men heeft ook signalen uitgedacht, wel
ke worden gebruikt by diefstal of wanneer er
een lek in de leiding is gestooten. Klinkt een
dergeiyk signaal door de stilte, dan trekken
de wakers er op uit. Heeft men een dief ont
dekt, die de duisternis van den nacht heeft
benut om water voor zyn akkers te stelen, dan
staat hy reeds den volgenden morgen voor het
gerecht, om verantwoording af te leggen. Een
kort proces begint en de waterdlef ondergaat
na afloop zyn gerechte straf. Het water in de
Wallis-Alpen is wél duur
Sinds eenigen tijd komen in de gletscher-
streken geleerden te zamen, om het water te
onderzoeken. Men weet, dat het gletscherwater
z.g. zwaar water is, dat deslnfzeteervnd is. Van
daar, dat de WaTIlser boeren nogal wantrou
wend staan tegenover de vreemde geleerden,
omdat men vreest, dat hun apparaten het wa
ter ondrinkbaar zullen maken. De bodem heeft
den boeren nooit veel gegeven en wanneer het
water van de gletschers nu eens van minder
gehalte zou worden, zou er voor deze lieden
niets anders opzitten, dan hun huisraad te pak
ken en zich elders te vestigen. Het is dus wel
begrypeiyk, dat men bevreesd is, dat de vreem
delingen het water zullen bederven. Zwaar of
licht volgens het atoomgewlcht voor de
Walliser boeren is water een kostbaar vocht,
waarvoor men zelfs zyn leven veil heeft. Dit
getuigen wel de eenvoudige kruisjes, die men
in de Wallls-Aipen by tientallen aantreft. Op
die plaatsen vielen menschen, als slachtoffers
van hun plicht Zij vonden den dood, meestal
by reparaties aan de waterleidingen. De Walli
ser boeren willen ook niet van een moderni-
seering der waterleiding hooren. zy schuwen de
vreemde ingenieurs, die hen willen overhalen
wat meer modem te werk te gaan. Men biyft
het liefst by de methoden welke reeds voor
eeuwen werden gebruikt en men stoort zich
niet aan den vreemdeling.
Laat ons het kind maar precies by den
naam noemen, schreef onlangs de .Avond
post”. De bezwaren van die ouders golden
voomamelyk het feit, dat er op de open
bare school zooveel „roode”. zooveel socialis
tische onderwijzers zyn en het was met
name de actie dezer onderwyzers bulten de
school, die vele ouders „kopschuw” maakte,
hun kinderen aan hen toe te vertrouwen.
Ook zou het voorkomen dat Clty-garagehou-
ders 's avonds bezoek ontvangen van den wacht-
hebbenden politieman, die hun mededeelt dat
hy in den loop van den dag zooveel auto's naar
de garage gezonden heeft. Hy verwacht dan
voor elk dier auto's een fooi. Weigert de garage
houder zich aldus te laten omkoopen, dan weet
hy zeer goed dat deze politieagent, wanneer
iemand hem naar een garage vraagt, steeds een
andere dan de zyne zal opgeven.
Het tekort aan garages en parkeerplaatsen te
Londen, en vooral in de City, en de buiten
sporige tarieven van vele garages zyn oorzaak
dat de bestuurders van auto's in hooge mate af-
hankeiyk worden van de hulp der politie. Er
zyn er natuuriyk onder hen velen die hopen
door 't aanbieden van een fooi Jets gedaan te
kunnen krygen”. Corruptie van dien aard be
gint zelden met het elschen, maar met het aan
bieden van fooien. De grondoorzaak van het
kwaad moet gezocht worden by de overheden,
die in gebreke gebleven zyn voor eenigszlns
afdoende parkeergelegenheid te zorgen, en aldus
den weg tot onregelmatigheden geopend hebben
Ons Is het bekend, dat in sommige andere
steden; zooals Manchester, vele zakenmenschen
hun auto's in de buurt hunner kantoren, meestal
in een stille straat, laten staan, en dan gemid
deld eenmaal per maand bekeurd worden. De
boete Is dan veel lager dan wat zy in een maand
Maar
m'n brein en dreef me naar 't kantoor van den
directeur. Zeer waarschyniyk had hy haar zelf
ontslagen.
