De Troonrede-plechtigheid
Beschouwingen
de Troonrede
over
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
Plaats dan een „Omroeper”
voor 80.000 gezfnnen
Eenige persstemmen
HET JAARLIJKSCHE FEEST
IN DEN HAAG
I
f
tij
De taak der liberalen
Een nieuwe koert
te bewonderen
Een ttuk uit één ttuk
Groote belangstelling
Afwachten
Een goede indruk
Nog regeert Colyn
tolied
Weinig opwekkend document
Al domineerde „het zwart”, er
viel toch nog een rijkdom
van ambttcottuumt
Sober en
De Koningin komt
WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1937
a-.l
near
Den Haag, 31 September 1937
Minister-president dr. H. Colijn begeeft zich
de opening der Staten Generaal
Alles te zamen genomen schrijft de (neutrale)
„Telegraaf”, Is de Troonrede een weinig opwek
kend document. Men kan er moeilijk de regee-
’teeds vroeg concentreerde de groote drukte,
d'e der politie handen vol werk bezorgde, zich
op en rondom bet Binnenhof in afwachting van
den koninklijken stoet. Duizenden en duizenden
verbeidden hier, popelend van ongeduld, het
plechtig moment, waarop de Koningin, gezeten
in de gouden koets, voorafgegaan en gevolgd
door Haar hofdlgnitarissen in hun helkleurige
en van goud fonkelende costuums, langs hun
rijen zou rijden. Oranje-lintjes en -strikjes gin
gen grif van de hand, geen borst bleef zonder
oranje-tool.
In de Ridderzaal heerschte reeds heel lang
voordat H. M. de Koningin Haar intrede zoude
dogn, een genoeglijk geroezemoes van Kamer
leden en andere hoogwaardigheidsbekleeders,
alsook van de honderden genoodigden, die het
voorrecht mochten genieten, deze plechtigheid
met eigen oogen te aanschouwen.
Gezeten op den troon leest de Koningin,
een face i main hanteerend, met vrij zach
te, n aar duidelijke, welluidende stem de
Troonrede voor, terwijl allen luisteren In
ademlooze stilte.
Hen gemis was het, aan Hare zijde niet
Prinses Juliana en Prins Bernhard gezeten
te zien, maar gaarne zullen de aanwezigen
zich dit gemis getroost hebben, nu de af
wezigheid der Prinses aan zulk een ver
blijdende oorzaak is toe te schrijven.
Welke geheime natuurkracht, zoo vragen
velen zich hier af, gaat er toch uit van de
Troonredeplechtigheid, dat het nooit ont
breekt aan een vrooltfk zonnetje over de
pracht en praal, welke er telken jare op
Prinsjesdag In de Residentie vertoond
worden? De derde Dinsdag in September
moet volgens aan de natuur opgelegde oor
schriften blijkbaar steeds regenachtig zijn,
maar leder jaar even trouw speelt het zon
netje haar spel met den regen en weet het
telkens de bulen-somberheld te verjagen,
om vrooliJke glansen te tooveren over het
stemmige Binnenhof, waar thans het ge
juich der massa opdavert en de fel ultge-
stooten militaire commando's terug kaatsen
op de ommuring.
De eerste Troonrede, uitgesproken na het
optreden van het nieuwe mlnisterie-Colijn
draagt de typische kenmerken van de eerste
van een serie van vier met zich, concludeert
de (C.H.) „Nederlander".
Thans gaat het om de algemeene Hjn, al ont
breekt uiteraard de aankondiging van bepaal
de maatregelen niet.
In dezen opzet is de Troonrede-1937 uitste
kend geslaagd. Het is een kloek en evenwichtig
stuk, waarvan de paragrafen niet zooals ook
wel eens het geval was min of meer kunst
matig aan elkaar zijn geregen, doch dat één
geheel ft en een duidelijk beeld geeft van de
principes, waarop het huidige Kabinet zijn po
litiek zal baseeren.