De deur viel met een harden slag achter me
dicht, en de blik, waarmee hy me aankeek, kal
meerde me een beetje.
„Neem me niet kwaiyk, mynheer,” begon Ik
op onzekeren toon, „maar er is iets gebeurd; er
moet iets gebeurd zyn. zy.zy is er nog niet.”
„Zoo." zei hy, „en?”
Voordat ik het zelf wist, waren de woorden
al over m’n lippen:
„Heeft u haar ontslagen?”
Hy hief z'n hoofd naar me op en z*n heldere,
gryze oogen keken me doordringend aan.
„Ja!” riep hy met z’n zware stem, „Ja, Ik heb
haar ontslagen! Dat heb Ik gedaan, omdat jy
er den moed voor miste.”
Een gevoel van haat en Woede steeg in mi)
op; met moeite kon Ik me inhouden en vroeg
stotterend
„Maar...
dat.... in 'shemelsnaam gedaan?”
.Dat zal ik Je zeggen. Omdat ik begreep, dat
ik dat hulpelooze schepseltje niet alleen door
het leven kon laten gaan, omdat zy steun en
hulp nootUg had, en om haar dit alles te kunnen
geven, beft Ik vanmorgen met haar getrouwd.
Over een paar uur gaan we op onze huweiyks-
rels. Neem dus de leiding der zaken In de eer
ste weken van my over. En ga nu aan Je werk;
ik heb nog een en ander voor ons vertrek te
doen."
Wat de .Avondpost”
dat er schoolbesturen zijn, die de kinderen
vrijstellen van het godsdienstonderwijs,
kAn eenvoudig niet waar zijn. Dat mag
een schoolbestuur niet. Alleen van licha
melijke oefeningen mag het vrijstelling
verleenen op verzoek van een medicus
maar dat geldt voor geen enkel ander vak
van den lesrooster. Behoudens het geval,
dat in de betreffende plaats geen openbare
school is gevestigd. Doch dat blijven uit
zonderingen. Met zóó grove zieltjesvange-
rlj als de .Avondpost” schildert kunnen en
mogen de christelijke scholen zich niet op
houden. 4
Voor het paleis van Justitie in Hasselt vervaardigde de jonge beeldhouwer
J. Boedts drie fraaie beelden, die de wet, de gerechtigheid en de kracht
voorstellen.
ouders een ongewenschten Invloed zullen
uitoefenen In de vergaderingen van de
schoolvereenlglng heeft ook weinig te be
ttekenen. Die Invloed hangt heelemaal af
van de statuten der betrokken vereenlging.
Levert een groep niet-confessioneele
ouders bij de bestaande statuten een ge
vaar op. dan bestaat altijd nog de moge
lijkheid deze te wijzigen.
Het heele ..probleem” lijkt eenigzlns op
geblazen.
Deed de .Avondpost” niet beter met zich
af te vragen of het „probleem”, dat zij
stelt, geen oplossing kan vinden aan den
anderen kant, aan d?n kant van de open
bare school? Zij zegt het zelf: de sterke
roode Inslag In het onderwijzend perso
neel heeft vele ouders kopschuw gemaakt.
Hoe kwam dat? Waar kwam die sterke
roode Inslag vandaan? Is de .Avondpost”
vergeten, dat zij zelf meermalen de hou
ding verdedigde van schoolbesturen, die
een rooden onderwijzer aan de openbare
school de voorkeur gaven boven een ka
tholiek of protestant? .Jullie hebt je eigen
scholen”, heette het dan: „Blijf dAAr maar
en laat de openbare school den „openba
ren onderwijzer”. En of daar onaerzyds
al tegen werd Ingebracht, dat een „open
baar onderwijzer” een onding is en
krachtens de grondwet alle burgers
lijkelijk benoembaar zUn voor een open
baar ambt dat Is ook het onderwijzer
schap aan een openbare school de
„Avondpost” hield voet bij stuk. En nu
treuren over de gevolgen!
Van tweeën één: schel uit met dat on
logische praten over „openbare onderwij
zers” of: sticht bijzondere neutrale scho
len, waar kopschuwe ouders geen vrees
voor roode leerkrachten hoeven te koeste
ren. Kom met ons mee in het schuitje:
bijzonder onderwijs regel; openbaar onder
wijs uitzondering!
„Niet alleen, dat vele kinderen uit gezin
nen waar Bybel noch godsdienst In eere Is
een plaats vinden op de christeiyke school,
ook de ouders worden lid van de schoolver
eenlglng en oefenen daar soms een zeer
merkwaardlgen invloed uit.”
„Volksontwikkeling", een blad, dat zich
anders nooit één woord van zorg voor de
bijzondere school verwaardigde,
heete krokodillentranen over deze
wording:
derde my, dat ik nog niet In het hol
leeuw was geroepen om de gewone portie
drachten en
standjes in ont
vangst te nemen.
De uren gingen
voorby en het
Jonge meisje, on
ze typiste, dat er
al lang had moe
ten zyn. kwam maar niet opdagen.
Een invallende gedachte doorflitste eensklaps
Ze ging nog een paar passen verder over de
brug. maar hoorde hem schreeuwen:
„TerugI Terug! Hoe komt u er by, om die
bouwvallige brug te vertrouwen?"
„Is die dan niet veilig?"
„Vèillg? Het hout is geheel vergaan. Ziet u dit
dan niet? Er heeft een bordje naast gestaan,
om de menschen te waarschuwen voor het ge
vaar, maar door den storm van vannacht zal het
omgewaaid zyn.”
.Maar.
„Terug! We kunnen dit alles bespreken, als u
veilig op den oever staat.”
°P <feB-W» jaCJta.OTCrfc»Bt Wl Win. - - „Maarsou Charlie er dan-niet over kunnen?
Hy heeft zyn voet bezeerd en ik zou graag heb
ben, dat u hem naar huls reed. Hy is toch
imaar licht!"
Daar ligt eigenlijk ,,des Pudels Kern”.
Wat malen de voorstanders van de open
bare school cm het christelijk karakter
der bijzondere? Zij zoeken alleen maar ar
gumenten om de christelijke school van
de niet-confessioneele kinderen af te hou
den wanneer het niet lukt om de niet-
confessioneele kinderen van de bijzondere
school Af te houden I
Ze stapten beiden uit, nadat Struisje eerst
nog den hoed van Profje beleefd voor den
conducteur had afgenomen. En het tweetal
stapte weg. Struisje vroeg aan Profje hoe
hard hy moest loopen.
bij verlies van een hand,
een voet ek een oog
tyds aan garagegeld zouden kwyt zyn.
van omkoopery is hierbij geen sprake.
Door gebrek aan parkeerplaatsen is in de
groote steden 't aantal auto’s dat „onwettig" op
straat staat, zóó aanzleniyk, dat de politie er
onmogeiyk het oog op houden kan. Deed zy dit
wel, dan zou de automobielindustrie hiervan
reeds zeer spoedig de nadeellge gevolgen onder
vinden, en zy Is een zeer machtige factor in
het economische leven, en wordt zonder cor
ruptie en zonder fooien ontzien door de
hoogsten in den lande!
Een heelen tyd bleven ze zoo zwygend naast
elkaar zitten, tot de stilte haast benauwend
werd en zy vroeg:
.Moet ik u nu bedanken, dat u my het leven
hebt gered?"