Principes, waarmede wij in het algemeen vol
ledig kunnen instemmen.
Daar klinkt In de Troonrede van 1937, merkt
het (soc.) „Volk” op, geen werkelijk nieuw ge
luid en zij, die na het optreden van het kabi
net hebben voorspeld, dat een ingrijpende wij
ziging van den koers niet viel te verwachten
en dat op een krachtige politiek van welvaarts-
herstel en maatschappelijke hervorming niet
mocht worden gerekend, zij krijgen vandaag,
helaas gelijk. Een Ietwat hoopvoller toon en
de aankondiging van enkele maatregelen, wel
ker belang wij niet onderschatten, deze ver
blijdende noten in de Troonrede vinden vol
doende verklaring In het economisch herstel,
dat in Nederland niet achterwege blijft, nadat
het elders reeds in veel sterker mate was op
getreden. a
Zooveel, als thans In uitzicht wordt gesteld,
had In de nieuwe financieele verhoudingen ook
de oude regeerlng wel gegeven. In dit staats
stuk Is niets te vinden, dat op een eigen, krach
tiger ^aciaal-economisch beleid van de nieuwe
heeren kan duiden. De liberalen hebben slechts
twee achterneefjes als vakministers In het ka
binet gekregen, doch zij kunnen met den koers,
voor zoover deze uit de Troonrede kan worden
afgeleid, tevreden zijn; nog regeert in Neder
land ColUn,
Om vrooliJke glansen te tooveren ook In de
Ridderzaal, waar de zonnegloed zich mengt In
het diffuse licht, dat zacht afstraalt van de
enorme kroonluchters en zich te glanzen legt
op het goud en zilver der vele ambtsgewaden,
op de veelvormige decoraties, die de omaten
sieren, op de roode en blauwe en gele groot
kruislinten, op de roode tapijten en op den
koninklijken troon onder het roode baldakijn.
Ook ditmaal is het zonnetje het Haagje weer
genadig geweest en hebben de kijkgrage Resl-
dentie-bewoners en de tien- en tienduizenden
gasten van overal elders in het land (op straten
en pleinen boorde men alle „talen” er dialec
ten van Nederland spreken!) zich wederom
mogen verlustigen In het telkens weer nieuwe,
rijke schouwspel, dat de Troonrede-plechtigheld
biedt.
bij de opening der Staten-Generaal steeds meer
domineert, wat niet wegneemt, dat er nog een
rijkdom van ambtscostuums en ontelbare andere
ornaten te bewonderen vielen. In ministerieel gala
vertoonden zich de oud-mlnfsters
Deckers, van Lidt de Jeude, Bongaerts, Terp-
stra, Oud en De Geer; in opvallend Indisch
generaalsuniform ons nieuwe Kamerlid, gene
raal Ba jet to; in bet felle rood der Malthezer
ridders Baron van Voorst tot Voorst, in burge-
meesters-omaat de heeren De Vlugt, Droog-
leever Fortuyn, Wendelaar en prof, van de
Bilt, Haagsch loco-burgemeester; in toga de
professoren Kranenburg en De Zwaan. In den
diplomatenhoek sprong fel naar voren het helle
purper van Z. Exc. Mgr. Paolo Giobbe, Pause-
Hjk nuntius. Wel een uur lang duurde deze
schitterende parade en de toeschouwers kwa
men niet uitgekeken op het kaleidoekoplsch
Als een zoogenaamd rechtach, d wz. kerkdijk
bewind, naar het voorbeeld der voormalige
Coalitle-ministeries, is het nieuwe Kabinet-Co-
Hjn opgetreden, als zoodanig heeft het zich ook
willen doen kennen In deze eerste Troonrede,
merkt de (11b.) „N. R. Crt.” op.
Na er op gewezen te hebben, dat zuiver
staatkundige scheidingen nog steeds dwars door
de kerkelijke partijen heen loopen, spreekt het
blad zijn verheugenis uit over de verzekering
In de Troonrede dat toespitsing van tegen
stellingen zal worden vermeden, al zal moeten
worden afgewacht wat daarvan in de praktijk
terecht komt.