„Neen, zeker niet, dat hoeft u niet te doen
én als het u onaangenaam is, te voelen,
dat u aan my het leven te danken heeft, dan is
u niet eens verplicht, dit te dénken.”
.Maar Is het dan zoo?” Was het water diep
genoeg, dat ik anders verdronken zou zyn?"
„Er zyn heel wat menschen verdronken. Géén
plek aan de rivier heeft een slechteren naam!"
,Maar Ik kan zwemmen."
.Anderen, die verdronken zyn by „The Step".
zooals ze die plek noemen konden óók
zwemmen. De stroom daar is snel en verraderiyk
en er zyn heel wat ongelukken gebeurd. Eigen
aardig is het ook, dat geen poging, om de
rivier op dat punt te overbruggen, ooit geslaagd
Is; d.w.z. voor eenigen tyd dan. De tegenwoor
dige brug is niet heel oud en u ziet: ze Is nu
al byna vergaan. Ik geloof, dat ze zeggen, dat
er een vloek rust op die plek. U kunt de geschie
denis daarvan lezen in onze locale gids."
„Hoe Interessant! Gelooft u er aan?"
,Jn den vloek niet Er zal wel een natuuriyk»
oorzaak bestaan.”
Gedurende de rest van den rit heerschte er
een onverbroken zwygen.
an tyd tot tyd hoort men uW de Wal
lische Alpen van een doodeiyk ongeval,
voorgekomen by het watertransport, of
men leest van een gerechtsverhandeling we
gens waterdlefstal.
Alles schypt in deze Alpenwereld om
water te draaien. Alles schynt In de Wallische
Alpen van het water af te hangen. Wanneer
men deze stille, schoone en toch weer zoo
harde wereld doorkruist, dan begrypt men.
waarom men hier het water als het kost
baarste goed beschouwt. Nergens In Europa
vindt men zulk ’n groote droogte als juist
in het Wallis-gebergte. De bodem die dun
ne, magere bodem die op de steenen ligt,
Janle stond stil. Als Rorke haar nu soms
helpen wilde, zou dit een uitkomst zyn. Hy kon
toch moeiyk weigeren, zyn broertje naar
huls te ryden. Het was nu de vraag, of de
llchameiyke verlichting, die zyn bystand zou
schenken, opwoog tegen de vernedering van het
te vragen.
Neen, dit vond zy toch eigeniyk niet. Gedu
rende een week waren die twee nu al op vyan-
dlgen voet. Als zy Rorke ontmoette In het
huis, of In den tuin, dan had ze hem totaal ge
negeerd. Zonder eenlge* vriendschappeiyke toe
nadering te toonen, was hy toch wel wat be
leefder geworden In zyn houding tegenover haar.
Maar hy had haar té zeer beleedigd. Of hy nu
een neef was, of gé*n neef, se wilde niets
meer met hem te maken hebben!
„Ik zou er m||n hond nog niet op vertrouwen!
Wilt u het kind dan dood Hebben?"
Met een zucht van verlichting keerde Janle
zich om en liep terug. Toen zy weer op den
oever stond, riep hy:
„Moet u het kind dragen? Kan hy dan niet
loopen?"
„zyn voet doet hem zoo'n pyn; daarom wilde
Ik er hem over dragen; dat u hem zon
meenemen."
Charlie klemde zich steeds krampachtiger aan
haar vast.
„Is u van plan, hem heel den weg naar huis
te dragen?”
„Ik moet wel, als u my niet de brug laat
oversteken.”
„Neen, dat wil ik zeker niet. Ik heb geen lust,
om uw dood op myn geweten te hebben. Een
zeventig meter verder op Is er een doorwaadbare
plaats. Als u het kind zoo ver dragen kunt, zal
Ik het komen halen."
Dit was ook verreweg het beste, wat er in de
gegeven omstandigheden kon gedaan worden en
Janle verzette zich hier niet tegen, maar Char
lie wél. Toen ze de plaats bereikte, die Rorke
bedoeld had, kwam de Jonge man er doorgewaad,
maar het kind fluisterde haar in:
„O. Janie, laat my toch niet gaan! Draag my
liever zélf. Ik zAl niet zwaar zyn. Ik zal my
licht houden; of ik wil zelfs wel loopen. Toe,
Janle, Janle!”
„Wat heeft het kind toch?” vroeg Rorke
ongeduldig. .Denkt hy, dat Ik hem pyn aal
doen?"
„Hy is heel licht verschrikt."
„Ik kan niet, Janle. Hy buigt door, als ik er
even op sta.”
Het was het kind aan te zien, dat hy erge
pyn had en hy deed toen zóó zyn best, om niet
te hullen; Janle keek ook niet vroolyk; deels uit
sympathie, deels uit zorg. Ze waren een eind
verder gegaan, dan het oorspronkelyk haar be
doeling was en het werd al laat.
Het was warm en vochtig In de lucht na een
week van aanhoudenden regen. Charlie was
licht maar tóch om hem nu over de weide,
over de oude steenen brug en over den onbe-
schaduwden weg naar „The Grange” te dragen,
op het heetst van den dag dit was wel wat
véél gevergd.
Janle stond aan den oever van de rivier en
keek weifelend naar den gezwollen, bruisenden
stroom en het bouwvallige bruggetje, dat dien
overspande. Hoe meer ze er naar keek, hoe
minder het haar beviel; maar als ze er gebruik
van maakte, dan zou dit den weg naar huls
wonderwel verkorten. Een glimlach verhelderde
weer haar Hef gezichtje en hoopvol zei ze:
„Het ding is nu wel niet zoo stevig als de
Londensche Brug over de Theems, maar toch
zal het ons nog wel houden. De rivier Is datp
niet breed en Ik geloof, ook niet diép; en in het
ergste geval kan Ik altyd nog zwemmen. Dus
we zullen het er maar op wagen, Charlie!”
Maar toen ze al met den eenen voet op de
wiebelende' plank van de brug stond, hoorde ze
l i
ATT T7 A 011 J?**1 Ingevolge de veraekenngsvoorwaarden tegen p 7^0 b« levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 b|J een ongeval met P
/A I «I «F- zAJDvxl w 1 w O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen «AVa verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen vV« doodelljken afloop aéWa
alle verdenking verheven is, maar dat al wat
ondeugdeiyk is, In den „doofpot” gedaan wordt.
En het corps verliest zyn reputatie.
Er is thans opnieuw sprake van een polltle-
schandaal te Londen.
De vraag of politiebeambten zich wel eens
laten verleiden tot het aannemen van fooien,
is van zeer teederen aard. De gemiddelde Lon
densche agent Is zeker voor zulk een verlei
ding immuun, maar even zeker bestaan er uit
zonderingen.
Zoo de gelegenheid den dief maakt, zy maakt
ook den fooienjager, en indien een fooien
jager een amtenaar is, dan stelt hy zich bloot
aan het gevaar van corruptie.
Sir H. Tumbull. commissaris der Londensche
Citypolltle, zal waarschyhiyk een onderzoek In
stellen naar aanleiding van klachten, door Clty-
mannen, Ingediend tegen sommige politie
agenten. Deze klachten houden alle verband
met het parkeeren van auto’s.
De gelegenheid welke In dit geval den corrup-
ten agent zou maken, is.... het gebrek aan ge
legenheid tot het parkeeren van auto's In de
City, welke, met haar nauwe en overvolle
straten, volstrekt niet beantwoordt aan de elschen
van onzen door automobilisme gekenmerkten
tyd.
Volgens een der aantyglngen zou een auto
mobilist, door betaling van een vast wekelyksch
bedrag aan den wachthebbenden agent in
zekere wyken der City van dezen verlof krygen
zyn auto uren lang op straat te laten staan
zonder eenlge kans op bekeuring.