Het zal niet verwonderen, dat ten aanzien
van staatkundige vraagstukken, welke onzen
tijd beroeren, in de Troonrede geen duidelijke,
principieele positie wordt ingenomen.
Het woord „ordening”, dat de heer Colijn
trouwens eens gezegd heeft niet te veel te willen
hooren mogen zijn ooren er nu niet van
gaan tuitenl komt In de Troonrede niet voor.
Men treft daarin alleen den nietszeggenden
en door Iedereen te onderschrijven zin aan:
„De regeerlng zal zich beijveren de samenwer
king In onderneming en bedrijf ten bate van
de geheele volkshuishouding te bevorderen.”
Voor de liberalen ligt hier een taak om bij het
vroeg of laat te verwachten algemeene politieke
debat het principieele geluld te laten klinken.
Alles te zamen genomen maakt de Troonrede
op ons een goeden Indruk, schrijft de (R.K.)
„Volkskrant”.
Wij vinden er In terug hetgeen In het pro
gram van actie der R. K. Staatspartij als de
groote vraagstukken In dit tijdsgewricht werd
aangewezen, alles behalve de ordening in het
bedrijfsleven.
Maar dit kan worden gemist daar we Im
mers al aan het „ordenen" zijn en vooral daar
we In den minister van Economische Zaken
een man bezitten, die het stellig niet bij woor
den zal lat^n, maar daden zal stellen.
Op zooveel vertrouwen heeft dit nieuwe ka
binet aanspraak, dat we, voorshands allen
twijfel het zwijgen opleggend, met goede ver
wachting het kabinet aan den arbeid zullen
zien tijgen.
Of liever, het 1* al aan den arbeid.
Nadat de voorlezing geëindigd was, hief Ge
neraal Duymaer van Twist zijn traditioneel
„Leve de Koningin!" aan, waarop een luid drie
werf „hoera" volgde. Buiten gekomen moest
de Koningin wederom elndelooze toejuichingen
en ovaties in ontvangst nemen; er druppelde
een zacht regentjehet zonnetje had zijn
plicht gedaan!
Net was feest In Den Haag en een geest
driftige stemming heerschte allerwegen, ook al
bleef de zon zich verder schuilhouden.
De groote lijnen van het oude vlerhoekspro-
gram van dr. Colijn zijn ook in dit nieuwe pro
gram herkenbaar, schrijft het (11b.) Handelsblad.
Handhaving van sterk gezag naar binnen en
naar bulten, en van de fundamenteels volks
vrijheden. in totaal: bevordering van onze volks
kracht en onze volkswelvaart.
Er zijn vele wegen die naar dit nationale doel
leiden. Maar de beste weg zal die zijn, welke
een zoo eendrachtig mogelijk optrekken van ons
volk veroorlooft. In dit regeeringsprogram kun
nen daarvoor verschillende gunstige elementen
worden aangewezen, wanneer de richtlijnen met
tact en begrip voor de natuurlijke geestelijke
verscheidenheid van ons volk worden gevolgd,
en niet gaan lelden tot een ziekelijk paterna
lisme, dat zwakke individuen met zwak eigen
verantwoordelijkheidsgevoel, en dus een zwakke
natie kweekt. De woorden van de troonrede zijn
niet voldoende duidelijk om ons op dit oogen -
blik de zekerheid te geven, dat dit ook gebeuren
zal. al gelooven wij, dat het de bedoeling van
den kabinetsformateur is. Of deze bedoeling In
daden zal worden omgezet, zullen wU, met
loyalen wil tot medewerking aan nationale
krachtsconvergentle bezield, afwachten.
De eerste Troonrede na het optreden van een
nieuw Kabinet pleegt met bijzondere belang
stelling te worden ontmoet, schrijft de (A.R.)