Sommige politieagenten zouden er een lyst
van Automoblel-klanten” op na houden, en op
geregelde tyden him fooien ophalen als be-
loonlng voor hun toestemming auto's uren lang
op straat te laten staan. Verder wordt beweerd,
dat als een automobilist weigert aldus ..schat-
ting” te betalen, hy in t byzonder voor bekeu
ringen uitgepikt wordt.
maar.... maar waarom heeft u
aak, dat Je van d'r afkomt! Ontsla die
Juffrouw!”
M'n directeur zei het met klem
een soort van minachting tegeiyk.
„Ontsla haar, zeg ik je!” herhaalde hy,
ging achter z'n eikenhouten bureau zitten.
Het bevel leek inderdaad eenvoudig genoeg,
ofschoon het voorwerp van z’n verbolgenheid
een alleraardigst Jong meisje was, dat ik als
chef van het groote kantoor, eenlge dagen ge
leden als stenotypiste in dienst had genomen.
Achter z'n bureau gezeten, mompelde de di
recteur nog eenlge allesbehalve vleiende woor
den aan het adres der nieuwe typiste. Ik wacht
te tot hy uitgemompeld was, en vroeg:
„Voldoet ze u dan niet, mynheer?”
„Voldoen?” riep hy, woedend, „Voldoen? Maar
man. vind jy soms dat iemand voldoet, als je
vyf en veertig verkeerd overgeschreven woorden
in een dictaat van zestig woorden vindt? Een
uitstekende typiste, eenig in haar soort, dat
moet ik zeggen! Hoe hééft zoo iemand nog de
brutaliteit om te solliciteeren
„Men heeft my haar toch warm aanbevolen,”
bracht ik in het midden.
.Aanbevolen of niet.” .foeterde hy. ,4» kent
er niets van. Ontsla haar dus zoo gauw tnoge-
lyk.”
M'n directeur gaf met een kort en krachtig
gebaar te kennen, dat ons onderhoud geëindigd
was. Ik verliet het privé-kantoor en ging aan
m’n werk. Onze stenotypiste, een allerliefste
blondine met prachtige blauwe vergeet-my-nlet
oogen. hief haar onschuldiger! blik vragend naar
my op.
Op hetzelfde oogenblik klonk' het driftige
gebel van den directeur, dat haar, gewapend
met bloc-note en potlood, by hem riep. By de
deur gekomen keerde de typiste haar hoofd om
en keek me met een beteekenlsvollen blik aan
Op dit oogenblik Was ik er my van bewust, dat
ik het bevel van myn patroon: haar te ont
slaan, onmogeiyk ten uitvoer zou kunnen bren
gen. Ik miste ten eenenmale den moed, om
het lieve meisje onbeschermd de wereld in te
zenden.
Even dacht ik na en kwam, toen tot een
geniaal besluit, tevens, naar het me voorkwam,
een afdoende oplossing. Ik zou haar ten huweiyk
vragen en met haar trouwen.
Vervuld van dit schitterend voornemen ging
ik aan m’n werk.
Zoo gingen 14 dagen voorby, waarin ik in de
ochtenduren vry geregeld door den directeur
Intusschen nam hy Charlie van haar over, Janie in het geheel niet geneigd, om te praten,
zette hem op den anderen oever in het gras
en keek toen naar haar.
„Hoe moet het nu met Is u van plan, den
weg door het veld te volgen, of zal ik u ook
overdragen?"
De geest van verzet in Janle was gewekt en
vol waardigheid antwoordde zy:
„Ik loop liever."
„Zoo u wilt, natuuriyk.”
„O, ga toch niet weg. Janle! Ga met my mee!
Toe, llève, llève Janle!”
zyn broer keek met verwonde:
ring naar hem, terwyi hy zich
het gras liet vallen.
Maar Janle s besluit was aan
gebracht.
„Denkt u, dat.... u.... my’erg zwaar zou
vinden, als u my, net als Charlie, overdroeg?”
vroeg ze langzaam.