„Standaard”. Dit ligt voor de hand. Men mag
1 er toch in verwachten een beginselverklaring
De Koloniale Reserve betrok dezen keer voor het eerst de eerewacht op het Binnenhof bij de
opening der Staten Generaal
voerde al weer méér dan vorige jaren den
boventoon en zelfs merkten wij reeds eenlge
colbertjes, zij het ook van nog heel donker
grijze kleur, op: het waren enkele N.S.B-ers
en enkele sociaal-democraten, die zich hlerlh
samentroffen, de extremen dus van de hier
vertegenwoordigde richtingen.
De Communisten toch .waren niet aanwezig:
sinds zij bij de Vereenlgde Vergadering In de
Ridderzaal in het jaar 1932, als straf voor een
door hen opgezet relletje, tamelijk onzacht uit
de zaal verwijderd zijn, laten zij zich hier maar
liever niet meer zien. .Een gemis kunnen wij
het niet noemen.
Het blijkt wel, dat de sociaal-democraten het
lesje, hun Indertijd door hun partijgenoot,
den thans overleden heer Schaper, gegeven,
steeds beter ter harte nemen; in grooten ge
tale waren zij aanwezig en zjj voelden zich
in deze entourage blijkbaar heelemaal niet on
wennig meer.
Met vervaarlijk klokgebel maande een Ka-
merbocje tot stilte aan, waarna de Griffier der
Eerste Kamer gelegenheid kreeg, het Konink
lijk besluit van de benoeming des heeren De
Vos van Steen wijk tot voorzitter dezer ver
gadering voor te lezen.
Wéér veel geroezemoes en wéér stilte: plech
tig kwamen de leden van den Raad van State
in hun blauw gala de zaal binnenschrijden, na
een korte poos even plechtig gevolgd door den
stoet van onze geheel of ten deele nieuwe mi
nisters: voorop dr. Colijn en verder achtereen
volgens mr. Goseling, dr. Slotemaker de Bruine,
mr. De Wilde, de heeren Van Dijk, Ir. Van
Buuren, mr. Steen be rghe, mr. Romme en Ir.
Welter. De heer Van BoeUen is nog steeds niet
hersteld en de heer Patjjn was nog niet opzijn
Op eenlge uitzonderingen na heeft de Troon
rede in de pers een gunstig onthaal ondervon
den.
WU vermelden hieronder enkele samenvat
tingen van de diverse beschouwingen over dit
staatsstuk.
ring de schuld van geven. Belastingverlaging is
onder de huidige omstandigheden al even ón
mogelijk als salarisverhooging. Zelfs indien
men aanneemt, dat de tegenwoordige gunstige
ontwikkeling voortgang zal hebben, dan nog
moeten zooveel tekorten worden Ingehaald en
staan zooveel nieuwe uitgaven voor de deur, dat
groote behoedzaamheid op financieel gebied ge
boden blUft. Een nieuw parlementair tijdvak
breekt aan. Het land zal zich gelukkig mogen
prijzen, indien het aan het eind van de nu be
ginnende periode een even bevoorrechte positie
in de wereld zal innemen, aft thans, danl: zU
het beleid van het vorige ministerie, het ge
val is.
„Een nieuwe koers en positief christelUk ge
luid” plaatst de (R.K.) „Maasbode” als kop
boven haar beschouwingen.
Ons volk heeft met te roemen rust gewacht
op de offlcieele verklaring van het nieuwe
kabinet en niemand zal loochenen, dat deze
verklaring inderdaad een nieuwen koers tee-
kent.
De feiten rechtvaardigen den nieuwen koers,
maar de nieuwe mannen zien dan ook de
nieuwe feiten en spreken nieuwe taal. Het stemt
ons dankbaar, dat het kabinet fier de christe-
lUke vlag ontplooit in de forsche zinsneden,
waarin „vóór alles Gods wet tot opperste richt
snoer wordt genomen, waarin, met een beroep
op „innerlUke redelUkheid”, als kenmerk van
Regeeringsbeleid wordt aangegeven: „een doel
bewust streven naar beveiliging en versteviging
van de positief ChristelUke grondslagen onzer
samenleving’’ en waarin wordt beleden, dat
wijsheid en kracht alleen komen kunnen van
God.