„Ik denk, dat het best zal gaan.”*
Ér volgde weer een pauze.
„Het is zaak, om maar zoo gauw mogelyk
thuis te komen, is t niet?” vroeg zy met een
lichte huivering.
„Ja, dat geloof ik ook.”
Meer hoefde zy niet te zeggen; hy waadde
andermaal door de rivier, terwyi het water tegen
zyn leeren slobkousen spatte, en pakte haar op.
Een aller-onaangenaamste gewaarwording
vond zy dit; maar wat was hy sterk! Hy droeg
haar met een gemak, of zy zoo licht was als
Charlie! Men ziet graag kracht in een man!
Toen hy haar voorzichtig op den oever neer
zette en haar In het dogkarretje hielp, was
achter z'n eikenhouten bureau, dan voor de
eene, dan weer voor de andere zaak, werd aan
geblaft. Een gevoel van ellende maakte zich van
my meester. Ik besloot er een einde aan te
maken door m’n voorgenomen huwelijks»enwxk
te doen.
Ik zat voor m’n bureau en wachtte op haar
komst. Reed» zat ik er een uur en het verwon
derde my, dat ik nog niet in het hol van den
op
schreeuwt voortdurend om water.'
Reeds ten tyde van de oude Romeinen heeft
men in de Wallische Alpen waterwerken ge
bouwd, op welker resten men thans nog hier en
daar stoot, voor zoover zy voor de moderne
leidingen van geen nut meer zyn. Later kwam
men er toe, het land met hooge waterleidin
gen te doorklieven. De reden van deze hoog
gelegen waterleidingen was, dat men geen
druppel water, dat van het gebergte komt, ver
loren wil laten gaan.
En wat voor soort water is het, die men
zoo zorgvuldig opvangt? Gletscherwater. De
zon laat haar stralen heet en gloeiendop «ie
witte bergmassa's vallen. Op zulke warme da
gen zetten de menschen reusachtige waterbak
ken aan den voet van het gebergte. Op som
mige plaatsen zet men de bakken 100 A 200
meter hoog neer en op enkele plaatsen, waar
het water, hoe meer het naar beneden komt,
verlorengaat in den bodem, plaatst men de
bakken op honderden meters boven den zee
spiegel. Vele kilometers ver stort het water
zich dan. via de bakken, naar de kunstleiding
in het dal, waar het meerendeel der bewoners
Warmte beteekent voor het Wallis-ge-
geen droogte. Integendeel. De warmte 1
brengt het frissche water naar omlaag, dat by
aankomst in het dal heeriyk koel smaakt.
Daarby komt het er slechts op aan, dat de
genen, die het water, dat niet in de leidin
gen kan komen, naar beneden sleepefi, niets van
het kostbare vocht verliezen. De buisleidingen
dlkwyis slechts uitgeholde boomststmmen,
kunstig aan elkaar verbonden worden voort
durend gecontroleerd. De boeren, die met de
contróle belast zyn, de akkerbouwers, die hen
helpen, stellen vaak hun leven In gevaar, wan
neer een der leidingen dient te worden gere
pareerd. Doch de kunst van klimmen verstaat
men in de Wallls-Aipen als nergens anders in
Midden-Europa. Toch komen er wel ongeluk
ken voor, meestal door de gladheid van het
berggesteente.
In de geheele Wallls-Aipen bestaan strenge
wetten, welke de waterrechten beschermen en
die tegen waterdieven e^- vernielers, alsmede
„dat de toevloed van leerlingen uit on
godsdienstige gezinnen zoo groot is, dat er
voor het minste op de speelplaats een gods
dienstig- vyandig milieu ontstaat".
a angenaam vinden de voorstanders
ZX van de openbare school het allesbe
halve. dat hun troetelkind den laat-
sten tijd zoo in de verdrukking raakt, zoo
wordt door het bijzonder
moet toch de bijzondere