Het Is een onwaardeerbaar voorrecht deel
uit te maken van een volk, dat te midden van
de schier alom heerschende geestelUke ver
warring, waarvan de Troonrede terecht ge
waagt. zulk een taal verneemt uit koninklUken
mond.”
Een forsche tik van den Voorzitter, het
geroezemoes verstomde en de dames en heeren
namen hun zetels in; marschmuziek van
de huzaren en paardengetrappelgeluid dringen
door tot in de zaal en door de glas-in-lood-
rulten in de diepe venstemissen zien wU de
gala-koetsen van den KoninklUken stoet sche-
meren; bulten wordt het oude Wilhelmus aan-
schouwspel; doch, zooals gezegd, het „zwart” geheven en eenlge oogenblikken later nadat
de Kamerheer-oeremoniemeester „De Konin
gin!' had aangekondigd betreedt Hare Ma
jesteit, gekleed in een grifs toilet van velours
panne met bijpassenden hoed, waarop een Pa
radijsvogelveer. de zaal, getooid met het Groot
kruis van den Nederlandschen Leeuw.
De commissie van ontvangst en uitgeleide
geleidt Hare Majesteit, aan wier zUde prof.
Van Embden zich geschaard heeft, binnen,
voorafgegaan en gevolgd door den schitteren
den hofstoet.
en een program; de teekening van het alge
meen karakter van het Kabinet en de groote
Ijjnen voor het beleid, dat het wenscht te
voeren.
Deze eerste Troonrede, sober en soiled van
bouw, stelt daarin ook niet te leur.
Het eerst wordt onze aandacht getrokken
door de beginselverklaring.
Wij hebben er met dankbaarheid kennis van
genomen.
Verheugt de Troonrede door haar krachtige
beginselverklaring, wU mogen ook dankbaar zUn,
dat zU gewagen mag van een verbetering in
ons bedrUfsleven.
Prinsjesdag te *s Gravanhaga. De stoet met de gouden koets op den Kneuterdijk. Een
enthousiaste menigte juicht H. M. de Koningin, die van de opening der Staten Generaal
terugkeert, hartelijk toe
post gearriveerd. Na de eerste plichtplegingen
volgden hartelijke kennismakingen of -ver
nieuwingen; allerwegen werden de mlnisterleele
handen gedrukt.
Veel belangstelling mocht mej. Frida Katz,
die in een elegante paarse robe verschenen was,
ondervinden: juist gisteren was haar verloving
met den burgemeester van Erinelo bekend ge
worden en zU kwam handen te kort om zóó
veel gelukwenschen in ontvangst te nemen.
Iets verderop stond Minister ColUn met oud-
minister Oud arm in arm te converseeren en
wU zagen den heer ColUn van zUn oud-collega
afscheid nemen met een gebaar van ,Je kunt
nooit weten!”
De N.S.B.-ers wij merkten op de heeren
d’ Ansembourg, Dieters, Rost van Tonnlngen,
Maarsingh, Van Vessem en Woudenberg
hadden elkander blUkbaar veel te vertellen;
niet minder dan twee hunner Eerste Kamer-
De algemeene indruk was, dat „het zwart’’ leden hebben de laatste dagen én voor het
lidmaatschap én voor de partU o nee, par
don! voor de beweging bedankt: ds. Van
Duyl en mr. Pont; de heer Van Duyl, om
dat hU om redenen van persoonlUken aard wel
Aalberse, bedanken móest en mr. Pont, omdat hU na een
zeer kortstondige liefde van de N.S3. en haar
leider niets meer hebben mp^t.
FOTOREPORTAGE
Ka de opening dor
Staten Generaal ver
laat H. M. de Koningin
de Ridderzaal om zich
naar de gouden koets
te begeven